Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21 e eeuw. Databank Effectieve sociale interventies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21 e eeuw. Databank Effectieve sociale interventies"

Transcriptie

1 Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21 e eeuw Databank Effectieve sociale interventies

2 Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Mara Verduin MOVISIE Mara Verduin is projectassistent Effectieve sociale interventies van de afdeling Trends en Onderzoek van MOVISIE. December 2009 Voor meer methodebeschrijvingen en eventuele vragen en/of reacties kunt u terecht bij: Het werkblad dat gebruikt is voor deze methodebeschrijving, is deels gebaseerd op het Werkblad beschrijving interventie van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en het RIVM. 2 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

3 Inhoudsopgave Inleiding: leeswijzer 04 Samenvatting Beschrijving methode 1.1 Probleemomschrijving Doel van de methode Doelgroep van de methode Indicaties en contra-indicaties Aanpak Materiaal Benodigde competenties van de professional Overige randvoorwaarden Overeenkomsten en verschillen met andere interventies Contactgegevens ontwikkelaar Onderbouwing De ontwikkelgeschiedenis van de methode Onderbouwing van de probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Onderzoek praktijkervaringen Uitvoerende organisaties Praktijkervaringen van de professional Praktijkervaringen van de cliënt/burger Praktijkvoorbeeld Effectonderzoek Directe aanwijzingen voor effectiviteit Indirecte aanwijzingen voor effectiviteit Conclusies Samenvatting werkzame elementen Samenvatting effectonderzoek 23 6 Verantwoording Het zoeken en selecteren van literatuur Literatuur 25 Bijlage 1: Toelichting effectonderzoek 26 Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 3

4 Inleiding: leeswijzer Professionals in de sociale sector worden geconfronteerd met een wirwar aan informatie waar ze zich een weg in moeten vinden. Die informatie is vaak versnipperd en daardoor weinig toegankelijk. In de databank Effectieve sociale interventies brengen wij methoden waarmee in de sociale sector gewerkt worden bij elkaar. De methodebeschrijvingen geven daarbij een zo volledig mogelijk beeld van alle beschikbare informatie over een methode. Als gemeente, stafmedewerker of praktijkwerker kunt u hiermee vaststellen of de methode geschikt is voor de situatie waarin u of uw organisatie intervenieert. Als u besluit om met de methode aan de slag te gaan verwijzen we naar het handboek en eventueel andere door de ontwikkelaar beschikbaar gestelde materialen. De methodebeschrijving is opgebouwd langs vier lijnen. Onderdeel één van dit document beschrijft de methode zelf, zoals de doelen, de doelgroep en de aanpak. Onderdeel twee laat de onderbouwing van de methode zien: de visies, theorieën en wetenschappelijke onderzoeken die de ontwikkelaar heeft gebruikt bij het ontwikkelen van de methode. Onderdeel drie geeft zicht op de praktijkervaringen van de professional en de cliënt/burger met de methode. Onderdeel vier geeft inzicht in wat er wetenschappelijk bekend is over de effectiviteit van de methode. De methodebeschrijving is in nauwe samenwerking met de ontwikkelaar van de methode tot stand gekomen. Zo levert de ontwikkelaar informatie aan en geeft deze feedback op het concept en toestemming voor publicatie. De methode wordt uitgebreid in kaart gebracht. Dit kan de ontwikkelaar op zijn beurt een impuls geven voor verdere ontwikkeling van de methode. Een methode staat dus niet stil, de methodebeschrijvingen zullen dan ook regelmatig worden herzien. De methodebeschrijving is gebaseerd op een systematische zoektocht naar informatie. Bij die zoektocht werken de onderzoeker die de methodebeschrijving maakt en een informatieanalist van de afdeling kennisstromen van MOVISIE intensief samen. Bij het zoeken van informatie over methoden zijn doorgaans de volgende zoekstrategieën toegepast: het inwinnen van informatie bij de ontwikkelaar, uitvoerende instanties en/of eventuele onderzoekers van de methode, het doorzoeken van Nederlandse en/of internationale databanken, het checken van referenties van reeds gevonden informatiemateriaal en een internet deskresearch. De zoektocht is daarbij gericht op een breed spectrum aan informatiebronnen, variërend van (ongepubliceerde) verslagen van (interne) procesevaluaties of paneldiscussies tot wetenschappelijk (effect)onderzoek. De verantwoording van de toegepaste zoekstrategieën is in beknopte zin terug te vinden in onderdeel 6.1. De zoekgeschiedenis is in uitgebreidere vorm vastgelegd in een hiertoe ontwikkelde flowchart, die is opgenomen in het archief van MOVISIE. Het relevante gevonden materiaal is terug te vinden in het literatuuroverzicht in onderdeel 6.2. Bij het effectonderzoek (onderdeel 4) wordt onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte aanwijzingen voor effectiviteit. Een toelichting op dit onderscheid vindt u in bijlage 1. Om de tekst in de methodebeschrijving zelf laagdrempelig te houden, worden de belangrijkste onderzoekskenmerken en resultaten zoveel mogelijk in woorden beschreven. De achterliggende cijfers vindt u in bijlage 3 en verder. 4 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

5 Wij wensen u veel inspiratie bij het lezen van deze methodebeschrijving. Wij hopen dat u zich hiermee een goed beeld kunt vormen van wat deze methode uw gemeente, uw organisatie of uzelf als sociale professional te bieden heeft en hoe u de kwaliteit van uw aanbod aan de doelgroep kunt vergroten. Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 5

6 Samenvatting 1. Beschrijving methode Doel Het Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21e eeuw heeft als doel het bieden van ondersteuning aan migranten- en vluchtelingenouderen bij het maken van eigen keuzes en het bewust nadenken over hun behoeften op het gebied van wonen, welzijn en zorg en hoe daar aan tegemoet gekomen kan worden. Dit is onder te verdelen in de volgende vijf doelstellingen: 1. Deelnemers ondersteunen in het varen van hun eigen koers en het uitoefenen van invloed op de kwaliteit van hun leven. 2. Een aanzet geven tot bewust nadenken over de ouderdomsfase en verhelderen dat er een groot verschil bestaat tussen de beelden over ouderdom in het land van herkomst en de realiteit van oud worden in Nederland. 3. Een begin van een gesprek stimuleren tussen ouderen onderling over hun verwachtingen, opvattingen en wensen voor de toekomst. 4. Mogelijkheden bieden voor oriëntatie en beeldvorming over wat het Nederlandse stelsel op het gebied van wonen, welzijn en zorg te bieden heeft aan thuiswonende ouderen (om hen in staat te stellen zo lang mogelijk in hun eigen huis te blijven). 5. De weg wijzen naar die personen en instanties die op maat kunnen informeren en helpen in individuele gevallen. Dit is van belang op het moment dat de deelnemers hun eigen keuzes hebben gemaakt. Doelgroep Migranten en vluchtelingen van 50 jaar en ouder. Aanpak Het programma gaat uit van een concrete, praktische en ervarende aanpak: het accent ligt op actief en zelfstandig ouder worden en de ondersteuning die daarbij beschikbaar is. Voor een groep van 10 tot 15 deelnemers worden een kennismakingsbijeenkomst en zeven voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd, verdeeld over vier modules. Elke module is opgebouwd uit twee bijeenkomsten: een eerste bijeenkomst waarbij de deelnemers zich oriënteren op de thematiek, warmlopen en hun eigen beelden en verwachtingen verhelderen. In een tweede bijeenkomst krijgen de deelnemers informatie die zij kunnen inpassen in hun eigen denkkader. De tweede bijeenkomst wordt daarnaast grotendeels gevuld met een excursie om aanbod in de praktijk te kunnen bekijken. De vier modules omvatten de volgende thema s: 1. Actief zijn en blijven, ontmoeting 2. Wonen 3. Zorg thuis 4. Informatie, advies en begeleiding. Het is mogelijk om te kiezen voor een kleiner aantal bijeenkomsten. 6 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

7 Materiaal De handleiding Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21ste eeuw is geschreven door A. Loog en R. van Overbeek. Deze publicatie is in 2006 uitgegeven door NIZW Zorg, Kenniscentrum Ouderen. Deze publicatie is te bestellen bij Vilans of te downloaden op de website: Ontwikkelaar Vilans (voorheen NIZW Kenniscentrum Ouderen) Trainingsbureau Onderbouwing De ontwikkelaar heeft voor de onderbouwing twee publicaties van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP, 2004) gebruikt. Daaruit blijkt dat het aantal migranten- en vluchtelingenouderen in Nederland de komende jaren flink zal toenemen. In 2004 maakten oudere migranten nog 2.9% uit van het totale aantal 55-plussers in Nederland, in 2015 zal dit 5.2% zijn. Oudere migranten wonen vaker in niet-geschikte woningen dan Nederlandse ouderen; migrantenouderen leunen meer op mantelzorg en hebben bovendien vaker een laag inkomen. Er is ook sprake van ondergebruik van zorgvoorzieningen door allochtone ouderen, doordat zij meer gebruik maken van informele hulp, maar ook vanwege toegankelijkheidsproblemen, zoals: onbekendheid met voorzieningen, problemen met aanvraagprocedures en problemen met de culturele bepaaldheid van voorzieningen. De verwachting is dat de noodzaak voor migrantenouderen om een beroep te doen op welzijns- en zorgvoorzieningen de komende jaren zal toenemen. Dit vraagt dus om extra aandacht voor de gesignaleerde toegankelijkheidsproblemen. Het Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21e eeuw speelt hierop in. 3. Onderzoek praktijkervaringen Het initiatief om dit voorlichtingsprogramma te organiseren kan bij veel organisaties liggen. Vaak zijn het GGD-instellingen of plaatselijke Stichtingen Welzijn Ouderen (SWO) die het initiatief nemen. De ontwikkelaar voert geen onderzoek of evaluaties aan naar de praktijkervaringen van de professional en/of de cliënt/burger met de methode noch is dergelijk onderzoek bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch gevonden. 4. Effectonderzoek De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar de effectiviteit van de methode noch is dergelijk onderzoek bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch gevonden. Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 7

