In het kader van de Flora- en faunawet

Transcriptie

1 In het kader van de Flora- en faunawet In opdracht van Contactpersoon AAS Groningen Dhr. A. van Delft Datum 30 maart 2016 Offerte nummer OF Contactpersoon M.T. Berghuis Telefoon Figuur titelblad Dienst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn, 2016.

2 De initiatiefnemer is voornemens om in Oosterhesselen een AZC te realiseren. Hiervoor wordt een bestaand gebouw gerenoveerd, en deels gesloopt. Tevens worden op het terrein woonunits gerealiseerd. Uit een ecologische potentie-inschatting van bureau Eelerwoude (december, 2015) is gebleken dat in het plangebied nader onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter moet plaatsvinden. Het plangebied betreft het voormalig conferentieoord Overcinge De Klencke aan de Witte Zand 18, Oosterhesselen, gelegen in gemeente Coevorden (Drenthe). De begrenzing van het plangebied is op de titelpagina met rood aangegeven. Door middel van dit onderzoek wordt bepaald welke vleermuissoorten en functies hiervan in het plangebied aanwezig zijn. Tevens wordt middels dit onderzoek bepaald of in het plangebied een steenmarter voorkomt en welke functie het plangebied voor deze soort heeft. Ook wordt gekeken of de ingreep een negatieve invloed hierop heeft. Uit deze beoordeling volgt een toetsing aan de Floraen faunawet. Deze toetsing resulteert in de conclusie of de ingreep wel of niet strijdig is met de Floraen faunawet. De inventarisatie wordt uitgevoerd volgens het vleermuisprotocol 2013 zoals dat door Gegevensautoriteit Natuur vastgesteld is. Werken volgens dit protocol geeft een grote mate van zekerheid dat het onderzoek van voldoende kwaliteit is om een eventuele ontheffingsaanvraag te onderbouwen. Op grond van ligging en aard van het plangebied is het noodzakelijk onderzoek te doen in de volgende perioden: mei - juli: vaststellen aanwezigheid kraam- en zomerverblijfplaatsen. 2. augustus - september: vaststellen paarverblijfplaatsen. 3

3 3. december februari: vaststellen winterverblijfplaatsen in boomholtes (dit is alleen nodig indien blijkt dat er toch bomen worden gekapt waar holten in zitten of loszittend schors aanwezig is). Gedurende periode 1 en 2 zal een persoon met behulp van een batdetector (type: Petterson D240x) en opnameapparatuur de betreffende onderzoeklocatie op vleermuizen inventariseren. Het plangebied wordt gedurende periode 1 tweemaal s avonds en tweemaal s ochtends geïnventariseerd, dit gezien de omvang van het plangebied. Tussen deze bezoeken dient een tussenperiode van dagen gehanteerd te worden. Tijdens periode 2 wordt het plangebied tweemaal s avonds, ruim na zonsondergang, geïnventariseerd. Tussen deze bezoeken dient een tussenperiode van dagen gehanteerd te worden. Er wordt alleen geïnventariseerd wanneer het weer daartoe voldoende geschikt is. Alle waarnemingen worden direct in een PDA met GPS in het veld opgeslagen. De waarnemingen worden na goedkeuring opgenomen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). Onderzoek naar overwinterende vleermuizen in spouwmuren wordt niet uitgevoerd. Het is met de huidige methoden namelijk niet mogelijk de binnenzijde van spouwmuren te inspecteren op de aanwezigheid van vleermuizen. Op grond van zwermende gewone dwergvleermuizen rond middernacht in de zomer en paarverblijfplaatsen in het najaar wordt een inschatting gemaakt of winterverblijfplaatsen aanwezig zijn. Indien blijkt dat toch bomen met holten en/of loszittend schors moeten worden gekapt dan moet er in de periode december februari aanvullend onderzoek naar overwinterende vleermuizen in boomholtes worden uitgevoerd. Tijdens dit bezoek worden de holtes en het loszittend schors met een boomcamera geïnspecteerd. Onderzoek naar de steenmarter kan gedurende het gehele jaar worden uitgevoerd. Om met een grote mate van zekerheid de aan- of afwezigheid van de steenmarter in het plangebied vast te kunnen stellen wordt geadviseerd om gebruik te maken van cameravallen. De cameravallen kunnen voorafgaand aan het eerste veldbezoek voor vleermuizen op geschikte locaties worden geplaatst. Tijdens het laatste veldbezoek voor het vleermuisonderzoek worden deze weer uit het veld verwijderd. Tijdens elk veldbezoek voor het vleermuisonderzoek worden de kaarten uitgelezen en worden de foto s beoordeeld op aan- of afwezigheid van steenmarters. Na de uitvoering van de veldbezoeken wordt een rapportage opgesteld. Hierin wordt kort ingegaan op methode, resultaten en conclusies van het onderzoek. Tevens wordt ingegaan op de consequenties met betrekking tot de Flora- en faunawet. Wanneer de plannen een negatief effect op verblijfplaatsen of essentiële vliegroute(s) dan wel foerageergebied hebben, dient een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden. Voor het krijgen van een ontheffing moet vrijwel altijd een mitigatieplan opgesteld en 4

