INHOUDSOPGAVE. Richtlijnen "Compensatieplicht" Richtlijnen "Individuele voorzieningen" Hoofdstuk 1 - Compensatieplicht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INHOUDSOPGAVE. Richtlijnen "Compensatieplicht" Richtlijnen "Individuele voorzieningen" Hoofdstuk 1 - Compensatieplicht"

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE Richtlijnen "Compensatieplicht" Hoofdstuk 1 - Compensatieplicht C001 - Begrip compensatieplicht C002 - Begrip zelfredzaamheid C003 - Begrip maatschappelijke participatie C004 - Begrip en primaat algemene voorziening C005 - Primaat van de algemene voorziening C006 - Algemene hulp bij het huishouden C007 - Algemene woonvoorziening C008 - Algemene vervoersvoorziening C009 - Algemene rolstoelvoorziening Richtlijnen "Individuele voorzieningen" Hoofdstuk 1 - Recht op individuele voorzieningen I001 - Woonplaats I002 - Individueel gericht I003 - Langdurig noodzakelijk I004 - Goedkoopst compenserend I005 - Algemeen gebruikelijk I006 - Aanvraag voor verstrijken normale afschrijvingsduur I007 - Kosten voorziening voordat besluit is genomen I008 - Medewerking belanghebbende of anderen I009 - Inkomensgrenzen I010 - Overige voorwaarden en weigeringsgronden I011 - Hardheidsclausule Hoofdstuk 2 - Hulp bij het huishouden I012 - Hulp bij het huishouden - wat wordt hieronder verstaan I013 - Hulp bij het huishouden - wie komt wanneer in aanmerking I014 - Hulp bij het huishouden - algemeen gebruikelijke voorziening... I015 - Hulp bij het huishouden - gebruikelijke zorg I016 - Hulp bij het huishouden - overige voorwaarden en weigeringsg... I017 - Hulp bij het huishouden - vorm, omvang en hoogte I018 - Hulp bij het huishouden - respijtzorg I019 - Hulp bij het huishouden - loondoorbetaling 1

2 I020 - Hulp bij het huishouden - overzicht zorgaanbieders I126 - Hulp bij het huishouden - Nazorg en heronderzoek Hoofdstuk 3 - Woonvoorzieningen I021 - Woonvoorziening - wie komt wanneer in aanmerking I022 - Woonvoorziening - algemeen gebruikelijk I023 - Woonvoorziening - overige voorwaarden en weigeringsgronden I024 - Woonvoorziening - welke woonvoorzieningen zijn mogelijk I025 - Woonvoorziening - primaat van verhuizing I026 - Woonvoorziening - verhuizing en inrichting I027 - Woonvoorziening - bouwkundige of woontechnische voorziening I028 - Woonvoorziening - niet-bouwkundige of niet-woontechnische vo... I029 - Woonvoorziening - uitraasruimte I030 - Woonvoorziening - woonunit I031 - Woonvoorziening - gemeenschappelijke ruimten I032 - Woonvoorziening - bezoekbaar/logeerbaar I033 - Woonvoorziening - overige woonvoorzieningen I034 - Woonvoorziening - gereedmelding, vaststelling en uitbetaling I035 - Woonvoorziening - Anti-speculatiebeding en afschrijvingsrege... Hoofdstuk 4 - Vervoersvoorzieningen I036 - Vervoersvoorziening - wie komt wanneer in aanmerking I037 - Vervoersvoorziening - algemeen gebruikelijk I038 - Vervoersvoorziening - uiterst beperkte mobiliteit I039 - Vervoersvoorziening - lokaal verplaatsen I040 - Vervoersvoorziening - echtgenoten, kinderen en bewoners van... I041 - Vervoersvoorziening - welke vervoersvoorzieningen zijn mogel... I042 - Vervoersvoorziening - primaat collectief vervoer I043 - Vervoersvoorziening - collectief vervoer I044 - Vervoersvoorziening - vergoeding van vervoer per eigen auto,... I045 - Vervoersvoorziening - auto I046 - Vervoersvoorziening - aanpassing van een auto I047 - Vervoersvoorziening - gesloten buitenwagen I048 - Vervoersvoorziening - scootmobiel I049 - Vervoersvoorziening - overige vervoersvoorzieningen I050 - Vervoersvoorziening - medisch noodzakelijke begeleiding 2

3 Hoofdstuk 5 - Rolstoelvoorzieningen I051 - Rolstoelvoorziening - wie komt wanneer in aanmerking I052 - Rolstoelvoorziening - handbewogen en elektrische rolstoelen I053 - Rolstoelvoorziening - sportrolstoel Hoofdstuk 6 - Kindervoorzieningen I054 - Kindervoorzieningen Hoofdstuk 7 - Verstrekkingsvormen en keuzevrijheid I055 - Keuzevrijheid en overwegende bezwaren I056 - Natura I057 - Persoonsgebonden budget I058 - Financiële tegemoetkoming Hoofdstuk 8 - Eigen bijdrage en eigen aandeel I059 - Eigen bijdrage en eigen aandeel - wie en voor welke voorzien... I060 - Eigen bijdrage en eigen aandeel - hoogte I061 - Eigen bijdrage en aandeel - periode Richtlijnen "Procedures" Hoofdstuk 1 - Aanvraag P101 - Schriftelijke machtiging P102 - In welke gemeente moet de aanvraag worden ingediend? P103 - Bij welke instantie moet de aanvraag worden ingediend? P104 - Vorm van de aanvraag P105 - Identificatieplicht Hoofdstuk 4 - Herziening, intrekking en terugvordering P401 - Beëindiging P402 - Intrekken van besluiten P403 - Afzien van intrekking en herziening P404 - Terugvordering P405 - Afzien van terugvordering 3

4 Richtlijnen "Algemene aspecten" Hoofdstuk 2 - Plan A005 - Representatieve organisaties A006 - Geldingsperiode plan Hoofdstuk 3 - Het loket A007 - Wijze van uitvoering van het loket A008 - Diepte van het loket A009 - Breedte van het loket Richtlijnen "Beleidsterreinen" Richtlijnen "Voorliggende voorzieningen" Hoofdstuk 2 - Overige regelingen V001 - Gehandicaptenparkeerkaart V002 - Gehandicaptenparkeerplaats 4

5 HOOFDSTUK 1 COMPENSATIEPLICHT. C001 - Begrip compensatieplicht Onder de compensatieplicht wordt verstaan de algemene verplichting van het college om personen met aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische problemen en psychosociale problemen, door het treffen van voorzieningen een gelijkwaardige uitgangspositie te verschaffen, zodat zij in aanvaardbare mate zelfredzaam zijn en in staat tot maatschappelijke participatie (artikel 1 lid 1 onderdeel b Wmo-verordening). Krachtens CRvB , nr. 08/3206 WMO betreft het een resultaatsverplichting. C002 - Begrip zelfredzaamheid Onder zelfredzaamheid wordt verstaan: het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk of financiële vermogen om voorzieningen te treffen die maatschappelijke participatie mogelijk maken (artikel 1 onderdeel f Wmo-verordening). C003 - Begrip maatschappelijke participatie Onder maatschappelijke participatie wordt verstaan: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven (artikel 1 onderdeel g Wmo-verordening). C004 - Begrip en primaat algemene voorziening Algemene voorzieningen Een algemene voorziening is een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt. Primaat algemene voorzieningen De gemeente kent voor de volgende soorten voorzieningen het primaat van de algemene voorzieningen: Hulp bij het huishouden (artikel 9 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning), woonvoorziening (artikel 14 Verordening), vervoersvoorziening (artikel 24 Verordening), rolstoelvoorziening (artikel 28 Verordeninig). 5

