Systeemhandboek Versie / 2004

Transcriptie

1 Systeemhandboek Versie / 2004

2 Copyright 2004 by EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG assumes no liability for either technical or printing errors or for deficiencies in this technical information and cannot be held liable for damages that may directly or indirectly result from delivery, performance, and use of this material. This technical information includes information on the basis of a proprietary system that is protected by copyright laws. All rights reserved. These information or part thereof may not be copied or reproduced by any other means without the previous permission of EPLAN Software & Service. The software described in these technical information is subject to a licensing agreement. The software may only be used and copied within the scope of this agreement. EPLAN, Fluid Plan and LOGOCAD TRIGA are registered trademarks of EPLAN Software & Service GmbH & Co. KG. MS-DOS / Windows NT / Windows 2000 / Windows XP / Microsoft Windows are registered trademarks of the Microsoft Corporation. Microsoft Excel and Microsoft Access are registered trademarks of the Microsoft Corporation. RITTAL is a registered trademark of the Rittal GmbH & Co. KG. CLIP PROJECT is a registered trademark of the Phoenix Contact GmbH & Co. INTERBUS is a registered trademark of the Phoenix Contact GmbH & Co. ÖLFLEX, ÖLFLEX-SERVO and ÖLFLEX CLASSIC are registered trademarks of the U.I. LAPP GmbH. AutoCAD and Volo View Express are registered trademarks of Autodesk, Inc. SIMATIC HW Konfig is a registered trademark of the Siemens AG. SCAN is a registered trademark of McAfee Associates. PKZIP/PKUNZIP are registered trademarks of PKWARE, Inc. ObjectStore is a registered trademark of exelon Corporation. D-ISAM is a registered trademark of Informix Software Inc. Hardlock E-Y-E is a registered trademark of Aladdin Knowledge Systems, Ltd Int. InstallShield is a registered trademark of InstallShield, Inc. PMS is a registered trademark of PMS Compelec GmbH. MicroStation is a registered trademark of Bentley Systems. Acrobat is a registered trademark of Adobe Systems Inc. All other product names, trade names and company names mentioned are trademarks or registered trademarks of their respective owners. Note: The hardware requirements indicated by the operating system manufacturers must be considered. Hardware combinations that cause malfunctions according to the manufacturer s specification may also have an effect on the operation of EPLAN / Fluid Plan / LOGOCAD TRIGA. Therefore an accurate basic installation of hardware, operating system, and hardware drivers (e.g. graphics board driver etc.) is essential for a smooth operation of EPLAN / Fluid Plan / LOGOCAD TRIGA. For this reason, the main conditions and areas of application as specified by the hardware manufacturers also apply to the operation of EPLAN / Fluid Plan / LOGOCAD TRIGA.

3 Inhoudsopgave 1 Beschrijving van de meldingen Inhoudsopgave genereren F2201 Pagina komt niet in het project voor Materiaallijst genereren F3004 Fout bij het openen van materiaalbestanden F3007 Fout bij het maken van de klemmenstrook-tekstdatabank F3008 Fout bij het openen van de schemadatabank F3009 Fout bij het lezen van projectkopgegevens F3013 Fout bij het opslaan van een schemapagina Materiaallijst inlezen F3101 Fout bij het schrijven naar het schema H3103 Invoer in het verschillen-bestand geschreven F3104 Fout bij het lezen van het schema H3105 Onderdeel niet in de onderdelendatabank gevonden Contactkruisverwijzingsprocedure F4001, F4201 Onderdeel zonder code F4002 Onjuist symbooltype F4003, F4023 Te veel contacten/subelementen F4004 Spoel bestaat reeds F4005, H4015 Aansluitcode dubbel F4006 Tegenkruisverwijzing naar hoofdelement bestaat reeds W4007, W4207, W5018, W5518 Groepscode bestaat niet W4008, W4208, W5019, W5519, W5819 Plaatscode bestaat niet W4009, W4409 Inbouwplaats bestaat niet F4010 Onderdeelcode dubbel of onjuist symbooltype F4011 Artikelnummer te lang F4012 Typenummer te lang W4013 Onderdeel zonder aansluitcode W4014 Niet-genummerde ODC H4020, H4406 ODC te groot voor ODC-indeling F4022 Onvolledige weergave wisselcontact W4024 Spoel zonder contact W4025 Contact zonder spoel H4026 Geen tegenkruisverwijzing naar nevenelement W4027 Geen tegenkruisverwijzing naar hoofdelement W4028 Geen motorbeveiligingshoofdelement Afbreekpuntenkruisverwijzingsprocedure F4202, F4411 Afbreekpunt zonder code F4203, F4402, F5021 Ringvorming/zoekdiepte overschreden F4204, F4403, F5022, F5069 Te veel doelen F4206, F4225 Pijlpunten onjuist

4 Systeemhandboek EPLAN W4209 Afbreekpunt zonder aansluiting F4226 Onvolledige paren W4227 Verbinding op één pagina Bedradings- en fluid-verbindingslijst F4404 Bedradingspunt zonder definitie F4412 Afbreekpunt niet gevonden W4413 Dubbele draadcode F4421 Bedradingscode te lang Draadnummering W4601 De code ligt niet op een draad W4602 De code ligt op twee draden (T-stuk) W4603 De code bevat geen variabele W4604 De volgende variabele is niet ingevoerd W4605 De volgende variabele is te hoog doorgeteld F4610 Draadcode zonder symbool F4611 Onjuiste splitaftakking PLC-kruisverwijzingen F4701, H4707 Dubbele PLC-aansluitcode F4702 Fout bij de toegang tot de PLC-kruisverwijzingsdatabank F4703 PLC-aansluiting zonder code F4704 Er is geen tegenpool voor de PLC-aansluiting in het PLC-overzicht PLC-gegevens bewerken H4801 Gewijzigd aansluittype H4802 Gewijzigd symbolisch adres H4803 Gewijzigde functietekst H4804 Nieuwe PLC-aansluiting PLC I/O-lijst F4901, H4903 Adres is vaker toegekend F4902, H4904 Symbolisch adres is vaker toegekend Klemmen genereren F5001, F5501 Klem zonder code F5002, H5004, F5502 ODC kan niet van links worden overgenomen F5003, F5503 ODC kan niet van boven worden overgenomen W4205, W4405, W5007, W5504 Sortering kan niet worden overgenomen F5008 Stationsaanduiding en strookcode te lang F5009 Klem- en subnummer te lang F5011, F5511, F5811 Onjuiste stationsaanduiding F5012, F5512, F5812 Onjuiste strookcode F5013, F5513, F5813 Onjuist klemnummer F5015, F5515, F5815 Onjuist klemsubnummer W5016, W5516, W5816 Onjuiste code (alleen NEN) F5017, F5517, F5817 Onjuist strooksubnummer F5020, F5050 Klem dubbel (pagina) F5023 Doel zonder volledige ODC

5 F5024, F5057 Klemverdeling te kort voor doel F5025, H5026 Strookcode dubbel (pagina) W5027 Bedradingscode te lang F5031, F5531 Pijl zonder code F5032, F5532 Afbreekpunt niet gevonden W5051 Onjuist symbooltype voor klemmenstrook W5052 Onjuist symbooltype voor stekerstrook H5053 Niet-voorgedefinieerde strook H5054 Strook zonder klem of steker F5055 Stekerbestand bestaat niet F5056 Pencode niet gevonden in het stekerbestand, verwacht W5058 Klemnummer groter dan reserve F5061 Onjuiste vorming vaste brug F5065 Formulierpositie dubbel toegewezen F5071 Onjuiste vorming draadbrug F5072 Te veel draadbrugniveaus H5075 Formulierpositie verschoven Kabels genereren F5201 Schuine kabellijn F5202 Adercode zonder 2 doelen F5203 Kabeldoel zonder volledige ODC F5204 Dubbele kabel-/aderdefinitie in pad F5205 Onjuiste markering kabel/afscherming F5208 Kabel tussen dezelfde strook F5209 Ontbrekende kabelcode F5211 Onjuiste kabelcode F5212 Ongeldige kabelcode F5213 Groepscode bestaat niet F5214 Plaatscode bestaat niet F5215 Kabeldefinitie niet tussen onderdelen H5218 Aderkleur zonder kabellijn W5220 Artikelnummer niet bij eerste kabellijn F5221 Verschillende kabelgegevens F5222, F5246 Kabelcode te lang F5223 Kabeltype bestaat niet F5224 Dezelfde kabel-/doel-odc voor klemmen/niet-klemmen F5225, F5233, F5260, F5281, F6303 Aderaantal niet gedefinieerd F5231, F5237 Geen kabeltype gedefinieerd voor ader F5232 Aderaantal ontbreekt in de kabeldefinitie F5235 Kleur dubbel toegewezen F5236 Kleur niet gedefinieerd F5283, F5267, F5239 Te veel aders F5241 Kabeldefinitie niet bij klem W5243, W5285 Eenzijdige kabeldefinitie F5244, F5509 Tegendoel niet gevonden W5245 Kabel niet gedefinieerd F5261 Geen PE-ader toegestaan bij type F5262 PE-ader dubbel toegewezen F5263 Geen N-ader toegestaan bij type

6 Systeemhandboek EPLAN F5264 N-ader dubbel toegewezen F5265 Geen afscherming toegestaan bij type F5266 Afscherming dubbel toegewezen H5268 Subkabel gemaakt F5269 Te veel subkabels F5282 Kabel zonder ader F5284 Ongeldige kleurtoekenning Kabelgegevens terugschrijven Klemmenmateriaallijst genereren F5701 Geen passende klem gemarkeerd F5702 Toebehoren ontbreekt F5703 Klem / strookdefinitie niet gevonden Klemmenmateriaallijst terugschrijven F5801 Klem niet in de klemmenmateriaallijst F5802 Strookkop bestaat niet Grafische uitvoer klemmenstrookoverzicht H6001, H6101, H6201, H6301, H6601, H6701, H6801 Functietekst afgekapt Grafische uitvoer kabeloverzicht F6102, F6202 Kabelbestand bestaat niet Grafische uitvoer klemmen F6203 Klemmenstrook niet gevonden F6205 Grafische pagina niet uitgevoerd Grafische uitvoer kabels W6306 Doel niet gevonden F6307 Doel 2 niet gevonden Grafische uitvoer klemmenaansluitschema W6401 Symboolmacro niet gevonden W6402 Symbool niet in schema gevonden F6403 Macro-aansluitingen verschillend F6404 Symboolnummers verschillend Grafische uitvoer klemmenopbouwlijst F6503 Klem/strookdefinitie niet in het schema gevonden H6505 Onjuiste artikel-subgroep Grafische uitvoer materiaallijst H6602, H6702, H6802 Code afgekapt Grafische uitvoer onderdelenlijst H6703 Symbool buiten grenswaarde Grafische uitvoer bestellijst

7 1.25 Vertaling F7001 Geen brontaal gevonden F7002 Fout in DRAW-commando F7003 Fout in gegevensopbouw (ESC) W7011 Zoekwoord ontbreekt W7012 Doelwoord ontbreekt HPGL-import F7201 Laagste X-grenswaarde overschreden F7202 Hoogste X-grenswaarde overschreden F7203 Laagste Y-grenswaarde overschreden F7204 Laagste Y-grenswaarde overschreden W7205 Onbekend HPGL-commando F7206 Ongeldige numerieke waarde Artikelen importeren F7401 Artikel is meerdere keren gedefinieerd W7403 Artikelimport wordt afgebroken (foutenaantal > 50) Printformulieren maken De reportprocessor Opbouw van printformulieren Overzicht van de functies die geldig zijn voor alle formulieren Overzicht van de meldingen De veldcodes van de afzonderlijke programma's (F-codes) Kruisverwijzingen, bedradingslijsten en bedradingsmateriaallijsten Relaiskeuze en relaisdefinitie Klemmen- en kabelaansluitlijst Artikeluitvoer klemmen- en kabelaansluitlijst Klemmenopbouwlijst Vertaling Meldingenbeheer Projectinformatie en projectfilters Lijsten uitvoeren (Artikelbeheer) Lijsten uitvoeren (Artikelbeheer): projecteigenschappen Lijsten uitvoeren (Artikelbeheer): schemagegevens Lijsten uitvoeren (Artikelbeheer): stamgegevens Lijsten uitvoeren (Artikelbeheer): speciale codes Lijsten uitvoeren (Artikelbeheer): F-codes voor uitvoerinstellingen Standaard labeling Standaard labeling: onderdelen Standaard labeling: klemmen Standaard labeling: klemmenstroken Standaard labeling: PLC Standaard labeling: kabels Standaard labeling: aders Standaard labeling: draden

8 Systeemhandboek EPLAN Labeling Phoenix Mark Phoenix Mark labeling: onderdelen Phoenix Mark labeling: klemmen Phoenix Mark labeling: PLC Phoenix Mark labeling: kabels Phoenix Mark labeling: aders Import-/Exportcodes (Artikelbeheer) EPLAN-oproepparameters Hoofdmodule (EPL6000.EXE) Oproepparameters module "Grafische bewerking" Oproepparameters module "Kruisverwijzingen" Oproepparameters module "Klemmen- en kabelaansluitlijst" Oproepparameters module "Beheer andere talen" Oproepparameters module "Relaiskeuze" Oproepparameters module "Externe programma's" Oproepparameters module "Backup" Oproepparameters module "Klemmenmateriaallijst" Oproepparameters module "Onderdelen nummeren" Oproepparameters module "Draden nummeren" Oproepparameters module "Paginadatabank reorganiseren" Oproepparameters module "Lijsten uitvoeren voor andere PPS-systemen" Oproepparameters module "Gegevensuitwisseling EXF->EPLAN" Oproepparameters module "Gegevensuitwisseling EPLAN->EXF " Oproepparameters module "Project comprimeren" Oproepparameters module "Gegevensuitwisseling DXF / DWG->EPLAN" Oproepparameters module "Automatische nabewerking" Oproepparameters module "PLC-kruisverwijzingsgenerering" Oproepparameters module "Meldingenbeheer" Oproepparameters module "Materiaallijsten genereren"

9 4.22 Oproepparameters module "Automatisch verwerken" Oproepparameters module "Parameterbeheer" Oproepparameters module "Artikelbeheer" Oproepparameters labelingsmodule "PHOENIX Mark" Oproepparameters module "Standaard labeling" Oproepparameters module "Lijsten uitvoeren" Aanwijzigen voor de notatie Lijsten en tabellen Symbooltype: contacten en spoelen Symbooltype: klemmen en toebehoren Kenletters Kenletters voor de codering van een onderdeeltype Kenletters voor de codering van de functie van een onderdeel Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten , Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Speciale teksten Menu van de grafische bewerking Pagina Pagina-overzicht Nieuw (pagina) Openen Openen in nieuw venster Opslaan Sluiten

10 Systeemhandboek EPLAN Kopiëren (pagina) Kopiëren van / naar Hernoemen / verplaatsen (pagina) Eigenschappen bewerken Backup-pagina inlezen Verwijderen (pagina) Leeg maken Onderdeelgegevens bewerken Extra velden nummeren Vorige / Volgende (pagina) Eigenschappen weergeven (pagina) Voorbeeld Filter Filter actualiseren Afdrukken Exporteren EXF DXF / DWG HTML / DWF PDF EXF-macro Afbeeldingsbestand Paginamacro (pagina-export) Inter@View Exporteren (InterView) Terug naar het hoofdmenu Invoegen Symbolen Symboolmacro's Apparaten/artikelen Macro's Apparaatkasten Steker- / bus-definitiekasten Apparaataansluitingen Apparaataansluitingen boven/onder Apparaataansluitingen links/rechts PLC-aansluitingen Afbreekpunten Kabeldefinities Afschermingen Bedradingsdefinities Codeblokcoderingsboxen Tekst Hyperlink Aansluiting Hoek T-stukken

