Op weg naar een Generieke Aanpak Natuur

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Op weg naar een Generieke Aanpak Natuur"

Transcriptie

1 Op weg naar een Generieke Aanpak Natuur 1

2 Generieke Aanpak Natuur Auteur: Maarten W. Kaales / Ministerie Economische Zaken, Directie Natuur en Biodiversiteit Mede mogelijk gemaakt door de Werkgroep Generieke Ontheffing & Soortenmanagementplannen. In deze werkgroep zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Rijksoverheid Directie Natuur en Biodiversiteit Dienst Regelingen Dienst Landelijk Gebied Gemeenten Amsterdam Tilburg Ede Rheden Westland Adviesbureaus en overige organisaties Bureau Stadsnatuur Ecoresult EcoGroen Advies Bureau Waardenburg NatuurInclusief Soortenbescherming Nederland Foto s Bureau Stadsnatuur, tenzij anders vermeld. Disclaimer Dit document geeft een aanzet voor de ontwikkeling van een Generieke Aanpak Natuur. Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. 2

3 Volg ons op Twitter 3

4 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Groene Groei en biodiversiteit 1.2 Generieke Aanpak en vooruit kijken Hoofdstuk 2. De Generieke Aanpak Natuur Een fictief voorbeeld Hoofdstuk 3. De Generieke Aanpak Natuur 2.1 Inleiding Stap 1: Vaststellen Gemeentelijke visie en ambitie Stap 2: Opstellen Soortenmanagementplan Stap 2A: Onderzoek naar beschermde flora en fauna in plangebied Stap 2B: Beschrijving belang ruimtelijke ontwikkelingen Stap 2C: Beschrijving kansen Stap 2D: Beschrijving uit te voeren maatregelen Stap3A: Aanvragen van een Generieke Ontheffing Stap 3B: Aanvragen van een Reguliere Ontheffing Stap 3C: Aanvragen van een ontheffing Tijdelijke Natuur Stap 4: Uitvoeren van maatregelen Stap 5: Toezicht en handhaving Stap 6: Implementatie Generieke Aanpak in de organisatie Stap 7: Evaluatie Hoofdstuk 4. Vereisten aanvragen ontheffing BIJLAGE 1: BIJLAGE 2: BIJLAGE:3 BIJLAGE:4 BIJLAGE:5 BIJLAGE:6 BIJLAGE:7 BIJLAGE:8 Begrippenlijst opbouw Soortenmanagementplan Onderzoek naar Flora en Fauna Ruimtelijke ontwikkelingen en ingrepen Beschrijving kansen Beschrijving maatregelen Overzicht van kaarten en middelen bij proces Generieke Aanpak Natuur Bronnenoverzicht 4

5 Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1. De Generieke Aanpak Natuur In een dichtbevolkt land als Nederland levert het stedelijk gebied een niet te onderschatten bijdrage aan de biodiversiteit. Soorten als gierzwaluw, gewone dwergvleermuis en laatvlieger zijn sterk afhankelijk van dit type leefgebied. Dit schept een verantwoordelijkheid voor de mens die de stad gebruikt en ontwikkelt. Bij de ontwikkeling van het stedelijk gebied dient steeds een afweging gemaakt te worden tussen de (beoogde) functie van het gebied en de in dat gebied voorkomende soorten, waarbij de beschermde status van deze soorten een grote rol speelt. Natuurwetgeving als de huidige Flora- en faunawet en de toekomstige Wet Natuurbescherming bieden het juridisch kader voor deze afwegingen. Tot op heden wordt deze afweging veelal uitgevoerd aan de hand van natuurtoetsen op projectniveau, waarbij met gegevens die zich veelal beperken tot het projectgebied de lokale situatie werd geïnterpreteerd. Deze aanpak is niet optimaal effectief. Bovendien blijven er kansen voor de biodiversiteit liggen. In dit document wordt een alternatief beschreven waarbij ruimtelijke ontwikkelingen (economie) en soortbescherming (ecologie) samen optrekken in de gemeente. Dit alternatief is de Generieke Aanpak Natuur. De Generieke Aanpak Natuur vergt een investering in onderzoek en in maatregelen waarmee de soortenbescherming in de gemeente langjarig geborgd kan worden. Bij de uitvoering van de aanpak kunnen veel partijen betrokken worden: de gemeente zelf, initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen, maatschappelijke organisaties en andere overheden. De Generieke Aanpak Natuur bereikt dit door gebieden en hun functies voor de beschermde flora en fauna te beschermen en anderzijds kansrijke locaties zo veel mogelijk te benutten. Hierdoor worden populaties minder kwetsbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen en is de gemeente flexibeler in het plannen en uitvoeren van deze ruimtelijke ontwikkelingen. Op deze wijze betaalt het investeren in onderzoek door de gemeente zich snel uit. De Generieke Aanpak Natuur levert niet alleen kansen op voor flora en fauna, maar ook voor burgers en bedrijven. Door het borgen van deze soortenbescherming, kunnen ruimtelijke ontwikkelingen met zo min mogelijk vertraging uitgevoerd worden. De Generieke Aanpak Natuur biedt kansen om burgers en bedrijven te ontzorgen als zij bij ruimtelijke ontwikkelingen minder afhankelijk worden van eigen ecologisch onderzoek. De Generieke Aanpak Natuur kan burgers en bedrijven meer zekerheid geven bij de aanvraag van een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet, zeker als er op een overkoepelende ontheffing wordt aangevraagd voor alle in de Generieke Aanpak Natuur opgenomen maatregelen en voornemens voor ruimtelijke ontwikkelingen. 5

6 1.2 Generieke Aanpak en vooruit kijken Dit groeidocument beschrijft wat onder de Generieke Aanpak Natuur wordt verstaan, voor wie deze aanpak bedoeld is, wat de aanpak oplevert, welke organisaties er baat bij hebben en welke investering het vraagt. Aan de hand van deze aanpak zullen er enkele pilots uitgevoerd worden. Met praktijkervaring die met deze pilots opgedaan zal worden, zal dit groeidocument aangevuld en tot een eindversie gecompleteerd worden. In dit groeidocument wordt de Generieke Aanpak Natuur uitgelegd en geïllustreerd aan de hand van een voorbeeld waarbij één soortgroep (vleermuizen) centraal staat. De meerwaarde van de Generieke Aanpak Natuur is echter dat deze aanpak verbreed kan worden met meer soorten, waarmee het daadwerkelijk een generieke aanpak wordt. De Generieke Aanpak Natuur is een gebiedsgerichte werkwijze waar ingezet wordt op kansen voor flora en fauna bij ruimtelijke ontwikkelingen 1. Die kansen kunnen optimaal benut worden wanneer op gemeentelijk niveau ontwikkelaars, ruimtelijk georiënteerde initiatiefnemers, woningbouwcorporaties en bedrijfsleven samenwerken. De werkwijze van de Generieke Aanpak Natuur kan toegepast worden in elke gemeente. De aanpak zal per gemeente verschillen. Geen enkele gemeente is immers hetzelfde. Uitvoering van de Generieke Aanpak Natuur is maatwerk. Om dat maatwerk te kunnen leveren, is het van belang te kunnen beschikken over actuele verspreidingsgegevens van beschermde soorten voor het gehele grondgebied van de gemeente. Door deze verspreidingsgegevens in relatie te brengen met voorziene ruimtelijke ontwikkelingen, worden kansen en knelpunten voor de gemeente en haar partners zichtbaar. Knelpunten ontstaan wanneer een ruimtelijke ontwikkeling tot verstoring en/of tot het verlies van leefgebied leidt. Aan de hand van de Generieke Aanpak Natuur kan een inschatting gemaakt worden van de verenigbaarheid van ruimtelijke ontwikkelingen en beschermde soorten in het stedelijk gebied voor een periode van 10 jaar. Daarbij wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan zowel de voorziene kansen als de knelpunten. Door te kunnen anticiperen op zowel knelpunten als kansen, kan een optimale afweging gemaakt worden waarbij zowel de stad als de stedelijke soorten zich kunnen (blijven) ontwikkelen. Door kansen zo goed mogelijk te benutten en te anticiperen op de verwachte knelpunten door het gericht uitvoeren van maatregelen zullen soorten beter worden beschermd. 1 Evenementen vallen niet onder de Generieke Aanpak Natuur 6

