PRIVAATRECHT. Burgerlijk recht. Contractenrecht WETGEVING JURISPRUDENTIE LITERATUUR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PRIVAATRECHT. Burgerlijk recht. Contractenrecht WETGEVING JURISPRUDENTIE LITERATUUR"

Transcriptie

1 Departement civielrechtelijke vakken Universiteit Leiden Contractenrecht Mr. R.M.Ch.M. Koot EK , , nr. 206: tekst van het gewijzigd wetsvoorstel ( ) tot vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek; EK , , nr. 38b: eindverslag over het wetsvoorstel tot aanvulling van titel 7.1 (Koop en ruil) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek met bepalingen inzake de koop van onroerende zaken alsmede vaststelling en invoering van titel 7.12 (aanneming van werk). HR 23 mei 2003, RvdW 2003, 101, JOL 2003, 297 (Graan management/peha holding c.s.): No cure no pay -afspraak in bemiddelingsovereenkomst, recht op loon bij voortijdige beëindiging opdracht, verhouding artikel 7:411 BW en artikel 7:426 BW Graan management heeft ten behoeve van PeHa c.s. gedurende een aantal jaren bemiddelingswerkzaamheden verricht op het gebied van (ver)huur en (ver)koop van onroerend goed, waaronder verkoop van kantorencomplex De Admiraliteit te Rotterdam. In de bemiddelingsovereenkomst van september 1997 met betrekking tot De Admiraliteit is bepaald dat indien het complex door bemiddeling van Graan wordt verkocht, een courtage van 7% van de verkoopsom verschuldigd is. In geval de bemiddeling resulteert in participatie door derden is een vergoeding van f ,- verschuldigd. In maart 1999 heeft PeHa de voornoemde bemiddelingsovereenkomst schriftelijk opgezegd, zonder dat bemiddeling door Graan tot het sluiten van enige verkoopovereenkomst met betrekking tot De Admiraliteit had geleid. Graan heeft voor haar bemiddelingswerkzaamheden een factuur aan PeHa verzonden, laatstgenoemde heeft deze geretourneerd. In de onderhavige procedure vordert Graan betaling van de factuur op voet van artikel 7:411 BW. Rechtbank en hof hebben de vordering afgewezen, waarbij het hof overwoog dat Graan en PeHa een bemiddeling op basis van no cure no pay overeengekomen zijn, uit welke omstandigheid moet worden afgeleid dat artikel 7:411 BW naar de aard van de onderhavige overeenkomst niet van toepassing is op grond van artikel 7:400 lid 2 BW. In cassatie komt Graan met succes op tegen dit oordeel, waarbij de Hoge Raad in meer algemene termen overweegt: In dit geding is in de kern de vraag aan de orde naar de onderlinge verhouding tussen de artikelen 7:411 (dat onderdeel uitmaakt van afdeling betreffende de opdracht in het algemeen ) en art. 7:426 (dat is opgenomen in afdeling over de bemiddelingsovereenkomst). Nu de tekst en de geschiedenis van die bepaling geen aanwijzing voor het tegendeel bevatten, kan worden aangenomen dat de wetgever met art. 7:426 lid 1 BW niet heeft willen afwijken van de hoofdregel van art. 7:411, dat een genuanceerde en ook voor gevallen als het onderhavige passend te achten regeling geeft voor het recht op loon van de opdrachtnemer bij voortijdige beëindiging van diens opdracht. Vervolgens spitst de Hoge Raad zijn overwegingen toe op het oordeel van het hof: Indien het Hof het vorenstaande heeft miskend, is zijn beslissing op een onjuiste rechtsopvatting gebaseerd. [...] Indien echter het Hof art. 7:426 lid 1 in verbinding met art. 7:411 juist heeft uitgelegd, is zonder nadere motivering, die ontbreekt, onbegrijpelijk op welke gronden het heeft geoordeeld dat art. 7:411 naar de aard van de onderhavige overeenkomst in dit geval toepassing mist, in aanmerking genomen dat deze bepaling mede geldt voor het geval waarin de verschuldigdheid van loon afhankelijk is gesteld van het volbrengen van de opdracht (hetgeen de kern is van het no cure no pay -beding). Volgt vernietiging en verwijzing conform de conclusie van PG Hartkamp. M.A.M.C. van den Berg, Een innovatieve opening in de fuik van de verzuimeis, WPNR 6530 (2003), p ; A. Hammerstein en J.B.M. Vranken, Beëindigen en wijzigen van overeenkomsten (Monografieën Nieuw BW deel A10, 2e druk), S.C.J.J. Kortmann en N.E.D. Faber, Het moet niet veel gekker worden!, WPNR 6531 (2003), p ; J.M. Smits (red.), De richtlijn consumentenkoop in perspectief, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2003; A.J. Verheij, Conversie van een geldig exoneratiebeding, NTBR 2003, p PRIVAATRECHT KATERN

