EMISSIEBEPERKING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN IN DE AKKERBOUW ENVOLLEORONDSGROENTETEELT. 'Zooo BIBLIOTHEEK PPOsectorAGV Postbus AK 0320

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EMISSIEBEPERKING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN IN DE AKKERBOUW ENVOLLEORONDSGROENTETEELT. 'Zooo BIBLIOTHEEK PPOsectorAGV Postbus AK 0320"

Transcriptie

1 EMISSIEBEPERKING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN IN DE AKKERBOUW ENVOLLEORONDSGROENTETEELT 'Zooo BIBLIOTHEEK PPOsectorAGV Postbus AK 0320

2 Colofon Datum: Juni 2000 Oplage: exemplaren Samenstelling en realisatie: Kerngroep Meerjarenplan Gewasbescherming (MJP-G) met dank aan IMAG, PAV en DLV. Druk en afwerking: Drukkerij Modern BV, Bennekom. Naar gewasbescherming met toekomst Deze brochure is een product van de voorlichtingscampagne 'Naar gewasbescherming met toekomst'. Deze campagne is een project van LTO-Nederland en is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de Europese Unie, het ministerie van LNV, het Productschap Tuinbouw, het Hoofdproductschap Akkerbouw en het Productschap Zuivel. Deze campagne geeft u informatie over de mogelijkheden om met minder gewasbeschermingsmiddelen een goed en rendabel gewas te telen. Ukunt onze producten met informatie, tips en adviezen herkennen aan het logo met de pijl en de tekst 'Naar gewasbescherming met toekomst'. Voor meer informatie over de campagne en de campagnebrochures kunt uschrijven of bellen naar de Kerngroep Meerjarenplan Gewasbescherming (MJP-G), Postbus 303, 6710 BH Ede, telefoon U kunt deze brochure gratis bestellen bij de Kerngroep MJP-G, Postbus 303, 6710 BH Ede, fax: ,of via internet: via voorlichtingsmateriaal. Vermeld bij uw bestelling de titel, bestelcode zze22 en uw naam en adres. 2000, LTO-Nederland, Kerngroep MJP-G Hoewel bij de samenstelling van deze publicatie de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, aanvaarden de uitgever en samenstellers geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen of beslissingen gebaseerd op informatie indeze publicatie. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kerngroep MJP-G. Foto omslag: Drift, het verwaaien van de spuitnevel naar buiten de perceelsgrenzen, bron: IMAG. Het gebruik van driftarme doppen en kantdoppen is vanaf 2001 verplicht.

3 Inhoudsopgave 1 INLEIDING 2 HET LOZINGENBESLUIT OPEN TEELT EN VEEHOUDERIJ 3 DRIFT EN GEVOLGEN 4 HOE BEPERKT U DRIFT? 4.1 Spuiten bij gunstige weersomstandigheden 4.2 Verlagen van de spuitboomhoogte 4.3 Driftarme doppen Inleiding Onderzoek naar effect driftarme doppen Dopkeuze en effectiviteit Verlaging dosering vereist perfecte spuittechniek Kantdoppen 4.4 Luchtondersteuning 4.5 Gebruik van vanggewassen Invloed gewasstructuur en gewashoogte Bespaar kosten met een vanggewas 4.6 Gebruik rijenspuit 4.7 Afgeschermde veldspuit 4.8 Overkapte beddenspuit 4.9 Vliegtuigspuiten OVERZICHT VAN DRIFTPERCENTAGES IN AARDAPPELEN 13 6 BEPERK OOK DE DIRECTE LOZINGEN ZOVEEL MOGELIJK 14 CENTRALE LANDBOUWCATALOGUS

