PROCEDURE ifast juni 2015 versie 3

Transcriptie

1 PROCEDURE ifast juni 2015 versie 3 1. Inleiding Deze procedure beschrijft de regels die gelden bij de goedkeuring van voertuigen volgens de procedure ifast. Deze regels gelden ook voor de buitenlandse fabrikanten die nog dienen gebruik te maken van de procedure pré-ifast. 2. Toepassingsgebied ifast 2.1. Algemeen Het toepassingsgebied van ifast is beperkt tot een meerfasengoedkeuring van voertuigen van de categorie N1, N2, N3, O2, O3, O4 en tenslotte de categorie M1 voor speciale doeleinden. De fabrikant dient zelf de overeenstemming met de regelgeving, binnen de scope van zijn COP-erkenning, na te gaan en te garanderen. Dit voor de codes X, A, B en C van de bijlage 4 van het KB van 14/4/2009 (KB tot wijziging van het KB van 15/03/1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen) of bijlage 26 van het KB van 15/3/1968. X: typegoedkeuring desbetreffende reglementering verplicht A: Een testrapport m.b.t. de reglementaire verplichtingen, opgesteld door een erkende technische dienst. Een typegoedkeuring hoeft niet maar de verplichtingen opgenomen in de reglementering dient te worden nageleefd. Opmerking i.v.m. het gebruik van testrapporten van technische diensten: verschillende fabrikanten maken gebruik van eigen constructies die ze hebben laten testen door een daartoe erkende technische dienst (bvb. voor installatie zitplaatsen achteraan in N1 voertuig, verankeringspunten rolstoelbevestigingen,...); deze testrapporten werden door de technische dienst afgeleverd omdat ze op een gegeven moment een welbepaalde constructie van deze fabrikant hebben getest. Vervolgens voegen deze fabrikanten deze testrapporten toe in hun goedkeuringsdossiers waarop de goedkeuring kan worden afgeleverd. Hierbij stelt zich volgend probleem: Versie Pagina 1 van 9

2 de fabrikanten hebben enkel een testrapport ter beschikking. Dit bewijst enkel dat ze eenmaal een bepaalde constructie hebben gebouwd die voldeed aan de eisen gesteld in de regelgeving. Aangezien ze deze testrapporten gebruiken voor andere dossiers, waar ze deze constructie dienen na te maken, is er in feite een soort van serieproductie. De fabrikant moet immers in staat zijn om de constructie opnieuw op eenzelfde wijze te vervaardigen; gebruikt deze fabrikant nog steeds dezelfde materialen (staalsoort, materiaaldikte, bouten, aandraaimomenten,...) als oorspronkelijk getest? Mag deze constructie weldegelijk gebruikt worden in de voertuigen waarvoor hij een goedkeuring aanvraagt? Mocht deze fabrikant hiervoor een deelgoedkeuring hebben, zouden al deze zaken opgevolgd worden bij zijn COP-controle. Bij het gebruik van een testrapport is de fabrikant echter niet onderworpen aan een echte COP-controle. Om deze leemte op te vangen dient de fabrikant, in elk goedkeuringsdossier waarbij zo'n testrapport gebruikt wordt, een checklist toe te voegen die de verschillende punten van het desbetreffende testrapport afdekt (type voertuig, gebruikte materialen, bouten, aandraaimomenten,...). Op deze manier is de fabrikant verplicht om na te gaan of zijn huidige constructie nog steeds overeenkomt met de oorspronkelijk geteste en of deze weldegelijk in het desbetreffende voertuig mag gebruikt worden. B: Alle tests zoals omschreven in de reglementering moeten worden uitgevoerd, maar mogen door de fabrikant zelf worden gedaan. Deze fabrikant maakt hiervoor zelf een rapport/checklist op onder toezicht of na akkoord van de goedkeuringsinstantie. C: De fabrikant dient aan de dienst Homologaties Voertuigen aan te tonen dat aan de essentiële voorschriften van de regelgeving is voldaan. De fabrikant dient in de omschrijving (punt 2 van het homologatiedossier) duidelijk aan te geven welke codes (X-A-B-C) in zijn dossier zijn opgenomen. De fabrikant dient in het onderwerp van de Bevasysaanvraag eveneens +X/A te vermelden indien de codes X en/of A van toepassing zijn. Uiteraard kunnen enkel de verbouwingen die binnen de COP-scope van de onderneming vallen. Versie Pagina 2 van 9