2 Onrechtmatige daad en overige verbintenissen uit de wet Mr. G.J.M. Verburg TK , , nr. 5: verslag ( ) over het wetsvoorstel tot aanpassing van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met de vergoedbaarheid van schade als gevolg van het overlijden of ernstig blijvend letsel van naasten. HR 28 maart 2003, RvdW 2003, 63, JOL 2003, 186 (Hettinga/De Vries): aansprakelijkheid in sportof spelsituaties Op 2 augustus 1997 vindt in het kader van de Witmarsumer Merke (een dorpsfeest) een wedstrijd met een spelelement plaats. Over de Bottefeart is een kabel gespannen. Via een hieraan bevestigde katrol dienen deelnemers al zwevend het midden van de vaart te bereiken alwaar zij de katrol los dienen te laten om, na op een drijvend plateau geland te zijn, hun route lopend over drijvende platen te vervolgen naar een kanosteiger waar zij een bel dienen te luiden. Dit alles zo snel mogelijk, zonder een nat pak te halen. De Vries houdt het droog, Hettinga en Ypma niet. Laatstgenoemden hebben daarop De Vries, hoewel hij verzet bood, in het water gegooid. De Vries verwondt zich daarbij aan een voorwerp dat zich in de modderige bodem van de vaart bevindt. Het water was voor aanvang van de wedstrijd door de organisatoren oppervlakkig gecontroleerd op de aanwezigheid van gevaarlijke voorwerpen. De Vries vordert schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. Hettinga en Ypma gooiden hem tegen zijn wil in het water, zonder te (kunnen) weten of onder water wellicht gevaarlijke obstakels aanwezig waren, aldus De Vries. Hettinga en Ypma voeren hiertegen onder meer aan dat het voorval in het kader van een sport- en spelsituatie plaatsvond. Rechtbank en Hof zijn van mening dat van een sport- en spelsituatie geen sprake (meer) was, de Rechtbank omdat de deelnemers niet tegelijkertijd of tegen elkaar speelden, het Hof omdat het spel reeds was geëindigd nu De Vries de bel had geluid. De Rechtbank acht Hettinga en Ypma desondanks niet aansprakelijk. Het Hof acht Hettinga en Ypma wel aansprakelijk. Hettinga en Ypma hebben reeds laakbaar en onzorgvuldig jegens De Vries gehandeld door hem tegen zijn voor hen kenbare wil in het water te gooien. Ook hadden zij zich moeten realiseren, aangezien Nederlandse wateren niet per definitie schoon kunnen worden geacht, dat het, ondanks de controle van het water, zo waarschijnlijk was dat De Vries letsel zou oplopen als gevolg van hun gedragingen, dat zij zich naar maatstaven van zorgvuldigheid daarvan hadden moeten onthouden. In cassatie speelt de vraag of het ongeval zich binnen een sport- of spelsituatie afspeelde. Daarnaast komt de betekenis van het verzet van De Vries aan bod, als mede de invulling door het Hof van de, op zichzelf juiste, maatstaf ter beoordeling van de onrechtmatigheid van de gedraging. De Hoge Raad stelt voorop dat: 3.6 ( ) de vraag of een deelnemer aan een sport of spel onrechtmatig heeft gehandeld door een gedraging als gevolg waarvan aan een andere deelnemer letsel is toegebracht, minder spoedig bevestigend moet worden beantwoord dan wanneer die gedraging niet in een sport- of spelsituatie had plaatsgevonden. De reden daarvan is dat de deelnemers aan die sport of dat spel in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe de activiteit uitlokt of die daarin besloten liggen, van elkaar moeten verwachten (vgl. HR 28 juni 1991, 14235, NJ 1992, 622). Een fluit- of ander eindsignaal hoeft niet van invloed te zijn op deze verhoogde aansprakelijkheidsdrempel. Aangezien de door die sport of dat spel bepaalde verhouding tussen de deelnemers daaraan niet direct en geheel hoeft te veranderen doordat en op het moment waarop aan die sport of dat spel volgens de daarvoor geldende regels, een einde komt, houdt ook de verhoogde drempel om aansprakelijkheid te kunnen aannemen, dan niet steeds direct en geheel op te gelden. Een (korte) tijd daarna kan het feit dat partijen zo-even nog met elkaar hebben gewedijverd of in een spelsituatie waren verwikkeld, de verwachtingen die zij van elkaar mogen of moeten hebben, blijven beïnvloeden, afhankelijk van de aard van die activiteit en de verdere omstandigheden van het geval. Hieruit volgt: 3.7 [...] dat het Hof van een onjuiste rechtsopvatting heeft blijk gegeven door uit het enkele feit dat De Vries, na het verrichten van zijn prestatie, de bel had geluid, af te leiden dat partijen zich nadien ten opzichte van elkaar niet meer in een sport- of spelsituatie bevonden. Door Hettinga en Ypma is in deze procedure onweersproken erop gewezen dat de onderhavige, in het kader van de Witmarsumer Merke georganiseerde wedstrijd, onderdeel uitmaakte van festiviteiten waarbij in het water geraken van de deelnemers tot het beoogde vermaak behoorde KATERN 88

