Griffier: ]f ^\^ 1 II. L. ÏV\wioiv\ Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT;

Transcriptie

1 G emeentebestuu r RAADSGRIFFIE DORDRSCHT Ontvangen: "2.7/2 Gemeenteraad Presidium Commissie X«E Griffie DIV team 2 Griffier: ]f ^\^ 1 II L. ÏV\wioiv\ Dordrecht BESLUIT Nr. PD/2004/455 Het COLLEGE van BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente DORDRECHT; gezien het voorstel d.d. 16 februari 2004; gelet op artikel 7:1, 7:11 en 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht; verwijzende naar het advies van de commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften van 16 februari 2p04; BESLUIT: 1. in te stemmen met het advies van de commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften van 16 februari 2004 en overeenkomstig dit advies de bezwaren van reclamanten ongegrond verklaren en het bestreden besluit van 7'november 2003, waarbij aan Wesmycoh b.v. L\ J bouwvergunning is verleend voor het oprichten van vier appartementen met bijbehorende garages/bergingen op het perceel Van Hoogstratensingel 88, in stand te laten. Idus vastgesteld jn de vergadering van 24jfebruari 2004; de secretaris ; de burgemeester

2 De commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften Gemeente Dordrecht Aan Het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht Onderwerp Advies op de bezwaarschriften van C.J. Mommaas en mevr. F.K. Kahlmann-Punselie tegen de verlening van bouwvergunning d.d. 7 november 2003 voor het oprichten van vier appartementen met bijbehorende garages/bergingen op het perceel Van Hoogstratensingel Bestreden besluit 2. Procedure Het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) heeft bij besluit van 7 november 2003, verzonden op 7 november 2003, aan Wesmycon b.v. bouwvergunning verleend voor het oprichten van vier appartementen met bijbehorende garages/bergingen op het perceel Van Hoogstratensingel 88. Bij brief, ingekomen op 17 december 2003, hebben C.J. Mommaas en mevr. F.K. Kahlmann- Punselie (hierna: reclamanten) bezwaar gemaakt tegen de verleende vergunning. 2.1 Het bezwaarschrift is ingediend binnen de bezwarentermijn en reclamanten kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden. 2.2 Het bezwaarschrift is voor advies in handen gesteld van de commissie voor beroepen bijzondere bezwaarschriften (hierna: de commissie). 2.3 De behandeling van het bezwaarschrift heeft plaatsgevonden in de openbare vergadering van de commissie van 26 januari Reclamanten zijn in de gelegenheid gesteld hun bezwaren mondeling toe te lichten. Zij hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Het verslag van de hoorzitting is bijgevoegd en maakt deel uit van het advies. 3. Feiten 3.1 Het thans vergunde bouwplan is voorafgegaan door een eerder, vrijwel identiek bouwplan, ingekomen 24 december 1999, waarvoor op 11 april 2000 bouwvergunning is verleend. De bezwaren van C.J. Mommaas en mevr. F.K. Kahlmann-Punselie tegen dit besluit zijn op 16 oktober 2000 door het college - zonder inschakeling van deze commissie - ongegrond verklaard. Bij uitspraak van de President van de Rechtbank Dordrecht van 6 november 2000 is de beslissing op bezwaar vernietigd en is de bouwvergunning geschorst, omdat de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen aan de afmetingen van de bebouwing onverbindend werd geacht en het college ten onrechte de aanvullende werking van de bepalingen van de bouwverordening (rooilijnen) niet in acht had genomen. Deze uitspraak is op 3 oktober 2001 bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarna het college in een nieuwe beslissing op bezwaar de bouwvergunning alsnog heeft geweigerd. 3.2 Hierna is voor het perceel Van Hoogstratensingel 88 het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Merwestein-Zuid, hoek Singel-Berckepad" tot stand gekomen, waarin de door de bestuursrechter geconstateerde gebreken in het bestemmingsplan "Merwestein-Zuid" zijn hersteld.