3 2.2. Uitsluiting Volgende verbouwingen vallen buiten het toepassingsgebied van ifast: - Wijziging van categorie, behalve M1 N1 en cat. M / N M1 speciale doeleinden; - wijziging van het aantal assen; - verhoging van de technisch toelaatbare maximummassa van het voertuig en van de technisch toelaatbare maximummassa op de as/asgroep; - dossiers die buiten de ifast scope vallen volgens interne instructie HV_IPNL_2013_04 (versie 2) (dubbel gebruik) en HV_IPNL_2013_03 (versie 1) (koppelinrichtingen); - wijziging wielbasissen, behalve wanneer de constructeur hiervoor de expliciete toelating kreeg (wielbasiswijziging dient expliciet opgenomen te zijn in de erkenning van de fabrikant) en daarbij dient de constructeur de procedure wielbasiswijziging nauwgezet te volgen; Dergelijke wijzigingen blijven EVA-dossiers Voertuigen van de categorie M1, voor speciale doeleinden Voertuigen aangepast voor personen met een beperkte mobiliteit Voertuigen aangepast met het oog op het besturen door personen met een beperkte mobiliteit, zowel M1 als N, vallen onder het toepassingsgebied van ifast voor zover het om verbouwingen gaat binnen de scope van de COP-erkenning van de fabrikant. Als het om de homologatie gaat van een voertuig met het oog op het besturen ervan dient de fabrikant bij de omschrijving (punt 2 van het homologatiedossier) naast de codes X/A/B/C ook volgende gegevens te vermelden en/of toe te voegen: - Omschrijving van de aanpassingen - Naam en gegevens van de aanvrager - Attest van FOD Sociale Zekerheid (indien beschikbaar) - Attest/technische fiche CARA Deze voertuigen (cat. M1) worden beschouwd als voertuigen voor speciale doeleinden behorende tot de Speciale Groep (SG). OPM.: voertuigen van de cat. N, aangepast met het oog op het besturen door personen met een beperkte mobiliteit, worden NIET beschouwd als voertuigen voor speciale doeleinden. M.a.w. de categorie blijft N. Versie Pagina 3 van 9

4 Alle voorwaarden of beperkingen op het rijbewijs/attest (CARA-codes) die een effectieve aanpassing van het voertuig vereisen, dienen verplicht te worden uitgevoerd en worden opgenomen in rubriek 52 (opmerkingen) van het goedkeuringscertificaat. Verder wordt het dossier vervolledigd met de nodige foto s van de aanpassingen, alsook van specifieke checklists en een gedetailleerd plan Andere voertuigen voor speciale doeleinden die binnen het toepassingsgebied van ifast vallen Het gaat hier om: - Kampeerwagens (SA) - Lijkwagens (SD) - Ambulances (SC) - MUG s (SG) - Voertuigen toegankelijk voor rolstoelen (SH) Het homologatiedossier bevat foto s die de aanpassingen duidelijk weergeven, alsook de daaraan verbonden checklists. 3. Toelatingsvoorwaarden ifast Fabrikanten die toegang wensen te krijgen tot ifast dienen aan volgende toelatingsvoorwaarden te voldoen: - beschikken over een geldige erkenning volgens bijlage X van richtlijn 2007/46/EG; - beschikken over minstens drie goede goedkeuringsdossiers binnen het toepassingsgebied van ifast (dossiers waarbij de goedkeuring kon worden afgeleverd zonder het maken van opmerkingen of het stellen van bijkomende vragen door de dossierbehandelaar); - volgen van een opleiding ifast. 4. Aanvraag toegang procedure ifast Op het moment dat een fabrikant denkt te voldoen aan deze toelatingsvoorwaarden, kan hij een aanvraag tot toegang tot de procedure ifast indienen bij de regionale dienst Homologaties Voertuigen. Hiervoor stuurt hij een naar volgend adres: Vlaanderen: homologatie.voertuigen@mow.vlaanderen.be Wallonië: homologation.vehicules@spw.wallonie.be Brussel: homologatie@gob.irisnet.be of homologation@sprb.irisnet.be Om praktische redenen plaatst de fabrikant in het onderwerp van de mail, naargelang de gekozen regio, VLAANDEREN aanvraag toegang ifast, BRUSSEL aanvraag Versie Pagina 4 van 9