3 Met name in een dergelijke situatie kan aanleiding bestaan aan te nemen dat de door die wedstrijd bepaalde verhouding tussen de deelnemers niet direct geheel hoefde te veranderen doordat en op het moment waarop aan die wedstrijd, volgens de regels waaronder deze plaatsvond, een einde kwam, zoals in de onderhavige zaak wat De Vries betreft het geval was nadat de bel had geluid. Hettinga en Ypma betogen verder dat het in een geval als het onderhavige heel gewoon is dat het slachtoffer zich verzet, althans voorwendt dat te doen. Zij wisten echter niet of De Vries zich echt verzette of slechts deed alsof. Zonder nadere toelichting achten zij het dan ook onbegrijpelijk dat het Hof uit het feit dat De Vries zich verzette, onomstotelijk heeft afgeleid dat hij niet in het water wilde worden geduwd. De klacht strandt. De Hoge Raad: Wie een handeling of gedraging doorzet ondanks verzet van een ander, dient in beginsel steeds rekening te houden met de mogelijkheid (zo niet: waarschijnlijkheid) dat dit verzet serieus is gemeend en die ander werkelijk niet wil dat de desbetreffende handeling of gedraging plaatsvindt. De door Hettinga en Ypma ingeroepen omstandigheden van het geval hoefden het Hof geen aanleiding te geven hierover anders te denken. Daarom behoefde zijn beslissing, dat uit het verzet van De Vries onomstotelijk moest worden afgeleid dat hij niet in het water wilde worden gegooid, geen verdere motivering. Echter: 3.10 [...] Zoals mede volgt uit de beoordeling van onderdeel 1 is deze gedraging, die vrijwel direct volgde nadat De Vries zijn deelname aan de wedstrijd had beëindigd en die op zichzelf past binnen de aard daarvan, niet onrechtmatig tegenover De Vries op grond van het enkele feit dat zij tegen zijn kenbaar gemaakte wil geschiedde. De sport- en spelcontext moet meewegen bij de door het Hof aangelegde maatstaf ter beoordeling van de mogelijke onrechtmatigheid van het gedrag van Hettinga en Ypma [...] Het Hof heeft terecht tot uitgangspunt gekozen dat niet reeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van aan een bepaald gedrag inherent gevaar, dat gedrag onrechtmatig doet zijn, maar dat zodanig gevaarscheppend gedrag slechts onrechtmatig is indien de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van letsel door een ander) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden (HR 9 december 1994, 15527, NJ 1996, 403). Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is evenwel onbegrijpelijk s Hofs oordeel dat de mate van waarschijnlijkheid dat De Vries letsel zou oplopen als gevolg van het feit dat hij door Hettinga en Ypma in het water werd gegooid, zo groot was, dat Hettinga en Ypma zich daarvan naar maatstaven van zorgvuldigheid hadden moeten onthouden. Het Hof heeft immers bij de motivering van zijn oordeel geen rekening gehouden met het feit dat partijen zo-even nog met elkaar hadden gewedijverd, hetgeen, zoals hiervoor in rov. 3.6 is overwogen, van belang is bij de beoordeling van de vraag welke gedragingen De Vries in die situatie in redelijkheid van Hettinga en Ypma moest verwachten. De kous is hiermee nog niet af. De Hoge Raad vernietigt en verwijst met enkele aanwijzingen. J.M. Barendrecht, Rechtvaardigheid en het welbevinden van slachtoffers, NJB 2003, p ; Chr.H. van Dijk, De omkeringsregel, meer dan een vermoeden van causaal verband, Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade 2003, p. 7-15; Chr. H. van Dijk, Aansprakelijkheid voor falend toezicht op banken en verzekeraars, NTBR 2003, p ; W.J.H.T. Dupont, Claims na pesten, NTBR 2003, p. 231; O.A. Haazen, Amerikaanse toestanden (1). Schimmelaansprakelijkheid, NJB 2003, p ; W.R. Kastelein (eindred.) e.a., Medische aansprakelijkheid, Den Haag: Koninklijke Vermande 2003; S.D. Lindenbergh, De vermogensrechtelijke lotgevallen van het recht op smartengeld, Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade 2003, p. 1-6; S.D. Lindenbergh, Blij met de geboorte van... een schadeclaim, AA 2003, p ; J.H. Nieuwenhuis, De romantische rechtsschool van Maastricht, RMThemis 2003, p ; J. Spier, W.A.M. van Schendel (red.), Schadevergoeding: een eeuw later. Opstellen aangeboden aan mr A.R. Bloembergen, Deventer: A.C. Zijderveld, C.P.M. Cleiren en C.E. du Perron, Het opstandige slachtoffer, Genoegdoening in strafrecht en burgerlijk recht (Preadviezen voor de vergadering van de Nederlandse Juristen- Vereniging op 13 juni 2003, Handelingen der Nederlandse Juristen-Vereniging jaargang 133, ), Deventer: Kluwer KATERN PRIVAATRECHT

