Privaatrecht. Burgerlijk recht. Contractenrecht. Burgerlijk recht
|
|
- Femke Willems
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Privaatrecht Burgerlijk recht Mr.drs. B.T.M. van der Wiel, mr. R.M.Ch.M. Koot, mr. E.-J. Zippro, mr. P.C. van Es Contractenrecht Mr.drs. B.T.M. van der Wiel Wetgeving EK 2000/2001, , nr. 114: voorlopig verslag over het wetsvoorstel tot vaststelling van titel 7.3 (Schenking) van het nieuw Burgerlijk Wetboek; TK 2000/2001, , nr. 5: verslag over het wetsvoorstel tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen; TK , 27809, nr. 6: Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen. Jurisprudentie HR 23 november 2001, RvdW 2001, 188, JOL 2001, 683 (I./Stichting Gezondheidszorg Oostelijk Limburg): aansprakelijkheid arts; tekortschieten in informatieplicht; causaal verband; stelplicht en bewijslast; omkeringsregel? Op 3 april 1991 ondergaat I. een succesvolle operatie aan een peesschedeontsteking aan haar linkerpols. Een op 20 juni 1991 uitgevoerde soortgelijke operatie aan haar rechterpols levert echter een zenuwbeschadiging op. I. vordert vergoeding van de hierdoor geleden schade van de Stichting die het ziekenhuis waar de operaties hebben plaatsgevonden exploiteert. Rechtbank en Hof wijzen de vordering van I. af. Vast staat dat de ondergeschikten van de Stichting I. tevoren niet hebben geïnformeerd over het risico van een complicatie zoals die zich heeft voorgedaan, terwijl dit wel had gemoeten. In cassatie is uitsluitend aan de orde of er causaal verband bestaat tussen het schenden van de informatieplicht met betrekking tot de mogelijkheid van het zich voordoen van de onderhavige complicatie en de schade van I. Het Hof overweegt hieromtrent, kort gezegd, dat stelplicht en bewijslast van dit causaal verband op gelaedeerde rusten. Het cassatiemiddel stelt de vraag aan de orde, of in dit geval de omkeringsregel van toepassing is, waardoor het Hof stelplicht en bewijslast ter zake van dit causaal verband op de Stichting had moeten leggen. Deze in een inmiddels overvloedig te noemen rechtspraak door de Hoge Raad aangenomen regel houdt in (r.o ): ( ) dat indien door een als onrechtmatige daad of wanprestatie aan te merken gedraging een risico ter zake van het ontstaan van schade in het leven is geroepen en dit risico zich vervolgens verwezenlijkt, daarmee het causaal verband tussen die gedraging en de aldus ontstane schade in beginsel is gegeven en dat het aan degene die op grond van die gedraging wordt aangesproken, is om te stellen en te bewijzen dat die schade ook zonder die gedraging zou zijn ontstaan ( ). De als wanprestatie aan te merken gedraging is hier de schending van de informatieplicht. De Hoge Raad overweegt hieromtrent (r.o ): Deze op de arts rustende verplichting de patiënt ( ) in te lichten over de risico s van de voorgestelde behandeling strekt ( ) niet ertoe de patiënt te beschermen tegen deze risico s, maar ( ) de patiënt in staat te stellen goed geïnformeerd te beslissen of hij al dan niet toestemming voor de voorgestelde behandeling zal geven. De Hoge Raad is dan ook van oordeel dat (r.o ) ( ) de zenuwbeschadiging na de operatie van 20 juni 1991 niet kan worden aangemerkt als verwezenlijking van het risico dat door het tekortschieten ( ) in het leven is geroepen. Er is dan ook geen aanleiding om in het onderhavige geval de omkeringsregel van toepassing te achten. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep, conform de conclusie van A-G De Vries Lentsch- Kostense. In gelijke zin het op dezelfde dag ge- KATERN