6 De enige bestaande algemene voorziening, zo werd aangenomen, is het collectief vervoer. Op grond van CRvB , nr. 08/5298 Wmo geldt echter dat het collectief vervoer in de gemeente is aan te merken als een individuele voorziening. Dit heeft tot gevolg dat het college op grond van artikel 6 Wmo verplicht is belanghebbende een keuze voor een met het collectief vervoer vergelijkbaar persoonsgebonden budget te bieden, tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan. Uit de kamerstukken blijkt volgens de CRvB dat de wetgever de beoordeling of er sprake is van overwegende bezwaren, ook met betrekking tot het collectief vervoer, aan de gemeenten laat, omdat het niet mogelijk is in het algemeen aan te geven welk financieel risico gemeenten precies lopen wanneer zij collectieve diensten aanbesteden en de burgers met een persoonsgebonden budget kiezen voor andere voorzieningen of aanbieders. Efficiencyoverwegingen kunnen vallen onder 'overwegende bezwaren' voor mensen die met het collectief vervoer reizen (EK , , C, p. 19 en 20). Zie ook C008 en de uitspraak van de CRvB van , nr. 08/7382 WMO. Overige algemene voorzieningen zullen ontwikkeld worden. C005 - Primaat van de algemene voorziening Zie richtlijn C004 voor het gemeentelijk beleid met betrekking tot dit onderwerp. C006 - Algemene hulp bij het huishouden In Venray kennen we (nog) geen algemene hulp bij het huishouden, vooralsnog zal die er ook niet komen. Zie desalniettemin richtlijn C004: indien aanwezig dan geldt het primaat van de algemene hulp bij het huishouden. C007 - Algemene woonvoorziening In Venray kennen we (nog) geen algemene woonvoorziening, vooralsnog zal die er ook niet komen. Zie desalniettemin richtlijn C004: indien aanwezig dan geldt het primaat van de algemene hulp bij het huishouden. C008 - Algemene vervoersvoorziening Op basis van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2010 wordt het collectief vervoer tegen gereduceerd tarief beschouwd als een algemene vervoersvoorziening. Het primaat voor het verstrekken van een vervoersvoorziening ligt altijd bij de algemene voorziening. Dus als iemand, gezien zijn beperkingen, gebruik kan maken van het collectief vervoer dan wordt dit verstrekt. Het streven is om zoveel mogelijk mensen met een beperking gebruik te laten van het reguliere openbaar vervoer. Veel bushaltes, perrons, bussen en treinen zijn al toegankelijk. Zie echter CRvB , nr. 08/7382 WMO, daarin vindt een belangrijke nuancering plaats. De belangrijkste overwegingen in deze uitspraak zijn: 6

7 Individuele voorziening Ter beantwoording van de vraag of het collectief vervoer een individuele voorziening is, is naar het oordeel van de CRvB van belang of sprake is van een in beginsel voor een ieder toegankelijke voorziening op basis van een beperkte toelatingsbeoordeling aan de hand van een beperkt aantal geformuleerde maatstaven. Voorts is van belang of bij die beoordeling acht wordt geslagen op de specifieke (persoons)kenmerken van de individuele aanvrager en of de voorziening naar haar aard is afgestemd op de kenmerken van de individuele aanvrager. De CRvB is van oordeel dat het in de gemeente aanwezige systeem van collectief vervoer aangemerkt moet worden als een individuele voorziening nu, alvorens toegelaten te worden tot deelname aan dit systeem, een op het individu gericht onderzoek dient plaats te vinden naar de vraag of de persoon als bedoeld in artikel 1 lid 1 onderdeel g onder 5 en 6 Wmo gecompenseerd moet worden in de beperkingen die hij ondervindt in zijn zelfredzaamheid en zijn maatschappelijke participatie op het gebied van het zich lokaal verplaatsen. Voor personen jonger dan 75 jaar, zoals belanghebbende, is geen sprake van een beperkte toelatingsbeoordeling aan de hand van een beperkt aantal algemeen geformuleerde maatstaven. Primaat collectief vervoer De CRvB is van oordeel dat een primaat van een systeem van collectief vervoer als het onderhavige, als zodanig niet in strijd komt met de artikelen 4 en 5 Wmo. Dit laat onverlet dat de vraag of collectief vervoer voor de persoon van de belanghebbende een voorziening is die voldoet aan de in artikel 4 lid 1 Wmo bedoelde compensatieplicht, slechts beantwoord kan worden op grond van een onderzoek naar niet alleen de beperkingen, maar ook de persoonskenmerken en de vervoersbehoeften van de individuele belanghebbende. Het college zal die beperkingen gezien artikel 3:2 Awb in verbinding met artikel 4 lid 2 en artikel 26 lid 1 Wmo moeten inventariseren en daarbij moeten nagaan hoe de vervoersmogelijkheden van het collectief vervoer zich verhouden tot de kenmerken van de aanvrager, zijn beperkingen en zijn vervoersbehoeften, een en ander tegen de achtergrond van de vraag welke voorziening in het concrete individuele geval leidt tot het behouden of het bevorderen van de zelfredzaamheid van de belanghebbende en zijn of haar deelname aan het maatschappelijke verkeer. Het college zal daarbij voorts rekening moeten houden met de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in (vervoers)maatregelen te voorzien. Persoonsgebonden budget Indien het college op grond van voormeld onderzoek concludeert dat met het collectief vervoer in het individuele geval is voldaan aan de in artikel 4 lid 1 Wmo neergelegde compensatieplicht en de aanvrager toelaat tot het collectief vervoer, dient het college ingevolge artikel 6 Wmo die aanvrager de keuze te bieden tussen het ontvangen van die voorziening in natura en het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar persoonsgebonden budget, tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan. Deze overwegende bezwaren bestaan volgens het college hieruit dat verwacht wordt dat een substantieel deel van de pashouders dat momenteel 7

8 niet of nauwelijks gebruik maakt van het collectief vervoer, gebruik zal gaan maken van een persoonsgebonden budget indien sprake is van een keuzemogelijkheid. Dat leidt tot een stijging van de uitgaven en de uitvoeringskosten van de gemeente en tot een afname van de combinatiegraad wat tot gemiddeld hogere uitgaven voor de vervoerder en voor de gemeente leidt. De CRvB is, gelet op de parlementaire geschiedenis van de Wmo, van oordeel dat de door het college aangedragen feiten en omstandigheden aangemerkt kunnen worden als overwegende bezwaren in de zin van artikel 6 Wmo. Dit betekent dat het college in beginsel niet gehouden is om, indien met toekenning van deelname aan collectief vervoer voldaan is aan de compensatieplicht, aan de persoon in kwestie de keuzemogelijkheid te bieden tussen deelname aan het collectief vervoer en een persoonsgebonden budget. C009 - Algemene rolstoelvoorziening Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdeel 5 en 6 Wmo kan voor de algemene rolstoelvoorziening in aanmerking komen indien belemmeringen op grond van een beperking, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen incidenteel zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken (artikel 27 sub a Wmo-verordening). 8