11 6.3.3 Bruggen Kruisingen Onderbreken Lijngegevens definiëren Individueel Potentialen Vergelijking Bewerken Annuleren Ongedaan maken / Herhalen Knippen (klembord) Kopiëren (klembord) Plakken (klembord) Verwijderen (grafisch object) Verplaatsen Dupliceren Macro / formulier maken Symboolmacro Pad- / PLC-macro Variabele macro Samengestelde macro Venstermacro Paginamacro (macro's maken) Plotkader Formulier Vensterlegendaformulier Selecteren Vensterhoek wisselen Blokbewerking Selecteren Onderdelen (blokbewerking) Tekstweergave (blokbewerking) Lijngegevens (blokbewerking) Artikelen (blokbewerking) Aansluiting (blokbewerking) Tekst tijdelijke aanduiding (blokbewerking) Eigenschappen (grafisch object) Artikelnummer Hyperlink openen Meldingen (bewerken) Naar ODC gaan Naar tweede coördinaat gaan Afgehandeld instellen/terugzettennaar ODC gaan Naar tweede coördinaat gaan Afgehandeld instellen/terugzetten Stapgrootte Positioneren Omvang wijzigen Teksten verplaatsen Symboolteksten (verplaatsen)

12 Systeemhandboek EPLAN Strookcode verplaatsen Aansluitnummer (verplaatsen) PLC-aansluitnummers terugschrijven Functietekst aanpassen Zoeken Selectie Invoegen in de zoekdatabank Volgende invoer / Vorige invoer Gaan naar Tegenpool Onderdeel in enkellijnige/meerlijnige weergave Kruisverwezen onderdelen Onderdeel in schema/verwerkingen Artikelen bij onderdelen Opties Multifunctiemenu Aansluitrichtingen Lijncursor Muisstapgrootte [Ctrl]+[Ins] verwisselen met [Ins] Symbooltekstverplaatsing weergeven Invoegpunten Raster Kabelweergave Externe doelen Revisiemarkeringen weergeven Informatie weergeven Pagina-offset Minimale tekengrootte gebruiken Alternatieve bediening Meldingsfilter Vrij tekenen Meervoudige bewerking Lijn / Lijn(en) / Polygoon Cirkel Boog Rechthoek Ellips Tekst in vrij tekenen Tekst tijdelijke aanduiding Roteren Alles verplaatsen Combineren Vergroten / verkleinen Elementgegevens Bematingsbegin / Bematingseinde Afbeeldingsbestanden invoegen

13 Afbeeldingsbestanden bewerken Symbool Opslaan / annuleren Nieuw (symbool) Hoekvariant Nabewerken Importeren Basissymbolen importeren Macro importeren Exporteren Symboolgegevens Beschrijvend blok Identificerend blok Relatief invoegpunt Aansluitpunt Parameters Project Persoonlijk Station Extra Inhoudsopgave Maken (inhoudsopgave) Actualiseren (inhoudsopgave) Verwijderen (inhoudsopgave) Coördinaten (inhoudsopgave) Montageplaten Invoegen (montageplaten) Indelen (montageplaten) Actualiseren (montageplaten) Vensterlegenda invoegen (montageplaten) Paginalegenda maken (montageplaten) Coördinaten (montageplaten) Groeps-/plaatscodeoverzicht Maken (groeps-/plaatscodeoverzicht) Actualiseren (groeps-/plaatscodeoverzicht) Verwijderen (groeps-/plaatscodeoverzicht) Coördinaten (groeps-/plaatscodeoverzicht) Projectrevisie Beschrijving van de paginawijziging Markeringstekst bewerken Overzicht maken (revisieoverzicht) Actualiseren (revisieoverzicht) Verwijderen (revisieoverzicht) Coördinaten (revisieoverzicht) Externe programma's BUS-gegevens export SIMATIC HW Config

14 Systeemhandboek EPLAN Venster Alle sluiten Overlappend Naast elkaar Onder elkaar Symbolen rangschikken Beeld Beeld vernieuwen Normen wisselen Autoconnecting-voorbeeld Zoom openen / Zoom openen 80% Zoom sluiten DIN-formaat Beeld op startzoom zetten Kwadrantenzoom groter / Kwadrantenzoom kleiner Zoomniveaus opslaan Zoomniveaus activeren Beeldfragment Naar boven (beeldfragment) Naar onder (beeldfragment) Naar links (beeldfragment) Naar rechts (beeldfragment) Werkbalken Meldingen (beeld) Volgend venster Schuifbalken weergeven Actualiseren (beeld) Configureren Weergave van de pagina-eigenschappen Bewerking van onderdeelgegevens Help Help bij module / Inhoud en Index Info Toetsenbordcommando's Index

15 1 Beschrijving van de meldingen EPLAN onderscheidt drie soorten meldingen: Fouten Waarschuwingen Opmerkingen Deze meldingssoorten worden als volgt afgekort: F voor fouten (bij het genereren rood weergegeven) W voor waarschuwingen (bij het genereren blauw weergegeven) H voor opmerkingen (bij het genereren groen weergegeven) Alle meldingen zijn voorzien van een meldingsnummer, bijv. "F4226". Een melding bestaat dus uit de kenletter voor de soort melding en het meldingsnummer. De meldingen zijn verdeeld in meldingsgroepen en toegewezen aan bepaalde genereringsprocedures. De volgende tabel toont deze toewijzing: Meldingsgroep Genereringsprocedure 2200 Inhoudsopgave genereren 3000 Materiaallijst genereren 3100 Materiaallijst inlezen 4000 Contactkruisverwijzingsprocedure 4200 Afbreekpuntenkruisverwijzingsprocedure 4400 Bedradings- en fluid-verbindingslijst 4600 Draadnummering 4700 PLC-kruisverwijzingen 4800 PLC-gegevens bewerken 4900 PLC I/O-lijst 5000 Klemmen genereren 5200 Kabels genereren 5500 Kabelgegevens terugschrijven 5700 Klemmenmateriaallijst genereren 5800 Klemmenmateriaallijst terugschrijven 6000 Grafische uitvoer klemmenoverzicht 13

16 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Meldingsgroep Genereringsprocedure 6100 Grafische uitvoer kabeloverzicht 6200 Grafische uitvoer klemmen 6300 Grafische uitvoer kabels 6400 Grafische uitvoer klemmenaansluitlijst 6500 Grafische uitvoer klemmenopbouwlijst 6600 Grafische uitvoer materiaallijst 6700 Grafische uitvoer onderdelenlijst 6800 Grafische uitvoer klemmenmateriaallijst 7000 Vertaling 7200 HPGL-import 7400 Artikelen importeren 14

17 1.1 Inhoudsopgave genereren 2201 F Pagina komt niet in het project voor F2201 Pagina komt niet in het project voor Bij het terugschrijven van gegevens uit de inhoudsopgave is een paginanummer gevonden dat in het project niet meer voorkomt (pagina is verwijderd). Voorstel voor het opheffen van de fout: Genereer de inhoudsopgave opnieuw. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 1.2 Materiaallijst genereren 3004 F Fout bij het openen van materiaalbestanden 3007 F Fout bij het maken van de klemmenstrooktekstdatabank 3008 F Fout bij het openen van de schemadatabank 3009 F Fout bij het lezen van projectkopgegevens 3013 F Fout bij het opslaan van een schemapagina F3004 Fout bij het openen van materiaalbestanden EPLAN kan één of meerdere in de foutmelding opgegeven materiaallijstbestand(en) niet openen. 15

18 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Oorzaak van de fout: Het materiaallijstbestand of de directory waarin dit bestand is opgeslagen, is beveiligd tegen schrijven. Voorstel voor het opheffen van de fout: Controleer de attributen van het bestand of de directory. Hef de schrijfbeveiliging voor het bestand of de directory op F3007 Fout bij het maken van de klemmenstrooktekstdatabank EPLAN kan het in de foutmelding opgegeven bestand van de klemmenstrook-tekstdatabank niet openen. Oorzaak van de fout: Uw TMP-directory (...\TEMP\TMP), waarin deze databank slechts tijdelijk wordt opgeslagen, is tegen schrijven beveiligd. Voorstel voor het opheffen van de fout: Controleer de attributen van de TMP-directory. Hef de schrijfbeveiliging voor deze directory op F3008 Fout bij het openen van de schemadatabank EPLAN kan de schemadatabank niet openen. Mogelijke foutoorzaken: 1. De projectdirectory waarin het in de foutmelding vermelde bestand is opgeslagen, is verwijderd. 2. Het in de foutmelding vermelde bestand van de schemadatabank of de projectdirectory waarin dit bestand is opgeslagen, is tegen schrijven beveiligd. 3. U werkt in het netwerk. Iemand anders heeft vóór u toegang verkregen tot de schemadatabank. 4. U werkt in het netwerk. U hebt geen toegangsrechten voor het bestand. 16

19 Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1. Controleer of het opgegeven bestand of de projectdirectory nog bestaat. ad 2 Controleer de attributen van het bestand of van de projectdirectory. Hef de schrijfbeveiliging voor het bestand of de projectdirectory op. ad 3. Wacht tot u weer toegang kunt krijgen tot de schemadatabank of wendt u tot de gebruiker die de schemadatabank bewerkt. ad 4. Wendt u tot de systeembeheerder en vraag om toegangsrechten voor de schemadatabank F3009 Fout bij het lezen van projectkopgegevens EPLAN kan de projectkop niet lezen. Mogelijke foutoorzaken: 1. Het project is voor externe bewerking opgeslagen. 2. Het project is gecomprimeerd. 3. Het project bevat een fout. Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1. Ga vanuit het hoofdmenu onder Project > Projecten selecteren, beheren naar de module Projectselectie. Controleer of in het projectselectievenster (boomweergave) het projectbestand met het grafische symbool wordt aangeduid. Zo ja, organiseer dan eerst het opslagmedium waarop u het project hebt opgeslagen. Informatie over de plaats waar u het project hebt opgeslagen, vindt u rechts op het tabblad "Backup". In het groepsveld "Project is opgeslagen bij " (rechtsonder) kunnen voorzover ingevoerd de invoervelden "Klant" en "Uitlevering" uitsluitsel bieden over de plaats waar het opgeslagen project wordt bewaard. Als u het opgeslagen project (bijv. op diskettes) bij de hand hebt, gaat u terug naar het hoofdmenu. Via het menupad Hulpprogramma's > Backup > Backup terugschrijven > Projecten kunt u het opgeslagen project terughalen. ad 2. Ga vanuit het hoofdmenu onder Project > Projecten selecteren, beheren naar het dialoogvenster "Projectselectie". Controleer of in het projectselectievenster (boomweergave) het projectbestand met het grafische symbool wordt aangeduid. Of het project al dan niet gecomprimeerd, kunt u ook opmaken uit de projecteigen- 17

20 Systeemhandboek EPLAN 5.60 schappen rechtsboven in het dialoogvenster. Bij een gecomprimeerd project wordt namelijk achter de projectnaam de tekst "ingepakt" geplaatst. Als het project is gecomprimeerd, gaat u naar het hoofdmenu terug. Met het menupad Hulpprogramma's > Backup > Backup terugschrijven > Uitpakken kunt u het opgeslagen project terughalen. ad 3. Wendt u tot EPLAN Software & Service. Wij zullen proberen uw project weer te herstellen F3013 Fout bij het opslaan van een schemapagina De systeem-id's (interne kenmerken voor onderdelen in het schema) kunnen niet worden teruggeschreven. Oorzaak van de fout: U werkt in het netwerk. Iemand anders heeft vóór u toegang verkregen tot de schemapagina en is bezig deze te bewerken. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wacht tot u weer toegang kunt krijgen tot de schemapagina of wendt u tot de persoon die de schemapagina momenteel bewerkt. 1.3 Materiaallijst inlezen 3101 F Fout bij het schrijven naar het schema 3103 H Invoer in het verschillen-bestand geschreven 3104 F Fout bij het lezen van het schema 3105 H Onderdeel niet in de onderdelendatabank gevonden F3101 Fout bij het schrijven naar het schema EPLAN kan de onderdeelgegevens niet naar het schema schrijven. Oorzaak van de fout: 18

21 U werkt in het netwerk. Iemand anders heeft vóór u toegang verkregen tot de schemapagina en is bezig deze te bewerken. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wacht tot u weer toegang kunt krijgen tot de schemapagina of wendt u tot de persoon die de schemapagina momenteel bewerkt H3103 Invoer in het verschillen-bestand geschreven Onderdeelgegevens die EPLAN niet in de onderdelendatabank kan invoegen of daarin kan vinden, worden in een zogeheten 'verschillenbestand' geschreven. De inhoud van dat bestand kunt u bekijken door het bestand STKLDIFF.ASC in de actuele projectdirectory te openen F3104 Fout bij het lezen van het schema EPLAN kan de onderdeelgegevens niet uit het schema inlezen. Mogelijke oorzaak van de fout: U werkt in het netwerk. Iemand anders heeft vóór u toegang verkregen tot de schemapagina en is bezig deze te bewerken. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wacht tot u weer toegang kunt krijgen tot de schemapagina of wendt u tot de persoon die de schemapagina momenteel bewerkt H3105 Onderdeel niet in de onderdelendatabank gevonden EPLAN kan het onderdeel niet in de onderdelendatabank vinden. De gegevens worden daarom niet naar het schema teruggeschreven. Open in de actuele projectdirectory het bestand STKLEPX.ASC en verwijder de onderdelen die EPLAN niet kan vinden. Sla het bestand op en lees de materiaallijst opnieuw in. 19

22 Systeemhandboek EPLAN Contactkruisverwijzingsprocedure 4001 F Onderdeel zonder code 4002 F Onjuist symbooltype 4003 F Te veel contacten/subelementen 4004 F Spoel bestaat reeds 4005 F Aansluitcode dubbel 4006 F Tegenkruisverwijzing naar hoofdelement bestaat reeds 4007 W Groepscode bestaat niet 4008 W Plaatscode bestaat niet 4009 W Inbouwplaats bestaat niet 4010 F Onderdeelcode dubbel of onjuist symbooltype 4011 F Artikelnummer te lang 4012 F Typenummer te lang 4013 W Onderdeel zonder aansluitcode 4014 W Niet genummerde ODC 4015 H Aansluitcode dubbel 4022 F Onvolledige weergave wisselcontact 4023 F Te veel contacten/subelementen 4024 W Spoel zonder contact 4025 W Contact zonder spoel 4026 H Geen tegenkruisverwijzing naar nevenelement 4027 W Geen tegenkruisverwijzing naar hoofdelement 4028 W Geen motorbeveiligingshoofdelement F4001, F4201 Onderdeel zonder code Oorzaak van de fout: EPLAN heeft een kruisverwijsbaar symbool (onderdeel) zonder onderdeelcode gevonden. 20