3 Reclamanten hebben voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan zienswijzen naar voren gebracht. Na de - niettemin gevolgde - vaststelling hiervan hebben zij bedenkingen ingediend bij Gedeputeerde Staten en tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan hebben zij beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Deze bestuursrechter heeft het beroep bij uitspraak van 14 januari 2004 ongegrond verklaard. Daarmee is de goedkeuring van het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. 3.3 Wesmycon b.v. heeft op 18 december 2002 opnieuw bouwvergunning aangevraagd voor het oprichten van vier appartementen op het perceel Van Hoogstratensingel 88. De aanvraag is op grond van het bepaalde in artikel 50; eerste lid van de Woningwet (Ww) aangehouden. Na het vervallen van de aanhoudingsplicht op 25 september 2003 heeft het college overeenkomstig artikel 46 Ww beslist tot verlening van de bouwvergunning. 4. Standpunt reclamanten 4.1 Het bouwplan leidt tot een appartementencomplex met een bouwmassa die 1,5 tot 3,5 keer zo groot is als die van de villa's aan de Singel. Het vormt aldus een aantasting van de beeldkwaliteit zoals omschreven in het oorspronkelijke bestemmingsplan "Merwestein-Zuid". 4.2 Het bouwplan voldoet niet aan de randvoorwaarden, zoals deze gesteld zijn door de Welstandscommissie die op 4 augustus 1999 over het eerdere bouwplan voor deze locatie oordeelde. 4.3 Reclamanten lijden schade, nu het bouwplan leidt tot een aantasting van privacy van de achtertuin, vermindering van de bezonning van de achtertuin en een aantasting van het woongenot van de omwonenden. 5. Overwegingen 5.1 Ingevolge artikel VII, derde lid van de Wijzigingswet Woningwet is op een aanvraag om bouwvergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid Ww die is ingediend voor de inwerkingtreding van de wijziging van dit artikel het recht van toepassing zoals dat gold op de dag waarop die aanvraag is ingediend. Gelet op deze bepaling is op de onderhavige, op 18 december 2002 ingediende, bouwaanvraag de Woningwet van toepassing zoals die gold vóór 1 januari Ingevolge artikel 40 van de Woningwet (Ww) is het verboden te bouwen zonder of in afwijking van een bouwvergunning. Artikel 44, lid 1 Ww bepaalt dat een bouwvergunning alleen mag en moet worden geweigerd, indien één van de in dit artikel vermelde weigeringsgronden van toepassing is. Als weigeringsgronden worden genoemd het niet voldoen van het bouwplan aan de voorschriften van het Bouwbesluit, het niet voldoen aan de bouwverordening, het in strijd zijn van het bouwplan met het bestemmingsplan, het in strijd zijn van het uiterlijk of de plaatsing van het beoogde bouwwerk met redelijke eisen van welstand en de weigering van een monumentenvergunning voor het bouwplan. Overeenkomstig artikel 48 Ww legt het college een aanvraag voor een bouwvergunning voor advies voor aan de welstandscommissie. 5.3 De commissie stelt vast dat het bouwplan voldoet aan de bepalingen van de bouwverordening en kan voldoen aan de bepalingen van het Bouwbesluit. Voor het bouwplan is geen monumentenvergunning vereist.

4 5.4 Voor het onderhavige gebied is het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Merwestein-Zuid, hoek Singel-Berckepad" van kracht. Op het moment van verlening van de bouwvergunning was weliswaar het beroep van reclamanten tegen de goedkeuring van dit bestemmingsplan nog aanhangig, echter dit beroep had geen schorsende werking. Na de niet-ontvankelijkverklaring van het tegen de goedkeuring ingediende verzoek om voorlopige voorziening van reclamanten is het bestemmingsplan in werking getreden. Het bouwplan is gesitueerd binnen de bestemming 'woondoeleinden'. De commissie constateert dat het bouwplan niet in strijd is met de voorschriften van het bestemmingsplan. De maximale bouwhoogte van 12 meter wordt niet overschreden. Het bouwplan blijft binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak. Uit de planvoorschriften blijkt expliciet dat de bouwverordening geen aanvullende werking heeft. 5.5 De Welstandscommissie heeft op 9 april 2003 geoordeeld dat het bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State mag aan het advies van de Welstandscommissie doorslaggevende betekenis worden toegekend. Het volgen van het advies behoeft in de regel geen nadere toelichting, tenzij de aanvrager of een derde-belanghebbende een deskundig tegenadvies overlegt. Dit is weer anders, indien het advies naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont, dat het niet - of niet zonder meer - aan het oordeel van het college over de welstandsaspecten ten grondslag had mogen worden gelegd. De commissie constateert dat reclamanten geen deskundig tegenadvies hebben overgelegd en is van oordeel dat het welstandsadvies naar inhoud en wijze van totstandkoming geen gebreken vertoont. Zij is derhalve van mening dat het college het advies van de Welstandscommissie zonder meer heeft mogen overnemen. Opgemerkt wordt nog dat de door reclamanten overgelegde grafiekjes niet als een voldoende onderbouwde weerlegging van het advies kunnen gelden, reeds omdat die grafiekjes in hoofdzaak de maximale uitvulling van het nieuwe bestemplan betreffen..de commissie merkt op dat de door reclamanten bedoelde randvoorwaarden van de Welstandscommissie dateren van de periode vóór de eerste aanvraag om bouwvergunning en zijn opgenomen in een advies op een principe-aanvraag. Het welstandsadvies dat naar aanleiding van de op 24 december ingediende bouwaanvraag is afgegeven, luidde positief en kende geen voorbehouden meer. 5.6 De commissie concludeert, gelet op het imperatief-limitatieve stelsel van artikel 44 Ww, dat het college terecht tot verlening van de bouwvergunning is overgegaan. De aspecten privacy, bezonning en woongenot vormen geen zelfstandige gronden waaraan een aanvraag om bouwvergunning mag worden getoetst. Dergelijke aspecten worden geacht te zijn meegewogen bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Daaraan wordt de aanvraag om bouwvergunning wel getoetst. 5.7 Ingevolge artikel 7:11 van de Awb vindt op grondslag van het bezwaar een volledige heroverweging van het bestreden besluit plaats. De commissie is van oordeel dat het besluit rechtmatig is te achten. Zij acht het ook doelmatig, aangezien het besluit in lijn is met voorgaande besluiten.

5 6. ADVIES OP HET BEZWAARSCHRIFT De commissie adviseert, met inachtneming van bovenstaande overwegingen, de bezwaren van reclamanten ongegrond te verklaren en het bestreden besluit van 7 november 2003, waarbij aan Wesmycon b.v. bouwvergunning is verleend voor het oprichten van vier appartementen met bijbehorende garages/bergingen op het perceel Van Hoogstratensingel 88, in stand te laten. Dordrecht, 16 februari 2004 De commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften, de secretaris de vice-voorzitter mevr. mr.drs. J.E. Ossewaarde mr. J.M. van der Klooster