5 toegang ifast, BRUXELLES demande accès ifast, of WALLONIE demande accès ifast. In deze mail vermeldt hij de dossiernummers van de drie goede dossiers (referentie bevasys) en de datum waarop de opleiding werd gevolgd. De dienst Homologaties Voertuigen onderzoekt vervolgens de aanvraag. Indien de fabrikant voldoet aan de toelatingsvoorwaarden wordt hij per op de hoogte gesteld dat zijn aanvraag tot toegang ifast aanvaard werd. Indien de fabrikant niet voldoet aan de toelatingsvoorwaarden zal de dienst Homologaties Voertuigen dit eveneens per aan de fabrikant laten weten. In deze zal duidelijk de reden worden vermeld waarom de fabrikant (nog) geen toegang kan krijgen. Opmerking: fabrikanten dienen voorafgaand hun aanvraag al kenbaar te maken aan de dienst Homologaties dat ze in aanmerking wensen te komen voor ifast. Pas dan kan de desbetreffende fabrikant zijn rollenbeheer via Fedict activeren. 5. Beheer kwaliteit ifast 5.1. Algemeen De procedure ifast is opgebouwd rond vertrouwen die de goedkeuringsinstantie in de fabrikanten stelt. Om ervoor te zorgen dat het vertrouwen in deze procedure gewaarborgd blijft, zijn er verschillende controlemechanismen ingebouwd. Elke fabrikant die toegang heeft tot deze procedure krijgt een waardering. Er zijn drie waarderingsniveaus, namelijk: AAA, AAB, AAC. Deze waardering wordt in bevasys voor de naam van de fabrikant vermeld. Hierdoor kan de fabrikant op elk moment zijn waardering raadplegen. Elke fabrikant die toegang krijgt tot de procedure ifast krijgt de hoogste waardering, namelijk AAA. Op het moment dat er een probleem ontdekt wordt, wordt deze waardering aangepast. Afhankelijk van het type fout zal de waardering 1 of 2 niveaus dalen. Op het moment dat de fabrikant onder het niveau AAC gaat verliest hij zijn toegang tot ifast tot hij in overleg met de dienst homologatie een nieuwe spoedopleiding (zie punt 7.3) heeft gevolgd, onverminderd de eisen van punt m.b.t. de corrigerende maatregelen. Soorten problemen: Problemen 1 ste graad: (problemen die aanleiding geven tot een vermindering met 1 waarderingsniveau): Versie Pagina 5 van 9

6 - administratieve fout in het goedkeuringsdossier of op het goedkeuringsattest (bvb. de testrapporten zijn niet correct ingevuld of ondertekend, documenten in het goedkeuringsdossier die ontbreken (bvb. geen samenwerkingsovereenkomst, geen COC basisvoertuig, de gegevens op het goedkeuringsattest zijn niet correct: bvb. op attest is lengte mm, in werkelijkheid is voertuig 9500 mm, )) Problemen 2 de graad (problemen die aanleiding geven tot een vermindering met twee waarderingsniveaus) - technische fout aan het voertuig (bvb. de bumper achteraan is hoger geplaatst dan wettelijk toegelaten: 600mm ipv 550mm, de zichtbaarheid van de verlichting is niet conform de eisen opgenomen in de regelgeving, de breedte van het voertuig is groter dan maximum toegelaten: > 2550 mm.of 2600 mm, ) In ifast zijn volgende controles ingebouwd: - steekproefsgewijze controle door de dienst Homologaties Voertuigen op de ingediende goedkeuringsdossiers; - controle bij inschrijving; - controle door keuringsinstelling tijdens eerste bezoek; - controle tijdens de verlengingsaudit uitgevoerd door technische dienst of de regionale dienst Homologaties Voertuigen. Daarnaast kunnen klachten, controles langs de weg, ongevallen, aanleiding geven tot het uitvoeren van verdere controles Mogelijke risico s bij gebruik ifast procedure Het goedkeuringsdossier is niet correct en/of het voertuig voldoet niet aan de geldende regelgeving: De dienst Homologaties Voertuigen onderzoekt en registreert het dossier. Vervolgens wordt de fabrikant per op de hoogte gesteld van het probleem. De dienst Homologaties Voertuigen zal eveneens melden welke acties nodig zijn (aanvraag nieuwe goedkeuring, terugroepen voertuig, ) en de waardering aanpassen volgens de hierboven vermelde criteria. Tevens zal de dienst Homologaties Voertuigen de fabrikant vragen om corrigerende maatregelen over te maken tegen een vastgestelde datum (uiterlijke datum overmaken corrigerende maatregelen: datum melding probleem door dienst Homologaties Voertuigen + 14 dagen). De fabrikant registreert en onderzoekt de fout. Vervolgens neemt hij de nodige maatregelen Versie Pagina 6 van 9