23 Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Zoek het symbool met behulp van pagina, padbereik en positie die zijn aangegeven in de foutenlijst of in het schema. Wanneer u het symbool gevonden hebt, klikt u erop. Voeg vervolgens in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen" de ontbrekende onderdeelcode toe. Sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe contactkruisverwijzingsprocedure. 2. Verhelp de fout met behulp van de correctiefunctie. Die vindt u door (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie te kiezen. Schakel in het dialoogvenster het selectievakje "4001 Onderdeel zonder ODC: zet deze op symbooltype 254" in en bevestig met [OK]. EPLAN maakt dan van de symbolen grafische elementen, die bij de kruisverwijzingsprocedure buiten beschouwing blijven. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F4002 Onjuist symbooltype Oorzaak van de fout: U hebt aan meerdere onderdelen met verschillende kruisverwijzingstypen dezelfde onderdeelcode toegekend. Er komen in uw schema bijvoorbeeld twee relaisspoelen met dezelfde ODC voor. Aan de ene relaisspoel werd het kruisverwijzingstype "50" (kruisverwijsbaar) toegewezen, aan de andere "255" (standaardsymbool, nietkruisverwijsbaar). Voorstel voor het opheffen van de fout: Controleer de onderdeelcodes van de betreffende onderdelen en wijs aan de onderdelen unieke onderdeelcodes toe F4003, F4023 Te veel contacten/subelementen Foutoorzaken: 1. U hebt een relais met meer contacten in het schema ingevoegd dan in het parameterprogramma is gedefinieerd. U kunt daar aan een relais 21

24 Systeemhandboek EPLAN 5.60 minimaal 4 en maximaal 80 contacten toewijzen. De standaardinstelling is "12". 2. In het schema werden meer subelementen van een apparaatkast (apparaatkasten met dezelfde onderdeelcode) ingevoegd dan in het parameterprogramma is gedefinieerd. Ook hier geldt dat u minimaal 4 en maximaal 80 apparaatkastsubelementen in het schema kunt plaatsen. De standaardinstelling is hier eveneens "12". De foutmelding met betrekking tot het te grote aantal apparaatkastsubelementen wordt alleen weergegeven als u in de kruisverwijzingsparameters het selectievakje "Apparaatkasten meenemen bij de kruisverwijzing" (tabblad "Kruisverwijzingen") ingeschakeld hebt. Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1. Roep (vanuit het hoofdmenu) via het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > Relais/kruisverwijzing/bedrading het parameterprogramma voor de relaisinstellingen en contactkruisverwijzingen op. Klik vervolgens op het tabblad "Contactkruisverwijzingen/bedradingen". Verander in het invoerveld "Maximum aantal relaiscontacten" de waarde zo dat die overeenkomt met het maximum aantal contacten van het ingevoegde relais (of groter wordt dan dat aantal contacten) en start de kruisverwijzingsprocedure opnieuw. of Verhelp de fout met behulp van de correctiefunctie. Die vindt u door (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie te kiezen. Schakel in het dialoogvenster het selectievakje "4003 Te veel subelementen: wijzig onderdelen met specifieke ODC in symbooltype 254" in en bevestig met [OK]. EPLAN maakt dan van de symbolen grafische elementen die bij de kruisverwijzingsprocedure buiten beschouwing blijven. ad 2. Roep (vanuit het hoofdmenu) via het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > Relais/kruisverwijzing/bedrading het parameterprogramma voor de relaisinstellingen en contactkruisverwijzingen op. Klik vervolgens op het tabblad "Contactkruisverwijzingen/bedradingen". 22

25 Verander in het invoerveld "Maximum aantal relaiscontacten" de waarde zo dat die overeenkomt met het in het schema ingevoegde aantal apparaatkasten met dezelfde ODC (of groter wordt dan dat aantal) en start de kruisverwijzingsprocedure opnieuw. Verdere mogelijkheid: deactiveer het selectievakje "Apparaatkasten meenemen bij de kruisverwijzing". Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F4004 Spoel bestaat reeds Oorzaak van de fout: EPLAN heeft tijdens de genereringsprocedure een spoel gevonden waarvan de onderdeelcode reeds bestaat. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Wijzig de onderdeelcode van de spoel in het schema, sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe contactkruisverwijzingsprocedure. 2. Verhelp de fout met behulp van de correctiefunctie. Die vindt u door (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie te kiezen. Schakel in het dialoogvenster het selectievakje "4004 Spoel bestaat reeds: ODC nanummeren" in, en bevestig met [OK]. EPLAN maakt dan van de symbolen grafische elementen, die bij de kruisverwijzingsprocedure buiten beschouwing blijven. Afhankelijk van de opbouw van de onderdeelcode wordt de teller van het onderdeel dat dubbel voorkomt zo gewijzigd, dat de spoel in het schema eenduidig geïdentificeerd kan worden. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 23

26 Systeemhandboek EPLAN F4005, H4015 Aansluitcode dubbel EPLAN heeft een aansluitcode gevonden die reeds is toegekend. Als het hierbij gaat om de aansluitcode "PE", dan wordt deze melding als opmerking weergegeven. Mogelijke foutoorzaken: 1. EPLAN heeft een relaiscontact gevonden dat tweemaal met dezelfde ODC en dezelfde aansluitcode in het schema is ingevoegd. Het contact wordt desondanks in de kruisverwijzingsdatabank opgenomen. 2. Bij een paarsgewijs aanwezige kruisverwijzing (motorbeveiligingsschakelaar) worden twee contacten met dezelfde onderdeelcode en hetzelfde symbooltype aangetroffen. Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1. Wijzig in het schema bij het betreffende contact de aansluitcodes of wijs aan een van de beschikbare contacten een andere onderdeelcode toe. ad 2. Roep (vanuit het hoofdmenu) het correctieprogramma op via het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie. Activeer het selectievakje "4005 Aansluitcode dubbel: in xx en xx' wijzigen". Klik vervolgens op [OK]. De aansluitcodes worden dan van een extra teken voorzien. Genereer vervolgens de contactkruisverwijzingsprocedure opnieuw. De zo gewijzigde aansluitcode wordt nu tijdens de genereringsprocedure correct bevonden en niet meer afgekeurd. Wanneer het betreffende symbool een relaiscontact is dat dubbel is toegekend, dan kunt u bovendien de contacten via de automatische relaiskeuze opnieuw definiëren. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 24

27 1.4.6 F4006 Tegenkruisverwijzing naar hoofdelement bestaat reeds Oorzaak van de fout: U hebt twee componenten met hetzelfde symbooltype "Tegenkruisverwijzing naar hoofdelement" en dezelfde onderdeelcode in het schema ingevoegd. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Verwijder een van de twee aanwezige hoofdelementen in het schema of 2. Geef een van de onderdelen een andere onderdeelcode en wijs daaraan een tegenkruisverwijzing naar nevenelement met het symbooltype "153" toe. of 3. Verhelp de fout met behulp van de correctiefunctie. Die vindt u door (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie te kiezen. Activeer in het dialoogvenster het selectievakje "4006 Tegen KVW naar hoofdelement dubbel: ODC nanummeren", en bevestig met [OK]. Het onderdeel met de dubbele tegenkruisverwijzing naar het hoofdelement wordt hernummerd, zodat er een nieuwe onderdeelcode wordt gegenereerd. Toelichting: Bij de invoer van een symbool kan in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen" een "symboolkruisverwijzing" worden gedefinieerd. Hierdoor is het mogelijk standaardsymbolen te kruisverwijzen. Hierbij is van belang dat deze symbolen verschillende symbooltypen hebben. Een symbool moet als hoofdelement (kenmerk 150) met minstens één nevenelement (kenmerk 153) worden gecodeerd. Er zijn meerdere nevenelementen mogelijk. Voorbeelden hiervan zijn drukknoppen of apparaatkasten. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 25

28 Systeemhandboek EPLAN W4007, W4207, W5018, W5518 Groepscode bestaat niet Oorzaak van de waarschuwingsmelding: Bij een klem is een groepscode ingevoerd die niet als groepscode van een schemapagina optreedt. Daardoor kan de ODC niet correct worden gesorteerd; bovendien kan de naam te lang worden. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Maak in uw project een pagina met de overeenkomstige groepscode. De groepscode van de klem wordt met een bestand vergeleken waarin alle gebruikte groepscodes van pagina's zijn opgeslagen. Indien u de groepscode alleen bij deze klem wilt gebruiken, kunt u de pagina met deze groepscode weer verwijderen; de invoer in het bestand blijft echter behouden W4008, W4208, W5019, W5519, W5819 Plaatscode bestaat niet Oorzaak van de waarschuwingsmelding: Bij een klem is een plaatscode ingevoerd die niet als plaatscode van een schemapagina optreedt. Daardoor kan de ODC niet correct worden gesorteerd; bovendien kan de naam te lang worden. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Maak in uw project een pagina met de overeenkomstige plaatscode. De plaatscode van de klem wordt met een bestand vergeleken waarin alle gebruikte plaatscodes van pagina's zijn opgeslagen. Indien u de plaatscode alleen bij deze klem wilt gebruiken, kunt u de pagina met deze plaatscode weer verwijderen; de invoer in het bestand blijft echter behouden W4009, W4409 Inbouwplaats bestaat niet Oorzaak van de waarschuwingsmelding: De aangegeven inbouwplaats is niet in de betreffende databank ingevoerd. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Hulpprogramma's > Automatische nabewerking > Project nabewerken. Roep daar de menuop-

29 tie Inbouwplaats-databank maken op. EPLAN genereert in dat geval een nieuwe databank voor inbouwplaatsen. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F4010 Onderdeelcode dubbel of onjuist symbooltype Oorzaak van de fout: U hebt gelijke onderdelen met dezelfde onderdeelcode dubbel in het schema gebruikt. Aan een van de onderdelen is het symbooltype 150 "Hoofdelement" toegewezen, aan het andere onderdeel het symbooltype 255 "Standaardsymbool, niet kruisverwijsbaar". Voorstel voor het opheffen van de fout: Wijzig de onderdeelcode bij een van de onderdelen en vervang het symbooltype 150 van dit onderdeel door het symbooltype 255. Sla de schemapagina('s) op en genereer een nieuwe contactkruisverwijzing F4011 Artikelnummer te lang Oorzaak van de fout: Het artikelnummer van het betreffende onderdeel is te lang. Voorstel voor het opheffen van de fout: Reduceer de lengte van het artikelnummer. Het maximale aantal tekens bedraagt 25. Sla de schemapagina('s) op en genereer een nieuwe contactkruisverwijzing F4012 Typenummer te lang Oorzaak van de fout: Het typenummer van het betreffende onderdeel is te lang. 27

30 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Voorstel voor het opheffen van de fout: Reduceer het typenummer. Het maximale aantal tekens bedraagt 25. Sla de schemapagina('s) op en genereer een nieuwe contactkruisverwijzing W4013 Onderdeel zonder aansluitcode Deze waarschuwing treedt alleen op bij projecten met een aangepast projectparameterbestand PROJEKT.PPD, als: 1. U aan een maakcontact van het symbooltype 1 geen aansluitcodes hebt toegewezen en 2. De verborgen parameter bij "Offset 639" in het PROJEKT.PPD op "1" is gezet W4014 Niet-genummerde ODC Oorzaak van de waarschuwingsmelding: EPLAN heeft een kruisverwijsbaar symbool (onderdeel) met een vraagteken gevonden. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Corrigeer de waarschuwing met de correctiefunctie. Die vindt u door (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie te kiezen. Activeer in het dialoogvenster het selectievakje "4014 Hernummer nietgenummerde ODC's" en bevestig met [OK]. EPLAN hernummert de symbolen dan automatisch. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 28

31 H4020, H4406 ODC te groot voor ODC-indeling Een onderdeelcode kan in de volgende blokken worden onderverdeeld: <Paginavoornummer>.<Subpagina><Kenletter><Volgnummer>.<Subnu mmer><functie>: <Lengte van de aansluitcode> Aan elk blok kan in de ODC-indelingsparameters een bepaalde tekenlengte worden toegekend. In dit geval is bij het invoeren van de ODC in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen" de tekenlengte die in de parameters is opgegeven bij minimaal één blok overschreden. Welk blok is overschreden, wordt aangegeven door het cijfer achter het teken # van de betreffende verwerkingsmelding.... [4020]ODC voor ODC-indeling te groot #3 "#3" betekent dat in het derde blok, die bestemd is voor de kenletter, een te kleine waarde is ingevoerd en dus de aangegeven tekenlengte voor de kenletters in de symbooleigenschappen te groot is. Houd er rekening mee dat in een bijzonder geval ook het cijfer 8 achter het teken # wordt weergegeven. In dat geval is namelijk de totale aantal posities overschreden, ofwel de som van de waarden in de afzonderlijke blokken. In totaal mag de ODC uit maximaal 19 tekens bestaan (inclusief het voorteken "-" ). Om te voorkomen dat de opmerking "ODC te groot voor ODC-indeling" bij volgende genereringsprocedures opnieuw wordt weergegeven, kunt u de volgende maatregelen treffen: 1. U volgt het voorstel in het meldingenveld van de kruisverwijzingsmodule, dat de minimale indeling van de blokken voor een correcte sortering aangeeft. 2. U verkleint in het symbooleigenschappendialoogvenster de tekenlengte van de ODC voor de codeblokken die in het meldingenvenster van de kruisverwijzingsmodule worden weergegeven. 3. U gaat naar de parameters voor de ODC-indeling (menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > ODC-indeling / ODC-syntaxcontrole > tabblad "ODC-indeling" en vergroot de lengte van de betreffende codeblokken in het groepsveld "Lengte-indeling van de ODC". 4. U deactiveert het selectievakje "Opmerkingen" in het dialoogvenster "Weergave van geactiveerde procedures" (menupad Extra > Meldingen in de kruisverwijzingsmodule). Houd er rekening mee dat hierdoor alle opmerkingen niet meer worden weergegeven. 29

32 Systeemhandboek EPLAN F4022 Onvolledige weergave wisselcontact Oorzaak van de fout: Voor een wisselcontact wordt een verbreekcontactsymbool met het verkeerde symbooltype gebruikt. U bent bijvoorbeeld vergeten het symbooltype van het verbreekcontactsymbool om te zetten van "2" (alleen verbreekcontact) in "14" (wisselcontact-verbreek tweepadig). Voorstel voor het opheffen van de fout: Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie en roep daarmee het automatische correctieprogramma op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "4022 Onvolledige weergave wisselcontact: wijzig symbooltype 2/15 (verbreekcontact) in 14/15 (wisselcontact) en klik op [OK]. Alle verbreekcontacten met het verkeerde symbooltype worden nu in wisselcontacten-verbreek omgezet. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! W4024 Spoel zonder contact Oorzaak van de waarschuwingsmelding: EPLAN heeft tijdens de contactkruisverwijzingsprocedure een relaisspoel zonder contact gevonden. Voorstellen om de waarschuwingsmelding te voorkomen: 1. Voeg in het schema een contact in en wijs daaraan de onderdeelcode van de spoel toe of 2. Verwijder de relaisspoel in het schema W4025 Contact zonder spoel Oorzaak van de waarschuwingsmelding: Bij een contact is geen spoel met dezelfde onderdeelcode gevonden. 30

33 Voorstellen om de waarschuwingsmelding te voorkomen: 1. Wijs aan het contact de onderdeelcode toe van een spoel die zich in het schema bevindt of 2. Verwijder het contact. Deze waarschuwingsmelding kan ook optreden als een ander onderdeel (bijvoorbeeld een motorbeveiligingsschakelaar) bij dit contact kruisverwijsbaar gemaakt moet worden, maar hiervoor geen overeenkomstige invoer is aangebracht. In dit geval moet het contactpaar eveneens kruisverwijsbaar worden gemaakt H4026 Geen tegenkruisverwijzing naar nevenelement Elke kruisverwijzing heeft een hoofdelement (symbooltype "150") en een of meer nevenelementen (symbooltype "153"). EPLAN heeft tijdens de contactkruisverwijzingsprocedure wel een hoofdelement, maar geen nevenelement gevonden. Controleer het symbooltype van het onderdeel dat kruisverwezen moet worden. Bepaal via het symbooltype wat nevenelementen en wat hoofdelementen zijn. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe contactkruisverwijzingsprocedure W4027 Geen tegenkruisverwijzing naar hoofdelement Oorzaak van de waarschuwingsmelding: Elke tegenkruisverwijzing heeft een hoofdelement (symbooltype "150") en een of meer nevenelementen (symbooltype "153"). EPLAN heeft tijdens de contactkruisverwijzingsprocedure wel een nevenelement, maar geen hoofdelement gevonden. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Controleer het symbooltype van de onderdelen die kruisverwezen moeten worden. Bepaal via het symbooltype wat nevenelementen en wat hoofdelementen zijn. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe contactkruisverwijzingsprocedure. 31