8 5. Samenvatting werkzame elementen Het voorlichtingsprogramma speelt in op de gesignaleerde behoefte aan meer aandacht voor de voorlichting aan allochtone ouderen met betrekking tot het beschikbare aanbod van welzijns- en zorgvoorzieningen. Het voorlichtingsprogramma stimuleert ouderen om eigen denkbeelden over het ouder worden in Nederland en de daarbij benodigde zorg te verhelderen en met anderen te bespreken. De deelnemers formuleren en verhelderen hun eigen verwachtingen en ideeën. Het voorlichtingsprogramma brengt deelnemers in direct contact met voorzieningen. De excursies brengen dat wat in de cursus wordt aangeboden heel dichtbij: de deelnemers ervaren het. Dat de deelnemers met het voorzieningenaanbod gaan kennismaken, verlaagt de drempel om daadwerkelijk te gaan deelnemen. 8 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

9 1. Beschrijving methode De beschrijving van de methode is gebaseerd op het volgende handboek: Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21ste eeuw, geschreven door A. Loog en R. van Overbeek en in 2006 uitgegeven door NIZW, Kenniscentrum Ouderen. 1.1 Probleemomschrijving De afgelopen 50 jaar zijn grote aantallen migranten en vluchtelingen naar Nederland gekomen met de gedachte op termijn weer terug te keren naar hun land van herkomst. Velen van hen zijn hier in werkelijkheid steeds langer gebleven. Hun kinderen zijn hier geboren - met name de vrouwen willen graag in de buurt van hun kinderen blijven wonen - maar de migranten en vluchtelingen hebben ook een ontwikkeling doorgemaakt waardoor zij zich in hun land van herkomst niet meer thuis voelen. In de praktijk blijven velen van hen in Nederland en worden zij hier oud. Aantallen migranten- en vluchtelingenouderen In 2004 woonden er in Nederland ongeveer ouderen boven de 55 jaar van niet- Nederlandse afkomst, waarvan van niet-westerse afkomst. De vier grootste groepen zijn ouderen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst (Van der Kamp e.a., 2004 in Loog & Van Overbeek, 2006). Naar verwachting zal het aantal migranten- en vluchtelingenouderen de komende jaren flink toenemen, waarbij de stijging zich vooral voordoet in de hogere leeftijdsgroepen. In 2004 maakten migrantenouderen nog 2.9% uit van het totaal aantal 55-plussers in Nederland, in 2015 zal dit gestegen zijn tot 5.2% (Schellingerhout, 2004 in Loog & Van Overbeek, 2006; zie ook 2.1). Te weinig gebruik van beschikbare voorzieningen De aanleiding om in de jaren 90 een eerste voorlichtingsprogramma voor migrantenouderen op te zetten, was dat weinig migrantenouderen gebruik maakten van de beschikbare voorzieningen op het terrein van wonen, welzijn en zorg. Hiervoor zijn drie oorzaken te noemen. Ten eerste leven veel migranten en vluchtelingen met een voortdurend dilemma of ze wel of niet zullen terugkeren naar het land van herkomst. Vaak gaan zij ervan uit dat ze in de toekomst nog zullen terugkeren, maar in de praktijk blijven zij vaak in Nederland wonen. Dit maakt dat zij veelal een ambivalente houding aannemen ten aanzien van het ouder worden en hier bij voorkeur niet over nadenken. Een tweede oorzaak is te vinden in het feit dat veel migranten- en vluchtelingenouderen er een traditionele kijk op zorg op nahouden en graag willen dat hun kinderen voor hen zorgen naarmate zij ouder worden en meer zorg nodig hebben. Tegelijkertijd echter, merken zij dat het in Nederland niet meer zo vanzelfsprekend is om bij de kinderen in te trekken. Ouderen maken Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 9

10 zich hierdoor zorgen wat er gaat gebeuren wanneer zij zorg nodig hebben. Ten derde zijn veel migranten- en vluchtelingenouderen niet bekend met de voorzieningen die in Nederland beschikbaar zijn. Dit is een belangrijke reden waarom zij minder gebruik maken van deze voorzieningen. Ook kennen ze vaak niet de weg die toegang biedt tot de voorzieningen. Tot slot komt het aanbod vaak onvoldoende tegemoet aan de culturele achtergrond van deze groepen ouderen en aan hun wensen en behoeften (Schellingerhout, 2004; zie ook 2.1). 1.2 Doel van de methode Het algemene doel van de voorlichting is het bieden van ondersteuning aan migranten- en vluchtelingenouderen bij het maken van hun eigen keuzes en het bewust nadenken over hun behoeften op het gebied van wonen, welzijn en zorg en hoe daaraan tegemoet gekomen kan worden. Dit is onder te verdelen in de volgende vijf doelen: 1. Deelnemers ondersteunen bij het varen van hun eigen koers en het uitoefenen van invloed op de kwaliteit van hun leven. 2. Een aanzet geven tot bewust nadenken over de ouderdomsfase en verhelderen dat er een groot verschil bestaat tussen de beelden over ouderdom in het land van herkomst en de realiteit van oud worden in Nederland. 3. Een begin van een gesprek stimuleren tussen ouderen onderling over hun verwachtingen, opvattingen en wensen voor de toekomst. 4. Mogelijkheden bieden voor oriëntatie en beeldvorming over wat het Nederlandse stelsel op het gebied van wonen, welzijn en zorg te bieden heeft aan thuiswonende ouderen (om hen in staat te stellen zo lang mogelijk in hun eigen huis te blijven). 5. De weg wijzen naar die personen en instanties die op maat kunnen informeren en helpen in individuele gevallen. Dit is van belang voor het moment dat de deelnemers hun eigen keuzes hebben gemaakt. 1.3 Doelgroep van de methode Doelgroep De doelgroep bestaat uit migranten en vluchtelingen van 50 jaar en ouder. Er kunnen vier groepen migranten- en vluchtelingenouderen onderscheiden worden (Van der Kamp e.a., 2004 in Loog & Van Overbeek, 2006): 1. Arbeidsmigranten: Deze groep wordt gevormd door ouderen uit landen rondom de Middellandse Zee: Italianen, Grieken, Spanjaarden, Portugezen, Turken, Marokkanen, Kaapverdianen en migranten uit voormalig Joegoslavië. De Turkse en Marokkaanse ouderen vormen hier de grootste groepen. 2. Migranten uit Suriname, de Antillen en Aruba: Zij kwamen vooral naar Nederland om een aanvullende studie te doen. Daarnaast verhuisden er na de onafhankelijkheid veel mensen naar Nederland. Deze groep behoort tot de grootste groepen migranten in 10 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

11 Nederland. 3. Migranten van de Molukken: De eerste generatie kwam rond 1951 naar Nederland. Dit waren vooral ex-knil-militairen. 4. Vluchtelingen: Dit is een heel diverse categorie, waarvan de oudere vluchtelingen vooral in de jaren 70 en 80 naar Nederland zijn gekomen. De grootste groepen zijn vluchtelingen uit Afghanistan, Irak, Iran en Vietnam. Deze groepen migranten en vluchtelingen hebben er geen of nauwelijks zicht op welke mogelijkheden er zijn om zelfstandig te blijven leven en wonen met ondersteuning op het gebied van welzijn, dienstverlening en zorg (zie ook 1.1). Er is sprake van achterstand in informatie door een veelheid aan factoren, waaronder: gebrekkige beheersing van het Nederlands, deels analfabetisme in de eigen taal, niet kunnen lezen van schriftelijke informatie, beperkte toegang tot internet. Daarnaast speelt een rol dat de aanbiedende organisaties vaak nog geen werkbare manier hebben gevonden om deze groepen te informeren en voor te lichten op een manier die bij de doelgroep past. Ook bij familieleden van deze ouderen is vaak sprake van een informatieachterstand en een kloof wat betreft zorgopvattingen en verwachtingen. De ontwikkelaars geven aan dat het daarom goed zou zijn om tegelijk met deze cursus voor ouderen ook een voorlichting aan te bieden voor mantelzorgers. In de handleiding wordt hiertoe verder geen direct materiaal genoemd. Werving Over het algemeen zijn oudere migranten en vluchtelingen moeilijk bereikbaar door middel van traditionele wervingsmethoden. Het is daarom belangrijk de ouderen op te zoeken op plaatsen waar zij vaak komen en deelname te stimuleren door de inzet van gezaghebbende mensen en organisaties uit hun eigen culturele groep. 1.4 Indicaties en contra-indicaties In de documentatie over de methode zijn geen specifieke indicatie- of contra-indicatiecriteria aangegeven. 1.5 Aanpak De cursushandleiding bestaat uit een algemeen programma voor alle groepen; in bijlagen wordt daarnaast specifieke informatie per culturele groep gegeven en worden suggesties gedaan hoe het programma aangepast kan worden. De voorlichtingscyclus gaat uit van een concrete, praktische en ervarende aanpak: het accent ligt op actief en zelfstandig ouder worden en de ondersteuning die daarbij beschikbaar is. Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 11