4 Goederenrecht Mr. D.J. Beenders TK , , nr. 1-3: wetsvoorstel tot wijziging van artikel 94 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het mededelingsvereiste bij cessie zoals vervat in artikel 94 lid 3 BW wordt geschrapt; TK , , nr. 1-3: wetsvoorstel ( ) tot uitvoering van Richtlijn nr. 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 juni 2002 betreffende financiëlezekerheidsovereenkomsten. HR 16 maart 2003, RvdW 2003, 95, JOL 2003, 278 (De Liser de Morsain/Rabobank): Cessie; bepaaldheidsvereiste. Uitleg akte van cessie: Haviltex-maatstaf Deze zaak betreft (onder meer) de vraag aan welke vereisten een akte van cessie dient te voldoen in verband met de bepaalbaarheid van de betreffende vorderingen. Bovendien is de uitleg van de akte van cessie aan de orde. Wat betreft de bepaalbaarheid overweegt de Hoge Raad het volgende (r.o. 4.3): Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is voor het overdragen of verpanden van vorderingen op naam vereist, maar ook voldoende, dat de desbetreffende akte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld, om welke vordering(en) het gaat. Omtrent de uitleg van een akte van cessie overweegt de Hoge Raad (r.o. 4.4): [...] voor de bepaling van de inhoud van een akte van cessie [is] niet slechts van belang [...], hetgeen uit de desbetreffende akte zelf blijft. Het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. P.J.A. Castrop, De (goederenrechtelijke) praktijk van de boortunnel, Bouwrecht 2003, p ; J.H. Dalhuisen en L.D. van Setten, Zekerheid in roerende zaken en rechten (Preadvies voor de Vereeniging Handelsrecht), Deventer: Kluwer 2003; H.W. Heyman, Naar een meer positief stelsel van grondboekhouding?, NTBR 2003, p ; M.P. van den Hoek, Wge moet af van medeeigendom, WPNR 6536 (2003), p ; W.G. Huijgen, Naar een meer positief stelsel van grondboekhouding?, WPNR 6532 (2003), p ; R. Timmermans, De hoofdlijnen van het appartementsrecht in Frankrijk, België en Nederland (1), WPNR 6538 (2003), p Huwelijksvermogensrecht Mr. C.G. Breedveld-de Voogd TK , , nr. 1-3: wetsvoorstel ( ) tot wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen). M.L.C.C. de Bruijn-Lückers en O.I.M. Ydema, Memo echtscheiding en alimentatie, Editie 2003, J.A.M.P. Keijser, Handleiding bij scheiding, 4e druk, Serie Recht en Praktijk, Deventer: Kluwer Erfrecht Mr. P.C. van Es HR 11 april 2003, RvdW 2003, 75, JOL 2003, 215: inbreng schenking; overgangsrecht; toepasselijkheid 4:1132 (oud) BW; geobjectiveerd schenkingsbegrip Verkort weergegeven zijn de relevante feiten in deze zaak de volgende. P. Lampert (vader) en E. Lampert-Janse (moeder), hebben drie kinderen Abraham, Pieter en Janna. Wanneer moeder overlijdt op 10 december 1983, is het in eerste instantie de bedoeling dat de zich in haar nalatenschap 4772 KATERN 88