4 1 Inleiding Voor u ligt de brochure Emissiebeperking van gewasbeschermingsmiddelen in de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt. Deze informatie is bestemd voor ondernemers in de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt. Deze brochure geeft ueen geactualiseerd overzicht van de verschillende maatregelen om drift en directe lozingen te beperken. Een deel van deze maatregelen is verplicht, andere maatregelen past u misschien al toe. Ukunt de brochure gebruiken om na te gaan welke maatregelen voor uw bedrijf nog meer van toepassing kunnen zijn. De emissie of uitstoot van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater vindt plaats door: drift (damp en druppel); directe lozingen (bijvoorbeeld door het weglopen van spuitvloeistof in de sloot); neerslag van verdampte middelen (atmosferische depositie). Het terugdringen van deze emissie naar het oppervlaktewater is één van de doelstellingen van het Meerjarenplan Gewasbescherming en van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij. Indeze brochure kunt u lezen waarom en hoe udrift en directe lozingen zoveel mogelijk dient te beperken. Driftbeperking is noodzakelijk om te voldoen aan het Lozingenbesluit, om voor de sector noodzakelijke middelen te behouden en om het imago van de sector hoog te houden. Door zoveel mogelijk te spuiten tijdens de ochtend-of avonduren, door rekening te houden met de windrichting, door de spuitboom laag te hangen, door kantdoppen en driftarme doppen te monteren en door een combinatie van een aantal minder ingrijpende technische maatregelen, kan veel drift worden voorkomen. Door combinaties van maatregelen toe te passen kan verbreding van teeltvrije zones in 2003 mogelijk worden voorkomen. Uit toekomstig onderzoek van het PAV (Proefstation voor de Akkerbouw en Vollegrondsgroenteteelt) en het IMAG (Instituut voor Milieu-en Agritechniek) moet nog blijken welke combinaties van maatregelen spuitdrift praktisch nihil maken en welke maatregelen inpasbaar zijn inde bedrijfsvoering. Hoofdstuk 2gaat in op het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij waarin verplichte maatregelen om emissie te beperken zijn opgenomen. Hoofdstuk 3gaat kort inop de wijze waarop drift ontstaat en waarom het belangrijk is dat u drift zoveel mogelijk beperkt. Hoofdstuk 4 gaat dieper inop onderzoeksresultaten van een aantal al dan niet verplichte driftbeperkende maatregelen van het PAV en het IMAG. Verder geeft de brochure in hoofdstuk 5 een overzicht van de driftpercentages behaald met diverse driftbeperkende maatregelen in aardappelen. In hoofdstuk 6vindt u tenslotte aanbevelingen hoe u directe lozingen kunt voorkomen. f Door alleen te spuiten als het nodig is en voor middelen te kiezen die het milieu zo min mogelijk belasten, kunt ude schade aan het milieu - waaronder het oppervlaktewater - beperken. De milieumeetlat is een hulpmiddel om een middel te kiezen dat het milieu zo min mogelijk belast. De in 1998 en 2000 uitgegeven milieubelastingskaartenzijn gebaseerd op de milieumeetlat. Raadpleeg dus de milieumeetlat bij uw middelenkeuze en kies voor de minst belastende middelen of raadpleeg voor Phytophthorabestrijding in aardappelen en/of onkruidbestrijding in maïs de milieubelastingskaart (beide te bestellen bij de Kerngroep MJP-G).