34 Systeemhandboek EPLAN W4028 Geen motorbeveiligingshoofdelement Oorzaak van de waarschuwingsmelding: EPLAN heeft tijdens de contactkruisverwijzingsprocedure een motorbeveiligingsschakelaar met een nevenelement (hulpcontact met symbooltype 152) gevonden, waarvoor geen hoofdelement (hulpcontact met symbooltype 151) bestaat. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Controleer of u op de werklijn van de motorbeveiligingsschakelaar het afgekeurde contact als hoofdelement met het symbooltype "151" of "154" (kruisverwijzing onder symbool) hebt ingetekend. Zo niet, voeg dan het contact alsnog naast de motorbeveiligingsschakelaar (op de werklijn) in. Als het contact reeds bestaat, hoeft u alleen maar het symbooltype ervan te wijzigen in "151" of in "154". Aan het nevenelement op een willekeurige plaats in schema wijst u het symbooltype "152" (kruisverwijzing naast symbool) toe. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe contactkruisverwijzingsprocedure. 1.5 Afbreekpuntenkruisverwijzingsprocedure 4201 F Onderdeel zonder code 4202 F Afbreekpunt niet gevonden/zonder code 4203 F Ringvorming/zoekdiepte overschreden 4204 F Te veel doelen 4205 W Sortering kan niet worden overgenomen 4206 F Pijlpunten onjuist 4207 W Groepscode bestaat niet 4208 W Plaatscode bestaat niet 4209 W Afbreekpunt zonder aansluiting 4225 F Pijlpunten onjuist 4226 F Onvolledige paren 4227 W Verbinding op één pagina 32

35 1.5.1 F4202, F4411 Afbreekpunt zonder code Oorzaak van de fout: Een afbreekpunt van een afbreekpuntenpaar heeft geen code. Voorstel voor het opheffen van de fout: Geef bij het afgekeurde afbreekpunt de ontbrekende code aan, sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe afbreekpuntenkruisverwijzingsprocedure F4203, F4402, F5021 Ringvorming/zoekdiepte overschreden De doelvervolging is mislukt. Mogelijke foutoorzaken: 1. De splitaftakking is onjuist, d.w.z. de doelvervolging voert terug naar het oorspronkelijke symbool zonder een ander symbool aan te treffen dat een onderdeel weergeeft (ringvorming). 2. Het maximaal toegestane aantal van 19 richtingswisselingen is bereikt (zoekdiepte overschreden). Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1. Controleer of op basis van een onjuiste splitaftakking de doelvervolging bij de dezelfde klem of afbreekpunt terugkeert. ad 2. Controleer of tussen het uitgangspunt (klem/afbreekpunt) en het doel meer dan 19 invoegpunten liggen (hoek, T-stuk) F4204, F4403, F5022, F5069 Te veel doelen Oorzaak van de fout: Er zijn meer doelen gevonden dan er aansluitmogelijkheden beschikbaar zijn. De splitaftakking is daardoor is foutief. Dit probleem doet zich bijvoorbeeld voor als een T-stuk op een afbreekpunt wordt aangesloten. Voorstel voor het opheffen van de fout: Controleer in het schema de splitaftakking rond het genoemde afbreekpunt. Ook wanneer T-stukken in de grafische schemaweergave als puntaftakking getekend worden, wordt de doelvervolging overeenkomstig de ingevoerde splitaftakking uitgevoerd. 33

36 Systeemhandboek EPLAN F4206, F4225 Pijlpunten onjuist Oorzaak van de fout: Er zijn twee afbreekpunten gevonden waarbij de pijlpunten niet met de pijlschacht zijn samengevoegd. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Teken de afbreekpunten steeds paarsgewijs in het schema. Daarbij moet het ene pijlsymbool 'vanuit de schemapagina' en het andere (op een volgende pagina) 'naar de schemapagina' wijzen. 2. De controle van de afbreekpuntenrichting kan met behulp van de parameterinstelling onderdrukt worden. De betreffende parameter met de omschrijving "Kenmerk voor de afbreekpuntencontrole" vindt u op het tabblad "Kruisverwijzingen" in het dialoogvenster "Kruisverwijzings-/bedradingsparameters". Dit dialoogvenster verschijnt als u (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Parameters > Kruisverwijzingen/bedradingen kiest. Stel daar het kenmerk van de parameter op "0", "1" of "3" in. 3. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie en roep daarmee het correctieprogramma op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "4225 Pijlpunten onjuist: draai pijlpunten". EPLAN draait nu automatisch de richting van het onjuiste afbreekpunt om. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! W4209 Afbreekpunt zonder aansluiting Oorzaak van de waarschuwingsmelding: EPLAN heeft een afbreekpunt zonder aansluiting aan een onderdeel gevonden. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Koppel het afbreekpunt aan een onderdeel of een klem. Het afbreekpunt dat naar de vervolgpagina wijst, sluit u daarbij met het uiteinde van de 34

37 pijl op het onderdeel aan. Het afbreekpunt op de vervolgpagina sluit u daarentegen met de pijlpunt op een onderdeel aan F4226 Onvolledige paren Oorzaak van de fout: Er is een oneven aantal afbreekpunten met dezelfde code gebruikt. Daardoor heeft één afbreekpunt geen doel. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Wijzig de codes van het afbreekpunt die als laatste in het schema is ingevoegd en teken in het schema een afbreekpunt als doel voor het hernoemde afbreekpunt (op een andere schemapagina). of 2. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Genereren > Correctiefunctie en roep daarmee het correctieprogramma op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "4226 Onvolledige paren: afbreekpunt wijzigen in apparaataansluiting". EPLAN zet het onjuiste afbreekpunt dan automatisch om in een apparaataansluiting. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! W4227 Verbinding op één pagina Oorzaak van de waarschuwingsmelding: Er bestaat een verbinding tussen twee afbreekpunten op een en dezelfde schemapagina. Deze melding verschijnt alleen als de parameter "Kenmerk voor de afbreekpuntencontrole" op de waarde "3" (pijlparen en pagina) of "4" (pijlpunten en pagina) is ingesteld. Deze parameter vindt u op het tabblad "Kruisverwijzingen" in het dialoogvenster "Kruisverwijzings- /bedradingsparameters". Dit dialoogvenster verschijnt als u (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Kruisverwijzingen/bedradingslijst > Parameters > Kruisverwijzingen/bedradingen kiest. 35

38 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Voorstellen om de waarschuwingsmelding te voorkomen: 1. Teken de doelpijl op een andere schemapagina in of 2. Stel het kenmerk van de parameter in op de waarde "0", "1" of "2". Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 1.6 Bedradings- en fluid-verbindingslijst 4401 F Klem zonder code 4402 F Ringvorming/zoekdiepte overschreden 4403 F Te veel doelen 4404 F Bedradingspunt zonder definitie 4405 W Sortering kan niet worden overgenomen 4406 H ODC voor ODC-indeling te groot 4409 W Inbouwplaats bestaat niet 4411 F Afbreekpunt zonder code 4412 F Afbreekpunt niet gevonden 4413 W Dubbele draadcode 4421 F Bedradingscode te lang F4404 Bedradingspunt zonder definitie EPLAN heeft tijdens het genereren van de bedradingslijst een bedradingspunt zonder bijbehorende definitielijn gevonden. Oorzaak van de foutmelding: U hebt per ongeluk het invoegpunt van het bedradingspunt verschoven, waardoor het bedradingspunt niet meer kan worden toegekend aan de definitielijn (zie voorbeeld). 36

39 Voorstel voor het opheffen van de fout: 1. Open het meldingenvenster in de grafische bewerking via de menuopties "Bewerken" / "Meldingen". 2. Markeer met de muis de regel met de foutmelding en klik op [OK]. De schemacursor springt nu in het schema naar de plaats waar de fout is opgetreden. 3. Door op de toets [i] te drukken worden de invoegpunten weergegeven. 4. Plaats vervolgens de cursor op het invoegpunt, druk op de linkermuisknop en houd deze ingedrukt. De cursor krijgt de vorm van een cirkel. 5. Terwijl u de linkermuisknop ingedrukt houdt, verplaatst u het invoegpunt van het bedradingspunt naar het positie waar de definitielijn de ader snijdt. Laat vervolgens de muisknop los. Het snijpunt wordt nu weer aangegeven door een schuine lijn. 6. Sla de schemapagina('s) op en genereer de bedradingslijst opnieuw. In de linker afbeelding is het invoegpunt van het bedradingspunt naar onder verschoven. EPLAN kan daardoor het bedradingspunt niet meer aan de definitielijn toekennen. In de rechter afbeelding bevindt het invoegpunt van het bedradingspunt zich correct op het snijpunt van de definitielijn met de ader. Het snijpunt wordt aangegeven door een kleine schuine lijn F4412 Afbreekpunt niet gevonden EPLAN heeft tijdens het genereren van de bedradingslijst een afbreekpunt van een afbreekpuntenpaar niet gevonden. Mogelijke foutoorzaken: 1. Het afbreekpunt werd niet ingetekend. 2 Het afbreekpunt werd verkeerd gecodeerd. 37

40 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Voorstel voor het opheffen van de fout: ad 1. Voeg het ontbrekende afbreekpunt in het schema in. Let daarbij op de juiste richting. ad 2. Wijzig de code van het afbreekpunt. Beide afbreekpunten van een afbreekpuntenpaar moeten dezelfde code hebben. Sla de schemapagina('s) na het invoegen of hernoemen van een afbreekpunt op en genereer de bedradingslijst opnieuw W4413 Dubbele draadcode EPLAN heeft een dubbele draadcode ontdekt. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Verwijder alle draadcodes en genereer vervolgens nieuwe draadcodes F4421 Bedradingscode te lang Oorzaak van de fout: De bedradingscode is samengesteld uit de velden "Doorsnede", "Lengte", "Kleur" en "Opmerkingen". De voor de kruisverwijzing toegestane grootte van het veld "Opmerkingen" (maximaal 20 tekens) is overschreden. Daardoor kan de bedradingscode niet correct worden verwerkt. Voorstellen voor het opheffen van de fout: Reduceer de lengte van de bedradingscode tot maximaal 20 tekens. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 38

41 1.7 Draadnummering 4601 W De code ligt niet op een draad 4602 W De code ligt op twee draden (T-stuk) 4603 W De code bevat geen variabele 4604 W De volgende variabele is niet ingevoerd 4605 W De volgende variabele is te hoog doorgeteld 4610 F Draadcode zonder symbool 4611 F Onjuiste splitaftakking W4601 De code ligt niet op een draad Een draadcode in het schema, dus een speciale tekst met het teksttype "4", ligt niet op de verbinding tussen twee symbolen. Verplaats de draadcode naar de gewenste verbinding W4602 De code ligt op twee draden (T-stuk) Een draadcode ligt op een verbinding die uit minstens twee draden bestaat. Dit zijn verbindingen die via een T-stuk of verbindingskruis voeren. Verplaats de draadcode zo dat deze op een tak van de verbinding ligt die slechts één draad voorstelt W4603 De code bevat geen variabele De parameter "Variabele-kenletter" is op "2" of "3" ingesteld. De draadcode bevat echter geen telvariabele. De draadcode wordt voorzien van de kenletter van de standaardvariabele W4604 De volgende variabele is niet ingevoerd Een draadcode bevat een niet-gedefinieerde telvariabele. Wijzig de draadcode in het schema of definieer een nieuwe telvariabele met deze letter. 39

42 Systeemhandboek EPLAN W4605 De volgende variabele is te hoog doorgeteld Bij de nummering is de eindwaarde voor deze telvariabele overschreden. Wijzig de eindwaarde of kies een andere variabele in de draadcode F4610 Draadcode zonder symbool Op een schemapagina bevindt zich een draad waaraan EPLAN geen aansluitpunt kan toekennen. Oorzaak van de fout: Deze melding verschijnt alleen bij een onjuiste paginaopbouw of bij geconverteerde pagina's. Voorstel voor het opheffen van de fout: Verwijder de draad in het schema en genereer die opnieuw F4611 Onjuiste splitaftakking In het schema is een splitaftakking aangebracht waarbij de toekenning van een verbinding aan een draad of aan een potentiaal niet eenduidig kan worden vastgesteld of tegenstrijdig is. Controleer de splitaftakking op de T-stukken en verbindingskruisen waarlangs deze verbinding loopt. 1.8 PLC-kruisverwijzingen 4701 F Dubbele PLC-aansluitcode 4702 F Fout bij de toegang tot PLCkruisverwijzingsdatabank 4703 F PLC-aansluiting zonder code 4704 F Bij de PLC-aansluiting komt geen tegenpool in het overzicht voor 4707 H Dubbele PLC-aansluitcode 40

43 1.8.1 F4701, H4707 Dubbele PLC-aansluitcode EPLAN heeft tijdens de PLC-kruisverwijzingsprocedure een dubbele aansluitcode ontdekt. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wijzig in het schema de code bij een van de dubbel gecodeerde PLCaansluitingen, sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe PLCkruisverwijzingsprocedure. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F4702 Fout bij de toegang tot de PLCkruisverwijzingsdatabank EPLAN kan de PLC-kruisverwijzingsdatabank niet openen. Mogelijke foutoorzaken: 1. De projectdirectory waarin het in de foutmelding vermelde bestand is opgeslagen, is verwijderd. 2. Het in de foutmelding vermelde bestand van de schemadatabank of de projectdirectory waarin dit bestand is opgeslagen, is tegen schrijven beveiligd. 3. U werkt in het netwerk. Iemand anders heeft vóór u toegang verkregen tot de PLC-kruisverwijzingsdatabank. 4. U werkt in het netwerk. U hebt geen toegangsrechten voor het bestand. Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1. Controleer of het opgegeven bestand of de projectdirectory nog bestaat. ad 2 Controleer de attributen van het bestand of van de projectdirectory. Hef de schrijfbeveiliging voor het bestand of de projectdirectory op. ad 3. Wacht tot u weer toegang kunt krijgen tot de PLCkruisverwijzingsdatabank of wendt u tot de gebruiker die het bestand bewerkt. 41

44 Systeemhandboek EPLAN 5.60 ad 4. Wendt u tot de systeembeheerder en vraag om de toegangsrechten voor het bestand. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F4703 PLC-aansluiting zonder code EPLAN heeft tijdens de PLC-kruisverwijzingsprocedure een aansluiting zonder code ontdekt. Voorstel voor het opheffen van de fout: Ken in het schema een code aan de PLC-aansluiting toe, sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe PLC-kruisverwijzingsprocedure. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F4704 Er is geen tegenpool voor de PLC-aansluiting in het PLC-overzicht Oorzaak van de fout: U gebruikt in het schema een PLC-aansluiting, maar deze ontbreekt op de PLC-overzichtspagina. Er kunnen daardoor geen kruisverwijzingsgegevens worden gegenereerd. Voorstel voor het opheffen van de fout: Teken de ontbrekende PLC-aansluiting op de PLC-overzichtspagina, sla deze pagina op en start een nieuwe PLC-kruisverwijzingsprocedure. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 42

