Bijlage bij brief Prioriteiten Volkshuisvesting Inhoudsopgave

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage bij brief Prioriteiten Volkshuisvesting Inhoudsopgave"

Transcriptie

1 Bijlage bij brief Prioriteiten Volkshuisvesting Inhoudsopgave 1. Betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep Analyse Ambitie voor corporaties... 6 Beschikbaarheid betaalbare woningen... 6 Bevorderen doorstroming... 7 Nieuwe vormen van bouwen en herbestemmen... 7 Bevorderen bewustwording woonlasten Naar een energiezuinige sociale huurwoningvoorraad Analyse... 8 Afspraken Nationaal Energieakkoord... 8 Probleemstelling Ambitie voor corporaties... 9 Duurzaamheiddoelstellingen SMART-er maken in onderhoud en verbetering Energiemaatregelen en betaalbaarheid Bijdragen aan energieopwekking De huurder: betrekken, communiceren, ondersteunen Best practices delen Urgente doelgroepen: verblijfsgerechtigden Analyse Ambitie voor corporaties Onconventionele huisvesting voor urgenten en spoedzoekers Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting Analyse Demografische veranderingen: aantal 75+ huishoudens verdubbelt tot Doelgroep corporaties Vergrijzing overal in Nederland Ontwikkelingen intramuraal vastgoed Mensen met beperkingen en/of psychische problemen (<65 jaar) ook vaker zelfstandig gehuisvest Naar mate de leeftijd stijgt, woont men vaker in een geschikte woning

2 Huidig tekort: specifieke woningen voor ouderen en mensen met beperkingen De opgave op korte termijn Beleid van de Rijksoverheid Ambitie voor corporaties Inzicht in en afstemming over de lokale vraag Voldoende betaalbare en passende woningen: langer zelfstandig wonen Geclusterde woonvormen Transformatie van verzorgingstehuizen en wijkvoorzieningen Best practices Overzicht van bronnen voor de monitoring van de voortgang op de prioritaire thema s Prestatieafspraken Benchmark van Aedes Corporatie in Perspectief (CiP) Visitatierapporten Informatierapportages op basis van de dvi en dpi

3 1. Betaalbaarheid en beschikbaarheid voor de doelgroep 1.1 Analyse Het gemiddeld inkomen van huurders in de sociale huursector is in de afgelopen jaren gedaald in Nederland en is lager dan in andere westerse landen, waar naast een sociale huursector vaak ook een volwaardige private huursector bestaat 1. De economische crisis speelt daarbij zeker een rol, net als de aangescherpte toewijzingsregel voor de doelgroep van de corporaties (90%-regel). Er is echter al langere tijd sprake van een toenemend aandeel van lagere inkomens in de sociale huursector. Dit heeft te maken met de snelle toename van het eigen woningbezit in de afgelopen decennia, waardoor de sociale huursector steeds meer het domein is geworden van mensen met een lager inkomen. Dit komt ook tot uiting in de sterke toename van de gemiddelde huurtoeslag die huurders met een laag inkomen ontvangen. Is tussen 2006 en 2012 de gemiddelde huur met 7,5% gestegen, de gemiddelde huurtoeslag per maand is met 30% toegenomen in dezelfde periode (zie tabel 1.1). Het aandeel van de huuruitgaven in het inkomen is toegenomen tot ruim een kwart van het besteedbaar inkomen, de totale woonuitgaven beslaan ruim een derde van het inkomen van huurders. De verwachting is dat deze ontwikkeling verder doorzet omdat de huurverhogingen in de jaren 2013 en 2014 aanmerkelijk hoger zijn dan in de jaren ervoor toen inflatievolgend huurbeleid de norm was. Deze ontwikkelingen geven een extra dimensie aan de kerntaak van woningcorporaties: het huisvesten van mensen die anders maar moeilijk in de eigen huisvesting zouden kunnen voorzien, bijna altijd mensen met een laag inkomen. Belangrijke instrumenten die corporaties in handen hebben om de lagere inkomens een betaalbare woning te bieden zijn (1) de samenstelling van hun aanbod en (2) de manier waarop vraag en aanbod bij elkaar komen. In de loop van de jaren verminderde het corporatiebezit onder de kwaliteitskortingsgrens (zie figuur 1.1). De meeste mensen met een lager inkomen hebben daardoor te maken met een huur die hoger is dan de minimale eigen bijdrage die iedereen in ieder geval zelf moet betalen. Zij betalen in veel gevallen een extra bijdrage (de kwaliteitskorting) bovenop de minimale eigen bijdrage. Figuur 1.1 Samenstelling woningvoorraad corporaties naar prijsklasse, % 80% 60% 40% 20% 0% Tot ondergrens huurtoeslag Onder- tot kwaliteitskortingsgrens Kwaliteitskorting- tot aftoppingsgrens Aftopping- tot liberalisatiegrens Boven liberalisatiegrens Bron: WoON, Staat van de woningmarkt,

4 Dit wordt versterkt door de ontwikkeling waarbij corporaties en gemeenten steeds minder passend toewezen (zie tabel 1.2). Veel mensen die tot de doelgroep van de huurtoeslag behoren, krijgen een woning toegewezen boven de aftoppingsgrens. Tussen 2008 en 2012 is dit aandeel meer dan verdubbeld van 9% tot 23% niet passende te dure toewijzingen. Niet passend toewijzen komt het meest voor in gebieden met een kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad met nieuwere woningen en meer eengezinswoningen, zoals de matig en weinig stedelijke woonmilieus. Dit zijn woningen met een hogere maximaal redelijke huur dan de kleinere appartementen in de sterk verstedelijkte woonmilieus. De in het Btiv verankerde passendheidtoets, waarbij corporaties 95% van de doelgroep van de huurtoeslag een woning moeten toewijzen onder de aftoppingsgrens, zal in de komende jaren een rem op de niet passende toewijzingen zijn. Ook is uit onderzoek naar voren gekomen dat een deel van de harde kern van de doelgroep van de corporaties (de onderste 20% van de inkomensverdeling) een woning vindt in de particuliere huursector en daar hogere woonlasten heeft en vaak minder woonkwaliteit dan vergelijkbare huishoudens in een corporatiewoning. Dit terwijl het huren van een corporatiewoning vaak de voorkeur heeft van deze huishoudens met een laag inkomen. Er is een duidelijk verschil in het profiel van de huurder met een laag inkomen van een corporatiewoning of van een particuliere verhuurder. Bij corporaties gaat het vooral om mensen met AOW/pensioen of een uitkering, bij particuliere verhuurders vooral om mensen met inkomen uit arbeid (loondienst of zelfstandig) en om jonge mensen. De oorzaak hiervan lijkt te liggen in de snelheid waarmee een woning kan worden gehuurd. Ruim 60% van de huishoudens met een laag inkomen in de particuliere huursector heeft weinig keuzemogelijkheden en kiest voor de eerste woning die beschikbaar is. De toegang tot de corporatiesector is vooral voor mensen met een laag inkomen die geen tijd hebben om te wachten vaak lastig doordat inschrijfduur of wachttijd nodig is om aan een woning te komen. Elk van de hier beschreven ontwikkelingen leidt ertoe dat de woonlasten voor de lagere inkomens hoger zijn dan strikt noodzakelijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat uit studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) naar voren komt dat een deel van de huurders met een laag inkomen een betaalrisico heeft. Had in 2002 circa 5 procent van de huurders een betaalrisico, in 2012 was dat aandeel verdubbeld tot circa 13 procent. Bij deze huishoudens resteert een tekort als de netto woonuitgaven, de andere vaste lasten en de veronderstelde genormeerde basisuitgaven voor levensonderhoud (na aftrek van de huurtoeslag, de zorgtoeslag ed.) worden afgetrokken van het netto besteedbaar maandinkomen. Deze huishoudens hebben dus geen feitelijke betaalachterstand maar zij lopen wel een risico dat zij op een gegeven moment de vaste lasten niet meer kunnen betalen. Het PBL constateert dat deze ontwikkeling vooral wordt veroorzaakt door de slechte economische omstandigheden, waardoor mensen met inkomensdaling te maken krijgen. Daardoor kan het gebeuren dat zij in een woning wonen die te duur is voor het gedaalde inkomen 2. Bij corporaties is de aandacht voor betaalbaarheid recent toegenomen. Het aandeel nieuwe huurwoongelegenheden, dat valt onder Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB), is de afgelopen twee jaar gestegen van 83% naar 89%. Volgens de nieuwe bouwplannen zal dit aandeel de komende jaren geleidelijk verder toenemen tot 93%. Daar staat echter tegenover dat binnen DAEB de nadruk sterk ligt op de duurdere woningen tussen de aftoppingsgrens en de liberalisatiegrens en het aandeel goedkope en betaalbare woningen niet toeneemt in de uitgevoerde en verwachte nieuwbouw (tabel 1.3). In vergelijking met 2012 was het aandeel nieuw gebouwde huurwoongelegenheden met een huur tot de kwaliteitskortingsgrens (categorie goedkoop ) in 2013 aanzienlijk hoger: 15% in plaats van 8%. Deze toename is opmerkelijk omdat de afgelopen jaren dit segment een steeds kleiner deel uit is gaan maken van de gerealiseerde nieuwbouw. Nadere analyse van de nieuwbouwcijfers wijst uit dat de nieuwbouw in dit segment, en dus ook de piek in 2013, verband houdt met de realisatie van studentenhuisvesting. Voor de komende vijf jaar wordt een zelfde aandeel goedkoop verwacht als in 2012 gerealiseerd is. 2 PBL, Kwetsbare Regio s,

5 Tabel 1.1 Lastenontwikkeling huurders (euro s), Kale huur per maand Basishuur per maand * Huurtoeslag per maand ** Netto huur per maand Bijkomende woonuitgaven per maand Totale woonuitgaven per maand Besteedbaar inkomen Netto huurquote (%) *** 24,2 23,2 25,5 Netto woonquote (%) 35,2 34,1 36,4 Bron: WoON, 2012 * De basishuur is de kale huur plus de subsidiabele servciekosten. ** Gemiddeld over alle huurders, ook huurders zonder huurtoeslag. *** De huur- en woonquote zijn op microniveau (per huishouden) uitgedrukt. 477 Tabel 1.2 Passend toewijzen door corporaties (procent) naar provincie in periode Passend Te duur Te goedkoop Nederland Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Bron: Companen, Evaluatie Passend toewijzen,