2 wezen arrest, gepubliceerd in JOL 2001, 684, met gelijkluidende conclusie van A-G Hartkamp. Deze rechtspraak lijkt te impliceren dat de in het kader van de omkeringsregel relevante vraag tot bescherming tegen welk risico een norm strekt een wezenlijk andere is dan de vraag tot bescherming tegen welke schade een norm strekt (art. 6:163 BW) tenzij moet worden aangenomen dat de litigieuze informatieplicht niet strekt tot bescherming tegen schade zoals door I. geleden in de zin van artikel 6:163 BW, hetgeen mij onwaarschijnlijk lijkt. Een lastig te hanteren onderscheid. Literatuur A.R. Bloembergen, C.C. van Dam, Jac. Hijma & W.L. Valk, Rechtshandeling en overeenkomst. Kluwer, Deventer Derde druk; A.L. Croes, Enige bedenkingen tegen de bedenktijd bij de koop van onroerende zaken, NTBR 2001, pp ; M.A.J.G. Janssen & M.M. van Rossum, Acties van de koper, Advocatenblad 2001, pp ; D. Kaandorp, De omkeringsregel(s), AA 2001, pp ; M.B.M. Loos, Algemene voorwaarden. Boom Juridische Uitgevers, Den Haag 2001; J.H. Nieuwenhuis, Promises, promises, NJB 2001, pp ; J.M. Smits, Nogmaals de richtlijn oneerlijke bedingen: Nederland veroordeeld wegens gebrekkige implementatie, WPNR 6461 (2001), pp ; M.S.A. Vegter, Aansprakelijkheid werkgever voor psychische schade werknemer als gevolg van seksuele intimidatie van de werknemer, AV&S 2001, pp KATERN 82
3 van goederen gehuwd. In april 1997 dient de vrouw bij de rechtbank een verzoek in tot echtscheiding met vaststelling van de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. Volgens de vrouw behoort tot de gemeenschap de waarde van de goodwill in de maatschap waaraan de man als medisch specialist is verbonden. De vrouw stelt dat de helft van de waarde van de goodwill aan haar dient te worden uitgekeerd. De rechtbank heeft echtscheiding tussen partijen uitgesproken en de vordering tot uitkering van de helft van de waarde van de goodwill afgewezen. Het Hof vernietigt dit vonnis met betrekking tot laatstgenoemd oordeel en bepaalt, voor zover hier van belang, dat aan de vrouw wordt toebedeeld, een vordering op de man ter grootte van de helft van de te zijner tijd aan hem ter zake van de goodwill uitgekeerde netto vergoeding, opeisbaar na ontvangst daarvan door de man, daar de waarde van de goodwill thans niet bepaalbaar is. In cassatie klaagt de vrouw over dit oordeel en betoogt dat het Hof de helft van de waarde van de goodwill, berekend naar de waarde ten tijde van de verdeling, aan haar had moeten toedelen. De Hoge Raad stelt bij de beoordeling van deze klacht voorop dat: A) De rechter, die, in een geval waarin de deelgenoten geen overeenstemming over de verdeling van een gemeenschap kunnen bereiken, de verdeling daarvan op de voet van art. 3:185 lid 1 BW vaststelt, dient daarbij, zoals in dat artikel is bepaald, naar billijkheid rekening te houden met de belangen van partijen en het algemeen belang. Voorts is de rechter die de verdeling vaststelt, bij de vaststelling van de verdeling niet gebonden aan hetgeen partijen over en weer hebben gevorderd. B) Bij de verdeling van tot een gemeenschap behorende goederen moet, ter bepaling van hun waarde, in beginsel worden uitgegaan van de waarde ten tijde van de verdeling. Uit hetgeen door partijen is overeengekomen en uit de eisen van redelijkheid en billijkheid kan voortvloeien dat hiervan wordt afgeweken. Goederenrecht Mr. R.M.Ch.M. Koot Jurisprudentie HR 12 oktober 2001, RvdW, 153 (K./M.) Verdeling gemeenschap ex artikel 3:185 lid 1, waardering goodwill maatschapsaandeel Man en vrouw zijn sinds 1978 in gemeenschap Voorts oordeelt de Hoge Raad dat, tegen de achtergrond van de onder A weergegeven vrijheid die de rechter bij de vaststelling van de verdeling van een gemeenschap heeft en de onder B beschreven mogelijkheid de waarde van de te verdelen goederen naar een ander tijdstip dan dat van de verdeling te bepalen, de beslissing van het hof niet blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. Volgt verwerping van het beroep, conform de conclusie van A-G Huydecoper KATERN 82
4 Literatuur P.H.M. Gerver, Het recht van hypotheek (Studiepockets Privaatrecht nr. 49). W.E.J. Tjeenk Willink, Deventer Tweede druk; S.C.J.J. Kortmann, M.H.E. Rongen & H.L.E. Verhagen, Zekerheidsrechten op naam van een trustee (I), WPNR 6459 (2001), pp , (II, slot) WPNR 6460 (2001), pp ; C.T.M. Luijks, Pandrecht op (het saldo van) een bankrekening, WPNR 6465 (2001), pp ; W.H.M. Reehuis & A.H.T. Heisterkamp, Goederenrecht (Pitlo-serie, Het Nederlands burgerlijk recht deel 3). Gouda Quint, Deventer Elfde druk; H.J. Snijders & E.B. Rank-Berenschot, Goederenrecht (Studiereeks burgerlijk recht deel 2). Kluwer, Deventer Derde druk. KATERN
