BIJLAGE 1: TERMINOLOGIE. 1.1 Brand : geheel van de verschijnselen behorend bij een niet-gecontroleerde schadebrengende verbranding.
|
|
- Herman Smet
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 ALGEMENE DEFINITIES. 1.1 Brand : geheel van de verschijnsel behord bij e niet-gecontroleerde schadebrgde verbranding. 1.2 Definities inzake het geheel van het gebouw Hoogte h van e gebouw : De hoogte h van e gebouw is convtioneel de afstand tuss het afgewerkte vloerpeil van de hoogste bouwlaag het laagste peil van de door de brandweerwags bruikbare weg omhe het gebouw. Het dak met uitsluitd technische lokal wordt bij deze hoogtemeting niet meegerekd Volgs hun hoogte onderscheidt m : De hoge gebouw (HG) : dege waarvan de hoogte h groter is dan 25 m HG : h > 25 m De middelhoge gebouw (MG) : dege waarvan de hoogte h gelijk is aan of begrep is tuss 10 m 25 m MG : 10 m h 25 m De lage gebouw (LG) : dege waarvan de hoogte h kleiner is dan 10m LG : h < 10 m 1.3 Bouwproduct : product zoals gedefinieerd in artikel 1, 7 van het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 inzake de voor de bouw bestemde product. 1.4 Bouwelemt: elemt gevormd uit één of meerdere bouwproduct met als functie in het gebouw: 1. drag zonder brandscheidde functie (wand, vloer, dak, balk, kolomm, trapp); 2. drag met brandscheidde functie (wand, vloer, dak ); 3. bescherm van elemt of onderdel van bouwwerk (verlaagde plafonds); 4. niet-dragd elemt zijn of deel van e bouwwerk zijn of e product daarvoor (beschott of wand, plafonds, gevels, deur, luik, liftdeur, leidingkokers technische schacht); 5. bestemd zijn voor technische installaties (kanal, klepp, kabels, ). 1.5 Wand : al dan niet verticaal bouwelemt dat twee volumes scheidt; e binnwand bevindt zich tuss twee binnomgeving; e buitwand bevindt zich tuss e binn- e buitomgeving Compartimtwand : e compartimtwand is e binnwand die zich bevindt tuss twee compartimt. 1.6 Compartimt : deel van e gebouw begrsd door wand die de brandvoortplanting naar het aanliggde compartimt of compartimt gedurde e bepaalde tijd di te belett. E compartimt is al dan niet onderverdeeld in lokal Oppervlakte S van e compartimt : horizontale brutooppervlakte zonder ige aftrek gemet 3/224
2 tuss de binnvlakk der compartimtswand Aantal gebruikers n p van e compartimt : Stel: S = de oppervlakte van e compartimt, uitgedrukt in m² (zie 1.6.1); S" = de oppervlakte van e compartimtsgedeelte waarvan het aantal gebruikers nauwkeurig kan bepaald word op basis van het vast meubilair, uitgedrukt in m²; S' = S - S", uitgedrukt in m²; n p = het aantal gebruikers van e compartimt; nr = het aantal gebruikers van e compartimt dat nauwkeurig kan bepaald word op basis van het vast meubilair. Voor gebouw zoals bedoeld in de bijlag 2, 3 4 wordt de waarde van np convtioneel als volgt bepaald : - voor lokal niet toegankelijk voor publiek wordt het aantal gebruikers np t minste gelijk gesteld aan S/10. - voor lokal toegankelijk voor publiek wordt het aantal gebruikers np t minste gelijk gesteld aan S/3. Indi het aantal gebruikers nr van e compartimtsgedeelte nauwkeurig kan bepaald word op basis van het vast meubilair, dan is : n p = nr + S'/10, voor lokal niet toegankelijk voor publiek ou n p = nr + S'/3, voor lokal toegankelijk voor publiek. 1.7 Onafgewerkte vloer : horizontale ruwe wand, dragd scheidd, omvattd : de dragde del, de vloerplat, de tussliggers de evtuele vulling, waarbij het geheel de ruwbouw van de vloer vormt. 1.8 Plafond : bouwelemt dat het ondervlak van de vloer of van het dak bedekt zijn draagstructuur bestaande uit de ophanging, de bevestiging het evtuele isolatiemateriaal. Het plafond kan onmiddellijk teg de structurele elemt van het gebouw bevestigd word of e verlaagd plafond zijn. 1.9 Afgewerkte vloer : horizontale wand die de scheiding vormt tuss e bouwlaag van e gebouw de onmiddellijk hogere of onmiddellijk lagere bouwlaag; deze wand omvat gewoonlijk de volgde drie del : a) de vloerbedekking (evtueel samgesteld uit : rokk, isolatielag, zwevde vloer,...); b) de onafgewerkte vloer; c) het plafond. Het is mogelijk dat de del a) c) niet bestaan Tussvloer : e tussvloer is e horizontale geslot vloer, in e compartimt, die niet uitsluitd voor circulatie gebruikt wordt, maar waarop ook goeder machines kunn geplaatst zijn. Het aantal tussvloer van e compartimt is het maximaal aantal tussvloer dat door e willekeurige verticale lijn wordt doorlop Op vloer : e op vloer is voorzi van gelijkmatig verdeelde oping die minsts 25 % van de oppervlakte bestrijk; die vloer wordt niet als tussvloer beschouwd Verlaagd plafond : opgehang of zelfdragd plafond. 4/224
3 1.11 Bouwlaag : bedoeld wordt de ruimte tuss e vloer het daarbov liggd plafond. De bouwlag geleg onder het niveau E i zijn kelderverdieping kom niet in aanmerking voor het bepal van het aantal bouwlag van e gebouw Gebouw : elke bouwconstructie die e voor ms toegankelijke overdekte ruimte vormt, geheel of gedeeltelijk met wand omslot; industriële installaties (zoals chemische installaties tankpark) kunstwerk (brugg, tunnels, ) word niet beschouwd als gebouw Op parkeergebouw : e parkeergebouw waarvan elk niveau over twee tegovergestelde gevels beschikt die aan de volgde voorwaard voldo: a) deze gevels staan over hun gehele lgte maximaal 60 m uit elkaar; b) elk van deze gevels bevat oping waarvan de nuttige oppervlakte minsts 1/6 van de totale oppervlakte van de verticale binn- buitwand van de omtrek van deze bouwlaag is; c) de oping zijn gelijkmatig verdeeld over de lgte van elk van de twee gevels; d) tuss deze twee gevels zijn evtuele obstakels toegestaan, voor zover de nuttige oppervlakte voor de luchtdoorstroming, waarbij reking gehoud wordt met e volledige bezetting van de parkeerplaats, minsts gelijk is aan de oppervlakte van de oping die vereist is in elk van deze gevels; e) de horizontale afstand in op lucht tuss deze gevels elk buitobstakel moet minsts 5 m bedrag Industriegebouw : e gebouw of gedeelte van e gebouw, dat omwille van zijn constructie inrichting bestemd is voor doeleind van bedrijfsmatige bewerking of opslag van material of goeder, het bedrijfsmatig tel of opslaan van gewass of het bedrijfsmatig houd van dier Opslagplaats : e opslagplaats is e overdekt geheel, dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de opslag, overslag /of distributie van goeder, ongeacht de duur ervan, bestaande uit één of meerdere gebouw met de evtueel daaraan verbond luifels /of bijhorde constructies Structurele elemt : de structurele elemt zijn de bouwelemt die de stabiliteit van het geheel of van e gedeelte van het gebouw verzeker, zoals kolomm, dragde wand, hoofdbalk, afgewerkte vloer andere esstiële del die het geraamte of skelet van het gebouw vorm, die bij bezwijk aanleiding gev tot voortschrijdde instorting. Voortschrijdde instorting treedt op indi het bezwijk van e constructieonderdeel aanleiding geeft tot bezwijk van onderdel van het gebouw die zich niet bevind in de onmiddellijke omgeving van het beschouwde onderdeel indi de draagkracht van het overblijvde bouwwerk onvoldode is om de optredde belasting te drag. De structurele elemt word als volgt ingedeeld: 1 structurele elemt type I: elemt die bij bezwijk aanleiding gev tot e voortschrijdde instorting die zich kan uitstrekk over de compartimtgrz he of die aanleiding geeft tot de beschadiging van de compartimtwand; 2 structurele elemt type II: elemt die bij bezwijk aanleiding gev tot e voortschrijdde instorting, maar niet over de compartimtgrz he. De voorschrift voor structurele elemt waarvan het type niet is gepreciseerd zijn van toepassing op alle structurele elemt Lokal met nachtbezetting : lokal hun omgeving die door hun aard bestemd zijn voor nachtrust Lokal met dagbezetting : andere lokal dan de lokal met nachtbezetting. 5/224