9 Hoofdstuk 1 - Recht op individuele voorzieningen I001 Woonplaats Er wordt geen voorziening toegekend indien de aanvrager niet zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de Gemeente Venray (artikel 2, lid 2 sub b verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Venray 2010). Daarbij wordt, krachtens artikel 1 aanhef en onder s Verordening, onder hoofdverblijf verstaan: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de aanvrager zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft of zal hebben en op welk adres de aanvrager in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of zal staan, dan wel het feitelijk woonadres indien de belanghebbende met een briefadres in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven staat of zal staan. Uit de toelichting op artikel 1 onder s Verordening blijkt (impliciet) dat de compensatieplicht op grond van artikel 11 Wmo bestaat jegens ingezetenen. Er wordt echter niet expliciet vermeld dat de gemeentelijke compensatieplicht alleen geldt voor inwoners van de gemeente. Daarnaast wordt in artikel 19 lid 1 Verordening vermeld dat een woonvoorziening slechts verleend wordt indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woning waaraan de voorziening wordt getroffen. Krachtens lid 2 geldt een uitzondering voor een aanvraag voor het bezoekbaar van een woning indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling. In eerste instantie geeft de gemeentelijke basisadministratie uitsluitsel over het hoofdverblijf van de belanghebbende. Voor bepaalde gezondheidszorginstellingen geldt dat de bewoners een briefadres elders kunnen aanhouden. De gemeente waar de aanvrager van de voorziening daadwerkelijk verblijft heeft de verplichting tot compensatie van beperkingen. In het geval van AWBZ-bewoners kan deze verplichting alleen betrekking hebben op de vervoersvoorzieningen en rolstoelen (voor het recht op rolstoelen is bepalend of sprake is van behandeling in dezelfde Awbzinstelling als waar het verblijf plaatsvindt; is dat namelijk het geval dan heeft de gemeente geen compensatieplicht). Bewoners van een gezinsvervangend tehuis, een regionale instelling voor beschermd wonen (RIBW) en een verzorgingshuis ontvangen normaliter geen behandeling in de instelling. Dat komt omdat deze instellingen door het CVZ niet collectief voor de functie behandeling' zijn toegelaten. Weliswaar vindt in sommige verzorgingshuizen de behandeling plaats binnen (verpleegunits in) verzorgingshuizen, maar de verantwoordelijkheid daarvoor ligt echter bij het verpleeghuis waarbij de verpleegunit is opgenomen in de toelating van het verpleeghuis. In dat geval kunnen deze bewoners in aanmerking komen voor een rolstoel in het kader van de Wmo. In die gevallen waarin gehandicapten een briefadres elders hebben, kunnen gemeenten de betreffende instellingen op grond van artikel 75 van de Wet GBA aanwijzen op bepaalde, door de gemeente vast te stellen tijdstippen een overzicht te verstrekken van personen welke naar redelijke verwachting voor onbepaalde tijd verblijven in de instelling, dan wel gedurende drie maanden ten minste tweederde van de tijd in de instelling zullen verblijven. 9

10 Het is noodzakelijk de zinsnede 'of zal hebben' op te nemen voor situaties waarin de aanvrager naar een andere gemeente wil verhuizen en in die gemeente een voorziening wil aanvragen voordat de aanvrager daar daadwerkelijk woont. Hospice. In Venray is een hospice gevestigd. Het is een Awbz - erkende instelling maar niet t.a.v. de functie verblijf. Bewoners komen uit de regio Noord-Limburg. Inschrijving in de GBA is niet mogelijk omdat het verblijf per definitie tijdelijk is en veelal korter dan drie maanden. Dit betekent dat het feitelijk verblijf in Venray is maar dat men veelal in een andere gemeente dan Venray is ingeschreven. Uitgaande van het feitelijk verblijf zou dit dus betekenen dat de gemeente Venray een compensatieplicht heeft voor degenen die verblijven in het hospice maar wier woonstede (in de zin van art. 1:10 het Burgerlijk Wetboek) zich buiten Venray bevindt. Vanwege de compensatieplicht die aangenomen kan worden op grond van het feitelijk verblijf zijn inmiddels afspraken gemaakt met gemeenten in de regio ter deling van de kosten. Verblijf in buitenland. Volgt uitschrijving GBA indien langer dan 6 maanden verblijf in buitenland? Op basis van het GBA mag iemand negen maanden per jaar in het buitenland verblijven zonder dat hij/zij als geëmigreerd wordt beschouwd. Als men langer dan negen maanden in het buitenland verblijft dan moet men melding maken van de verhuizing; na melding volgt uitschrijving GBA dan vanzelf. Wordt niet gemeld dan kan, indien op een andere manier bekend wordt dat verhuisd is, in het GBA worden aangetekend dat men verhuisd is onbekend waarheen. Stel men doet geen aangifte van de verhuizing naar het buitenland, men houdt hier een woning aan en men voldoet verder aan alle verplichtingen en niemand anders meldt een eventuele verhuizing of langer verblijf in het buitenland dan blijft men gewoon in de GBA ingeschreven. Een signaal van derden komt bijvoorbeeld indien niet meer wordt voldaan aan huur- of hypotheekverplichtingen. Op basis van een dergelijk signaal vindt dan een adresonderzoek plaats door een GBA-medewerker en eventuele uitschrijving. Bruikleenovereenkomst. Indien een voorziening in bruikleen wordt verstrekt, dan bepaalt de bruikleenovereenkomst o.a. dat beëindiging van de overeenkomst plaatsvindt bij verhuizing naar een andere gemeente. I002 - Individueel gericht Een Wmo-voorziening in de vorm van een individuele voorziening wordt aangeboden indien een algemene voorziening geen of onvoldoende compenserende oplossing biedt (artikel 1 onder i Verordening). Een dergelijke voorziening kan slechts worden toegekend voor zover deze in overwegende mate op het individu is gericht. Met "op het individu gericht zijn" wordt bedoeld: er moet een individuele toetsing van de specifieke situatie van aanvrager plaatsvinden; 10

11 een gemeenschappelijke aanvraag voor een voorziening is niet mogelijk. Er moet altijd één individuele aanvrager zijn die de voorziening aanvraagt. De voorziening moet voor deze aanvrager ook noodzakelijk zijn in het kader van de Wmo. De voorziening moet op de persoon gericht zijn. Een voorziening wordt alleen verstrekt voor zover het de aanvrager betreft. Het collectief vervoer zal veelal een individuele voorziening zijn. Voor het beantwoorden van de vraag of het collectief vervoer een individuele voorziening is, is van belang of (CRvB , nr. 08/1600 WMO, CRvB , nr. 08/7031 WMO, CRvB , nr. 08/7118 WMO en CRvB , nr. 08/7382 WMO): sprake is van een in beginsel voor een ieder toegankelijke voorziening op basis van een beperkte toelatingsbeoordeling aan de hand van een beperkt aantal geformuleerde maatstaven; bij de toelatingsbeoordeling acht wordt geslagen op de specifieke (persoons)kenmerken van de individuele aanvrager; de voorziening naar haar aard is afgestemd op de kenmerken van de belanghebbende. Zie verder hierover paragraaf 4.1 onderdeel 1 van het Handboek. I003 - Langdurig noodzakelijk Een voorziening kan slechts worden toegekend indien deze langdurig noodzakelijk is (artikel 2 lid 1 onder a Verordening). In het algemeen is dit langer dan 6 maanden. Bepalend is of de beperking van de belanghebbende onomkeerbaar is. De prognose is dan dat voor wat betreft de beperking geen verbetering te verwachten is, dan wel dat het gaat om een wisselend beeld met perioden van verbetering die gevolgd worden door perioden van ver slechtering. Iemand die slechts tijdelijke beperkingen heeft, waarbij vaststaat dat de beperkingen van voorbijgaande aard zijn, komt niet voor een voorziening in het kader van de Wmo-verordening in aanmerking. Een uitzondering op de regel dat de aangevraagde voorziening langdurig noodzakelijk moet zijn, wordt gevormd door situaties waarin voor een afzienbare periode hulp bij het huishouden nodig is, bijvoorbeeld bij ontslag uit het ziekenhuis na een opname of bij een ontregeld huishouden. I004 - Goedkoopst compenserend In de Wmo-verordening staat in artikel 2 lid 1 onder b vermeld dat een voorziening slechts kan worden toegekend indien deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als goedkoopst, compenserende voorziening kan worden aangemerkt. Dit is (deels) niet juist, zo blijkt uit CRvB , nr. 08/1600 WMO. De CRvB stelt dat de gemeente niet kan overwegen dat de belanghebbende slechts recht heeft op de goedkoopste compenserende voorziening. Daarbij overweegt de CRvB dat uit artikel 4 Wmo voortvloeit dat belanghebbende recht heeft op een voorziening die in haar individuele situatie kan worden aangemerkt als compensatie. Voor gevallen waarin meer dan één voorziening als compensatie voor de vastgestelde beperkingen kan worden aangemerkt, staat het de gemeenteraad vrij in de Wmo-verordening te bepalen dat slechts recht bestaat op de goedkoopst compenserende voorziening. Daarbij moeten de begrippen "goedkoopst" 11