5 HR 19 oktober 2001, RvdW 2001, 158 (PTT Post/Baas): arbeidsongeval, strekking artikel 7:658 BW. Veiligheidsmaatregelen en instructies, aard arbeid; vermindering voorzichtigheid werknemer; ervaringsregel Postbesteller Baas heeft tijdens zijn werkzaamheden voor PTT Post zijn bestelauto in de berm geparkeerd van een weg die buiten de bebouwde kom is gelegen. Baas stapt uit en loopt naar de achterzijde van zijn bestelauto. Tijdens het openen van de achterdeur waait er een envelop uit de laadruimte van de auto de weg op. Hij rent de envelop in een impuls achterna en wordt direct daarna aangereden door een hem tegemoetkomende auto. Baas heeft ernstig schedel- en hersenletsel opgelopen en is gedeeltelijk arbeidsongeschikt geraakt. Hij stelt PTT Post op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk voor de door het ongeval geleden schade. De kantonrechter wijst de vordering af door te oordelen dat PTT Post niet is tekortgeschoten in enige op grond van artikel 7:658 BW op haar rustende zorgplicht. In hoger beroep wijst de Rechtbank de vordering van Baas echter toe nu de werkgever onvoldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen. PTT Post stelt vervolgens cassatieberoep in. Onrechtmatige daad en overige verbintenissen uit de wet Mr. E.-J. Zippro Wetgeving EK , , nr. 128: Memorie van antwoord bij het wetsvoorstel tot wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek voor gevallen van verborgen schade door letsel of overlijden. Jurisprudentie De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. De Rechtbank mocht de ervaringsregel dat het dagelijks verkeren in een bepaalde werksituatie leidt tot een vermindering van de ter voorkoming van ongelukken raadzame voorzichtigheid, mede redengevend achten voor haar oordeel dat aanzienlijke risico s waren verbonden aan de door Baas verrichte werkzaamheden. De rechtbank verbond hieraan de conclusie dat op de werkgever een aanzienlijke verplichting rustte, veilig werken te bevorderen en op veilig werken toe te zien. Nu vaststaat dat de werknemer in een impuls de rijbaan is opgeschoten omdat een poststuk wegwaaide, gaat het in deze zaak volgens de Hoge Raad om de vraag of: PTT Post in redelijkheid door middel van veiligheidsmaatregelen of -instructies de kans op het wegwaaien van post had kunnen of moeten voorkomen, althans verkleinen, en dus anders dan het onderdeel tot uitgangspunt lijkt te nemen niet om de vraag of PTT Post in redelijkheid door maatregelen of instructies had kunnen en moeten voorkomen dat postbestellers bij een verkeersongeval betrokken raken doordat zij zonder aanleiding en zonder op te letten vanachter hun bestelauto de weg oplopen. Blijkens het bestreden vonnis is de Rechtbank met juistheid uitgegaan van de opvatting dat artikel 7:658 BW ertoe strekt te bewerkstelligen dat de werknemer tegen het oplopen van schade als in deze bepaling bedoeld, wordt beschermd voor zover als redelijkerwijs in verband met de aard van de arbeid gevorderd kan worden. HR 26 oktober 2001, RvdW 2001, 169 (Van de W./R.): immateriële schadevergoeding; oogmerk nadeel toe te brengen. Samenloop 6:108 en 6:106 lid 1 sub a BW Enkele dagen voordat het huwelijk tussen Van de W. en R. door inschrijving in de registers KATERN