5 2 Het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij Uit metingen van waterkwaliteitsbeheerders blijkt dat de concentraties gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in veel oppervlaktewateren de normen vaak overschrijden. Om emissie naar oppervlaktewateren tegen te gaan is het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij opgesteld. Dit besluit is 1 maart 2000 van kracht geworden. Voor het gemak spreken we vanaf hier over het Lozingenbesluit in plaats van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij. Het Lozingenbesluit geldt onder andere voor akkerbouwbedrijven en bedrijven in de vollegrondsgroenteteelt. Twijfelt u of uw bedrijf wel of niet onder het Lozingenbesluit valt, dan kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke waterkwaliteitsbeheerder in uw gebied (zie achterpagina). 3 teeltvrije zones ( ): Aardappelen, uien, bloembollen en -knollen, aardbeien, asperges, prei, schorseneren, sla, peen en vaste planten kennen een zone van: 150 cm bij gewone spuitapparatuur; 100 cm bij luchtondersteuning, vanggewas of overkapte beddenspuit; 50 cm bij een handgedragen spuitboom; 0 cm bij een emissiescherm; 0 cm bij biologische teelt. Granen en grassen kennen een zone van 25 cm en overige gewassen (zoals bieten, maïs, etc.) 50 cm. Bij grasland mag op de teeltvrije strook wel gras staan, maar dat mag niet worden bemest of bespoten. Het besluit omvat een aantal maatregelen die vooral gericht zijn op emissies of activiteiten, die in het oppervlaktewater hoge concentratie-pieken van middelen en meststoffen veroorzaken. Door de maatregelen worden een aantal afvalwaterlozingen en meemesten en -spuiten van sloten bijna volledig vermeden en wordt de druppeldrift met ongeveer 90% verminderd. Goede landbouwpraktijk langs oppervlaktewater wordt verplicht. Schematische voorstelling teeltvrijezone insteek De maatregelen voor gewasbescherming zijn onder te verdelen in drie categorieën: 1 beperken van afvalwaterlozingen (op het erf); 2 zorgvuldig spuiten (op het veld), dit houdt in: Niet spuiten op het talud van de watergang. Het gebruik van een spuitgeweer is verboden als deze is voorzien van een werveldop of als de werkdruk van het geweer hoger is dan 5 bar, zodat over een afstand van meer dan 2 meter spuitvloeistof kan worden verspreid. Als alternatief kan een spuitstok of een handgedragen spuitboom met vaste spuitdop worden gebruikt. Driftarme doppen en een kantdop zijn vanaf 1 januari 2001 bij een veldspuit verplicht wanneer u binnen 14 meter vanaf de insteek van het talud spuit, ook wanneer het een droge sloot betreft. Deze maatregel is echter niet verplicht voor de overdekte beddenspuit die vooral in de bollenteelt wordt gebruikt. Spuitdoppen bij een veldspuit mogen niet hoger dan 50 cm boven het gewas of de kale grond worden ingesteld. Niet spuiten bij wind sterker dan 5 meter per seconde. Spuitapparatuur mag niet uit oppervlaktewater worden gevuld, tenzij een buffervat of terugslagklep wordt gebruikt. Voorkom lekken en morsen bij het reinigen en vullen van spuitapparatuur. W Teeltvrije zone: de strook grond tussen de insteek van het talud (de knik) en het hart (midden) van de buitenste gewasrij waarop, met uitzondering van grasland, geen gewas of niet hetzelfde gewas als op de rest van het perceel wordt geteeld. Insteek bijonregelmatige slootkant I I I (Bron: OOGST Landbouw, ) Deze zones zijn vanaf 2000 verplicht op percelen die grenzen aan sloten en ander oppervlaktewater. Op een teeltvrije zone mag u niet spuiten of bemesten. Er mag wel een ander gewas op staan, mits het niet wordt bespoten. Dit kan een vanggewas of windsingel zijn. Pleksgewijze onkruidbestrijding op de teeltvrije zone is mogelijk, bijvoorbeeld met een onkruidstrijker of een handspuit die is uitgerust met een afschermkap. Langs greppels en droge sloten zijn teeltvrije zones niet verplicht. Er is sprake van een droge sloot of greppel wanneer deze onder normale omstandigheden geen water bevat in de periode van 1 april tot 1 oktober. Twijfelt u of een sloot een droge sloot is, raadpleeg dan uw waterkwaliteitsbeheerder. Voor meer informatie over het Lozingenbesluit kunt u de adressen op de achterpagina raadplegen.

6 Na 2003 Aan de hand van een inventarisatie in 2001 naar nieuwe driftarme technieken en teeltwijzen wordt een beslissing genomen over een eventuele verscherping van de maatregelen voor driftbeperking in Het gaat hierbij om een verbreding van de teeltvrije zone met 0,75 meter. Als er voor 2003 nieuwe V IS technieken zijn die veel minder drift veroorzaken, worden die in het besluit opgenomen en kan de uitbreiding van de teeltvrije zone worden voorkomen. Het gaat er tenslotte om dat de driftreductie wordt gerealiseerd, met technische maatregelen of als het niet anders kan met een bredere teeltvrije zone. Vanggewas - een natuurlijke barrière van aaneengesloten bomen, struiken of andere gewassen die het verwaaien van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen tegengaat. Het vanggewas (de windsingel) moet minstens even hoog zijn als de hoogste spuitdop tijdens het spuiten. Emissiescherm =een scherm van dicht kunststof of fijnmazig gaas langs het perceel dat verwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen (of meststoffen) naar het oppervlaktewater tegengaat, en waarvan geen gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater druppelen.