6 Tabel 1.3 Verwachte en voorgenomen nieuwbouw van huurwoongelegenheden naar prijsklasse in % Goedkoop Betaalbaar Duur tot grens Wht Nieuwbouw huurwoongelegenheden % 24% 51% 17% Nieuwbouw huurwoongelegenheden % 19% 50% 16% Nieuwbouw huurwoongelegenheden % 25% 49% 10% Nieuwbouw huurwoongelegenheden % 25% 52% 14% Nieuwbouw huurwoongelegenheden % 23% 59% 9% Duur boven grens Wht Juni 2015 hebben Aedes en Woonbond een sociaal huurakkoord gesloten. Het akkoord bevat een invulling van een huursombenadering. Begin juli heeft het Kabinet in een brief aan het parlement aangegeven veel waardering voor dit initiatief te hebben en het akkoord op de voornaamste onderdelen te willen overnemen. Het streven is om de huursombenadering per 1 juli 2016 in te laten gaan. De gemiddelde huurstijging per corporatie mag dan niet hoger zijn dan de inflatie plus 1 procent. Binnen deze huursom zijn op individueel niveau, huurstijgingen mogelijk tot maximaal 2,5 procent. Het kabinet biedt op lokaal niveau ruimte aan corporaties, gemeenten en huurdersorganisaties om binnen deze grenzen afspraken te maken over een zogenaamde staffel (waarbij de toegestane huurverhoging afhankelijk is van de afstand tussen feitelijke huur en maximale huur). Om te voorkomen dat de doorstroming in de gereguleerde huur stilvalt als gevolg van het vervallen van de inkomensafhankelijke huurverhogingen, bereidt het kabinet wetgeving voor een vijfjaarlijkse inkomenstoets voor. 1.2 Ambitie voor corporaties Beschikbaarheid betaalbare woningen Met de invoering van de passendheidtoets per 2016 wordt een belangrijke stap gezet bij een betere allocatie van de betaalbare voorraad over de lagere inkomensgroepen (de doelgroep van de huurtoeslag). Dit heeft als gevolg dat niet alleen de voorraad tot aan de liberalisatiegrens van belang is, maar er twee segmenten en twee doelgroepen ontstaan. Enerzijds de voorraad onder de aftoppinggrens vooral bedoeld voor de doelgroep van de huurtoeslag. Anderzijds de voorraad tussen de aftoppingsgrens en de liberalisatiegrens waarop vooral de overige doelgroep van de corporatie is aangewezen, voor zover zij niet terecht kunnen in het segment onder de aftoppingsgrens, dat overblijft na huisvesting van de doelgroep van de huurtoeslag. De aanwezigheid en beschikbaarheid van beide segmenten van de woningvoorraad van de corporaties zijn cruciaal voor de betaalbaarheid van het wonen voor de doelgroep van de corporaties en kunnen daarom niet ontbreken in de gesprekken over de Woonvisie en de prestatieafspraken tussen gemeenten, huurders en corporaties. Hierbij gaat het mede over de manier waarop de ruimte die er is in het huurbeleid binnen het wettelijk kader kan worden ingevuld in het kader van betaalbaarheid en beschikbaarheid. Het betaalbaar huisvesten van de doelgroep vraagt om afspraken op lokaal niveau. Zo kunnen binnen de wettelijke kaders en voorschriften, ook lokale prestatieafspraken gemaakt worden over een beheerste jaarlijkse huurverhoging en beheerste harmonisatie bij mutatie, over de wijze van woonruimteverdeling en over het behoud van de benodigde voorraad voor het huisvesten van de doelgroep met lage inkomens. 6

7 Bevorderen doorstroming Naast passend toewijzen is het van belang om ook de doorstroming van huurders met een inkomen boven de doelgroepgrenzen uit het goedkopere deel van de sociale voorraad te (blijven) stimuleren. Op deze manier kunnen betaalbare woningen vrijgespeeld worden voor de doelgroep. Essentieel is daarbij in hoeverre de mogelijkheid voor inkomensafhankelijke huurverhoging ook daadwerkelijk wordt benut om mensen buiten de doelgroep te stimuleren uit te kijken naar een andere woning. Betaalbaarheid in de sector is ook een kwestie van het vergroten van doorstroming. Op lokaal niveau zou nadrukkelijker op doorstroming ingezet kunnen worden, opdat de goedkope en betaalbare woningen vrijkomen voor degenen die daar qua inkomen (tijdelijk) op aangewezen zijn. Dit betekent dat niet alleen gekeken wordt naar de omvang van de kernvoorraad maar dat er ook actief wordt ingezet op het vrijkomen van het aanbod van betaalbare woningen. Het kan daarbij ook gaan om de inzet van flexibele woon- en huurconcepten als aanvulling op vaste contractvormen. Daarnaast gaat het om instrumenten als de inzet van een verhuismakelaar en de vergroting van de transparantie in het aanbod buiten het sociale segment. Nieuwe vormen van bouwen en herbestemmen Van alle nieuwe huurwoongelegenheden die corporaties de afgelopen jaren gerealiseerd hebben, had ongeveer de helft een huurprijs tussen de laagste aftoppingsgrens en de liberalisatiegrens. Sociale verhuurders verwachten dat dit aandeel over de periode oploopt tot bijna 60%. Deze toename hangt samen met een afname van nieuwe woningen boven de liberalisatiegrens, veelal niet-daeb huurwoongelegenheden. Tegelijkertijd worden er de laatste jaren iets meer goedkope woningen gebouwd tot aan de kwaliteitskortingsgrens. Dit betreft vooral studentenwoningen. De Woningwet 2015 en het Btiv zetten er nadrukkelijk op in dat corporaties zich vooral tot de bouw van DAEB woningen beperken en daarbij oog hebben voor de gevarieerde doelgroep, waaronder een groot deel kleine- of eenpersoonshuishoudens. Tevens is het wenselijk dat lokaal afspraken worden gemaakt over niet alleen het aantal maar ook de kwaliteit van het nieuw toe te voegen aanbod. Passend bouwen kan op lokaal niveau daarmee een bijdrage leveren aan betaalbaarheid. Daarbij zouden corporaties (en private verhuurders) ook nieuwe vormen van betaalbare woningen kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld door het herbestemmen van bestaande gebouwen. Bevorderen bewustwording woonlasten Uit onderzoek van RIGO en Companen is naar voren gekomen dat nieuwe huurders van corporaties pas in een laat stadium en soms helemaal niet, actief bewust worden gemaakt van de hoogte van de woonlasten in relatie tot hun inkomen. Het is uiteraard de verantwoordelijkheid van de huurder zelf welke woonlasten hij passend vindt voor zijn huishouden, maar als mensen eindelijk aan beurt zijn voor de gewenste woning is het vaak te laat om de woonlasten objectief te benaderen. Met de nieuwe norm voor passend toewijzen, zullen huurders met een inkomen onder de huursubsidiegrens passend worden toegewezen. Het zorg dragen voor betaalbaar wonen, vergt overigens niet alleen inspanningen aan de aanbodzijde. Bewustwording aan de vraagkant, bij de huurders, is ook van belang. Uit onderzoek blijkt dat woningzoekenden zich vaak niet goed bewust zijn van de woonlasten in relatie tot hun inkomen. Woningzoekenden zouden zich beter moeten informeren, alvorens zij een huurcontract ondertekenen. Corporaties kunnen hen daarbij helpen door bij de aanbieding van de woning rekentools mee te geven naar het voorbeeld op Funda: kan ik deze woning betalen?. Deze rekentools worden in overleg met de Woonbond ontwikkeld. 7

8 2. Naar een energiezuinige sociale huurwoningvoorraad 2.1 Analyse Duurzaam groeien en vernieuwen is een belangrijke rijksprioriteit. Zo zet het regeerakkoord uit 2012 expliciet in op energiebesparing in samenwerking met woningcorporaties om het verduurzamen van de bestaande sociale voorraad te versnellen. 3 In het Nationaal Energieakkoord voor duurzame groei en het Convenant Energiebesparing Huursector zijn hierover met onder meer Aedes en de Woonbond afspraken gemaakt. In een periode van 15 jaar zijn de energieprijzen met gemiddeld 5% meer dan de inflatie gestegen. Energielasten vormden daarmee een groeiend deel van de woonlasten. Het is dan ook in het belang van huurders dat investeren in een duurzame voorraad ook ten goede komt aan het beheersen van de woonlasten. Afspraken Nationaal Energieakkoord Ten einde een energiezuinige voorraad te realiseren, zijn lokale afspraken tussen corporaties en gemeenten over energiebesparing van groot belang. Daarbij staat inhoudelijk de doelstelling centraal om in 2020 de 2,4 miljoen corporatiewoningen naar een Energie Index (EI) 4 van gemiddeld 1,25 te brengen. Dit correspondeert met label B, terwijl het corporatiebezit gemiddeld een label D kende in Slechts een kwart van de voorraad van corporaties heeft een label A of B. 5 Corporaties bezitten 33% van de Nederlandse woningen. Met de inspanning van de corporaties in de (vervangende) nieuwbouw, maar vooral in de voorraad kan een grote vermindering van de CO 2 uitstoot gerealiseerd worden. De doelstelling is een vertaling van de breder geformuleerde doelstellingen in PetaJoules- en CO 2 vermindering. Dit betreft dus een macro opgave voor de sector als geheel, waarbij individuele corporaties een eigen afweging maken voor hun eigen specifieke bezit. Hoewel deze doelstelling is gemaakt op basis van vrijwilligheid, is in het Energieakkoord wel aangegeven dat indien de doelstellingen niet worden gehaald er aanvullende maatregelen zullen worden genomen. De evaluatie in 2016 is daartoe een tussenstap. 6 Daarnaast is in 2013 afgesproken dat gestreefd wordt naar een energieneutrale gebouwde omgeving in De doelstelling om de Energie Index naar 1,25 te brengen betreft de energetische verbetering van de voorraad. In het Lenteakkoord Energiebesparing uit 2008 is de aanscherping van de Energieprestatie Coëfficiënt per 1 januari 2015 aangescherpt voor de nieuwbouw. Met de verbeterde nieuwbouweisen dragen sloop van verouderd bezit en (vervangende) nieuwbouw ook bij aan het gemiddelde van 1,25. Met het verduurzamen van de woningvoorraad wordt een aantal bredere doelstellingen gediend: naast het beperken van de CO 2 uitstoot, het vergroten van het aandeel duurzame energielevering en het stimuleren van de werkgelegenheid. Ook richten de afspraken zich op volkshuisvestelijke doelstellingen, zoals het beheersen van de woonlasten en het vergroten van het wooncomfort. 3 Uit hoofdstuk 3 van het regeerakkoord: Energiebesparing krijgt prioriteit. De aanpak van de Green Deals wordt uitgebreid met ten minste een besparingsdeal met energiebedrijven en woningbouwcorporaties voor een versnelling in het verduurzamen van de bestaande woningen. 4 Per 1 januari 2015 is de labelsystematiek veranderd. Dit betekent dat in de huursector voortaan gesproken wordt van Energie Index in plaats van label. Tegelijkertijd is met het zogenoemde Nader Voorschrift de bepalingsmethode van de Energie Index gewijzigd. Hierdoor wijzigen de grenswaarden enigszins. De nieuwe grenswaarden zullen beleidsneutraal worden ingevoerd, dus zonder verzwaring of verlichting van de doelstellingen. Hier wordt de grens van 1,25 uit het Energieakkoord en Huurconvenant gehanteerd. 5 April 2015, Energiemonitor SHAERE, Sociale Huursector Audit en Evaluatie van Resultaten Energiebesparing. 6 Uit hoofdstuk 14 van het Nationaal Energieakkoord voor duurzame groei: In 2016 vindt een belangrijke evaluatie van het akkoord plaats met het oog op het bereiken van de in het akkoord overeengekomen doelstellingen voor 2020 en 2030, inclusief het verkennen van aanvullende maatregelen. 8