7 1.3 Het soortenmanagementplan Een hulpmiddel voor het borgen van de soortenbescherming een Soortenmanagementplan (SMP). Een SMP is een plan of programma waar de bestaande en de potentiële biodiversiteit in verband gebracht wordt met de voorziene ruimtelijke ontwikkelingen en waarin de uit te voeren maatregelen staan beschreven. In een SMP wordt de methode beschreven waarmee de verspreidingsgegevens van één of meer beschermde soorten voor het gehele grondgebied van de gemeente in kaart worden gebracht. Vervolgens worden de resultaten hiervan gespiegeld aan de wensen op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling in de gemeente. Een SMP beschrijft het voorkomen van soorten en de staat van instandhouding ervan. Het beschrijft cruciale verblijfsgebieden, ruimtelijke ontwikkelingen, kansen voor de betreffende soorten en maatregelen die nodig zijn om een goede staat van instandhouding voor de betrokken soorten te kunnen realiseren. Een SMP beschrijft ook de knelpunten en geeft aan met welke maatregelen deze op te lossen zijn. Doordat in een SMP de staat van instandhouding wordt beschreven in relatie tot de voorziene ruimtelijke ontwikkelingen voor een langere periode van bijvoorbeeld 10 jaar, kan het als basis dienen voor het aanvragen van een zogenoemde Generieke Ontheffing bij het bevoegd gezag (de Minister van Economische Zaken) voor de in het SMP opgenomen maatregelen en initiatieven. De inhoud van het SMP wordt dan getoetst aan de voorwaarden die de Flora- en faunawet stelt aan het verlenen van een ontheffing. De aanvraag van dergelijke ontheffing zal doorgaans betrekking hebben op een langere periode (10 jaar) en op uiteenlopende activiteiten van verschillende initiatiefnemers. De aanvrager van een dergelijke ontheffing (in de situatie beschreven in dit document doorgaans de gemeente) moet dan kunnen aantonen dat er concrete en afdwingbare afspraken aan het SMP ten grondslag liggen met alle betrokken partijen, bijvoorbeeld in de vorm van een convenant. Ook moet het SMP voorzien in voldoende monitoring en evaluatie, zodat gedurende de looptijd van het SMP bijgestuurd kan worden als de situatie zich anders ontwikkelt dan in het SMP is voorzien. De ontheffinghouder is verantwoordelijk voor de in de ontheffing opgenomen voorwaarden. Het ministerie van Economische Zaken heeft op beperkte schaal Generieke Ontheffingen verleend 2. De ervaringen daarmee zijn voldoende positief om te werken aan een bredere inzet van dit instrument, inclusief informatievoorziening voor aanvragers. Onderhavig document is daar een eerste aanzet toe. De komende periode zal gebruikt worden om praktijkervaring op te doen met de Generieke Aanpak Natuur, inclusief toepassing van de Generieke Ontheffing. De praktijkervaring die hiermee opgedaan wordt zal als basis dienen om dit document uit te werken tot een Handreiking Generieke Aanpak Natuur. 2 Onder meer tbv het Rugstreepmanagementplan in de Noordoostpolder 7

8 Schema Globaal processchema van De Generieke Aanpak Natuur 8

9 Hoofdstuk 2 De Generieke Aanpak Natuur Een fictief voorbeeld In dit hoofdstuk wordt de Generieke Aanpak Natuur geïntroduceerd in de vorm van een voorbeeld, uitgewerkt aan de hand van kaarten. Dit voorbeeld illustreert het principe van een soortenmanagementplan. Een en ander is nu uitgewerkt voor één soort, de Gewone dwergvleermuis, maar kan op dezelfde (generieke) wijze uitgewerkt worden voor andere vleermuissoorten en zelfs andere dier- en plantensoorten. De gemeente Braamberg heeft in dit voorbeeld het voornemen om een industrieterrein aan te leggen in een half-open landschap. Om dit te realiseren moeten er bomen gekapt, sloten gedempt, grond bouwrijp gemaakt en zal er uiteindelijk gebouwd gaan worden. Daarnaast is in een ander deel van de gemeente stadsvernieuwing aan de orde. Daarbij zal een deel van een woonwijk gesloopt worden waarna nieuwbouw volgt. Voor het SMP van de gemeente Braamberg wordt onderzoek gedaan naar het voorkomen van de Gewone dwergvleermuis in de gemeente Braamberg. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bestaande gegevens, nieuw onderzoek en gevalideerde ecologische modellen. De gemeente Braamberg heeft al haar actuele en historische gegevens in de NDFF 3 onder gebracht. De gemeente Braamberg heeft ook de ambitie om alle Rode Lijstsoorten in de gemeente in kaart te brengen. Foto: De Generieke Aanpak Natuurwetgeving geeft meer zekerheid over een gemeente als vestigingsklimaat voor ondernemers. 3 Nationale Databank Flora en Fauna 9

10 Kaart 1: Verspreidingskaart Nadat het onderzoek is afgerond en de gegevens in de NDFF zijn ingevoerd, worden er verspreidingskaarten gegenereerd. Hieronder volgt de spreidingskaart van de Gewone dwergvleermuis. Deze kaart is een weergave van alle gevalideerde waarnemingen uit de NDFF van deze soort. Deze fictieve verspreidingskaart laat de mate van voorkomen zien: hoe groter de stip, des te meer individuen er op die locatie zijn waargenomen. Dit is een weergave van bestaande data. De verspreiding weerspiegelt dan ook voornamelijk de onderzoeken die in het kader van een ruimtelijke ingreep zijn uitgevoerd. Ondanks dat er (nog) geen vlakdekkend onderzoek is uitgevoerd, blijkt nu al uit dit beeld dat het een relatief algemeen voorkomende soort is. De gunstige staat van instandhouding zal dan ook niet snel in het geding zijn. De lichtgroene lijnen geven (drukke) doorgaande wegen weer. 10

11 Kaart 2: Functiekaart Met behulp van de verspreidingskaart worden de waarnemingen geïnterpreteerd en kunnen specifieke functies locaties toegekend worden. Op bovenstaande functiekaart staan de locatie met de vaste rust en verblijfsplaatsen weergegeven. Iedere cirkel stelt een kolonie van de Gewone dwergvleermuis voor. De lijnen zijn vastgestelde vliegroutes en de stippellijnen betreffen gewenste / potentiële verbindingen. 11

12 Kaart 3: Ruimtelijke ontwikkeling Op deze kaart zijn de voorziene ruimtelijke ontwikkelingen weergeven. In donkerblauw de realisatie van het industrieterrein (het project met de grootste omvang), en in lichtblauw de sloop en nieuwbouw van een woonwijk. Het bouwrijp maken van de grond bestemd voor het industrieterrein en het slopen van de woonwijk zal tegelijkertijd plaatsvinden. 12

13 Kaart 4: Knelpunten Wanneer voorgaande kaarten met elkaar vergeleken worden, worden de knelpunten zichtbaar. Zowel op de locatie waar gebouwd gaat als op de locatie waar gesloopt gaat worden, hebben kolonies Gewone dwergvleermuizen hun territorium met vaste rust- en verblijfsplaatsen en foerageergebieden. Naast de hierboven gesignaleerde knelpunten, vormen de (drukke) doorgaande wegen ook knelpunten waar zij de vastgestelde vliegroutes en de gewenste / potentiële verbindingen doorkruisen. Dit zijn derhalve zowel bestaande als potentiële knelpunten. 13

14 Kaart 5: Kansenkaart De gemeente Braamberg heeft tijdens het flora en faunaonderzoek ook specifiek naar kansen voor gewone dwergvleermuizen gezocht. Deze kansen zijn gevonden en zijn in onderstaande kansenkaart uitgewerkt. Om de gunstige staat van instandhouding niet in het geding te laten komen, kunnen een aantal kansen benut worden. Dit bestaat uit het natuurinclusief ontwerpen en bouwen van zowel de woonwijk als het industrieterrein. Bij die laatste bestaat zelfs de mogelijkheid om nieuwe groenstructuren in het ontwerp op te nemen. Om de uitwisseling tussen de verschillende locaties en kolonies te bevorderen, kunnen er een aantal barrières ten aanzien van de verbindingsroutes opgeheven worden. 14

15 Kaart 6: Maatregelenkaart Vervolgens dienen bovenstaande kansen geconcretiseerd worden aan de hand van maatregelen. Op de maatregelenkaart wordt duidelijk om welke maatregelen het concreet kan gaan. Bij het bouwrijp maken van het terrein bestemd voor het industrieterrein kan reeds rekening gehouden worden met de toekomstige groenstructuur. Hierbij moet dan bij het ontwerp van de groenstructuur rekening gehouden worden. Dit is bij uitstek een kans om zo veel mogelijk natuurinclusief te ontwerpen en te bouwen. Ook in bestaande woonwijken kan op kleinere schaal natuurinclusief gebouwd worden. Te denken valt daarbij aan duurzaam ingebouwde vleermuiskasten waarmee vleermuizen uit aangrenzende wijken waar gesloopt zal gaan worden- opgevangen kunnen worden. Het opheffen van de barrières ten aanzien van de verbindingsroutes tenslotte kan aan de hand van hop-overs, in combinatie met aanpassingen aan het lichtarmatuur vorm gegeven worden. 15

16 Kaart 7: SMP-kaart Op de SMP kaart wordt het totaalbeeld weergegeven ten aanzien van de Gewone dwergvleermuis in de gemeente Braamberg. Hoewel een deel van een woonwijk waar een kolonie zich heeft gevestigd zal verdwijnen, komt er door natuurinclusief te bouwen een duurzaam potentieel gebied voor terug. Door hiermee te garanderen dat de onbedreigde kolonies daadwerkelijk duurzaam kunnen voortbestaan en te investeren in de ontwikkeling van deze kolonies, kan de gemeente Braamberg de gunstige staat van instandhouding van de vleermuizen binnen de gemeente op peil houden en mogelijk zelfs verbeteren. Ondanks de kansen die benut worden, waarmee de gunstige staat van instandhouding van de vleermuizen binnen de gemeente gegarandeerd wordt, zijn enkele negatieve effecten als gevolg van de voorziene ontwikkelingen niet te voorkomen. Er zal daarom op basis voor de in het SMP opgenomen maatregelen en ontwikkelingen een ontheffing van de Flora- en faunawet moeten worden aangevraagd. Dit zou in de vorm van een Generieke Ontheffing kunnen gebeuren. 16