12 Opzet Deelnemers De cursus houdt er rekening mee dat veel deelnemers het Nederlands niet goed beheersen. Voor vrijwel alle migranten geldt dat het Nederlands problemen geeft wanneer het gaat om onderwerpen met een emotionele lading. In het voorlichtingsprogramma wordt uitgegaan van een groepsgewijze voorlichting, bij voorkeur in de eigen taal. Een groep bestaat idealiter uit 10 tot 15 deelnemers. Dit waarborgt dat iedere deelnemer voldoende gelegenheid heeft om aan het woord te komen, tegelijkertijd is het aantal ook groot genoeg om te kunnen schuilen in de groep. Cursusbegeleider De voorlichting wordt gegeven in de eigen taal; dit betekent dat de cursusbegeleider de taal spreekt, of dat er gewerkt wordt met een tolk. Beide opties hebben voor- en nadelen. Het werken met een cursusbegeleider die de taal van de deelnemers spreekt, heeft als voordeel dat deze gewoonten en gebruiken van de groep kent en dat er geen tijd verloren gaat met vertalen. Tegelijkertijd accepteren de deelnemers een begeleider uit de eigen groep soms minder goed, bijvoorbeeld vanwege diens politieke of religieuze achtergrond. Bij het werken met een Nederlandse cursusbegeleider gaat veel tijd verloren doordat alles vertaald moet worden. Tegelijkertijd is deze persoon soms beter op de hoogte van de mogelijkheden en onmogelijkheden van het ondersteuningsaanbod. Ruimte en tijdstip Het is van belang de bijeenkomsten op een vaste locatie te organiseren, bij voorkeur een plek die al bekend is bij de deelnemers. De ruimte moet groot genoeg zijn om in subgroepjes te kunnen discussiëren. Het heeft de voorkeur de bijeenkomsten op dezelfde dag van de week te organiseren en op hetzelfde tijdstip te laten beginnen. Een bijeenkomst duurt ongeveer twee uur. Excursies duren langer. Samenwerkingspartners In de bijeenkomsten wordt ingegaan op de gevolgen van het ouder worden op het terrein van wonen, welzijn en zorg. De ouderen krijgen basisinformatie over de voorzieningen waarop de ouderen in Nederland een beroep kunnen doen. Het verdient de voorkeur dat organisatoren van de voorlichting partners zoeken voor de uitvoering ervan. Instellingen met een aanbod voor ouderen hebben ook de opdracht hun potentiële klanten goed te informeren. Dit kunnen zijn: welzijn ouderen, woningcorporaties, thuiszorg, zelforganisaties of contactpersonen uit de doelgroep. Bijeenkomsten De handleiding biedt materiaal voor één kennismakingsbijeenkomst en zeven voorlichtingsbijeenkomsten. Deze zijn verdeeld over vier modules: 1. Actief zijn en blijven, ontmoeting 2. Wonen 3. Zorg thuis 4. Informatie, advies en begeleiding. Iedere module is opgebouwd uit twee bijeenkomsten. Het is mogelijk om te kiezen voor een 12 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

13 kleiner aantal bijeenkomsten. Het is dan wel aan te raden om een hele module te schrappen, zodat de methodische opbouw van de bijeenkomsten intact blijft. Ook is het aan te raden om de thematische volgorde van de bijeenkomsten te volgen. Bijeenkomst 1 van een module Iedere module bestaat uit een eerste bijeenkomst, waarin de deelnemers: zich oriënteren op de problematiek van de module warmlopen voor het onderwerp hun eigen beelden en verwachtingen verhelderen. Tijdens een eerste bijeenkomst worden werkvormen toegepast die de deelnemers stimuleren om na te denken, met elkaar te spreken en van gedachten te wisselen over het betreffende thema. In de module 1 Actief zijn en blijven, ontmoeting staat bijvoorbeeld kwaliteit van leven als onderwerp centraal. Om de deelnemers te stimuleren zich hier een beeld over te vormen, wordt hen gevraagd na te denken of zij oude mensen kennen of gekend hebben, van wie zij vinden dat die een goede oude dag hebben (gehad). In subgroepjes bespreken de deelnemers vervolgens waarom zij dat vinden, welke aspecten uit het leven van deze persoon maken dat hij of zij in de ogen van de deelnemer een goede oude dag had. In gesprek met elkaar wordt de deelnemers gevraagd om uit alle voorbeelden te komen tot aspecten van kwaliteit van leven. De cursusleider gebruikt de ideeën en verwachtingen van deelnemers over goed oud worden vervolgens als aanknopingspunt om de cursisten informatie te geven over mogelijke vrijetijdsactiviteiten die zij alleen of samen met anderen kunnen oppakken. Daarnaast wordt voorlichting gegeven over gezond leven en bewegen. In deze bijeenkomst gebruikt de cursusleider het nadenken over hoe men gezond ouder wil worden dus als aanknopingspunt om de deelnemers in- en voor te lichten over gezond ouder worden en de activiteiten waarbij men zich kan aansluiten. Bijeenkomst 2 van een module In de vervolgbijeenkomst van een module krijgen de deelnemers informatie aangeboden die zij kunnen inpassen in hun eigen denkkader. Vervolgens gaan de cursisten op excursie om echt kennis te maken met de voorzieningen die binnen het thema van de module worden aangeboden in de nabije leefomgeving van de deelnemer. In module 1 Actief zijn en blijven, ontmoeting bijvoorbeeld, staan mobiel zijn en onafhankelijk blijven van anderen centraal. Een groepsgesprek wordt gebruikt als aanleiding tot voorlichting over aangepast vervoer en hulpmiddelen voor mobiliteit. Vervolgens worden beide bijeenkomsten binnen de module aan elkaar gekoppeld: Met aangepast vervoer gaan de deelnemers op excursie om bij het in de eerste bijeenkomst besproken activiteitenaanbod te gaan kijken en kennis te maken. Dit verlaagt de drempel voor de deelnemers om daadwerkelijk gebruik te gaan maken van het voorzieningenaanbod binnen het thema van de module. Follow up Het geven van voorlichting over het ouder worden in Nederland brengt veel teweeg bij de deelnemers. Uit ervaring blijkt dat er onder deelnemers behoefte is aan nazorg of een vervolg op het programma. Het is daarom van belang dat er mogelijkheden zijn om de deelnemers ook na de voorlichting verder te helpen. Er is behoefte aan drie vormen van nazorg en/of een vervolg: Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 13

14 1. Een (vertrouwd) persoon waar deelnemers terecht kunnen met persoonlijke vragen, hulp bij het invullen van formulieren of het doen van aanvragen voor hulp of zorg. 2. Een reünie van de deelnemers: elkaar na verloop van tijd weer eens ontmoeten. 3. Verdere uitdieping van de onderwerpen die ter sprake zijn gekomen tijdens de voorlichting of scholing en voorlichting op andere terreinen, bijvoorbeeld wetten en regelingen, gezondheid en gezond leven, et cetera. Het is belangrijk hier bij de voorbereiding van de cursus al rekening mee te houden. Doorwerking naar de thuissituatie De deelnemende ouderen zullen niet alles kunnen onthouden wat hen is aangeboden tijdens de bijeenkomsten. Aan het einde van het programma krijgen alle deelnemers dan ook een informatieboekje mee naar huis. In dit boekje staat informatie die tijdens de cursus is gegeven, inclusief handige adressen en telefoonnummers. Het boekje wordt aangevuld met foto s van de bijeenkomsten en excursies; dit zorgt ervoor dat de deelnemers het boekje niet snel opzij zullen leggen. Wanneer zij in de toekomst op zoek zijn naar informatie, ligt dit boekje binnen handbereik. Ook zal de naaste omgeving dit boekje kunnen inzien. Tegelijkertijd leeft het merendeel van de migranten- en vluchtelingenouderen in een groepscultuur. Over belangrijke beslissingen wordt in een groep gesproken en weegt het oordeel van de sociale omgeving sterk. Het verdient daarom aanbeveling om tegelijk met de voorlichting aan ouderen ook voorlichting voor mantelzorgers te organiseren. Zoals eerder aangegeven, wordt hiertoe in deze methode geen direct materiaal aangereikt. 1.6 Materiaal De publicatie Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21ste eeuw is geschreven door A. Loog en R. van Overbeek en in 2006 uitgegeven door NIZW Zorg, Kenniscentrum Ouderen in Utrecht. Deze publicatie is te bestellen bij Vilans, of gratis te downloaden op de website: Benodigde competenties van de professional Binnen het voorlichtingsprogramma zijn de volgende taken te verdelen: een coördinator, een cursusbegeleider en eventueel een inleider of voorlichter. De functies van coördinator en begeleider kunnen door één persoon vervuld worden, maar beide rollen vereisen wel andere vaardigheden. Coördinator De coördinator is belast met de organisatie van de bijeenkomsten: de werving voor de bijeenkomsten en het leggen van contacten met betrokken organisaties. Benodigde 14 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