12 en "compenserend" in onderlinge samenhang worden bezien. De volgorde waarin deze begrippen zijn geplaatst, betekent niet dat bij de afweging die wordt gemaakt, de hoogte van de kosten van de voorziening voorop staat en pas in tweede instantie wordt gekeken of de voorziening als compensatie kan worden aangemerkt. "Goedkoopst compenserend" betekent dat een voorziening altijd compenserend moet zijn. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat collectief vervoer niet als voorziening verstrekt moet worden gezien de kenmerken van de aanvrager, zijn beperkingen en vervoersbehoeften. Zie hiervoor dezelfde uitspraak van de CRvB (en de lezenswaardige noot). Bij dit alles is dan wel de vraag hoever de compensatieplicht reikt, of alle beperkingen gecompenseerd moeten worden of dat er ook grenzen aan de compensatieplicht zijn. Dit zal middels jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep duidelijk moeten worden. Pas als er meerdere compenserende voorzieningen zijn, kan de goedkoopste, compenserende voorziening worden gekozen. Eigenschappen die kostenverhogend werken zonder dat zij noodzakelijk zijn, zullen daarbij in principe niet voor vergoeding in aanmerking komen. Het is denkbaar dat een product dat duurder is dan een vergelijkbaar product, langer meegaat en dus uiteindelijk goedkoper is. Duurdere voorziening B en w verstrekken een duurdere voorziening indien de belanghebbende het prijsverschil tussen deze voorziening en de goedkoopst compenserende voorziening zelf betaalt en is voldaan aan de volgende voorwaarden: De belanghebbende dient de afwijkende opzet vooraf te melden, De belanghebbende dient een kostenverantwoording af te leggen, De duurdere voorziening dient kwalitatief minimaal van gelijk niveau te zijn als de geïndiceerde voorziening, Ook voor de duurdere voorziening moet in beginsel een indicatie bestaan. Met andere woorden: ook de duurdere voorziening moet voldoen aan het medisch ergonomisch plan van eisen en dus compenserend zijn, De meerkosten van de duurdere voorziening moeten apart gespecificeerd worden. Het feit dat er meerkosten gemaakt worden is niet van invloed op de hoogte van de financiële tegemoetkoming of de hoogte van het pgb. De belanghebbende moet altijd zelf, vooraf, een verzoek tot toekenning van de duurdere voorziening indienen. Daarbij moet hij schriftelijk verklaren het prijsverschil tussen de goedkoopst, compenserende en de duurdere voorziening zelf te willen betalen. Gebeurt dit niet dan kan in ieder geval op grond van artikel 2 lid 1 onder b Verordening de duurdere voorziening worden geweigerd (de goedkopere voorziening kan dan wel verstrekt worden). Indien de voorziening een bruikleenvoorziening betreft dan is verstrekking slechts mogelijk in de vorm van een persoonsgebonden budget voor de goedkoopst, compenserende voorziening. De rest betaalt de klant dan zelf. Er is dan dus geen sprake meer van een bruikleenvoorziening. 12

13 I005 - Algemeen gebruikelijk Geen voorziening wordt toegekend indien de voorziening voor een persoon als de aanvrager algemeen gebruikelijk is (artikel 2 lid 2 onderdeel a Verordening). Onder algemeen gebruikelijk wordt verstaan: naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als de aanvrager behorend. Dit is het geval indien de voorziening in de reguliere handel verkrijgbaar is, het niet speciaal voor gehandicapten bedoeld is, niet aanzienlijk duurder is dan vergelijkbare producten met hetzelfde doel, voor een niet-ondersteuningsbehoevende in een financieel vergelijkbare positie tot het normale aanschaffingspatroon worden gerekend. Als algemeen gebruikelijk wordt aangemerkt: thermostaatkranen; hendelkranen met temperatuurbegrenzer; een-hendelmengkranen; hangtoilet (toilet dat aan de muur bevestigd is in plaats van aan de grond); verhoogde toiletpot (6+ pot); toilet op 1e etage van woonruimte; airconditioning woonruimte; kooktoestellen algemeen; zonwering (binnen en buiten); centrale verwarming; waterbed; douche; wandbeugels; closetrolhouder; douchecabine; 13

14 douchecel; douchezitje, -stoel; douchewand; glijstang douche; douchekop op glijstang; keramische kookplaat; afzuigkap boven kooktoestel; wasdroger; mechanische luchtafzuiging (ogv Bouwbesluit); intercominstallatie, spartamet; fiets met lage instap; fiets met trapondersteuning (in de vorm van een hulpmotor) en lage instap; tandem met hulpmotor; tandem; de volgende autoaanpassingen: o o o o o o o o o uitneembare hoedenplank; derde of vijfde deur; elektrisch bedienbare portierruiten; verstelbare lendensteunen op de voorstoel; neerklapbare of inklapbare achterbank; rembekrachtiging; automatische transmissie, stuurbekrachtiging; de kosten van een APK-keuring; Deze opsomming is niet limitatief. 14

15 Specifiek met betrekking tot hulp bij het huishouden zijn de volgende voorzieningen in beginsel algemeen gebruikelijk: kinderopvang (creche, overblijfmogelijkheden op school); voor- en naschoolse opvang; oppascentrale; maaltijddienst; hondenuitlaatservice; boodschappendienst; sociale alarmering. Uit de eerste rechtbankuitspraken m.b.t. maaltijddiensten en boodschappendiensten blijkt dat dit algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn die aan het verstrekken van voorzieningen voor het doen van boodschappen en het bereiden van maaltijden in de weg staan, mits deze algemeen gebruikelijke voorzieningen voor de aanvrager daadwerkelijk beschikbaar zijn, door de aanvrager financieel gedragen kunnen worden en adequate compensatie bieden (Rechtbank Arnhem , nr. AWB 08/1025 en Rechtbank Alkmaar , nr. AWB 08/2050 Wmo). Deze drie criteria dienen dus altijd onderzocht te worden (een voorbeeld: verstrekt de maaltijdservice ook maaltijden specifiek bestemd voor personen als de aanvrager die een speciaal dieet volgen?). In dezelfde lijn ligt de situatie dat een voorziening die in individuele gevallen op zichzelf als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd, vanwege omstandigheden aan de kant van de aanvrager toch niet als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd. Er moet dan een uitzondering worden gemaakt. Daarbij gaat het om een plotseling optredende handicap, waardoor algemeen gebruikelijke voorzieningen eerder dan normaal moeten worden vervangen. I006 - Aanvraag voor verstrijken normale afschrijvingsduur Wanneer aan een belanghebbende bij wijze van Wmo-voorziening een bepaald middel wordt verstrekt dan geldt dat gedurende de afschrijvingstermijn van dit middel geen nieuwe verstrekking mogelijk is. Een aanvraag voor een voorziening binnen de afschrijvingstermijn van het middel moet worden afgewezen (artikel 2 lid 2 onder e Wmo-verordening). Alleen wanneer het middel verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aan de aanvrager zijn toe te rekenen, kan toch een nieuwe verstrekking plaatsvinden. Krachtens artikel 6 lid 1 Wmo verordening bedraagt de hoogte van het pgb ten hoogste de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst, adequate te verstrekken voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingskosten. Dit betekent dat men, met uitzondering van vervoersvoorzieningen en rolstoelen, zelf de kosten van de (particuliere aansprakelijkheids-) verzekering van de voorziening draagt (inboedel/opstalverzekering). De hoogte van een pgb voor een rolstoel of scootmobiel e.d. is inclusief een vergoeding voor 15