17 Hoofdstuk 3. Uitwerking van de Generieke Aanpak Natuur 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de Generieke Aanpak uitgewerkt. Aan de hand van stappen wordt het proces beschreven dat doorlopen moet worden om de Generieke Aanpak uit te voeren. Het resultaat is een kader voor het maken van soortenmanagementplannen, de structuur voor het implementeren van de Generieke Aanpak Natuur. Schema 3.1: De Generieke Aanpak Natuur schematisch weergegeven. 17

18 Stap 1: vaststellen Gemeentelijke visie en ambitie Zoals in schema 3.1. weergegeven, begint de Generieke Aanpak Natuur met een gemeentelijke gebiedsvisie en de ambitie die daar uit voortvloeit. In deze gemeentelijke gebiedsvisie wordt een beeld geschetst waarbinnen de beschermde soorten in de gemeente zich in een duurzaam gunstige staat van instandhouding bevinden. Als de gunstige staat van instandhouding van soorten in een gemeente duurzaam geborgd is, dan ontstaat er ruimte om maatschappelijke ontwikkelingen toe te kunnen staan die van invloed kunnen zijn op die soorten. Het levert de gemeente met andere woorden speelruimte op. Uitgangspunt is dat elke gemeente een visie heeft op natuur en groen en op voorziene ruimtelijke ontwikkelingen. In het bijzonder een visie op natuur en verwachte ruimtelijke ontwikkelingen zijn belangrijke bouwstenen voor de Generieke Aanpak Natuur en, meer in het bijzonder, een Soortenmanagementplan. In de ambitie wordt beschreven in welk tempo en aan de hand van welke stappen de gemeente het gewenste beeld beoogt te bereiken. Tevens kan in de ambitie opgenomen worden in welke mate de gemeente haar partners zoals woningbouwcorporaties of organisaties uit de bouw- en recreatiebranche wil stimuleren om bij te dragen aan de Generieke Aanpak Natuur, bijvoorbeeld door samen projecten te initiëren. Daarnaast kan een gemeente of een lokale organisatie of bedrijf- de ambitie hebben om meer te doen dan wettelijk verplicht. Deze ambitie kan er bijvoorbeeld uit bestaan om onbeschermde Rode Lijstsoorten en/of regionaal zeldzame soorten extra te beschermen. Zeker als meer partijen dan alleen de gemeente dergelijke ambities hebben, dan is het wenselijk een beeld te krijgen van alle maatregelen die worden genomen. Die maatregelen kunnen wellicht ook geïntegreerd worden in het SMP. Voorbeeld gemeente Braamberg In haar visie geeft de gemeente Braamberg aan dat zij Groene Groei hoog in het vaandel heeft staan. Ontwikkelingsgebieden worden vastgelegd in een structuurvisie en bestemmingsplannen. Ruimtelijke ontwikkeling is gewenst zolang dit geen schade oplevert voor de biodiversiteit. In haar gebiedsvisie geeft de gemeente Braamberg aan dat er alleen zorgvuldig gehandeld kan worden wanneer er een SMP op gemeentelijk niveau gemaakt wordt. Bij het opstellen van een gemeentelijke visie kunnen gemeentelijke gebiedsplannen gebruikt worden. De gemeente Braamberg gebruikt hiervoor onder meer stedenbouwkundige (bouw)plannen, de stedelijke structuurvisie, herstructureringsopgaven en bestemmingsplanwijzigingen. De gemeente Braamberg beschrijft in haar ambitie dat de staat van beschermende soorten gunstig moet zijn, maar dat er bij ruimtelijke ontwikkelingen ook rekening wordt gehouden met Rode Lijstsoorten. 18

19 Stap 2: opstellen Soortenmanagementplan Het Soortenmanagementplan vormt het hart van de Generieke Aanpak Natuur. Hierin worden vier belangrijke stappen onderscheiden: 1. onderzoek naar flora en fauna; 2. het in kaart brengen van ruimtelijke ontwikkelingen; 3. het beschrijven van kansen; 4. het beschrijven van maatregelen. Een soortenmanagementplan veronderstelt dat er gemanaged wordt. In het geval van de Generieke Aanpak Natuur wordt hiermee een pro-actieve houding van de gemeente bedoeld. Het gaat hierbij om het zodanig organiseren van maatregelen waarmee soortenbescherming duurzaam geborgd wordt, dat de gewenste Groene Groei mogelijk gemaakt wordt. Lees meer in Bijlage 3 over het opstellen van een SMP. Er wordt gestart met een onderzoek naar de beschermde flora en fauna. Bij de effectbeoordeling worden de ruimtelijke ontwikkelingen in kaart gebracht en de kansen beschreven. Alle onderdelen van het SMP beïnvloeden elkaar, maar er wordt gestart met ecologisch onderzoek en geëindigd met het beschrijven van maatregelen. 19

20 Stap 2A: Onderzoek naar beschermde flora en fauna in het plangebied Het onderzoek naar flora en fauna in het plangebied dient het volgende te omvatten: Een begrenzing en beschrijving van plangebied en onderzoeksgebied; Een beschrijving van de onderzoeksmethode ten aanzien van de voorkomende beschermde soorten en potentieel geschikte habitats; Een beschrijving van onderzoeksmateriaal en -omstandigheden; Resultaten van het flora en faunaonderzoek; Een inventarisatie van voorziene ruimtelijke ontwikkelingen met focus op de daaruit voortvloeiende ingrepen/werkzaamheden/activiteiten; Een beoordeling van voorziene effecten van de ingrepen/werkzaamheden/activiteiten op de in de ter plaatse voorkomende flora en fauna; Een beschrijving van de mitigerende en compenserende maatregelen; Conclusie(s) en aanbevelingen; Gebruikte bronnen Lees meer in Bijlage 3 over het onderzoek naar flora en fauna. Het onderzoek naar flora en fauna is de ruggengraat van het soortenmanagementplan. Daarbij zijn gevalideerde data cruciaal voor het interpreteren van de omvang van populaties en de eventuele knelpunten die ontstaan als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen. 20

21 Voorbeeld gemeente Braamberg De gemeente Braamberg wil de gehele gemeente onderzocht hebben ondanks dat er voor de komende 10 jaren slechts twee grote ontwikkelingen voorzien zijn: een industrieterrein en een woonwijk. De gemeente beseft dat het inventariseren op plangebiedniveau (beperkt tot industrieterrein en woonwijk), onvoldoende is om de effecten van die ruimtelijke ontwikkelingen op een complexe soortgroep als vleermuizen te kunnen inschatten. De gemeente Braamberg wil snel een inschatting kunnen maken van de potentieel geschikte leefgebieden van de vleermuissoorten. Hiervoor wordt een globaal onderzoek uitgevoerd waarbij in eerste instantie de kansenkaarten van de GaN benut worden. In het buitenland worden dergelijke geografische vleermuismodellen reeds toegepast. Publicatie in wetenschappelijk vakbladen kan de bruikbaarheid van deze modellen sterk onderbouwen. Door deze potentie-inschatting, gebaseerd op bestaande gegevens van voorkomende flora en fauna in combinatie met gebiedskenmerken, weet de gemeente Braamberg op welke gebieden er nader ingezoomd moet worden. Voor dit nader onderzoek is het vleermuisprotocol richtinggevend. Door dit nader onderzoek beoogt de gemeente Braamberg inzicht te verkrijgen in: - De verspreiding van vleermuissoorten, inclusief kolonies - De concentraties van vleermuizen in de gemeente - De locaties van vaste rust- en verblijfsplaatsen: met name kraamkolonies en winterverblijven Hoewel foerageergebieden en vliegroutes strikt genomen niet beschermd zijn op grond van de Flora- en faunawet, vervullen deze uiteraard cruciale functies voor vleermuizen. 21

22 Stap 2B: Beschrijving ruimtelijke ontwikkelingen Ruimtelijke ontwikkelingen binnen een gemeente zijn geen autonome ontwikkeling, maar vinden plaats ten behoeven van belangen en belanghebbenden. In deze stap gaat het om het in beeld brengen van de verschillende type ruimtelijke ontwikkelingen, met daarbij een analyse van de achterliggende belangen en belanghebbenden. Te denken valt aan zaken als werkgelegenheid, verkeer, recreatie en dergelijke. Er dient daarbij gemotiveerd te worden waarom bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen op een bepaalde locatie nodig zijn en niet op een andere locatie uitgevoerd kunnen worden. Het is voor een gemeente van belang om met de bouw- en recreatiebranche in gesprek te gaan en actief af te stemmen over hun ruimtelijke plannen voor de komende 10 jaren. Behalve onderzoek op gemeentelijk niveau, is het van belang om samen met partijen die grote ruimtelijke ontwikkelingen willen gaan uitvoeren te onderzoeken hoe deze plannen zich het best met de bestaande populaties van beschermde soorten laten verenigen. Omdat deze (private) partijen baat hebben bij betrouwbare natuurgegevens en de toepassing van de Generieke Aanpak, wordt geadviseerd om met deze partijen samen te werken, waarbij de kosten zo efficiënt mogelijk gedeeld kunnen worden. Een dergelijk samenwerkingsverband kan worden bekrachtigd in een convenant waarin concrete doelen en uitvoeringsafspraken worden vastgelegd. Deze convenantpartners zijn actief betrokken in het verdere proces van de Generieke Aanpak Natuur. Deze oplossing ligt in het verlengde van de eisen die de Gewone Dwergvleermuis aan haar leefomgeving stelt, in de het vroegtijdig signaleren van de knelpunten zoals die in deze stap inzichtelijk worden gemaakt en in de kansen die zich voordoen (volgende stap van het SMP). Lees meer in Bijlage 5 over ruimtelijke ontwikkelingen in relatie tot het SMP. 22