5 bevindende landbouwpercelen worden verdeeld tussen de drie kinderen. Deze verdeling stuit op problemen en uiteindelijk worden de landbouwpercelen bij akte van 3 maart 1986 toegescheiden aan de drie kinderen én aan vader. Voorzover de percelen aan de kinderen worden toegescheiden wordt hieraan een waarde van f per hectare toegekend en voorzover zij aan vader worden toegescheiden een waarde van f Deze laatste waarde was de verpachte waarde volgens de successie-aangifte. Kort na de verdeling verkoopt en levert vader bij akte van 3 juli 1986 een aan hem toegescheiden perceel aan Pieter voor een koopsom van f per hectare. Vader had dit perceel kort voor de verkoop (op 1 januari 1986) aan Pieter verpacht. De waarde in onverpachte toestand was f per hectare. Vader overlijdt op 14 januari De centrale vraag in dit arrest is of Pieter bij de verdeling van de nalatenschap van vader in verband met de voormelde transactie een bedrag moet inbrengen, en zo ja, wat de hoogte van dit bedrag is. De Hoge Raad stelt voorop dat wanneer een nalatenschap is opengevallen vóór de inwerkingtreding op 1 januari 2003 van het nieuwe erfrecht, de verplichting tot inbreng op grond van het bepaalde in artikel 69 Ow NBW dient te worden beoordeeld naar het voordien geldende recht, dat wil zeggen naar 4:1132 (oud) BW. Van belang is verder dat de Hoge Raad bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een schenking in de zin 4:1132 (oud) BW anders dan de rechtbank geen rekening houdt met de achtergrond van de transactie die in dit geval gevormd werd door de wens van vader en moeder om alle landbouwpercelen in handen te doen komen van de kinderen: Bij de toepassing van art. 4:1132 (oud) BW moet worden uitgegaan van een geobjectiveerd schenkingsbegrip; de motieven die tot de bevoordeling hebben geleid, zijn in beginsel niet van belang voor de vraag of de schenking moet worden ingebracht; voor het aannemen van vrijgevigheid is voldoende dat degene die is verarmd, de verrijking van de andere partij heeft gewild (vgl. HR 15 juni 1994, nr , NJ 1995, 577 en HR 4 november 1994, nr , NJ 1996, 485). De vraag die dan resteert is wat de hoogte is van het door Pieter in te brengen bedrag. De rechtbank en het Hof hebben dit bedrag (per verkregen hectare) vastgesteld door het verschil te nemen tussen de waarde waarvoor vader het perceel kort geleden in het kader van de verdeling van de nalatenschap van moeder had verkregen (fl per hectare) en het bedrag dat Pieter aan vader als koopsom had betaald (fl. 9000). De Hoge Raad is van mening dat hierbij ten onrechte geen rekening is gehouden met de onverplichte verpachting. Bij gebreke aan de vermelding van gronden die het oordeel rechtvaardigen dat níet het verschil tussen de waarde van de grond in onverpachte staat en de door Pieter betaalde koopprijs hoeft te worden ingebracht, acht de Hoge Raad het arrest van het Hof onvoldoende gemotiveerd. P.F. Veltman, De stichting tot afwikkeling van een nalatenschap en het rapport van de commissie Moltmaker, WPNR 6530 (2003), p ; Gr. van der Burght en W.W.J. Ebben, Burgerlijk Wetboek-Erfrecht en Schenking. Boek 4 en Boek 7, titel 3 (Wettenpockets Privaatrecht), Nieuw Erfrecht, 2003, nr. 2. Literatuur algemeen K. Boele-Woelki, C.H. Brants, G.J.W. Steenhoff (red.), Het plezier van de rechtsvergelijking. Opstellen over unificatie en harmonisatie van het recht in Europa, aangeboden aan prof.mr. E.H. Hondius bij gelegenheid van zijn afscheid als voorzitter en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking, Deventer: M.W. Hesselink, C.E. du Perron & A.F. Salomons (red.), Privaatrecht tussen autonomie en solidariteit (Reeks Amsterdams Instituut voor Privaatrecht deel 1), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2003; J.H. Nieuwenhuis, C.J.J.M. Stolker, W. Valk, C.G. Breedveld-de Voogd, Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek (5e druk), Deventer: Kluwer 2003; J.H. Nieuwenhuis, Hoofdstukken vermogensrecht (7e druk), J.M. Smits, De missing link in het debat over unificatie van privaatrecht: het evolutionair perspectief, NTBR 2003, p ; J. Spier e.a., Civiele conclusies 2001, Deventer: C.M.C. van Zeeland, Y.P. Kamminga & J.M. Barendrecht, Waar het mensen om gaat en wat het burgerlijk recht daarmee kan, NJB 2003, p PRIVAATRECHT KATERN