16 onderhoud. Voor wat de kosten van reparatie betreft geldt allereerst dat op grond van de garantie van de aangeschafte nieuwe voorziening deze kosten gedekt zijn. Mochten de kosten niet onder de garantie vallen dan kan een vergoeding voor reparatiekosten verstrekt worden. Toch komt het met enige regelmaat voor dat door onzorgvuldig gebruik, nalatigheid of zelfs misbruik regelmatig reparaties nodig zijn om bijvoorbeeld een scootmobiel rijdend te houden. Dit kan gebeuren uit onzorgvuldigheid, onder invloed van alcohol of drugs enz. Bij herhaling van dit soort problemen is het goed eerst met betrokkene te overleggen en duidelijk te maken dat dit in strijd is met de bruikleenovereenkomst. Heeft een dergelijk gesprek geen resultaat, dan kan overgegaan worden tot aangetekend waarschuwen dat bij herhaling de voorziening zal worden ingenomen. Herhaalt het probleem zich dan weer dan kan tot inname worden overgegaan en hoeft er geen herverstrekking plaats te vinden, in principe gedurende de verdere afschrijvingsperiode. De normale afschrijvingstermijn voor hulpmiddelen is de termijn zoals die door de leverancier, de firma Ligtvoet bv, gehanteerd wordt. Betreft het hulpmiddelen voor volwassenen dan geldt een afschrijvingstermijn van zeven jaar, bij hulpmiddelen voor kinderen geldt een termijn van vijf jaar. Voor de voorzieningen buiten het kernassortiment geldt een afschrijvingstermijn gelijk aan die van het kernassortiment minus 2 jaar. Voor woningaanpassingen gelden de volgende afschrijvingstermijnen: Keuken 15 jaar, Tegels 25 jaar, Sanitair 20 jaar, Natte cel 25 jaar, Cv ketel 20 jaar. (De hierboven vermelde afschrijvingstermijn worden ook gebruikt ter bepaling van de duur waarvoor een pgb wordt verstrekt, de zogenaamde budgetperiode). Voorziening vroegtijdig afgeschreven door intensief gebruik. We hanteren gemiddelde afschrijvingsperioden van hulpmiddelen. Voor de een kan deze periode te kort zijn, terwijl een ander nog jaren met zijn hulpmiddel vooruit kan. Indien een hulpmiddel technisch wordt afgekeurd en dit ligt aan vroegtijdige slijtage door intensief gebruik dan wordt er een nieuw hulpmiddel verstrekt, zonder verdere maatregelen naar de belanghebbende. Verstrekking kan dan slechts gebeuren met toepassing van de hardheidsclausule. In de toekenningsbeschikking wordt dan gewoon weer de gemiddelde afschrijvingsperiode genoemd. Indien een derde verantwoordelijk is voor het verloren gaan van het verstrekte middel, zal bekeken moeten worden of het mogelijk is deze derde daarvoor door de belanghebbende aansprakelijk te laten stellen, om zo de kosten te kunnen verhalen. Wanneer in een woning een of meer dure voorzieningen zijn aangebracht (bijvoorbeeld een traplift of een verstelbare keuken) dan zal de belanghebbende (of de eigenaar) in verband hiermee zijn 16

17 inboedel- (of opstal-) verzekering dienen te verhogen. Laat belanghebbende dit na en blijkt na een brand dat de inboedel c.q.woning onvoldoende is verzekerd, dan kan een nieuwe aanvraag om die reden worden afgewezen met toepassing van voornoemd artikel van de Wmo-verordening. Tevens is dan sprake van het onvoldoende nemen van de eigen verantwoordelijkheid (artikel 2 lid 2 sub g Verordening). I007 - Kosten voorziening voordat besluit is genomen Uitgangspunt is dat het college een voorziening weigert indien de aanvraag een financiële tegemoetkoming of een pgb betreft voor kosten die de belanghebbende voor de datum van het besluit naar aanleiding van die aanvraag heeft gemaakt (artikel 2 lid 2 onder d Verordening).De reden hiervoor is dat de gemeente achteraf geen mogelijkheden meer heeft om de voorziening volgens het vastgestelde beleid te verstrekken en ook geen invloed meer heeft op de te verstrekken soort voorziening. Bijvoorbeeld bij woningaanpassingen kan het college immers ook factoren mee laten wegen die buiten de woonruimte van de persoon met beperkingen gelegen zijn, zoals een beschikbaar aangepaste woning elders, waardoor een woonvoorziening van bouwkundige of woontechnische aard wellicht niet noodzakelijk is. Gelet op CRvB , nr. 02/1128 WVG en Rb Arnhem , nr. Awb 08/5874 is in artikel 2 lid 2 onder d van de Wmo-verordening tevens opgenomen dat, indien de noodzaak, adequaatheid (compenserendheid?) en passendheid van de voorziening en de gemaakte kosten achteraf wèl kunnen worden vastgesteld, er toch recht op de gevraagde voorziening kan bestaan. Indien bijvoorbeeld bij verhuizing de oorspronkelijke staat van de woning niet beoordeeld kan worden, dan is er geen sprake van volledig onderzoek. Vergoeding vindt plaats op basis van goedkoopst compenserende voorziening en de meerkosten zijn voor rekening van de aanvrager ( goedkoopst is inclusief korting Ligtvoet). Hetzelfde geldt indien vooraf schriftelijk toestemming is verleend door het college. In bepaalde gevallen kan het nodig zijn dat de aanvrager snel moet beslissen, bijvoorbeeld omdat anders de woning aan een andere woningzoekende wordt toegewezen. In deze of andere urgente gevallen is het verkrijgen van voorafgaande schriftelijke toestemming van het college voldoende. Aan dergelijke verzoeken dient dan ook prioriteit gegeven worden. I008 - Medewerking belanghebbende of anderen Indien sprake is van redelijkerwijs van de ondersteuningsbehoevende of mantelzorger zelf of van anderen in diens omgeving, zoals familieleden of huisgenoten, te vergen medewerking aan oplossing voor het zich voordoende probleem, dan wordt een aangevraagde voorziening voor de oplossing van het betreffende probleem afgewezen (art. 2 lid 2 onder f Wmo-verordening). Bij deze bepaling gaat het erom om, na samenspraak met de belanghebbende, een goede oplossing te vinden voor de beperkingen die iemand heeft om te kunnen participeren in de samenleving. Bij maatwerk wordt uitgegaan van de belanghebbende in zijn omgeving en maatwerk is gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid en de participatie. Eigen verantwoordelijkheid, uitgaan van de eigen mogelijkheden en de mogelijkheden in de directe leefomgeving (bijvoorbeeld gezinsleden, mantelzorgers etc.) spelen hierbij ook een rol. Maatwerk is belangrijk, maar kent wel zijn grens. 17

18 Voor de voorziening hulp bij het huishouden geldt in het bijzonder dat men niet in aanmerking komt voor deze voorziening indien tot de leefeenheid van de belanghebbende een of meer huisgenoten behoren die, conform de beleidsregels gebruikelijke zorg en de beleidsregels hulp bij het huishouden, wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten; er dus sprake is van gebruikelijke zorg (artikel 10 Verordening). De CRvB heeft onder de AWBZ geoordeeld dat deze beleidsregels niet in strijd zijn met enige geschreven of ongeschreven rechtsregel of enig algemeen rechtsbeginsel (zie o.a. CRvB , nr. 06/1707 AWBZ, CRvB , nr. 06/911 AWBZ en CRvB , nr. 06/2904 AWBZ). In de eerste rechtbankuitspraken onder de Wmo wordt dat oordeel van de CRvB gevolgd (zie Vzr. Rechtbank 's-gravenhage , nr. AWB 08/3676 Wmo, Rechtbank 's-hertogenbosch , nr. AWB 07/3521, Rechtbank Arnhem , nr. AWB 08/1131). In de memorie van toelichting van de Wmo staat dat de regering met de Wmo de mensen wil stimuleren, meer dan onder de WVG het geval is, zelf oplossingen te bedenken in de eigen sociale omgeving voor de problemen die zich voordoen. Het vertrekpunt voor een krachtiger sociale structuur is volgens de regering zelforganisatie, maatschappelijke binding en eigen verantwoordelijkheid (TK , , nr. 3, p. 6 en 8). De eigen verantwoordelijkheid om zelf oplossingen te bedenken voor de problemen die zich voordoen, speelt onder de Wmo aldus een belangrijke rol. Hoever de eigen verantwoordelijkheid reikt, is door het ontbreken van jurisprudentie nog onduidelijk. Het is vooralsnog aan het college om invulling te geven aan de te verwachten medewerking van belanghebbende zelf of anderen in de eigen sociale omgeving om zelf oplossingen te bedenken voor problemen die zich voordoen. I009 Inkomensgrenzen In deze richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde: Inkomensgrenzen Inkomensbegrip Vaststellen inkomen Vrijgelaten inkomsten Inkomensgrenzen Op grond van artikel 25 lid 2 Wmo-verordening geldt er een netto-inkomensgrens van 1,5 x het netto-norminkomen voor: 1. een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen of bruikleen-auto; 2. gebruik van een bruikleen-auto; 3. gebruik van een taxi of auto; 4. gebruik van een rolstoeltaxi. 18