45 1.9 PLC-gegevens bewerken 4801 H Gewijzigd aansluittype 4802 H Gewijzigd symbolisch adres 4803 H Gewijzigde functietekst 4804 H Nieuwe PLC-aansluiting H4801 Gewijzigd aansluittype Het aansluittype van de PLC-aansluiting is gewijzigd. Om het schema dienovereenkomstig bij te werken, moet u het aansluittype van de klem daar handmatig invoeren H4802 Gewijzigd symbolisch adres Het symbolisch adres van de PLC-aansluiting is gewijzigd. Om het schema dienovereenkomstig bij te werken, moet u het symbolisch adres daar handmatig invoeren H4803 Gewijzigde functietekst De functietekst op de PLC-aansluiting is gewijzigd. Om het schema dienovereenkomstig bij te werken, moet u de functietekst daar handmatig invoeren H4804 Nieuwe PLC-aansluiting Er is een nieuwe PLC-aansluiting gedefinieerd. Om het schema dienovereenkomstig bij te werken, moet u de aansluiting daar handmatig invoegen. 43

46 Systeemhandboek EPLAN PLC I/O-lijst 4901 F Adres is vaker toegekend 4902 F Symbolisch adres is vaker toegekend 4903 H Adres is vaker toegekend 4904 H Symbolisch adres is vaker toegekend F4901, H4903 Adres is vaker toegekend Oorzaak van de fout: Bij het genereren van de I/O-lijst uit het schema is een PLC-aansluiting ontdekt die meer dan één keer in het schema wordt gebruikt. Voorstel voor het opheffen van de fout: Controleer het project en hernoem de adressen die vaker voorkomen. Sla de pagina('s) op en genereer de I/O-lijst opnieuw. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F4902, H4904 Symbolisch adres is vaker toegekend Oorzaak van de fout: Bij het genereren van de I/O-lijst uit het schema is een symbolisch adres ontdekt dat meer dan één keer in het schema wordt gebruikt. Voorstel voor het opheffen van de fout: Controleer het project en hernoem de symbolische adressen die vaker voorkomen. Sla de pagina('s) op en genereer de I/O-lijst opnieuw. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 44

47 1.11 Klemmen genereren 5001 F Klem zonder code 5002 F ODC kan niet van links worden overgenomen 5003 F ODC kan niet van boven worden overgenomen 5004 H ODC kan niet van links worden overgenomen 5007 W Sortering kan niet worden overgenomen 5008 F Stationsaanduiding en strookcode te lang 5009 F Klem- en subnummer te lang 5011 F Onjuiste stationsaanduiding 5012 F Onjuiste strookcode 5013 F Onjuist klemnummer 5015 F Onjuist klemsubnummer 5016 W Onjuiste code (alleen NEN) 5017 F Onjuist strooksubnummer 5018 W Groepscode bestaat niet 5019 W Plaatscode bestaat niet 5020 F Klem dubbel (pagina) 5021 F Ringvorming/zoekdiepte overschreden 5022 F Te veel doelen 5023 F Doel zonder volledige ODC 5024 F Klemverdeling te kort voor doel 5025 F Strookcode dubbel (pagina) 5026 H Strookcode dubbel (pagina) 5027 W Bedradingscode te lang 5031 F Pijl zonder code 5032 F Pijl niet gevonden 5050 F Klem dubbel (pagina) 5051 W Onjuist symbooltype voor klemmenstrook 5052 W Onjuist symbooltype voor stekerstrook 5053 H Niet-voorgedefinieerde strook 5054 H Strook zonder klem of steker 45

48 Systeemhandboek EPLAN F Stekerbestand bestaat niet 5056 F Pencode niet gevonden in stekerbestand, verwacht 5057 F Klemverdeling te kort voor doel 5058 W Klemmennummer groter dan reserve 5061 F Onjuiste vorming vaste brug 5065 F Formulierpositie dubbel toegewezen 5069 F Te veel doelen 5071 F Onjuiste vorming draadbrug 5072 F Te veel draadbrugniveaus 5075 H Formulierpositie verschoven F5001, F5501 Klem zonder code Oorzaak van de fout: EPLAN heeft tijdens de genereringsprocedure een klem ontdekt waarbij de klemmenstrookcode wel aanwezig is, maar het klemmennummer ontbreekt. De onderdeelcode van de klem is daardoor niet volledig. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Voer bij de afgekeurde klem in het schema alsnog het klemmennummer in of 2. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie en roep daarmee het automatische correctieprogramma op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "5001 Klem zonder code: vraagteken gebruiken bij het nummeren", en klik op [OK]. EPLAN voorziet de klem nu automatisch van een vraagteken. Klik na afloop van de correctieprocedure op de knop [OK] en start een nieuwe genereringsprocedure. De foutmelding verschijnt nu niet meer. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 46

49 F5002, H5004, F5502 ODC kan niet van links worden overgenomen Op de betreffende pagina kon geen links van de klem gelegen klem worden gevonden, waarvan de strookcode kon worden overgenomen. De overnamerichting kan via parameters bij de klemmeninvoer worden ingesteld. Voorstellen voor het opheffen van de fout: Voer bij het klemsymbool in het schema een klemmenstrookcode in. Controleer in het invoervenster van de klem de gedefinieerde zoekrichting F5003, F5503 ODC kan niet van boven worden overgenomen Op de betreffende pagina kon geen boven de klem gelegen klem worden gevonden, waarvan de strookcode kon worden overgenomen. De overnamerichting kan via parameters bij de klemmeninvoer worden ingesteld. Voorstellen voor het opheffen van de fout: Voer bij het klemsymbool in het schema een klemmenstrookcode in. Controleer in het invoervenster van de klem de gedefinieerde zoekrichting W4205, W4405, W5007, W5504 Sortering kan niet worden overgenomen De sorteer- en controleparameter 2 of 3 wordt aangegeven. Er is op de pagina echter geen klem aanwezig waarachter deze parameter ingesorteerd kan worden. Bij de weergegeven klem wordt daarom de sortering 0/... gebruikt F5008 Stationsaanduiding en strookcode te lang De stationsaanduiding en de strookcode volgens NEN mogen inclusief de 'X' of 'L' en het minteken maximaal 20 tekens lang zijn. 47

50 Systeemhandboek EPLAN F5009 Klem- en subnummer te lang De klem- en subnummers mogen inclusief de dubbele punt en de punt maximaal 10 tekens lang zijn F5011, F5511, F5811 Onjuiste stationsaanduiding De stationsaanduiding (d.i. de code van de klemmenstrook die vóór de kenletter "X" staat) kan niet in de klemmenaansluitlijst worden ingesorteerd. Oorzaak van de fout: De in het schema aangegeven aanduiding bevat meer tekens dan in het parameterprogramma is ingesteld. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > Klemmen/kabels. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u de parameters kunt instellen voor het genereren van een klemmen- en kabelaansluitlijst. De cursor staat automatisch in het eerste invoerveld van de parameter "Opbouw klemmencode". Deze deelparameter bepaalt het aantal codes (tekens) van de klemmenstrook vóór de kenletter "X". Verhoog nu de ingestelde waarde zoals in het volgende voorbeeld: U hebt in het schema een klemmenstrook als volgt gecodeerd: 41AX2:1, 41AX2:2, 41AX2:3 etc. Aan de begincode is de parameterwaarde "2" toegekend. Omdat er echter in schema aan de kenletter X geen twee, maar drie posities voorafgaan, verschijnt er een foutmelding bij het genereren van de klemmenaansluitlijst. Als u nu de parameter op "3" (of hoger) zet en een nieuwe genereringsprocedure start, treedt de fout niet meer op. Als u een "0" invoert, of een cijfer dat groter is dan "18", wordt deze waarde genegeerd en automatisch vervangen door de waarde "9". 2. Verklein het aantal posities van de deelparameter in het schema, zodat dit aantal overeenkomt met de vooraf ingestelde waarde in het parameterprogramma. 48

51 Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F5012, F5512, F5812 Onjuiste strookcode De strookcode kan niet in de klemmenaansluitlijst worden ingesorteerd. Oorzaak van de fout: De in het schema aangegeven strookcode bevat meer tekens dan in het parameterprogramma van tevoren ingesteld is. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Klemmen/kabels. Er verschijnt dan een dialoogvenster waarin u de parameters voor het genereren van een klemmen- en kabelaansluitlijst kunt instellen. Klik met de cursor in het tweede invoerveld van de parameter "Opbouw klemmencode". Dat is het invoerveld achter de kenletter "X". Deze deelparameter bepaalt het aantal posities van de klemmenstrookcode. Hoe u de fout kunt corrigeren, blijkt uit het volgende voorbeeld: U hebt in het schema een klemmenstrook als volgt gecodeerd: X33:1, X32:2, X33:3 etc. In het invoerveld van de deelparameter treft u de waarde "1" aan. Omdat in het schema echter twee cijfers achter de kenletter "X" gebruikt zijn, verschijnt er bij het genereren van de klemmenaansluitlijst een foutmelding. Als u nu de parameterwaarde op "2" of hoger zet en een nieuwe klemmenaansluitlijst genereert, treedt de fout niet meer op. Als u een "0" invoert, of een cijfer dat hoger is dan "9", wordt deze waarde genegeerd en automatisch vervangen door de maximumwaarde "9". 2. Verklein het aantal posities van de deelparameter in het schema, zodat het aantal overeenkomt met de vooraf ingestelde waarde in het parameterprogramma. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 49

52 Systeemhandboek EPLAN F5013, F5513, F5813 Onjuist klemnummer Het klemnummer kan niet in de klemmenaansluitlijst worden ingesorteerd. Oorzaak van de fout: Het in het schema aangegeven klemnummer heeft meer cijfers dan in het parameterprogramma van tevoren is ingesteld. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > Klemmen/kabels. Er verschijnt dan een dialoogvenster waarin u de parameters voor het genereren van een klemmen- en kabelaansluitlijst kunt instellen. Klik met de cursor in het vierde invoerveld van de parameter "Opbouw klemmencode". Dat is het invoerveld achter het scheidingsteken ":". Deze deelparameter bepaalt het aantal klemnummerposities. Verhoog daar de ingestelde waarde, zoals in het volgende voorbeeld: U hebt in het schema een klemmenstrook als volgt gecodeerd: X1:110, X1:111, X1:112 etc. In het invoerveld van de deelparameter "Klemnummer" treft u de waarde "2" aan. Omdat in het schema echter drie cijfers achter het scheidingsteken ":" worden aangegeven, verschijnt de bovenstaande foutmelding bij het genereren van de klemmenaansluitlijst. Als u nu de parameterwaarde op "3" of hoger zet en opnieuw een klemmenaansluitlijst genereert, verschijnt de foutmelding niet meer. In de invoervelden worden alleen parameterwaarden tussen "1" en "7" geaccepteerd. Als u een "0" invoert, of een cijfer dat hoger is dan "7", wordt de ingevoerde waarde genegeerd en automatisch vervangen door de maximumwaarde "9". 2. Verklein het aantal posities van de deelparameter in het schema, zodat het aantal overeenkomt met de vooraf ingestelde waarde in het parameterprogramma. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 50

53 F5015, F5515, F5815 Onjuist klemsubnummer Het klemsubnummer kan niet in de klemmenaansluitlijst worden ingesorteerd. Oorzaak van de fout 1: Het in het schema aangegeven klemsubnummer heeft meer cijfers dan in het parameterprogramma van tevoren ingesteld is. Oorzaak van de fout 2: U hebt een klemcode met twee subpunten achter het scheidingsteken ":" geselecteerd (bijvoorbeeld X10:1.5.1). Voorstellen voor het opheffen van fout 1: 1. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > Klemmen/kabels. Er verschijnt dan een dialoogvenster waarin u de parameters voor het genereren van een klemmen- en kabelaansluitlijst kunt instellen. Klik met de cursor in het vijfde invoerveld van de parameter "Opbouw klemmencode". Dat is het invoerveld achter het scheidingsteken ".". Deze deelparameter bepaalt het aantal posities van het klemsubnummer. Verhoog daar de ingestelde waarde, zoals in het volgende voorbeeld: U hebt in het schema klemmen als volgt genummerd: X17:22.10, X17:22.12, X17:22.12 etc. In het invoerveld van de deelparameter "Klemsubnummer" treft u de waarde "1" aan. Omdat in het schema echter twee cijfers achter het scheidingsteken "." worden aangegeven, verschijnt de bovenstaande foutmelding bij het genereren van de klemmenaansluitlijst. Als u nu de parameterwaarde op "2" of hoger zet en opnieuw een klemmenaansluitlijst genereert, verschijnt de foutmelding niet meer. In de invoervelden worden alleen parameterwaarden tussen "0" en "7" toegestaan. Als u een cijfer invoert dat hoger is dan "7", wordt deze waarde genegeerd en automatisch vervangen door de waarde "1". 2. Verklein het aantal posities van de deelparameter in het schema, zodat het aantal overeenkomt met de vooraf ingestelde waarde in het parameterprogramma. Sla vervolgens het project op en genereer een nieuwe klemmenaansluitlijst. Voorstellen voor het opheffen van fout 2: 51

54 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Het invoeren van twee direct op elkaar volgende subpunten in de klemmencode is niet toegestaan. Wijzig daarom de klemmencode zodat slechts één subpunt achter het scheidingsteken ":" voorkomt (bijvoorbeeld X 10:1.5). Sla vervolgens het project op en genereer een nieuwe klemmenaansluitlijst. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! W5016, W5516, W5816 Onjuiste code (alleen NEN) De onderdeelcode van een klem kan niet in de klemmenaansluitlijst worden ingesorteerd, omdat een deelcode te lang is of het scheidingsteken niet wordt herkend. Het cijfer geeft aan waar deze fout is opgetreden: 0 = Niet definieerbaar: scheidingsteken tussen strook en klem (":") ontbreekt 1 = Voorop geplaatste code onjuist 2 = Onjuiste strookcode 3 = Onjuist nummer 4 = Onjuiste potentiaal (achter schuine streep) 5 = Onjuist subnummer Voorstellen om de waarschuwingsmelding te voorkomen: 1. Corrigeer de lengte van de klemmenopbouw in de klemmenparameters (zie het daar aanwezige helpvenster). 2. Wijzig de code van de betreffende klem in het schema. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 52

55 F5017, F5517, F5817 Onjuist strooksubnummer Het strooksubnummer van een klem heeft een groter aantal posities dan in de projectparameters onder "Klemmen / Kabels" is ingesteld. Voorstel voor het opheffen van de fout: In het meldingenbeheer wordt een "Minimale onderverdeling" aanbevolen; gebruik deze informatie om de parameter "Opbouw klemmencode" (in het parameterbeheer onder Project > Elektrotechniek > Klemmen/kabels) aan te passen. Let op: als het strooksubnummer wordt gebruikt, moet dat minimaal "2" en maximaal "9" zijn. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F5020, F5050 Klem dubbel (pagina) Er worden twee klemmen met dezelfde onderdeelcode gebruikt zonder dat de klemmeneigenschap is ingesteld op meervoudig gebruik van het klemmennummer. Voorstellen voor het opheffen van de fout: Wijzig de code van één van beide klemmen. Controleer in het invoervenster van de klem onder "Controlekenmerk" of het klemnummer binnen deze klemmenstrook meerdere keren mag voorkomen. Wanneer u een potentiaalklem tekent, moet u de waarde voor het controlekenmerk op "1" zetten, zodat het klemnummer vaker mag voorkomen. Bovendien moet u de waarde voor het sorteerkenmerk eveneens op "1" zetten, zodat de klem wordt ingesorteerd achter de links daarvoor liggende klem. U kunt in de module "Klemmen- en kabelaansluitlijst" de correctiefunctie in het vervolgkeuzemenu "Bewerken" oproepen en het "meervoudig" gebruik van de klem toestaan. 53