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden

Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden Een aantekening bij HR 1 februari 2008, LJN: BB9781 A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

Verjaring in het verzekeringsrecht. Lodewijk Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht VU)

Verjaring in het verzekeringsrecht. Lodewijk Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht VU) Verjaring in het verzekeringsrecht Lodewijk Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht VU) Inleiding Wetgever heeft de ambitie gehad in de artt. 3:306 tot en met 3:326 BW het hele verjaringsrecht te regelen.

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

JURIDISCH MAATPAKKET PERSONEN-, FAMILIE- EN ERFRECHT

JURIDISCH MAATPAKKET PERSONEN-, FAMILIE- EN ERFRECHT Hieronder ziet u welke uitgaven er in Juridisch Maatpakket Personen, Familie en Erfecht (Expert) zijn opgenomen*. Deze uitgaven zijn toegankelijk via onze gebruiksvriendelijke informatieportal Navigator.

Nadere informatie

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Te behandelen uitspraken: ECLI:NL:GHSHE:2014:4672 (facultatief verrekenbeding) ECLI:NL:HR:2015:1297 (gemeenschap)

Nadere informatie

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken:

Bepaaldheidsvereiste. Over het bepaaldheidsvereiste is veel geprocedeerd. Hieronder citeren wij uit enkele van de belangrijkste uitspraken: Bepaaldheidsvereiste De gecedeerde vordering (of het gecedeerde recht) moet in voldoende mate door de cessieakte worden bepaald (art. 3:84 lid 2 BW). De akte van cessie moet daarom zodanige gegevens bevatten

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3998

ECLI:NL:RVS:2014:3998 ECLI:NL:RVS:2014:3998 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-11-2014 Datum publicatie 05-11-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201403900/1/A3 Eerste

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

Ex libris Hans Nieuwenhuis

Ex libris Hans Nieuwenhuis Ex libris Hans Nieuwenhuis Opstellen aangeboden aan prof. mr. J.H. Nieuwenhuis, hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden, bij zijn emeritaat A.G. Castermans, Jac. Hijma, K.J.O. Jansen, P.