7 zoals gevraagd door de dienst Homologaties Voertuigen. Tevens maakt hij een analyse van het probleem en maakt deze, samen met zijn corrigerende maatregelen over aan de dienst Homologaties Voertuigen. De dienst Homologaties Voertuigen zal nagaan of de voorgestelde corrigerende maatregelen voldoende zijn. Zij zal de fabrikant hiervan op de hoogte stellen. Indien nodig zal de fabrikant bijkomende maatregelen dienen voor te stellen. De dienst Homologaties Voertuigen zal in de daaropvolgende periode steekproefsgewijs 3 dossiers van de desbetreffende fabrikant controleren. Volgende gevallen kunnen zich voordoen: - de dossiers zijn in orde: fabrikant zal opnieuw een hogere waardering bekomen; - de dossiers zijn niet in orde: een probleem doet zich opnieuw voor: de fabrikant zal opnieuw een waarderingsverlaging ontvangen en zal tevens bijkomende maatregelen moeten nemen. Deze zullen nadien opnieuw aan de hand van een steekproefsgewijze controle van 3 dossiers geverifieerd worden; meerdere problemen doen zich (opnieuw) voor: fabrikant krijgt een waarderingsverlaging volgens de hiervoor vermelde criteria, de fabrikant zal corrigerende maatregelen voor beide problemen dienen over te maken. Deze zullen nadien opnieuw aan de hand van een steekproefsgewijze controle van 3 dossiers geverifieerd worden; fabrikant maakt tegen de gevraagde datum geen corrigerende maatregelen over: de waardering van de fabrikant zal met één niveau worden verlaagd of kan mogelijk zijn toegang tot ifast verliezen De fabrikant dient een goedkeuringsaanvraag buiten het toepassingsgebied van ifast in: - De dienst Homologaties Voertuigen onderzoekt en registreert het dossier. Vervolgens wordt de fabrikant per op de hoogte gesteld van het probleem en wordt hem gevraagd een EVA-certificaat voor het betreffende voertuig aan te vragen. - Tevens wordt de toegang tot ifast voor de fabrikant geblokkeerd. - De fabrikant registreert en onderzoekt de fout. Tevens maakt hij een analyse van het probleem en maakt deze, samen met zijn corrigerende maatregelen over aan de dienst Homologaties Voertuigen. - Om terug toegang tot ifast te bekomen dient de fabrikant te voldoen aan de voorwaarden vermeld in paragraaf De fabrikant dient een goedkeuringsaanvraag buiten zijn erkenning (COP) in: Versie Pagina 7 van 9