15 competenties zijn: Ervaring met het organiseren van bijeenkomsten. In staat zijn samen te werken. Verantwoordelijkheid voor de coördinatie kunnen nemen. Op de hoogte zijn van voorzieningen voor en ontwikkelingen in de leefsituatie van ouderen van niet-nederlandse komaf. Contacten hebben met Nederlandse organisaties op het terrein van wonen, welzijn en zorg. Contacten onderhouden met zelforganisaties van migranten en vluchtelingen. Cursusbegeleider De cursusbegeleider is verantwoordelijk voor het leiden van de bijeenkomsten en het begeleiden van de deelnemers. Benodigde competenties zijn: In staat zijn met een groep te werken en specifiek met een groep met een lage of geen opleiding. Op de hoogte zijn van voorzieningen voor en ontwikkelingen in de leefsituatie van ouderen van niet-nederlandse komaf. Bekend zijn met belangrijke zaken in de belevingswereld van en omgang met de specifieke doelgroep waarvoor de cursus wordt gegeven. Er kan zowel gewerkt worden met een Nederlandse begeleider als met een begeleider uit de eigen groep. Wanneer gekozen wordt voor een Nederlandse begeleider is een tolk vaak noodzakelijk. Daarnaast kan het soms uitmaken of de cursusbegeleider een man of een vrouw is. Bij sommige groepen is dit onderscheid niet van belang, bij andere groepen is het beter om voorlichtingsprogramma s voor mannen en vrouwen apart te organiseren, met een cursusbegeleider van hetzelfde geslacht. 1.8 Overige randvoorwaarden Kwaliteitsbewaking De kwaliteit van de bijeenkomsten wordt bewaakt door aan het einde van elke bijeenkomst aan de deelnemers te vragen wat zij van de bijeenkomst vonden, of zij iets nieuws hebben gehoord en of zij een tip hebben om de volgende bijeenkomst (nog) beter te laten zijn. Kosten van de interventie Goede voorlichting kost tijd en geld. Het kost ongeveer 175 uur om de bijeenkomsten voor het eerst te organiseren, zelf te begeleiden, alle contacten te leggen met zelforganisaties en Nederlandse organisaties, zelf al het werk rond de werving te doen en organisatorische zaken te regelen. Een tweede keer zal dit sneller gaan, maar dan kost het toch nog 100 tot 150 uur. Als er een tolk nodig is, zal deze zo n 50 uur nodig hebben. Voorbeelden van kostenposten zijn: Betaling van coördinator, begeleider, tolk Huren van ruimten Consumpties Huren van een bus voor de excursies Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 15

16 Aardigheidje voor inleiders en/of gastvrouw of gastheer bij excursies Print- en kopieerkosten Vertaalkosten Het maken van een informatieboekje met foto s van excursies. 1.9 Overeenkomsten en verschillen met andere interventies De ontwikkelaar maakt melding van een aantal vergelijkbare methoden die zich op dezelfde doelgroep richten: oudere migranten en vluchtelingen. De volgende methoden worden onder andere genoemd. Thuis! Sociale zelfredzaamheid voor anderstalige senioren Ontwikkeld door FORUM in samenwerking met de Vrije Universiteit Amsterdam. Met deze methode kunnen anderstalige senioren zich voorbereiden op het ouder worden in Nederland en daarnaast op speelse wijze hun Nederlands verbeteren. De methode is opgebouwd rond 10 thema s die aansluiten bij de belevingswereld van allochtone senioren en hen informeren over allerlei voor hen relevante onderwerpen, voorzieningen en instellingen. Gezond ouder worden Ontwikkeld door NIGZ. Dit voorlichtingsprogramma over gezond leven is opgezet vanuit de gedachte dat het voorlichten over gezondheid bij bepaalde groepen allochtonen vraagt om een specifieke aanpak: mondelinge overdracht in de eigen taal en ook in overeenstemming met de cultuur van de groep, de eigen waarden en normen. De cursus bestaat uit 10 thema s, waaronder: voeding en vertering, beweging en klachten aan het bewegingsapparaat, diabetes en problemen met hart en bloedvaten. Zorg om elkaar Ontwikkeld door Pharos en Vilans. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat oudere vluchtelingen en hun mantelzorgers weinig weten over voorzieningen op het terrein van zorg en welzijn. Pharos en Vilans ontwikkelden de cursus Zorg om elkaar voor oudere vluchtelingen en hun mantelzorgers. Omdat oudere vluchtelingen in kleine (taal)groepen verspreid over Nederland wonen, hebben Pharos en Vilans hun methodiek hierop aangepast. De methode gaat uit van gemengde taalgroepen en is sterk gestructureerd van opzet. In vijf bijeenkomsten krijgen de deelnemers voorlichting over de mogelijkheden voor ondersteuning en zorg in Nederland. Ook is er aandacht voor hun levensgeschiedenis, voor ouder worden in Nederland en voor steun bieden aan ouders. De cursus wil deelnemers handvatten bieden om zelfredzaam te blijven en hun kwaliteit van leven te verbeteren. De inhoud sluit aan bij meerdere Wmo-prestatievelden, zoals sociale samenhang, informatie, advies en cliëntondersteuning, mantelzorgondersteuning. Het doel en de aanpak van deze methoden zijn echter niet vergelijkbaar genoeg om onderzoek naar deze methoden mee te nemen als direct of indirect bewijs voor de werking van het 16 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

17 Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21e eeuw Contactgegevens ontwikkelaar Ontwikkelaar/licentiehouder van de interventie Naam Vilans (voorheen NIZW Kenniscentrum Ouderen) Adres Catherijnesingel GC Utrecht Website Contactpersoon Vilans Trainingsbureau Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 17

18 2. Onderbouwing 2.1 De ontwikkelgeschiedenis van de methode In het begin van de jaren 90 heeft het NIZW in het kader van het programma Voorlichting aan oudere migranten het voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland ontwikkeld (Nelissen, 1995). Doel van deze methode was: 1. Een stimulans geven aan de voorlichting aan oudere migranten over de voorzieningen op het terrein van wonen, welzijn en zorg. 2. Zicht krijgen op de wensen van ouderen op dit gebied. 3. Het aanbod van voorzieningen aan te passen aan de wensen van de ouderen. Deze methode is door de jaren heen diverse malen met succes uitgevoerd. Evaluatierapporten hierover zijn echter niet meer beschikbaar. In de loop van de tijd is de informatie in het voorlichtingsprogramma op de gebieden wonen, zorg en welzijn verouderd geraakt. In 2004 heeft het NIZW daarom het initiatief genomen om het voorlichtingsprogramma te herzien. Hieruit is de publicatie Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21ste eeuw voortgekomen. Alle informatie in deze methode is geactualiseerd. Daarnaast bleken de doelen 2 en 3 uit de oorspronkelijke methode niet haalbaar binnen een dergelijk voorlichtingsprogramma. Deze zijn daarom geschrapt in het herziene programma. Een ander verschil is dat de oorspronkelijke versie bestond uit een reeks van zes voorlichtingsbijeenkomsten, daar waar de nieuwe methode is uitgebreid naar acht bijeenkomsten. 2.2 Onderbouwing van de probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak De ontwikkelaar maakt voor de onderbouwing van de probleemanalyse, doel en doelgroep gebruik van twee onderzoeken van het SCP (Schellingerhout, 2004; 2004a). Risicogroep Uit onderzoek van het SCP (Schellingerhout, 2004) blijkt dat het aantal migranten- en vluchtelingenouderen de komende jaren flink zal toenemen. De stijging doet zich vooral voor in de hogere leeftijdsgroepen. In 2004 maakten oudere migranten nog 2.9% uit van het totale aantal 55-plussers in Nederland, in 2015 zal dit 5.2% zijn Het SCP (Schellingerhout, 2004) heeft tevens onderzocht in welke mate onder allochtone ouderen gesproken kan worden over kwetsbare ouderen. Kwetsbare ouderen worden hierin gedefinieerd als ouderen bij wie sprake is van een verstoorde balans tussen draagkracht en draaglast. Draaglast is het gevolg van het niet meer in staat zijn voor zichzelf te zorgen. Dit is afhankelijk van beschikbare hulpbronnen: voldoende inkomen en een sociaal netwerk. Op grond van deze definitie zou het aantal kwetsbare allochtone ouderen anno 2004 beperkt zijn, met name omdat allochtone ouderen veel mantelzorg ontvangen. Het SCP verwacht dat in de toekomst, door het ouder worden van de groep, de draaglast zal toenemen en een groter 18 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

