Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen. Databank Effectieve sociale interventies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen. Databank Effectieve sociale interventies"

Transcriptie

1 Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen Databank Effectieve sociale interventies

2 Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Luc Brants MOVISIE Luc Brants is projectleider van het programma Huiselijk en Seksueel Geweld van MOVISIE. 12 november 2010 Voor meer methodebeschrijvingen en eventuele vragen en/of reacties kunt u terecht bij: Het werkblad dat gebruikt is voor deze methodebeschrijving, is deels gebaseerd op het Werkblad beschrijving interventie van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en het RIVM. 2 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

3 Inhoudsopgave Inleiding: leeswijzer 04 Samenvatting Beschrijving methode Probleemomschrijving Doel van de methode Doelgroep van de methode Indicaties en contra-indicaties Aanpak Materiaal Benodigde competenties van de professional Overige randvoorwaarden Overeenkomsten en verschillen met andere interventies Contactgegevens ontwikkelaar Onderbouwing De ontwikkelgeschiedenis van de methode Onderbouwing van de probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Onderzoek praktijkervaringen Uitvoerende organisaties Praktijkervaringen van de professional Praktijkervaringen van de cliënt/burger Praktijkvoorbeeld Effectonderzoek Directe aanwijzingen voor effectiviteit Indirecte aanwijzingen voor effectiviteit Conclusies Samenvatting werkzame elementen Samenvatting effectonderzoek 23 6 Verantwoording Het zoeken en selecteren van literatuur Literatuur 24 Bijlage 1: Toelichting effectonderzoek 26 Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 3

4 Inleiding: leeswijzer Professionals in de sociale sector worden geconfronteerd met een wirwar aan informatie waar ze zich een weg in moeten vinden. Die informatie is vaak versnipperd en daardoor weinig toegankelijk. In de databank Effectieve sociale interventies brengen wij methoden waarmee in de sociale sector gewerkt worden bij elkaar. De methodebeschrijvingen geven daarbij een zo volledig mogelijk beeld van alle beschikbare informatie over een methode. Als gemeente, stafmedewerker of praktijkwerker kunt u hiermee vaststellen of de methode geschikt is voor de situatie waarin u of uw organisatie intervenieert. Als u besluit om met de methode aan de slag te gaan verwijzen we naar het handboek en eventueel andere door de ontwikkelaar beschikbaar gestelde materialen. De methodebeschrijving is opgebouwd langs vier lijnen. Onderdeel één van dit document beschrijft de methode zelf, zoals de doelen, de doelgroep en de aanpak. Onderdeel twee laat de onderbouwing van de methode zien: de visies, theorieën en wetenschappelijke onderzoeken die de ontwikkelaar heeft gebruikt bij het ontwikkelen van de methode. Onderdeel drie geeft zicht op de praktijkervaringen van de professional en de cliënt/burger met de methode. Onderdeel vier geeft inzicht in wat er wetenschappelijk bekend is over de effectiviteit van de methode. De methodebeschrijving is in nauwe samenwerking met de ontwikkelaar van de methode tot stand gekomen. Zo levert de ontwikkelaar informatie aan en geeft deze feedback op het concept en toestemming voor publicatie. De methode wordt uitgebreid in kaart gebracht. Dit kan de ontwikkelaar op zijn beurt een impuls geven voor verdere ontwikkeling van de methode. Een methode staat dus niet stil, de methodebeschrijvingen zullen dan ook regelmatig worden herzien. De methodebeschrijving is gebaseerd op een systematische zoektocht naar informatie. Bij die zoektocht werken de onderzoeker die de methodebeschrijving maakt en een informatieanalist van de afdeling kennisstromen van MOVISIE intensief samen. Bij het zoeken van informatie over methoden zijn doorgaans de volgende zoekstrategieën toegepast: het inwinnen van informatie bij de ontwikkelaar, uitvoerende instanties en/of eventuele onderzoekers van de methode, het doorzoeken van Nederlandse en/of internationale databanken, het checken van referenties van reeds gevonden informatiemateriaal en een internet deskresearch. De zoektocht is daarbij gericht op een breed spectrum aan informatiebronnen, variërend van (ongepubliceerde) verslagen van (interne) procesevaluaties of paneldiscussies tot wetenschappelijk (effect)onderzoek. De verantwoording van de toegepaste zoekstrategieën is in beknopte zin terug te vinden in onderdeel 6.1. De zoekgeschiedenis is in uitgebreidere vorm vastgelegd in een hiertoe ontwikkelde flowchart, die is opgenomen in het archief van MOVISIE. Het relevante gevonden materiaal is terug te vinden in het literatuuroverzicht in onderdeel 6.2. Bij het effectonderzoek (onderdeel 4) wordt onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte aanwijzingen voor effectiviteit. Een toelichting op dit onderscheid vindt u in bijlage 1. Om de tekst in de methodebeschrijving zelf laagdrempelig te houden, worden de belangrijkste onderzoekskenmerken en resultaten zoveel mogelijk in woorden beschreven. De achterliggende cijfers vindt u in bijlage 3 en verder. 4 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

5 Wij wensen u veel inspiratie bij het lezen van deze methodebeschrijving. Wij hopen dat u zich hiermee een goed beeld kunt vormen van wat deze methode uw gemeente, uw organisatie of uzelf als sociale professional te bieden heeft en hoe u de kwaliteit van uw aanbod aan de doelgroep kunt vergroten. Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 5

6 Samenvatting 1. Beschrijving methode Doel Het doel van de methode is om mannen met seksueel geweldervaringen in de gelegenheid te stellen deze met andere mannen te delen als helende factor in hun herstelproces. Doelgroep De doelgroep bestaat uit mannen die seksueel geweld hebben ervaren en in verband hiermee al een individueel hulpverleningstraject hebben afgerond. Aanpak De methode is een groepsinterventie en bestaat uit een cursus van achttien bijeenkomsten. De aanpak beslaat vijf fasen waarin aspecten aan de orde komen die van belang zijn voor de verwerking van het seksueel geweld. Kennismaking: afspraken en doelen formuleren, scheppen van een veilige structuur. Onderzoek: wat is er gebeurd, wat zijn de gevolgen, herkenning en erkenning. Contact maken, voelen en rouwen: onder andere zelfbeeld, zelfvertrouwen en seksuele identiteit. Integratie: betekenis geven aan het seksueel misbruik. Afsluiting: afscheid nemen van het slachtofferschap en van elkaar. Aan de interventie gaat een intakegesprek vooraf, na afloop vindt een nazorgbijeenkomst plaats. Bij een eventueel vervolgtraject kan ook de partner betrokken worden. Materiaal Voor de uitvoering van de methode is een handboek beschikbaar: Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen, geschreven door Jeen van Beek en Bert Wolf, in 2003 uitgegeven door het landelijk bureau van Fiom in s- Hertogenbosch. Aan dit handboek is een cd-rom toegevoegd met een digitale versie van het handboek. Ontwikkelaar Stichting Ambulante Fiom Jeen van Beek en Bert Wolf * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

7 2. Onderbouwing De methode is inductief ontwikkeld, op basis van jarenlange praktijkervaring van de ontwikkelaars in het begeleiden van groepen voor manen met seksueel geweldervaringen. Daarnaast is gebruik gemaakt van theoretische inzichten met betrekking tot trauma, herstel en veiligheid (Herman, 1994), het seksespecifiek werken (Van Genugten, 1995), het belang van een zorgvuldige intake (Van der Linden, 2002), de genezende aspecten van groepswerk (Yalom, 1984) en de fasen die binnen groepswerk van belang zijn (Van Riet, 1993). 3. Onderzoek praktijkervaringen De methode is bij drie plaatselijke organisaties van Stichting Ambulante Fiom uitgevoerd. In twee gevallen was dat in samenwerking met een ggz-instelling: Zwolle en Maastricht. De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar de praktijkervaringen van de professional of de cliënt met de methode. Dergelijk onderzoek is evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch (zie 6.1). 4. Effectonderzoek De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar de effectiviteit van de methode. Dergelijk onderzoek is evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch (zie 6.1). 5. Samenvatting werkzame elementen De methode betreft een groepsinterventie waarbij het delen van ervaringen met andere mannen een helende factor is. De heling komt door de ontdekking dat ze niet de enige zijn, de hoop door het zien van verbeteringen bij groepsgenoten, het delen van informatie, het helpen van anderen binnen de groep, het ontwikkelen van sociale vaardigheden, het nabootsen en leren van elkaar en de groepscohesie. Veiligheid als voorwaarde voor herstel staat centraal. Veel tijd en aandacht voor de intake en het bespreken van de seksespecifieke aspecten van het groepswerk. Herkenning en erkenning: aan de hand van een schadeformulier worden het seksueel geweld en de gevolgen ervan geordend, in kaart gebracht en gedeeld. Een emancipatoire visie op slachtofferschap: er wordt gewerkt aan het besef dat de pleger geen invloed meer heeft en dat de man het seksueel geweld niet meer zo een grote invloed op zijn leven hoeft te laten hebben. Overlevingsstrategieën worden omgezet in vaardigheden om grenzen te stellen. Emancipatie: aandacht voor zelfbeeld, zelfvertrouwen, (seksuele) identiteit, het leggen van contacten en relatievorming. Nazorg op individueel niveau, eventueel samen met de partner. Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 7