8 - De dienst Homologaties Voertuigen onderzoekt en registreert het dossier. Vervolgens wordt de fabrikant per op de hoogte gesteld van het probleem. Tevens wordt zijn login tot bevasys geblokkeerd en verliest hij zijn toegang tot ifast. - De fabrikant registreert en onderzoekt de fout. Vervolgens neemt hij de nodige maatregelen zoals gevraagd door de dienst Homologaties Voertuigen. De fabrikant dient, om opnieuw toegang tot bevasys te bekomen, succesvol een audit te doorlopen. Hierbij kan hij zijn erkenning laten uitbreiden zodoende dat het ingediende dossier door het toepassingsgebied van de erkenning is afgedekt. Indien hij dit niet doet, dient het dossier door een technische dienst bij de dienst Homologaties Voertuigen te worden ingediend. - Om terug toegang tot ifast te bekomen dient de fabrikant te voldoen aan de voorwaarden vermeld in paragraaf Verlies toegang ifast Een fabrikant die de toegang tot de procedure ifast verliest, dient, vooraleer hij opnieuw toegang tot de procedure kan bekomen te voldoen aan volgende criteria: - overmaken van corrigerende maatregelen die hij neemt naar aanleiding van de vastgestelde problemen. Deze maatregelen dienen als afdoende beschouwd te worden door de regionale dienst Homologaties Voertuigen; - beschikken over een geldige erkenning volgens bijlage X van richtlijn 2007/46/EG; - beschikken over minstens drie nieuwe goede goedkeuringsdossiers binnen het toepassingsgebied van ifast (dossiers waarbij de goedkeuring kon worden afgeleverd zonder het maken van opmerkingen of het stellen van bijkomende vragen door de dossierbehandelaar); - opnieuw volgen van een opleiding ifast. 7. Algemene opmerkingen 7.1. Melding van een probleem door de fabrikant Indien de fabrikant zelf een fout vaststelt in een goedkeuringsdossier / aan een voertuig dat reeds werd goedgekeurd, dient hij dit te melden aan de dienst Homologaties Voertuigen via volgend adres: homologatie.voertuigen@mow.vlaanderen.be (voor Vlaanderen) homologation.vehicules@spw.wallonie.be (voor Wallonië) homologatie@gob.irisnet.be of homologation@sprb.irisnet.be (voor Brussel Hoofdstekdelijk Gewest) Versie Pagina 8 van 9

9 met naargelang de regio in het onderwerp: VLAANDEREN - melding fout, BRUSSEL melding fout, BRUXELLES annonce d une faute, WALLONIE annonce d ue faute. Indien de fabrikant dit spontaan meldt, zonder dat het probleem werd ontdekt door derden (bvb. technische keuring, DIV, ) zal er geen waarderingsverlaging worden toegepast. De fabrikant zal wel een nieuwe goedkeuring moeten aanvragen voor het betreffende voertuig en zal ook corrigerende maatregelen moeten voorstellen aan de dienst Homologaties Voertuigen Indienen van een nieuwe goedkeuringsaanvraag Indien een fabrikant een fout heeft gemaakt en een nieuwe goedkeuringsaanvraag moet indienen, dient hij rekening te houden met het volgende: - indienen van nieuwe goedkeuring voor een voertuig dat nog niet werd ingeschreven: de fabrikant dient hetzelfde dossier verbeterd in, enkel in zijn beschrijving vermeldt hij dat hij het dossier opnieuw indient gelet op het feit hij een fout gemaakt heeft in het vorige. Hij vermeldt dan ook het dossiernummer (bevasysnummer) van het vorige foute dossier in de beschrijving van de aanvraag. Het dossier blijft eenzelfde fase als het vorige, foute dossier. - indienen van nieuwe goedkeuring voor een voertuig dat reeds werd ingeschreven: de fabrikant dient een nieuwe aanvraag in tot goedkeuring van het voertuig. Het voertuig is reeds ingeschreven dus hij dient een nieuwe, volgende fase aan te vragen. De fabrikant vermeldt dit in zijn beschrijving alsook de reden van aanvraag. In zijn dossier dient hij dus eveneens het inschrijvingsbewijs toe te voegen. Op het goedkeuringscertificaat wordt eveneens de vorige (foute) individuele goedkeuring vermeldt. Ook het identificatieplaatje van de vorige (foute) fase blijft op het voertuig behouden. Bijkomend wordt het identificatieplaatje van de nieuwe correcte fase aangebracht Opleiding Opleidingen worden gegeven door de betrokken beroepsfederaties van voertuigbouwers en ombouwers. Enkel bij het volgen van een nieuwe opleiding, ten gevolge van het verlies van de toegang (punt 6), kan een spoedopleiding toegestaan worden. Versie Pagina 9 van 9