6 wordt ontbonden, doodt de man (R.) hun zevenjarige zoon. Het Hof stelt vast dat de man bij dit doden het oogmerk had om leed aan de vrouw toe te brengen. In cassatie gaat het om de vraag of de vrouw (Van de W.) aanspraak kan maken op vergoeding van immateriële schade. De Rechtbank en ook het Hof hebben de vordering terzake van immateriële schade toegewezen. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en overweegt onder meer: Art. 6:95 BW bepaalt dat schade die bestaat in ander nadeel dan vermogensschade slechts kan worden vergoed voorzover de wet op vergoeding daarvan recht geeft. In art. 6:106 BW is vervolgens aangegeven in welke gevallen een recht op vergoeding van immateriële schade bestaat. Het Hof heeft geoordeeld welk oordeel naar uit het hierna overwogene zal blijken in cassatie tevergeefs wordt bestreden dat R. bij de door hem gepleegde daad het oogmerk had nadeel dat niet in vermogensschade bestaat toe te brengen aan Van de W. Op deze situatie is art. 6:106 lid 1, aanhef en onder a BW, direct van toepassing. ( ) Anders dan het onderdeel betoogt, staat het stelsel van de wet, en met name art. 6:108, niet in de weg aan vergoeding van immateriële schade indien de dader iemand heeft gedood met het oogmerk aan een ander, de benadeelde, zodanige schade toe te brengen. Voor de toepassing van artikel 6:108 BW doet niet terzake of het doden van het slachtoffer alleen jegens deze of mede jegens anderen onrechtmatig is. In beide gevallen kunnen alleen de in deze bepaling genoemden aanspraak maken op vergoeding van schade, en wel enkel de materiële schade die bestaat in het derven van levensonderhoud. Art. 6:95 staat eraan in de weg dat op grond van artikel 6:108 immateriële schadevergoeding wordt gevorderd. Dit neemt evenwel niet weg dat een aanspraak op vergoeding van immateriële schade wel kan bestaan, indien voldaan is aan het in art. 6:106 lid 1, aanhef en onder a, neergelegde vereiste dat het oogmerk heeft bestaan immateriële schade toe te brengen, en, gelet op art. 6:95, aan het vereiste dat, voorzover hier van belang, het doden van het slachtoffer een onrechtmatige daad jegens de benadeelde oplevert. Art. 6:106 lid 1, aanhef en onder a, en art. 6:108 bestrijken derhalve van elkaar te onderscheiden (categorieën van) gevallen, met dien verstande dat zich gevallen kunnen voordoen waarin beide regelingen van toepassing zijn. HR 9 november 2001, RvdW 2001, 175 (Van Doesburg/Tan): aansprakelijkheid werkgever ex artikel 6:170 BW. Eigen schuld werknemer Van Doesburg, apothekersassistente in dienst van apotheker Tan, loopt tijdens haar werkzaamheden in de apotheek tegen een openstaande lade van een medicijnkast. Zij raakt met haar voorhoofd en linkeroog het uiterste puntje van een van de bovenste laden van de kast. Door de botsing komt zij ten val en loopt ernstig letsel op. Op grond van artikel 6:170 BW (kwalitatieve aansprakelijkheid werkgever) vordert zij dat de apotheker wordt veroordeeld tot betaling van schadevergoeding. De Rechtbank heeft de vordering toegewezen. Het Hof is eveneens van oordeel dat de collega die de kast heeft laten openstaan een onrechtmatige daad jegens de apothekersassistente heeft gepleegd, waarvoor de apotheker, nu ook aan de overige vereisten van artikel 6:170 BW is voldaan, aansprakelijk is. Het Hof heeft voorts geoordeeld dat de schade van de apothekersassistente mede een gevolg is van aan haar toe te rekenen onoplettendheid, zodat ingevolge artikel 6:101 BW (eigen schuld) de vergoedingsplicht van de apotheker met 50% dient te worden verminderd. Het hiertegen gerichte cassatiemiddel treft doel. De Hoge Raad oordeelt als volgt: Onderdeel 1 van het middel in het principale beroep klaagt terecht dat het Hof, door de verplichting tot schadevergoeding van Tan op de voet van artikel 6:106 BW met 50% te verminderen, heeft miskend dat in een geval als het onderhavige, waarin een werknemer in het kader van de uitvoering van de hem opgedragen werkzaamheden letsel oploopt als gevolg van zowel een gevaarscheppende handeling van een andere werknemer, waarvoor de werkgever uit hoofde van art. 6:170 BW aansprakelijk is, als van eigen schuld van de werknemer, de schade geheel voor rekening van de werkgever komt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Immers, nu de schade binnen een dienstverband wordt geleden en het de werkgever is die in eerste instantie de werkomstandigheden bepaalt, eist de in art. 6:101 lid 1 BW bedoelde billijkheid om de schuld van de werknemer die niet bestaat in opzet of bewuste roekeloosheid, voor rekening van de werkgever te laten komen. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof en bekrachtigt het vonnis van de Rechtbank. Literatuur L. Bergkamp, Liability and Environment. Private and Public law aspects of civil liability for environmental harm in an international context. Kluwer law international. Den Haag 2001; W.H. van Boom, Troostgeld voor naasten? Een ruimere blik is noodzakelijk, AV&S 2001, pp ; 4350 KATERN 82