23 Voorbeeld gemeente Braamberg Parallel aan het onderzoek naar flora en fauna worden de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen geïnventariseerd. Om invulling te kunnen aan de visie waarin Groene Groei hoog in het vaandel staat, is een inschatting nodig van de impact die de voorziene ruimtelijke ontwikkelingen kunnen hebben op de waargenomen populatie van Gewone dwergvleermuis. Voor de komende 10 jaar zijn twee grote ontwikkelingen voorzien; een industrieterrein en een woonwijk. Deze ontwikkelingen vallen geografisch samen met enkele verblijfsplaatsen en foerageergebieden. Deze functies zullen daardoor verdwijnen waardoor er in de toekomst hinder ondervonden zal worden van de ruimtelijke ontwikkelingen wanneer hier niet op wordt geanticipeerd. Uit de inventarisatie blijkt dat de geplande ontwikkelingen in de gemeente Braamberg een grote impact heeft op één van de vijf kolonies van de Gewone Dwergvleermuis. Er zal een dermate groot deel van deze kolonie dat de kolonie in zijn geheel in de problemen komt. Dit knelpunt moet derhalve opgelost worden. 23

24 Stap 2C: Beschrijving kansen Regeren is vooruitzien. Wanneer bekend is welke delen van de gemeente van belang zijn voor welke soorten, en wanneer de ruimtelijke ontwikkelingen voor een periode van tenminste tien jaar in beeld gebracht zijn, kan vastgesteld worden waar zich duurzame ontwikkelingsruimte voor beschermde soorten bevinden. Deze locaties zijn van groot belang en bieden grote kansen. Wanneer namelijk de populaties niet alleen duurzaam kunnen voortbestaan, maar zich kunnen ontwikkelen, dan ontstaat in de gemeente als geheel meer speelruimte. Concreet: wanneer zich in wijk A een vleermuizenpopulatie ontwikkelt, kan in wijk B, waar zich enkele rust- en verblijfplaatsen bevinden, gemakkelijker een omgevingsvergunning verleend worden, omdat immers de gunstige staat van instandhouding binnen de betreffende gemeente gewaarborgd kan worden. Gemeenten (en hun ontwikkelingspartners) doen er daarom verstandig aan deze kansen, kansrijke locaties en bijbehorende maatregelen zorgvuldig en duidelijk in beeld te brengen. Het benutten van kansen is ook van belang voor het tegengaan van een negatief cumulatief effect. Dit is een langzaam negatief proces dat zeer moeilijk te monitoren is. Lees meer in bijlage 6 over het benutten van kansen in relatie tot het SMP. 24

25 Voorbeeld gemeente Braamberg Kansen doen zich vaker voor dan we ons realiseren. Uit voorgaande SMP-elementen wordt duidelijk welke kansen er liggen voor flora en fauna op het gebied van ruimtelijke inrichting, groenbeheer en gebruik van terreinen. Uit het onderzoek naar flora en fauna in de gemeente Braamberg blijkt dat in de huidige situatie het plangebied van het voorziene industrieterrein de potentie heeft van geschikt foerageer- en verblijfsgebied voor diverse vleermuissoorten. Het feit dat er tijdens het veldonderzoek geen waarnemingen van vleermuizen zijn gedaan, doet daar niet aan af. Desalniettemin informeert de stadsecoloog de landschapsarchitect en de stedenbouwkundige over deze potentie van het gebied voor vleermuizen. Vervolgens wordt een stedenbouwkundig ontwerp gemaakt waarin rekening wordt gehouden met de bestaande ecologische waarden. Daarbij kan de groenstructuur zoveel mogelijk aansluiten op de bestaande structuren. Hiermee kan het potentieel aan geschikt foerageer- en verblijfsgebied voor maar liefst 75% in tact blijven door dit in het ontwerp te integreren. Tevens is het mogelijk met het ontwerp een nieuwe structuur te creëren die voor de Gewone Dwergvleermuis dienst kan doen als foerageergebied. Een belangrijk kans wordt voorts geboden door aandacht te besteden aan het lichtplan. Lichtvoorzieningen bieden bij uitstek kansen om rekening te houden met vleermuizen. Met name een zorgvuldige armatuur-keuze biedt veel mogelijkheden. Waar de groenstructuren door infrastructuur worden doorsneden, zijn potentiële knelpunten niet te vermijden. Door te sturen met licht en groenstructuren kunnen er bij deze toekomstige knelpunten hop-overs gerealiseerd. Door het licht worden de vleermuizen bij het knelpunt geweerd en geleid naar de hop-over waarmee ze veilig de weg over kunnen vliegen. De gemeente Braamberg hanteert een ecologisch groenbeheer. Waar nodig wordt het groen intensief onderhouden, waar mogelijk worden de belangrijkste groenstructuren extensief onderhouden. Dit om zo veel mogelijk rust te creëren voor foeragerende vleermuizen. Ook andere soorten profiteren hier van. Het onderhoud vindt zo veel mogelijk plaats tijdens de winterslaap van de vleermuizen. 25

26 Stap 2D: Beschrijving uit te voeren maatregelen Dit is een belangrijke stap in het Soortenmanagementplan. De uit voorgaande onderdelen voortvloeiende maatregelen dienen hier verzameld en uitgewerkt te worden. Dit totaal aan uit te voeren maatregelen vloeit voort uit de integratie van de drie voorgaande stappen (onderzoek naar flora en fauna, naar ruimtelijke ontwikkelingen en het benutten van kansen). Dit totaaloverzicht van (mitigerende en compenserende) maatregelen wordt bij voorkeur gekoppeld aan een digitale kaart waarop al deze maatregelen worden weergegeven. Hierbij kan per maatregel een realisatiemoment worden vermeld. Bij het uitvoeren van de maatregelen dient altijd zorgvuldig te worden gewerkt. Voor een groot aantal soorten kan hieraan invulling gegeven worden door te handelen overeenkomstig een door het ministerie van EZ goedgekeurde gedragscode. Dit werken conform een gedragscode biedt vrijstelling van de Flora- en faunawet voor de tabel 2- soorten. Voor strenger beschermde soorten zoals vogels en soorten van bijlage IV van de Habitatrichtlijn (waaronder alle vleermuissoorten) is een ontheffing vereist. Bij het beschrijven van de uit te voeren maatregelen, is het cruciaal om te benadrukken dat de uitvoering aan de hand van ecologische werkprotocollen voorbereid dient te worden. Deze ecologische protocollen dienen door een deskundige en specifiek voor de situatie te worden opgesteld. Lees meer in bijlage 7 over het beschrijven van maatregelen in het SMP. 26

27 Voorbeeld gemeente Braamberg De gemeente Braamberg beschrijft in het SMP concreet alle uit te voeren maatregelen. Maatregelen uit het flora en fauna-onderzoek In kaart brengen uitvoeringslocaties mitigerende en compenserende maatregelen; Ecologische waarden vastleggen op kaart (digitaal ontsluiten) en afstemmen met stedenbouwkundige en landschapsarchitect; Onderscheiden welke delen extensief en welke intensief onderhouden gaan worden; Moment van onderhoud vastleggen in RAW-bestekken. Maatregelen uit inventarisatie van ruimtelijke ontwikkelingen Sloop bestaande bebouwing; Kap van enkele bestaande groenelementen en solitaire bomen; Dempen van sloten; Bouwrijp maken grond; Aanleg kabels en leidingen. Maatregelen voortvloeiend uit de kansen Afstemmen met stedenbouwkundige, landschapsarchitect en lichtdeskundige over het opheffen van barrières bij ontsluitingswegen met behulp van hop-overs; Selecteren inheemse (!) boomsoorten, geschikt om als haag te onderhouden; Hagen zo min mogelijk direct aan fietspaden of wegen aanleggen, maar waar mogelijk gescheiden door extensief beheerde grasachtige vegetatie; Vastleggen beheervormen (intensief/extensief) in RAW-bestekken en dit wordt gecommuniceerd met de ondernemersvereniging zodat zij de reden kennen van het gekozen beheer. Zo veel mogelijk vermijden kwetsbare perioden bij plannen uitvoering maatregelen. Opstellen en uitvoeren ecologisch werkprotocol ten behoeve van zorgvuldig werken, indien het onvermijdelijk is om in de kwetsbare periode maatregelen uit te voeren; Vaststellen afspraken over het lichtgebruik; Beleid vaststellen ten aanzien van natuurinclusief bouwen; Vaststellen afspraken over de milieueducatie inzake ruimtelijke ontwikkeling; 27