19 beroep nodig zal zijn op de draagkracht van het sociale netwerk. Daarbij komt dat allochtonen een risicogroep vormen wat betreft sociale uitsluiting als gevolg van een lage opleiding, een hoog werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidspercentage, een laag inkomen en een slechte beheersing van de Nederlandse taal. Allochtone ouderen kampen vaak met psychische problemen, zoals vereenzaming en depressie. Ondergebruik voorzieningen voor ouderen In 2004 heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een uitgebreide publicatie uitgebracht over gezondheid en welzijn van allochtone ouderen (Schellingerhout, 2004a). De ontwikkelaar gebruikt deze publicatie voor de onderbouwing van haar probleemanalyse. De gezondheid en het welzijn van de grootste groepen allochtone ouderen worden in dit rapport vergeleken met de gezondheid en het welzijn van autochtone ouderen. Een aantal belangrijke conclusies onderbouwt de probleemstelling van de ontwikkelaar. Oudere migranten wonen minder vaak in voor ouderen geschikte woningen Oudere migranten wonen in vergelijking met Nederlandse ouderen (en met Nederlandse ouderen met dezelfde beperkingen) veel minder vaak in voor ouderen geschikte woningen. Dit wordt veroorzaakt doordat migranten en vluchtelingen: vaker in grote steden wonen, waar het moeilijk is om woningen aan te passen meer leunen op mantelzorg; dit maakt het belangrijk in de buurt van kinderen te (blijven) wonen vaak een laag inkomen hebben; geschikte woningen zijn vaak duurder dan de huidige woning en dus met een laag inkomen moeilijk op te brengen. Zolang er geen betaalbare voorzieningen zijn, zullen deze groepen bij toenemende vergrijzing terechtkomen in een verzorgings- of verpleeghuis. Dat is de verwachting van het SCP. Ondergebruik voorzieningen verzorging Ten aanzien van de medische voorzieningen concludeert het SCP dat hier geen sprake lijkt te zijn van ondergebruik. De problemen die hier aandacht vergen gaan over de communicatie tussen arts en patiënt. Bij de voorzieningen die op het vlak van de verzorging liggen, lijkt er wel sprake te zijn van ondergebruik. Dit ondergebruik komt doordat allochtone ouderen vaker gebruik maken van informele hulp. Een gedeelte van het ondergebruik heeft ook te maken met toegankelijkheidsproblemen, zoals: onbekendheid met voorzieningen problemen met aanvraagprocedures problemen met de culturele bepaaldheid van voorzieningen. Toenemende behoefte aan voorlichting en interculturalisatie van voorzieningen Het SCP geeft in haar rapport aan dat zij verwacht dat het beroep op welzijns- en zorgvoorzieningen zal toenemen en geeft aan dat dit extra aandacht vraagt voor de gesignaleerde toegankelijkheidsproblemen. Dat wil zeggen dat er meer aandacht moet komen voor voorlichting aan allochtone ouderen en voor de interculturalisatie van voorzieningen en meer hulp bij het aanvragen van voorzieningen (Schellingerhout, 2004a in Loog & Van Overbeek, 2006). Dit voorlichtingsprogramma speelt hierop in. Daarnaast wordt in de methode specifieke informatie gegeven over de grootste groepen migrantenouderen in Nederland. Deze kennis over de specifieke problemen die zij ondervinden bij het ouder worden in Nederland, kan in de methode gebruikt worden om de voorlichting op de Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 19

20 doelgroep toe te spitsen. 20 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

21 3. Onderzoek praktijkervaringen 3.1 Uitvoerende organisaties Het initiatief om dit voorlichtingsprogramma te organiseren kan bij veel organisaties liggen. Vaak zijn het GGD-instellingen of plaatselijke Stichtingen Welzijn Ouderen die het initiatief nemen. Er zijn onvoldoende gegevens bekend over de uitvoerende instanties om een indicatie te kunnen geven van de spreiding van het gebruik onder instanties en de regionale spreiding van het gebruik van de methode. 3.2 Praktijkervaringen van de professional De ontwikkelaar voert geen onderzoek of evaluaties aan naar de praktijkervaringen van de professional met de methode noch is dergelijk onderzoek bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch gevonden (zie 6.1). 3.3 Praktijkervaringen van de cliënt/burger De ontwikkelaar voert geen onderzoek of evaluaties aan naar de praktijkervaringen van de cliënt/burger met de methode noch is dergelijk onderzoek bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch gevonden (zie 6.1). 3.4 Praktijkvoorbeeld In de over de methode gevonden publicaties staan geen casestudies beschreven die illustreren hoe de methode in een specifiek geval in praktijk gebracht is. Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 21

22 4. Effectonderzoek 4.1 Directe aanwijzingen voor de effectiviteit Nederlandse primaire onderzoeken naar de effectiviteit van de methode De ontwikkelaar voert geen onderzoek aan naar de effectiviteit van de methode noch is dergelijk onderzoek bij de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch gevonden (zie 6.1). 4.2 Indirecte aanwijzingen voor de effectiviteit Studies in het buitenland en naar soortgelijke methoden De ontwikkelaar voert geen studies aan naar soortgelijke methoden, noch in Nederland, noch in het buitenland. Dergelijke studies zijn ook niet gevonden tijdens de door MOVISIE uitgevoerde literatuursearch (zie 6.1). 22 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

23 5. Conclusies 5.1 Samenvatting werkzame elementen Het voorlichtingsprogramma speelt in op de gesignaleerde behoefte aan meer aandacht voor de voorlichting aan allochtone ouderen met betrekking tot het beschikbare aanbod van welzijns- en zorgvoorzieningen (1, 2). Het voorlichtingsprogramma stimuleert ouderen om hun denkbeelden met betrekking tot het ouder worden in Nederland en de daarbij benodigde zorg te verhelderen en met anderen te bespreken (1). De deelnemers formuleren en verhelderen hun eigen verwachtingen en ideeën (1). Het voorlichtingsprogramma brengt deelnemers in direct contact met voorzieningen (1). De excursies brengen dat wat in de cursus wordt aangeboden heel dichtbij: de deelnemers ervaren het (1). Dat de deelnemers met het voorzieningenaanbod gaan kennismaken, verlaagt de drempel om daadwerkelijk te gaan deelnemen (1). Verklaring classificatie veronderstelde werkzame elementen: 1 = Veronderstelling ontwikkelaar 2 = Wetenschappelijke of theoretische onderbouwing 3 = Praktijkervaringen 4 = Wetenschappelijk effectonderzoek. Zie voor een toelichting de desbetreffende onderdelen van het werkblad. 5.2 Samenvatting effectonderzoek Er zijn geen wetenschappelijke onderzoeken gevonden die directe of indirecte aanwijzingen leveren voor de effectiviteit van de methode. Verklaring classificatie voor typering onderzoeksopzet: A = Experimenteel onderzoek in de praktijk en met follow-up B = Quasi-experimenteel onderzoek in de praktijk en met follow-up C = (Quasi-) experimenteel onderzoek, in de praktijk (zonder follow-up) D = (Quasi-) experimenteel onderzoek, niet in de praktijk E = Veranderingsonderzoek F = Monitoring Z = Geen van de voorgaande alternatieven. Zie voor een toelichting bijlage 3. Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 23

24 6. Verantwoording 6.1 Zoeken en selecteren van literatuur Zoekvraag en zoektermen De zoekvraag luidde: Wat is bekend over de onderbouwing en effectiviteit van het voorlichtingsprogramma voor migranten- en vluchtelingenouderen ten behoeve van het maken van hun eigen keuzes en hen bewust na te laten denken over hun behoeften op het gebied van wonen, welzijn en zorg? Op basis van de volgende zoektermen is gezocht naar literatuur over de methode: Ouder worden in Nederland Ouder worden in Nederland in de 21e eeuw Allochtonen + ouderen vluchtelingen + ouderen allochtone ouderen + voorlichting* + zorg* (behoeften) Ouder worden Voorlichting* allochtone* Voorlichting* allochtone ouderen Voorlichting* + allochto* Ouder worden allochtonen Marokk* Turks* Surina* Zoekstrategieën Beschikbaar materiaal is opgevraagd bij de ontwikkelaar. Er is gezocht in meerdere Nederlandse databanken, te weten: MOVISIE catalogus PiCarta Narcis HBO Kennisbank I-Database Gezond leven. Door middel van het checken van referenties is gezocht naar aanvullend materiaal. Door middel van internetresearch is gezocht naar toepassingen, literatuur en effectstudies en evaluatieverslagen met betrekking tot het voorlichtingsprogramma. Selecteren van literatuur Op basis van de titels en abstracts is een eerste selectie gemaakt. Vervolgens zijn de mogelijk interessante artikelen aangevraagd, in RefWorks gezet, doorgenomen en verder geselecteerd. Zie 6.2 voor geselecteerde literatuur. 24 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

25 6.2 Literatuur Loog, A. & Overbeek, R. van (2006). Voorlichtingsprogramma: Ouder worden in Nederland in de 21 e eeuw. Utrecht: NIZW. Nelissen, H. (1995). Voorlichtingspakket Ouder worden in Nederland. Utrecht: NIZW. Schellingerhout, R. (2004). Cijferrapport allochtone ouderen. Werkdocument 105. Den Haag: SCP. Schellingerhout, R. (red) (2004a). Gezondheid en welzijn van allochtone ouderen. Den Haag: SCP. Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 25