7 M.F.H. Broekman, Art. 3:310 BW. Actuele verfijning van verjaring in het civiele recht, Advocatenblad 2001, pp ; C.C. van Dam, Reflexwerking volgens de Hoge Raad. Over de spiegel en de raadselen, Verkeersrecht 2001, pp ; E.M. van der Heijden, Punitive damages en de calculerende schadeveroorzaker, NJB 2001, pp ; H.Ph.J.A.M. Hennekens, Overheidsaansprakelijkheid op de weegschaal. W.E.J. Tjeenk Willink, Deventer 2001; C.E.C. Jansen & J.H. Duyvensz, Productaansprakelijkheid en voorgeschreven ondeugdelijk materiaal sinds het Moffenkitarrest, NTBR 2001, pp ; D. Kaandorp, De omkeringsregel(s), AA 2001, pp ; P. Kuipers, Aansprakelijkheid voor terughaalschade en waarschuwingsplichten, AV&S 2001, pp ; G.E. van Maanen, Ongerechtvaardigde verrijking. Ars Aequi Libri, Nijmegen 2001; E.R. Muller & C.J.J.M. Stolker (red.), Ramp en Recht. Beschouwingen over rampen, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Boom Juridische Uitgevers, Den Haag 2001; A.F. Salomons, Verrijking, billijkheid en verdelende gerechtigheid, WPNR 6467 (2001), pp ; J.B.M. Vranken, Contractuele breekijzers of de koninklijke weg?, WPNR 6460 (2001), pp KATERN
8 Jurisprudentie Erfrecht Mr. P.C. van Es Wetgeving EK , , nr. 111: Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, tweede gedeelte (nadere wijziging Boek 4); Voorlopig verslag; EK , , nr. 112: Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, derde gedeelte (Overgangsrecht); Voorlopig verslag; EK , , nr. 113: Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7, vierde gedeelte (aanpassing aan nieuwe erfrecht en schenkingsrecht); Voorlopig verslag. HR 5 oktober 2001, RvdW 2001, 148 (Van der Vijver c.s./stoll-van Velthuysen c.s.): Ontbreken van jaartal in testament; geen nietigheid maar vernietigbaarheid. Anticipatie Van der Vijver heeft op 26 april 1994 een testament doen opmaken waarbij alle voorgaande wilsbeschikkingen werden herroepen en waarbij Van der Vijver de eisers tot cassatie (hierna: Van der Vijver c.s.) heeft aangewezen als erfgenamen. Bij een eerder testament, verleden op 15 december 1986, had Van der Vijver zijn echtgenote Pijttersen tot enige erfgename benoemd onder de bepaling dat hetgeen zij onvervreemd en onverteerd zou achterlaten, aan de in dat testament vermelde personen zou toekomen. Na het overlijden van Van der Vijver blijkt dat het op 26 april 1994 opgemaakte testament geen jaartal vermeldt. De aanhef luidt: Heden, de zes en twintigste april verscheen voor mij ( ). Tussen de bij de procedure betrokken partijen is onomstreden dat het testament in 1994 is verleden. Van der Vijver c.s. vorderen een verklaring voor recht dat het op 26 april 1994 verleden testament authentiek is en dat Van der Vijver c.s. rechthebbenden op de nalatenschap van Van der Vijver zijn. Rechtbank en Hof oordelen dat het testament nietig is. Op grond van artikel 26 lid 2 sub 5 jo lid 4 Wet op het notarisambt (oud) mist een notariële akte authenticiteit, wanneer deze het jaartal van verlijden niet vermeldt (artikel 40 van de huidige Wet op het notarisambt houdt eenzelfde bepaling in). Uit 4:985 BW jo 4:1000 BW volgt dat het testament in dat geval nietig is. De Hoge Raad stelt voorop dat het niet vermelden van het jaar in een notariële akte waarbij een uiterste wil is gemaakt, tot gevolg heeft dat de akte niet voldoet aan de in Boek 4 gestelde vereisten. Anders dan het Hof heeft geoordeeld, leidt dit volgens de Hoge Raad echter niet tot nietigheid van het onderhavige testament. De Hoge Raad acht in de eerste plaats van belang dat het achterwege laten van de vermelding van het jaar waarin de akte is verleden, moet worden aangemerkt als een kennelijke misslag, die de notaris op grond van artikel 45 lid 2 van de huidige Wet op het notarisambt zou hebben kunnen verbeteren. Voorts merkt de Hoge Raad op dat ontbrekende gegevens omtrent de plaats of het tijdstip van het verlijden van de akte, in veel gevallen zonder veel moeilijkheden kunnen worden vastgesteld. Tot slot anticipeert de Hoge Raad op het nieuwe erfrecht: KATERN