4 1.18 Duplex : het compartimt dat gevormd wordt door twee bov elkaar geplaatste bouwlag met e binnverbindingstrap Looplijn : de looplijn wordt convtioneel als volgt bepaald : - bij steektrapp scheluwe trapp, ongeacht hun breedte, ligt de looplijn in het midd van de trap; - bij spiltrapp, draaitrapp spilsteektrapp breder dan 0,75 m, ligt de looplijn op minsts 0,4 m hoogsts 0,6 m van de binnkant van de leuningzone of van de spil, op minsts 0,35 m van de buitrand van de tred; - bij spiltrapp, draaitrapp spilsteektrapp smaller dan 0,75 m ligt de looplijn in het midd Zelfredzaam : met fysische /of psychische mogelijkheid om zichzelf onmiddellijk in veiligheid te brg zonder fysieke hulp van derd Niet zelfredzaam : niet in de mogelijkheid zich fysisch /of psychisch onmiddellijk in veiligheid te brg zonder fysieke hulp van derd Wakd : in staat om e begin van brand of e alarm onmiddellijk op te merk navant te reager Slapd : niet in staat om e begin van brand of e alarm onmiddellijk op te merk of navant te reager Grodak: dak bedekt met vegetatie de nodige lag voor de groei ervan (drainage, substraat,...) Omliggde vegetatie: elke vegetatie waarvan de horizontale afstand t opzichte van e refertiepunt maximum 3 m bedraagt Grs van de omliggde vegetatie: de grs van de omliggde vegetatie t opzichte van de refertieas is e fictieve lijn onder e hoek van 45 die de omliggde vegetatie niet mag overschrijd die vastgelegd wordt door de volgde vergelijking: waarbij h v,max = d v - 0,4 m + h e h v,max de maximale hoogte aangeeft van de omliggde vegetatie op het beschouwde punt; d v h e de horizontale afstand aangeeft tuss het beschouwde punt van de omliggde vegetatie de refertieas; de hoogte aangeeft van het elemt dat e compartimteringsfunctie heeft dat op de refertieas geplaatst is. 2 BRANDWERENDHEID. De brandwerdheid behelst het vermog van e bouwelemt om gedurde e bepaalde tijdsduur te voldo aan de voor de standaardproef voor de brandwerdheid gespecificeerde criteria t aanzi van de dragde functie, de vlamdichtheid /of thermische isolatie. Het indelingssysteem voor het gedrag bij brand van voor de bouw bestemde product, bouwwerk del daarvan is beschrev in de bijlage van de beschikking van de Commissie 2000/367/EG van 3 mei 2000 ter uitvoering van de richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake de 6/224
5 indeling van voor de bouw bestemde product, bouwwerk del daarvan in klass van materiaalgedrag bij brand, gewijzigd door de beschikking 2003/629/EG van 27 augustus Algeme beoordeling van bouwelemt De prestatie met betrekking tot de brandwerdheid van e bouwelemt wordt geattesteerd : 1 door de informatiegegevs bij de CE-markering; 2 bij gebrek aan CE-markering : a) door e classificatierapport voor de desbetreffde toepassing opgemaakt door e laboratorium of e certificatieorganisme uit e Lidstaat van de Europese Unie of uit e ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, dat de waarborg inzake onafhankelijkheid bekwaamheid zoals vastgelegd in de norm van de reeks EN of NBN EN ISO/IEC aantoont; Dat classificatierapport is gebaseerd op één van de volgde evaluatieprocedures : 1) één of meerdere beproeving uitgevoerd volgs de Europese norm ter zake; 2) [ ] 3) één of meerdere beproeving uitgevoerd volgs e norm of technische specificatie van e andere lidstaat van de Europese Unie of van e ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, waarbij e gelijkwaardige graad van bescherming wordt gegarandeerd; 4) e analyse van beproevingsresultat die leidt tot e welbepaald toepassingsgebied; b) door e berekingsnota uitgewerkt volgs e methode goedgekeurd door de Minister van Binnlandse Zak, volgs de procedure de voorwaard die hij vastlegt; c) door de informatie bij e BENOR- /of ATG-goedkeuring, of door e gelijkwaardige beoordeling aanvaard in e andere lidstaat van de Europese Unie of in e ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte; d) door het proefverslag van e proef uitgevoerd volgs de norm NBN Specifieke beoordeling van de brandwerde deur 1. Vereist betreffde de brandwerde deur 1 De brandweerstand van de deur wordt getest volgs de norm NBN EN NBN EN Bovdi word de brandwerde deur getest : a) volgs de testnorm NBN EN 951 NBN EN 1294 voor wat betreft de afmeting; b) volgs de testnorm NBN EN 952 NBN EN 1294 voor wat betreft de vlakheid; c) volgs de testnorm NBN EN 947, NBN EN 948, NBN EN 949 NBN EN 950 voor wat betreft de mechanische prestaties; d) volgs de testnorm NBN EN 1191 NBN EN wat betreft de mechanische duurzaamheid. 3 De minimale vereiste prestaties voor de in punt 2 geteste kmerk zijn, respectievelijk, de volgde : a) klasse (D)2 volgs de classificatiorm NBN EN 1529; b) klasse (V) 2 volgs de norm NBN EN 1530, klasse (V)1 naargelang van het klimatologische sollicitatiiveau volgs de classificatiorm NBN EN 12219; c) klasse (M)2 volgs de classificatiorm NBN EN 1192; d) klasse (f)4 volgs de classificatiorm NBN EN /224
6 De vereist betreffde de mechanische duurzaamheid word naargelang van het gebruik van de deur strger gemaakt, overekomstig de aanbeveling van de norm NBN EN De brandwerde deur mak, met betrekking tot de vereist inzake brandwerdheid de minimale vereist bepaald in punt 3, het voorwerp uit van e verklaring van overestemming volgs het systeem beschrev in punt 2, i) van de bijlage II van het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 betreffde de bouwproduct, met uitzondering van de steekproefsgewijze controle van in de fabriek, op de markt of op de bouwplaats gom monsters. 2. Vereist betreffde de plaatsing van de brandwerde deur De brandwerde deur moet geplaatst word volgs de plaatsingsvoorwaard waarvoor ze hun classificatie inzake brandwerdheid bekom hebb. 3 REACTIE BIJ BRAND. Gedrag van e materiaal dat in gespecificeerde testomstandighed, door zijn eig ontbinding, e vuur waaraan het blootgesteld wordt, voedt. 3.1 [Classificatiesysteem van de kmerk inzake de reactie bij brand van de bouwproduct] Het classificatiesysteem van de kmerk inzake de reactie bij brand van de bouwproduct wordt beschrev in de hierna vermelde tabell 1, 2 3. De volgde symbol definities word gebruikt : ΔT m t f PCS FIGRA THR 600s LFS SMOGRA TSP 600s Fs Temperatuurstijging Massaverlies Duur van de ontvlamming Bruto calorische waarde Brandvoortplantingssnelheid Totale warmteafgifte Laterale vlamuitbreiding Rookontwikkelingssnelheid Totale rookproductie Vlamuitbreiding Materiaal : e kelvoudige basisstof of e gelijkmatig verdeeld (homoge) mgsel van stoff, bijvoorbeeld metaal, ste, hout, beton, minerale wol met e gelijkmatig verdeeld bindmiddel, polymer. Homoge product : e product bestaande uit één kel materiaal met e gelijke dichtheid 8/224
7 KLASSE Federale Overheidsdist Binnlandse Zak samstelling van het gehele product. Niet-homoge product : e product dat niet aan de omschrijving van e homoge product voldoet. Het is e product dat is samgesteld uit één of meer wezlijke /of niet-wezlijke onderdel. Wezlijk onderdeel : e materiaal dat e belangrijk deel van e niet-homoge product uitmaakt. E laag met e massa per oppervlakte-eheid 1,0 kg/m2 of e dikte 1,0 mm wordt als wezlijk onderdeel beschouwd. Niet-wezlijk onderdeel : e materiaal dat ge belangrijk deel van e niet-homoge product uitmaakt. E laag met e massa per oppervlakte-eheid < 1,0 kg/m2 e dikte < 1,0 mm wordt als niet-wezlijk onderdeel beschouwd. Twee of meer niet-wezlijke lag die aan elkaar grz (d.w.z. zonder één of meer wezlijke onderdel tuss de lag) word als één niet-wezlijk onderdeel beschouwd moet daarom sam voldo aan de eis voor e laag die e niet-wezlijk onderdeel is. Voor niet-wezlijke onderdel geldt het volgde onderscheid tuss inwdige niet-wezlijke onderdel uitwdige niet-wezlijke onderdel : - inwdig niet-wezlijk onderdeel: e niet-wezlijk onderdeel dat aan beide zijd wordt afgedekt door t minste één wezlijk onderdeel. - uitwdig niet-wezlijk onderdeel: e niet-wezlijk onderdeel dat aan één zijde niet wordt afgedekt door e wezlijk onderdeel. KLASSEN VAN MATERIAALGEDRAG BIJ BRAND VAN BOUWPRODUCTEN MET UITZONDERING VAN VLOEREN, LINEAIRE WARMTE-ISOLATIEPRODUCTEN VOOR BUIZENEN ELEKTRISCHE LEIDINGEN TEST-METHODE(S) INDELINGSCRITERIA VERPLICHTE AANVULLENDE VERKLARING A1 NBN EN ISO 1182( 1 ) NBN EN ISO 1716 A2 NBN EN ISO 1182( 1 ) of NBN EN ISO 1716 ΔT 30 C; Δm 50 %; t f =0 (d.w.z. ontvlamming niet in stand gehoud) PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 1 ); PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 2 )( 2a ); PCS 1,4 MJ.m-² ( 3 ); PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 4 ) ΔT 50 C; Δm 50 %; t f 20 s PCS 3,0 MJ.kg-¹ ( 1 ); PCS 4,0 MJ.m-² ( 2 ) ; 9/224
8 PCS 4,0 MJ.m-² ( 3 ) ; PCS 3,0 MJ.kg-¹ ( 4 ) NBN EN (SBI) FIGRA 120 W.s-¹; LFS < rand van het proefstuk; THR 600s 7,5 MJ Rookproducties ( 5 ), brandde druppels/ deeltjes( 6 ) B NBN EN (SBI); FIGRA 120 W.s-¹; LFS < rand van het proefstuk; THR 600s 7,5 MJ Rookproducties ( 5 ), brandde druppels/ deeltjes( 6 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm binn 60 s Blootstelling= 30s C NBN EN (SBI); et FIGRA 250 W.s-¹; LFS < rand van het proefstuk; THR 600s 15 MJ Rookproducties ( 5 ), brandde druppels/ deeltjes ( 6 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm binn 60 s Blootstelling = 30s D NBN EN (SBI); FIGRA 750 W.s-¹ Rookproducties ( 5 ), brandde druppels/ deeltjes ( 6 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm binn 60 s Blootstelling = 30s E NBN EN ISO ( 8 ): F Blootstelling = 15s Fs 150 mm binn 20 s Ge prestatie bepaald Tabel 1 Brandde druppels/ deeltjes ( 7 ) ( 1 ) Voor homoge product wezlijke onderdel van niet-homoge product. ( 2 ) Voor elk uitwdig niet-wezlijk onderdeel van niet-homoge product. ( 2a ) Als alternatief, alle externe niet-wezlijke onderdel met e PCS 2,0 MJ.m 2, mits het product aan de volgde criteria van NBN EN (SBI) beantwoordt: FIGRA 20 W.s 1; LFS < rand van het proefstuk THR600s 4,0 MJ; s1; d0. ( 3 ) Voor elk inwdig niet-wezlijk onderdeel van niet-homoge product. ( 4 ) Voor het gehele product. ( 5 ) s1 = SMOGRA 30m 2.s 2 TSP 600s 50m2; s2 = SMOGRA 180m 2.s 2 TSP 600s 200m 2 ; s3 = niet s1 of s2. ( 6 ) d0 = ge brandde druppels/deeltjes in NBN EN (SBI) binn 600s; d1 = ge brandde druppels/deeltjes langer dan 10 s in NBN EN (SBI) binn 600 s; d2 = niet d0 of d1; ontbranding van het papier in NBN EN ISO leidt tot indeling in d2. 10/224