8 1. Beschrijving methode De beschrijving van de methode is gebaseerd op het handboek: Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen, geschreven door Jeen van Beek en Bert Wolf, in 2003 uitgegeven door het landelijk bureau van Fiom in s- Hertogenbosch. 1.1 Probleemomschrijving In Nederland heeft ten minste één op de twintig mannen als jongen seksueel geweld ervaren, zo n vijf procent van alle Nederlandse mannen (ongeveer personen). Sommige mannen één keer, anderen vaker. Van seksueel geweld tegen kinderen is sprake, als zij op een leeftijd dat zij er nog niet aan toe waren en/of tegen hun wil gedwongen zijn geweest om seksuele handelingen te verrichten, deze te ondergaan en/of getuige te zijn van seksuele handelingen. Seksueel geweld (tegen jongens) komt voor onder alle lagen van de bevolking en bij alle inkomensgroepen. Door ervaringen met seksueel geweld kan iemand in meer of mindere mate getraumatiseerd raken. Volgens Dijkstra (2000) hebben de traumatische gebeurtenissen een aantal gevolgen. Ze vernietigen de normale patronen van zorg en zorgzaamheid die mensen vertrouwen, veiligheid en zingeving bieden. Ze brengen kortdurende en langdurige emoties te weeg van hulpeloosheid en angst. Ze veroorzaken diepgaande en soms blijvende veranderingen in de manier waarop iemand geestelijk en lichamelijk op externe prikkels reageert; meestal raakt het verdedigingssysteem ontregeld. Ze kunnen leiden tot een posttraumatische stressstoornis (hyperactivering, dwangmatige herbeleving en vervlakking). Ze kunnen leiden tot hechtingsproblematiek met belangrijke anderen, men kan deze gaan ontvluchten. Ze kunnen leiden tot isolement en verstoring van de ontwikkeling. Ze schenden de autonomie van de persoon, diens recht op lichamelijke en geestelijke onaantastbaarheid. Kinderen blijken kwetsbaarder te zijn voor een trauma en de gevolgen daarvan. Dat komt doordat een trauma hun ontwikkeling doorkruist, verstoort en schaadt. Herstel van een trauma is mogelijk, vooral als dat in het kader wordt geplaatst van het verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leven. Concreet betekent dit dat na herstel het leven van de betreffende man aanzienlijk minder zal worden bepaald door zijn ervaringen met seksueel geweld. Wij nemen bij het beschrijven van de omvang van het probleem de informatie uit het werkboek van de methode als uitgangspunt. Voor meer actuele of gedetailleerde informatie verwijzen wij 8 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

9 naar de factsheet Seksueel geweld van MOVISIE ( of Doel van de methode Het doel van de methode is om mannen met seksueel geweldervaringen in de gelegenheid te stellen deze ervaringen, zoals de naam van de methode aangeeft, met andere mannen te delen als helende factor in hun herstelproces. Het onder ogen zien van gebeurtenissen, dit delen met en herkennen bij anderen, kan bijdragen aan een vorm van emancipatie: het vermogen om een als minderwaardig beoordeelde situatie op eigen kracht te veranderen in een meer waardige. Concreet betekent dat in dit geval dat na herstel het leven van de man aanzienlijk minder zal worden bepaald door zijn ervaringen met seksueel geweld. De volgende resultaten worden daarbij nagestreefd. De man voelt zich meer tevreden met zijn eigen lichaam, beschouwt het niet langer meer als een belemmering, last of bron van allerlei kwalen, maar als een instrument om plezier en lust aan te beleven en contacten met anderen gestalte te geven. De man voelt zich meer bekwaam in het contact leggen met anderen. Overlevingsstrategieën heeft hij omgezet in vaardigheden om grenzen te stellen en zijn eigen kwetsbaarheid te beschermen. De man is in staat zich open te stellen voor complimenten en feedback van anderen, voor hun bevestiging dat hij een unieke persoon is met specifieke persoonlijke kenmerken die hij heeft ontdekt, ontplooid en verder wil ontwikkelen. Omgekeerd is hij ook in staat dit met anderen te doen. 1.3 Doelgroep van de methode De doelgroep van de methode bestaat uit mannen die seksueel mishandeld zijn, al aan de verwerking hiervan zijn begonnen en over de mishandeling kunnen en willen praten. De deelnemers hebben in principe een individueel hulpverleningstraject doorlopen bij een relevante instelling. Hierin is aandacht geweest voor de feitelijke gebeurtenissen en de beleving ervan. Werving voor de groep vindt plaats via het plaatsen van een persbericht, het geven van interviews aan kranten, radio en televisie, via een mailing naar collega-instellingen waarvan de verwachting is dat zij mannen met seksueel geweldservaringen in hun cliëntenbestand hebben. Belangrijke verwijzers zijn: Transact (nu: MOVISIE), Korrelatie, huisartsen en ggz-instellingen. Selectie gebeurt door middel van een individueel gesprek. Voordat de groep start vindt nog een intakegesprek plaats. Dit gebeurt aan de hand van een intakeformulier, op basis waarvan Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 9

10 indicaties en contra-indicaties voor deelname worden vastgesteld (zie 2.4). In de methode wordt rekening gehouden met seksuele diversiteit binnen de doelgroep. In het intakegesprek wordt gevraagd hoe de man het vindt om met mensen met een andere seksuele geaardheid dan de zijne te maken te krijgen. Bij het toepassen van de methode komt seksuele geaardheid expliciet aan de orde, omdat seksueel misbruik invloed kan hebben op de seksuele identiteit van mannen. Er wordt niet expliciet rekening gehouden met etnische diversiteit. Tot nog toe hebben weinig mannen van niet-nederlandse afkomst aan de groepen deelgenomen. Er wordt van uitgegaan dat elke man in Nederland seksueel geweldservaringen kan hebben. 1.4 Indicaties en contra-indicaties Mannen worden toegelaten als zij in een voorafgaand individueel hulpverleningstraject geïndiceerd zijn. Daarnaast gelden de volgende indicaties: De man moet erkennen ervaringen met seksueel geweld te hebben. Hij moet in staat zijn om over deze ervaringen te praten in een groep. Hij moet in staat zijn om zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid. Indien deze veiligheid in gevaar komt, moet hij dit bespreekbaar kunnen maken. Leeftijd vanaf ongeveer 25 jaar. Het seksueel geweld moet gestopt zijn. De man moet verantwoordelijkheid kunnen dragen voor zijn eigen gedrag. De man moet in zijn sociaal netwerk terecht kunnen om over zijn ervaringen te praten (dit kan ook bij een andere hulpverlener zijn). De man staat open voor inzichtbiedende begeleiding. Daarnaast moet een deelnemer over voldoende sociale vaardigheden beschikken: Hij moet in staat zijn om naar anderen te luisteren en anderen de ruimte te geven om hun verhaal te vertellen. Hij moet in staat zijn op zichzelf en anderen te reflecteren. Hij moet in staat zijn om feedback te geven en te ontvangen. Contra-indicaties voor deelname Als alcohol- en/of drugsgebruik het primaire probleem is, kan iemand niet deelnemen zonder dat er een parallel hulpverleningstraject loopt in verband met die verslaving. De man moet nuchter op de bijeenkomsten aanwezig kunnen zijn. Overleg en samenwerking tussen Fiom en de hulpverleningsinstantie voor de verslavingsproblematiek is voorwaarde. Voor ernstige acute psychiatrische problematiek die de begeleiding belemmert, geldt hetzelfde. Ook als iemand zelf pleger is geweest, kan hij niet deelnemen. 10 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

11 Of een man aan deze criteria voldoet, wordt vastgesteld aan de hand van een intakeformulier dat gebruikt wordt in het intakegesprek. 1.5 Aanpak Een groep gaat van start bij voldoende deelname (acht tot twaalf personen). De bijeenkomsten worden wekelijks gegeven en duren ongeveer tweeënhalf uur. Naast de bijeenkomsten krijgen de deelnemers ook huiswerk. Er is geen dwingende volgorde in de bijeenkomsten, op basis van de wensen en de mogelijkheden van de groep kan worden afgeweken van de in het handboek aangegeven volgorde. De doorlooptijd is ongeveer twintig weken en na drie maanden is er een terugkomdag. Een gefaseerde aanpak De aanpak beslaat vijf fasen, afgeleid van de groepsprocesfasen van Van Riet (1993, zie 2.2): 1. kennismaking 2. onderzoek 3. contact maken, voelen en rouwen 4. integratie 5. afsluiting. Deze vijf fasen zijn gevat in achttien bijeenkomsten (zie hieronder) en een terugkomdag in het kader van nazorg. De bijeenkomsten komen in een apart hoofdstuk in de methode aan de orde, in de vorm van ongenummerde werkbladen. Hierin staat het programma en worden de verschillende werkvormen uitgewerkt, eventueel met de daarbij benodigde formulieren en dergelijke. In de eerste bijeenkomst ondertekenen de deelnemers een contract aangaande de deelname, worden hen (praktische) huisregels voorgelegd en algemene regels voor houding en gedrag tijdens de bijeenkomsten. Fase 1: Kennismaking Kennismaking en veiligheid staan centraal. In deze fase worden de onderlinge verhoudingen en relaties duidelijk, verwachtingen worden naar elkaar uitgesproken, afspraken gemaakt en doelen geformuleerd. Begonnen wordt met het scheppen van een veilige structuur in de groep; dit verschilt van het uiteindelijke doel om veiligheid voor iedere deelnemer als persoon te scheppen. In het creëren van een veilige structuur hebben de begeleiders een belangrijke taak. Fase 1 bestaat uit de volgende bijeenkomsten: Introductie en afspraken In deze bijeenkomst maken de deelnemers en groepsleiders kennis met elkaar, wordt uitleg gegeven over de werkwijze en worden de contracten voor de deelname aan de bijeenkomsten getekend. Verder krijgen de deelnemers een schrift waarin zij wekelijks een verslag van de bijeenkomsten moeten maken. Ook stellen deelnemers tijdens deze bijeenkomst individuele Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 11