7 3 Drift en gevolgen Dit hoofdstuk gaat in op het verschijnsel drift en de gevolgen van drift. Onder drift verstaan we de hoeveelheid spuitvloeistof die tijdens een bespuiting tot buiten de perceelsgrenzen verwaait. Drift wordt uitgedrukt als een percentage van de toegepaste dosering per oppervlakte-eenheid. We spreken van damp- of druppeldrift. Dedampdrift verdwijnt in eerste instantie naar de lucht en slaat na verloop van tijd neer op de bodem of in het oppervlaktewater (atmosferische depositie). Druppeldrift verwaait direct naar het oppervlaktewater of naar een aangrenzend perceel.alhoewel dampdrift en de daarbij behorende atmosferische depositie veel invloed hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater, beperken we ons in deze brochure alleen tot de druppeldrift. Enerzijds omdat druppeldrift verantwoordelijk is voor plaatselijk hoge belasting van oppervlaktewater en anderzijds omdat uals ondernemer veel kunt doen om druppeldrift naar het oppervlaktewater te voorkomen. Dit in tegenstelling tot dampdrift, die voornamelijk afhankelijk is van chemische eigenschappen en de formulering van een middel. Afbeelding 1. Schematische voorstelling hoe drift ontstaat spuitdop gewas wlnd sloot Voor het gemak spreken we vanaf hier over drift in plaats van druppeldrift. / > Het soort werkzame stof van het middel is niet van invloed op de druppeldrift naar het oppervlaktewater. De overheid heeft normen gesteld voor de kwaliteit van het oppervlaktewater; de waterkwaliteitsnormen. Dit betekent dat van elke werkzame stof niet meer dan een bepaalde hoeveelheid in het oppervlaktewater mag voorkomen. Elke werkzame stof heeft een eigen norm.voor grond-en oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater gelden soms nog strengere eisen. De waterkwaliteitsbeheerders (water-, zuiverings- en (hoog)heemraadschappen) zijn verplicht om te zorgen dat deze normen niet worden overschreden. Door drift kan een aanzienlijke hoeveelheid middel in het oppervlaktewater terecht komen. Drift is vooral schadelijk omdat plaatselijk, bijvoorbeeld in een sloot naast het bespoten perceel, de concentratie gewasbeschermingsmiddel hoog kan oplopen. Een te hoge concentratie van een middel veroorzaakt sterfte van waterorganismen zoals vissen, watervlooien en algen. Deze giftigheid (toxiciteit) is één van de milieucriteria waarop het College Toelating Bestrijdingsmiddelen (CTB) toepassingen van middelen beoordeelt voor toelating. Meer informatie over de relatie tussen drift en toelatingen vindt uin het kader. (Bron: IM AG rapport 95-15) Driftbeperking ook in uw belang? De relatie tussen drift en het toelatingsbeleid Het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) beslist over toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen onder andere op basis van milieucriteria. Het gaat hierbij deels om de volgende drie effecten van middelen op het milieu: afbreekbaarheid in de bodem (persistentie); uitspoeling naar het grondwater; giftigheid (toxiciteit) voor waterorganismen zoals vissen, algen en watervlooien. Voor deze drie milieueffecten zijn normen vastgesteld. Deze normen zijn wettelijk, ook Europees, vastgelegd en gelden sinds januari 1995 voor alle toe te laten middelen. Reeds toegelaten middelen worden beoordeeld als de toelatingstermijn voor deze middelen afloopt en een aanvraag voor verlenging wordt ingediend. Een middel wordt alleen toegelaten als de normen niet worden overschreden. Het milieucriterium giftigheid voor waterorganismen houdt in dat de concentratie werkzame stof van een middel in bijvoorbeeld een sloot naast het perceel waar het middel is toegepast, lager moet zijn dan een tiende van de dodelijke of schadelijke concentratie voor waterorganismen. In het toelatingsbeleid wordt gewerkt met aannames voor drift, dit zijn de driftpercentages die zijn gemeten in standaardsituaties. Voor bijvoorbeeld de volveldsteelten wordt gerekend met 1% drift. Het CTB studeert nog op een voorstel om de percentages voor volveldsteelten te gaan variëren. Als het CTB hiertoe besluit, zal het driftpercentage gaan variëren van 0,9 voor aardappel tot 2,4 voor maïs. Detoepasser kan de giftigheid van de middelen voor waterorganismen beïnvloeden door de drift zoveel mogelijk te beperken. Hierdoor neemt de kans op verontreiniging van het oppervlaktewater af en kan de sector zorgen dat de aannames in het toelatingsbeleid laag zijn, waardoor meer middelen behouden kunnen blijven.