9 KLASSE Federale Overheidsdist Binnlandse Zak ( 7 ) Voldoet = ge ontbranding van het papier; voldoet niet = ontbranding van het papier (indeling d2). ( 8 ) Bij oppervlakteblootstelling aan vlam, indi relevant voor de uiteindelijke toepassing van het product, blootstelling van de rand aan de vlam. KLASSEN VAN MATERIAALGEDRAG BIJ BRAND VAN BOUWPRODUCTEN VOOR VLOEREN TEST-METHODE(S) INDELINGSCRITERIA VERPLICHTE AANVULLENDE VERKLARING A1 FL NBN EN ISO 1182( 1 ) et NBN EN ISO 1716 A2 FL NBN EN ISO 1182( 1 ) of NBN EN ISO 1716 ΔT 30 C; Δm 50 %; t f =0 (ontvlamming niet in stand gehoud) PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 1 ); PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 2 )( 2a ); PCS 1,4 MJ.m-² ( 3 ); PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 4 ) ΔT 50 C; Δm 50 %; t f 20 s PCS 3,0 MJ.kg-¹ ( 1 ); PCS 4,0 MJ.m-² ( 2 ); PCS 4,0 MJ.m-² ( 3 ); PCS 3,0 MJ.kg-¹ ( 4 ). EN ISO ( 5 ) Kritieke flux ( 6 ) 8,0 kw.m - ² Rookproductie ( 7 ) B FL EN ISO ( 5 ) Kritieke flux ( 6 ) 8,0 kw.m - ² Rookproductie ( 7 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm binn 20 s Blootstelling = 15s C FL EN ISO ( 5 ) Kritieke flux ( 6 ) 4,5 kw.m-² Rookproductie ( 7 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm binn 20 s Blootstelling = 15s 11/224
10 KLASSE Federale Overheidsdist Binnlandse Zak D FL EN ISO ( 5 ) Kritieke flux ( 6 ) 3,0 kw.m-² Rookproductie ( 7 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm 20 s Blootstelling= 15s E FL NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm 20 s Blootstelling= 15s F FL Ge prestatie bepaald Tabel 2 ( 1 ) Voor homoge product wezlijke onderdel van niet-homoge product. ( 2 ) Voor elk uitwdig niet-wezlijk onderdeel van niet-homoge product. ( 3 ) Voor elk inwding niet-wezlijk onderdeel van niet-homoge product. ( 4 ) Voor het gehele product. ( 5 ) Testduur = 30 minut. ( 6 ) Kritieke flux is gedefinieerd als de laagste van de volgde twee waard: de stralingsflux waarbij de vlam uitdooft of de stralingsflux na e testperiode van 30 minut (d.w.z. de flux die correspondeert met de grootste vlamuitbreiding). ( 7 ) s1 = rook 750 %.min; s2 = niet s1. ( 8 ) Bij oppervlakteblootstelling aan vlamm, indi relevant voor de uiteindelijke toepassing van het product, blootstelling van de rand aan de vlam. KLASSEN VAN MATERIAALGEDRAG BIJ BRAND VAN LINEAIRE WARMTE- ISOLATIEPRODUCTEN VOOR BUIZEN TEST-METHODE(S) INDELINGSCRITERIA VERPLICHTE AANVULLENDE VERKLARING A1 L NBN EN ISO 1182( 1 ) NBN EN ISO 1716 ΔT 30 C; Δm 50 %; t f =0 (d.w.z. ontvlamming niet in stand gehoud) PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 1 ); PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 2 )( 2a ); PCS 1,4 MJ.m-² ( 3 ); PCS 2,0 MJ.kg-¹ ( 4 ) A2 L NBN EN ISO 1182( 1 ) ΔT 50 C; 12/224
11 of Δm 50 %; t f 20 s NBN EN ISO 1716 PCS 3,0 MJ.kg-¹ ( 1 ); PCS 4,0 MJ.m-² ( 2 ); PCS 4,0 MJ.m-² ( 3 ); PCS 3,0 MJ.kg-¹ ( 4 ) NBN EN (SBI) FIGRA 270 W.s-; LFS < rand van het proefstuk; THR 600s 7,5 MJ Rookproducties ( 5 ), brandde druppels/ deeltjes ( 6 ) B L NBN EN (SBI); FIGRA 120 W.s-¹; LFS < rand van het proefstuk; THR 600s 7,5 MJ Rookproducties ( 5 ), brandde druppels/ deeltjes ( 6 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm binn 60 Blootstelling= 30s C L NBN EN (SBI); et FIGRA 460 W.s-¹; LFS < rand van het proefstuk; THR 600s 15 MJ Rookproducties ( 5 ), brandde druppels/ deeltjes ( 6 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm binn 60 s Blootstelling = 30s D L NBN EN (SBI); FIGRA 2100 W.s-¹ THR 600 s 100 MJ Rookproducties ( 5 ), brandde druppels/ deeltjes ( 6 ) NBN EN ISO ( 8 ): Fs 150 mm binn 60 s Blootstelling = 30s E L NBN EN ISO ( 8 ): F L Blootstelling = 15s Fs 150 mm binn 20 s Ge prestatie bepaald Brandde druppels/ deeltjes ( 7 ) Tabel 3 ( 1 ) Voor homoge product wezlijke onderdel van niet-homoge product. ( 2 ) Voor elk uitwdig niet-wezlijk onderdeel van niet-homoge product. ( 3 ) Voor elk inwdig niet-wezlijk onderdeel van niet-homoge product. ( 4 ) Voor het gehele product. (5 ) s1 = SMOGRA 105 m 2.s -2 TSP 600s 250 m²; s2 = SMOGRA 580 m 2.s -2 TSP 600s 1600 m 2 ; s3 = niet s1 of s2. 13/224
12 ( 6 ) d0 = ge brandde druppels/deeltjes in NBN EN (SBI) binn 600s; d1 = ge brandde druppels/deeltjes langer dan 10 s in NBN EN (SBI) binn 600 s; d2 = niet d0 of d1; ontbranding van het papier in NBN EN ISO leidt tot indeling in d2. ( 7 ) Voldoet = ge ontbranding van het papier; voldoet niet = ontbranding van het papier (indeling d2). ( 8 ) Bij oppervlakteblootstelling aan de vlam, indi relevant voor de uiteindelijke toepassing van het product, blootstelling van de rand aan de vlam. 3.2 [Gedrag inzake reactie bij brand van e bouwproduct] Het gedrag inzake reactie bij brand van e bouwproduct wordt bewez : 1 door de gegevs horde bij de CE-markering; 2 bij gebrek aan CE-markering a) door e classificatierapport voor de desbetreffde toepassing opgemaakt door e laboratorium of e certificatieorganisme uit e Lidstaat van de Europese Unie of uit e ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, dat de waarborg inzake onafhankelijkheid bekwaamheid zoals vastgelegd in de norm van de reeks NBN EN of NBN EN aantoont. Dat classificatierapport is gebaseerd op één van de volgde evaluatieprocedures : 1) het in punt 3.1 beschrev classificatiesysteem; 2) e analyse van beproevingsresultat die leidt tot e welbepaald toepassingsgebied, wanneer de beproeving diege zijn die beschrev word door het voormelde classificatiesysteem beschrev in punt 3.1. b) door de informatie bij e BENOR- /of ATG-goedkeuring, of door e gelijkwaardige beoordeling aanvaard in e andere Lidstaat van de Europese Unie of in e ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte. 3.3 Bepaalde product mog zonder voorafgaande test beschouwd word als behorde tot de klass A1 A1 FL. De Minister van Binnlandse Zak bepaalt de lijst van deze product. 3.4 Vereist inzake de gebruiksvoorwaard. De vereist van de tabell I, II, III IV van bijlage 5/1 zijn van toepassing op de bouwproduct in hun uiteindelijke toepassingsvoorwaard, met andere woord met inbegrip van de onderliggde lag de bevestigingswijze. De onderliggde lag moet echter niet beoordeeld word als zij beschermd word door e bouwelemt met e brandbeschermingsvermog K dat voldoet aan de vereist van de onderstaande tabel 4. Het brandbeschermingsvermog wordt vastgelegd volgs de norm NBN EN Toepassing waarvoor minsts de klasse A2-s3, d2 vereist is Toepassing waarvoor hoogsts de klasse B-s1, d0 vereist is K 2 30 K 2 10 Tabel 4 14/224
13 ENV 1187:2002 test 1 ENV 1187:2002 test 2 Federale Overheidsdist Binnlandse Zak 3bis 3bis.1 GEDRAG BIJ EEN BRAND VANAF DE BUITENZIJDE VAN DE DAKBEDEKKINGEN. [Système de classification des performances des revêtemts de toitures exposées à un feu extérieur] Het gedrag van dak dakbedekking bij brand vanaf de buitzijde wordt geclassificeerd als volgt: SYMBOLEN De indeling volgs de vier testmethod zijn: - ENV 1187: 2002 test 1: X ROOF (t1), waarbij t1 = alle vliegvuur; - ENV 1187: 2002 test 2: X ROOF (t2), waarbij t2 = vliegvuur + wind; - ENV 1187: 2002 test 3: X ROOF (t3), waarbij t3 = vliegvuur + wind + straling, - ENV 1187:2002 test 4: X ROOF (t4) waarbij t4 = vliegvuur + wind + extra stralingswarmte T E : kritische vlamuitbreidingstijd buitzijde T p : kritische doorbrandtijd Klasse Indelingscriteria B ROOF (t1) F ROOF (t1) Aan elk van de onderstaande criteria moet word voldaan: - vlamuitbreiding buit- binnzijde naar bov toe < 0,700 m; - vlamuitbreiding buit- binnzijde naar bed toe < 0,600 m; - maximaal verbrande lgte buit- binnzijde < 0,800 m; - van de blootgestelde zijde valt ge brandd materiaal (druppels of deeltjes) omlaag; - brandde/gloeide deeltjes doordring de dakconstructie niet; - ge brandgat met e oppervlak > 2, m 2 ; - de som van de oppervlakk van de brandgat < 4, m 2 ; - de zijwaartse branduitbreiding in het dakvlak bereikt de rand van de meetzone niet; - ge interne smeulbrand; - maximale radius van de branduitbreiding op horizontale dak, aan binn- buitzijde < 0,200 m. Ge prestatie bepaald Klasse Indelingscriteria B ROOF (t2) F ROOF (t2) Voor beide testseries bij e windsnelheid van 2 m/s 4 m/s: - gemiddelde beschadigde lgte van de dakbedekking het dakbeschot 0,550 m; - maximaal beschadigde lgte van de dakbedekking het dakbeschot 0,800 m. Ge prestatie bepaald 15/224