12 doelen op van de bijeenkomsten. Ze krijgen ook de huisregels en regels voor houding en gedrag tijdens de bijeenkomsten mee. Veiligheid Hierin wordt uitleg gegeven over veiligheid en geven deelnemers aan wat er voor hen op individueel niveau nodig is om zich veilig te voelen. Een formulier is als bijlage aan het handboek toegevoegd. Nadere kennismaking Deelnemers maken door middel van een oefening nader kennis met elkaar en voeren daarover een groepsgesprek. Fase 2: Onderzoek Het seksueel geweld staat centraal. Wat is er gebeurd? Herkenning en erkenning volgen. Het seksueel geweld en de gevolgen daarvan worden geordend en in kaart gebracht aan de hand van een schadeformulier. De mannen delen hun ervaring stap voor stap met elkaar. Deze fase bestaat uit de volgende bijeenkomsten: Het schadeformulier Invullen van een schadeformulier met feitelijke gegevens over het seksueel misbruik. Verhalen delen Bespreken van het geweld in tweetallen, later in een groepsgesprek. De gevolgen bespreken Bespreken van de seksueel geweldervaringen in de groep. Fase 3: Contact maken, voelen en rouwen In deze fase gaat het over contact maken met wat er is gebeurd en welke gevolgen het seksueel geweld heeft gehad voor je leven, onder andere met betrekking tot zelfbeeld, zelfvertrouwen en identiteit, seksualiteit en seksuele identiteit. Deze fase is het grootst in omvang. Deze fase bestaat uit de volgende bijeenkomsten: Gezin van herkomst Aan de hand van stellingen bespreken van de invloed van het gezin van herkomst op het seksueel geweld en het omgaan daarmee. Zelfbeeld, zelfvertrouwen en identiteit Naar aanleiding van een huiswerkopdracht bespreken van dit onderwerp, eerst in tweetallen, later in de gehele groep. Zelfbeschermingstrategieën ( overleving en zelfbescherming ) Psycho-educatie over zelfbescherming en verder over dit onderwerp doorpraten. 12 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

13 Grenzen en grenzenloosheid Oefeningen met het stellen en respecteren van grenzen. Schuld Aandacht voor schuld en voor het ontschuldigen van zichzelf. Schaamte Aandacht voor schaamte en voor de rol van het seksueel geweld daarbij. Seksualiteit Beantwoorden van vragen over seksualiteit. Daarnaast op individueel niveau oefeningen met betrekking tot seksualiteit. Seksuele identiteit en mannelijkheid Aandacht voor de relatie tussen seksuele identiteit en mannelijkheid. Contact en relaties Aandacht voor de invloed van het seksueel geweld op het leggen van contacten en relatievorming. Bij deze onderwerpen wordt in het handboek achtergrondinformatie gegeven. Fase 4: Integratie In deze fase wordt het seksueel geweld in een groter geheel geplaatst door de volgende vraag centraal te stellen: waarom is het gebeurd en welke betekenis kan ik het aan mijn leven laten geven? Deze fase bestaat uit de volgende bijeenkomsten: Pleger en slachtoffer macht en onmacht ( machtsverhoudingen ) Aandacht voor de machtsverhoudingen tussen pleger en slachtoffer van het seksueel geweld. Open bijeenkomst Tot slot is er in het werkboek aan het eind van fase 4 een open bijeenkomst gepland. Hierin kunnen deelnemers werken aan individuele doelstellingen die zij aan het begin van het traject hebben vastgelegd. Fase 5: Afsluiting Dit is de fase waarin de deelnemers afscheid van het slachtofferschap nemen, bijvoorbeeld door middel van een ritueel. Ze nemen nu ook afscheid van elkaar en van de begeleiders. Er wordt stilgestaan bij wat er tot dan toe in de begeleiding gedaan is, waar de deelnemers staan, of zij nog iets nodig hebben en zo ja, waar zij dat kunnen vinden. Deze fase bestaat uit de volgende bijeenkomsten: Slachtoffer geweest - integratie seksueel geweld - de toekomst ( herstel ) Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 13

14 In deze bijeenkomst vertellen de deelnemers wat ze in het traject hebben geleerd. Ieder heeft een verklaring opgesteld die hij voorleest in de groep. Daarin geeft de man een statement af over waar hij gekomen is met de geboden hulpverlening. Tevens verklaart hij afstand te doen van het slachtofferschap. Afscheid In de laatste bijeenkomst wordt teruggekeken naar de bijeenkomsten en vooruitgekeken naar de toekomst. Nazorg Ongeveer drie maanden na de laatste bijeenkomst is er een terugkomdag. Deze is bedoeld om te controleren in hoeverre de mannen datgene wat aan bod is geweest in de groep blijvend hebben weten te integreren in hun dagelijks leven. Verder wordt geïnventariseerd welke invloed het seksueel geweld op dat moment nog op hun leven en sociale relaties heeft en welke betekenis zij daaraan geven. Daarnaast vindt incidenteel ook nazorg op individueel niveau plaats. Dit aanbod kan bestaan uit één tot vijf gesprekken, waarbij eventueel ook de partner betrokken kan worden. Het is belangrijk om oog te hebben voor mogelijke gevolgen in de relaties (met partners en/of kinderen) van deelnemers. Een emancipatoire visie op slachtofferschap De methode werkt vanuit de visie dat slachtofferschap iets tijdelijks is, dat niemand voor altijd slachtoffer is. Seksueel geweld verwerken betekent: besluiten om verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen leven. Een leven dat na herstel aanmerkelijk minder zal worden bepaald door de ervaring(en) met seksueel geweld. Een leven waar de cliënt zelf richting aan gaat geven. Terwijl het in de eerste fase van verwerking juist goed voor de man is te beseffen dat hij slachtoffer is geweest, komt het daarna aan op het besef dat de pleger geen invloed meer heeft en dat de man het seksueel geweld niet meer van zo grote invloed op zijn leven hoeft te laten zijn. 1.6 Materiaal Er is een handboek beschikbaar: Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen, geschreven door Jeen van Beek en Bert Wolf. Het wordt uitgegeven door Stichting Ambulante Fiom in s-hertogenbosch. Bij dit handboek hoort een cd-rom met een digitale versie van het handboek. Het is te bestellen bij het landelijk bureau Fiom (zie 1.10 voor contactgegevens). Het handboek is zowel gericht op de werkers/begeleiders die de methode uitvoeren als op de deelnemers aan de bijeenkomsten. Het handboek omvat een inhoudelijk deel met informatie over de visie op seksueel geweld en uitgebreide achtergrondinformatie/kennis over het onderwerp. De overige hoofdstukken gaan over de methode zelf: de doelgroep, de doelstellingen, de benodigde bekwaamheden, de te volgen procedure, de nazorg, de benodigde voorwaarden en een beschrijving van de verschillende onderdelen van het programma met 14 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

15 bijbehorende werkvormen. 1.7 Benodigde competenties van de professional In de methode wordt geen specifieke beroepsopleiding benoemd. Er wordt in de methode een onderscheid gemaakt tussen de benodigde vaardigheden om een groep te begeleiden en de attitude om dat te kunnen doen. Benodigde vaardigheden van de begeleiders van een groep Aanbieden van identificatiemogelijkheden (een norm durven stellen). De groepswerkers zijn in staat om voorbeeldgedrag te vertonen voor de deelnemers en durven normen te stellen. Daarbij is een respecterende, uitnodigende houding aan te bevelen. Spiegelen. De groepswerker is in staat om goed te spiegelen: weergeven wat hij ziet of voelt bij een groepslid. Daarvoor moet een groepswerker gedrag of uitspraken kunnen (her)interpreteren en goed zijn in het geven van feedback. Aanbieden van rust en de gelegenheid om zaken los te laten. De groepswerker kan op de groepsleden overbrengen dat zij niet altijd grip op hun leven hoeven te hebben en dat loslaten van het uitoefenen van kracht en invloed ook positieve kanten heeft. Confronteren. De groepswerker kan groepsdeelnemers confronteren met de feitelijke gebeurtenissen en hoe zij daarmee zijn omgegaan en/of confrontaties van groepsdeelnemers onderling stimuleren en begeleiden. Benodigde attitude van de begeleiders van een groep Seksespecifieke attitude. De werker heeft een open houding en staat open voor indrukken ten aanzien van de identiteit, seksuele identiteit, seksuele geaardheid, gender en de context van de persoon. De werker is in staat om stil te staan bij en vragen te stellen over geslachtsidentiteit en daarmee samenhangende factoren. Geduld. De werker neemt ruim de tijd voor de intake door te vragen naar met gender samenhangende factoren (houding ten opzichte van mannelijke groepswerkers, houding ten opzichte van homoseksualiteit, et cetera). Voorwaarden scheppen voor de corrigerende emotionele ervaring (aanmoediging en coaching). De werker moedigt groepsleden aan om elkaar te vertellen over personen in hun leven die zij hebben ervaren als helpend, goed, enzovoort. Door deze afwezigen naar de groep toe te halen, kan de werker de gelegenheid en sfeer scheppen waarin corrigerende emotionele ervaringen beleefd kunnen worden. Grenzen stellen. De werker heeft aandacht voor veiligheid en geborgenheid en durft daarbij ook groepsleden tegen zichzelf in bescherming te nemen. Genezende factoren. De werker heeft inzicht in de herstellende factoren van de groepstherapie (op basis van de Q-list van Yalom (1984) zie 2.2). Begeleiding en intervisie Startende groepsbegeleiders dienen zich door een ervaren werkbegeleider te laten begeleiden. Daarnaast wordt ook voor ervaren groepsbegeleiders intervisie aangeraden, onder andere Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 15