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BT8778

ECLI:NL:HR:2012:BT8778 ECLI:NL:HR:2012:BT8778 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 10-01-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/02260 P Conclusie:

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. 11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

t twaalfuurtje van deze week 10 december 2014

t twaalfuurtje van deze week 10 december 2014 t twaalfuurtje van deze week 10 december 2014 Deze week een eigen zaak waarin de Rechtbank Gelderland, Zittingsplaats Zutphen, geoordeeld heeft over de derdenwerking van een exoneratiebeding in een taxatierapport.

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-143 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 028.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2012:BW6728

ECLI:NL:HR:2012:BW6728 ECLI:NL:HR:2012:BW6728 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-09-2012 Datum publicatie 21-09-2012 Zaaknummer 11/02411 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BW6728

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te

2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,

Nadere informatie

KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT

KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT KLACHTPLICHT BIJ NON-CONFORMITEIT Bij de aankoop van een woning blijkt achteraf nogal eens dat iets anders geleverd is dan op grond van de koopovereenkomst mocht worden verwacht. Er kan bijvoorbeeld sprake

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd door C te D, tegen VGZ Zorgverzekeraar N.V. te Arnhem Zaak : Schadevergoeding Zaaknummer : 201800387 Zittingsdatum : 10 oktober 2018 Stichting

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Opzegging duurovereenkomst. Mr. dr. H. Wammes

Opzegging duurovereenkomst. Mr. dr. H. Wammes Opzegging duurovereenkomst Mr. dr. H. Wammes * HR 1 juli 2014, NJ 2015,2 (noot T.T.T.) Eneco beëindigt sponsorovereenkomst met organisator en gaat de Benelux Tour zelf organiseren. * HR 10 oktober 2014,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164

ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164 ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-09-2009 Datum publicatie 14-01-2010 Zaaknummer 64517 / HA ZA 08-433 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom.

Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom. RAAD VAN TOEZICHT WEST Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom. Verkopers zijn van mening dat hun makelaar te kort schoot toen de kopers

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629

Nadere informatie

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Laura Gringhuis Advocaat Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Belastingrecht 28 september 2018 Het opgeven van oud-werkgevers als referent en het verstrekken

Nadere informatie

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen

Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen Aansprakelijkheid binnen sportverenigingen mr. Harold de Boer mr. Stephan de Vries 12 januari 2015 Sport Fryslân De Haan Advocaten & Notarissen PROGRAMMA 1. Inleiding 2. Bestuur en Taak - interne aansprakelijkheid

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:1466

ECLI:NL:CRVB:2014:1466 pagina 1 van 5 ECLI:NL:CRVB:2014:1466 Instantie Datum uitspraak 09-05-2014 Datum publicatie 12-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Centrale Raad van Beroep 13-5281 ANW Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de

Nadere informatie

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Informatie aan niet-opdrachtgever. Verleggen van bemiddelingskosten naar de andere

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Samenloop van verzekeringen

Samenloop van verzekeringen Samenloop van verzekeringen Jitteke Blussé van Oud-Alblas 10 november 2014 Te behandelen onderwerpen: Definitie en afbakening samenloop Schaderegelingen Verbond van Verzekeraars Onderling verhaal verzekeraars

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2003:AF2831

ECLI:NL:HR:2003:AF2831 ECLI:NL:HR:2003:AF2831 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-04-2003 Datum publicatie 04-04-2003 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C01/186HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AF2831

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351

ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 ECLI:NL:RBNHO:2017:6351 Instantie Datum uitspraak 05-07-2017 Datum publicatie 31-07-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5474399 \ CV EXPL 16-8870 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:4609

ECLI:NL:GHDHA:2014:4609 ECLI:NL:GHDHA:2014:4609 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 03-06-2014 Datum publicatie 16-06-2015 Zaaknummer 200.132.906/01 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3234, (Gedeeltelijke)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

Zaaknummer : S Datum uitspraak : 15 mei 2018 Plaats uitspraak : Zeist

Zaaknummer : S Datum uitspraak : 15 mei 2018 Plaats uitspraak : Zeist Zaaknummer : S21-101 Datum uitspraak : 15 mei 2018 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: de heer G.W. W mevrouw K. W wonende te Vlissingen verder te noemen: W c.s. tegen: Bindend Advies de Vereniging

Nadere informatie

«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ «" t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014.