14 ENV 187:2002 test 3 ENV 1187:2002 test 4 Federale Overheidsdist Binnlandse Zak Klasse Indelingscriteria B ROOF (t3) C ROOF (t3) D ROOF (t3) F ROOF (t3) T E 30 min T p 30 min T E 10 min T P 15 min T P > 5 min Ge prestatie bepaald Klasse Indelingscriteria B ROOF (t4) C ROOF (t4) D ROOF (t4) E ROOF (t4) F ROOF (t4) Aan elk van de onderstaande criteria moet word voldaan: - Ge petratie van het daksysteem binn 1 uur - Tijds de voorproef, na het wegnem van de proefvlam, brand de proefstukk gedurde < 5 min. - Vlamuitbreiding tijds de voorproef < 0,38 m in de hele brandzone Aan elk van de onderstaande criteria moet word voldaan: - Ge petratie van het daksysteem binn 30 min. - Tijds de voorproef, na het wegnem van de proefvlam, brand de proefstukk gedurde < 5 min. - Vlamuitbreiding tijds de voorproef < 0,38 m in de hele brandzone Aan elk van de onderstaande criteria moet word voldaan: - Petratie van het daksysteem binn 30 min., maar niet tijds de voorafgaande vlamproef - Tijds de voorproef, na het wegnem van de proefvlam, brand de proefstukk gedurde < 5 min. - Vlamuitbreiding tijds de voorproef < 0,38 m in de hele brandzone Aan elk van de onderstaande criteria moet word voldaan: - Petratie van het daksysteem binn 30 min, maar niet tijds de voorafgaande vlamproef - Vlamuitbreiding is ongecontroleerd Ge prestatie bepaald 3bis.2 [Gedrag bij e brand vanaf de buitzijde van e dakbedekking] Het gedrag bij e brand vanaf de buitzijde van e dakbedekking wordt bewez : 1 door de informatiegegevs bij de CE-markering; 2 bij gebrek aan CE-markering: a) door e classificatierapport voor de desbetreffde toepassing opgemaakt door e laboratorium of e certificatieorganisme uit e Lidstaat van de Europese Unie of uit e ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, dat de waarborg inzake onafhankelijkheid bekwaamheid zoals vastgelegd in de norm van de reeks NBN EN of NBN EN 17000; Dit classificatierapport is gebaseerd op één van de volgde evaluatieprocedures: 1) het in punt 3bis1 beschrev classificatiesysteem; 2) e analyse van beproevingsresultat die leidt tot e welbepaald toepassingsgebied, wanneer de beproeving diege zijn die beschrev word in 16/224
15 het voormelde classificatiesysteem beschrev in punt 3bis1; b) door de informatie bij e BENOR- /of ATG-goedkeuring, of door e gelijkwaardige beoordeling aanvaard in e andere Lidstaat van de Europese Unie of in e ander land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte, wanneer de dakbedekking getest werd volgs de beproeving die beschrev zijn in het voormelde classificatiesysteem. 3bis.3 Bepaalde dakbedekking word geacht te voldo aan eis van het prestatiecriterium van e De Minister van Binnlandse Zak bepaalt de lijst van deze dakbedekking. 4 TERMINOLOGIE INZAKE THERMISCHE EN AERAULISCHE UITRUSTINGEN. 4.1 Lokaal verbrandingstoestel : verbrandingstoestel geplaatst in het lokaal dat het bedit of in e ander dan de gemeschappelijke technische lokal. Voorbeeld : gasradiator of radiator met vloeibare brandstof, kolkachel, warmeluchtgerator met verbranding in e appartemt, appartemt-stookketel, waterverwarmer met verbranding, kooktoestel met verbranding. 4.2 Versterkte gasmeter : gasmeter uitgerust met zijn toebehor die beantwoordt aan de volgde drie criteria : - is gasdicht onder e proefdruk van 150 mbar bij omgevingstemperatuur; - is zodanig opgevat of geplaatst dat hij bestand is teg corrosie teg toevallige mechanische beschadiging; - vertoont, bij de gebruiksdruk bij 670 C, ge groter lek naar buit dan 0,0025 m³/min, gemet bij normale omstandighed (0 C 1013 mbar). 4.3 Hardsoldering : verbinding waarvan de laagste temperatuur in de smeltzone, na het solder, hoger is dan 450 C. 4.4 Kanaal : leiding waarin lucht of verbrandingsprodukt strom. 4.5 Pijp : buisvormige leiding waarin e ander fluïdum dan lucht of verbrandingsprodukt stroomt. 4.6 Leiding : algeme term die de elektrische geleiders, de kanal de pijp aanduidt. 4.7 Koker : omslot ruimte waarin leiding geplaatst zijn. 4.8 Weerstand teg brandvoortplanting van e luchtkanaal (Ro) : tijd gedurde dewelke het kanaal kan verhinder dat de brand zich van het e compartimt naar het andere voortplant doorhe het kanaal. Deze weerstand wordt bepaald overekomstig de Duitse norm DIN Teil 6 - Lüftungsleitung; Begriffe, Anforderung und Prüfung. 4.9 Brandwerde klep : beweegbare afsluiting in e kanaal ontworp om de branduitbreiding te verhinder Geteisterde bouwlaag : is e willekeurige bouwlaag van e gebouw waar het brandt. 17/224
16 5 ALLERLEI. 5.1 Deur : bouwelemt dat in e wandoping geplaatst wordt, bestemd om doorgang mogelijk te mak te verhinder; de deur bevat e vast gedeelte (deuromlijsting met of zonder bovpaneel /of zijpanel), e beweegbaar gedeelte (deurvleugel), ophangings-, bediings sluitingselemt de verbinding met de wand Zelfsluitde deur : deur uitgerust met e toestel dat ze in normale omstandighed steeds tot sluit dwingt Bij brand zelfsluitde deur : deur uitgerust met e automatisch toestel dat ze bij brand tot sluit dwingt. De deur het bijhorde toestel behor minsts tot klasse C1 volgs NBN EN Technisch lokaal of ruimte : lokaal of ruimte waarin vaste toestell of installaties zijn opgesteld, verbond met het gebouw, dat (die) kel toegankelijk is voor de person belast met bediing, toezicht, onderhoud of herstelling. 5.3 Autonome stroombron : elektrische ergiebron waarvan het debiet onafhankelijk is van de in normale dist gebruikte bron(n); zij is in staat om gedurde e bepaalde tijd installaties of toestell te voed waarvan het in dist houd onmisbaar is. Deze autonome stroombron kan bestaan uit e aansluiting op het opbaar laagspanningsnet wanneer, in normale dist, de stroomvoeding voortkomt van e statische transformator die aangeslot is op het hoogspanningsnet die in of nabij het gebouw staat. Deze oplossing is toegelat indi bij onderbreking van het hoogspanningsnet het opbaar laagspanningsnet in werking blijft. Dit wordt geattesteerd door de electriciteitsmaatschappij. 5.4 Vervangingsverlichting : kunstmatige verlichting die, bij het uitvall van de gewone kunstmatige verlichting, toelaat bepaalde activiteit op sommige plaats van het gebouw voort te zett. 5.5 Veiligheidsverlichting : verlichting die, bij het uitvall van de gewone kunstmatige verlichting, de herkning het gebruik in alle veiligheid van vluchtmogelijkhed steeds waarborgt wanneer de locatie in gebruik is die, om paniek te voorkom, verlichting levert om person toe te lat evacuatieweg te herkn te bereik. 5.6 Evacuatie Evacuatieweg : maximum 10 % hellde weg, binn het gebouw, die toegang geeft tot trappehuiz, vluchtterrass of uitgang Vluchtterras : maximum 10 % hellde vluchtweg, buit het gebouw, die toegang geeft tot trapp Doorgangseheid : minimale breedte die nodig geacht wordt voor de doorgang van één persoon. Zij bedraagt bij toepassing van dit besluit 0,60 m Nuttige breedte : de nuttige breedte van e vluchtruimte (trapp, overlop, sass, evacuatieweg, vluchtterrass,...) is de vrije breedte zonder ige hindernis tot op e hoogte van t minste 2 m. M moet echter ge reking houd met de wanduitkraging door plint, trapbom voeting voor zover zij niet meer dan 0,10 m bedraagt voor zover zij niet hoger dan 1 m bov de tred of bov de vloer zit. Hetzelfde geldt voor de leuning Volledige theoretische nuttige breedte : de volledige theoretische nuttige breedte bt (m) van de 18/224