16 om secundaire traumatisering te voorkomen. Ook supervisie wordt aangeraden, met de volgende aandachtspunten. De persoonlijke levensgeschiedenis en mogelijke eigen ervaringen met (seksueel) geweld. Gender, ingesleten rolpatronen en vooroordelen over de eigen en andere sekse. Aspecten van samenwerken met collega s met een andere visie en stijl. Opvattingen over (visie op) homo- en heteroseksualiteit. Mogelijke uitingsvormen van tegenoverdracht in de persoonlijke en groepsinteractie. Hanteren van overdracht tussen groepsleden en tussen groepslid en werker. Het gezin en de grootfamilie van herkomst. Relatievorming. Het leren onder ogen zien en bespreekbaar maken van welhaast ondenkbare aangelegenheden. 1.8 Overige randvoorwaarden Indicatiestelling Er dient een indicatie gesteld zijn door een hulpverlenende instantie die zich bezighoudt met seksueel geweld. Kwaliteitsbewaking In de methode zit een formulier voor de evaluatie van de bijeenkomsten. Ook is er ten behoeve van de kwaliteitsbewaking van de uitvoering van de methode aandacht voor begeleiding, intervisie en supervisie (zie 1.7). Kosten van de interventie De kosten bedragen naar schatting voor een traject van twintig bijeenkomsten met twee trainers. Bij een groepsgrootte van acht tot twaalf deelnemers betekent dat een kostprijs per persoon (exclusief catering en huisvestingskosten) van tot (prijspeil 2010). 1.9 Overeenkomsten en verschillen met andere interventies Er zijn geen andere beschreven groepsmethoden voor mannen met seksueel geweldervaringen in het Nederlandse taalgebied bekend. Er zijn wel ggz-instellingen en individuele therapeuten die groepstherapieën aanbieden, maar de methoden die zij gebruiken zijn niet openbaar beschikbaar. Nadere studie moet uitwijzen of er soortgelijke methoden zijn en/of in welke mate deze methode(n) vergelijkbaar is (zijn). 16 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

17 1.10 Contactgegevens ontwikkelaar Stichting Ambulante Fiom Kruisstraat DT s-hertogenbosch landelijk.bureau@fiom.nl Contact: Afdeling PR & Communicatie pr@fiom.nl Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 17

18 2. Onderbouwing 2.1 De ontwikkelgeschiedenis van de methode De methode is vanuit de praktijk, inductief, ontwikkeld. Pioniers in de hulpverlening aan manen met seksueel geweldervaringen waren enkele ervaringsdeskundige mannen vanuit de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling binnen het gezin (VSK) en Stichting Ambulante Fiom. VSK is in 1991 van start gegaan met de eerste groep voor mannen met seksueel geweldervaringen en Stichting Ambulante Fiom in De afgelopen jaren zijn door vijftien mannen en één vrouw groepen mannen begeleid die in- en aangrijpende ervaringen hadden met seksueel geweld. In eerste instantie is er gewerkt vanuit de principes van vrouwenhulpverlening, omdat dat bekend was. Gaandeweg hebben de begeleiders een eigen weg ingeslagen en zijn ze ook principes van de mannenhulpverlening gaan toepassen. Deze zijn vertaald in een eigen aanpak en werkwijze. Daarbij is gebruik gemaakt van theoretische inzichten met betrekking tot trauma, herstel en veiligheid (Herman, 1994), het seksespecifiek werken (Van Genugten, 1995), het belang van een zorgvuldige intake (Van der Linden, 2002), de genezende aspecten van groepswerk (Yalom, 1984) en de fasen die binnen groepswerk van belang zijn (Van Riet, 1993) (zie 2.2.). Er is geen sprake geweest van een vooronderzoek en ook niet van een duidelijk omschreven pilotfase. Stichting Ambulante Fiom heeft plannen voor doorontwikkeling en theoretische onderbouwing van de methode, mits zij hiervoor de benodigde financiële middelen kan werven. 2.2 Onderbouwing van de probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Er worden diverse theoretische uitgangspunten voor de methode gehanteerd. Groepstherapie Met betrekking tot groepstherapeutische aspecten baseren de ontwikkelaars zich op Yalom (1984), die een negental genezende factoren van groepspsychotherapie heeft geformuleerd en op basis daarvan een O-list heeft ontwikkeld, waarin de genezende aspecten worden uitgewerkt. Deze lijst is als bijlage aan het handboek toegevoegd en dient vooral om deelnemers te wijzen op de voordelen van groepstherapie en de positieve effecten die het deelnemen aan een groep op hen kan hebben. Daarnaast is het van invloed op de houding, aanpak en uitvoering van de methode. Yalom noemt de volgende genezende factoren: 1. Het wekken van hoop: hoop op genezing, geloof in de behandelingsmethode is een belangrijk aspect van een therapie. Daarbij is het zien van verbetering bij groepsgenoten erg belangrijk. 18 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

19 2. Universaliteit: veel deelnemers aan groepstherapie denken bij aanvang dat zij de enigen zijn die hebben meegemaakt wat ze hebben meegemaakt. In groepstherapie komen zij erachter dat vele anderen vergelijkbare dingen hebben meegemaakt. 3. Het geven van informatie: in een groepsproces krijgen de deelnemers veel informatie, zowel impliciet als expliciet, bijvoorbeeld in de vorm van psycho-educatie. Dit helpt hen hun eigen gedrag beter te begrijpen. 4. Altruïsme: deelnemers aan groepstherapie kunnen door een ander te helpen ook zichzelf helpen. Een ander kunnen helpen is goed voor het gevoel van eigenwaarde en is daardoor een genezend aspect van groepstherapie. 5. Verbetering door herbeleving van de oorspronkelijke gezinssituatie: de meeste deelnemers aan groepstherapie hebben onbevredigende ervaringen in hun gezin van herkomst. De processen in een therapiegroep lijken in zekere zin op de processen die zich binnen in een gezin afspelen. Die overeenkomst maakt het mogelijk om vroegere gezinsconflicten op te halen en te herbeleven in een veilige omgeving. 6. Het ontwikkelen van sociale vaardigheden: door de sociale interacties die zich binnen een groep altijd voordoen, leren deelnemers sociaal vaardig(er) te worden. Een goede begeleiding door de therapeut is daarbij belangrijk. 7. Nabootsend gedrag: het meemaken van de therapie van een ander met een soortgelijk probleem kan gunstig zijn voor deelnemers aan groepstherapie. 8. Leren van elkaar: dit is een erg complexe genezende factor van groepstherapie en bestaat uit onder andere de volgende aspecten: deelnemers kunnen in groepstherapie leren hoe anderen hen zien. Verder kunnen ze begrip krijgen van en inzicht in wat hun gedrag met anderen doet. Vervolgens leren deelnemers waarom ze doen wat ze doen met en aan andere mensen. En ten slotte leren deelnemers begrijpen hoe het komt dat ze zijn zoals ze zijn. 9. Groepscohesie: ook deze genezende factor is erg complex en is een aspect dat samenhangt met meerdere andere aspecten. Belangrijk hierbij is dat deelnemers het gevoel krijgen dat zij door de andere groepsdeelnemers geaccepteerd worden. En dat de reden waarom ze in therapie zijn de anderen dus kennelijk niet afschrikt om hen te accepteren. Daarbij benadrukt Yalom het belang van de veiligheid in de groep: de groep [is] geen gedwongen biecht ( ) en [mag] daarin ook niet ( ) ontaarden. Yalom heeft aspecten van deze genezende factoren door patiënten en therapeuten van groepspsychotherapie laten sorteren op belangrijkheid en is zo tot deze lijst gekomen (zie Yalom 1984: 62-63). In de loop der jaren heeft Yalom (de eerste druk van The theory and practice of group psychotherapy verscheen in 1970, de vijfde en meest recente druk dateert van 2005) de door hem onderscheiden genezende factoren en hun ordening nader onderbouwd op basis van zeer uiteenlopend onderzoek naar de effecten van groepspsychotherapie. Op basis van Van Riets publicatie over groepswerk in het maatschappelijk werk (1993) worden de volgende vijf eenvoudige fasen in het groepsproces onderscheiden: 1. Het voorstadium van de groepssituatie, de ontwikkelingsfase. 2. De vormende fase. 3. De fase van integratie, desintegratie en herintegratie. 4. De fase van het voortbestaan. Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 19

20 5. De afsluiting. De ontwikkelaars van de methode hebben de opbouw van de groep en de fasering van de groepsbijeenkomsten gebaseerd op deze indeling. Seksespecifieke benadering De ontwikkelaars gaan voor de benadering van de groep uit van de seksespecifieke benadering van Van Genugten (1995) die is gebaseerd op de volgende uitgangspunten. De hulp is niet voorbehouden aan de eigen sekse. De hulp heeft oog voor de sociaal-culturele context van de doelgroep. De hulp voorkomt dat mannen afhankelijk worden van de groepswerkers. Er is aandacht voor de emancipatie van de doelgroep. De positieve en sterke kanten van de groepsleden worden benoemd en ontwikkeld. Intake Voor het seksespecifieke van het werken met mannen zijn de ontwikkelaars wat betreft de attitude bij de intake uitgegaan van Van der Linden (2002). Voor de intake van mannen moet volgens Van der Linden meer tijd genomen worden dan bij vrouwen het geval is. Inhoudelijk moet bij de intake van mannen worden doorgevraagd naar gender-gerelateerde factoren als: Wat vind je van mannelijke groepswerkers? Hoe vind je het om met homoseksualiteit of met homoseksuelen geconfronteerd te worden in de groep? Geef je de voorkeur aan een man of een vrouw of een combinatie van beide? Trauma, herstel en veiligheid De aanpak in de groepscursus is in belangrijke mate gebaseerd op de visie van Herman (1994) op trauma (zie ook 1.1), herstel en veiligheid. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat het proces van herstel niet lineair verloopt. Belangrijke uitgangspunten zijn de volgende: Erkenning: jij mag bestaan en wat je vertelt over jouw ervaringen wordt gehoord. Steun en aanmoediging: je wordt het liefst opgevangen door mensen die je na staan. Lukt dat niet, dan heb je recht op professionele ondersteuning en aanmoediging. Veiligheid en vertrouwen: je moet je verhaal kunnen doen zonder nogmaals (extra) gekwetst te worden. Mensen in je omgeving moeten zo zorgvuldig mogelijk die omstandigheden creëren waarin jij je veilig voelt. Achtergrondinformatie De ontwikkelaars gebruiken een rijk palet aan bronnen van achtergrondinformatie en kennis over de thema s die in de bijeenkomsten aan bod komen. 20 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