9 Het Rijk en diverse maatschappelijke organisaties hebben vanaf 2008 een aantal convenanten afgesloten op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving. Deze zijn in september 2012 geactualiseerd en voorzien van een koepelconvenant. De daarin afgesproken doelstellingen en maatregelen zijn opgenomen in het Energieakkoord voor duurzame groei (zomer 2013). Het Convenant Huursector (minister BZK, Aedes, Vastgoed Belang en de Woonbond) heeft als doel het verbeteren van woningen tot gemiddeld label B (sociale huursector) en label C (particuliere huursector, voor 80% van de gebouwen). In het convenant Meer Met Minder uit 2008 (minister BZK, UNETO-VNI, Bouwend Nederland en Energie Nederland) zijn afspraken gemaakt over de energetische verbetering van woningen en andere gebouwen per jaar. Het Lenteakkoord Energiezuinige Nieuwbouw uit 2007 (minister BZK, Aedes, Bouwend Nederland, NEPROM en NVB) heeft als doel om de nieuwbouw in 2015 vijftig procent energiezuiniger te maken ten opzichte van 2007, met als doorkijk naar 2020 bijna energieneutrale nieuwbouw. Probleemstelling Uit diverse monitors, o.a. de nationale Energie Verkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en de SHAERE-monitor van Aedes, komt naar voren dat de doelstelling van een Energie Index van gemiddeld 1,25 niet behaald zal worden als corporaties het huidige tempo aanhouden. Dit blijkt ook uit figuur 2.1. Figuur 2.1 Daarnaast blijkt dat hoewel de ambities van corporaties onverminderd hoog zijn en blijven, corporaties de afgelopen jaren uiteindelijk minder investeerden dan ze vooraf aangaven te willen doen. Positief is wel dat in 2013 meer geïnvesteerd is in energetische besparingen dan in Ten opzichte van 2012 zijn de aantallen gemeten maatregelen in 2013 met bijna 15% toegenomen; het totaal geïnvesteerde bedrag is met 30% toegenomen naar 137,5 miljoen euro. In de plannen voor de komende vijf jaar lijkt sprake te zijn van een inhaalslag. Zeker in vergelijking met de voorlaatste voornemens uit de Prospectieve Informatie (dpi) 2012 ligt het aantal energiebesparende maatregelen (+14%) en het te investeren bedrag (+48%) aanzienlijk hoger. De komende jaren is het zaak om de voornemens om meer te investeren ook tot uiting te laten komen in daadwerkelijke investeringen. Zoals al eerder aangegeven, is deze versnelling nodig om de doelstellingen te behalen. 2.2 Ambitie voor corporaties De doelstelling om het corporatiebezit naar een EI van gemiddeld 1,25 te brengen is haalbaar indien corporaties hun voornemens om meer in energiebesparende maatregelen te investeren de 9

10 komende jaren realiseren. De termijn van 2020 vormt echter een grote uitdaging. Het doel is dan ook om in samenwerking met betrokken partijen te zoeken naar mogelijkheden om het tempo van de uitvoering te verhogen en daarmee energiebesparing in de bestaande woningvoorraad zo snel mogelijk te bewerkstelligen. Het is van groot belang dat corporaties een strategie ontwikkelen om, rekening houdend met de differentiatie van hun bezit, maatwerk maatregelen te treffen die het gewenste rendement opleveren. Corporaties zouden in overleg met gemeenten en huurders de bovengenoemde besparingsdoelstellingen naar een concrete opgave in het eigen werkgebied en het eigen bezit kunnen doorvertalen. Duurzaamheiddoelstellingen SMART-er maken in onderhoud en verbetering Uit de rapportage Inventarisatie belemmeringen in de uitvoering van energiebesparing in de sociale huursector 7 blijkt dat corporaties energiebesparing weliswaar hebben geïntegreerd in hun beleid, maar dat bij het opstellen van meerjaren onderhoudsplannen, duurzaamheid onvoldoende tot uiting komt. Het SMART-er maken van de duurzaamheiddoelstellingen is een eerste stap. Op die manier ontstaat een beter bewustzijn van de opgave, wordt deze concreet en daarmee bespreekbaar in de lokale afspraken met gemeente en huurders. Energiebeleid zou onderdeel kunnen zijn van het strategisch portefeuillebeleid. Corporaties zouden het mee kunnen wegen in de verschillende vormen van onderhoud en verbetering: bij het planmatig onderhoud, bij het mutatieonderhoud en bij het klachtenonderhoud. Hoog niveau renovatie en verbetering algemeen zijn momenten bij uitstek om verdergaande energetische verbeteringen aan te brengen. Bij woningen die voor een langere periode en levensduur verlengend worden gerenoveerd, zouden verdergaande maatregelen (label A of nul-op-de-meter) getroffen kunnen worden. Van corporaties wordt vanuit hun volkshuisvestelijke doelstellingen en de afspraken in de diverse energie convenanten verwacht dat zij investeren in energiezuinige woningen. Het nationaal overeenkomen doel is voor 2021 gemiddeld een energie-index van 1,25 te bereiken voor het gehele sociale bezit. Corporaties kunnen bijdragen door energiebesparende maatregelen onderdeel te laten zijn van hun planning voor onderhoud en verbetering. Het aanbrengen van energetische basiskwaliteit zou standaard onderdeel van de onderhoudspraktijk kunnen worden, door HR ++ glas of HR-ketels te installeren, en vooral door vloer-, gevel- en dakisolatie aan te brengen. Maar ook verdergaande maatregelen zijn mogelijk zoals de installatie van warmtepompen of gebalanceerde ventilatie. Energiemaatregelen en betaalbaarheid Conform de afspraken in het Huurconvenant en Nationaal Energieakkoord is nadrukkelijk onderdeel van de lokale afweging de transparantie over de woonlasten. Het gaat dan om de afweging tussen energiebesparende ingrepen enerzijds en betaalbaarheid anderzijds. De uitdaging voor corporaties is om de baten en lasten van energie-investeringen evenwichtig te verdelen en met oog op de lange termijn doelmatig te investeren. Investeren in energiebesparende maatregelen kost immers geld en levert een besparing op in de woonlasten van huurders. Het kan echter zijn dat de investering een hogere huur oplevert, die niet volledig gecompenseerd wordt door lagere lasten. Met het oog op de betaalbaarheid zouden corporaties daarom prudent de met energiemaatregelen samenhangende investeringen kunnen doorberekenen in de huur, opdat er ook voor huurders een zichtbaar voordeel ontstaat. Corporaties en huurdersorganisaties kunnen afspreken de huren niet meer te verhogen dan de afname van de energielasten. Hierbij zouden zij gebruik kunnen maken van de door Aedes en Woonbond ontwikkelde Woonlastenwaarborg. Bijdragen aan energieopwekking Behalve maatregelen die gericht zijn op energiebesparing, kan het ook gaan om energieopwekking. Corporaties kunnen, al dan niet op verzoek van huurders, ook investeren in zonnepanelen of 7 Companen, 27 november

11 warmtekoude opslag installaties. Voor de nul-op-de-meter woningen wordt de wettelijke mogelijkheid verruimd met de zogenoemde Energieprestatievergoeding voor de voorzieningen voor het opwekken van energie. Corporaties treffen al vaak maatregelen die gericht zijn op energiebesparing, maar zij kunnen ook bijdragen aan energieopwekking via hun woningen en overig vastgoed. Corporaties mogen voorzieningen aan hun woningen aanbrengen waarmee op een duurzame manier voorzien kan worden in het energiegebruik in de woning (zonnepanelen, grondwarmtepompen, warmtekoude opslaginstallaties e.d.). Dit mag ook als deze in, op of aan gebouwen zijn aangebracht in de buurt van het woningbezit, op voorwaarde dat deze voorzieningen uitsluitend ten goede komen aan de eigen huurders van de desbetreffende woningen. Corporaties mogen dit doen, maar het zou goed zijn als zij ook het initiatief namen, of initiatieven van bewoners zouden faciliteren. Het is immers toegestaan dat een corporatie huurders die dat zelf willen, ondersteunt bij het installeren van duurzame voorzieningen en de kosten verrekent via de servicekosten. Corporaties mogen weliswaar niet treden in energieleveranties aan derden, maar wel is het toegestaan energie van bijvoorbeeld op de woning of het gebouw geplaatste zonnepanelen terug te leveren aan het energienet. De huurder: betrekken, communiceren, ondersteunen Van groot belang bij het tot stand brengen van energiebesparing of energieopwekking is de communicatie met de huurders. Uit het rapport Inventarisatie belemmeringen in de uitvoering van energiebesparing in de sociale huursector komt naar voren dat er soms wantrouwen heerst tussen corporatie en huurders(organisatie) in hoeverre de ingrepen de juiste balans opleveren tussen energiebesparing, comfort en betaalbaarheid. Het is dan ook van groot belang voldoende met huurders te communiceren, zowel over het wettelijke kader, de financiële implicaties als ook wat de ingreep feitelijk oplevert. Voor huurders telt zwaar dat de huur gelijk kan blijven of dat woonlasten dalen. Een hoger wooncomfort en een beter binnenklimaat tellen ook mee in de overwegingen om al dan niet akkoord te gaan. Daarnaast komt het veelvuldig voor dat huurders zelf voorstellen doen of initiatieven nemen. De corporatie zou juist dan een positieve grondhouding kunnen aannemen en in redelijkheid kunnen bijdrage aan deze initiatieven. Voorts is het van groot belang dat energiezuinige woningen energiezuinig gebruikt worden. Met andere woorden dat huurders op de hoogte zijn van de mogelijkheden en gestimuleerd worden hun gedrag in overeenstemming te brengen met de aangepaste woning. Bewustwording en coöperatie van huurders is van belang om de reductie van het CO 2 daadwerkelijk te realiseren. Het is niet de bedoeling dat bewoners, omdat ze toch al energie besparen door de ingrepen, minder bewust omgaan met thermostaat en elektriciteit. Het gevolg kan zijn dat de energiebesparing teniet wordt gedaan door het energieverbruik. Een voorbeeld van hoe dit er in de praktijk uit zou kunnen zien is: Bespaar Energie met de Woonbond van de Woonbond. Dit meerjarig programma stelt een veelvoud van middelen ter beschikking om huurders voor te lichten en te overtuigen van de haalbaarheid van energiebesparing. In de sector zijn er veel initiatieven gaande, maar uit onderzoek komt naar voren dat huurders soms wantrouwend staan tegenover duurzaamheidingrepen vanwege de overlast of de gevolgen voor de huur, ook al gaan de totale woonlasten wellicht omlaag. Corporaties zouden bij hun plannen voor energiebesparende en/of energieopwekkende maatregelen tijdig kunnen inzetten op communicatie met de huurders om hun medewerking en instemming te bevorderen. Energiezuinigheid is niet alleen een technisch of bouwkundig vraagstuk, maar vergt ook aanpassing van gedrag. Huurderorganisaties en corporaties zouden samen een grotere inspanning kunnen leveren om huurders voor te lichten over energiezuinig wonen. Een energiezuinige woning is één, 11