9 Ten slotte is van belang dat naar huidige inzichten het achterwege laten van de vermelding van een van de hier bedoelde gegevens, niet tot nietigheid, maar tot vernietigbaarheid behoort te leiden. Dit strookt niet alleen met hetgeen in een belangrijk deel van de literatuur als wenselijk wordt verdedigd, maar komt vooral tot uitdrukking in art van het inmiddels wet geworden, maar nog niet in werking getreden Boek 4 BW. Nu de in aanmerking komende belangen in voldoende mate bescherming vinden in de vernietigbaarheid van een uiterste wil, en aan het stelsel van de huidige wet, mede gelet op art. 3:39 BW, geen bezwaren tegen een regeling als vervat in art kunnen worden ontleend, brengt een redelijke wetsuitleg mee dat ook voor het huidige recht moet worden aanvaard dat het ontbreken van de vermelding van plaats, jaar, maand of dag in de akte waarbij een uiterste wil is verleden, leidt tot vernietigbaarheid van de uiterste wil. M. van der Aa en L. Baggerman, De minderjarige erfgenaam in het nieuwe erfrecht, FJR 2001, pp Met betrekking tot de vernietigingsgrond merkt de Hoge Raad met het oog op de behandeling na verwijzing het volgende op: Daarbij zal evenwel hebben te gelden dat geen beroep op deze vernietigingsgrond kan worden gedaan, indien op andere wijze dan uit het testament zelf met de in een geval als dit vereiste hoge mate van zekerheid komt vast te staan in welk jaar het testament is verleden. De partijen moeten in de gelegenheid worden gesteld hun stellingen op dit punt aan te passen en voorts behoort de gelegenheid te bestaan de andere belanghebbenden bij de (on)geldigheid van het testament op de voet van 12a Rv in het geding te roepen. Literatuur M.Y. Nethe, Kan een rechtspersoon herleven met het oog op een nalatenschap die is opengevallen na het tijdstip waarop hij is opgehouden te bestaan?, WPNR 6461 (2001), pp ; S. Perrick, Over het vervallen van legaten en over legaten van een goed uit de huwelijksgemeenschap onder boek 4 NBW, WPNR 6462 (2001), pp ; B.C.M. Waaijer, Heden zesentwintig april, verscheen voor mij (Naar aanleiding van Hoge Raad 5 oktober 2001, RvdW 01/148), WPNR 6466 (2001), pp ; C.A. Kraan, De samenlevingsovereenkomst in het nieuwe erfrecht, WPNR 6468 (2001), pp ; S. Perrick, Testeervrijheid en de zorg voor de langstlevende echtgenoot in het nieuwe erfrecht, WPNR 6469 (2001), pp ; 4352 KATERN 82
Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401
ECLI:NL:RBHAA:2010:BO2401 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-09-2010 Datum publicatie 29-10-2010 Zaaknummer 127472 - HA ZA 06-1116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2012:BX8537
ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieWebinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen
Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober 2015 12.30-13.30 uur Mr A.A.M. Ruys-van Essen Gerechtshof s-hertogenbosch, 24 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3736 EERDERE SCHENKINGEN GEEN
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie
ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2013:4308
ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatie15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht. EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr.
15 jaar erfrecht bezien vanuit notariaat, advocatuur en rechterlijke macht EPN VEAN Congres 20 september 2018 Prof.mr.dr. Fons Stollenwerck Rechterlijke macht Civiele rechter Kantonrechter/Rechtbank/Hof/Hoge
Nadere informatie1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.
Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET
Nadere informatieEen pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1
Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit
Nadere informatieConclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365
ECLI:NL:PHR:2002:AE4430 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 11-10-2002 Datum publicatie 11-10-2002 Zaaknummer C00/345HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AE4430 Rechtsgebieden
Nadere informatieErfrechtjournaal. 16 januari 2015
Erfrechtjournaal 16 januari 2015 Items Gewijzigde familieverhoudingen Defiscalisatie in het erfrecht Machtiging kantonrechter voor het doen van schenking? Gewijzigde familieverhoudingen Eindejaarspeiling
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2011:BR4675
ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 20-07-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 119380 - HA ZA 10-390 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieJPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )
JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatiehikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217
Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:5579
ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 Instantie Datum uitspraak 20-08-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/02/297897 / HA RK 15-74 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieHoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen.
Hoge Raad, 26 januari 2001 (Weststrate/De Schelde); blootstelling aan asbest niet aangetoond. Vordering afgewezen. Samenvatting Werknemer met mesothelioom spreekt werkgever aan. De schadevergoeding wordt
Nadere informatieWEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht. 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg
WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg Onderwerpen 3 uitspraken: 1. samenwoners en natuurlijke verbintenis, HR 10 oktober 2014,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieLevering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht
Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der
Nadere informatieHof van Cassatie van België
15 FEBRUARI 2011 P.10.1244.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1244.N 1. M C, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatiezaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:
Nadere informatieArtikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83
Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd
Nadere informatieRechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)
Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen) Noot I. van der Zalm Overlijdensschade. Schadeberekening. Inkomensschade.
Nadere informatieErfrechtjournaal. Oktober 2015
Erfrechtjournaal Oktober 2015 Items Proefschrift Boelens De tweetrapsmaking Procederen en executele Ontslag executeur Stiefkinderen en inkortingsvolgorde Proefschrift Boelens Het legaat, de wisselwerking
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 428 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
10 DECEMBER 2010 F.08.0102.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0102.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kantoor te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt
Nadere informatie2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.
beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade
Nadere informatiede naamloze vennootschap F. van Lanschot bankiers N.V., gevestigd te Den Bosch, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-149 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mevrouw mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. M. Nijland,
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481
ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
'" 13 februari 2015 Eerste Kamer in naam des Konings 10/02162 LZ Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: l. LEIDSEPLEIN BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. Hendrikus Jacobus Marinus DE VRIES,
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:229
ECLI:NL:RBROT:2016:229 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 07-01-2016 Zaaknummer C/10/475943 / HA ZA 15-510 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2006:AY5851
ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 19-07-2006 Datum publicatie 11-08-2006 Zaaknummer 47983 HA ZA 2005/256 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte
Nadere informatieDoorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per
Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per 1-1-2018 Artikel 1:93 BW Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieVoorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid
Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig
Nadere informatie12-03- 2014. Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014
Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014 HUWELIJK ZONDER HUWELIJKSVOORWAARDEN GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN BOEDELMENGING OPVOLGING ONDER
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:8414
ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2017:2000
ECLI:NL:RBMNE:2017:2000 Instantie Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/409379 / HA ZA 16-112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.
Nadere informatiede besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-148 d.d. 31 maart 2014. (mr. H.J. Schepen, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen, secretaris).
Nadere informatieSamenloop in het verdelingsrecht. Prof.mr. A.J.M. Nuytinck
Samenloop in het verdelingsrecht Prof.mr. A.J.M. Nuytinck HR 19 januari 2007, LJN: AZ1488, NJ 2007, 62 (mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem- Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser; A-G mr. L. Strikwerda)
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,
Nadere informatieZaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist
Zaaknummer : S21-87 Datum uitspraak : 3 oktober 2017 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: de heer M. van der Bijl wonende te Amstelveen verder te noemen: Van der Bijl tegen: mevrouw E.A. Rozendaal
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,
Nadere informatieInleiding. Drenth). 3 Zie ook HR 5 december 1997, NJ 1998, 400 m.nt. Jac. Hijma onder HR 5 december 1997, NJ 1998,
W. Dijkshoorn & S.D. Lindenbergh, Buitengerechtelijke kosten en eigen schuld. HR 21 september 2007, RvdW 2007, 789 (Manege Bergemo), Maandblad voor Vermogensrecht 2007, p. 252-256. Buitengerechtelijke
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieErfrecht. Wat gebeurt er na iemands overlijden met zijn vermogen?