21 3. Onderzoek praktijkervaringen 3.1 Uitvoerende organisaties Deze methode is tot nog toe uitgevoerd door Fiom Nijmegen, Fiom Zwolle in samenwerking met GGZ over de IJssel (tot en met ) en Fiom Maastricht, in samenwerking met Riagg Maastricht. De methode wordt nu door Riagg Maastricht in samenwerking met CLAS (Contextuele behandeling en Leergroepen voor Alle betrokken bij Seksueel misbruik) aangeboden. 3.2 Praktijkervaringen van de professional De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar de praktijkervaringen van de professional met de methode. Dergelijk onderzoek is evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch (zie 6.1). 3.3 Praktijkervaringen van de cliënt/burger De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar de praktijkervaringen van de cliënt met de methode. Dergelijk onderzoek is evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch (zie 6.1). 3.4 Praktijkvoorbeeld In gevonden publicaties over de methode staan geen casestudies beschreven die illustreren hoe de methode in een specifiek geval is toegepast in de praktijk. Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 21

22 4. Effectonderzoek 4.1 Directe aanwijzingen voor de effectiviteit De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar de effectiviteit van de methode. Dergelijk onderzoek is evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch (zie 6.1). 4.2 Indirecte aanwijzingen voor de effectiviteit De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar soortgelijke methoden, noch in Nederland, noch in het buitenland. Dergelijke onderzoeken zijn evenmin gevonden bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearches (zie 6.1). 22 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

23 5. Conclusies 5.1 Samenvatting werkzame elementen De methode betreft een groepsinterventie waarbij het delen van ervaringen met andere mannen een helende factor is. De heling komt door de ontdekking dat ze niet de enige zijn, de hoop door het zien van verbeteringen bij groepsgenoten, het delen van informatie, het helpen van anderen binnen de groep, het ontwikkelen van sociale vaardigheden, het nabootsen en leren van elkaar en de groepscohesie (1, 2). Veiligheid als voorwaarde voor herstel staat centraal (1, 2). Veel tijd en aandacht voor de intake en het bespreken van de seksespecifieke aspecten van het groepswerk (1, 2). Herkenning en erkenning: aan de hand van een schadeformulier worden het seksueel geweld en de gevolgen ervan geordend, in kaart gebracht en gedeeld (1, 2). Een emancipatoire visie op slachtofferschap: er wordt gewerkt aan het besef dat de pleger geen invloed meer heeft en dat de man het seksueel geweld niet meer zo een grote invloed op zijn leven hoeft te laten hebben (1). Overlevingsstrategieën worden omgezet in vaardigheden om grenzen te stellen (1). Emancipatie: aandacht voor zelfbeeld, zelfvertrouwen, (seksuele) identiteit, het leggen van contacten en relatievorming (1, 2). Nazorg op individueel niveau, eventueel samen met de partner (1). Verklaring classificatie veronderstelde werkzame elementen: 1 = Veronderstelling ontwikkelaar 2 = Wetenschappelijke of theoretische onderbouwing 3 = Praktijkervaringen 4 = Wetenschappelijk effectonderzoek. Zie voor een toelichting de desbetreffende onderdelen van het werkblad. 5.2 Samenvatting effectonderzoek Er zijn geen wetenschappelijke onderzoeken gevonden die directe of indirecte aanwijzingen leveren voor de effectiviteit van de methode. Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 23

24 6. Verantwoording 6.1 Zoeken en selecteren van literatuur Zoekvraag Wat is bekend over de effectiviteit van en de praktijkervaring met de methode groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen? Zoektermen Mannen (of jongens) en (seksueel misbruik of verkrachting of incest) en groepstherapie Mannen (of jongens) en groepstherapie (algemeen). Zoekstrategieën Publicaties zijn opgevraagd bij de ontwikkelaar. Er is gezocht in de volgende databanken: WorldCat PiCarta NARCIS HBO Kennisbank Google scholar Internetresearch De referenties van het reeds gevonden materiaal zijn gecheckt. Selecteren van literatuur De literatuur is geselecteerd op basis van de zoekvraag. Literatuur moest direct betrekking hebben op de methode groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen. Daarbij is gekeken of in het handboek naar deze literatuur is verwezen. Dat was bij geen van de in de literatuursearch gevonden publicaties het geval. 6.2 Literatuur Beek, J. van & Wolf, B. (2003). Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweld ervaringen. 's-hertogenbosch: Stichting Ambulante Fiom. Dijkstra, S. (2000). Met vallen en opstaan. Hoe vrouwen en mannen betekenis geven aan geweldservaringen uit hun kindertijd. Delft: Eburon. Genugten, W. van (1995). Seksespecifiek hulpverlenen. Baarn: Nelissen. Herman, J.L. (1994). Trauma en herstel. De gevolgen van geweld - van mishandeling thuis tot politiek geweld. Amsterdam: Wereldbibliotheek. 24 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

25 Linden, P. van der (2002). Het erkende lichaam. Over lichaamsgerichte therapie voor jongens en mannen die seksueel misbruikt zijn. Utrecht: TransAct. Riet, N. van (1993). Groepswerk in het maatschappelijk werk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Yalom, I. (1984). Groepspsychotherapie in theorie en praktijk. Deventer: Van Loghum Slaterus. Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 25

26 Bijlage 1 Toelichting effectonderzoek Voor het vaststellen van de effectiviteit van methoden (onderdeel 4 van het werkblad) moet het onderzoek hiernaar systematisch in kaart worden gebracht (bijlagen 2 en 3). Directe en indirecte aanwijzingen voor effectiviteit Er zijn twee typen aanwijzingen voor de effectiviteit van een methode: Directe aanwijzingen. Resultaten uit onderzoek die betrekking hebben op precies die methode die in het onderhavige document is beschreven. Indirecte aanwijzingen. Resultaten uit onderzoek naar andere methoden met hetzelfde doel en dezelfde doelgroep en aanpak. Deze worden hier verder aangeduid als soortgelijke methoden. Het gaat hier om: Resultaten uit onderzoek naar buitenlandse versies van de methode (zoals Motivational interviewing, de Amerikaanse variant van de Nederlandse Motiverende gespreksvoering). Resultaten uit onderzoek naar de effectiviteit van Nederlandse methoden die tot hetzelfde type of dezelfde familie behoren (zoals de Nederlandse activeringsmethoden die gebaseerd zijn op Supported employment). Soms zijn er onvoldoende directe aanwijzingen of kunnen relevante indirecte aanwijzingen de directe aanwijzigen ondersteunen. Bij de selectie van soortgelijke methoden is maatgevend in hoeverre de methode in de kern overeenkomt met de beschreven methode. Wanneer dit niet duidelijk is of wanneer de methode te zeer verschilt, is er geen sprake van een soortgelijke methode en dus ook niet van indirect bewijs voor effect. Wanneer een methode veelvuldig is onderzocht, is het aantal primaire onderzoeken soms te groot om binnen het kader van Effectieve sociale interventies te analyseren. Veelal zijn de primaire onderzoeken dan al geanalyseerd in reviews en metastudies. In dat geval gebruiken we de informatie uit deze overzichtsstudies. We volstaan dan met een globale analyse van de effectiviteit zoals gebleken uit de overzichtsstudies. Dit vullen we eventueel aan met een meer uitgebreide analyse van de (recente) primaire studies die (nog) niet in de overzichtsstudies zijn opgenomen. Kenmerken effectonderzoek Bij onderdeel 4 van het werkblad gaan we ervan uit dat er sprake is van een effectonderzoek wanneer er ten minste een nameting heeft plaats gevonden dat een cijfermatige indicatie geeft van het effect van een methode. Onderzoek naar de door professionals, burgers en/of cliënten ervaren effectiviteit van een methode nemen we mee in onderdeel 3 van het werkblad. Het methodologische gewicht van het effectonderzoek en de resultaten daarvan wordt onder meer bepaald door de aanwezigheid van een voor- en nameting, een controlegroep, de willekeurige samenstelling daarvan, de modelgetrouwheid van de methode en de uitvoering van een followupmeting. Het methodologische gewicht varieert van licht effectonderzoek (monitoring- of veranderingsonderzoek) tot zwaar effectonderzoek (Randomized Controlled Trial, RCT) en diverse vormen daar tussenin. Hoe zwaarder het effectonderzoek, hoe harder de uitspraken over de effectiviteit zijn. Dit wil niet zeggen dat er altijd gekozen moet worden voor zo zwaar mogelijk 26 * * * Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen

27 effectonderzoek. Welk type effectonderzoek het meest passend is, hangt af van de kenmerken en het ontwikkelingsstadium van de methode en de beschikbare financiële middelen. Bijlage 3 geeft een stapsgewijze uiteenzetting van de kenmerken per onderzoek en geeft een typering van de onderzoeksopzet. Het gaat daarbij om het objectief beschrijven van de kenmerken (onderdelen B t/m D). Externe deskundigen beoordelen in een later stadium de kwaliteit van het onderzoek (onderdelen E en F). Gemeten effecten In een tabel (bijlage 3, onderdeel G) worden de onderzoeksresultaten cijfermatig gepresenteerd. De onderzoeksresultaten kunnen aanwijzingen geven voor positieve, geen of negatieve effecten. Uitkomstmaten Effectonderzoeken beantwoorden een beperkt aantal vragen. De gestelde vragen worden aangeduid als uitkomstmaten. Alleen op deze uitkomstmaten wordt een effect gemeten. Er kan alleen iets over effect gezegd worden voor zover het betrekking heeft op één van de onderzochte uitkomstmaten. In bijlage 3 wordt het effect dan ook per uitkomstmaat aangegeven. Effectgrootte De mate waarin een resultaat als positief is aan te merken, is mede afhankelijk van de effectgrootte. Tot voor kort werd het effect van een methode vooral uitgedrukt in een statistisch significant verschil tussen voor- en nameting, of tussen voor- en nameting en follow-up, of tussen de nameting van de experimentele en controlegroep. Een probleem bij deze aanpak is dat grote verschilscores in kleine groepen vaak niet significant zijn. Bij grote groepen kunnen heel kleine verschillen weliswaar als zeer significant uit de bus komen, maar praktisch gezien van weinig waarde zijn. De laatste jaren wordt er vaak voor gekozen om naast de statistische significantie ook de zogeheten effectgrootte d ( effectsize, ook wel aangeduid met ES) te rapporteren. Dit is een index die aangeeft hoe groot het waargenomen verschil is tussen voor- en nameting of tussen experimentele (interventie-) en controlegroep. Er bestaan verschillende formules voor het berekenen van d. De bekendste is 1 : d = gemiddelde score nameting interventiegroep - gemiddelde score nameting controlegroep gepoolde standaarddeviatie van beide groepen De formule voor het berekenen van de gepoolde standaarddeviatie luidt daarbij als volgt: ( ((ni 1)sd i2 + (nc 1)sd c2 ) / (ni + nc 2) ) Hierbij staat de i voor interventiegroep of experimentgroep en de c voor controlegroep, sd i en sd c zijn de standaarddeviaties van respectievelijk de interventie- en controlegroep en ni en nc de steekproefgrootte van de interventie en controlegroep. 1 Zie Rossi, P.H., M.W. Lipsey & H.E. Freeman (2004). Evaluation. A systematic approach (7th ed.). Thousand Oaks: Sage. Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen * * * 27

Methodebeschrijving Op reis langs de voorzieningen. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Op reis langs de voorzieningen. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Op reis langs de voorzieningen Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Wilco Kruijswijk MOVISIE w.kruijswijk@movisie.nl Wilco Kruijswijk is

Nadere informatie

Methodebeschrijving Senioren voor uw gemeente. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Senioren voor uw gemeente. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Senioren voor uw gemeente Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Jan Willem Maat MOVISIE (030) 789 22 32 j.vandemaat@movisie.nl Jan Willem

Nadere informatie

Methodebeschrijving Als muren kunnen. Databank Effectieve interventies huiselijk geweld

Methodebeschrijving Als muren kunnen. Databank Effectieve interventies huiselijk geweld Methodebeschrijving Als muren kunnen praten Databank Effectieve interventies huiselijk geweld Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Petra Snelders MOVISIE p.snelders@movisie.nl Petra Snelders is senior

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Organisatie Contactpersoon Adres Postcode Plaats E-mail

Nadere informatie

Stabilisatiecursus Scelta Nijmegen

Stabilisatiecursus Scelta Nijmegen Stabilisatiecursus Scelta Nijmegen Informatie voor cliënten Inleiding Als iemand zich onveilig heeft gevoeld tijdens de jeugd of later in een intieme relatie, kan dat in zijn of haar verdere leven klachten

Nadere informatie

Hulpverlening en coaching

Hulpverlening en coaching Hulpverlening en coaching Geurts & Van der Loo is een bureau voor training, coaching en advies met een uitgebreide expertise op het terrein van hulpverlening aan en begeleiding van. Ons aanbod voor eigen

Nadere informatie

Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21 e eeuw. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21 e eeuw. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21 e eeuw Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Mara Verduin MOVISIE Mara Verduin

Nadere informatie

GGZ aanpak huiselijk geweld

GGZ aanpak huiselijk geweld GGZ aanpak huiselijk geweld Wat is er nodig en wat helpt Jeannette van Borren Mei 2011 Film moeder en zoon van Putten Voorkomen van problemen is beter en goedkoper dan genezen Preventieve GGZ interventies

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Voor meer informatie en contact www.nji.nl/jeugdinterventies centrumgezondleven@rivm.nl www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies

Nadere informatie

Tabel 2: Overzicht programma in middelen, doelen en leerstijlen in fase 2

Tabel 2: Overzicht programma in middelen, doelen en leerstijlen in fase 2 Bijlage Romeo Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Romeo, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies December

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR OUDERS HAPPY EN HEALTHY

INFORMATIE VOOR OUDERS HAPPY EN HEALTHY INFORMATIE VOOR OUDERS HAPPY EN HEALTHY Inleiding Steeds meer kinderen hebben al op jongere leeftijd te maken met overgewicht. Dit gaat niet altijd automatisch over wanneer zij in de puberteit komen en

Nadere informatie

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

llochtone meiden en vrouwen in-zicht 2010 PROJECTEN Nieuwsbrief INHOUD Allochtone meiden & vrouwen in-zicht (Vervolg project) Kinderen aan zet (Onderzoek naar de gevolgen voor kinderen van het hebben van een moeder die seksueel misbruikt

Nadere informatie

Methodebeschrijving Leren Balanceren. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Leren Balanceren. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Leren Balanceren Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Wilco Kruijswijk MOVISIE w.kruijswijk@movisie.nl Wilco Kruijswijk is projectmedewerker

Nadere informatie

Methodebeschrijving MOOI methodiek. Databank Effectieve Sociale Interventies

Methodebeschrijving MOOI methodiek. Databank Effectieve Sociale Interventies Methodebeschrijving MOOI methodiek Databank Effectieve Sociale Interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Christine Kuiper MOVISIE c.kuiper@movisie.nl 030 789 21 03 Christine Kuiper is organisatieadviseur

Nadere informatie

Psychiatrie. Therapieprogramma. www.catharinaziekenhuis.nl

Psychiatrie. Therapieprogramma. www.catharinaziekenhuis.nl Psychiatrie Therapieprogramma www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Het therapieprogramma... 3 Waarom groepstherapie?... 3 De groepsindeling... 4 De observatiegroep... 4 De behandelgroep... 4 Werkwijze therapeuten...

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

Voorwoord 7 Leeswijzer 9

Voorwoord 7 Leeswijzer 9 Inhoudsopgave Voorwoord 7 Leeswijzer 9 Deel I Traumatische ervaringen 1 Wat kinderen kunnen meemaken 15 2 De reacties van kinderen op trauma 21 3 De impact op het gezin en de school 33 Deel II Kinderen

Nadere informatie

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld Samenvatting Dit onderzoek heeft tot doel algemene informatie te verschaffen over slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland. In het onderzoek wordt ingegaan op de vraag met welke typen van huiselijk

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Hé kijk mij nou! Handleiding voor psycho-educatie aan LVG-kinderen die getuige zijn (geweest) van geweld in relaties en hun LVG-moeder

Hé kijk mij nou! Handleiding voor psycho-educatie aan LVG-kinderen die getuige zijn (geweest) van geweld in relaties en hun LVG-moeder Hé kijk mij nou! Handleiding voor psycho-educatie aan LVG-kinderen die getuige zijn (geweest) van geweld in relaties en hun LVG-moeder Werkt u met moeilijk lerende of licht verstandelijk gehandicapte (LVG)

Nadere informatie

Verbetertraject Zeggenschap / Kwaliteit van Bestaan sector Lichamelijke Gehandicaptenzorg

Verbetertraject Zeggenschap / Kwaliteit van Bestaan sector Lichamelijke Gehandicaptenzorg Verbetertraject Zeggenschap / Kwaliteit van Bestaan sector Lichamelijke Gehandicaptenzorg Cursus Mondigheid Dit praktijkvoorbeeld uit het verbetertraject Zeggenschap in de LG sector is door InteraktContour

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

Methodebeschrijving Vriendschap, verkering, vrijen en kinderwens. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Vriendschap, verkering, vrijen en kinderwens. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Vriendschap, verkering, vrijen en kinderwens Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Nicole Doornink MOVISIE n.doornink@movisie.nl Nicole

Nadere informatie

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties Arosa biedt veiligheid en bescherming bij geweld in relaties. Vrouwen, mannen en hun kinderen kunnen bij Arosa terecht voor opvang en begeleiding. Arosa

Nadere informatie

GGzE centrum psychotrauma

GGzE centrum psychotrauma GGzE centrum psychotrauma GGzE centrum psychotrauma Mensen helpen met complexe traumaproblematiek en het (her)vinden van hun weg in de samenleving. Algemene informatie >> COMPLEXE TRAUMA S KUNNEN GROTE

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord Ilonka Boomsma 13

Inhoud. Voorwoord Ilonka Boomsma 13 Inhoud Voorwoord Ilonka Boomsma 13 Inleiding Hanneke Rijken 15 1 De geschiedenis van vrouwengroepen 15 2 Van vrouwengroepen naar seksespecifieke hulpverlening 17 3 Andere ontwikkelingen op het terrein

Nadere informatie

Post-hbo opleiding seksuologie

Post-hbo opleiding seksuologie Post-hbo opleiding seksuologie mensenkennis Plezierige overdracht, de docent spreekt uit ervaring en brengt veiligheid en openheid in de groep door haar respectvolle wijze van benaderen. Top! Post-hbo

Nadere informatie

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt?