17 vluchtruimtes van e compartimt of geheel van compartimt wordt bepaald door de verhouding hierin zijn b t = (n p ) max x a n p het aantal gebruikers van e willekeurig compartimt dat door de vluchtruimtes bedid wordt; (n p ) max is de maximale waarde van np reking houdd met alle compartimt, op dezelfde bouwlaag geleg, bedid door de vluchtruimtes. hierbij bedraagt a, naargelang de aard der vluchtruimtes: - 0,01 m in geval van evacuatieweg, deur, vluchtterrass hellde toegang; - 0,0125 m voor trapp die naar de uitgang dal; - 0,02 m voor trapp die naar de uitgang stijg Werkelijke nuttige breedte : de werkelijke nuttige breedte b e (m) is gelijk aan 0,60 m vermigvuldigd met het geheel aantal doorgangsehed die de nuttige breedte bevat Volledige vereiste nuttige breedte vereiste nuttige breedte : de volledige vereiste nuttige breedte b tr (m) is gelijk aan 0,60 m vermigvuldigd met het geheel aantal doorgangsehed onmiddellijk groter dan de volledige theoretische nuttige breedte b t of gelijk aan de volledige theoretische nuttige breedte b t indi bt e geheel veelvoud is van 0,60 m. de vereiste nuttige breedte br (m) van e vluchtruimte is gelijk aan e geheel veelvoud van 0,60 m zodat: a) de som van de werkelijke nuttige breedtes van alle vluchtruimtes van éénzelfde compartimt gelijk is aan de volledige vereiste nuttige breedte b tr b) de nuttige breedtes van de vluchtruimtes van éénzelfde compartimt niet meer dan één doorgangseheid van elkaar verschill Evacuatiiveau : bouwlaag die de uitgang() bevat waardoor de evacuatie naar buit mogelijk is. Deze bouwlaag wordt bouwlaag E goemd. Deze uitgang leid naar de opbare weg of naar e ruimte vanwaar die bereikbaar is. In gebouw met verschillde evacuatiiveaus is : E i : het laagst geleg evacuatiiveau; E s : het hoogst geleg evacuatiiveau De volledige breedte van de opbare weg /of vluchtruimte waarop de evacuatieweg van de gebouw aansluit moet t minste gelijk zijn aan de volledige vereiste nuttige breedte van die evacuatieweg. 5.7 Ontdekking, detectie, melding, waarschuwing, alarm. E brand kan word : - ontdekt door één of meer person; - gedetecteerd door één of meer automatische middel. De melding bestaat erin de brandweer te informer over de ontdekking of de detectie van e 19/224
18 brand. De waarschuwing behelst het doorgev van de ontdekking of de detectie van e brand aan de organisatorisch daarbij betrokk person. Het alarm beveelt de gebruikers hun compartimt te verlat. 5.8 Veilige plaats : e gedeelte van het gebouw buit het compartimt waar de brand zich bevindt van waaruit het gebouw kan verlat word zonder door het door de brand getroff compartimt te moet gaan. 5.9 Bluswatervoorziing Primaire bluswatervoorziing: bluswatervoorrad die snel inzetbaar is door het eerste voertuig dat ter plaatse komt die dit voor e eerste aanval Secundaire bluswatervoorziing : tappunt waarvan het water met e evoudige opstelling bestaande uit pomp tot aan het industriegebouw kan gebracht word die mogelijk kele honderd meters ver van het industriegebouw ligt Tertiaire bluswatervoorziing : watervoorraad in e quasi - onbeperkte hoeveelheid die mogelijk op grote afstand ligt Gevels Enkelwandige gevel : gevel die ge verluchte spouw bevat. E kelwandige gevel kan zowel samgesteld zijn uit massieve als uit lichte gevelelemt, of kan e gordijngevel zijn, al dan niet met e ontdubbeld brandwerd elemt Verluchte dubbelwandige gevel : gevel bestaande uit twee, gewoonlijk beglaasde wand, gescheid door e spouw (ook luchtspouw of tussruimte goemd), die op natuurlijke /of mechanische wijze verlucht wordt niet voor evacuatie wordt gebruikt Dubbelwandige gevel, verlucht langs de buitkant : verluchte dubbelwandige gevel waarvan de binnwand lucht- waterdicht is de buitwand luchtdoorlatd is Dubbelwandige gevel, verlucht langs de binnzijde : verluchte dubbelwandige gevel waarvan de buitwand lucht- waterdicht is de binnwand luchtdoorlatd is Positieve veiligheid : de installaties word beschouwd als werkd met positieve veiligheid indi de veiligheidsfunctie van deze installaties of toestell verzekerd blijft als de ergiebron, de voeding /of de bediing uitvall Doorvoering Doorvoering : oping in e wand, voor de doorgang van e leiding voor fluïda, vaste stoff, elektriciteit of elektromagnetische golv, zoals licht (bv. data- glasvezelkabels) Enkelvoudige doorvoering : doorvoering van e leiding of kabel die op e voldode afstand van andere doorvoering geleg is zodat er ge wederzijdse beïnvloeding is; deze minimale afstand tuss twee willekeurige leiding of kabels is tminste gelijk aan de grootste diameter van de beide leiding (met inbegrip van evtuele brandbare isolatie) of kabels Afdichting : inrichting die ter plaatse van e doorvoering wordt gebruikt om de branduitbreiding doorhe de wand te beperk Diameter of D : de nominale buitdiameter van de leiding of kabel of de omtrek van de leiding of 20/224
19 kabel gedeeld door Mortel : mgsel op basis van gips, kalk /of cemt met anorganische vulstof al dan niet met toevoeging van composietversterking chemische toeslagstoff Onbrandbare leiding : leiding vervaardigd uit metaal of andere onbrandbare material met e smeltpunt groter dan 1000 K (727 C), met uitzondering van leiding in glas Brandbare leiding : leiding die ge onbrandbare leiding zijn Speling tuss de leiding de mantelbuis : verschil tuss de binndiameter van de mantelbuis de buitdiameter van de leiding. 6 TERMINOLOGIE INZAKE DE INDUSTRIELE GEBOUWEN. 6.1 Karakteristieke brandbelasting q f,k [MJ/m²] De karakteristieke brandbelasting is e maat voor de bij brand maximaal vrijgegev ergie per oppervlakte-eheid. De karakteristieke brandbelasting q f,k per eheid vloeroppervlakte wordt bepaald door: waarbij: M i massa [kg] van materiaal i. H ui netto verbrandingswarmte [MJ/kg] van materiaal i (NBN EN ISO 1716:2002). H ui Ψ i A = H oi (1-0,01 u) 0,025 u (u is vochtigheid [%] in gewichtsperctage). niet verplichte coëfficiënt [dimsieloos] die toelaat reking te houd met bescherming van het materiaal i teg brand. totale vloeroppervlakte van het compartimt [m²] of deeloppervlak van 1000 m². 6.2 Maatgevde brandbelasting q f,cl [MJ/m²] De maatgevde brandbelasting is gelijk aan de karakteristieke brandbelasting q f,k per m² vloeroppervlakte, die reking houdt met gehele of gedeeltelijke verbranding van de material. waarbij: m coëfficit kleiner of gelijk aan 1 [dimsieloos] (NBN EN :2003). Indi de brandbelasting niet gelijkmatig over de gehele vloeroppervlakte verdeeld is, is de maatgevde brandbelasting gelijk aan de hoogste brandbelasting per m² voor e willekeurig rechthoekig deeloppervlak van 1000 m². 21/224
Publicatieblad van de Europese Unie
L 68/4 15.3.2016 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/364 VAN DE COMMISSIE van 1 juli 2015 betreffde de indeling van bouwproduct in klass van materiaalgedrag bij brand overekomstig Verording (EU) nr. 305/2011
Nadere informatie1.3 Bouwmateriaal : materiaal gebruikt in de bouw, de afwerking of de blijvende versiering van een gebouw.
Basisnormen bijlage 1 Definities: (met wijzigingen van KB van 4 april 2003) Opmerking : de definities zijn rond een aantal onderwerpen gegroepeerd. De nummering van bijlage 1 is aangehouden, maar de weergave
Nadere informatieDe technische specificaties die opgenomen zijn in de bijlagen van dit besluit zijn van toepassing op:
KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 JULI 1994 TOT VASTSTELLING VAN DE BASISNORMEN VOOR DE PREVENTIE VAN BRAND EN ONTPLOFFING WAARAAN DE NIEUWE GEBOUWEN MOETEN VOLDOEN Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende
Nadere informatieKB 19 december ALGEMENE DEFINITIES... 3
BIJLAGE 1: TERMINOLOGIE. INHOUD. 1. ALGEMENE DEFINITIES... 3 1.1 Brand...3 1.2. Definities inzake het geheel van het gebouw...3 1.2.1. Hoogte h van een gebouw...3 1.2.2. HG, MG, LG...3 1.3. Bouwmateriaal...3
Nadere informatie(Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE
L 50/14 II (Besluit waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 8 februari 2000 ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling
Nadere informatieBIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND
0 PLATEN [De platen zijn opgenomen bij de betreffende tekst] Plaat 5.1 - Groendaken 1 VOORWERP De vereisten inzake de reactie bij brand en het gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde die vermeld zijn
Nadere informatieKONINKLIJK BESLUIT VAN 7 JULI 1994 TOT VASTSTELLING VAN DE BASISNORMEN VOOR DE PREVENTIE VAN BRAND EN ONTPLOFFING WAARAAN DE GEBOUWEN MOETEN VOLDOEN
KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 JULI 1994 TOT VASTSTELLING VAN DE BASISNORMEN VOOR DE PREVENTIE VAN BRAND EN ONTPLOFFING WAARAAN DE GEBOUWEN MOETEN VOLDOEN INHOUDSTAFEL Artikelen 1 tot en met 7 [Algemene bepalingen]
Nadere informatieDe technische specificaties die opgenomen zijn in de bijlagen van dit besluit zijn van toepassing op:
KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 JULI 1994 TOT VASTSTELLING VAN DE BASISNORMEN VOOR DE PREVENTIE VAN BRAND EN ONTPLOFFING WAARAAN DE NIEUWE GEBOUWEN MOETEN VOLDOEN Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende
Nadere informatieBIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde
BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde INHOUD. 1. Voorwerp 2. Indeling van gebouwen 3. Lokalen 4. Evacuatiewegen en trappenhuizen 4.1. Bouwproducten 4.2. Productenvoor
Nadere informatieBIJLAGE 1: TERMINOLOGIE.