56 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F5023 Doel zonder volledige ODC Bij een klemmendoel bevat de ODC alleen een groeps- en/of plaatscode. Bij het doel van een aderdefinitie is de ODC leeg. Wijzig de code voor de desbetreffende ODC F5024, F5057 Klemverdeling te kort voor doel De tekenlengte van de gevonden doelcodes uit ODC en aansluitcode passen niet in het daarvoor bedoelde gegevensveld. De totale lengte van het gegevensveld wordt in de klemparameters onder "Opbouw klemmencode" vastgelegd. Daarbij bepaalt het totaal van de waarden tegelijk de lengte van de doelen. Voorstel voor het opheffen van de fout: Vergroot de klemmenopbouw in de parameters op een willekeurig positie, zodat de weergegeven doelcode in het veld past F5025, H5026 Strookcode dubbel (pagina) De strookcode in een strookdefinitie voor klemmen of stekers (speciale tekst 2 of 3) is dubbel toegekend W5027 Bedradingscode te lang De veldlengte van de bedradingscode wordt gecontroleerd. Dit wordt bij de minimale onderverdeling aangegeven door V#x F5031, F5531 Pijl zonder code In het schema komt een afbreekpunt voor zonder code. Voer de ontbrekende code alsnog in en genereer de afbreekpuntenkruisverwijzingen opnieuw. 54

57 F5032, F5532 Afbreekpunt niet gevonden Het tegendoel bij een afbreekpunt kan niet worden gevonden. Mogelijke oorzaken: Afbreekpunt bestaat niet Afbreekpunt heeft een onjuiste code. Voorstel voor het opheffen van de fout: Controleer de gegenereerde afbreekpuntenkruisverwijzingen. Voer eventueel nog ontbrekende afbreekpunten in het schema in. Genereer vervolgens de afbreekpuntenkruisverwijzingen opnieuw. De kruisverwijzingsprocedure moet foutloos verlopen W5051 Onjuist symbooltype voor klemmenstrook Er is een strook met een speciale tekst als klemmenstrook gedefinieerd, en de bijbehorende klemmen hebben niet het juiste symbooltype W5052 Onjuist symbooltype voor stekerstrook Er is een strook met een speciale tekst als stekerstrook gedefinieerd en de bijbehorende pennen hebben niet het juist symbooltype. Uitzondering: Bij stekers zijn ook 107 (N) en 112 (PE) toegestaan. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie en roep daarmee het automatische correctieprogramma op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "5052 Onjuist symbooltype voor stekerstrook: wijzigen in 135" en klik op [OK]. Het symbooltype wordt nu automatisch gewijzigd. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 55

58 Systeemhandboek EPLAN H5053 Niet-voorgedefinieerde strook Er is een strookcode gebruikt die niet door een speciale tekst 2 of 3 is gedefinieerd. Voor het bepalen van het strooktype wordt de eerste klem gebruikt. Voorstel voor correctie: Roep (vanuit het hoofdmenu) via het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie het correctieprogramma voor klemmen en kabels op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "5053 Niet voorgedefinieerde strook: strookdefinitie genereren" en klik op [OK]. De strookdefinitie wordt dan gegenereerd. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! H5054 Strook zonder klem of steker Er is een strookdefinitie gebruikt (speciale tekst 2 of 3) waarvoor geen klemmen of stekers in het schema zijn getekend. Voorstel voor correctie: Roep (vanuit het hoofdmenu) via het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie het correctieprogramma voor klemmen en kabels op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "5054 Strook zonder klem/steker: strookdefinitie verwijderen" en klik op [OK]. EPLAN verwijdert daarop de strookdefinitie. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 56

59 F5055 Stekerbestand bestaat niet In een stekerdefinitie in het schema is een stekertype opgegeven dat niet in het stekerbestand aanwezig is F5056 Pencode niet gevonden in het stekerbestand, verwacht Er is een code voor een stekerpen gebruikt die niet in het stekerbestand voorkomt. Achter deze melding wordt de code aangegeven die op deze positie wordt verwacht. Bij gebruik van een stekertypebestand mag in het schema geen sorteerkenmerk met het teken "/" gebruikt worden! W5058 Klemnummer groter dan reserve Oorzaak van de waarschuwingsmelding: U hebt voor een klemmenstrook in het schema een minimumaantal reserveklemmen gedefinieerd. In het schema zijn echter meer klemmen ingetekend. Het afgesproken minimumaantal reserveklemmen wordt daardoor overschreden. U hebt (vanuit de grafische editor) via het menupad Invoegen > Tekst in het dialoogvenster "Teksteigenschappen" voor de klemmenstrook "X1" een minimumaantal van vijf reserveklemmen gedefinieerd. In het schema gebruikt u echter zes klemmen onder de klemmenstrookcode "X1". Voorstellen om de waarschuwingsmelding te voorkomen: 1. Stel het minimumaantal reserveklemmen in het dialoogvenster "Teksteigenschappen" van het tabblad "Klemmenstrook" in op "0" of 2. Verhoog het minimumaantal reserveklemmen zodat het groter is dan het aantal klemmen dat in het schema is gebruikt of 3. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie en roep daarmee het automatische correctieprogramma op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "5058 Klemmennummer groter dan reserve: reserve vergroten" en klik vervolgens op [OK]. EPLAN verhoogt nu automatisch het aantal reserveklemmen, zodat de waarschuwingsmelding niet meer verschijnt. 57

60 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F5061 Onjuiste vorming vaste brug Deze fout ontstaat indien voor vaste bruggen die brugbaar zijn, nietbrugbare klemmen worden gebruikt, of door onjuiste splitaftakking bij draadbruggen F5065 Formulierpositie dubbel toegewezen Voor twee doelen van een klem is dezelfde formulierpositie opgegeven F5071 Onjuiste vorming draadbrug Oorzaak van de fout: U hebt meerdere klemmen via draadbruggen verbonden. Eén of meerdere van deze klemmen heeft een niet-toegestaan klemnummer (zie voorbeeld). Deze fout treedt op als de klemnummers die in het schema worden gebruikte meer posities innemen dan in het parameterprogramma is vastgelegd. In dat geval treedt ook fout "F5013" ("Onjuist klemnummer") op (zie F5013). Voorstellen voor het opheffen van de fout: Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > Klemmen/kabels en controleer op het tabblad "Klemmen/kabels 1" de parameter "Opbouw klemmencode". In het veld voor de lengte van het klemnummer (het veld na de dubbele punt) moet de ingevoerde waarde overeenstemmen met het aantal posities van het klemnummer dat in het schema wordt gebruikt. Verklein het aantal posities van het betreffende klemnummer in het schema tot het aantal dat in het parameterprogramma is vastgelegd, of vergroot in het parameterprogramma de waarde voor de lengte van het klemnummer. Genereer vervolgens een nieuwe klemmenaansluitlijst. 58

61 Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! In het schema is per ongeluk het klemnummer "371" toegekend aan de klem "X10:37". Volgens de parameterinstellingen (parameter "Opbouw klemmencode") mogen er voor de lengte van het klemnummer maar 2 posities worden gebruikt. Het brugdoel van deze klem kan daarom niet worden gevonden. In de klemmenaansluitlijst wordt klem "371" niet weergegeven, maar wel de beide onvolledige bruggen die vanaf klem "X10:34" en "X10:42" komen (zie onderstaande afbeelding). Daarom wordt er in het meldingenvenster naast de fout, ook het aantal onvolledige bruggen aangegeven F5072 Te veel draadbrugniveaus Binnen één strook kunnen meer draadbruggen worden gegenereerd dan in de parameters is voorzien. 59

62 Systeemhandboek EPLAN H5075 Formulierpositie verschoven De positie is weliswaar in het formulier verwerkt, maar niet exact op de gewenste positie Kabels genereren F Schuine kabellijn 5202 F Adercode zonder 2 doelen 5203 F Kabeldoel zonder volledige ODC 5204 F Dubbele kabel-/aderdefinitie in pad 5205 F Onjuiste markering kabel-/afscherming 5208 F Kabel tussen dezelfde strook 5209 F Ontbrekende kabelcode 5211 F Onjuiste kabelcode 5212 F Ongeldige kabelcode 5213 W Groepscode bestaat niet 5214 W Plaatscode bestaat niet 5215 F Kabeldefinitie niet tussen onderdelen 5218 H Aderkleur zonder kabellijn 5220 W Artikelnummer niet bij eerste kabellijn 5221 F Verschillende kabelgegevens 5222 F Kabelcode te lang 5223 F Kabeltype bestaat niet 5224 F Dezelfde kabel-/doel-odc voor klemmen/nietklemmen 5225 F Aderaantal niet gedefinieerd 5231 F Geen kabel(type) gedefinieerd voor ader 5232 F Aderaantal ontbreekt in de kabeldefinitie 5233 F Aderaantal niet gedefinieerd 5235 F Kleur dubbel toegewezen 5236 F Kleur niet gedefinieerd 5237 F Geen kabel(type) gedefinieerd voor ader

63 5239 F Te veel aders 5241 F Kabeldefinitie niet bij de klem 5243 W Eenzijdige kabeldefinitie 5244 F Tegendoel niet gevonden 5245 W Kabel niet gedefinieerd 5246 F Kabelcode te lang 5260 F Aderaantal niet gedefinieerd 5261 F Geen PE-ader toegestaan bij type 5262 F PE-ader dubbel toegewezen 5263 F Geen N-ader toegestaan bij type 5264 F N-ader dubbel toegewezen 5265 F Geen afscherming toegestaan bij type 5266 F Afscherming dubbel toegewezen 5267 F Te veel aders 5268 H Subkabel gemaakt 5269 F Te veel subkabels 5281 F Aderaantal niet gedefinieerd 5282 F Kabel zonder ader 5283 F Te veel aders 5284 F Ongeldige kleurtoekenning 5285 W Eenzijdige kabeldefinitie F5201 Schuine kabellijn EPLAN heeft een schuin getekende kabellijn in het schema ontdekt. Kabels kunnen slechts correct worden gedefinieerd als de kabellijnen exact horizontaal of verticaal zijn getekend (zie voorbeeld). Voorstel voor het opheffen van de fout: Maak in het schema de invoegpunten of de markeringen van alle schemasymbolen zichtbaar (toets [i] ). Klik vervolgens met de rechtermuisknop op het invoegpunt van de foutieve kabellijn. 61

64 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Klik in het snelmenu op de menuoptie Omvang wijzigen. Op het tegenoverliggende uiteinde van de kabellijn verschijnt nu een cursor in de vorm van een "X". De kabellijnkleur verandert van geel naar wit (alleen bij standaardinstelling) en de cursor kan nu rond het invoegpunt van de kabellijn worden verplaatst. Verplaats de cursor nu zo dat de kabellijn en alle aders van de kabel een rechte hoek vormen. Alleen op die manier kan EPLAN de snijpunten van de kabellijn met de aders exact bepalen. Wanneer u de kabellijn op de juiste positie hebt gebracht, drukt u twee keer kort achter elkaar u op de linkermuisknop. De kabellijn krijgt daarbij weer de gele kleur (alleen bij standaardinstelling) en de snijpunten van kabellijn en aders worden weergegeven. Indien u per ongeluk slechts eenmaal op de linkermuisknop hebt gedrukt, verplaatst EPLAN (als u de muis beweegt) de kabeltekst. Plaats in dat geval de verschoven tekst weer op de gewenste positie en druk nogmaals op de linkermuisknop. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure. In de linker tekening ziet u een foutief ingetekende (schuine) kabellijn. In de rechter tekening vindt u een correct ingetekende (horizontale) kabellijn F5202 Adercode zonder 2 doelen EPLAN heeft een kabellijn ontdekt die via een of meer aders loopt waarvan beide aansluitdoelen ontbreken. Oorzaak van de fout: Deze melding verschijnt als u per ongeluk een onderdeel (of een aantal onderdelen) verwijdert dat op een gedefinieerde kabel is aangesloten (zie voorbeeld).

65 Voorstel voor het opheffen van de fout: Voeg het verwijderde onderdeel weer in het schema in, zodat aan de ader van de gedefinieerde kabel twee doelen kunnen worden toegewezen. Sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure. Samen met fout "F5202" treedt ook fout "F5215" "Kabeldefinitie niet tussen onderdelen" op, omdat de kabellijn en daarmee de kabeldefinitie niet meer tussen twee onderdelen ligt (zie F5215). Klem "X1:3" is verwijderd. Daardoor ontbreken bij de derde ader van de gedefinieerde kabel "W1" de beide doelaansluitingen "X1:3" en "M1:W1" F5203 Kabeldoel zonder volledige ODC EPLAN heeft een kabeldoel zonder volledige ODC ontdekt. Mogelijke oorzaak van de fout: Deze fout doet zich voor als u per ongeluk de onderdeelcode van een onderdeel dat het doel van een kabel is, hebt verwijderd of niet vooraf hebt ingesteld (zie voorbeeld). 63

66 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Voorstel voor het opheffen van de fout: Voorzie het onderdeel dat het doel van de gedefinieerde kabel is van een volledige onderdeelcode. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure. Samen met fout "F5203" treedt ook fout "F5215" "Kabeldefinitie niet tussen onderdelen" op, omdat de kabellijn en daarmee de kabeldefinitie niet meer tussen twee onderdelen ligt (zie F5215). De onderdeelcode van de motor is verwijderd of niet in het schema ingevoerd. Er bestaat wel een kabelverbinding, maar EPLAN kan het kabeldoel niet toewijzen F5204 Dubbele kabel-/aderdefinitie in pad EPLAN heeft een dubbel gedefinieerde kabel of een dubbel gedefinieerde ader ontdekt. Mogelijke foutoorzaken: 1. Tussen twee bedradingsdoelen zijn meer dan één kabellijn of aderlijn ingevoegd (zie voorbeeld 1).