19 Daarnaast wordt een inkomensgrens gehanteerd bij de voorziening hulp bij het huishouden. Deze inkomensgrens is echter bedoeld voor de bepaling van de hoogte van de verschuldigde eigen bijdrage. Het opvragen van inkomstengegevens is niet alleen belangrijk in verband met eventueel van toepassing zijnde inkomensgrenzen maar tevens met het oog op artikel 4 lid 2 Wmo. Op grond hiervan houdt het college bij het bepalen van de voorzieningen niet alleen rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager, waaronder verandering van woning in verband met wijziging van leefsituatie, maar tevens met de capaciteit van de aanvrager om uit oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien. Met andere woorden: het is mogelijk dat men een aanvraag afwijst op basis van het inkomen; men wordt dan geacht zelf de voorziening te kunnen betalen. Blijkens de Memorie van Antwoord (EK , , C, p.3) zou het hierbij voor de hand liggen dat gemeenten het begrip draagkracht op dezelfde wijze invullen als in de eigen bijdrageregeling (Besluit maatschappelijke ondersteuning). Ook wordt artikel 4 lid 2 Wmo wel zo geïnterpreteerd dat het de situatie beziet ten tijde van de aanvraag, dus dat de aanvraag afgewezen kan worden op grond van inkomsten en/of vermogen. Het verschil met de eigen bijdrageregeling zou dan zijn dat de draagkracht op grond van de eigen bijdrageregeling eerst bepaald wordt nadat de aanvraag is gehonoreerd en er sprake is van een eigen bijdrage of eigen aandeel. Daarnaast is belangrijk dat artikel 4 lid 2 imperatief voorschrijft dat rekening gehouden wordt met de capaciteit van de aanvrager om zelf in maatregelen te voorzien. Artikel 15 Wmo geeft slechts de bevoegdheid tot het opleggen van een eigen bijdrage. Ook hierbij geldt dat jurisprudentie uitsluitsel moet geven. Inkomensbegrip Er worden twee inkomensgrenzen gehanteerd: 1. Voor de bepaling van de hoogte van de verschuldigde eigen bijdrage bij de voorziening hulp bij het huishouden wordt een inkomensgrens gehanteerd. Het inkomen dat hierbij van belang is, is het zogenaamde verzamelinkomen in het peiljaar of, indien geen belastingaanslag is opgelegd, het belastbare loon in het peiljaar. Als peiljaar geldt het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin aan een persoon maatschappelijke ondersteuning is verleend (zie artikel 1 en 4.2 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning). De bepaling van het inkomen en van de hoogte van de eigen bijdrage geschiedt door het Centraal Administratie Kantoor te Den Haag. Vragen hierover door klanten dienen dan ook gericht te worden aan deze instantie. 2. De tweede inkomensgrens die gehanteerd wordt heeft betrekking op de vervoersvoorziening. Op grond van artikel 25 lid 2 van de Verordening wordt het bezit van een personenauto (en daarmee vergelijkbare voorzieningen) algemeen gebruikelijk geacht bij een inkomen hoger dan 1,5 maal het norminkomen*. De grens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruikskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 25 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, bedraagt netto: 19

20 Leefvorm Norminkomen*1 Inkomensgrens *2(1,5x norminkomen) Gehuwden beiden tot 65 jaar , ,48 Alleenstaande ouder tot 65 jaar , ,64 Alleenstaanden tot 65 jaar , ,60 Gehuwden, één partner 65 jaar of ouder, één partner tot 65 jaar , ,66 Gehuwden beide 65 jaar of ouder , ,66 Alleenstaande ouder 65 jaar of ouder , ,50 Alleenstaande 65 jaar of ouder , ,20 Gehuwden in inrichting 6.157, ,52 Alleenstaande in inrichting 3.863, ,46 Alleenstaande ouder in inrichting 3.863, ,46 *1 De gemeente kan zelf in het beleid bepalen wat onder norminkomen wordt verstaan. In deze tabel is uitgegaan van de volgende definitie: "de normen, genoemd in paragraaf 3.2 van de Wet werk en bijstand, omgerekend tot een bedrag per kalenderjaar exclusief vakantietoeslag, waarbij deze normen voor een belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar die een alleenstaande of een alleenstaande ouder is, en die niet in een inrichting verblijft, eerst zijn verhoogd met de toeslag, genoemd in artikel 25 lid 2 WWB maar dan exclusief vakantietoeslag, en de normen van een alleenstaande of een alleenstaande ouder, of gehuwde, die in een inrichting verblijft, eerst zijn verhoogd met de bedragen, genoemd in artikel 23 lid 2 WWB, nadat deze zijn omgerekend naar bedragen exclusief vakantietoeslag". *2 Betreft inkomensgrens en norminkomen geldend per 1 juli Vaststellen inkomen Het netto-inkomen van de belanghebbende bij vervoersvoorzieningen waarvoor een inkomensgrens geldt, wordt als volgt vastgesteld: Loontrekkenden of uitkeringsgerechtigden (inclusief ouderen met alleen een AOWuitkering): 20

21 nettoloon op loonstrookje of uitkeringsspecificatie, exclusief vakantietoeslag en vermeerderd met de fiscale heffingskortingen voor zover deze niet zijn vrijgelaten (zie hieronder, bij vrij te laten inkomsten). Zelfstandigen: inkomen volgens de belastingopgave van het laatst verstreken kalenderjaar minus verschuldigde inkomstenbelasting (forfaitair percentage conform artikel 6 lid 2 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, in 2010: 20% en in 2011: 19 %). Ouderen met een klein pensioen: netto-inkomsten, exclusief vakantietoeslag en vermeerderd met de fiscale heffingskortingen voor zover deze niet zijn vrijgelaten. Tevens geldt dat: 1. Bij de vaststelling van het netto-inkomen worden de inkomsten uit vermogen in aanmerking genomen. Voor de bepaling van de inkomsten uit vermogen wordt uitgegaan van een fictief rendement van 4%. De aldus berekende inkomsten uit het vermogen worden meegenomen bij de bepaling van het inkomen. Wanneer spreek je over vermogen (in dit verband)? Zie artikel 34 WWB voor het vrij te laten bescheiden vermogen. Per bedraagt dit voor alleenstaanden 5.555,-, voor een alleenstaande ouder en voor gehuwden: ,-. Met andere woorden: vermogen wordt in aanmerking genomen voor zover dat meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen. Deze WWBsystematiek wordt overgenomen. Het betreft dus de tegoeden op bankrekening(en) voor de bepaling van het fictief rendement. Indien door de belanghebbende of partner wordt deelgenomen aan een spaarloonregeling of levensloopregeling wordt bij de vaststelling van het netto-inkomen uitgegaan van het nettoloon dat zou zijn ontvangen indien hij niet aan de spaarloonregeling of levensloopregeling had deelgenomen. Ter bepaling hiervan dient de betreffende belanghebbende een aparte loonspecificatie van zijn werkgever te overleggen indien het college daarom verzoekt. Indien niet over een dergelijke specificatie beschikt kan worden wordt bij de vaststelling van het nettoinkomen bij deelname aan de spaarloonregeling 67% (belastingschijf 1 in %) van het spaarbedrag tot het inkomen gerekend. 2. De periode waarover het netto-inkomen wordt vastgesteld is het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag voor de Wmo-voorziening is gedaan. 3. Voor ongehuwde kinderen, jonger dan 18 jaar, geldt het netto (gezins)inkomen van de ( pleeg)ouder(s). 4. Er wordt, bij de inkomensberekening, geen rekening gehouden met gelegde beslagen. 21