4 uitgevoerd worden. In een dergelijk mitigatieplan staan mitigerende en compenserende maatregelen omschreven welke negatieve effecten op vleermuizen kunnen voorkomen dan wel verzachten. De te nemen mitigatie- en compensatiemaatregelen zijn vooral afhankelijk van de situatie ter plekke. De ervaring leert dat effectieve maatregelen vooral goed tot stand komen in nauw overleg met de betrokken partijen. Derhalve worden geen compensatie en mitigatie maatregelen in de rapportage beschreven. Deze zijn gedeeltelijk al beschreven in een notitie (Berghuis, 2016; NO ). De conceptrapportage wordt in digitale vorm (PDF) aangeleverd. De eindrapportage kan desgewenst voor 25,- per stuk als hard copy geleverd worden. Wanneer gunning uiterlijk op 15 april 2016 plaatsvindt, is de tijdsplanning als volgt: Tabel 1. Tijdsplanning: in de groene balkjes staan de betreffende weeknummers*. apr mei Jun jul aug sep okt nov Veldbezoeken kraamverblijfplaats en steenmarter Veldbezoek paarverblijfplaatsen en steenmarter Opleveren conceptrapportage 37 Opleveren eindrapportage 38 Definitieve afronding 39 *Indien blijkt dat er toch bomen worden gekapt met loszittend schors of holten dan moeten deze in de winter worden gecontroleerd op overwinterende vleermuizen, waardoor de looptijd van het onderzoek langer wordt. De datum voor het opleveren van de eindrapportage is afhankelijk van de termijn waarmee de opdrachtgever eventuele opmerkingen aanlevert. De eindrapportage wordt uiterlijk een week na eventuele opmerkingen van de opdrachtgever opgeleverd. 5

5 Regelink Ecologie & Landschap heeft een beduidende meerwaarde. Het is een landelijk opererend adviesbureau met regionale medewerkers die vanuit kantoor aan huis in hun eigen regio onderzoeken uitvoeren. De kwaliteit daarvan wordt door hun uitstekende regionale gebiedskennis en ervaring gewaarborgd. Tevens wordt de kwaliteit bevorderd doordat onze medewerkers geregeld cursussen en discussiemiddagen volgen. Bovendien vindt bij iedere rapportage een collegiale toetsing plaats. Regelink Ecologie & Landschap is sinds de oprichting in 2005 vooral gespecialiseerd in het uitvoeren van aanvullende en soortgerichte onderzoeken. Door het veelvuldig uitvoeren daarvan beschikt Regelink Ecologie & Landschap inmiddels over een uitgebreide kennis over flora en fauna. Deze kennis wordt volledig ingezet bij het uitvoeren van onderzoeken zoals het onderhavige. Onze rapportages kunnen dan ook als volledig worden beschouwd. Zo komt u nooit voor verrassingen te staan bij het verder plannen en uitvoeren van de ingreep. De kennis die Regelink Ecologie & Landschap tijdens het veldwerk heeft opgedaan deelt zij onder andere via cursussen die namens de Zoogdiervereniging worden gegeven, het opstellen en jaarlijks evalueren van het Vleermuisprotocol en het adviseren van het ministerie bij het opstellen van de Soortenstandaards. Regelink Ecologie & Landschap kan door de omvang van haar team de continuïteit van uw project garanderen. Bij ziekte wordt het project direct overgenomen door een collega. Voor meer informatie over de werkwijze van Regelink Ecologie & Landschap: zie Werkzaamheden Aantal uren Uurtarief Subtotaal Voorbereiding en overleg 4,00 80,00 320,00 Veldwerk zomer (vleermuizen en steenmarter) Veldwerk (nacht) 16,00 80, ,00 Reiskosten en tijd 3,00 65,00 195,00 Veldwerk najaar (vleermuizen en steenmarter) Reiskosten en tijd 3,00 65,00 195,00 Veldwerk (nacht) 6,00 80,00 480,00 6