28 Stap 3: Het aanvragen van een (generieke) ontheffing De in het SMP voorziene ruimtelijke ontwikkelingen kunnen leiden tot het overtreden van de verbodsbepalingen ten aanzien van beschermde soorten. In dat geval is ontheffing van de Flora- en faunawet nodig. Wanneer meerdere ruimtelijke ontwikkelingen verspreid over een langere periode (5 tot 10 jaar) aan de orde zijn, kan het in de rede liggen om een generieke ontheffing aan te vragen. Wanneer het bevoegd gezag een dergelijk ontheffing afgeeft, betekent dat grote zekerheid ten aanzien van het economisch ontwikkelklimaat en borging van de soortenbescherming. Voor de activiteiten waar een ontheffing voor is verleend, hoeft geen natuurtoets in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning te worden uitgevoerd. Daarnaast doen zich een aantal voordelen voor wanneer er volgens de Generieke Aanpak Natuur gewerkt wordt. De toepassing van de Generieke Aanpak kan burgers en bedrijven ontzorgen door: minder belemmeringen voor ruimtelijke ontwikkeling als gevolg van een betere integratie met soortenbescherming; minder vertraging bij de uitvoer van plannen door een betere afstemming binnen de gebiedsgerichte aanpak; lagere kosten; duidelijke spelregels. Bovendien worden gemeenten, provincies en RUD s beter gefaciliteerd door; een gebiedsgerichte aanpak met meer inzicht in de effecten van ruimtelijke ingrepen; het kunnen maken van een betere afweging inzake ruimtelijke plannen en bij het verlenen van omgevingsvergunningen; 28

29 Door het wettelijk toetsingskader (zie hoofdstuk 3) te betrekken bij het opstellen van het SMP, kunnen voorwaarden voor het aanvragen van ontheffingen vroegtijdig worden meegenomen in de wijze van onderzoek. Dit zorgt voor een aanvraag die is afgestemd op het (generieke) toetsingskader van het bevoegd gezag. Dit kan het aanvraagproces versnellen, omdat het bevoegd gezag in minder gevallen de aanvrager om aanvullende informatie zal verzoeken. 29

30 Stap 4: Uitvoeren van maatregelen Bij deze stap staat (de voorbereiding op) de daadwerkelijke uitvoering centraal. Het in het Soortenmanagementplan beschreven proces wordt nu in de praktijk gebracht. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: De (generieke) ontheffing is - indien nodig- verleend; Alle deelnemende partijen voeren de maatregelen waarvoor zij verantwoordelijk zijn zorgvuldig en adequaat uit; De vastgestelde maatregelen en afspraken dienen op de uitvoeringslocaties op schrift aanwezig te zijn; Ecologische werkprotocollen ten aanzien van specifieke handelingen voortvloeiend uit het SMP dienen op de uitvoeringslocaties op schrift aanwezig te zijn; Aan de (Generieke) Ontheffing verbonden voorwaarden worden uitgevoerd; De zorgplicht wordt in acht genomen. Implementatie Generieke aanpak Natuur De Generieke Aanpak Natuurwetgeving betekent in eerste instantie een investering, in onderzoek en de mogelijkheden van aangepaste werkwijze. Daarom is het van belang om het gemeentebestuur enthousiast te maken voor de mogelijkheden ten aanzien van de Generieke Aanpak Natuur. Het bestuur dient vervolgens geïnformeerd te worden over de kosten en de baten, waarna visie en ambitie vastgesteld kunnen worden. Bij de implementatie wordt met alle partijen gecommuniceerd over de verdeling van rollen en de verantwoordelijkheden ten aanzien van de Generieke Aanpak Natuur. Binnen de gemeente (die in veel gevallen de aanvrager van de Generieke Ontheffing zal zijn) worden alle betrokken afdelingen geïnformeerd over de Generieke Aanpak Natuur. Naast informeren worden er ook op afdelingsniveau concrete afspraken gemaakt over rollen en verantwoordelijkheden en krijgen medewerkers specifieke taken toegewezen. Dit is van belang voor de voortgang van het proces. Een afdeling moet niet alleen verantwoordelijk zijn voor onderdeel van het proces maar zich ook verantwoordelijk voelen. De handelingen die voortvloeien uit het SMP moeten worden vertaald naar structuurvisies, ruimtelijk ontwerpen, bestemmingsplannen, ecologische werkprotocollen, beheer en onderhoud, en naar RAW-bestekken etc. Het gemeenschappelijk belang moet worden gecommuniceerd. Uitvoerende partijen (aannemers) worden middels de hierboven beschreven documenten geïnformeerd over de te volgen werkwijze. Bovenstaande wordt formeel bevestigd en schriftelijk vastgelegd door de hoofduitvoerder. Dit in verband met eventuele vanuit bevoegd gezag, monitoring en evaluatie. Belangrijk is dat de beschreven implementatie zoals die beschreven is in het SMP (onder stap 2D: beschrijving van maatregelen) ook daadwerkelijk aantoonbaar wordt uitgevoerd. 30

31 De uitvoering volgt na het opstellen van het SMP en de ontvangen ontheffing, zo blijkt uit het schema van 3.1. De pijl die rechtstreeks vanuit het SMP naar de uitvoering loopt, is van toepassing wanneer er maatregelen uitgevoerd kunnen worden zonder ontheffing; zoals bijvoorbeeld natuurinclusief bouwen (het benutten van kansen!). Voorbeeld gemeente Braamberg De gemeente Braamberg heeft van het bevoegd gezag een Generieke Ontheffing ontvangen. De aan de ontheffing verbonden randvoorwaarden komen overeen met de maatregelen uit het SMP. Dit levert gemeente flinke tijdswinst op. Op het moment dat met het opstellen van het SMP gestart werd, heeft de gemeente het toetsingskader voor ontheffing als randvoorwaarde voor het ecologisch onderzoek en de vastlegging ervan gebruikt. Dit heeft er voor gezorgd dat de maatregelen in het SMP zijn gebaseerd zijn op betrouwbare gegevens, gebaseerd op de door de NDFF gevalideerde gegevens van de gemeente Braamberg. De hierboven genoemde maatregelen die uitgevoerd worden onder deze stap zijn maatregelen voor het benutten van kansen en maatregelen ten behoeve van het mitigeren en compenseren van negatieve effecten. Het implementeren van de Generieke Aanpak Natuur bij de gemeentelijke organisatie als bij de convenantpartners is cruciaal om de uitvoering ervan duurzaam te kunnen borgen. Concreet betekent uitvoering geven aan het SMP dat ruimtelijke ingrepen ten behoeve van ruimtelijke ontwikkeling op een aantoonbare zorgvuldige wijze gebeurt. De gemeente Braamberg heeft ten tijde van het opstellen van het SMP ecologische werkprotocollen laten ontwikkelen voor de meest voorkomende werkzaamheden zodat deze generieke toegepast kunnen worden. Vervolgens zijn deze generieke ecologische werkprotocollen op maat gemaakt voor de specifieke omstandigheden. Deze aanvulling is op het formulier van het protocol ingevuld. De inrichtingswerkzaamheden zoals het kappen van bomen, het slopen van bebouwing en het dempen van sloten wordt op de minst kwetsbare momenten uitgevoerd. Deze werkzaamheden, die onder het bouwrijp maken van de grond vallen, worden begeleid door een deskundige op het gebied van ecologie (dit kan een stadsecoloog zijn of een ecologisch medewerker van een ecologisch adviesbureau). Deze ecologische begeleiding heef de gemeente Braamberg geregeld op het moment dat bekend werd dat er gestart zou worden met de start van de aanleg van het industrieterrein. 31

32 Toen de gemeente Braamberg begon met het schrijven van een SMP in het kader van de Generieke Aanpak Natuur was gemeente zich er van bewust dat deze nieuwe aanpak alleen slagingskans had wanneer deze in de organisatie geïmplementeerd zou worden. Bij het uitvoeren van alle fysieke maatregelen is het uitvoeren van het implementatieproces minstens zo belangrijk. De gemeente is zich er bewust van dat dit proces een cultuuromslag teweeg zal brengen en dat er enige tijd overheen gaan voordat dit ingebed is de gemeentelijke organisatie. Foto: Werkzaamheden ten behoeve van natuurontwikkeling en de ontsluiting daarvan dienen zorgvuldig te worden uitgevoerd. 32