12 energiezuinig gebruik van die woning is twee. Het is niet de bedoeling tropische te stoken, omdat de kosten door isolatie lager zijn. Best practices delen In de afgelopen jaren hebben verschillende initiatieven laten zien dat energiebesparing snel en effectief gerealiseerd kan worden. De nul-op-de-meter woningen van de Stroomversnelling zijn hier een voorbeeld van. Dit betekent dat naast het concretiseren van doelstellingen, het maken van lokale afspraken en het voorlichten van huurders, verbindingen moeten worden gelegd tussen goede initiatieven van corporaties, gemeenten en huurdersorganisaties. Daarom zetten corporaties zich proactief in om best practices te ontwikkelen en uit te wisselen met zowel elkaar als met huurdersorganisaties en gemeenten. Goede voorbeelden zijn bijvoorbeeld de projecten van de Energiesprong. Een voorbeeld van een initiatief dat de lokale afspraken nu al bevordert is Stook je Rijk (van de Natuur en Milieu Federaties). Stook je Rijk spoort corporaties, gemeenten en huurders(organisaties) aan om samen te spreken over knelpunten en kansen om energiebesparing in de huursector te versnellen. Er zijn tal van mogelijkheden om energiezuinigheid te stimuleren, best practices gericht op het gedrag van huurders vormen daar een onderdeel van. Het verder ontwikkelen van en onderling delen van best practices en innovaties is van groot belang in dit domein, waar zowel nationaal als internationaal veel ontwikkelingen gaande zijn. Er is een aantal ondersteunende programma s gestart bij Aedes (Huren met energie), VNG (Ondersteuningsprogramma Energie), De Gelderse Milieufederaties (Stook je rijk) en de Woonbond (Bespaar Energie met de Woonbond). Daarnaast kunnen corporaties zich aansluiten bij de Stroomversnelling, gericht op zeer energiezuinige zogenoemde nul-op-de-meter woningen. 12

13 3. Urgente doelgroepen: verblijfsgerechtigden 3.1 Analyse Het huisvesten van verblijfsgerechtigden is een wettelijke taak: zij dienen cf. het gestelde in de Huisvestingswet met voorrang gehuisvest te worden. Dit naast mantelzorgverleners, mantelzorgontvangers en personen die in een blijf-van-mijn-lijf-huis verblijven. Verblijfsgerechtigden zijn naar inkomen in hoge mate aangewezen op sociale verhuurders (maar niet uitsluitend) om in hun huisvesting te voorzien. Jaarlijks wordt de nieuwe instroom naar rato verdeeld over alle gemeenten van Nederland. Gedurende geheel 2015 moeten conform de taakstelling bijna verblijfsgerechtigden gehuisvest worden. Volgens berekeningen van het COA blijkt dat voor elke verblijfsgerechtigde ongeveer 0,5 woning nodig is, wat resulteert voor geheel 2015 in ongeveer benodigde woningen. Voor 2016 wordt een nog groter aantal te huisvesten verblijfsgerechtigden verwacht. Deze aantallen liggen substantieel hoger dan de afgelopen jaren. Vanaf het moment dat de taakstellingen sinds 2013 op zijn gaan lopen, wordt er landelijk op de realisatie van de taakstelling meer en meer achtergelopen, ook al neemt het plaatsen van verblijfsgerechtigden wel weer toe (zie tabel 3.1). Figuur 3.1 Hoogte taakstelling van te huisvesten vergunninghouders gemeenten over tijd Bron: Staatscourant 13

14 Tabel 3.1: Taakstelling huisvesting vergunninghouders en realisatie over tijdvak Periode Taakstelling Realisatie % Realisatie t.o.v. taakstelling % % % % % Bron: COA (taakstelling zonder verrekening achterstanden) De meest recente mutatiecijfers (over 2013) wijzen uit dat er circa mutaties waren in de sociale huursector. Daarnaast is bekend dat er ongeveer mutaties in de particuliere huursector plaatsvinden. Wanneer de vergunninghouders alleen in de sociale huursector worden gehuisvest dan is ongeveer 6% van alle toewijzingen in die sector nodig voor vergunninghouders. Dit naast allerlei andere, zelf door gemeenten te bepalen groepen, urgenten. Hoe groot (of hoe beperkt) het probleem is, is niet helemaal duidelijk. De traditionele wachtlijst bestaat immers niet meer. Bovendien is het huisvesten van verblijfsgerechtigden en andere urgenten van een andere orde in een ontspannen woningmarkt dan in een gespannen woningmarkt. Wel is duidelijk dat er vanaf 2013 achterstanden zijn in het huisvesten van verblijfsgerechtigden gerelateerd aan de jaarlijkse taakstelling. Er wordt op verschillende niveaus en tussen verschillende partijen gewerkt aan een oplossing om de versnelling in het huisvesten te bewerkstelligen: Er is een bestuursakkoord in de maak tussen in elk geval de ministeries van V&J, BZK en SZW. Teneinde de uitstroom van vergunninghouders te versnellen is een platform opgericht: Platform Opnieuw Thuis. Het platform bestaat uit zeven samenwerkende partijen, die bij de huisvesting van vergunninghouders betrokken zijn: de ministeries van BZK, SZW en V&J, het COA, het IPO, de VNG en Aedes. Het toezicht (rijk, provincie gemeente) wordt versterkt. Door oog te hebben voor onconventionele oplossingen, naast het huisvesten in de reguliere voorraad met reguliere contracten, zou ook een grotere groep spoedzoekers, die niet formeel tot de categorie urgenten behoren, geholpen kunnen worden aan een (tijdelijke) woning: starters, mensen die voor een nieuwe baan pas naar een andere stad zijn verhuisd, ZZP-ers die elders in het land tijdelijk werken of ZZP-ers die van een koopwoning naar een huurwoning willen verhuizen in verband met sterk wisselend inkomen, leden van pas gescheiden echtparen, arbeidsmigranten of anderen die om welke reden dan ook baat hebben bij snelle, tijdelijke en betaalbare woonruimte. 3.2 Ambitie voor corporaties Er zijn verschillende signalen dat urgente doelgroepen moeizaam toegang vinden tot de sociale huursector, vooral de huisvesting van verblijfsgerechtigden blijft achter. Maar er zijn meer urgente 14

15 doelgroepen die wettelijk met voorrang gehuisvest moeten worden of die door gemeenten als zodanig benoemd kunnen worden. Daarnaast zijn er verschillende andere categorieën spoedzoekers. Hoewel het niet uitsluitend een opgave voor de corporaties is, zijn velen van deze urgenten primair aangewezen op een woning in de sociale huursector. Bij deze doelgroepen concurreert urgentie met permanente (sociale) huisvesting. Permanente huisvesting betekent doorgaans dat men moet wachten, terwijl men urgent gehuisvest moet worden. Onconventionele huisvesting voor urgenten en spoedzoekers Er liggen voor corporaties en particuliere verhuurders kansen op de woningmarkt om huishoudens te huisvesten door oog te hebben voor minder conventionele wijzen van huisvesting, transformatie van leegstaand (zorg)vastgoed en kantoren voor tijdelijk wonen, of huisvesting in verplaatsbare units. Ook het huisvesten van meerdere alleenstaanden in één woning kan een optie zijn. Vooralsnog heeft een en ander de vorm van pilotprojecten, maar met het oog op verschillende urgente doelgroepen die tijdelijk of permanent een woonruimte nodig hebben, zouden deze op korte termijn meer in het reguliere beleid van gemeenten en corporaties geïncorporeerd kunnen worden. 15

16 4. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting 4.1 Analyse Meer mensen met vraag naar zorg en ondersteuning De komende jaren zal de groep mensen met beperkingen als gevolg van ouderdom toenemen. Dit heeft gevolgen voor de vraag naar geschikte woningen al dan niet in combinatie met de vraag naar zorg en ondersteuning. Het aantal ouderen met een vraag naar zorg en ondersteuning op de zelfstandige woningmarkt neemt vooral door de demografische veranderingen sterk toe. De hervormingen in de langdurige zorg dragen daar extra aan bij. De hervormingen in de langdurige zorg betekenen overigens ook dat het aantal mensen onder de 65 jaar met een beperking en/of psychische problemen op de zelfstandige woningmarkt groeit. Demografische veranderingen: aantal 75+ huishoudens verdubbelt tot 2040 De vergrijzing schrijdt voort. Het aantal ouderen (65+) stijgt van 2,8 miljoen in 2013 naar 4,7 miljoen rond Niet alleen het aantal ouderen stijgt, maar ook de gemiddelde leeftijd van ouderen zal stijgen. Binnen de groep 65-plussers neemt het aandeel 80-plussers flink toe, tot 44% van de 65-plussers halverwege deze eeuw. Gemiddeld genomen beginnen de beperkingen vanaf 75 jaar. Het aantal 75-plussers verdubbelt van 1,2 miljoen nu tot 2,6 miljoen in Het aantal huishoudens van 75 jaar en ouder stijgt van ruim nu naar 1,8 miljoen in Doelgroep corporaties Het aantal ouderen met een laag inkomen zal in de nabije toekomst naar verwachting verder toenemen. Ondanks de sterke groei van de inkomens (en vermogens) van ouderen, voorziet de Monitor Investeren voor de Toekomst dat het aantal oudere huishoudens in zowel het eerste als tweede quintiel 9 van de inkomensverdeling blijft stijgen van in 2012 naar 1,7 miljoen in 2040 (zie figuur 4.1). Deze onderste 40% van de inkomensverdeling valt grosso modo samen met de doelgroep van de woningcorporaties en het is dan ook een potentiële groeiende doelgroep voor corporaties. Deze ontwikkeling is robuust want ook wanneer rekening wordt gehouden met een meer positieve economische ontwikkeling, zal deze groep toenemen tot 1,5 miljoen huishoudens. De verwachting is dan ook dat de vraag van deze ouderen naar corporatiewoningen substantieel zal blijven, ook al zal een deel van een koopwoning naar een aangepaste koopwoning verhuizen. Ook het aantal oudere huishoudens met een relatief laag inkomen dat op enig moment zorg vraagt vanuit een zelfstandige woonsituatie zal aanzienlijk toenemen. De ontwikkeling van de 75+ huishoudens is hiervoor een belangrijke indicator. Deze groep omvat nu ruim een half miljoen huishoudens en zal toenemen met % tussen 2012 en De vraag naar wonen met zorg zal daarmee bij corporaties een belangrijk punt van aandacht zijn en blijven. 8 De Monitor Investeren voor de Toekomst (MIT) schetst, op basis van de wensen van mensen, de mismatch tussen vraag naar en aanbod van geschikte woningen. Zij verschijnt driejaarlijks. De meest recente monitor is op 6 juni 2013 als bijlage bij de brief Vergrijzing, extramuralisering en toezegging actieplan ouderenhuisvesting naar de Tweede Kamer gestuurd. De herziene versie is op 4 juni 2014 als bijlage bij de brief Transitieagenda Langer zelfstandig wonen naar de Tweede Kamer gestuurd. Naar verwachting is de nieuwe monitor begin 2016 beschikbaar. 9 Inkomensquintielen: Vijf, qua aantal eenheden/waarnemingen even grote, inkomensklassen die gebaseerd zijn op het netto besteedbaar inkomen, behalve waar anders vermeld. Eén quintiel bestaat dus uit 20% van het totale aantal eenheden/waarnemingen (en bedraagt niet 20% van de totaalscore), bijvoorbeeld de 20% huishouden met de laagste inkomens. De vijf inkomensquintielen lopen zo op tot 100% van alle huishoudens. 16