«**«<*«rtr wn P: 2/7. mei 2018 heb ik de eer het volgende opte. Vooraf. TOta»^ « t(jn dbmveiplicjg' Z* T* Middel. n met 31 december 2014. P: 2/7 8 JUNI 2018 Kenmerk: 2018-0000092206 ** **va ^G^^7ms^T(l,(ro,nUm'n5r 18/M91S) te8w fle A Z nr- 16/00543, inzake Mteaïl V8n 20 maart 2018, «**«

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826

ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 ECLI:NL:GHARN:2012:BW7826 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-05-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 11-00572 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851

ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851 ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 19-07-2006 Datum publicatie 11-08-2006 Zaaknummer 47983 HA ZA 2005/256 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365 ECLI:NL:PHR:2002:AE4430 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 11-10-2002 Datum publicatie 11-10-2002 Zaaknummer C00/345HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AE4430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 42 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof.mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Autoverzekering. Verzwijging

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:752, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan ECLI:NL:HR:2018:1617 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14092018 Datum publicatie 14092018 Zaaknummer 17/02712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:416,

Nadere informatie

Privaatrecht. Burgerlijk recht. Contractenrecht. Burgerlijk recht

Privaatrecht. Burgerlijk recht. Contractenrecht. Burgerlijk recht Privaatrecht Burgerlijk recht Mr.drs. B.T.M. van der Wiel, mr. R.M.Ch.M. Koot, mr. E.-J. Zippro, mr. P.C. van Es Contractenrecht Mr.drs. B.T.M. van der Wiel Wetgeving EK 2000/2001, 17 213, nr. 114: voorlopig

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015 Erfrechtjournaal 16 januari 2015 Items Gewijzigde familieverhoudingen Defiscalisatie in het erfrecht Machtiging kantonrechter voor het doen van schenking? Gewijzigde familieverhoudingen Eindejaarspeiling

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

: Nationale Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V., gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

: Nationale Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V., gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-335 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. C.E. du Perron, mr. M.L. Hendrikse en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 december

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BL7407

ECLI:NL:HR:2010:BL7407 ECLI:NL:HR:2010:BL7407 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-05-2010 Datum publicatie 21-05-2010 Zaaknummer 09/03564 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BL7407

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-558 (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 december 2014 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975

ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 Instantie Datum uitspraak 14-09-2016 Datum publicatie 07-10-2016 Zaaknummer 4293728 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROE:2001:AA9874

ECLI:NL:RBROE:2001:AA9874 ECLI:NL:RBROE:2001:AA9874 Instantie Rechtbank Roermond Datum uitspraak 08-02-2001 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 36612/HAZA 00-3 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-567 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. S. Rutten, secretaris) Klacht ontvangen op : 15 januari 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

COMMISSIE LIDMAATSCHAPSZAKEN VAN DE NVM, gevestigd te Nieuwegein, klaagster,

COMMISSIE LIDMAATSCHAPSZAKEN VAN DE NVM, gevestigd te Nieuwegein, klaagster, 13-25 RAAD VAN TOEZICHT s GRAVENHAGE Handel (regel 6 Erecode). Aankoop door echtgenoot van makelaar, doorverkoop door de makelaar. De echtgenoot van een NVM-makelaar koopt op de veiling een woning voor

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT DONDERDAG 6 OKTOBER 2016 9.00-11.00 UUR Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN Bij de zevende druk In de derde band worden de titels 6.3 (Onrechtmatige daad) en 6.4 (Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst) behandeld als

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. drs. M.H. Hendrikse, voorzitter en mr. F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. drs. M.H. Hendrikse, voorzitter en mr. F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-381 (prof. mr. drs. M.H. Hendrikse, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 juni 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD

DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD DE OPZEGGING VAN DUUROVEREENKOMSTEN VOOR ONBEPAALDE TIJD Aruba, 8 februari 2018 1. INLEIDING Op 2 februari 2018 heeft de Hoge Raad der Nederlanden een belangrijk arrest gewezen over de vraag of, en zo

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014

Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart

Nadere informatie