BIJLAGE 1: TERMINOLOGIE. INHOUD. 1. ALGEMENE DEFINITIES 1.1 Brand 1.2. Definities inzake het geheel van het gebouw 1.3. Bouwproduct 1.4. Bouwelemt 1.5. Wand 1.6. Compartimt 1.7. Onafgewerkte vloer 1.8.
Nadere informatie24 & 30 november 2012. Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er? Bijlage 7 Gemeenschappelijke bepalingen
24 & 30 november 2012 Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er? Bijlage 7 Gemeenschappelijke bepalingen Bijlage 7 Inhoud Inleiding tot de problematiek Algemene principes - toepassingsgebied
Nadere informatie- de op te richten gebouwen; - de uitbreidingen aan bestaande gebouwen maar beperkt tot het gedeelte van de uitbreiding.
KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 JULI 1994 TOT VASTSTELLING VAN DE BASISNORMEN VOOR DE PREVENTIE VAN BRAND EN ONTPLOFFING WAARAAN DE NIEUWE GEBOUWEN MOETEN VOLDOEN. (B.S. 26.04.1995) (err. B.S. 19.03.1996 en B.S.
Nadere informatiehandboek basisnormen brandpreventie editie 2 2008
handboek basisnormen brandpreventie editie 2 2008 Samenvatting uit KB 07/07/1994 KB 04/04/1996 KB 18/12/1996 KB 19/12/1997 KB 04/04/2003 MB 06/06/2006 KB 13/06/2007 www.rft.be 1 Voorwoord De publicatie
Nadere informatieL 305/8 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE
L 305/8 Publicatieblad van de Europese Unie 4.11.2006 II (Besluit waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 27 oktober 2006 tot wijziging van
Nadere informatieBijlage Vuistregels Brandveiligheid
Bijlage Vuistregels Brandveiligheid Nieuwe regelgeving brandreactie (Bijlage 5 KB 12/07/2012) Voorschriften inzake brandwerende doorvoering (Bijlage 7 KB 12/07/2012) In samenwerking met WTCB Voorwoord
Nadere informatieBIJLAGE 7: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN
0 ALGEMEEN 0.1 Toepassingsgebied Deze bijlage bevat voorschriften die van toepassing zijn op de lage, middelhoge en hoge gebouwen en op industriegebouwen. 0.2 Platen [De platen zijn opgenomen bij de betreffende
Nadere informatieBrandveilig afdichten van doorvoeringen in brandwerende wanden
S. Eeckhout, Senior Hoofdadviseur, WTCB Brandveilig afdichten van doorvoeringen in brandwerende wanden 29 oktober 2015 Brandwerende doorvoeringen S. Eeckhout 1 1. Inhoud van de presenta1e 1. Inleiding
Nadere informatieAlgemene inleiding Brandreglementering en normen. Inhoud Programma Algemene inleiding Reglementering en normen
Infosessies Brand Algemene inleiding Brandreglementering en normen Tisselt, Geel en Oosterzele April 2013 Infosessies Brand - Y. Martin Yves Martin, Afdelingshoofd 1 WTCB Inhoud Programma Algemene inleiding
Nadere informatie24 & 30 november Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er? Bijlage 5/1
24 & 30 november 2012 Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er? Bijlage 5/1 Inleiding Probleem Hoe klassen vertalen bij gebrek aan correlatie? Hoe rekening houden met rook (s) en brandende
Nadere informatie1392 S N. Pagina 1 van 7
1392 S N Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Civiele Veiligheid Hoge Raad voor Beveiliging tegen Brand en Ontploffing Suggestie CS/1392/ 11 007 - Stabiliteit bij brand van verlaagde
Nadere informatiePascal van den Heuvel. wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen
Pascal van den Heuvel wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen 1 AGENDA - Wetgeving ifv. leidingdoorvoeringen - Bijlage 7 - Benadering probleem - Vragen 2 Basis normen 21
Nadere informatiePermanente brandlast als onderdeel van de maatgevende brandbelasting conform Bijlage 6 van de basisnormen
Permanente brandlast als onderdeel van de maatgevende brandbelasting conform Bijlage 6 van de basisnormen Stijn Vandersanden Permanente brandlast als onderdeel van de maatgevende brandbelasting 1. Inleiding:
Nadere informatieWetgeving inzake evaluatie brandgedrag van bouwproducten Ir. Jan De Saedeleer jan.desaedeleer@ibz.fgov.be
Wetgeving inzake evaluatie brandgedrag van bouwproducten Ir. Jan De Saedeleer Dir. Brandpreventie FOD Binnenlandse Zaken jan.desaedeleer@ibz.fgov.be brandvrije geluidsisolatie rookdichte branddeur zeer
Nadere informatieBrandveilig ontwerp en uitvoering van industriële gebouwen
Source: SRI Charleroi S. Eeckhout, Senior Hoofdadviseur Departement Technisch Advies en Consultancy 1 Inhoud Wetgeving Toepassingsdomein Klassering (A/B/C) Compartimentsgrootte Structurele elementen Type
Nadere informatieBijlage Vuistregels Brandveiligheid
Bijlage Vuistregels Brandveiligheid Nieuwe regelgeving brandreactie (Bijlage 5 KB 12/07/2012) Voorschriften inzake brandwerende doorvoering (Bijlage 7 KB 12/07/2012) In samenwerking met WTCB VOORWOORD
Nadere informatieBijlage 6 Industrie gebouwen KB 1 maart Basisnorm KB 7 juli 1999
Bijlage 6 Industrie gebouwen KB 1 maart 2009 Basisnorm KB 7 juli 1999 Bijlage 6 Kader bijlage 6 binnen de basisnorm Bijlage 1 Terminologie Bijlage 2/1 Lage gebouwen H < 10m Bijlage 3/1 Middelhoge gebouwen
Nadere informatieBIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND VAN DE MATERIALEN
BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND VAN DE MATERIALEN 0 ALGEMEEN. 0.1 Doel. Deze bijlage bepaalt de classificatie inzake reactie bij brand van materialen gebruikt bij de constructie en de inrichting van gebouwen.
Nadere informatieRaad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft.
OMZENDBRIEF VAN 14 NOVEMBER 2006 BETREFFENDE DE EUROPESE INDELING INZAKE REACTIE BIJ BRAND VAN EEN REEKS VAN THERMISCHE ISOLATIEPRODUCTEN VAN GEBOUWEN. (ref. II/TEC/06-010229) Mijnheer de Gouverneur, Deze
Nadere informatiePostbus 1090-2280 CB Rijswijk Lange Kleiweg 5-2288 GH Rijswijk Nederland +31 88 3473 723 nederland@efectis.com. Frekehof 74 2263 KA LEIDSCHENDAM
Postbus 1090-2280 CB Rijswijk Lange Kleiweg 5-2288 GH Rijswijk Nederland +31 88 3473 723 nederland@efectis.com CLASSIFICATION REACTIE BIJ BRAND VOLGENS EN 13501-1:2007+A1:2009 Classificatierapport nr.
Nadere informatieDit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
2000D0367 NL 06.06.2000 000.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 3 mei 2000 ter
Nadere informatieKB 4 april 0. ALGEMEEN Doel Toepassingsgebied DEFINITIE PROEFMETHODEN...2
BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND VAN DE MATERIALEN. INHOUD. 0. ALGEMEEN...2 0.1. Doel...2 0.2. Toepassingsgebied...2 1. DEFINITIE...2 2. PROEFMETHODEN...2 2.1. Methode nr. 1...2 2.2. Methode nr. 2...2 2.3.
Nadere informatieBranden in parkeergarages Problematiek
18 oktober 2008 Preventiemaatregelen in ondergrondse parkeergarages Nu en in de toekomst Branden in parkeergarages Problematiek Brandende auto produceert veel warmte en rook - Stijgend gebruik van kunststoffen
Nadere informatieBrandreactie en Brandweerstand HVAC brandwerende isolatie Bijlage 7 KB 12 juni mei 2018, Pascal van den Heuvel
Brandreactie en Brandweerstand HVAC brandwerende isolatie Bijlage 7 KB 12 juni 2012 22 mei 2018, Pascal van den Heuvel REACTIE BIJ BRAND + Europese normering NBN EN 13501-1 rook wordt ingedeeld als volgt:
Nadere informatieHistoriek van Bijlage 6 1999: Voorstel van een tekst goedgekeurd door de Hoge Raad Wordt niet gepubliceerd 2004: oprichting van een werkgroep aangedui
Nationale reglementering Bijlage 6 Historiek van Bijlage 6 1999: Voorstel van een tekst goedgekeurd door de Hoge Raad Wordt niet gepubliceerd 2004: oprichting van een werkgroep aangeduid door de Hoge Raad
Nadere informatieII. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches
II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches Deze checklist helpt bepalen aan welke vereisten de mini-crèche op het vlak van brandveiligheid aan het besluit van de Vlaamse
Nadere informatieFOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie van de Civiele Veiligheid
FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie van de Civiele Veiligheid KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 JULI 1994 TOT VASTSTELLING VAN DE BASISNORMEN VOOR DE PREVENTIE VAN BRAND EN ONTPLOFFING WAARAAN DE NIEUWE GEBOUWEN
Nadere informatieBescherming tegen brand Bouwdetails mogen niet onderschat worden
Studiedag Bouwknopen Bescherming tegen brand Bouwdetails mogen niet onderschat worden Y. Martin, ir. WTCB Gebouwschil en schrijnwerk S. Eeckhout, ing. WTCB Technisch Advies Zwijnaarde, Huis van de Bouw
Nadere informatieBDA Groep. BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers. Brandveiligheid in hoofdlijnen. Verwarring over aspecten. Beoordelingsgrondslag!