17 Vergrijzing overal in Nederland Op dit moment zijn de regio s aan de randen van Nederland, en daarbinnen vooral de krimp- en anticipeerregio s, relatief het meest vergrijsd. De verwachting is dat ook in de toekomst deze regio s het meest vergrijsd blijven. Maar ook de rest van Nederland krijgt te maken met vergrijzing (zie figuur 4.2). Hoewel de perifere en landelijke gebieden ook in de toekomst tot de meest vergrijsde gebieden zullen behoren, zal het aantal ouderen dus in absolute zin - het sterkst toenemen in de stedelijke gebieden in de Randstad, omdat daar de meeste mensen wonen. In de voormalig groeikernen en suburbane gemeenten ligt het aandeel (oudere) ouderen nu nog relatief laag, maar deze gemeenten krijgen te maken met een relatief hoog vergrijzingtempo vanwege de vanuit de leeftijdsopbouw gezien eenzijdige bevolkingssamenstelling. Figuur 4.1: ontwikkeling 65+huishouden naar inkomensquintielen (*1000) Bron: ABF, MIT e quintiel 2e quintiel 3e quintiel 4e quintiel 5e quintiel Figuur 4.2 Aantal 65 plussers per gemeente 17

18 Ontwikkelingen intramuraal vastgoed Tussen 1980 en 2010 is het aantal verzorgingshuisplaatsen afgenomen van ongeveer plaatsen tot ongeveer plaatsen. Sinds 1 januari 2013 komen nieuwe cliënten in de verzorging en verpleging (V&V) met een lichte zorgvraag (ZZP1 en ZZP2) alleen nog in aanmerking voor een indicatie voor extramurale zorg, niet meer voor intramurale zorg met verblijf. Sinds begin 2014 geldt dit ook voor cliënten met ZZP3. De vraag naar zelfstandig wonen met meer of minder intensieve zorg zal hierdoor toenemen. Daarnaast zal door de groei van het aantal oudere ouderen (75+ers) de vraag naar WLZ-gefinancierde zorg en huisvesting toenemen. Mensen met beperkingen en/of psychische problemen (<65 jaar) ook vaker zelfstandig gehuisvest Al enige jaren is binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) het beleid ingezet om mensen met psychische problemen zoveel mogelijk buiten de muren van een zorginstelling te begeleiden en behandelen. Deze zogenoemde ambulantisering gaat gepaard met een beddenreductie intramuraal van zorg met verblijf en beschermd wonen. Daarnaast is ook in de gehandicaptenzorg (GZ) en de GGZ sprake van extramuralisering: mensen met verstandelijke beperkingen en/of psychische problemen met een lichte zorgvraag (VG1, VG2, GGZ1 en GGZ2) komen sinds januari 2013 niet meer in aanmerking voor zorg met verblijf. Dit geldt voor nieuwe cliënten vanaf 23 jaar. Tevens is van belang dat de verantwoordelijkheid voor de zorg van mensen met een psychische aandoening en op participatiegerichte ondersteuning (voorheen GGZ-indicatie categorie C) met ingang van 2015 is overgegaan naar gemeenten. Het gaat om circa mensen die nog voor een groot deel beschermd wonen wonen. De gemeenten dragen zorg voor voldoende onderdak en begeleiding voor deze groep. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk geworden voor de groep mensen die voorheen een extramurale GGZ-indicatie hadden. Dat wil zeggen dat zij in een reguliere woning wonen en gebruik maken van ambulante begeleiding en/of dagbestedingactiviteiten. Naar mate de leeftijd stijgt, woont men vaker in een geschikte woning Volgens de Monitor Investeren in de Toekomst (MIT) is van de totale woningvoorraad van 7,3 miljoen circa 2 miljoen geschikt voor mensen met fysieke beperkingen (nultreden woningen). Hiervan zijn volgens het MIT in 2012 ruim woningen specifieke woonvormen voor ouderen met zorg of diensten. Het gaat vaak om geclusterde woonvormen. De Monitor onderscheidt woningen met diensten (zonder zorg) en woningen in de categorie Verzorgd wonen, dat wil zeggen waar zorg en diensten vanuit een nabijgelegen steunpunt worden geleverd. Verzorgd wonen, kan verschillende verschijningsvormen hebben: een woning in een woonzorgcomplex, een woning in een kleinschalige woonvorm of een losse woning bij een zorgsteunpunt. Het overgrote deel bevindt zich in de sociale huursector. Het grootste deel van de ouderen woont in een zogenoemde niet-geschikte woning. Naarmate de leeftijd stijgt, woont een groter deel juist wel geschikt. Van de jarigen woont circa een derde in een voor ouderen geschikte woning (zie figuur 4.3). Van de 80-plussers woont tweederde geschikt. 18

19 Figuur 4.3 Geschikt wonen naar type woning Bron: WoON2012 Figuur 4.4 Aanbod en vraag naar geschikte woningen, 2012 (*1000) Tekort absoluut Als % van de voorraad Verzorgd wonen % Wonen met diensten % Ouderenwoningen % Nultreden woningen % Totaal tekort geschikt % Bron: WoON 2012 Huidig tekort: specifieke woningen voor ouderen en mensen met beperkingen Uit de Monitor Investeren voor de Toekomst 2012 blijkt dat de woningvoorraad die geschikt is voor ouderen en mensen met fysieke beperkingen in de periode met meer dan is toegenomen tot circa 2 miljoen woningen (huur en koop). Deze toename betreft vooral nultreden woningen, waarvan er inmiddels landelijk gezien voldoende zijn. Regionaal en lokaal kan dit anders liggen. Circa nultreden woningen worden bewoond door jongere leeftijdgroepen zonder beperkingen. In woningmarkten waar geen tekort aan nultreden woningen bestaat, ligt een kans in het gerichter toewijzen van nultreden woningen. In de praktijk is echter de beweging gaande dat corporaties het 55-plus-label van dit type woningen afhalen. De grootste tekorten landelijk gezien, liggen bij specifieke woningen voor ouderen en mensen met beperkingen, met diensten en/of zorg. Ten opzichte van de bestaande voorraad van deze woning gaat het om een groot tekort van 25% - 30%. Dit tekort aan specifieke woningen is hoofdzakelijk te vinden in de huursector. De opgave op korte termijn Er ligt voor de komende jaren dus nog een forse opgave, die qua omvang vergelijkbaar is met voorgaande ramingen. Per jaar zal uitgaande van het eerste Zorgakkoord (extramuralisering ZZP1 t/m 3 en 50% van ZZP4 10 ) de voor ouderen geschikte woningvoorraad jaarlijks moeten worden 10 In het tweede Zorgakkoord is afgesproken dat ook ouderen met ZZP4 een beroep kunnen doen op zorg met verblijf in het kader van de Wlz. De verwachting is dat in ieder geval 25% van deze groep er voor kiest om thuis te blijven wonen. 19

20 uitgebreid met circa per jaar in de periode Hierbinnen is vooral de opgave van specifieke ouderenwoningen, waar zorg en diensten op afroep beschikbaar zijn urgent. Het gaat om bijvoorbeeld kleinschalige woonzorgvoorzieningen, aanleunwoningen of wooneenheden in getransformeerde verzorgingshuizen voor ouderen en mensen < 65 jaar met beperkingen en/of psychische problemen. Het geconstateerde tekort aan specifieke woonvormen voor ouderen met zorg of diensten betreft voornamelijk huurwoningen. Het gaat dan per jaar om het realiseren van tussen de en woningen in de categorie verzorgd wonen. Voor de gehele categorie specifieke woonvormen voor ouderen met zorg of diensten is dit aantal nog hoger. Gelet op het feit dat deze woningvoorraad de afgelopen jaren niet is toegenomen, vraagt dit extra inzet. Een groep ouderen heeft als woonwens het verblijf in een geclusterde woonvorm. Daarmee kan in de behoefte aan sociale contacten en veiligheid worden voorzien. Een steeds grotere groep heeft daarbij behoefte aan kleinschalige vormen. Ook van de mensen met een beperking en/of psychische problemen heeft een deel behoefte aan een woning in een geclusterde, meer beschermende woonvorm. Er is nog een tekort aan geclusterde woonvormen waarbij zorg, ondersteuning of diensten in de nabijheid aanwezig zijn. De woningvraag van mensen zonder fysieke beperkingen maar met meer sociale- en regieproblemen (verstandelijk beperkten, mensen met psychische problemen) wordt niet in de Monitor Investeren voor de Toekomst geraamd. Deze groepen hebben niet zozeer behoefte aan een toegankelijke woning en woonomgeving, maar vooral behoefte aan begeleiding, dagbesteding, alarmopvolging of zorg en diensten op afroep. Hier geldt dat begeleiding, ondersteuning en ambulante zorg aan huis kan worden aangeboden. Beleid van de Rijksoverheid De brief Transitieagenda Langer zelfstandig wonen van de Minister voor Wonen en Rijksdienst en staatssecretaris van VWS van 4 juni 2014 gaat over langer zelfstandig wonen voor mensen met behoefte aan zorg en ondersteuning en de rol van de Rijksoverheid daarbij. De focus van de transitieagenda ligt op de verbetering van de lokale en regionale samenwerking. 4.2 Ambitie voor corporaties Inzicht in en afstemming over de lokale vraag Langer zelfstandig wonen is de norm en deze wordt vormgegeven op het regionale en lokale niveau. Dit vraagt om (regionale) samenwerking en afstemming tussen partijen. De gemeente heeft daarbij de rol van regisseur en is verantwoordelijk voor het formuleren van het beleid ten aanzien van het huisvesten van ouderen en zorgbehoevenden. Dit ontslaat de corporatie er niet van zelf initiatief te nemen om samen met zorgpartijen en gemeenten concrete plannen te ontwikkelen om in deze behoefte van langer zelfstandig wonen te voorzien. Vooral voor de doelgroep van de corporatie, haar eigen zittende huurders en toekomstige huurders, heeft de corporatie de verantwoordelijkheid het initiatief te nemen om langer zelfstandig wonen op een voldoende kwalitatief niveau vorm te geven. Van wezenlijk belang is daarbij dat er goed inzicht is in de lokale (toekomstige) vraag. Daarvoor is het nodig dat de betrokken partijen een gemeenschappelijk kompas ontwikkelen. Dat begint met voldoende inzicht in de beschikbare voorraad, in de huidige en toekomstige vraag naar betaalbare, passende woningen voor de sterk groeiende groep ouderen en mensen met beperkingen en/of psychische problemen met een laag inkomen. Lokale partijen zouden op deze gezamenlijke analyse van de opgave hun beleid af kunnen stemmen. In dit verband zou er ook meer contact en afstemming kunnen zijn tussen corporaties en zorgaanbieders alsmede tussen gemeenten en zorgkantoren. Voldoende betaalbare en passende woningen: langer zelfstandig wonen De Nederlandse bevolking vergrijst en dat geldt ook voor de doelgroep van woningcorporaties. Ook al komen er steeds meer ouderen met een aanvullend pensioen, het aantal ouderen met een laag inkomen neemt in volume sterk toe en verdubbelt bijna volgens de MIT tot Hoewel een deel 20

Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting

Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting 4.1 Analyse Meer mensen met vraag naar zorg en ondersteuning De komende jaren zal de groep mensen met beperkingen als gevolg van ouderdom toenemen. Dit heeft

Nadere informatie

Nieuwe woningwet 1 juli 2015

Nieuwe woningwet 1 juli 2015 Nieuwe woningwet 1 juli 2015 Waarschijnlijk is het aan uw aandacht ontsnapt maar op 1 juli 2015 is de nieuwe Woningwet van kracht gegaan. Hieronder ziet u een korte film van de startbijeenkomst (17-06-2015)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 22 juni 2015 Prioriteiten volkshuisvesting

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 22 juni 2015 Prioriteiten volkshuisvesting > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Betreft Prioriteiten

Nadere informatie

Prioriteiten volkshuisvesting

Prioriteiten volkshuisvesting Prioriteiten volkshuisvesting Programma Inleiding: Sinisa Boksic (BZK) Toelichting 4 prioriteiten: Annelies Dassen (BZK) Uitkomsten startmeting prioriteiten: Hanjo Lagas (Atrivé) Prioriteiten in lokaal

Nadere informatie

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst

Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst 27926 Huurbeleid Nr. 216 Herdruk 1 Brief van de minister voor Wonen en Rijksdienst Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 21 maart 2014 Hierbij doe ik u het volgende toekomen:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 27 926 Huurbeleid Nr. 216 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Rotterdam. Stook je rijk 2015. Monitoring Energiebesparing Huursector

Rotterdam. Stook je rijk 2015. Monitoring Energiebesparing Huursector Rotterdam Stook je rijk 2015 Monitoring Energiebesparing Huursector 9-10-2015 Inhoud Nieuwe Woningwet per 1 juli 2015 Doelstellingen landelijke Energieakkoord Stand van Zaken in Nederland Rotterdamse doelstellingen

Nadere informatie

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018 ONDERWERP Prestatieafspraken 2019 SAMENVATTING Gemeente, de Heemsteedse woningcorporaties Elan Wonen en Pre Wonen en hun huurdersorganisaties Bewonersraad Elan Wonen en Bewonerskern Pre streven een gemeenschappelijk

Nadere informatie

Nieuwsflits 16 september 2015

Nieuwsflits 16 september 2015 reacties@hbvzflats.nl Gisteren, op de derde dinsdag van september maakte het Kabinet zijn beleidsvoornemens voor het komende jaar (en de jaren daarna) bekend. In de Rijksbegroting 2016 is over (de te sturen

Nadere informatie

Boxmeer Herzieningswetproof. Annemarieke Sandee FRAEY Partners in Publieke Waarde 3 maart 2016

Boxmeer Herzieningswetproof. Annemarieke Sandee FRAEY Partners in Publieke Waarde 3 maart 2016 Boxmeer Herzieningswetproof Annemarieke Sandee FRAEY Partners in Publieke Waarde 3 maart 2016 Programma Deel 1: Informatie: Woningwet en ontwikkelingen in de volkshuisvesting Deel 2: Discussie: Verkennen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Retouradres / Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Uw kenmerk Datum 6 juni 2013 Betreft vergrijzing, extramuralisering

Nadere informatie

Meer huur voor minder huis. Gereguleerde huren in de commerciële sector

Meer huur voor minder huis. Gereguleerde huren in de commerciële sector Meer huur voor minder huis Gereguleerde huren in de commerciële sector Gereguleerde huren in de commerciële sector Meer huur voor minder huis AANLEIDING Corporaties en commerciële verhuurders bieden beiden

Nadere informatie

PRESTATIECONTRACT WONEN

PRESTATIECONTRACT WONEN PRESTATIECONTRACT WONEN 2011-2015 GEMEENTE BORNE WOONBEHEER BORNE EVALUATIE Op 30 september 2011 hebben de gemeente Bome en Woonbeheer Borne het Prestatiecontract Wonen 2011-2015 ondertekend. Dit Prestatiecontract

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Beleidsplan

Beleidsplan Beleidsplan 2018-2022 Missie: In ons nieuwe beleidsplan blijft de missie ongewijzigd. Het blijft de beste zin die precies uitdrukt wie wij willen zijn en hoe we willen werken. Rijnhart Wonen creëert kansen

Nadere informatie

WONEN IN NEDERLAND: MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN EN BIJDRAGEN WONINGCORPORATIES

WONEN IN NEDERLAND: MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN EN BIJDRAGEN WONINGCORPORATIES WONEN IN NEDERLAND: MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN EN BIJDRAGEN WONINGCORPORATIES WONEN IN NEDERLAND: MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN EN BIJDRAGEN WONINGCORPORATIES MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN: WAT IS NODIG? Nederland

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen Directie Woningmarkt Turfmarkt

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Aanvullende uitgangspunten Woonvisie ; Haarlem, duurzame ongedeelde woonstad; BBV nr: 2015/387028

Raadsstuk. Onderwerp: Aanvullende uitgangspunten Woonvisie ; Haarlem, duurzame ongedeelde woonstad; BBV nr: 2015/387028 Raadsstuk Onderwerp: Aanvullende uitgangspunten Woonvisie 2012-2016; Haarlem, duurzame ongedeelde woonstad; BBV nr: 2015/387028 1. Inleiding Sinds de vaststelling van de Woonvisie 2012-2016 Haarlem, duurzame

Nadere informatie

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( )

Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad ( ) Lokale Monitor Wonen Gemeente Lelystad (15-2-2017) INLEIDING De betaalbaarheid van woningen en de verdeling van de woningvoorraad staan hoog op de lokale agenda voor bestuurders van gemeenten, woningcorporaties

Nadere informatie

Prestatieafspraken Gemeente Wormerland, WormerWonen, Huurders voor Huurders

Prestatieafspraken Gemeente Wormerland, WormerWonen, Huurders voor Huurders Prestatieafspraken -2020 Gemeente Wormerland, WormerWonen, Huurders voor Huurders Inleiding Per 1 juli 2015 is de nieuwe Woningwet van kracht geworden. Hoeksteen van deze hervorming is de lokale verankering

Nadere informatie

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 15 9,7. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland 1. VOORRAAD Dit onderdeel gaat in op de samenstelling van de woningvoorraad. Wat betreft het aanbod of de voorraad zijn er drie soorten eigendom: koop, particuliere huur en corporatiewoningen. Die laatste

Nadere informatie

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland drs. J.E. den Ouden 1-11-2013 Bevolking De gemeente Steenwijkerland telt momenteel circa 43.400 inwoners. Het inwonertal

Nadere informatie

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten Freya Mostert freija.mostert@vng.nl Betaalbaarheid van het wonen - Rapport VNG - Belangrijkste inzichten & bestuurlijke

Nadere informatie

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2. Koopwoningen Corporatiewoningen Particuliere huurwoningen Heeze-Leende Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

WOONLASTENAGENDA 2015. BrabantWonen

WOONLASTENAGENDA 2015. BrabantWonen WOONLASTENAGENDA 2015 BrabantWonen ALGEMENE INLEIDING BrabantWonen, Kleine Meierij, Zayaz, gemeente s-hertogenbosch en het Stedelijk Huurdersplatform (SHP) hebben in 2014 het Woonlastenakkoord gesloten.

Nadere informatie

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland

30,3 29,2 17,1 10,9. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Son en Breugel Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland

30,3 27,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Vught Noordoost Brabant Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven

** Meer rapporten en actuele overheidsinformatie over gemeente Eindhoven, vindt u op WSJG.nl: Cijfers Gemeente Eindhoven In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland

Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Deurne Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten

Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten Betaalbaarheid van wonen, een gemeentelijke opgave? Inzicht en handvatten voor gemeenten Petra Bassie petra.bassie@vng.nl Betaalbaarheid van het wonen - Rapport VNG - Belangrijkste inzichten & bestuurlijke

Nadere informatie

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland

31,4 30,3. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning. Nijmegen Arnhem/Nijmegen Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Sociaal Huurakkoord 2018

Sociaal Huurakkoord 2018 Sociaal Huurakkoord 2018 Dit Sociaal Huurakkoord 2018 is moeizaam tot stand gekomen. De oorzaak is een steeds grotere fiscale druk bij corporaties, die zich uiteindelijk één op één vertaalt in ófwel huren

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DG Bestuur en Wonen www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Datum 15 december

Nadere informatie

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Datum 4 oktober 2016 Doorkiesnummer

Nadere informatie

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in %

1. VOORRAAD. Samenstelling woningvoorraad in % In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Onderzoeksinstituut OTB

Onderzoeksinstituut OTB Besluitvorming Herzieningswet Toegelaten Instellingen; Gevolgen voor gemeente, woningcorporatie en huurdersorganisatie Hugo Priemus, OTB, Technische Universiteit Delft Presentatie voor woningcorporatie

Nadere informatie

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland

16,5. Koopwoning Corporatiewoning Particuliere huurwoning Nuenen, Gerwen en Nederwetten Metropoolregio Eindhoven Nederland In dit gemeentelijke rapport worden gegevens gepresenteerd op gemeentelijk- en wijk niveau. Daarbij wordt ingegaan op de samenstelling van de woningvoorraad en de samenstelling van de bevolking. Vervolgens

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE BETAALBAAR- HEID

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE BETAALBAAR- HEID Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE BETAALBAAR- HEID donderdag 19 maart 2015 BETAAL- BAARHEID Groningen is de jongste stad van Nederland. Van de totaal circa 200.000 inwoners zijn

Nadere informatie

Prestatieafspraken 2019

Prestatieafspraken 2019 Prestatieafspraken 2019 Inhoudsopgave Inleiding... 1 Prestatieafspraken... 2 Beschikbaarheid en betaalbaarheid... 2 Liberalisatie van huurwoningen... 3 Voornemens tot verkoop van sociale huurwoningen...

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma gemeente Brummen Kenmerk INT

Uitvoeringsprogramma gemeente Brummen Kenmerk INT Uitvoeringsprogramma 2016-2025 gemeente Brummen Kenmerk INT16.2900 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Uitvoering per pijler 1 Pijler 1. Betaalbaarheid en beschikbaarheid 2 Pijler 2. Wonen, zorg en vergrijzing 5 Pijler

Nadere informatie

Beantwoording artikel 38 vragen

Beantwoording artikel 38 vragen Beantwoording artikel 38 vragen Aan de PvdA fractie Ter attentie van mevrouw Suijker directie/afdeling RO/RBA contactpersoon J. de Heer onderwerp artikel 38 vragen PvdA telefoon 0182-588288 uw kenmerk

Nadere informatie

Huur beleid Ru t te II. Een overzicht van de impact. van het huidige huurbeleid op huurders, woningzoekenden en de huursector.