33 Stap 5: Toezicht houden en Handhaven Het bevoegd gezag voor de verlening van de ontheffing, is verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van de ontheffingsvoorwaarden door de ontheffinghouder. Het bevoegd gezag voor het verlenen van ontheffingen op grond van de Flora- en faunawet is de Minister van Economische Zaken. De ontheffinghouder van de Generieke Ontheffing (in de situatie zoals beschreven in dit document is dat de gemeente) is verantwoordelijk voor het naleven van de voorwaarden uit de ontheffing. Het is aan de gemeente om over deze naleving afspraken te maken met andere partijen, bijvoorbeeld in het kader van een convenant van de Generieke Aanpak Natuur. Een ontheffing is een persoongerichte beschikking. Dit betekent dat een derde (iemand anders dan de ontheffinghouder) geen gebruik kan maken van die ontheffing. Daarvoor zal de ontheffing de mogelijkheid moeten bieden dat de ontheffinghouder derden kan machtigen. De aanvrager van ontheffing blijft verantwoordelijk voor de naleving van de ontheffing. Als de derde de voorwaarden uit ontheffing overtreedt, zal de ontheffinghouder hier door het bevoegd bestuursorgaan op worden aangesproken. Om die reden zal de ontheffinghouder de machtiging willen vastleggen in een privaatrechtelijke overeenkomst. De instrumenten die de ontheffinghouder heeft om de derde aan te spreken op het niet houden aan de ontheffing/overeenkomsten beperken zich dan ook tot de privaatrechtelijke mogelijkheden. Houdt de derde zich niet aan de overeenkomst, dan kan de ontheffinghouder bijvoorbeeld de overeenkomst ontbinden. Het gevolg daarvan is dat de derde door het bevoegd gezag (nu: DR, toekomst: provincie) dan niet meer aangesproken zal worden op het overtreden van de voorwaarden uit de ontheffing, maar op het werken zonder een ontheffing. Wel is het natuurlijk mogelijk dat de aanvrager van de omgevingsvergunning zijn aanvraag (voor zover het over flora en fauna gaat) baseert op het soortenmanagementplan, los van een eventuele generieke ontheffing: het gaat dan om een aparte omgevingsvergunning met een verklaring van geen bedenkingen of een aparte ontheffing op grond van de Flora- en faunawet. 33

34 Werkwijze Er wordt gecontroleerd op de randvoorwaarden uit de Generieke Ontheffing; Er wordt gecontroleerd op de uitvoering van de ecologische werkprotocollen; Er wordt gecontroleerd op de uitvoering van maatregelen zoals genoemd onder de stap Uitvoering van maatregelen hierboven; De werkwijze is overeenkomstig die van het controleren van afgegeven vergunningen; Het gemeentelijk apparaat is vanuit haar vergunningverlenende rol ingericht op het toezicht houden en het handhaven van voorwaarden die in vergunningen worden genoemd. Het toezicht houden en het handhaven van de voorwaarden die in de Generieke Ontheffing worden genoemd zijn in werkwijze hetzelfde. Schema De controle vindt plaats op het naleven van de beschreven maatregelen in het SMP. De bevindingen van dit proces worden teruggekoppeld aan het SMP. Het SMP is dan niet meer alleen een fysiek document, maar een digitaal pakket dat in ontwikkeling is en blijft. Zie het schema in 3.1. Voorbeeld gemeente Braamberg De gemeente houdt toezicht op de naleving van het SMP en op de naleving van de Generieke Ontheffing. Hiervoor hebben de ambtenaren een cursus groene handhaving gevolgd. Omdat de provincies veel ervaring hebben met groene handhaving zijn er in verband met het implementatieproces ook bijeenkomsten met de provincie georganiseerd waarna in het veld de theorie in praktijk werd gebracht. De spin-off was dat er meer begrip en waardering ontstond voor elkaars werk en dat specifieke kennis op effectieve wijze opgedragen werd. De gemeente Braamberg heeft de controle op de naleving van de Generieke Aanpak Natuur geïmplementeerd in haar organisatie. Niet alleen op afdelingsniveau, maar ook op medewerkerniveau zijn er concrete afspraken gemaakt over rollen, verantwoordelijkheden en taken ten aanzien van de naleving op de Generieke Aanpak Natuur. Er wordt gecontroleerd op: De naleving van het SMP / voorwaarden uit de (Generieke) Ontheffing Zorgvuldig handelen bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen 34

35 Stap 6: Monitoring De initiatiefnemer van de Generieke Aanpak Natuur zal willen weten of de voorgenomen maatregelen ook de verwachte effecten zullen hebben. De uitvoering van de Generieke Aanpak Natuur dient dus gemonitoord te worden. Dit is zelfs noodzakelijk als op basis van de Generieke Aanpak Natuur een ontheffing van de Flora- en faunawet is verleend. Uitgangspunten Het moment van monitoring dient bekend te zijn; Vastgesteld is wat de consequenties (kunnen) zijn wanneer uit de monitoring blijkt dat de uitgevoerde maatregelen niet het gewenste effect hebben. Aanvrager en eventuele deelnemende partijen zijn hiermee bekend; Aanvrager en eventuele deelnemende partijen zijn bekend met de consequenties dat wanneer uit de monitoring blijkt dat de gunstige staat van instandhouding van een bepaalde beschermde soort in het onderzoeksgebied niet gunstig blijkt te zijn. Werkwijze Het Flora en Faunaonderzoek naar beschermde soorten wordt in deze stap opnieuw uitgevoerd. De resultaten worden vergeleken met de uitkomsten van het Flora en Faunaonderzoek dat in het kader van het Soortenmanagementplan is uitgevoerd. Periodiek (bijvoorbeeld jaarlijks) wordt er een voortgangsrapportage geleverd met daarin de verantwoording en voortgang van ruimtelijke ontwikkelingen. Een overzicht van de uitgevoerde mitigerende en compenserende maatregelen vormt daar een onderdeel van. Voorbeeld gemeente Braamberg De gemeente laat in het vierde jaar na aanvang van de Generieke Aanpak Natuur een monitoring uitvoeren. Bij de monitoring geeft de gemeente Braamberg aan welke methodiek er wordt gebruikt. Een logboek met incidenten en wijzigingen in het project is daarbij een belangrijk onderdeel. Hierbij monitoort de gemeente de volgende aspecten: De gunstige staat van instandhouding van de beschermde flora en fauna; De effectiviteit van de gerealiseerde voorzieningen ten behoeve van mitigatie en compensatie; Het proces van de Generieke Aanpak Natuur binnen de gemeentelijke organisatie; Het proces van de Generieke Aanpak Natuur met de convenantpartners; Het cumulatief effect van kleine effecten (die elk afzonderlijk niet tot nauwelijks meetbaar zijn) 35

36 Stap 7: Evaluatie Gedurende de looptijd en aan het einde van de Generieke Aanpak kan het in de rede liggen om een evaluatie uit te voeren. In het geval de Generieke Aanpak Natuur de basis vormt voor een ontheffing, dan kan een evaluatie aanleiding vormen tot aanpassing van de ontheffing inclusief voorwaarden. De evaluatie dient inzicht te geven in: De werking van de uitgevoerde mitigerende en compenserende maatregelen; De staat van instandhouding van de beschermde soorten in het onderzoeksgebied; De werking van het proces van de Generieke Aanpak met de deelnemende partijen. Schema De evaluatie in het processchema van de Generieke Aanpak volgt na de monitoring (3.1). Voorbeeld gemeente Braamberg De gemeente evalueert de Generieke Aanpak Natuur. Hiervoor worden de monitoringsrapportages en de tussentijdse bevingdingen gebruikt. Voor het evalueren wordt een externe organisatie ingezet om schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. 36

37 Hoofdstuk 4 vereisten aanvragen ontheffing Dit hoofdstuk zet kort en in algemene termen uiteen wat de vereisten zijn om ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen en te kunnen verlenen. Deze informatie is derhalve ook sterk richtinggevend voor het aanvragen van een generieke ontheffing. Om de criteria voor ontheffingverlening helder te kunnen schetsen, wordt eerst het kader waarmee de Flora- en faunawet dier- en plantensoorten beoogt te beschermen, samengevat. Voor detailinformatie met betrekking tot het aanvragen van een generieke ontheffing kan contact opgenomen worden met Dienst Regelingen. Op de website van Dienst Regelingen (het DR-loket) is meer informatie te vinden over de Flora- en faunawet, ontheffingen (inclusief digitaal aanvraagformulier), alsmede over de omgevingsvergunning. Op termijn zal specifieke informatie over het aanvragen van een generieke ontheffing beschikbaar komen. 4.1 Beschermingsregime Flora- en faunawet De Flora- en faunawet identificeert welke dier- en plantensoorten als beschermd worden aangemerkt. Vervolgens formuleert de Flora- en faunawet welke handelingen verboden zijn ten aanzien van deze beschermde soorten, de verbodsbepalingen. Hierop kunnen uitzonderingen gemaakt worden, waarbij afhankelijk van het beschermingsniveau van de soort, één of meer criteria gelden om ontheffing te kunnen verlenen. Dit hoofdstuk focust op de mogelijkheid van ontheffingverlening. Over zaken als vrijstelling voor algemene soorten en de vrijstelling waaraan de gedragscode Flora- en faunawet is gekoppeld, biedt het DR-loket adequate informatie. 4.2 Beschermde soorten De beschermde dier- en plantensoorten worden doorgaans onderverdeeld in 3 tabellen: Tabel 1-soorten zijn algemeen voorkomende soorten; Tabel 2- soorten zijn noch algemeen (tabel 1), noch streng beschermd (tabel 3); Tabel 3-soorten zijn streng beschermd soorten, bestaande uit: - dier- en plantensoorten opgenomen in bijlage IV van de EU-Habitatrichtlijn; - dier- en plantensoorten opgenomen in bijlage 1 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten 37

Generieke Aanpak Natuur & Soortenmanagementplannen

Generieke Aanpak Natuur & Soortenmanagementplannen Generieke Aanpak Natuur & Soortenmanagementplannen 15.11.2013 Symposium Vleermuizen in de Stad Maarten Kaales Inhoud 1. Generieke Aanpak Natuur 2. Soortenmanagementplannen 3. Financiering... Tijd: Doel:

Nadere informatie

Wnb in de praktijk. Soortenmanagementplannen, natuurinclusief bouwen en de gebiedsgerichte aanpak natuur.