26 Bijlage 1 Toelichting effectonderzoek Voor het vaststellen van de effectiviteit van methoden (onderdeel 4 van het werkblad) moet het onderzoek hiernaar systematisch in kaart worden gebracht (bijlagen 2 en 3). Directe en indirecte aanwijzingen voor effectiviteit Er zijn twee typen aanwijzingen voor de effectiviteit van een methode: Directe aanwijzingen. Resultaten uit onderzoek die betrekking hebben op precies die methode die in het onderhavige document is beschreven. Indirecte aanwijzingen. Resultaten uit onderzoek naar andere methoden met hetzelfde doel en dezelfde doelgroep en aanpak. Deze worden hier verder aangeduid als soortgelijke methoden. Het gaat hier om: Resultaten uit onderzoek naar buitenlandse versies van de methode (zoals Motivational interviewing, de Amerikaanse variant van de Nederlandse Motiverende gespreksvoering). Resultaten uit onderzoek naar de effectiviteit van Nederlandse methoden die tot hetzelfde type of dezelfde familie behoren (zoals de Nederlandse activeringsmethoden die gebaseerd zijn op Supported employment). Soms zijn er onvoldoende directe aanwijzingen of kunnen relevante indirecte aanwijzingen de directe aanwijzigen ondersteunen. Bij de selectie van soortgelijke methoden is maatgevend in hoeverre de methode in de kern overeenkomt met de beschreven methode. Wanneer dit niet duidelijk is of wanneer de methode te zeer verschilt, is er geen sprake van een soortgelijke methode en dus ook niet van indirect bewijs voor effect. Wanneer een methode veelvuldig is onderzocht, is het aantal primaire onderzoeken soms te groot om binnen het kader van Effectieve sociale interventies te analyseren. Veelal zijn de primaire onderzoeken dan al geanalyseerd in reviews en metastudies. In dat geval gebruiken we de informatie uit deze overzichtsstudies. We volstaan dan met een globale analyse van de effectiviteit zoals gebleken uit de overzichtsstudies. Dit vullen we eventueel aan met een meer uitgebreide analyse van de (recente) primaire studies die (nog) niet in de overzichtsstudies zijn opgenomen. Kenmerken effectonderzoek Bij onderdeel 4 van het werkblad gaan we ervan uit dat er sprake is van een effectonderzoek wanneer er ten minste een nameting heeft plaats gevonden dat een cijfermatige indicatie geeft van het effect van een methode. Onderzoek naar de door professionals, burgers en/of cliënten ervaren effectiviteit van een methode nemen we mee in onderdeel 3 van het werkblad. Het methodologische gewicht van het effectonderzoek en de resultaten daarvan wordt onder meer bepaald door de aanwezigheid van een voor- en nameting, een controlegroep, de willekeurige samenstelling daarvan, de modelgetrouwheid van de methode en de uitvoering van een followupmeting. Het methodologische gewicht varieert van licht effectonderzoek (monitoring- of veranderingsonderzoek) tot zwaar effectonderzoek (Randomized Controlled Trial, RCT) en diverse vormen daar tussenin. Hoe zwaarder het effectonderzoek, hoe harder de uitspraken over de effectiviteit zijn. Dit wil niet zeggen dat er altijd gekozen moet worden voor zo zwaar mogelijk 26 * * * Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw

27 effectonderzoek. Welk type effectonderzoek het meest passend is, hangt af van de kenmerken en het ontwikkelingsstadium van de methode en de beschikbare financiële middelen. Bijlage 3 geeft een stapsgewijze uiteenzetting van de kenmerken per onderzoek en geeft een typering van de onderzoeksopzet. Het gaat daarbij om het objectief beschrijven van de kenmerken (onderdelen B t/m D). Externe deskundigen beoordelen in een later stadium de kwaliteit van het onderzoek (onderdelen E en F). Gemeten effecten In een tabel (bijlage 3, onderdeel G) worden de onderzoeksresultaten cijfermatig gepresenteerd. De onderzoeksresultaten kunnen aanwijzingen geven voor positieve, geen of negatieve effecten. Uitkomstmaten Effectonderzoeken beantwoorden een beperkt aantal vragen. De gestelde vragen worden aangeduid als uitkomstmaten. Alleen op deze uitkomstmaten wordt een effect gemeten. Er kan alleen iets over effect gezegd worden voor zover het betrekking heeft op één van de onderzochte uitkomstmaten. In bijlage 3 wordt het effect dan ook per uitkomstmaat aangegeven. Effectgrootte De mate waarin een resultaat als positief is aan te merken, is mede afhankelijk van de effectgrootte. Tot voor kort werd het effect van een methode vooral uitgedrukt in een statistisch significant verschil tussen voor- en nameting, of tussen voor- en nameting en follow-up, of tussen de nameting van de experimentele en controlegroep. Een probleem bij deze aanpak is dat grote verschilscores in kleine groepen vaak niet significant zijn. Bij grote groepen kunnen heel kleine verschillen weliswaar als zeer significant uit de bus komen, maar praktisch gezien van weinig waarde zijn. De laatste jaren wordt er vaak voor gekozen om naast de statistische significantie ook de zogeheten effectgrootte d ( effectsize, ook wel aangeduid met ES) te rapporteren. Dit is een index die aangeeft hoe groot het waargenomen verschil is tussen voor- en nameting of tussen experimentele (interventie-) en controlegroep. Er bestaan verschillende formules voor het berekenen van d. De bekendste is 1 : d = gemiddelde score nameting interventiegroep - gemiddelde score nameting controlegroep gepoolde standaarddeviatie van beide groepen De formule voor het berekenen van de gepoolde standaarddeviatie luidt daarbij als volgt: ( ((ni 1)sd i2 + (nc 1)sd c2 ) / (ni + nc 2) ) Hierbij staat de i voor interventiegroep of experimentgroep en de c voor controlegroep, sd i en sd c zijn de standaarddeviaties van respectievelijk de interventie- en controlegroep en ni en nc de steekproefgrootte van de interventie en controlegroep. 1 Zie Rossi, P.H., M.W. Lipsey & H.E. Freeman (2004). Evaluation. A systematic approach (7th ed.). Thousand Oaks: Sage. Methodebeschrijving Voorlichtingsprogramma Ouder worden in de 21 e eeuw * * * 27

Methodebeschrijving Op reis langs de voorzieningen. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Op reis langs de voorzieningen. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Op reis langs de voorzieningen Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Wilco Kruijswijk MOVISIE w.kruijswijk@movisie.nl Wilco Kruijswijk is

Nadere informatie

Methodebeschrijving Leren Balanceren. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Leren Balanceren. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Leren Balanceren Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Wilco Kruijswijk MOVISIE w.kruijswijk@movisie.nl Wilco Kruijswijk is projectmedewerker

Nadere informatie

Methodebeschrijving Senioren voor uw gemeente. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Senioren voor uw gemeente. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Senioren voor uw gemeente Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Jan Willem Maat MOVISIE (030) 789 22 32 j.vandemaat@movisie.nl Jan Willem

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Organisatie Contactpersoon Adres Postcode Plaats E-mail

Nadere informatie

Methodebeschrijving MOOI methodiek. Databank Effectieve Sociale Interventies

Methodebeschrijving MOOI methodiek. Databank Effectieve Sociale Interventies Methodebeschrijving MOOI methodiek Databank Effectieve Sociale Interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Christine Kuiper MOVISIE c.kuiper@movisie.nl 030 789 21 03 Christine Kuiper is organisatieadviseur

Nadere informatie

Voorlichtingsprogramma. Ouder worden in Nederland in de 21ste eeuw

Voorlichtingsprogramma. Ouder worden in Nederland in de 21ste eeuw Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21ste eeuw Voorlichtingsprogramma Ouder worden in Nederland in de 21ste eeuw Voorlichtingsprogramma welzijn-wonen-zorg voor oudere migranten en vluchtelingen

Nadere informatie

Methodebeschrijving Als muren kunnen. Databank Effectieve interventies huiselijk geweld

Methodebeschrijving Als muren kunnen. Databank Effectieve interventies huiselijk geweld Methodebeschrijving Als muren kunnen praten Databank Effectieve interventies huiselijk geweld Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Petra Snelders MOVISIE p.snelders@movisie.nl Petra Snelders is senior

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Voor meer informatie en contact www.nji.nl/jeugdinterventies centrumgezondleven@rivm.nl www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies

Nadere informatie

Methodebeschrijving Preventieve ondersteuning mantelzorg. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Preventieve ondersteuning mantelzorg. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Preventieve ondersteuning mantelzorg Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Rianne Cromwijk MOVISIE Rianne Cromwijk is projectmedewerker

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Bijeenkomst 7 Module Zorg thuis (2)

Bijeenkomst 7 Module Zorg thuis (2) Bijeenkomst 7 Module Zorg thuis (2) Doelen van deze bijeenkomst Doelen voor de cursusbegeleider: b laten kennismaken met het aanbod van de thuiszorg, inclusief hulpmiddelen b laten kennismaken met de ziekenboeg

Nadere informatie

Methodebeschrijving Flying Teams. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Flying Teams. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Flying Teams Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Charlotte Hanzon MOVISIE c.hanzon@movisie.nl 030 789 22 81 Charlotte Hanzon is projectmedewerker

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Methodebeschrijving Studiekringen van en voor ouderen. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Studiekringen van en voor ouderen. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Studiekringen van en voor ouderen Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Maartje Willemse Willemse Onderzoek en Advies mwadvies@xs4all.nl

Nadere informatie

Methodebeschrijving Your Right 2Choose! Databank Effectieve interventies huiselijk geweld

Methodebeschrijving Your Right 2Choose! Databank Effectieve interventies huiselijk geweld Methodebeschrijving Your Right 2Choose! Databank Effectieve interventies huiselijk geweld Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Els Kok MOVISIE E.Kok@movisie.nl Els Kok is senior projectleider van

Nadere informatie

Zwanger, Bevallen, een Kind! Cursus voor alle aanstaande ouders

Zwanger, Bevallen, een Kind! Cursus voor alle aanstaande ouders Zwanger, Bevallen, een Kind! Cursus voor alle aanstaande ouders Aya Crébas Programma - Voorstellen, ZBK gezamenlijk project - Optimale preventie begint voor de geboorte - Geboortecultuur en nieuwe Nederlanders

Nadere informatie

TOOLKIT Bekend maakt Bemind

TOOLKIT Bekend maakt Bemind TOOLKIT Bekend maakt Bemind 6. Migrantenouderen in cijfers Aantal migrantenouderen in Nederland Bron: (CBS-Statline, dec. 2016) Aantal AOW-gerechtigden in Nederland 3.059.000 Waarvan van migrantenafkomst

Nadere informatie

Methodebeschrijving Vriendschap, verkering, vrijen en kinderwens. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Vriendschap, verkering, vrijen en kinderwens. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Vriendschap, verkering, vrijen en kinderwens Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Nicole Doornink MOVISIE n.doornink@movisie.nl Nicole

Nadere informatie

Methodebeschrijving Assertiviteit Allochtone Mannen. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Assertiviteit Allochtone Mannen. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Assertiviteit Allochtone Mannen Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Oka Storms MOVISIE o.storms@movisie.nl 030 789 2168 Oka Storms is

Nadere informatie

Methodebeschrijving Particuliere Vervoersdienst. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Particuliere Vervoersdienst. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Particuliere Vervoersdienst Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Harry Wassenaar Stichting Welzijn Innovatiegroep Nederland info@stichtingwin.nl

Nadere informatie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie Doelen workshop Inzicht in wat er komt kijken bij het verspreiden en implementeren van je project.