Huur beleid Ru t te II. Een overzicht van de impact. van het huidige huurbeleid op huurders, woningzoekenden en de huursector. Huur beleid Ru t te II Een overzicht van de impact van het huidige huurbeleid op huurders, woningzoekenden en de huursector. Januari 2015 Inleiding De huren zijn de afgelopen twee jaar fors gestegen.

Nadere informatie

Prestatieafspraken Gemeente Utrecht, Portaal en Huurdersraad Portaal regio Utrecht

Prestatieafspraken Gemeente Utrecht, Portaal en Huurdersraad Portaal regio Utrecht Prestatieafspraken 2018 2022 Gemeente Utrecht, Portaal en Huurdersraad Portaal regio Utrecht Inhoud: 1. INLEIDING... 3 2. PRESTATIEAFSPRAKEN 2018-2022... 3 3. ONDERTEKENING... 86 4. BIJLAGE 1A VOORRAAD

Nadere informatie

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Inleiding Om inzicht te krijgen in de effecten van het beleid op segregatie, is het noodzakelijk de lokale situatie en de samenstelling van de voorraad in ogenschouw

Nadere informatie

Stookjerijk2015 Apeldoorn. Kansen huurdersparticipatie vanuit de nieuwe Woningwet. Vooroverleg met raadsleden, do 16 april, 19.00u

Stookjerijk2015 Apeldoorn. Kansen huurdersparticipatie vanuit de nieuwe Woningwet. Vooroverleg met raadsleden, do 16 april, 19.00u Stookjerijk2015 Apeldoorn Kansen huurdersparticipatie vanuit de nieuwe Woningwet Vooroverleg met raadsleden, do 16 april, 19.00u Onderdelen presentatie Doel Stookjerijk Beleid SER akkoord 2013 Actuele

Nadere informatie

Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling

Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling Voor bezit van Habeko wonen in de kernen: Koudekerk aan den Rijn/Hazerswoude-Rijndijk, Hazerswoude-Dorp en Benthuizen datum:10 november 2014 Vastgesteld door het college

Nadere informatie

Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis

Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis Oktober 2014 Thema 1 Goed wonen en een goede dienstverlening We vinden het in Nederland normaal dat iedereen goed kan wonen. Maar niet iedereen

Nadere informatie

Samenvattend overzicht bod corporaties reactie gemeente

Samenvattend overzicht bod corporaties reactie gemeente Samenvattend overzicht bod corporaties reactie gemeente In deze bijlage wordt per thema aangegeven wat gezamenlijk en daarnaast wat afzonderlijk door de corporaties dan wel de gemeente (aanvullend) is

Nadere informatie

Beantwoording art 33 vragen bereikbare en betaalbare voorraad sociale huurwoningen

Beantwoording art 33 vragen bereikbare en betaalbare voorraad sociale huurwoningen Beleid Uw contact F (020) 540 45 59 gemeente@amstelveen.nl Fractie Groen Links T.a.v. T. van Wijnen en M. Kortekaas Postbus 4, 1180 BA Amstelveen Vermeld bij reactie ons kenmerk en datum van deze brief

Nadere informatie

Prestatieafspraken 2019 Gemeente Groningen - Woonzorg Nederland

Prestatieafspraken 2019 Gemeente Groningen - Woonzorg Nederland Prestatieafspraken 2019 Gemeente Groningen - Woonzorg Nederland Gemeente Groningen Woonzorg Nederland Oktober 2018 Inleiding Wettelijk kader Met de invoering van de nieuwe Woningwet 2015 moeten corporaties

Nadere informatie

Gemeente Oudewater. Huurdersorganisatie De Woningraat

Gemeente Oudewater. Huurdersorganisatie De Woningraat Prestatieafspraken 2018 Gemeente Oudewater Huurdersorganisatie De Woningraat Oudewater is een aantrekkelijke plek om te wonen en te leven en moet ook in de toekomst zo blijven, daar werken wij samen aan!

Nadere informatie

de gemeenten in de regio Alkmaar Woonwaard, Kennemer Wonen, Van Alckmaer, Wooncompagnie en Ymere

de gemeenten in de regio Alkmaar Woonwaard, Kennemer Wonen, Van Alckmaer, Wooncompagnie en Ymere Alkmaar, juni 2014 Aan: Van: de gemeenten in de regio Alkmaar Woonwaard, Kennemer Wonen, Van Alckmaer, Wooncompagnie en Ymere Met deze notitie bieden wij u het rapport Betaalbaar Wonen in de regio Alkmaar

Nadere informatie

De rol van corporaties op de woningmarkt

De rol van corporaties op de woningmarkt De rol van corporaties op de woningmarkt WoON-congres 2016 7 april 2016 Onderwerpen Presentatie door Jeroen Lijzenga (Companen) - Woningvoorraad - Bewoners - Verhuiswensen en woonwensen - Woonuitgaven

Nadere informatie

Verduurzaming woningportefeuille: de woonbundel. 4 maart 2013

Verduurzaming woningportefeuille: de woonbundel. 4 maart 2013 Verduurzaming woningportefeuille: de woonbundel 4 maart 2013 Verduurzamingsambitie woningcorporaties onder druk Het belang van verduurzaming van het corporatiebezit wordt erkend: Convenant Energiebesparing

Nadere informatie

Passend wonen. 'Van foto naar film'

Passend wonen. 'Van foto naar film' Passend wonen 'Van foto naar film' Passend wonen, samengevat in vijf punten Van foto naar film De volkshuisvesting is nog erg gericht op een voorspelbaar leven. Bij het verhuren van een sociale huurwoning

Nadere informatie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie WoON 2015 Zuid-Holland Berry Blijie 15233-WON Inhoud 1. Inleiding 2. Contouren van de woningmarkt 3. De woningvoorraad 4. Huishoudens in woningen 5. Inkomens en woonuitgaven 6. Verhuizingen en verhuisplannen

Nadere informatie

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma. Aan Gemeente Montfoort Kopie aan Van GroenWest Onderwerp Woningbouwprogramma Voorvliet Noord fase 2 Datum 27 november 2017 Pagina 1/5 Inleiding De gemeente Montfoort en GroenWest willen graag sociale woningbouw

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE DUURZAAMHEID

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE DUURZAAMHEID Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE DUURZAAMHEID donderdag 19 maart 2015 Duurzaamheid Duiding en context Groningen heeft de ambitie om in 2035 een energieneutrale stad te zijn.

Nadere informatie

Onderzoeksinstituut OTB

Onderzoeksinstituut OTB Regionale woonafspraken en veranderende nationale beleidskaders Inleiding tijdens conferentie De regio Zuid- Kennemerland/IJmond geeft thuis, Tweede conferentie Regionaal Actieprogramma Wonen Zuid- Kennemerland/IJmond,

Nadere informatie

ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE?

ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE? ONINGWET WAT BETEKENT DIT VOOR DE GEMEENTE? WWW.AEDES.NL MAART 2015 DE NIEUWE ONINGWET Vanaf 1 juli 2015 gelden nieuwe regels voor woningcorporaties. De invoering van de nieuwe Woningwet betekent dat ook

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

Agenda van de vergadering in Het Rode Hert van 16 april 2015

Agenda van de vergadering in Het Rode Hert van 16 april 2015 Agenda van de vergadering in Het Rode Hert van 16 april 2015 Hierbij wordt u uitgenodigd voor de openbare vergadering in Het Rode Hert van 16 april 2015 Datum: donderdag 16 april 2015 Aanvang: 19:00 Traject

Nadere informatie

HUURBELEID 2015 Maart 2015

HUURBELEID 2015 Maart 2015 HUURBELEID 2015 Maart 2015 Inhoud 1. Inleiding 2. Politieke gebeurtenissen 3. Betaalbaarheid 4. Uitgangspunten voor het 5. Huurbeleid Brederode Wonen 2015 2 1. Inleiding Voor u ligt het. Op 12 maart 2013

Nadere informatie

Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties

Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties Bijlage 2 Samenvatting en toelichting op de prestatieafspraken 2017 tot en met 2019 Gemeente, de federatie en Huurdersorganisaties 1 De thema s en de prestatieafspraken op hoofdlijnen 1.1 Thema Betaalbaarheid

Nadere informatie

Aanpak energiebesparing woningvoorraad Portaal Nijmegen. 13 mei 2014 Stephan Huisman afdeling Strategie & Vastgoed Senior projectleider

Aanpak energiebesparing woningvoorraad Portaal Nijmegen. 13 mei 2014 Stephan Huisman afdeling Strategie & Vastgoed Senior projectleider Aanpak energiebesparing woningvoorraad Portaal Nijmegen 13 mei 2014 Stephan Huisman afdeling Strategie & Vastgoed Senior projectleider Wat loopt er allemaal? Duurzaamheid is: Energiebesparing Gezond wonen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2016Z01227

Nadere informatie

Woningstichting Eigen Haard t.a.v.: mw. E. Heidrich Postbus JB Amsterdam. Betreft: Notitie Betaalbaarheid Huren. Amsterdam, 3 december 2014

Woningstichting Eigen Haard t.a.v.: mw. E. Heidrich Postbus JB Amsterdam. Betreft: Notitie Betaalbaarheid Huren. Amsterdam, 3 december 2014 Woningstichting Eigen Haard t.a.v.: mw. E. Heidrich Postbus 67065 1060 JB Amsterdam Betreft: Notitie Betaalbaarheid Huren Amsterdam, 3 december 2014 Geachte mevrouw Heidrich/Beste Elke, Bijgaand ontvang

Nadere informatie

Samenwerken aan prettig wonen Prestatieafspraken Vianen

Samenwerken aan prettig wonen Prestatieafspraken Vianen Samenwerken aan prettig wonen 2 Samenwerken aan prettig wonen Samenwerken aan prettig wonen Wat zijn de belangrijkste ambities en opgaven op het gebied van wonen in Vianen? Om hier concreet invulling aan

Nadere informatie

Prestatieafspraken Hellevoetsluis Woonstichting De Zes Kernen Gemeente Hellevoetsluis Huurdersvereniging Bernisse

Prestatieafspraken Hellevoetsluis Woonstichting De Zes Kernen Gemeente Hellevoetsluis Huurdersvereniging Bernisse Prestatieafspraken Hellevoetsluis 2019 Woonstichting De Zes Kernen Gemeente Hellevoetsluis Huurdersvereniging Bernisse Inleiding Voor u liggen de prestatieafspraken 2019 van de gemeente Hellevoetsluis,

Nadere informatie

Prestatieafspraken. Gemeente Assen Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen

Prestatieafspraken. Gemeente Assen Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen Prestatieafspraken Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen 2017 Prestatieafspraken Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen 2017 Omni~ Wonen S1ichl1ng Huurdersorganisalie Omnia