Brandveiligheid BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers Ing. Arno H. Bron BDA Groep Brandveiligheid in hoofdlijnen Verschillende aspecten Juiste termen Verwarring over aspecten onbrandbaar 60 minuten brandwerend
Nadere informatieBrandveiligheid Brandwerende bouwelementen
Brandveiligheid Brandwerende NBN 713-020 1968 Beveiliging tegen brand - Gedrag bij brand bij bouwmaterialen en - Weerstand tegen brand van ) (met erratum) NBN 713-020/A1 1982 Beveiliging tegen brand -
Nadere informatie1. Inhoud van de presentatie
S. Eeckhout, Senior Hoofdadviseur, WTCB Brandwerende doorvoeringen: Wetgeving, praktijk en correcte uitvoering 16 oktober 2015 Edubuild & IT PFPA TV 254 Brandwerende doorvoeringen S. Eeckhout 1 1. Inhoud
Nadere informatieROCKFON. Albert RICOUR Account Manager. Brandveilige plafondoplossingen
Meeting/Event name Month date, 2011, Type of event, Country Arial regular size 8 ROCKFON Brandveilige plafondoplossingen Albert RICOUR Account Manager 1 In het nieuwe KB 12/07/12 spreken we enkel nog over
Nadere informatieHandige tips over brandweerstand
Handige tips over brandweerstand kb 7 juli 994 : basisnormen Voor preventie Van brand en ontploffing bijlage 6 Deze infofiche geeft een samenvatting van de regelgeving met betrekking tot de passieve veiligheid
Nadere informatieKoninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er?
Koninklijk besluit van 12 juli 2012 Wat verandert er? Lage gebouwen 3.5.1 Enkelwandige gevels 3.5.1.1 Scheiding tussen compartimenten Wat verandert wordt onderstreept (+ Euroclasses) Bevestigingen v.d.
Nadere informatieVuistregels Brandveiligheid
Vuistregels Brandveiligheid Volgens Belgische reglementeringen Het Koninklijk Besluit (Basisnormen 1994 1997 2003 2007 2009) en goedgekeurde nieuwe bijlagen 1, 2, 3, 4, en 6 NBN S21-204, NBN S21-205 Gewestelijke
Nadere informatieBIJLAGE 6: INDUSTRIEGEBOUWEN. Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van industriegebouwen moeten voldoen om:
1 ALGEMEENHEDEN 1.1 Doelstelling Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van industriegebouwen moeten voldoen om: a) het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting
Nadere informatieINLEIDING TOT DE BESCHIKKING 2000/147/EG
Bijlage bij de omzendbrief betreffende de Europese indeling inzake reactie bij brand van een reeks van thermische isolatieproducten van gebouwen. INLEIDING TOT DE BESCHIKKING 2000/147/EG De Richtlijn 89/106/EEG
Nadere informatieBasisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies.
Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies. Voor gevels en wanden van kantoorgebouwen kunnen brandwerendheidseisen gelden om branddoorslag en/of brandoverslag te voorkomen. De weerstand
Nadere informatieBrandveiligheid in scholen
Brandveiligheid in scholen Krista Dekoning 1 Inhoud 1. Wat is brand? 2. Belangrijkste wetgeving rond brand 3. Preventiemaatregelen 4. Opstellen van evacuatieplannen 5. Opstellen evacuatiescenario en richtlijnen
Nadere informatieVOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN
DIT BRANDWEERREGLEMENT IS ZEER BELANGRIJK ONDERMEER VOOR DE UITBATERS VAN KRAMEN WAAR VERWARMINGSTOESTELLEN WORDEN GEBRUIKT. GELIEVE HIERMEE REKENING TE HOUDEN EN NA TE LEVEN VOORAL DE ALINEA S IN HET
Nadere informatieDe basisnormen zijn niet van toepassing op bestaande gebouwen. Als «bestaande gebouwen» worden beschouwd :
KONINKLIJK BESLUIT VAN 7 JULI 1994 TOT VASTSTELLING VAN DE BASISNORMEN VOOR DE PREVENTIE VAN BRAND EN ONTPLOFFING WAARAAN DE NIEUWE GEBOUWEN MOETEN VOLDOEN. (26.04.1995) (err. B.S. 19.03.1996) Gelet op
Nadere informatieNorm NBN S21-204: Brandbeveiliging in gebouwen: Schoolgebouwen 1. ALGEMEEN 2
Norm NBN S21-204: Brandbeveiliging in gebouwen: Schoolgebouwen INHOUD 1. ALGEMEEN 2 1.1 Doel 2 1.2 Toepassingsgebied 2 1.3 Terminologie 2 1.3.1 Algemene terminologie 2 1.3.2 Terminologie eigen aan de schoolgebouwen
Nadere informatieStudieavond: Houtskeletbouw 21 november 2014, Nocturne van HOUT & HABITAT, Antwerp Expo
Studieavond: Houtskeletbouw 21 november 2014, Nocturne van HOUT & HABITAT, Antwerp Expo 21 November 19.00 19.20 Brandveiligheid en gevels: nieuwe oplossingen voor houtskeletbouw Y. Martin WTCB 2 Inhoud
Nadere informatie16.3.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 79/27 COMMISSIE
16.3.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 79/27 COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 6 maart 2006 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde
Nadere informatie1. Inplanting en toegangswegen
Herinnering aan de grote preventieprincipes: 1. Bewaren van het draagvermogen van het bouwwerk 2. Beperking van het ontstaan en de ontwikkeling van vuur en rook binnen het bouwwerk 3. Beperking van de
Nadere informatieInleIDInG ReGelGeVInG en BouwBeSluIT
4. BRANDVEILIGHEID INLEIDING REGELGEVING EN BOUWBESLUIT Gevels van gebouwen zijn de belangrijkste onderdelen als het gaat om de bescherming van de inhoud van het gebouw en het comfort voor de gebruikers.
Nadere informatieInlichtingenformulier brandpreventie
Inlichtingenformulier brandpreventie A. PROJECTGEGEVENS 1. Bouwplaats Vul hieronder de gegevens in over het goed. Dit is de plaats waar u de werken of handelingen zal uitvoeren. Naam project / inrichting:
Nadere informatieFireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)
Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) 1 Parkeergebouwen Toekomstige wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling
Nadere informatieMaj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)
Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Parkeergebouwen: De toekomstige aanpassing van KB Basisnormen Brand Toekomstige wijziging van
Nadere informatieTechnische fiche. Classificatie brandgedrag
Technische fiche Classificatie brandgedrag en U-classificatie vormt de standaard evaluatie voor het brandgedrag van bouwmaterialen. Het uropese classificatiesysteem voor brandbestrijding werd goedgekeurd
Nadere informatie7.0 BRANDVEILIGHEID BRANDVEILIGHEID VAN FLEXIBELE SLANGEN INLEIDING
BRANDVEILIGHEID VAN FLEXIBELE SLANGEN. 7.1. INLEIDING Waarom is de brandveiligheid van een slang zo belangrijk? Een luchtkanaalsysteem wordt gebruikt voor de verspreiding van lucht door een gebouw. Dit
Nadere informatieOverzicht. Brandwerende deuren. Rookwerende deuren. Productnorm CE-markering Samenvatting. Beproeving Klasseringen Bouwvoorschriften (basisnormen)
Overzicht Brandwerende deuren Beproeving Klasseringen Bouwvoorschriften (basisnormen) Rookwerende deuren Beproeving Klasseringen Bouwvoorschriften (basisnormen) Productnorm CE-markering Samenvatting Beproeving
Nadere informatieBasisnormen Europese klassering
Versie: 03 Uitgave: 14/03/2018 Pagina: 1/5 INFOFICHE 006 Brandwerende deuren: Basisnormen Europese klassering Hoe dient de brandwerendheid van deuren volgens de basisnormen te worden aangetoond? Koninklijk
Nadere informatieHandboek basisnormen. Editie 2013. Rf-Technologies. www.rft.be. t. +32 (0)9 362 31 71 f. +32 (0)9 362 33 07 info@rft.be www.rft.be
Handboek basisnormen Editie 2013 Rf-Technologies Lange Ambachtstraat 40 9860 Oosterzele Belgium t. +32 (0)9 362 31 71 f. +32 (0)9 362 33 07 info@rft.be www.rft.be www.rft.be VOORWOORD Beste lezers, Op
Nadere informatiehandboek basisnormen brandpreventie editie 2010 Samenvatting uit KB 07/07/1994 KB 04/04/1996 KB 18/12/1996 KB 19/12/1997 KB 04/04/2003 MB 06/06/2006
handboek basisnormen brandpreventie editie 2010 Samenvatting uit KB 07/07/1994 KB 04/04/1996 KB 18/12/1996 KB 19/12/1997 KB 04/04/2003 MB 06/06/2006 KB 13/06/2007 KB 01/03/2009 Voorwoord De publicatie
Nadere informatieORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING
ORYX Collar WR Versie., 0-05-07 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise en een uitgebreid productassortiment
Nadere informatieInlichtingenformulier brandpreventie
Inlichtingenformulier brandpreventie A. PROJECTGEGEVENS 1. Bouwplaats Vul hieronder de gegevens in over het goed. Dit is de plaats waar u de werken of handelingen zal uitvoeren. Naam project / inrichting:
Nadere informatie8 Rapporten en publicaties
8 Rapporten en publicaties 8. Reactie bij brand Decision Commission 00//EC PV RUG 0 Reactie bij brand van gipsplaten met - plaatdikte 9, mm - gipskern 600 kg/m en klasse A - kartongewicht 0 g/m plaat Proeven
Nadere informatieBRANDROOSTERS NATUURLIJKE VENTILATIE RF-TECHNOLOGIES EEN WAAIER AAN GECERTIFICEERDE OPLOSSINGEN