Nadere informatie

Methodebeschrijving Naast de mantelzorger. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Naast de mantelzorger. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Naast de mantelzorger Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Maritta de Vries MOVISIE Maritta de Vries is projectmedewerker van de afdeling

Nadere informatie

Migrantenouderen in cijfers

Migrantenouderen in cijfers Migrantenouderen in cijfers Roelof Schellingerhout 1. Aantallen en demografie 2. Prognose 3. Inkomenspositie 4. Gezondheid en welzijn Aantallen en demografie Aantal (migranten) ouderen, 1 januari 2017

Nadere informatie

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking

De effectiviteit van preventieve. voorlichting aan migrantenouders in. Rotterdam over ggz problematiek en. licht verstandelijke beperking Nuray Dogan Nadia el Gharnati Erasmus Universiteit 19-11-2015 De effectiviteit van preventieve voorlichting aan migrantenouders in Rotterdam over ggz problematiek en licht verstandelijke beperking De Rotterdamse

Nadere informatie

Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen. Databank Effectieve sociale interventies

Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen. Databank Effectieve sociale interventies Groepsmaatschappelijk werk voor mannen met seksueel geweldervaringen Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Luc Brants MOVISIE 030 789 20 00 Luc Brants is projectleider

Nadere informatie

Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten - samenvatting uitkomsten- Amsterdam Edouard Buning november 2010

Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten - samenvatting uitkomsten- Amsterdam Edouard Buning november 2010 Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten - samenvatting uitkomsten- Amsterdam Edouard Buning november 2010 Inleiding Op verzoek van LOC Zeggenschap in Zorg heeft BuningAdvies

Nadere informatie

Quickscan cultuursensitiviteit van organisaties

Quickscan cultuursensitiviteit van organisaties Quickscan cultuursensitiviteit van organisaties DOEL VAN DE SCAN Het doel van de quickscan is de bestuurder, directie en management snel een globaal inzicht te verschaffen in de actuele stand van zaken

Nadere informatie

Project dichter bij de mens. Preventief allochtone ouderenzorg door t Roosendael (huisartsenpraktijk in de Donderberg)

Project dichter bij de mens. Preventief allochtone ouderenzorg door t Roosendael (huisartsenpraktijk in de Donderberg) Project dichter bij de mens Preventief allochtone ouderenzorg door t Roosendael (huisartsenpraktijk in de Donderberg) Feiten en Cijfers Aantal migrantenouderen in Nederland: Jaar 55+ 65+ 2010 183.000 72.000

Nadere informatie

Bijeenkomst 3 Module Actief zijn en blijven, ontmoeting (2)

Bijeenkomst 3 Module Actief zijn en blijven, ontmoeting (2) Bijeenkomst 3 Module Actief zijn en blijven, ontmoeting (2) Opgelet! Deze bijeenkomst duurt langer vanwege de excursie. Zie voor tips ter voorbereiding van de excursie het einde van bijeenkomst 1. Doelen

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Zorg na de diagnose. Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg

Zorg na de diagnose. Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg Zorg na de diagnose Emete Solmaz, specialist ouderengeneeskunde, Royaal Thuis Brian Sinnema, casemanager dementie, HWW Zorg Disclosure belangen sprekers Potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Methodebeschrijving Buurtreminiscentie. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Buurtreminiscentie. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Buurtreminiscentie Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Mara Verduin MOVISIE Mara Verduin is projectassistent Effectieve sociale interventies

Nadere informatie

Voor : Seniorenraad Arnhem : İdris Sancak Datum : 5 september 2014 Onderwerp : Turkse oudere Arnhemmers Bron : Movisie, NOOM, Spectrum

Voor : Seniorenraad Arnhem : İdris Sancak Datum : 5 september 2014 Onderwerp : Turkse oudere Arnhemmers Bron : Movisie, NOOM, Spectrum Voor : Seniorenraad Arnhem Van : İdris Sancak Datum : 5 september 2014 Onderwerp : Turkse oudere Arnhemmers Bron : Movisie, NOOM, Spectrum De Wmo is een participatiewet. Deze wet heeft als uitgangspunt

Nadere informatie

Methodebeschrijving Assertiviteit Allochtone Mannen. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Assertiviteit Allochtone Mannen. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Assertiviteit Allochtone Mannen Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Oka Storms MOVISIE o.storms@movisie.nl 030 789 2168 Oka Storms is

Nadere informatie

Een open gesprek met de cliënt en het netwerk maakt de samenwerking duurzaam

Een open gesprek met de cliënt en het netwerk maakt de samenwerking duurzaam Inspiratie voor hbo zorg en welzijn Informele zorg & Social Work aan de Christelijke Hogeschool Ede Een open gesprek met de cliënt en het netwerk maakt de samenwerking duurzaam Een open gesprek met de

Nadere informatie

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans EVEN VOORSTELLEN JENNEKE VAN PIJPEN v In veel verschillende rollen betrokken bij de ouderenzorg. v Tot 1 januari

Nadere informatie

VOORBEELD PROJECTPLAN

VOORBEELD PROJECTPLAN VOORBEELD PROJECTPLAN PROJECTOMSCHRIJVING / STAPPENPLAN / TIJDPAD 1. Inleiding Waarom een project over veiligheid? Een veilige woning en een veilige woonomgeving is voor iedereen belangrijk! Hoewel de

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Taallijn Deelcommissie: 3 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 8 oktober 2015 / 2 juni 2016 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Nadere informatie

Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten. Amsterdam Edouard Buning november 2010

Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten. Amsterdam Edouard Buning november 2010 Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten Amsterdam Edouard Buning november 2010 Inhoud Opzet van het onderzoek Zorg aan migranten Taalachtergrond migranten Voorlichtingsmateriaal

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

De rol van ervaringsdeskundigen in cliëntondersteuning

De rol van ervaringsdeskundigen in cliëntondersteuning Kennisdossier: De rol van ervaringsdeskundigen in cliëntondersteuning Deel 2 - Praktijkvoorbeelden en literatuur 1 Inhoudsopgave Uit de praktijk... 3 Interessante publicaties op een rij... 4 Online meer

Nadere informatie

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Methodebeschrijving Werk: een zorg minder! Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Werk: een zorg minder! Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Werk: een zorg minder! Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Nikki Brörmann MOVISIE Nikki Brörmann is vanuit Jonge Honden Junior Adviesbureau

Nadere informatie

Methodebeschrijving Op weg naar de gouden jaren. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Op weg naar de gouden jaren. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Op weg naar de gouden jaren Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Jan Willem van de Maat MOVISIE (030) 789 22 32 j.vandemaat@movisie.nl

Nadere informatie

Review. Oudercursus. Praktijkbeschrijvingskring Voorjaar 2011

Review. Oudercursus. Praktijkbeschrijvingskring Voorjaar 2011 Review Oudercursus Praktijkbeschrijvingskring Voorjaar 2011 Inhoudsopgave 0 Algemene opmerkingen... 4 1 Beschrijving... 4 1.1. Definitie en omschrijving... 4 1.2. Doelgroep... 4 1.3. Doelen... 4 1.4. Werkwijze/aanpak...

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting In Nederland is het Cerebro Vasculair Accident (CVA= hersenbloeding of herseninfarct) de derde doodsoorzaak. Van degenen die getroffen worden door een CVA overleeft ongeveer 75%. Veel van

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap:

De Onderwijsraad heeft in deze zes kerndoelen geformuleerd waar het primair onderwijs aan moet voldoen inzake Actief Burgerschap: Actief Burgerschap Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Actief Burgerschap: een nadere kennismaking 3 3. Actief Burgerschap: een doel en een middel 4 4. Actief Burgerschap: Hoe leren we dit aan? 5 5. Actief

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 Erkenning van interventies Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 1 Algemeen De erkenningscommissie kan een interventie op de volgende niveaus erkennen: 1. Goed onderbouwd 2.1 Effectief

Nadere informatie

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur

Inleiding. Doelen en uitgangspunten van het gemeentebestuur Inleiding TRILL is een methodiek die de verantwoordelijkheden en de te leveren prestaties van betrokken partijen in kaart brengt. Zo moet de ambtenaar de beleidsdoelstellingen die door het gemeentebestuur

Nadere informatie

Methodebeschrijving Vrienden maken kun je leren. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Vrienden maken kun je leren. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Vrienden maken kun je leren Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Jan Willem van de Maat MOVISIE 030 789 22 32 j.vandemaat@movisie.nl Jan

Nadere informatie

Een studie naar de effecten van de Verhalentafel op bewoners van zeven verzorgingshuizen/woonzorgcentra

Een studie naar de effecten van de Verhalentafel op bewoners van zeven verzorgingshuizen/woonzorgcentra De Verhalentafel Een studie naar de effecten van de Verhalentafel op bewoners van zeven verzorgingshuizen/woonzorgcentra Amsterdam, februari 2005 - Samenvatting J.J. Nieuwesteeg J.P. Osté L. Horn C.P.M.