Nadere informatie

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR onderwerp Rn nummer 2016 Lokaal woonbeleid 5 collegevergadering d.d. 20 september 2016 raadsvergadering d.d. 12 oktober 2016 programma Wonen en Leefomgeving portefeuillehouder

Nadere informatie

Bijlage veelgestelde vragen Passend Toewijzen

Bijlage veelgestelde vragen Passend Toewijzen Bijlage veelgestelde vragen Passend Toewijzen A) WONINGWET: ALGEMEEN 1. Wat is de nieuwe Woningwet? De nieuwe Woningwet geeft nieuwe regels voor de sociale huursector. Met de herziening wil de overheid

Nadere informatie

Domesta. Geme Sn ente ř oevord. 'ng. 30 : Aan. Class nr. Gemeente Coevorden Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 2 7740 AA COEVORDEN

Domesta. Geme Sn ente ř oevord. 'ng. 30 : Aan. Class nr. Gemeente Coevorden Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 2 7740 AA COEVORDEN Geme Sn ente ř oevord 'ng. 30 : 1 Gemeente Coevorden Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 2 7740 AA COEVORDEN Aan Class nr. Ons kenmerk Onderwerp Behandeld door Bijlage(n) Datum Geme000339

Nadere informatie

Doelgroepen TREND A variant

Doelgroepen TREND A variant Doelgroepen TREND A variant Kleidum Socrates 2013 Doelgroepen 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Doelgroepen en Socrates... 5 1.2 Werkgebieden... 6 2 Doelgroepen en bereikbare voorraad... 7 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050)

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) Reactie biedingen corporaties 2018 Sander Akkerman De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 80 91 1 6475687 25 juli 2017 Geachte heer, mevrouw, Met de komst van de nieuwe Woningwet

Nadere informatie

WONEN IN NEDERLAND: MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN EN BIJDRAGEN WONINGCORPORATIES

WONEN IN NEDERLAND: MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN EN BIJDRAGEN WONINGCORPORATIES WONEN IN NEDERLAND: MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN EN BIJDRAGEN WONINGCORPORATIES WONEN IN NEDERLAND: MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN EN BIJDRAGEN WONINGCORPORATIES MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN: WAT IS NODIG? Nederland

Nadere informatie

MONITORING PRIORITEITEN VOLKSHUISVESTING

MONITORING PRIORITEITEN VOLKSHUISVESTING MONITORING PRIORITEITEN VOLKSHUISVESTING Samenvatting april 2016 drs. Fokke de Jong drs. Hanjo Lagas drs. Joost Wegstapel Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK:

Nadere informatie

LANDELIJKE RAPPORTAGE. Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016

LANDELIJKE RAPPORTAGE. Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016 LANDELIJKE RAPPORTAGE Op basis van de Lokale Monitor Wonen Versie 17 oktober 2016 In de Lokale Monitor Wonen zijn gegevens opgenomen over alle huishoudens en woningen in Nederland. Deze gegevens zijn beschikbaar

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting. Raadscommisie Ruimte en Vastgoed 24 maart 2015 Gabrielle van Asseldonk

Recente ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting. Raadscommisie Ruimte en Vastgoed 24 maart 2015 Gabrielle van Asseldonk Recente ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting Raadscommisie Ruimte en Vastgoed 24 maart 2015 Gabrielle van Asseldonk Programma Recente ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting:

Nadere informatie

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 Monitor Leerdamse woningmarkt 2006 1. Inleiding Bij de vaststelling van de beleidsnota Volkshuisvesting 2005 2010 door de gemeenteraad op 14 april 2005 zijn een aantal conclusies getrokken die kenmerkend

Nadere informatie

Start prestatieafspraken 2018 en woonruimteverdeling (050)

Start prestatieafspraken 2018 en woonruimteverdeling (050) en woonruimteverdeling Sander Akkerman De leden van de raad (050) 367 80 91 2. 6250120 Geachte leden van de raad, Met de komst van de nieuwe Woningwet maken huurders, corporaties en gemeente jaarlijks

Nadere informatie

Prestatieafspraken. Gemeente Assen Woonzorg Nederland Bewonerscommissies Ankerhof, Peelerhof en Binnenveste

Prestatieafspraken. Gemeente Assen Woonzorg Nederland Bewonerscommissies Ankerhof, Peelerhof en Binnenveste Prestatieafspraken Gemeente Assen Woonzorg Nederland Bewonerscommissies Ankerhof, Peelerhof en Binnenveste 2017 Prestatieafspraken Gemeente Assen Woonzorg Nederland Bewonerscommissies Ankerhof, Peelerhof

Nadere informatie

Vivare Gemeente Renkum

Vivare Gemeente Renkum Samenvatting Vivare Gemeente Renkum Prestatieafspraken 2015-2018 Vivare en de gemeente Renkum werken samen aan voldoende goede huurwoningen op de juiste plek voor een juiste prijs. Meer dan voorheen moet

Nadere informatie

Domesta. Gemeente Emmen Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus RA EMMEN. Geacht College van Burgemeester en Wethouders,

Domesta. Gemeente Emmen Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus RA EMMEN. Geacht College van Burgemeester en Wethouders, Gemeente Emmen Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 30.001 7800 RA EMMEN Ons kenmerk Onderwerp Behandeld door Bijlage(n) Datum Geme000346 Bod Domesta 2016 Karin Koers 29 oktober 2015

Nadere informatie

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt platform woningcorporaties noord-holland noord Voorwoord Op 15 december 2011 is door ruim 20 corporaties uit de subregio s Noordkop, West-Friesland,

Nadere informatie

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030-286 11 12 www.utrecht.nl /twitter @PaulusJansenSP Aan de leden van de commissie Stad en Ruimte Behandeld door B.J. Brijder Doorkiesnummer 030-28 64408

Nadere informatie

ENERGIEZUINIG HUREN IN AMERSFOORT

ENERGIEZUINIG HUREN IN AMERSFOORT ENERGIEZUINIG HUREN IN AMERSFOORT Hoe krijgen we de sociale woningvoorraad energieneutraal in 2030 Terugblik en vooruitblik Donderdag 4 juni 2015 WELKOM! ACHTERGROND VAN DEZE AVOND Samenwerking van diverse

Nadere informatie

Publicaties Stadsdeelbestuur 2010

Publicaties Stadsdeelbestuur 2010 Publicaties Stadsdeelbestuur 2010 Stadsdeelraad Vergaderstukken/raadsvoorstellen 28 september 2010-r Voorstel van Raadsleden Van Lissum en De Meij (VVD) over Effecten van Europese maatregel voor huishoudens

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 7 april 2016 Aanbieding Staat van de Volkshuisvesting

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 7 april 2016 Aanbieding Staat van de Volkshuisvesting Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Bijlage(n) 4

Nadere informatie

Themabijeenkomst gemeenteraden Land van Cuijk, 30 september Informatie statushouders, asielzoekers en vluchtelingen

Themabijeenkomst gemeenteraden Land van Cuijk, 30 september Informatie statushouders, asielzoekers en vluchtelingen Themabijeenkomst gemeenteraden Land van Cuijk, 30 september 2015 Informatie statushouders, asielzoekers en vluchtelingen Actueel onderwerp Overzicht 1. Platform Opnieuw Thuis 2. Van vluchteling naar vergunninghouder

Nadere informatie

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia.

Op 19 mei 2014 stelde u ons college schriftelijke vragen over de verkoop van huurwoningen door Vestia. De heer P. Beeldman Westeinde 12 2841 BV MOORDRECHT ** verzenddatum 27 mei 2014 onderwerp uw kenmerk bijlage afdeling VROM behandeld door J.D. Lindeman telefoon 0180-639976 Geachte heer Beeldman, Op 19

Nadere informatie

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Volgens de laatste Provinciale Prognose (2011) bedraagt de woningbouw behoefte in Valkenswaard een netto toevoeging van 1.230 woningen

Nadere informatie

ENERGIE BESPARING IN DE AMERSFOORTSE HUURSECTOR

ENERGIE BESPARING IN DE AMERSFOORTSE HUURSECTOR ENERGIE BESPARING Energiebesparing huurwoningen Amersfoort terugblik en vooruitblik Donderdag 16 oktober 2014 WELKOM! IN DE UTRECHTSE HUURSECTOR ACHTERGROND VAN DEZE AVOND www.stookjerijk.nl Samenwerking

Nadere informatie

Ontwikkelingen sector en Visie Thuisvester Presentatie Platform Wonen Regio West Brabant

Ontwikkelingen sector en Visie Thuisvester Presentatie Platform Wonen Regio West Brabant Platform Wonen Ontwikkelingen sector en Visie Thuisvester Presentatie Platform Wonen Regio West Brabant Donderdag 24 november 2016 Thuisvester Visie Tien keuzes strategische visie Woningwet: Belangrijkste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 27 926 Huurbeleid Nr. 247 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3

Nadere informatie

Vraag 1 Wat is uw reactie op het artikel Corporaties zoeken geld om heffing Rijk te betalen. Sociale huurwoningen fors duurder geworden?

Vraag 1 Wat is uw reactie op het artikel Corporaties zoeken geld om heffing Rijk te betalen. Sociale huurwoningen fors duurder geworden? 2014Z05130 Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de minister voor Wonen en Rijksdienst over woningcorporaties die de huurprijs van sociale huurwoningen fors verhogen (ingezonden 20 maart 2014). Vraag

Nadere informatie

Vraag en aanbod Noord Veluwe Classificatie Staatssteun Betaalbaarheid

Vraag en aanbod Noord Veluwe Classificatie Staatssteun Betaalbaarheid Vraag en aanbod Noord Veluwe Classificatie Staatssteun Betaalbaarheid Bestuurlijke overeenkomst WZW Doel: gemeenten krijgen inzicht in Ontwikkeling van de vraag wonen met zorg - deelgebieden - doelgroepen

Nadere informatie

Gevolgen van Woningwet en Regeerakkoord voor het lokale speelveld

Gevolgen van Woningwet en Regeerakkoord voor het lokale speelveld Gevolgen van Woningwet en Regeerakkoord voor het lokale speelveld Futuraplatform - vrijdag 16 november 2012 Leo Gerrichhauzen Gerrichhauzen en Partners 2012 Van verzelfstandiging naar publieke sturing

Nadere informatie

Prestatieafspraken gemeente Assen Woonservice

Prestatieafspraken gemeente Assen Woonservice Prestatieafspraken gemeente Assen Woonservice 2017 Prestatieafspraken Assen Woonservice 2017 Colofon Status: definitief 01 12 2016 Prestatieafspraken Assen 1 1 Inleiding Met de invoering van de nieuwe

Nadere informatie

samen met huurders voor een krachtig huurbeleid

samen met huurders voor een krachtig huurbeleid De Nieuwe Wind BEWEEGT Adviesdocument Huurbeleid 2017 samen met huurders voor een krachtig huurbeleid Nu en in de toekomst, huren met een glimlach in Zoeterwoude Adviesvoorstel Huurbeleid 2017 Onderwerp

Nadere informatie