8 4 Hoe beperkt udrift? Indit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal driftbeperkende maatregelen bij volveldsbespuitingen,die verplicht zijn vanuit het Lozingenbesluit zoals spuiten bij weinig wind, verlagen van de spuitboom en diverse andere (technische) maatregelen. Deverplichte maatregelen worden hieronder in het donkerrood aangegeven. Naast het effect op drift, gebaseerd op onderzoek verricht door het IMAG en PAV, worden ook de toepasbaarheid en -waar bekend- de kosten van deze maatregelen besproken. In welke mate udrift daadwerkelijk kunt verminderen, hangt af van de combinatie van maatregelen die u neemt en de omstandigheden waaronder u spuit. 4.1 Spuiten bij gunstige weersomstandigheden Zoals u ongetwijfeld weet staat of valt een bespuiting met de juiste weersomstandigheden. Dit geldt ook voor het optreden van drift. De volgende weersomstandigheden hebben veel invloed op drift: windsnelheid; windrichting. In mindere mate hebben ook de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid invloed op drift. Bij toenemende windsnelheid neemt de drift toe. Uit het Lozingenbesluit volgt dat bij een windsnelheid hoger dan 5 meter per seconde gemeten op spuitboomhoogte, spuiten binnen een afstand van 14 meter van het oppervlaktewater niet is toegestaan, tenzij een overkapte beddenspuit wordt ingezet. Een uitzondering is ook een teeltbedreigende situatie. Hiervan is sprake als zich een ziekte of plaag voordoet waarbij verder uitstel van een bespuiting tot een teeltbedreigende situatie leidt. Om aan te kunnen tonen dat van een teeltbedreigende situatie sprake is (geweest), zijn een goed ingevuld spuitboekje of het gebruik van waarschuwings- en adviessystemen onontbeerlijk. Onkruidbestrijding is geen teeltbedreigende situatie. Tabel 1: Relatie windkracht, windsnelheid en KNMIomschrijving, gedeeltelijk weergegeven gemeten op 10 m hoogte Windkracht in Beaufort Windsnelheid (m/s) 0,0-0,2 0,3-1,5 1,6-3,3 3,4-5,4 5,5-7,9 Omschrijving Windstil Zwak Zwak Matig Matig Windsnelheidof windkracht?vaak worden deze begrippen door elkaar gehaald. In tabel 1 vindt u de onderlinge samenhang van deze begrippen. Verder kunt uuit deze tabel opmaken dat zelfs bij matige wind de windsnelheid boven de 5 meter per seconde kan oplopen. Weerberichten vermelden de gemiddelde windsnelheid gedurende 10 minuten. Plaatselijk kunnen windsnelheden optreden die hiervan sterk afwijken. Ook wordt de windsnelheid op 10 meter hoogte boven maaiveld genoemd. De windsnelheid op spuitboomhoogte kan hiervan sterk afwijken. Baseer uw beslissing om wel of niet te spuiten zoveel mogelijk op een regionaal landbouwweerbericht. Met een windsnelheidsmeter kan een indruk worden gekregen van de windsnelheid, maar deze meter geeft slechts een ruwe benadering. Naast de windsnelheid is ook de windrichtingeen belangrijke factor. Begin, als de windsnelheid het toelaat, eerst met het bespuiten van de benedenwindse strook naast de sloot. Steekt de wind op,dan kunt ude bespuitingen naar het midden van het perceel toe voortzetten. Isde wind ongunstig bij aanvang van de bespuiting, stel dan in ieder geval de laatste werkgang langs de sloot uit. f Door zoveel mogelijk 's morgens vroeg of in de avonduren te spuiten combineert uminder wind, hoge luchtvochtigheid en een lagere temperatuur. Op deze wijze speelt u optimaal in op de weersomstandigheden en beperkt u drift. GEWIS is een hulpmiddel voor de bepaling van het optimale spuittijdstip. Het koppelt de kennis over de weersomstandigheden en de effectiviteit van een bespuiting aan achtergrondinformatie van bepaalde middelen. Dit programma is toegankelijk (via Opticrop). Meer informatie is verkrijgbaar via DLV Adviesgroep NL ( ). 4.2 Verlagen van de spuitboomhoogte Vanuit het Lozingenbesluit is het verplicht om spuitdoppen van een veldspuit niet hoger dan 50 cm boven het gewas of de kale grond in te stellen. Onderzoek in aardappelen wijst uit dat met een spuitboomhoogte van 50 cm boven het gewas de drift 50% lager was dan bij de situatie met een spuitboomhoogte van 70 cm (IMAG, 1999). Door deze verlaging wordt de weg die de druppels moeten afleggen verkleind, zodat minder druppels verwaaien. Deze maatregel is een relatief eenvoudige en goedkope oplossing. 5 6 (Bron: Meteo consult) 8,0-10,7 10,8-13,8 Vrij krachtig Krachtig Houd bij het verlagen van de spuitboom wel rekening met de tophoek van de door u gebruikte dop en de spuitdopafstand, zodat ugeen onbedekte banen krijgt. Ook moet u rekening houden met de verticale bewegingen van de spuitbomen.