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Februari 2016 SEPTEMBER 2016 ONDERZOEK NAAR DE PLAUSIBILITEIT VAN TRAININGEN GERICHT OP BEWUSTWORDING VAN VOOROORDELEN

Nadere informatie

H.49642.1214. Deeltijdbehandeling

H.49642.1214. Deeltijdbehandeling H.49642.1214 Deeltijdbehandeling Inleiding Deeltijdbehandeling houdt in dat u twee dagen per week een groepstherapie volgt. De deeltijdbehandeling is een onderdeel van de PAAZ (Psychiatrische Afdeling

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Zwanger door seksueel misbruik. Stichting Ambulante Fiom 26 januari 2009

Zwanger door seksueel misbruik. Stichting Ambulante Fiom 26 januari 2009 Zwanger door seksueel misbruik Stichting Ambulante Fiom 26 januari 2009 DOEL WORKSHOP Hulpverleners handvatten bieden voor het signaleren en bespreekbaar maken van zwanger door seksueel misbruik zodat

Nadere informatie

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Overzichtskaart 3 Opvoedingsondersteuning voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Zelfreflectie-instrument individuele opvoedingsondersteuning Sommige JGZ-professionals zullen al over

Nadere informatie

Nascholing: Erotische Overdracht en Tegenoverdracht Trainer: Mini Soer Assistent: Anke Harmsen 2 dagen: 26 en 27 maart 2013 in Cordium te Nijmegen

Nascholing: Erotische Overdracht en Tegenoverdracht Trainer: Mini Soer Assistent: Anke Harmsen 2 dagen: 26 en 27 maart 2013 in Cordium te Nijmegen Nascholing: Erotische Overdracht en Tegenoverdracht Trainer: Mini Soer Assistent: Anke Harmsen 2 dagen: 26 en 27 maart 2013 in Cordium te Nijmegen Deze nascholing is ontwikkeld door Willem Poppeliers,

Nadere informatie

Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd

Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd Door Alie Weerman In de film komen vier mensen aan het woord die hersteld zijn van hun verslaving. Vanwege de variatie aan achtergrond,

Nadere informatie

Postmaster opleiding systeemtherapeut

Postmaster opleiding systeemtherapeut Postmaster opleiding systeemtherapeut mensenkennis In de context met cliënten, gezinnen en kinderen was dit leerzaam en direct bruikbaar in mijn werk. evaluatie deelnemer Postmaster opleiding systeemtherapeut

Nadere informatie

Zwolle, juni 2019 Informatie programma!jes jongeren & hun ouders. Doelstelling!JES jongeren, preventief programma na scheiding.

Zwolle, juni 2019 Informatie programma!jes jongeren & hun ouders. Doelstelling!JES jongeren, preventief programma na scheiding. Zwolle, juni 2019 Informatie programma!jes jongeren & hun ouders Doelstelling!JES jongeren, preventief programma na scheiding. Hoofddoel!JES jongeren (12-18 jaar) & hun ouders is een preventief programma

Nadere informatie

GGzE centrum psychotrauma

GGzE centrum psychotrauma GGzE centrum psychotrauma GGzE centrum psychotrauma Mensen helpen met complexe traumaproblematiek en het (her)vinden van hun weg in de samenleving. Algemene informatie >> Complexe trauma s kunnen grote

Nadere informatie

Over de krachtgerichte basismethodiek. Over de basistraining. Doel van de basistraining. Leerdoelen

Over de krachtgerichte basismethodiek. Over de basistraining. Doel van de basistraining. Leerdoelen Over de krachtgerichte basismethodiek In de Academische werkplaats Opvang & Herstel is in de afgelopen jaren samen met uitvoerend werkers en beleidsfunctionarissen van de deelnemende opvanginstellingen

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Wie ben ik? MIJN LEVENSVERHAAL Een ontdekkingsreis naar mezelf. Janny Beernink, GZ-Psycholoog VGGNet In samenwerking met Universiteit Twente

Wie ben ik? MIJN LEVENSVERHAAL Een ontdekkingsreis naar mezelf. Janny Beernink, GZ-Psycholoog VGGNet In samenwerking met Universiteit Twente Wie ben ik? MIJN LEVENSVERHAAL Een ontdekkingsreis naar mezelf Janny Beernink, GZ-Psycholoog VGGNet In samenwerking met Universiteit Twente Aanleiding Behoefte aan effectieve behandelprogramma s Reguliere

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

Als het misgaat.. bel ik jou Steun voor kinderen van 0-18 jaar die getuige zijn geweest van huiselijk geweld. JSO Marjanne van Esveld

Als het misgaat.. bel ik jou Steun voor kinderen van 0-18 jaar die getuige zijn geweest van huiselijk geweld. JSO Marjanne van Esveld Als het misgaat.. bel ik jou Steun voor kinderen van 0-18 jaar die getuige zijn geweest van huiselijk geweld JSO Marjanne van Esveld Programma Huiselijk geweld: beleving, cijfers, gevolgen, thema s Doelen

Nadere informatie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,

Nadere informatie

Centrum voor Psychotherapie

Centrum voor Psychotherapie Centrum voor Psychotherapie Je zit al een langere tijd niet goed in je vel. Op steeds dezelfde punten in je leven loop je vast. Je hebt al geprobeerd te veranderen. Waarschijnlijk heb je ook al behandelingen

Nadere informatie

Naar slimmere MM-maatregelen met het 9-stappenplan

Naar slimmere MM-maatregelen met het 9-stappenplan Naar slimmere MM-maatregelen met het 9-stappenplan Uitgangspunt en doel van het stappenplan Uitgangspunt van ons stappenplan is niet de plannen zijn niet goed, maar wel vanuit gedragsperspectief kan het

Nadere informatie

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1 faalangst de baas! training www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl 2 KINDERPRAKTIJK LANDSMEER FAALANGST DE BAAS! TRAINING 3 faalangst de Baas! training

Nadere informatie

Methodebeschrijving Flying Teams. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Flying Teams. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Flying Teams Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Charlotte Hanzon MOVISIE c.hanzon@movisie.nl 030 789 22 81 Charlotte Hanzon is projectmedewerker

Nadere informatie

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Informatie voor cliënten en hun verwijzers Mentaliseren Bevorderende Therapie voor cliënten met een borderline

Nadere informatie

Doorbreken cirkel van geweld! Hoe kunnen we een duurzame veilige situatie thuis creëren?

Doorbreken cirkel van geweld! Hoe kunnen we een duurzame veilige situatie thuis creëren? Doorbreken cirkel van geweld! Hoe kunnen we een duurzame veilige situatie thuis creëren? Effectonderzoek naar de aanpak huiselijk geweld in de G4 Majone Steketee Katinka Lünnemann Bas Tierolf Belangrijkste

Nadere informatie

Kindspoor Fier Fryslân

Kindspoor Fier Fryslân Kindspoor Fier Fryslân Het kind centraal stellen Denken vanuit het perspectief van het kind Fier Fryslân is een expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheids- relaties 1 Wij

Nadere informatie

Training Resultaatgericht Coachen

Training Resultaatgericht Coachen Training Resultaatgericht Coachen met aandacht voor zingeving Herken je dit? Je bent verantwoordelijk voor de gang van zaken op je werk. Je hebt alle verantwoordelijkheid, maar niet de bijbehorende bevoegdheden.

Nadere informatie

Special Cursusaanbod Bureau Herstel. Bureau Herstel organiseert.

Special Cursusaanbod Bureau Herstel. Bureau Herstel organiseert. Nummer 2, jaargang 4, juli 2015 Special Cursusaanbod Bureau Herstel Beste lezer.. Voor je ligt de Herstel nieuwsbrief. Deze keer met als onderwerp het cursusaanbod van Bureau Herstel. Cursusaanbod voor

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Dr. Hanneke van Gestel-Timmermans Dr. Evelien Brouwers Dr. Marcel van Assen Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen Herstellen doe je zelf Ontwikkeld

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Aandachtspunten bij start supervisie

Aandachtspunten bij start supervisie P-opleiding Evaluatieformulier supervisie psychodiagnostiek Aandachtspunten bij start supervisie 1. Kennismakingsgesprek: - wederzijds informeren over kwalificaties, opleidingen en ervaring - bespreken

Nadere informatie

Girls Talk+ Ontwikkeling en evaluatie van een counselingsprogramma over relaties en seksualiteit voor meisjes met een lichte verstandelijke beperking

Girls Talk+ Ontwikkeling en evaluatie van een counselingsprogramma over relaties en seksualiteit voor meisjes met een lichte verstandelijke beperking Girls Talk+ Ontwikkeling en evaluatie van een counselingsprogramma over relaties en seksualiteit voor meisjes met een lichte verstandelijke beperking Willy van Berlo 1 Wie is wie? Ontwikkelaars: Annelies

Nadere informatie

Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik

Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik Even voorstellen Marijke Lammers, MOVISIE Adviseur, trainer en auteur bejegeningsvraagstukken en preventie & aanpak seksueel en huiselijk geweld. Veel

Nadere informatie

Seksuele gezondheid van holebi s

Seksuele gezondheid van holebi s Factsheet 2007-1 Seksuele gezondheid van holebi s Seksuele gezondheid in Nederland De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 een grootschalige bevolkingsstudie uitgevoerd naar seksuele gezondheid in Nederland

Nadere informatie

Supervisie in de driejarige opleiding van het CPC Versie 28/10/2015

Supervisie in de driejarige opleiding van het CPC Versie 28/10/2015 Supervisie in de driejarige opleiding van het CPC Versie 28/10/2015 Je kunt kiezen voor een opleiding met of zonder supervisie. Om voor een diploma met supervisie in aanmerking te komen is het noodzakelijk

Nadere informatie

Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders

Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders Leony Coppens Carina van Kregten Symposium Pleegzorg 2014 Waar blijft het kind? 11 maart 2014 Wat gaan we vandaag doen? Wie zijn wij?