22 5. Van de volgende netto-inkomensbestanddelen (indien aanwezig) worden bewijsstukken gevraagd: Inkomsten uit loondienst Inkomsten als zelfstandige Wajong/WAZ/WIA (AAW/WAO)-uitkering ANW-uitkering IOAZ/Bbz- uitkering WWB/WIJ/IOAW/IOW-uitkering Ziektewet-uitkering WW-uitkering TW- uitkering AOW-uitkering Pensioen Overige inkomsten uit vermogen Vakantiegeld, gratificatie e.d. Algemene heffingskorting (belastingteruggaaf) Vrijgelaten inkomsten Het college laat de inkomsten als bedoeld in artikel 31 lid 2 WWB ( voor zover toepasselijk) buiten beschouwing bij de vaststelling van het inkomen. Artikel 31 lid 2 WWB luidt (d.d ) als volgt: Niet tot de middelen van de belanghebbende worden gerekend: a. de middelen die deze ontvangt ten behoeve van het levensonderhoud van een niet in de bijstand begrepen persoon; b. kinderbijslag ontvangen ten behoeve van zijn in of buiten Nederland woonachtige kinderen; c. de jonggehandicaptenkorting alsmede, voor alleenstaande ouders van wie het jongste kind jonger dan vijf jaar is, de aanvullende alleenstaande ouderkorting, de inkomensafhankelijk combinatiekorting, bedoeld in hoofdstuk 8 van de Wet inkomstenbelasting 2001; d. tegemoetkomingen in de zin van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen; 22

23 e. eigenwoningbijdrage of een bijzondere bijdrage ontvangen op grond van de Wet bevordering eigenwoningbezit; f. vergoedingen en tegemoetkomingen, waaronder begrepen de tegemoetkoming ontvangen op grond van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven, voor, alsmede de vermindering of teruggave van, loonbelasting of inkomstenbelasting en van premies volksverzekeringen op grond van kosten die niet tot de algemeen noodzakelijke bestaanskosten behoren, tenzij voor deze kosten bijstand wordt verleend; g. vrije vergoedingen en vrije verstrekkingen als bedoeld in Hoofdstuk IIA van de Wet op de loonbelasting 1964, tenzij voor deze vergoedingen en verstrekkingen bijstand wordt verleend; h. inkomsten uit arbeid van de tot zijn last komende kinderen, alsmede door hen ontvangen uitkeringen inzake werkloosheid en arbeidsongeschiktheid, tenzij het de verlening van bijzondere bijstand betreft voor bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan van die kinderen; i. rente ontvangen over op grond van artikel 34, tweede lid, onderdelen b en c, niet in aanmerking genomen vermogen en spaargelden; j. een een- of tweemalige premie van ten hoogste 2.253,00 per kalenderjaar, voor zover dit naar het oordeel van het college bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling; k. een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag; l. bij ministeriële regeling aan te wijzen uitkeringen en vergoedingen voor materiële en immateriële schade; m. giften en andere dan de in onderdeel l bedoelde vergoedingen voor materiële en immateriële schade voor zover deze naar het oordeel van het college uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn; n. een uitkering tot levensonderhoud op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek die de belanghebbende jonger dan 21 jaar van zijn ouder of ouders ontvangt, voor zover deze uitkering op grond van artikel 12 reeds in aanmerking is genomen bij de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand; o. inkomsten uit arbeid tot 25 procent van deze inkomsten, met een maximum van 189,00 per maand, voor zover hij algemene bijstand ontvangt, waarbij voor een persoon jonger dan 65 jaar geldt dat die inkomsten gedurende ten hoogste zes aaneengesloten maanden niet tot de middelen worden gerekend en dat dit naar het oordeel van het college moet bijdragen aan zijn arbeidsinschakeling. p. een financiële tegemoetkoming waarop personen met een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet recht hebben en een financiële tegemoetkoming waarop personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet recht hebben; 23

24 q. de ten behoeve van een levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 bij een uitvoerder als bedoeld in artikel 19g, derde lid, van die wet opgebouwde voorziening; r. een uitkering als bedoeld in artikel 118a, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet of een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 9a van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten; s. een vergoeding als bedoeld in artikel 18 van de Wet inburgering voor zover deze niet een vergoeding is als bedoeld in onderdeel f; t. tegemoetkomingen op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten; u. een uitkering als bedoeld in artikel 19a van de Wet maatschappelijke ondersteuning. I010 - Overige voorwaarden en weigeringsgronden Het college kent geen voorziening toe: - Indien de voorziening voor een persoon als de aanvrager algemeen gebruikelijk is; - indien de aanvrager niet zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in Venray (artikel 2 lid 2 onderdeel b Wmo-verordening); - voor zover er aan de zijde van de aanvrager geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd (artikel 2 lid 2 onderdeel c Wmo-verordening); - indien de aanvraag het gevolg is van het niet dan wel onvoldoende nemen van de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren (artikel 2 lid 2 onderdeel g Wmo-verordening); - voor zover op grond van enige andere wettelijke regeling of privaatrechtelijke verbintenis aanspraak op de voorziening bestaat (artikel 2 lid 2 onderdeel h Wmo-verordening). De overige voorwaarden en weigeringsgronden komen aan de orde in de desbetreffende richtlijn met betrekking tot een bepaald soort voorziening. I011 - Hardheidsclausule De hardheidsclausule is opgenomen in artikel 37 van de Wmo-verordening en luidt als volgt: Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 24

Artikel 31. Toelichting. Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden:

Artikel 31. Toelichting. Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden: Artikel 31 Laatste bewerking op 24 januari Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden: u. hetgeen een mantelzorger op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart

Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd: I Artikel 31, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat

Nadere informatie

Artikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 Laatste bewerking op 14 juli 15 De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. In de onderdelen n en r, onder

Nadere informatie

B & W 1 mei 2007 Gemeenteblad

B & W 1 mei 2007 Gemeenteblad Jaar: 2007 Nummer: 41 Besluit: B & W 1 mei 2007 Gemeenteblad Beleidsregels Wet Maatschappelijke Ondersteuning Helmond 2007 Richtlijnen "Individuele voorzieningen" Hoofdstuk 1 - Aanvraag I001 - Schriftelijke

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011; Gem: 0612099 Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de

Nadere informatie

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten

Nadere informatie

Stuknummer: bl08.02187

Stuknummer: bl08.02187 gemeente Den Helder Stuknummer: bl08.02187 Raadsvergadering d.d.: Raadsbesluit Besluit nummer: Onderwerp: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Helder 2009 De raad van de

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel

Nadere informatie

EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010

EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010 Jaar: 2010 Nummer: 68 Besluit: Gemeenteraad 6 juli 2010 Gemeenteblad EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel

Nadere informatie

De Wmo-gerechtigde is de persoon die een indicatie heeft voor Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) en die 75 jaar of ouder is.

De Wmo-gerechtigde is de persoon die een indicatie heeft voor Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) en die 75 jaar of ouder is. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Helmond. Nr. 10266 26 februari 2014 BELEIDSREGELS WMO HELMOND 2013 Besluit: I. Vast te stellen de Beleidsregels WMO Helmond 2013 II. In te trekken de Beleidsregels

Nadere informatie

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 Raadsbesluit nr. 8 Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het besluit van burgemeester en wethouders van 29 juli

Nadere informatie

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Datum: augustus 2006 Status: definitief Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Versie : 2 Datum : 23 november 2010 Samengesteld door : Maatschappelijke aangelegenheden Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wijk bij Duurstede, november 2012 Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015 1 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015 - De colleges van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Onderwerp: besluit

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal CVDR Officiële uitgave van Roosendaal. Nr. CVDR10539_4 1 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening voorzieningen

Nadere informatie

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet maatschappelijke

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 CVDR Officiële uitgave van Katwijk. Nr. CVDR88040_1 15 november 2016 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen VERORDENING VOORZIENINGEN

Nadere informatie

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 4 Artikel

Nadere informatie

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2009 Nr. 49658 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, H-I- Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht. (Concept 16 oktober 2006) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Onderwerp: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Ons kenmerk: Burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven; gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

B&W 14 april 2009 Gemeenteblad

B&W 14 april 2009 Gemeenteblad Jaar: 2009 Nummer: 55 Besluit: B&W 14 april 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. I017 INKOMENSGRENZEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 5 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo),

Nadere informatie

B&W 14 juli 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGELS WET MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING ( WMO ) HELMOND 2009

B&W 14 juli 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGELS WET MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING ( WMO ) HELMOND 2009 Jaar: 2009 Nummer: 75 Besluit: B&W 14 juli 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGELS WET MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING ( WMO ) HELMOND 2009 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond; collegevoorstel

Nadere informatie

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR (concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 2 Inhoud pagina Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 5 Artikel 2 Beperkingen 6 Hoofdstuk Vorm van te

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010 Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 17 december 2009, nummer R2009.0084, in werking getreden met ingang van 1 januari

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2011 Nr. 73307 gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar , 30131, nr. 65), luidt artikel 4 Wmo als volgt:

Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar , 30131, nr. 65), luidt artikel 4 Wmo als volgt: Bijlage 1 Samenvatting De Wmo-compensatieplicht in de praktijk een onderzoek naar de jurisprudentie ter zake Met het amendement van Tweede Kamerlid Van Miltenburg (TK, vergaderjaar 2005-2006, 30131, nr.