67 2. Een kabellijn van een gedefinieerde kabel 1 kruist de ader van een gedefinieerde kabel 2 (zie voorbeeld 2). Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1. Verwijder op één na alle ingetekende kabel- of aderlijnen. ad 2. Verkort de kabellijn van kabel 1 zodat het de ader van kabel 2 niet meer snijdt. Sla vervolgens de wijzigingen in het schema op en start een nieuwe genereringsprocedure. Tussen klemmenstrook "X1" en motor "M2" zijn per ongeluk twee kabellijnen ingetekend. Er bestaat geen eenduidige kabel- of aderdefinitie. 65

68 Systeemhandboek EPLAN 5.60 De kabellijn van kabel "W1" kruist een ader van kabel "W2". Beide kabels zijn derhalve niet juist gedefinieerd F5205 Onjuiste markering kabel/afscherming EPLAN heeft een onjuiste markering voor de kabelader/afscherming ontdekt. Oorzaak van de fout: U hebt per ongeluk een kabellijnmarkering in een afscherming verschoven (zie voorbeeld). Voorstel voor het opheffen van de fout: Maak in het schema de invoegpunten of de markeringen van alle schemasymbolen zichtbaar (toets op het toetsenbord). Verplaats de verplaatste markering weer terug naar het snijpunt van de kabellijn met de kabelader. Sla vervolgens de schemapagina op en start een nieuwe genereringsprocedure. 66

69 De markering van de linker ader van kabel "W1" is in de ingetekende afscherming "geschoven" F5208 Kabel tussen dezelfde strook EPLAN heeft een kabel tussen dezelfde klemmenstrook ontdekt. Oorzaak van de fout: U hebt in het schema een kabel gedefinieerd die twee klemmenstroken met dezelfde code met elkaar verbindt (zie voorbeeld). Deze fout resulteert in fout F5282 "Kabel zonder aders". Voorstel voor het opheffen van de fout: Wijzig de code van één van beide klemmenstroken. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een genereringsprocedure. nieuwe 67

70 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Het eerste en het tweede doel van kabel "W2" zijn identiek (beide klemmenstrook "X4"). De kabel kan daardoor niet worden gegenereerd F5209 Ontbrekende kabelcode EPLAN heeft een ontbrekende kabelcode ontdekt. Oorzaak van de fout: Deze melding verschijnt wanneer volgens de parameterinstellingen kabels moeten worden voorzien van doelcodes, maar er zich onder een kabellijn meer dan één verbinding zonder kabelcode bevindt (zie voorbeeld). Voorstel voor het opheffen van de fout: Voer de ontbrekende kabelcode in het schema in, sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. 68

71 De kabelcode op de ingevoerde kabellijn ontbreekt. EPLAN kan daardoor de kabel niet aan de beide doelen ("S1" en "S2") toewijzen F5211 Onjuiste kabelcode EPLAN heeft een onjuiste kabelcode ontdekt. Oorzaak van de fout: Bij een kabeldefinitie is een kabel slechts met één kenletter gecodeerd, terwijl in de parameters twee kenletters zijn gedefinieerd. U hebt een kabel met "W1" aangeduid. In de parameterinstellingen voor klemmen en kabels zijn echter twee kenletters gedefinieerd, namelijk "WA". Voorstel voor het opheffen van de fout: Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > Klemmen/kabels. Zoek op het tabblad "Klemmen/kabels 1" het invoerveld "Kabelkenletter". Daar vindt u de gedefinieerde kabelcode. U kunt nu ofwel de tweede letter in het parameterprogramma verwijderen of voortaan de twee ingestelde kenletters voor kabelcodes voor uw project gebruiken. 69

72 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F5212 Ongeldige kabelcode EPLAN heeft een ongeldige kabelcode ontdekt. Oorzaak van de fout: De parameter "Kabelnummertoekenning" is ingesteld als "1 = automatisch 1 doel" of "2 = automatisch 2 doelen". U hebt in het schema de kabel(s) echter handmatig gecodeerd. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Hulpprogramma's > Parameters > Project > Elektrotechniek > Klemmen/kabels. Open de vervolgkeuzelijst naast het invoerveld "Kabelnummertoekenning" op het tabblad "Klemmen/kabels 1" en kies (afhankelijk van de benodigde kabelcode) een van de handmatige opties "0" of "3" tot "D". Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. 2. Handhaaf de parameterinstelling en verwijder de handmatig toegekende kabelcode in het schema. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F5213 Groepscode bestaat niet Oorzaak van de fout: U hebt via het EPLAN-klembord een kabeldefinitielijn met een groepscode naar uw NEN-project gekopieerd die niet voorkomt in de groeps- / plaatscodedatabank. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Voeg de nieuwe groepscode toe in de groepscode-/plaatscode-editor. 70

73 2. Reorganiseer de groeps-/plaatscodedatabank in de groeps- /plaatscode-editor. 3. Bewerk de onderdeelcode. Sla de nieuwe gegevens op en start vervolgens een nieuwe kabelgenereringsprocedure F5214 Plaatscode bestaat niet Oorzaak van de fout: U hebt via het EPLAN-klembord een kabeldefinitielijn met een plaatscode naar uw NEN-project gekopieerd die niet voorkomt in de groeps- / plaatscodedatabank. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Voeg de nieuwe plaatscode toe in de groepscode-/plaatscode-editor. 2. Reorganiseer de groeps-/plaatscodedatabank in de groeps- /plaatscode-editor. 3. Bewerk de onderdeelcode. Sla de nieuwe gegevens op en start vervolgens een nieuwe kabelgenereringsprocedure F5215 Kabeldefinitie niet tussen onderdelen De gevonden kabeldefinitie in het schema kan niet worden toegekend. Mogelijke foutoorzaken: 1. U bent vergeten aan het doel van de kabel een volledige onderdeelcode toe te wijzen. In dat geval treedt fout "F5203" ("Kabeldoel zonder volledige ODC") op (zie F5203). 2. U hebt het (doel-)onderdeel boven en onder een gedefinieerde kabel verwijderd, maar de kabellijn daarbij in het schema laten staan (zie voorbeeld). In dat geval treedt ook fout "F5202" ("Adercode zonder 2 doelen") op, omdat de kabellijn geen doelen meer heeft (zie F5202). Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1.: Zie fout F

74 Systeemhandboek EPLAN 5.60 ad 2.: Verwijder de kabellijn uit het schema, sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure. De klemmenstrook "X1" en de motor "M1" (zie linker tekening) van de gedefinieerde kabel "W1" werden verwijderd, maar de kabellijn niet. De kabellijn ligt nu niet meer tussen twee onderdelen, maar "zweeft" ongedefinieerd in het schema (zie rechter tekening) H5218 Aderkleur zonder kabellijn Een aderkleur kan niet aan een kabellijn worden toegekend. De generering wordt echter toch voltooid W5220 Artikelnummer niet bij eerste kabellijn Oorzaak van de waarschuwingsmelding: U hebt een kabel met dezelfde code op meerdere plaatsen in het schema gedefinieerd en hieraan een artikelnummer toegewezen. Het artikelnummer is echter niet opgeslagen bij de symbooleigenschappen (tabblad "Artikel") van de eerste kabeldefinitielijn, maar bij de symbooleigenschappen van de tweede (of derde etc.). Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen: Ken het artikelnummer steeds toe aan de symbooleigenschappen van de eerste kabeldefinitielijn. De eerste kabellijn is de kabellijn die binnen de projecthiërarchie als eerste worden gevonden (in de verwerkingsrichting; van links naar rechts of van boven naar onder). 72

75 F5221 Verschillende kabelgegevens EPLAN heeft voor een en dezelfde kabel kabeldefinities met verschillende kabelgegevens ontdekt. Oorzaak van de fout: U hebt dezelfde kabel op twee pagina's van het schema gedefinieerd en daarbij op een van de pagina's afwijkende gegevens over kabeltype, aderaantal, diameter of lengte van de kabel opgegeven. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Wijzig de kabeldefinitie zodat op alle schemapagina's dezelfde kabelgegevens staan of 2. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie en roep daarmee het automatische correctieprogramma op. Activeer in het vervolgdialoogvenster "Corrigeren" het selectievakje "5221 Verschillende kabelgegevens: gegevens van de tweede definitie verwijderen" en klik op [OK]. Op de kabelcode na, verwijdert EPLAN nu de kabelgegevens op de pagina waarop u de kabel voor de tweede keer gedefinieerd hebt. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F5222, F5246 Kabelcode te lang EPLAN heeft een te lange kabelcode ontdekt. Oorzaak van de fout: Er is een kabelcode opgegeven of gegenereerd die hoger is dan de vooraf ingestelde parameterwaarde. Voorstel voor het opheffen van de fout: Ga in de module "Klemmen- en kabelaansluitlijst" naar het menu Parameters > Klemmen/kabels. Wijzig op het tabblad "Klemmen/kabels 1" 73

76 Systeemhandboek EPLAN 5.60 de parameter "Maximale lengte van de kabelcodes" in de waarde die in het meldingvenster is aangegeven. De parameter "Maximale lengte van de kabelcodes" werd vooraf ingesteld op de waarde "4" (4 tekens). In het schema hebt u een kabel met de code W12 (3 tekens) gemaakt. Na de kabelgenerering verschijnt de volgende foutmelding: "...W12[5222] Kabelcode te lang 5" Als u de parameter verhoogt naar "5", zoals aan het einde van de melding is aangegeven, krijgt u na een nieuwe genereringsprocedure geen foutmelding meer. Opmerking bij het voorbeeld: EPLAN reserveert bij het toekennen van kabelcode twee tekens voor het maken van subkabels. Subkabels worden gedefinieerd door een uitbreiding op de kabelcode: een scheidingsteken (punt) en een cijfer, dat tussen de 1 en 9 moet liggen (bijvoorbeeld "W12.1"). Controleer daarom vóór de toekenning van kabelcodes de parameter voor de lengte van de kabelcodes. De ingevoerde waarde moet minstens twee tekens groter zijn dan het aantal tekens van de langste kabelcode F5223 Kabeltype bestaat niet EPLAN heeft een niet-bestaand kabeltype ontdekt. Oorzaak van de fout: U hebt in het schema een kabeltype of in het parameterprogramma een standaardkabel opgegeven dat (die) EPLAN in geen enkel kabeltypebestand kan vinden. Voorstellen voor het opheffen van de fout: Geef een kabel op die in het kabeltypebestand aanwezig is of neem de nieuwe kabel in een kabeltypebestand op. Hoe u daarbij te werk gaat, leest u hierna: Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Kabeltypen. In het vervolgdialoogvenster "Kabeltypen" kunt u de nieuwe kabel toewijzen aan een projectspecifiek of een algemeen kabeltypebestand *.KLB. Verder kunt u hier de nieuwe kabel aan een nieuw kabeltypebestand toewijzen. Als u de kabel projectspecifiek wilt maken, klikt u in de links in de dialoogvenster weergegeven boomweergave op het item "Projectspecifiek". 74

77 Als de kabel aan een algemeen kabeltypebestand moet worden toegewezen, klikt u in de boomweergave op het gewenste kabelbestand. Of u de nieuwe kabel aan een projectspecifiek of aan een algemeen kabeltypebestand wilt toewijzen, in beide gevallen drukt u op de rechtermuisknop en kiest u vervolgens de optie Nieuw. In het vervolgdialoogvenster "Nieuw kabeltype" kunt u via het invoerveld "Typebestand" nu ook een nieuw kabeltypebestand maken door daar de ingevoerde naam te verwijderen en te vervangen door een nieuwe. Voer vervolgens de naam van het nieuwe kabeltype in en selecteer het kabeltype. Voer in het vervolgvenster het aderaantal in en bevestig met [OK]. Sluit daarna het dialoogvenster. Bijzonderheden bij het selecteren van een kleurkabel: Als u een kleurkabel maakt, moet u aan elke ader nog de bijbehorende kleur toewijzen. Klik daarvoor in de boomweergave van het dialoogvenster "Kabeltypen" op het opgegeven aderaantal bij het kabeltype (kabeltype eerst aanklikken). Rechts in het dialoogvenster vindt u nu een lijst met afzonderlijke aders, die doorgenummerd worden en voorzien zijn van een plaatsaanduiding #. Uit de plaatsaanduiding blijkt dat het hier om een kleurkabel gaat waarvan u de aderkleuren handmatig moet invoeren. Klik daartoe twee keer op elk adernummer (niet dubbelklikken) en voer de gewenste aderkleur in het omkaderde invoerveld in. Druk daarna op of klik op een item in de lijst om de waarde over te nemen F5224 Dezelfde kabel-/doel-odc voor klemmen/nietklemmen Oorzaak van de fout: U hebt een kabel aan klemmen aangesloten met verschillende symbooltypen (bijv. symbooltype 149 en symbooltype 106) maar met dezelfde klemmencode. Voorstel voor het opheffen van de fout: Selecteer een symbooltype voor beide klemmen en wijzig de klemmencodes. Als u de fout hebt hersteld, slaat u de schemapagina('s) op en start u een nieuwe kabelgenereringsprocedure. 75

78 Systeemhandboek EPLAN F5225, F5233, F5260, F5281, F6303 Aderaantal niet gedefinieerd EPLAN heeft in het schema een kabel met een niet-gedefinieerd aderaantal ontdekt (zie ook fout F5239 "Te veel aders"). Oorzaak van de fout: U hebt in het schema een aderaantal ingesteld dat bij dit kabeltype niet is toegestaan. De kabellijn kruist in het schema bijvoorbeeld meer aders dan u voor de kabel gedefinieerd hebt. In de foutmelding wordt het kabeltype met het onjuiste aderaantal weergegeven. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Klik in het schema op het invoegpunt van de kabellijn. Vervolgens verschijnt het dialoogvenster "Symbooleigenschappen". Klik dan op het tabblad "Kabelgegevens" naast het invoerveld "Aderaantal" op de knop [...]. In het vervolgdialoogvenster ziet u het geselecteerde kabeltype en een lijst met de aderaantallen die voor de kabel zijn gedefinieerd. Selecteer een passend aderaantal en bevestig deze met [OK]. EPLAN vervangt nu het onjuiste aderaantal door het juiste. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. 2. U kunt ook een nieuw (namelijk het door EPLAN afgekeurde) aderaantal voor de kabel definiëren. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Kabeltypen. In het dialoogvenster "Kabeltypen" vindt u alle gedefinieerde kabeltypebestanden met de bijbehorende kabels. Selecteer de kabel in de boomweergave en markeer die. EPLAN geeft dan de aderaantallen van de kabel weer. Klik nu op een willekeurig, aan de kabel toegewezen aderaantal. Vervolgens kiest u in het snelmenu de optie Nieuw. In de vervolgdialoog definieert u voor de kabel een nieuw aderaantal door dit in het invoerveld in te voeren. Bevestig de invoer met [OK], sla de nieuwe kabelgegevens op en sluit het dialoogvenster. Ga vervolgens naar het schema. Zoek de kabel en klik op het invoegpunt van de kabellijn. In het volgende dialoogvenster "Symbooleigenschappen" klikt u op het tabblad "Kabelgegevens" naast het invoerveld "Aderaantal" op de knop [...]. Selecteer in het volgende dialoogvenster het nieuw gedefinieerde aderaantal voor de kabel en bevestig de selectie met [OK]. Sluit het dialoogvenster "Symboolei-

79 genschappen" eveneens met [OK], sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure F5231, F5237 Geen kabeltype gedefinieerd voor ader EPLAN heeft aderkleuren in het schema ontdekt die aan geen enkele kabel toegewezen kunnen worden (zie voorbeeld). Oorzaak van de fout: U hebt vermoedelijk een gedeelte van het schema verschoven waarin een kabeldefinitie staat. U bent daarbij vergeten de kabellijn te markeren en mee te verschuiven, zodat de aderkleuren niet meer aan een kabel toegewezen kunnen worden. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Schuif de kabellijn terug, zodat alle aders de kabellijn weer snijden of 2. Maak in het schema eerst de markeringen van alle schemasymbolen zichtbaar (toets op het toetsenbord). Dan kunt u zien waar de kruispunten c.q. invoegpunten van de kabellijn met de aders zich bevinden. Verwijder vervolgens één voor één de kruispunten. Daarbij worden ook de aderkleuren verwijderd. Verwijder vervolgens de bijbehorende kabellijn. Telkens als u een fout hebt hersteld, slaat u de schemapagina('s) op en start u een nieuwe kabelgenereringsprocedure. 77

80 Systeemhandboek EPLAN 5.60 De klemmenstrook "X2" en de daarop aangesloten schakelaar "S1" zijn naar rechts verschoven. Daarbij is de kabellijn van de gedefinieerde kabel "W12" op de oude positie blijven staan. Omdat de kabellijn zich nu buiten de verbinding bevindt en de kruispunten van de kabellijn op de aders meeverplaatst zijn, is voor de aderkleuren geen kabel meer gedefinieerd F5232 Aderaantal ontbreekt in de kabeldefinitie EPLAN heeft een ontbrekend aderaantal in de kabeldefinitie ontdekt. Oorzaak van de fout: U hebt in het schema aan een kleurkabel van het type "3" (kleurkabel met verschillende adervarianten en kleurvolgorde) wel aderkleuren, maar geen aderaantal toegewezen. Omdat de kleurvolgorde voor ieder aderaantal verschillend is, kan EPLAN hier niets toewijzen. EPLAN geeft het type kabel in de foutmelding weer. 78 Voorstel voor het opheffen van de fout: Klik in het schema op het invoegpunt van de kabellijn en voer in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen" het ontbrekende aderaantal voor de kabel op het tabblad "Kabelgegevens" in. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure.