Erfrecht Wat gebeurt er na iemands overlijden met zijn vermogen? Verklaring van erfrecht Dit is een schriftelijke verklaring die u nodig heeft na iemands overlijden. De verklaring wordt opgemaakt door
Nadere informatieArtikel 4:194a BW In het concept wetsvoorstel luidde artikel 4:194a BW als volgt:
Van : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Datum : 31 augustus 2015 Betreft : 34 224 Wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden van de erflater (Wet
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de
Nadere informatieHoge Raad , ECLI:NL:HR:2015:3011
Hoge Raad 09-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3011 Inhoudsindicatie De Hoge Raad beantwoordt de prejudiciële vragen: Het kindgebonden budget, inclusief de alleenstaande ouderkop, dient niet in aanmerking te worden
Nadere informatieAansprakelijkheid voor Gemeenschapsschulden na ontbinding en verjaring
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Aansprakelijkheid voor Gemeenschapsschulden na ontbinding en verjaring A.J.M. Nuytinck Published in WPNR 2010, 6851, p. 582-584 Prof. mr. A.J.M.
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462
ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ7462 Instantie Datum uitspraak 03-09-2009 Datum publicatie 11-09-2009 Zaaknummer 629990 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Civiel recht
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:959. Wetboek van Strafvordering 51f
ECLI:NL:HR:2017:221 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer 14/03452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:629
Nadere informatieNADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS
NADERE INVULLING WERKGEVERSAANSPRAKELIJKHEID VOOR VERKEERSONGEVALLEN VAN WERKNEMERS De heeft in december 2008 wederom drie interessante arresten gewezen inzake werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersletsel
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-601 (J.S.W. Holtrop, voorzitter, W.H.G.A. Filott mpf. en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieECLI:NL:HR:2004:AR2782
ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782
Nadere informatieVOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN
VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN Bij de zevende druk In de derde band worden de titels 6.3 (Onrechtmatige daad) en 6.4 (Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst) behandeld als
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 DECEMBER 2010 C.09.0612.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0612.F 1. B. G. en 2. D. D., eisers, vertegenwoordigd door mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen V. M.,
Nadere informatieHypotheek en levensverzekering
Hypotheek en levensverzekering Wanneer u voor de financiering van een huis een hypothecaire lening afsluit, verlangt de financier vaak dat tevens een levensverzekering op uw leven wordt afgesloten. Als
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2014:7598
ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-600 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, W.H.G.A. Filott mpf. en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. R.P.W. van de Meerakker, secretaris ) Klacht
Nadere informatieDaar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!
Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Published in Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieIN NAAM DER KONINGIN
2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES
Nadere informatieDe Bont sprak daarop zijn werkgever aan. De rechtbank wees de vordering af omdat het vervoer als woon-werkverkeer gezien werd.
Hoge Raad, 9 augustus 2002 Samenvatting Een bouwvakker, De Bont, reed in zijn eigen auto van huis in Oosterhout, naar de werkplek in Deventer. Een paar collega s reden mee. Door een fout van De Bont sloeg
Nadere informatieWebinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst
Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips 18 december 2015 Dirk Vergunst 1 Artikel 45 Rechtsvordering 1. Exploten (pv van ambtshandeling) worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:114, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:2007, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:HR:2016:1271 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-06-2016 Datum publicatie 24-06-2016 Zaaknummer 14/04377 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:114,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 8 TWEEDE NOT VN WIJZIGING Ontvangen
Nadere informatieUitspraak. Letselschade.nl 1
Uitspraak Letselschade.nl 1 7 december 2012 Eerste Kamer 12/00522 RM/EP Hoge Raad der Nederlanden Beschikking in de zaak van: [De man], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. J.
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.
Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,
Nadere informatieHet belang van conservatoir beslag ter verzekering van niet opeisbare erfrechtelijke vorderingen
Het belang van conservatoir beslag ter verzekering van niet opeisbare erfrechtelijke vorderingen Prof. dr. S. Perrick* 88 1 Inleiding In een recent arrest 1 heeft de Hoge Raad een op zichzelf niet opzienbarende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur
Nadere informatieERFRECHT EN SCHENKING
MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351
ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:HR:2012:BW6728
ECLI:NL:HR:2012:BW6728 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-09-2012 Datum publicatie 21-09-2012 Zaaknummer 11/02411 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BW6728
Nadere informatie