NATUURLIJKE VENTILATIE BRANDROOSTERS EEN WAAIER AAN GECERTIFICEERDE OPLOSSINGEN De brandwerende doorvoerroosters worden in de wanden of de deuren geïnstalleerd om de verspreiding van vuur en hitte tegen
Nadere informatieEuropese normering Weerstand tegen brand Reactie bij brand. Europese normering voor FR & R2F
Europese normering Weerstand tegen brand Reactie bij brand 1 Bouwproductenrichtlijn (89/106/CEE 21 dec. 1988) Met tot doel de handelsbelemmeringen op te heffen tussen de verschillende Lidstaten, zijn en
Nadere informatieORYX Collar FX 330 Versie 1.1, (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming
ORYX Collar FX 330 Versie 1.1, 16-11-2016 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise en een uitgebreid
Nadere informatieBrandwerend PUR-schuim met pipet of voor pistool
PromaFOAM -C Brandwerend PUR-schuim met pipet of voor pistool Alleen Promat biedt Zekerheid met zoveel geteste oplossingen! F1 1 PROMAFOAM -C PROMAFOAM -C, brandwerend PUR-schuim voor het veilig afdichten
Nadere informatieGeconsolideerde TEKST
NL Geconsolideerde TEKST samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen CONSLEG: 2003D0043 08/08/2003 Aantal bladzijden: 7 < Bureau voor officiële
Nadere informatieInfosessie brand: Brandwerende deuren
Infosessie brand: Brandwerende deuren Peter Tack Edwin Van Wesemael 2013-04-16 Brandwerende deuren EW/1 Overzicht De weg naar CE-markering Structuur Europese normalisatie Toepassing op deuren Plaatsing
Nadere informatieORYX Acrylic FR PRODUCTBESCHRIJVING
ORYX Acrylic FR Versie., 0-05-07 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise en een uitgebreid productassortiment
Nadere informatieGZ60. Esthetisch brandwerend rooster tot 60 minuten in wanden, vloeren en deuren. G2-NL-D 03/2018
GZ60 Esthetisch brandwerend rooster tot 60 minuten in wanden, vloeren en deuren. nl Rf-Technologies nv Lange Ambachtstraat 40 960 Oosterzele Belgium Tel +32 9 362 31 71 Fax +32 9 362 33 07 info@rft.be
Nadere informatieORYX Silicone FR PRODUCTBESCHRIJVING
ORYX Silicone FR PASSIVE FIRE PROTECTION Versie., 0-05-07 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise
Nadere informatieRICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN
TO-1001 SCHOLEN RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN VOOR BOUWEN, BIJBOUWEN, AANBOUWEN EN VERGROTEN VAN SCHOOLGEBOUWEN ONAFGEZIEN DE WETTELIJKE BEPALINGEN TERZAKE VAN HET A.R.A.B. EN EVENTUEEL DEZE VAN HET MINISTERIEEL
Nadere informatieOLR 3. Duurzaamheid verhogen
OLR 3. Duurzaamheid verhogen LR 3.5 Je beoordeelt de brandveiligheid van een gebouw. LR 3.6 Je stelt mogelijke aanpassingen voor om de brandveiligheid van een gebouw te garanderen. Kristof Vercaigne Bachelor
Nadere informatie9. Overzicht van de eigenschappen en de voordelen van cellenbeton
114 9. Overzicht van de eigenschappen en de voordelen van cellenbeton Belangrijkste eigenschappen Prestaties voordelen Structuur uiterst kleine gesloten cellen (max. Ø 2 mm) die 80% van het volume uitmaken
Nadere informatieGz60. Esthetisch brandwerend rooster
Rf-Technologies nv - Lange Ambachtstraat 40-960 Oosterzele - België - Tel +32 9 362 31 71 - Fax +32 9 362 33 07 - www.rft.be - info@rft.be INHOUD INHOUD PRODUCTVOORSTELLING GAMMA BRANDWEERSTAND... 2 GOEDKEURINGEN
Nadere informatieLAGE GEBOUWEN MIDDELHOGE GEBOUWEN HOGE GEBOUWEN
0. ALGEMEEN. 0.1 Doel. Deze basisreglementering bepaalt de minimale eisen waaraan de opvatting, de bouw en de inrichting van lage gebouwen (LG) moeten voldoen om : Deze basisreglementering bepaalt de minimale
Nadere informatieBUtgb 04/2497. Geldig van 04.10.2004 tot 03.10.2009 B E S C H R I J V I N G
BUtgb 04/2497 Geldig van 04.10.2004 tot 03.10.2009 http://www.butgb.be Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Federale Overheidsdist (FOD) Economie, Middstand, KMO Energie, Goedkeuring
Nadere informatieAdviezen voor de ontwerppraktijk
Adviezen voor de ontwerppraktijk Adviezen in de praktijk van ontwerpen Erik Janse Symposium Wat is brandveilige isolatie? Risico's bij lichte scheidingsconstructies Brandgedrag isolatie Keuze brandbare
Nadere informatieAREI art. 104 vitale stroombanen
AREI art. 104 vitale stroombanen Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics 1. Wat zijn vitale stroombanen / installaties 2. Voorbeelden van vitale installaties 3. Wat zegt de huidige wetgeving 4. Waaruit bestaat
Nadere informatieKnauf Fire Systems. 22/05/2018 Knauf Jacques Lionel KMO Reno Workshop - Brandveilige renovatietechnieken
Knauf Fire Systems 1 KNAUF FIRE SYSTEMS 1. Normen, testen en classificaties 2. Scheidingswanden 3. Voorzet- en schachtwanden 4. Verlaagde plafonds 5. Inspectieluiken 6. Stalen kolommen en liggers 7. Betonelementen
Nadere informatieBrandwerende Deuren. ir. Edwin Van Wesemael (ISIB) 2011-02-24 Brandwerende deuren EW/1
Brandwerende Deuren ir. Edwin Van Wesemael (ISIB) 2011-02-24 Brandwerende deuren EW/1 Overzicht Voorstelling ISIB Voorschriften voor deuren Structuur EN-normen, toegepast op deuren Overzicht normen 2011-02-24
Nadere informatieBrandveilig renoveren
Brandveilig renoveren De renovatie van appartementen Bouwunie september 2018 Appartementrenovatie Brandveilig renoveren 18-09-18 - Pagina 1 De syllabi die uitgedeeld worden bij uiteenzettingen die gegeven
Nadere informatieINLICHTINGENFORMULIER BRANDPREVENTIE
INLICHTINGENFORMULIER BRANDPREVENTIE A. PROJECTGEGEVENS 1. Bouwplaats Naam inrichting:... Adres/ligging:...... CRAB (indien gekend):... Kadaster:... 2. Bouwheer Firmanaam:... Adres:... Telefoon:... E-mail:...
Nadere informatieNummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven d.d. Geldig tot Pagina 1 van 5. Kelderwanden van staalvezelbeton
KOMO attest Nummer K/ Vervangt K/ Uitgegeven 2016- d.d. Geldig tot 2021- Pagina 1 van 5 Naam VERKLARING VAN CI Dit attest is op basis van BRL 2353 "" d.d. 2011-01-31, inclusief wijzigingsblad d.d. 2016-03-16
Nadere informatieNBN S21-204 - Brandbeveiliging in Schoolgebouwen
NBN S21-204 - Brandbeveiliging in Schoolgebouwen NBN S 21-204 - 1. Algemeen NBN S 21-204 - 1.1. Doel Deze norm bepaalt de minimum voorwaarden waaraan de conceptie, de constructie, de uitrusting en de inrichting
Nadere informatieVeiligheid in uw bedrijf uw en onze zorg. Kapt.Bev. Serge Vander Ougstraete Versie oktober 2013
Veiligheid in uw bedrijf uw en onze zorg Kapt.Bev. Serge Vander Ougstraete Versie oktober 2013 Kapt.Bev. Serge Vander Ougstraete Versie oktober 2013 Wettelijk kader: - Er bestaan verschillende wetteksten
Nadere informatieBijlage 6: een handleiding
De Basisnormen zijn een reeks opeenvolgende Koninklijke Besluiten waarin de eisen inzake brandveiligheid voor nieuwe en uitbreidingen van bestaande zijn vastgelegd. Het gaat dus in geen geval om normen
Nadere informatiePRESTATIEVERKLARING. Nr. 0764-CPD-0183_JHg12-048 vs04 NL
ROCKWOOL B.V. / ROCKPANEL Group Konstruktieweg 2 NL-6045 JD Roermond www.rockpanel.com PRESTATIEVERKLARING Nr. 0764-CPD-0183_JHg12-048 vs04 NL 1. Unieke idtificatiecode van het producttype: ROCKPANEL Durable
Nadere informatieBRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )
BRANDWERENDE BEKLEDING, STAALCONSTRUCTIES (attest) BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " (2004-03) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling
Nadere informatieBIJLAGE 6 & ROOK-EN WARMTE AFVOER IN INDUSTRIEGEBOUWEN
BIJLAGE 6 & ROOK-EN WARMTE AFVOER IN INDUSTRIEGEBOUWEN Inleiding Bijlage 6 voor nieuwe industriegebouwen en opslagplaatsen Op 15 juli 2009 is in het Staatsblad de aangepaste versie van het koninklijk besluit
Nadere informatieBRANDVEILIGHEID VAN GEVELCONSTRUCTIES BEPROEFD EN BEOORDEELD. Ing. M.P. (René) de Feijter IAAI-CFI
BRANDVEILIGHEID VAN GEVELCONSTRUCTIES BEPROEFD EN BEOORDEELD Ing. M.P. (René) de Feijter IAAI-CFI BRANDVEILIGHEID VAN GEVELCONSTRUCTIES Stelling 1: In mijn gemeente staan geen gebouwen met een brandbare
Nadere informatieTECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I
47.01 Codificatie 47.01.a Bekwaamheid van personen: Om de bekwaamheid van personen te bepalen wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters BA gevolgd door een cijfer van 1 tot 5, zoals in
Nadere informatiewww.soudal.com Betrouwbare brandvertragende doorvoeroplossingen
www.soudal.com Betrouwbare brandvertragende doorvoeroplossingen Soudal Fire Range Veilig de gebouwen verlaten EN 1366-3 Brandcompartimentering: Dit is een essentieel onderdeel van passieve brandbescherming
Nadere informatie