81 F5235 Kleur dubbel toegewezen EPLAN heeft een dubbel toegewezen aderkleur ontdekt. Oorzaak van de fout: Bij de handmatige toekenning van aderkleuren aan een kleurkabel hebben twee aders dezelfde kleur gekregen. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wijzig de kleur op een van de aders, sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure F5236 Kleur niet gedefinieerd EPLAN heeft een kabel ontdekt waarvoor geen aderkleuren zijn gedefinieerd. Mogelijke foutoorzaken: 1. U hebt het kabeltype van een in het schema gedefinieerde kabel naderhand gewijzigd. U gebruikt nu bijvoorbeeld in plaats van een kleurkabel een nummerkabel waarvoor geen aderkleuren beschikbaar zijn. De aderkleuren van de kleurkabel hebt u echter na de wijziging in het schema laten staan (zie voorbeeld). 2. U hebt aan een (of een aantal) kabelader(s) in het schema een kleur toegekend die voor de geselecteerde kabel niet gedefinieerd is (zijn). U hebt bijvoorbeeld de kleur wit (wt) toegekend aan een ader van een vieraderige kleurkabel van het type NIY met de kleuren blauw (bl), bruin (bn), zwart (zw) en geel (ge). Voorstellen voor het opheffen van de fout: ad 1. Maak in het schema de invoegpunten of de markeringen van alle schemasymbolen zichtbaar (toets op het toetsenbord). Verwijder nu één voor één alle invoegpunten naast de afgekeurde aderkleuren, sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. Wanneer u de adernummers van het nieuwe kabeltype in het schema wilt laten weergeven, gaat u als volgt te werk: Sluit de module "Grafische bewerking". Kies vervolgens het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Kabelen adergegevens > Verwijderen. In het volgende venster krijgt u keuzelijst met de te verwijderen kabelgegevens. Activeer hier het 79

82 Systeemhandboek EPLAN 5.60 selectievakje "Aderkleuren" en klik op de knop [OK]. In het dialoogvenster dat nu verschijnt, selecteert u de foutieve kabel door die in de lijst "Beschikbaar" (links) te markeren en met behulp van de knop naar de lijst "Uitvoeren" (rechts) over te brengen. Start dan de verwijderingsprocedure voor de aderkleuren met [OK] en bevestig het meldingsvenster dat hierna verschijnt eveneens met [OK]. Kies nu nogmaals de menuoptie Kabel- en adergegevens. Klik ditmaal in het vervolgmenu op de optie Terugschrijven. Kies in het dialoogvenster dat nu verschijnt een tekengrootte voor de aderkleur en bevestig met [OK]. Selecteer dan opnieuw de kabel met behulp van de knop en klik op [OK]. EPLAN schrijft nu de kabelnummers op de kabellijn, die u in de module "Grafische bewerking" kunt bekijken. ad 2. Sluit de module "Grafische bewerking" en kies het menupad Generering > Klemmen /Kabels > Bewerken > Weergeven/bewerken > Kabelaansluitlijst. Klik in het vervolgdialoogvenster op het tabblad "Adertoekenning". Hier kunt u zien over welke aderkleuren de gebruikte kabel beschikt en welke aders bezet of vrij zijn. Sluit het dialoogvenster en wijzig de kleur(en) van de afgekeurde aders in het schema. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 80

83 Het type van de in het schema gedefinieerde kabel "W12" is gewijzigd. In plaats van een kleurkabel werd een nummerkabel van het type "Ölflex" gebruikt (zie kabelcode). Op de aders van de nummerkabel bevinden zich nog de kleuren van de eerder gebruikte kabel F5283, F5267, F5239 Te veel aders EPLAN heeft in het schema een kabellijn ontdekt die meer aders kruist dan u voor de kabel gedefinieerd hebt. De foutmelding verschijnt samen met de fout F5225 ("Aderaantal niet gedefinieerd"). Oorzaak van de fout: U hebt in het schema een bepaald aderaantal voor een kabel gedefinieerd. De kabellijn kruist echter meer aders dan gedefinieerd. Het ingestelde aderaantal wordt in de foutmelding weergegeven. Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Klik in het schema op het invoegpunt van de kabellijn. Vervolgens verschijnt het dialoogvenster "Symbooleigenschappen". 81

84 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Klik dan op het tabblad "Kabelgegevens" naast het invoerveld "Aderaantal" op de knop [...]. In het vervolgdialoogvenster ziet u het geselecteerde kabeltype en een lijst met de aderaantallen die voor de kabel zijn gedefinieerd. Selecteer een passend aderaantal en bevestig uw selectie met [OK]. EPLAN vervangt nu het onjuiste aderaantal door het juiste. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. 2. U kunt ook een nieuw (namelijk het door EPLAN afgekeurde) aderaantal voor de kabel definiëren. Kies (vanuit het hoofdmenu) het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Kabeltypen. In het dialoogvenster "Kabeltypen" vindt u alle gedefinieerde kabeltypebestanden met de bijbehorende kabels. Selecteer de kabel in de boomweergave en markeer die. EPLAN geeft dan de aderaantallen weer. Klik nu op een willekeurig, aan de kabel toegewezen aderaantal. Vervolgens kiest u in het snelmenu de optie [Nieuw]. In de vervolgdialoog definieert u voor de kabel een nieuw aderaantal door dit in het invoerveld in te voeren. Bevestig de invoer met [OK], sla de nieuwe kabelgegevens op en sluit het dialoogvenster. Ga vervolgens naar het schema. Zoek de kabel en klik op het invoegpunt van de kabellijn. In het volgende dialoogvenster "Symbooleigenschappen" klikt u op het tabblad "Kabelgegevens" naast het invoerveld "Aderaantal" op de knop [...]. Selecteer in het volgende dialoogvenster het nieuw gedefinieerde aderaantal voor de kabel en bevestig de selectie met [OK]. Sluit het dialoogvenster "Symbooleigenschappen" eveneens met [OK], sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure F5241 Kabeldefinitie niet bij klem Bij een kabeldefinitie van een klemmenstrook bij verschillende doelen, of bij de definitie van verschillende kabels bij gelijke doelen moet de kabeldefinitie bij elke klemmenverbinding worden aangegeven. Bij een klemmenverbinding met een "niet-klem" in verschillende paden moet bovendien de markering bij de klem worden aangegeven. Anders kan niet worden herkend welke definitie bij welke klemmendoelverbinding hoort. 82

85 W5243, W5285 Eenzijdige kabeldefinitie EPLAN heeft een eenzijdige kabeldefinitie ontdekt. Oorzaak van de waarschuwingsmelding: Bij tussen klemmenstroken lopende kabels is de symbooleigenschap "Aansluiting voor de kabelgenerering" niet correct ingesteld. Afhankelijk van de ingestelde aansluitrichting voor de kabeldefinitie kunnen twee verschillende waarschuwingsmeldingen met dezelfde titel uitgevoerd worden: "W5243" en"w5285" (zie voorbeeld).). Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen of te corrigeren: Kies eerst in de module "Grafische bewerking" het menupad Opties > Multifunctiemenu > Kabelweergave. Er worden dan de aansluitdoelen van de klemmen voor kabelverbindingen weergegeven. Om de waarschuwingsmelding "W5243" te vermijden, zijn er de volgende mogelijkheden: 1. Indien niet vooringesteld, geeft u in de grafische bewerking via het menupad Beeld > Meldingen het meldingenvenster weer. Klik op "Verwerkingsmeldingen" onder in het meldingenvenster. Klik vervolgens in de lijst van verwerkingsmeldingen op het regelnummer met de invoer "W5243". EPLAN markeert dan de gehele regel. Kies dan uit het menu van de grafische bewerking de opties Bewerken > Meldingen > Naar ODC gaan. EPLAN plaatst vervolgens de cursor op het invoegpunt van de klem die de waarschuwing in het schema heeft veroorzaakt. Klik op het invoegpunt. EPLAN brengt het dialoogvenster "Symbooleigenschappen" in beeld. Wijzig de symbooleigenschap "Aansluiting voor de kabelgenerering" op het tabblad "Klem" van "O = onder" in "B = boven" en sluit het dialoogvenster met [OK]. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe genereringsprocedure. De waarschuwingsmelding verschijnt nu niet meer. 2. Roep (vanuit het hoofdmenu) via het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie het correctieprogramma voor klemmen en kabels op. Activeer het selectievakje "5243 Eenzijdige kabeldefinitie: kabel genereren" en klik vervolgens op [OK]. EPLAN heeft nu voor de verbinding een kabel gegenereerd. 83

86 Systeemhandboek EPLAN 5.60 Klik na het afsluiten van de correctieprocedure op de knop [OK]. De waarschuwingsmelding verschijnt nu niet meer. Ook bij uitvoer van de waarschuwingsmelding "W5285" zijn er de volgende mogelijkheden om deze te onderdrukken: 1. Volg dezelfde procedure als bij melding "W5243" onder 1 is beschreven. 2. Roep (vanuit het hoofdmenu) via het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie het correctieprogramma voor klemmen en kabels op. Activeer het selectievakje "5285 Eenzijdige kabeldefinitie: geen kabel genereren" en klik vervolgens op [OK]. EPLAN heft dan de eenzijdige kabeldefinitie op. Klik na afloop van de correctieprocedure op de knop [OK] en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. De waarschuwingsmelding verschijnt nu niet meer. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! 84

87 In de linker tekening is de richting voor de kabelgenerering bij de klemmen "X2:12, 13, 14" in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen" ingesteld op "O = Onder". De kabeldefinitie is daarmee ten aanzien van klemmenstrook "X1" eenzijdig. EPLAN voert in dit geval de waarschuwingsmelding "W5243" uit. In de rechter tekening werd de richting voor de kabelgenerering bij de klemmen "X2:12, 13, 14" in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen" ingesteld op "B = Boven". Ook hier is sprake van een eenzijdige kabeldefinitie ten aanzien van de klemmen "X4:1, 2, 3". EPLAN voert in dit geval de waarschuwingsmelding "W5285" uit F5244, F5509 Tegendoel niet gevonden Bij de kabelgenerering is het doel van de kabel niet in de klemmenaansluitlijst gevonden. 85

88 Systeemhandboek EPLAN W5245 Kabel niet gedefinieerd Deze melding houdt rechtstreeks verband met de parameter "Alleen de in het schema gedefinieerde kabels genereren" (tabblad "Klemmen/kabels 2"). Als u de parameter hebt geactiveerd, is de automatische kabelgenerering uitgeschakeld. Kabels worden dan alleen gegenereerd als er een kabellijn aanwezig is. Mogelijke oorzaken van de waarschuwingsmelding: U bent vergeten een kabellijn te tekenen of u hebt per ongeluk de kabellijn verwijderd. Voorstel om de waarschuwingsmelding te voorkomen of te corrigeren: 1. Voeg de ontbrekende kabellijn in het schema in, sla de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. 2. Roep (vanuit het hoofdmenu) via het menupad Generering > Klemmen/kabels > Bewerken > Correctiefunctie het correctieprogramma voor klemmen en kabels op. Activeer het selectievakje "5245 Kabel niet gedefinieerd volgens : geen kabels genereren" en klik vervolgens op [OK]. EPLAN heeft nu de onvolledige kabeldefinitie opgeheven. Klik na afloop van de correctieprocedure op de knop [OK]en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. De waarschuwingsmelding verschijnt nu niet meer. Niet alle voorstellen voor het opheffen van fouten kunnen in EPLAN COMPACT worden uitgevoerd, omdat deze versie minder functies heeft dan de volledige versie! F5261 Geen PE-ader toegestaan bij type Oorzaak van de fout: Een kabellijn kruist een PE-ader die bij het aangegeven kabeltype niet beschikbaar of toegestaan is. Voorstel voor het opheffen van de fout: 86

89 Wijzig het kabeltype in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen". Gebruik een kabel die van een PE-ader voorzien is (bijvoorbeeld het type "Ölflex"). Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een kabelgenereringsprocedure F5262 PE-ader dubbel toegewezen Een kabellijn kruist twee of meer PE-aders. Oorzaak van de fout: U hebt van twee of meer klemmen die het doel van een gedefinieerde kabel zijn, PE-klemmen gemaakt (symbooltype "111" tot "113"). De kabellijn mag echter alleen via een PE-ader lopen. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wijzig het symbooltype van de klemmen op alle dubbel toegekende PEaders. Geschikt zijn bijvoorbeeld de symbooltypen voor doorvoerklemmen "100" tot "106". Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure F5263 Geen N-ader toegestaan bij type Oorzaak van de fout: Een kabellijn kruist een N-ader die bij het aangegeven kabeltype niet beschikbaar of toegestaan is. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wijzig het kabeltype in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen". Gebruik een kabel die van een N-ader voorzien is. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een kabelgenereringsprocedure F5264 N-ader dubbel toegewezen Een kabellijn kruist twee of meer N-aders. Oorzaak van de fout: 87

90 Systeemhandboek EPLAN 5.60 U hebt van twee of meer klemmen die het doel van een gedefinieerde kabel zijn, "N-klemmen" gemaakt (symbooltype "107" tot "110"). De kabellijn mag echter alleen via een N-ader lopen. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wijzig het symbooltype van de klemmen op alle dubbel toegekende N- aders. Geschikt zijn bijvoorbeeld de symbooltypen voor doorvoerklemmen "100" tot "106". Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure F5265 Geen afscherming toegestaan bij type Oorzaak van de fout: De kabellijn kruist een schermaderaansluiting. Bij de aangegeven kabel is een afscherming echter niet beschikbaar of toegestaan. Voorstel voor het opheffen van de fout: Wijzig het kabeltype in het dialoogvenster "Symbooleigenschappen". Gebruik een kabel die van een afscherming is voorzien. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure F5266 Afscherming dubbel toegewezen Een kabellijn kruist twee of meer afschermingsaders. Oorzaak van de fout: U hebt een kabellijn via twee of meer afschermingsaders getekend (zie voorbeeld). De kabellijn van een gedefinieerde kabel mag maar via één afschermingsader lopen. Voorstel voor het opheffen van de fout: Teken de kabellijn zo in het schema in dat slechts één afschermingsader wordt gekruist. Sla vervolgens de schemapagina('s) op en start een nieuwe kabelgenereringsprocedure. 88

91 De kabellijn van kabel "W8" kruist twee afschermingsaders H5268 Subkabel gemaakt Er is een subkabel gemaakt, terwijl er alleen gedefinieerde kabels moeten worden gemaakt F5269 Te veel subkabels Er zijn meer dan 9 subkabels gegenereerd (.1 tot.9) F5282 Kabel zonder ader Oorzaak van de foutmelding: U hebt in het schema een kabel gedefinieerd, die de verbindingslijnen snijdt van klemmen op de dezelfde klemmenstrook. Er wordt in dit geval een kabel gevonden waaraan geen aders zijn toegekend (zie ook fout F5208 "Kabel tussen dezelfde strook"). Voorstellen voor het opheffen van de fout: 1. Verwijder de kabeldefinitielijn uit de verbinding. of 2. Hernoem de klemmenstrook. 89