Nadere informatie

STA STERK TRAINING 1. sta sterk training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl

STA STERK TRAINING 1. sta sterk training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl STA STERK TRAINING 1 sta sterk training www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl 2 KINDERPRAKTIJK LANDSMEER STA STERK TRAINING 3 De sta sterk training achtergrond sta sterk Training

Nadere informatie

Omgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks

Omgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks Omgaan met stemmen horen Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks Hoort stemmen horen bij de Psychiatrie? Ja? Nee? JA Want: Het betreffen vocale, audiatieve hallucinaties. 85 % van de Mensen met een dissociatieve

Nadere informatie

THERAPIE. Samen werken aan jouw toekomst. Introductiefolder voor jongeren, ouders en verwijzers

THERAPIE. Samen werken aan jouw toekomst. Introductiefolder voor jongeren, ouders en verwijzers THERAPIE Samen werken aan jouw toekomst Introductiefolder voor jongeren, ouders en verwijzers Soms gebeurt er iets naars. Je wilt er wel over praten, maar je weet niet met wie. Of misschien kun je er niet

Nadere informatie

Ambulant Arrangement Hulpverlening

Ambulant Arrangement Hulpverlening Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties Ambulant Arrangement Hulpverlening Cursus Krachtige Vrouwen/Mannen Over het Ambulant Arrangement Hulpverlening Cursus "Krachtige Vrouwen/Mannen" Voordat

Nadere informatie

Trainershandboek Man actief. Activering van allochtone mannen in een kwetsbare positie

Trainershandboek Man actief. Activering van allochtone mannen in een kwetsbare positie Trainershandboek Man actief Activering van allochtone mannen in een kwetsbare positie Trainershandboek Man Actief Activering van allochtone mannen in een kwetsbare positie Perihan Utlu en Wil Verschoor

Nadere informatie

Er wel/niet zijn voor je pleegkind. Symposium Pleegzorg Waar blijft het kind 19 juni 2014 Ede

Er wel/niet zijn voor je pleegkind. Symposium Pleegzorg Waar blijft het kind 19 juni 2014 Ede Er wel/niet zijn voor je pleegkind Symposium Pleegzorg Waar blijft het kind 19 juni 2014 Ede 22-6-2014 de Zeeuw & Brok Inhoud 1. Lawaaiboek 2. Zorg voor het kind: houdt rekening met gevolgen van Verlating

Nadere informatie

Ik sta er niet meer alleen voor!

Ik sta er niet meer alleen voor! Ik sta er niet meer alleen voor! Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn centrale begrippen in onze participatiesamenleving. Eén gezin, één plan, één hulpverlener is al uitgangspunt van beleid. Daaraan wordt

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Taallijn Deelcommissie: 3 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 8 oktober 2015 / 2 juni 2016 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Nadere informatie

1. Wat is groepsmaatschappelijk werk?

1. Wat is groepsmaatschappelijk werk? Utrecht, 01.11.06 Geachte beroepscollega, De werkgroep GROEPSMAATSCHAPPELIJK WERK van de NVMW heeft zich ondermeer de volgende doelen gesteld: ƒ Ontwikkeling en profilering van het groepsmaatschappelijk

Nadere informatie

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 Erkenning van interventies Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 1 Algemeen De erkenningscommissie kan een interventie op de volgende niveaus erkennen: 1. Goed onderbouwd 2.1 Effectief

Nadere informatie

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL Bij werken, zowel betaald als vrijwillig, hoort leiding krijgen of leiding geven. De vraag wat effectief leiderschap is houdt dan ook veel mensen bezig. De meningen hierover

Nadere informatie

Checklist voor kwaliteit van de uitvoering van de groep Daar waar groep vermeld staat kan ook cursus of training gelezen worden.

Checklist voor kwaliteit van de uitvoering van de groep Daar waar groep vermeld staat kan ook cursus of training gelezen worden. Checklist voor kwaliteit van de uitvoering van de groep Daar waar groep vermeld staat kan ook cursus of training gelezen worden. Nr. Werving/eerste contact/aanmelding 1. Op de doelgroep gerichte publiciteit

Nadere informatie

Carefulness AANDACHT VOOR ZORG ZORG VOOR AANDACHT

Carefulness AANDACHT VOOR ZORG ZORG VOOR AANDACHT Carefulness AANDACHT VOOR ZORG ZORG VOOR AANDACHT Inleiding Aandacht is een essentieel onderdeel in de zorg. Aandacht voor de patiënt en de zorgverlener vergroot de vitaliteit, de effectiviteit en de kwaliteit

Nadere informatie

Vijfde, herziene editie Eerdere edities zijn verschenen via Lifetime/Kosmos uitgeverij MOVISIE, kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling, september 2009 Auteurs: Ank van Wageningen en Els Plooij

Nadere informatie

Van werkdruk naar werkplezier

Van werkdruk naar werkplezier Van werkdruk naar werkplezier Het Programma Onze visie Werkdruk leidt tot minder werkplezier, wrijving in de samenwerking en op termijn mogelijk verzuim door stressklachten. Als medewerkers echter uitgedaagd

Nadere informatie

Dounia praat en overwint

Dounia praat en overwint Dounia praat en overwint Deze informatiefolder is een uitgave van Pharos, Expertisecentrum gezondheidsverschillen, in samenwerking met: Stichting Hindustani, Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders,

Nadere informatie

Schemagerichte cognitieve gedragstherapie; de groepspsychotherapievariant

Schemagerichte cognitieve gedragstherapie; de groepspsychotherapievariant Schemagerichte cognitieve gedragstherapie; de groepspsychotherapievariant 3 3.1 Schemagerichte cognitieve gedragstherapie in groepsverband De schemagerichte cognitieve gedragstherapie in groepsverband

Nadere informatie

Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag Instrument Risicotaxatie Seksueel grensoverschrijdend gedrag Naam jeugdige: Geboortedatum: Sekse jeugdige: Man Vrouw Datum van invullen: Ingevuld door: Over dit instrument Dit instrument is een hulpmiddel

Nadere informatie

SCHATTEN VAN ADVOCATEN

SCHATTEN VAN ADVOCATEN SCHATTEN VAN ADVOCATEN PRAKTIJKOPLEIDINGEN VOOR DE ADVOCATUUR Vaardigheden in de praktijk Coachen in de praktijk Leidinggeven in de praktijk Teamwork in de praktijk SCHATTEN VAN ADVOCATEN Wij zijn er van

Nadere informatie

Vrijwilliger worden bij de Kindertelefoon?

Vrijwilliger worden bij de Kindertelefoon? Vrijwilliger worden bij de Kindertelefoon? Dan vind je hier alle informatie Data komende training: Zaterdag 23 mei 9.30-16.30 Zaterdag 6 juni 9.30-16.30 Zaterdag 27 juni 9.30-16.30 Zaterdag 11 juli 9.30-16.30

Nadere informatie

Waar gaat het over? Programma workshop

Waar gaat het over? Programma workshop 14 april Utrecht Waar gaat het over? Drempels Visie en aanpak Human Concern Rol van ervaringsdeskundigheid Eten is de klacht, niet de kwaal Wat is herstel? doelen van behandeling Vragen Programma workshop

Nadere informatie

Leve de competente coach!

Leve de competente coach! Silvia van Schaik-Kuijer Leve de competente coach! Van competentieanalyse naar ontwikkelplan Inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 Deel 1 Algemene informatie over Leve de competente coach! Coachen en coachcompetenties:

Nadere informatie

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit Het is belangrijk dat de begeleiding rond omgangsvormen, weerbaarheid en seksualiteit

Nadere informatie

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Doel Richtlijn voor handelen bij (vermoedens van) huiselijk geweld, ouderenmishandeling of kindermishandeling.

Nadere informatie

Informatie en advies voor ouders

Informatie en advies voor ouders Geweld in huis raakt kinderen Informatie en advies voor ouders 1 2 Wist u dat de gevolgen van het zien of horen van geweld in het gezin net zo groot zijn als zelf geslagen worden? Ook als het geweld gestopt

Nadere informatie

De Seks, de Context en het Spreken. CLAS symposium Vrijdag 23 september 2011 Beatrixzaal, Rubicon jeugdzorg in Horn

De Seks, de Context en het Spreken. CLAS symposium Vrijdag 23 september 2011 Beatrixzaal, Rubicon jeugdzorg in Horn JUBILEUM CLAS 20 JAAR De Seks, de Context en het Spreken CLAS symposium Vrijdag 23 september 2011 Beatrixzaal, Rubicon jeugdzorg in Horn PROGRAMMA De Seks, de Context en het Spreken De CLAS methodiek wordt

Nadere informatie

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl 0900 126 26 26. 5 cent per minuut

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl 0900 126 26 26. 5 cent per minuut Geweld in huis raakt kinderen Informatie en advies voor ouders Grafisch ontwerp: Ontwerpstudio 2 MAAL EE Bij huiselijk geweld tussen (ex-)partners worden kinderen vaak over het hoofd gezien. Toch hebben

Nadere informatie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie Wier Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen Patiënten & familie 2 Voor wie is Wier? Wier is er voor mensen vanaf achttien jaar (en soms jonger)

Nadere informatie

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P Tieners

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P Tieners TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P Tieners Algemene beschrijving De training Triple P Niveau 4 Standaard Tieners biedt deelnemers een goede basis voor het uitvoeren van intensieve individuele Triple

Nadere informatie

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal DRAAIBOEK TRAINING 1, 2,3,4,5 REALISTEN ROADMOVIE De prezi presentatie voor de trainingsbijeenkomsten vindt u via de onderstaande link. https://prezi.com/0txqqdqmauta/training-realisten-roadmovie-5-bijeenkomsten/

Nadere informatie

Postmaster opleiding spelpsychotherapie. De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven.

Postmaster opleiding spelpsychotherapie. De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven. mensenkennis De docenten hebben veel ervaring, staan dichtbij het werkveld en halen het beste in je naar boven. Postmaster opleiding spelpsychotherapie Postmaster opleiding spelpsychotherapie Kinderen

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

Advies en steun voor uw kind en uzelf

Advies en steun voor uw kind en uzelf Advies en steun voor uw kind en uzelf Voor advies en steun aan ouders en hun kinderen Informatie advies cursussen Als u of uw kind psychische klachten heeft of problemen ervaart met alcohol of drugs, heeft

Nadere informatie

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen

DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN. Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen DESKUNDIG AAN HET WERK OUDEREN Trainingen op het gebied van psychische problemen of psychiatrische stoornissen 2 3 INHOUDSOPAVE PAGINA Kennis over psychische problemen bij ouderen nodig?! 4 Praktische

Nadere informatie

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen?

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen? Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen? Korte kennismaking Wat dragen ouders bij? Presentatie Stelling Presentatie Opdracht Voorbeeld opzet cursus en afsluiting

Nadere informatie