Wnb in de praktijk. Soortenmanagementplannen, natuurinclusief bouwen en de gebiedsgerichte aanpak natuur. Wnb in de praktijk Soortenmanagementplannen, natuurinclusief bouwen en de gebiedsgerichte aanpak natuur. Waarom een soortenmanagementplan? Op weg naar een natuurinclusieve samenleving! Met het verduurzamen

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM

INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM INVENTARISATIE VLEERMUIZEN DE WEID WALSTRO 3 CASTRICUM LUPGENS EN PARTNERS BV / CAREOS GROEP 15 oktober 2012 076649227:0.3 B01043.200918.0200 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doel... 3

Nadere informatie

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) 5 november 2011 Wat doen DR en DLG Dienst Regelingen is namens

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Van onderzoek via gebiedsontheffing tot uitvoering

Van onderzoek via gebiedsontheffing tot uitvoering Van onderzoek via gebiedsontheffing tot uitvoering Mischa Cillessen Stadsecoloog gemeente Tilburg Docent groene wetten Academie voor Openbaar Bestuur Docent ontwerpen Inholland Delft Gerard Smit Bureau

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Dienst Regelingen Team Natuur. Conny Krutzen Martijn van Opijnen

Dienst Regelingen Team Natuur. Conny Krutzen Martijn van Opijnen Dienst Regelingen Team Natuur Conny Krutzen Martijn van Opijnen Vleermuizen in de stad 4 september 2012 In deze presentatie 1. Over Dienst Regelingen 2. Flora- en faunawet, Wabo 3. Vleermuizen en de wet

Nadere informatie

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen 17 juli 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Op weg naar een nieuwe wet natuurbescherming

Op weg naar een nieuwe wet natuurbescherming Op weg naar een nieuwe wet natuurbescherming Natuurwetgeving in de praktijk deel soortenbescherming Maarten Kaales VNG Congres, Ede / 17.02.2016 Waar gaan we het over hebben? Context Hoe was het / wat

Nadere informatie

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Cursus ontheffingverlening soortenbescherming onder de Wet natuurbescherming - introductie

Cursus ontheffingverlening soortenbescherming onder de Wet natuurbescherming - introductie Cursus ontheffingverlening soortenbescherming onder de Wet natuurbescherming - introductie Doelgroep: medewerkers provincie en omgevingsdiensten Opdrachtgever: Ministerie van Economische Zaken Najaar 2016,

Nadere informatie

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 08-11-2008 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Kenmerk: vlm2008/10

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 10-10-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/10.10 Versie: Definitief

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer.toek.js Betreft

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 27 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bergstra,

Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 27 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bergstra, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora 6 8934 CJ LEEUWARDEN Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl.toek.kg

Nadere informatie

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016

PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 PROJECTPLAN ONTHEFFING AANSLUITING A9 - HEILOO Provincie Noord-Holland 16 DECEMBER 2016 Contactpersonen IRIS BAIJENS Arcadis Nederland B.V. Postbus 264 6800 AG Arnhem Nederland 2 INHOUDSOPGAVE ONDERBOUWING

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden 19 augustus 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 19 augustus 2013 ZOON

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter Datum: 15-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt

DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt MILIEUADVIES aan t.a.v. opsteller Gemeente De Bilt W. Zweverink D. Storm telefoon 088 022 50 00 datum 17 juli 2014 kenmerk onderwerp DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg

Nadere informatie

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check Saksen Weimar fase 5 en verder Arnhem, 11 december 2014 P a g i n a 2 Colofon Titel : Saksen Weimar fase 5 Subtitel : Projectnummer : 14.125 Datum : 11 december 2014 Veldonderzoek : T. Kooij Auteur(s)

Nadere informatie

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí Ondernemend Nederland > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Midden-Delfland P.A. van den Heuvel Postbus 1 2636 ZG SCHIPLUIDEN GEMEENTE üntv.bev. Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl

Nadere informatie

In het kader van de Flora- en faunawet

In het kader van de Flora- en faunawet In het kader van de Flora- en faunawet In opdracht van Contactpersoon AAS Groningen Dhr. A. van Delft Datum 30 maart 2016 Offerte nummer OF16138-01 Contactpersoon M.T. Berghuis Telefoon 06 113 93 111 E-mail

Nadere informatie

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP

NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP NATUURONDERZOEK A9 BADHOEVEDORP Vleermuizen vliegroutes en foerageergebied Eindrapport Adviesbureau E.C.O. Logisch Nieuwerkerk a/d IJssel, 16-11-2016 VERANTWOORDING Opdrachtgever: Aveco de Bondt Contactpersoon:

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Hoofdstuk 3, ontheffing soorten overig Datum besluit : 4 mei 2017 Onderwerp : Wet natuurbescherming - 2017-000741 - gemeente

Nadere informatie

Gemeente Purmerend. 16 december Dit is een automatisch gegenereerd document.

Gemeente Purmerend. 16 december Dit is een automatisch gegenereerd document. Gemeente Purmerend 16 december 2015 Dit is een automatisch gegenereerd document. 1. Inleiding In Nederland zijn flora en fauna beschermd door de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998. Initiatiefnemers

Nadere informatie

Bijeenkomst provincie Noord-Holland 15 december 2014 Samen aan de slag met de natuur

Bijeenkomst provincie Noord-Holland 15 december 2014 Samen aan de slag met de natuur Bijeenkomst provincie Noord-Holland 15 december 2014 Samen aan de slag met de natuur Op 15 december 2014 organiseerde de provincie Noord-Holland de bijeenkomst Samen aan de slag met de natuur. Overheidsorganisaties

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe

Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe Vleermuisonderzoek Locatie Zorgcentrum De Klaarbeek te Epe projectnr. 181571 Definitief 1 oktober 2008 Opdrachtgever Woonzorg Nederland Business Unit Projectontwikkeling Postbus 339 1180 AH AMSTELVEEN

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Cowporation B.V. T. Dekker Hertzweg 3 2952 BA ALBLASSERDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer.toek.sg Betreft

Nadere informatie

De kapvergunning en de Flora- en faunawet

De kapvergunning en de Flora- en faunawet De kapvergunning Wanneer nodig? De kapvergunning en de Flora- en faunawet Frank Warendorf jurist Bomenstichting Dwarsdoorsnede van de stam van 10 cm op 1,3 m hoogte = gangbare norm in stedelijke gebieden

Nadere informatie

Soortenbescherming. Buitenevenementen

Soortenbescherming. Buitenevenementen Soortenbescherming en Buitenevenementen Bron www.drloket.nl Flora en faunawet en buitenevenementen Bron www.drloket.nl Pagina 1 Buitenevenementen Wilt u een evenement in de buitenlucht organiseren? Dan

Nadere informatie

memo mitigatieopgave vleermuizen Stationsweg te Wezep.

memo mitigatieopgave vleermuizen Stationsweg te Wezep. memo aan: van: ons kenmerk: RVG Development B.V. SAB GER/ZON/100637 datum: 6 december 2013 betreft: mitigatieopgave vleermuizen Stationsweg te Wezep. AANLEIDING Aan de stationsweg in Wezep (Gemeente Oldebroek)

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Opdrachtgever : DG Groep Rapporteur : R. van der Kuil Status : concept Datum : 27 augustus 2011 Stichting CREX Boekenburglaan 54 2215 AE Voorhout 06-48410531

Nadere informatie

Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen

Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen In het kader van de Flora- en faunawet In opdracht van: De Woningstichting Activiteitenplan Patrimonium, Wageningen RA13343-01 2 Colofon Tekst, foto's en samenstelling

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik

Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik Aan Witteveen+Bos De heer W.B. Roosen Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 16-265 concept 14 september 2016 Betreft Vleermuisonderzoek Vlietsingel, Medemblik Omschrijving Inleiding

Nadere informatie

Océ-Technologies B.V. R.W.R. Rutten Postbus MA VENLO. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op de aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Océ-Technologies B.V. R.W.R. Rutten Postbus MA VENLO. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op de aanvraag Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Océ-Technologies B.V. R.W.R. Rutten Postbus 101 5900 MA VENLO Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39 ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer

Nadere informatie

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet BEM1605644 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 28-11-2016 ZK16004958 Beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora-

Nadere informatie

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg

Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s- Heerenberg In opdracht van: SAB BV Oktober 2014 Vleermuisinventarisatie aan de Hofstraat te s-heerenberg Colofon: J.H.S. Rijsdijk MSc Natuurkompas Ecologisch

Nadere informatie

Staat van Instandhouding bepalen. & de rol van vrijwilligers

Staat van Instandhouding bepalen. & de rol van vrijwilligers Staat van Instandhouding bepalen & de rol van vrijwilligers Foto: Erik Korsten Herman Limpens namens vleermuisteam Wnb: verbodsbepalingen 3.2. Beschermingsregime soorten Habitatrichtlijn Artikel 3.5 1.Het

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 30-08-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/30.08 Versie:

Nadere informatie

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus 95089 1090 HB AMSTERDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof 75 3151 GC HOEK VAN HOLLAND Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel

Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel Vleermuisonderzoek Houtakker II te Bemmel Gemeente Lingewaard 2 oktober 2008 Eindrapport 9T7382 Entrada 301 Postbus 94241 1090 GE Amsterdam +31 (0)20 569 77 00 Telefoon Fax info@amsterdam.royalhaskoning.com

Nadere informatie

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden Quickscan Flora- en Faunawet t.b.v. sloop Opstallen Oude Maasstraat 18 gemeente Uden Zaaknummer:Ecologisch 253720 Adviesbureau Ettema december 2015 Behoort bij besluit van het College van burgemeester

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

!  # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, .,,,,,! ! " # $! % & %(#(#%) *+,,, &-,".,,,,! 1 Inleiding Het plangebied is gelegen op de hoek van het perceel Werkensedijk 69 en de Monnikenhoef te Werkendam. Ter plaatse is in de huidige situatie een voormalig

Nadere informatie

Albert Vliegenthart De Vlinderstichting

Albert Vliegenthart De Vlinderstichting Vlinders van A naar beter Albert Vliegenthart De Vlinderstichting Wet- en regelgeving Natuurwet wel of geen problemen? Omgevingswet komt er aan Gedragscodes - Rijksverantwoordelijkheid Handhaving - flexibiliteit

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477 Notitie Quickscan natuuronderzoek Parallelweg 9 in Neede In het kader van de Flora- en faunawet Dit rapport is gedrukt op 100% FSC-papier oktober rapportnr: 13477 In opdracht van: Gemeente Berkelland Postbus

Nadere informatie

De Wet natuurbescherming

De Wet natuurbescherming Consequenties voor gemeenten De Wet natuurbescherming Omgevingsdienst West-Holland, Leiden, 28-1-2016 Wim Heijligers m.m.v. Vincent Wisgerhof Opbouw presentatie 1. Natuurbeschermingswetgeving; bescherming

Nadere informatie

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel) Het belang voor de fauna van bestemmingsplan Hasselt binnen de veste Versie 1 25 november 2008 Zoon buro voor ecologie Colofon Titel Ondertitel Opdrachtgever

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan 15 3708 DM ZEIST Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42

Nadere informatie

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade 34 3371 EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade 34 3371 EP HARDINXVELD GIESSENDAM > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade 34 3371 EP HARDINXVELD GIESSENDAM Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl

Nadere informatie

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan 627 2533 BG DEN HAAG Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning

Nadere informatie

Doel. Wat is jullie voorkennis? Natuurwetgeving verbindt

Doel. Wat is jullie voorkennis? Natuurwetgeving verbindt Natuurwetgeving verbindt Roland-Jan Buijs Buijs Eco Consult B.V. i.s.m. Raymond van Breemen Gemeente Breda Doel Inzicht in de Flora- en faunawet Vertaling wetgeving naar praktijk door proactief handelen

Nadere informatie

6 Flora- en fauna quickscan

6 Flora- en fauna quickscan 6 Flora- en fauna quickscan 6.1 Verantwoording 6.1.1 Literatuuronderzoek Om inzicht te krijgen in de actuele gegevens in het projectgebied zijn gegevens geraadpleegd via websites van onder andere de Vlinderstichting

Nadere informatie

Wet Natuurbescherming veranderingen bij gemeenten

Wet Natuurbescherming veranderingen bij gemeenten Wet Natuurbescherming veranderingen bij gemeenten Lezing Aardhuissymposium (KNBV en Kroondomein het Loo) 3 maart 2016, Mirjam Broekmeyer, Alterra WUR Wet natuurbescherming Wat verandert er voor gemeenten?

Nadere informatie

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus 233 7400 AE DEVENTER Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing

Nadere informatie

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN Broedvogels & vleermuizen Adviesbureau E.C.O. Logisch Nieuwerkerk a/d IJssel, 14-2-2017 VERANTWOORDING Opdrachtgever: Gemeente Voorschoten Contactpersoon: R. Pitlo Adres: Leidseweg

Nadere informatie

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus 70012 3000 KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus 70012 3000 KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus 70012 3000 KP ROTTERDAM Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042

Nadere informatie

Corsanummer:

Corsanummer: Corsanummer: 1700057079 Op 1 mei 2017 zijn bij de raadsgriffie vragen binnen gekomen van de heer Jelle Kort van de fractie GroenLinks gericht aan de voorzitter van de Raad op grond van ex artikel 38 van

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: ( Naast) Elststraat 2, te Rosmalen Gemeente s-hertogenbosch Opdrachtgever: De heer P. van Hooft Projectnummer: PS.2016.618 Datum: 9 augustus 2016 Pasmaat

Nadere informatie

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus 200 1300 AE ALMERE Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Datum 18 augustus 2016 Betreft

Nadere informatie

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg.

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg. memo aan: van: ons kenmerk: Gemeente Montferland SAB ZON/GEST/140400 datum: 20 januari 2015 betreft: vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis'

Nadere informatie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Samenvatting quickscan natuurtoets Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland > Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Provincie Noord-Holland p/a Omgevingsdienst noordzeekanaalgebied Postbus 40225 Postbus

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM

SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM FLORA- EN FAUNADOSSIER SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM 3 maart 2014 dr. M. Kuiper NatuurBeleven bv. Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen 020-4727777 info@natuurbeleven.nl Inhoud 1. Aanleiding... 3 2.

Nadere informatie

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch, > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle J. Bosch Buntlaan11 3941 MG DOORN Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Kenmerk

Nadere informatie

Wet natuurbescherming: Lust of last? Symposium Ecologie & de praktijk 16 maart 2017 Eindhoven

Wet natuurbescherming: Lust of last? Symposium Ecologie & de praktijk 16 maart 2017 Eindhoven Wet natuurbescherming: Lust of last? Symposium Ecologie & de praktijk 16 maart 2017 Eindhoven Sander Hunink Inleiding Sinds 1 januari 2017: Wet natuurbescherming Voornaamste doel: Waarborg van de bescherming

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus 250 2501 CG S GRAVENHAGE Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl.toek.ct Betreft

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer Afdeling Milieu, Realisatie en Mobiliteit Postbus AL BOXMEER. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Gemeente Boxmeer Afdeling Milieu, Realisatie en Mobiliteit Postbus AL BOXMEER. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Gemeente Boxmeer Afdeling Milieu, Realisatie en Mobiliteit Postbus 450 5830 AL BOXMEER Ondernemend Nederland Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088

Nadere informatie

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen 7 7773 NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen 7 7773 NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen 7 7773 NM HARDENBERG Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer

Nadere informatie

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat 21 3811 WD AMERSFOORT Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH)

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) september 2009

Nadere informatie

2. Wet- en regelgeving en gemeentelijk groenbeleid. Quickscan Sloop & nieuwbouw in het Marco Poloplantsoen

2. Wet- en regelgeving en gemeentelijk groenbeleid. Quickscan Sloop & nieuwbouw in het Marco Poloplantsoen Quickscan Sloop & nieuwbouw in het Marco Poloplantsoen Projectnaam: SPVE Scholen- en Voorzieningencluster Kanaleneiland Zuid Opdrachtgever: Mark Kauw via Helen Verouden Auteur: Gitty Korsuize Dienst/afdeling:

Nadere informatie

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen

Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Inhoud Rapport en bijlagen 21 juli 2010 Projectnummer 015.36.02.71.00 I n h o u d s o

Nadere informatie

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter, > Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Gemeente Breda Postbus 90156 4800 RH BREDA Postbus 40225 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Nadere informatie

Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk. Gemeente Culemborg

Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk. Gemeente Culemborg Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk Vleermuizenonderzoek De Hond/Bloemenwijk Datum: Oktober 2009 Projectgegevens: NAT02-CUL00032-01a Postbus 435 5240 AK Rosmalen T (073) 523 39 00 F (073) 523 39

Nadere informatie

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter

Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter Notitie Aanvullend vleermuizenonderzoek bedrijventerrein Rijssen- Enter Auteurs: ing. M. Wallink Project: 06307 Datum: 10 september 2007 Status: definitief ecogroen advies bv Postbus 625, 8000 AP Zwolle

Nadere informatie

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw

Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Rapportage onderzoeken vleermuizen, huismus en gierzwaluw Varikse Driehoek te Heerewaarden Datum : 1 september 2015 Projectnummer : 15-0092 Opdrachtgever : Woonstichting De kernen, Korenstraat 1, 5321

Nadere informatie

Beschermde soorten rond Wilhelminastraat Vianen (U)

Beschermde soorten rond Wilhelminastraat Vianen (U) Beschermde soorten rond Wilhelminastraat Vianen (U) 24 december 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Beschermde soorten rond Wilhelminastraat Vianen (U) Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M.Zoon

Nadere informatie

Ontheffing Wet natuurbescherming

Ontheffing Wet natuurbescherming Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Ontheffing Wet natuurbescherming Art. 3.5, lid 4 Centrale Zandwinning Weert B.V. te Weert Zaaknummer: 2018-204077 Kenmerk: 2019/2805 Datum besluit: 10 januari

Nadere informatie

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan 3 2182 LA HILLEGOM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl.toek.ct Betreft Toekenning

Nadere informatie

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein 5 8121 BM OLST Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning

Nadere informatie