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wijk bij Duurstede, januari 2013 Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of

Nadere informatie

RICHTLIJN NR. I 046 VERVOERSVOORZIENING AANPASSING VAN EEN AUTO

RICHTLIJN NR. I 046 VERVOERSVOORZIENING AANPASSING VAN EEN AUTO Jaar: 2009 Nummer: 35 Besluit: B&W 31 maart 2009 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. I 046 VERVOERSVOORZIENING AANPASSING VAN EEN AUTO Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 4, eerste lid,

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verordening: de Wmo-verordening gemeente Heusden

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 behorende bij de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Afdeling Samenleving 24 februari 2011 1 Inhoud 1. Wijzingen in de Verordening Maatschappelijke ondersteuning... 2 2. Wijzigingen

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 gemeente West Maas en Waal november 2006 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2007 (op basis van delegatie in de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Lid 1 Verstrekking

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Maasbree Officiële naam regeling Besluit nadere regels

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013 1 januari 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 3 Artikel 3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 2007; gelet op artikel 5, 6, 7, 15 en 19 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Deze brochure geeft informatie over de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In deze brochure krijgt u informatie over de volgende onderwerpen. Inhoud Wat is

Nadere informatie

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011 Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 24 april 2007; gelet op artikel

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR2865_1 15 mei 2018 Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 De raad van de gemeente Sittard-Geleen gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015 De raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van het college van 24 maart 2015, gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6,

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008 juli 2008 Burgermeester en wethouders van Barneveld; gelet op de bepalingen in de artikelen 3, 6, 7, 12, 19, 21 25, 32, 33 38 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld;

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juli 2006, nr. 20; b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Modelverordening maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk

Nadere informatie

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen... 3 Artikel 2.1 Afschrijvingsperioden... 3 Artikel 2.2 Toepassing primaat verhuizing...

Nadere informatie

Conform hetgeen is vastgelegd in artikel 2.6 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning Lansingerland

Conform hetgeen is vastgelegd in artikel 2.6 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning Lansingerland CVDR Officiële uitgave van Lansingerland. Nr. CVDR184195_1 30 oktober 2018 Verstrekkingenbeleid Lansingerland 2012 Artikel 1 Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. Eigen bijdrage of

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE IJSSELSTEIN 2017 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen...3 Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget...4 Artikel 2.2 Budgetperiode...4

Nadere informatie

Wet maatschappelijke ondersteuning

Wet maatschappelijke ondersteuning Afdeling Samenleving Bezoekadres: 1 e bezoek: Publiekscentrum Raadhuisplein 2 Krimpen aan den IJssel Openingstijden: Maandag; 08.30 12.30 uur Dinsdag; 08.30 12.30 uur Woensdag; 08-30 16.00 uur Donderdag;

Nadere informatie

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Samenvatting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Waarover

Nadere informatie

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN

Nadere informatie

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari 2014;

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Millingen aan de Rijn. Nr. 18997 7 april 2014 De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 12 december 2011, nummer R2011.0080, gepubliceerd 21 december 2011, in werking getreden met ingang

Nadere informatie

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oude IJsselstreek 2013 13ini00380 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 3 Artikel 1.1 Regels rond verstrekking

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 2 artikel 1. Begripsbepalingen 2 HOOFDSTUK 2. VORM MAATWERKVOORZIENING 2 artikel 2. Vorm 2 HOOFDSTUK 3. NATURAVERSTREKKING

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 09bwb00759 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op het overleg met de Cliëntenraad WMO van

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR. BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR. - 1 - HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1) college; het college van burgemeester en wethouders. HOOFDSTUK 2. HULP BIJ

Nadere informatie

Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009

Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009 Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK

Nadere informatie

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam; gelet op artikel 12 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording a. Een persoonsgebonden budget kan alleen worden toegekend indien een

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Montferland. Nr. 59769 3 juli 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland; Overwegende dat: Het wenselijk of voorgeschreven is

Nadere informatie

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Gemeente Veendam, 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning... 3 Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.... 3 Artikel 1.

Nadere informatie

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2007;

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2007; Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de Verordening

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Begripsbepalingen Primaat algemene en

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording. 1. Verstrekking van een

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) INLEIDING Het besluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Begripsbepalingen Algemeen gebruikelijk

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 4 Artikel 1 Begripsomschrijving 4 Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen over het

Nadere informatie

Handboek Wet maatschappelijke ondersteuning

Handboek Wet maatschappelijke ondersteuning Handboek Wet maatschappelijke ondersteuning Beleidsregels individuele voorzieningen, op te nemen in Handboek Wmo Schulinck aangepast per 1 september 2011 Handboek Wmo beleidsregels individuele voorzieningen

Nadere informatie

B&W 14 april 2009 Gemeenteblad BESLUIT NADERE REGELS VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2009

B&W 14 april 2009 Gemeenteblad BESLUIT NADERE REGELS VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2009 Jaar: 2009 Nummer: 43 Besluit: B&W 14 april 2009 Gemeenteblad BESLUIT NADERE REGELS VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2009 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond;

Nadere informatie

Verordening Individuele verstrekkingen In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Beek

Verordening Individuele verstrekkingen In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Beek In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Beek Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen... 6 Hoofdstuk 3 Hulp bij

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2012

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2012 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2012 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen (op alfabetische volgorde)... 2 HOOFDSTUK 2 COMPENSATIEPLICHT... 5 Artikel 2.1 Reikwijdte

Nadere informatie

RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007

RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007 RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Doetinchem

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Doetinchem gemeente Doetinchem HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen (op alfabetische volgorde)... 2 HOOFDSTUK 2 COMPENSATIEPLICHT... 5 Artikel 2.1 Reikwijdte compensatieplicht gemeente...

Nadere informatie

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007 Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007 BBeessl lluui iit tt mmaaaat ttsscchhaappppeel lli iij jjkkee oonnddeer rrsst tteeuunni iinngg ggeemmeeeennt ttee AAl llkkeemmaaddee

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum De raad van de gemeente Bedum, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2006. Gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2

Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 2 Artikel 2.1 Regels rond verstrekking en verantwoording... 2 Besluit Maatschappelijke Ondersteuning 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Advisering en samenhangende afstemming... 2 Artikel 1. Verplicht advies... 2 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting op het besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 2 INHOUDSOPGAVE Toelichting

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013 De raad van de gemeente Langedijk; - gelet op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning per 1 januari 2007; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Langedijk; besluit:

Nadere informatie

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009 Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009 Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad gemeente Appingedam op 17 december 2009 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 3 Artikel 1. Begripsbepaling

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag Huishoudelijke verzorging algemeen Huishoudelijke verzorging kan in natura of in de vorm van een persoonsgebonden

Nadere informatie

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Wijzigingen Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen

Wijzigingen Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen Wijzigingen Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Strijen Wijziging nr. 1: Hoofdstuk 1. Begripsbepaling In artikel 1 wordt aangegeven dat voor de omschrijving van de begrippen in

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 2 december 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Rolstoelvoorzieningen en vervoer...4 Artikel 1.1 Persoonsgebonden budget bij een rolstoel...4 Artikel

Nadere informatie