Nadere informatie

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005

Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005 Effectieve zorg bestaat uit effectieve methodieken, maar hoe effectief is effectief? Jan Willem Veerman Ede, 28 september 2005 Het ideaal Er zijn problemen en/of risicofactoren Waarvoor een behandeling

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Methodebeschrijving Kulturhuske. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Kulturhuske. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Kulturhuske Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Barbara Panhuijzen MOVISIE b.panhuijzen@movisie.nl 030 789 20 79 Barbara Panhuijzen is

Nadere informatie

Verantwoording en dank

Verantwoording en dank 204 Zorg om mensen met dementie Verantwoording en dank Dit boek bouwt voort op de inzichten die ik heb verwoord in Dement: zo gek nog niet en verscheen eerder als Dementie dichterbij in de reeks Cahiers

Nadere informatie

50plusnet. Databank Effectieve sociale interventies

50plusnet. Databank Effectieve sociale interventies 50plusnet Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Jan Willem van de Maat MOVISIE j.vandemaat@movisie.nl 030-789 22 32 Jan Willem van de Maat is projectmedewerker

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Methodebeschrijving Ongekend Talent. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Ongekend Talent. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Ongekend Talent Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Barbara Panhuijzen MOVISIE 030 789 20 79 b.panhuijzen@movisie.nl Barbara Panhuijzen

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

Verslag het project ABBA /VL/5998 migranten actief betrekken bij mantelzorg 2016 bijeenkomsten Dialooghuis

Verslag het project ABBA /VL/5998 migranten actief betrekken bij mantelzorg 2016 bijeenkomsten Dialooghuis Beeklaan 167 2562AD Den Haag Verslag het project ABBA /VL/5998 migranten actief betrekken bij mantelzorg 2016 bijeenkomsten Dialooghuis Verslag de tweede fase het project migranten actief betrekken bij

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Bijeenkomst 8 Module Informatie, advies en begeleiding

Bijeenkomst 8 Module Informatie, advies en begeleiding Module Informatie, advies en begeleiding Doelen van deze bijeenkomst Doelen voor de cursusbegeleider: b persoonlijk contact tot stand brengen tussen deelnemers en hulpverleners en verwijzers b overbrengen

Nadere informatie

Bijlage. My Identity

Bijlage. My Identity Bijlage My Identity Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie My Identity, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies

Nadere informatie

Methodiekbeschrijving Januari 2008. Laat Zien Wat Je Kunt

Methodiekbeschrijving Januari 2008. Laat Zien Wat Je Kunt Methodiekbeschrijving Januari 2008 Laat Zien Wat Je Kunt Deel 1: Methodiekbeschrijving Het is bij de juiste methodiekvaststelling bepalend uit welke personen de doelgroep bestaat. De methodiek is vooral

Nadere informatie

Vele kralen maken een ketting Training Wat kan ik doen om (andere) ouderen te helpen?

Vele kralen maken een ketting Training Wat kan ik doen om (andere) ouderen te helpen? Vele kralen maken een ketting Training Wat kan ik doen om (andere) ouderen te helpen? Vijf bijeenkomsten van 2 2,5 uur (aansluitend eten) Eerste bijeenkomst Benodigdheden Flip over Stiften Papier Memobriefjes

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK TJJ Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK Belang van algemeen jongerenwerk voor positie van migrantenjongeren

Nadere informatie

Huiselijk geweld in Limburg

Huiselijk geweld in Limburg Huiselijk geweld in Limburg De Limburgse Gezondheidsenquête Inleiding In het kader van het landelijke pilot-project Vrouwenveiligheidsindex (VVI) hebben de gezamenlijke Limburgse GGD en een extra rapportage

Nadere informatie

Voor mantelzorgers en vrijwilligers

Voor mantelzorgers en vrijwilligers Voor mantelzorgers en vrijwilligers Cursus en Thema 2014 VRIJWILLIGERS Basiscursus (voor nieuwe vrijwilligers) Aantal bijeenkomsten: 3 In drie bijeenkomsten maken nieuwe vrijwilligers kennis met diverse

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Evaluatie AVEM project 2018

Evaluatie AVEM project 2018 Evaluatie AVEM project 2018 Hengelo, 12 februari 2019 Aanleiding Enige jaren terug heeft Gemeente Hengelo in het kader van transformatie besloten om de zorg anders in te richten. Daarbij zag men kansen

Nadere informatie

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud Voorwoord Ongeveer twee jaar geleden publiceerde het Nibud Geld en Gedrag, Budgetbegeleiding voor de beroepspraktijk. Het boek werd enthousiast ontvangen door het werkveld, vooral vanwege de competenties

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Methodebeschrijving Moeder-kindcursus

Methodebeschrijving Moeder-kindcursus Methodebeschrijving Moeder-kindcursus Een preventieve cursus voor jonge kinderen tot zes jaar die getuige zijn (geweest) van huiselijk geweld en hun moeders Databank Effectieve interventies huiselijk geweld

Nadere informatie

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht.

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht. Vierde nationaal congres opvoedingsondersteuning Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht. Ede,1 juni 2012 1 Opbouw workshop Coach je kind Kort voorstellen, warming up Presentatie van

Nadere informatie

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT

BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Bijlage 4 BETREFT ZRM METING EN ANALYSE en METING MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Voor een deel van de verantwoording voor het eerste halfjaar van 2016 is gebruik gemaakt van de ZelfRedzaamheid Matrix. Hieronder

Nadere informatie

Uitdagingen in de multiculturele praktijk

Uitdagingen in de multiculturele praktijk 12 uit de praktijk Kernproblemen Uitdagingen in de multiculturele praktijk Vraag een fysiotherapeut die werkzaam is in een achterstandswijk naar zijn ervaringen met allochtone patiënten en de kans is groot

Nadere informatie

Foto: Marieke Viergever. Verslag van een kleinschalig impactonderzoek

Foto: Marieke Viergever. Verslag van een kleinschalig impactonderzoek Foto: Marieke Viergever Verslag van een kleinschalig impactonderzoek Verslag van een kleinschalig impactonderzoek ten aanzien van het project Kerk, Kinderen en Armoede Sinds 2017 voert Kerk in Actie het

Nadere informatie

De b-learning is bedoeld voor verzorgenden werkzaam in de thuiszorg of in het verpleeg- of verzorgingshuis.

De b-learning is bedoeld voor verzorgenden werkzaam in de thuiszorg of in het verpleeg- of verzorgingshuis. Blended learning mantelzorg, Doelgroep verzorgenden Docentenhandleiding fysieke bijeenkomst Inleiding Zorgen voor een naaste is een liefdevolle en dankbare taak. Mantelzorg, ook wel informele zorg genoemd,

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.

Nadere informatie

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Criteria en procedure Datum Movisie Utrecht, maart 2015, versie 1.1 Utrecht, maart 2015, versie 1.1 * Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief, Criteria en procedure

Nadere informatie

Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders

Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders Voor wie? Deze brochure is bedoeld voor alle beroepskrachten die met Triple P werken of daar in de toekomst mee aan de slag willen gaan. Triple

Nadere informatie

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Toegespitst op kankerzorg dr. Mohamed Boulaksil Cardioloog i.o. Pharos Utrecht, 18 juni 2013 Indeling Definitie van begrippen Epidemiologische verschillen migrant

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Methodiekbeschrijving Juridische Begeleiding

Methodiekbeschrijving Juridische Begeleiding Methodiekbeschrijving Juridische Begeleiding Inleiding Slachtoffers van mensenhandel vormen een specifieke doelgroep met complexe problemen. Veel van hen hebben steun nodig om te herstellen van traumatische

Nadere informatie

Methodebeschrijving Activerend huisbezoek bij ouderen. Databank Effectieve sociale interventies

Methodebeschrijving Activerend huisbezoek bij ouderen. Databank Effectieve sociale interventies Methodebeschrijving Activerend huisbezoek bij ouderen Databank Effectieve sociale interventies Deze methodebeschrijving is gemaakt door: Renske van der Zwet MOVISIE 030-789 2254 r.vanderzwet@movisie.nl

Nadere informatie

Maak kennis met de oudere migrant. Freddy May & Lucia Lameiro Garcia

Maak kennis met de oudere migrant. Freddy May & Lucia Lameiro Garcia Maak kennis met de oudere migrant Freddy May & Lucia Lameiro Garcia Festival Rotterdam wordt ouder Rotterdam, 13 maart 2018 1 We bespreken: De (positie van de) oudere migrant o algemene trends en verwachtingen

Nadere informatie