9 Afbeelding 2: Let bij verlaging spuitboom op de bedekking van het gewas Het effect van een driftarme dop werd gepresenteerd ten opzichte van de standaard dop (spleetdop,xr ). Op de strook van twee tot drie meter vanaf de laatste dop gaven alle driftarme doppen een lagere drift dan de standaard dop, zie tabel 2. Tabel 2: Doptype en driftreductie op twee tot drie meter vanaf de laatste dop Doptype Turbo Teejet (TT ) - spleet-ketsdop Driftreductie (in %) 57 Uit berekeningen volgt dat bij een spuitboomhoogte van 50 cm,een dopafstand van 50 cm op de spuitboom en een tophoek van de spuitdop van 110 graden,de overlap van de spuitbeelden meer dan 100% is. Bij een hoogte van 37,5 cm is dit 100% en bij een hoogte van minder dan 17,5 cm overlappen de doppen niet meer. Bij doppen met een kleinere tophoek treedt het gevaar van onbedekte banen eerder op. 4.3 Driftarme doppen Inleiding Driftarme doppen zijn doppen die bij gelijkblijvende afgifte een grover druppelspectrum geven dan de standaard dop. Grovere druppels zijn zwaarder en daardoor minder gevoelig voor wind. Het gebruik van deze doppen beperkt de drift. Voorbeelden van deze doppen zijn venturi doppen, driftarme spleetdoppen en ketsdoppen. In het Lozingenbesluit is driftarm gedefinieerd als: 'een spuitdop die in het toe te passen drukbereik vergeleken met de grensdop van de klasse Fijn en Midden volgens de British Crop Protection Council (BCPC)- classificatie ( F110 bij 3 bar), een 50% kleiner volumepercentage druppels met een diameter kleiner dan 100 urn produceert'. Afbeelding 3: Grote druppels verwaaien minder snel ^W^ ^Qr? ^ g, «sft». Het gebruik van deze doppen wordt per 1 januari 2001 verplicht gesteld. Het is nog onduidelijk welke driftarme doppen volgens het Lozingenbesluit als emissiearm worden erkend. De lijst met driftarme doppen wordt rond september 2000 bekend gemaakt. Zodra een dergelijk overzicht van driftgevoeligheid van doppen bestaat, wordt de keuze van de juiste driftarme dop voor uw situatie eenvoudiger. De aanschafkosten van een driftarme dop bedragen momenteel (mei 2000) ƒ 1 5- tot ƒ 25- exclusief montagekappen Onderzoek naar effect driftarme doppen Door het IMAG zijn in 1998 vier driftarme doppen vergeleken ten aanzien van het effect van het druppelgrootte spectrum van deze doppen, een kantdop en luchtondersteuning op de drift. Drift Guard (DG ) - spleetdop Injection Düse (ID ) - venturidop Turbo Drop (XLTD ) - venturidop (Bron: IMAG, 1999) Dopkeuze en effectiviteit Voor sommige, maar lang niet alle toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen, is het belangrijk om een goede verdeling van spuitvloeistof te hebben.toepassing van fungiciden in een gewas stelt minder hoge eisen aan de verdeling van middel dan toepassing van een lage dosering contactherbicide op klein onkruid. PAV onderzoek (1998 en 1999) met schimmelbestrijders in aardappelen en uien wees uit dat spuiten met een venturidop met een zeer grof druppelspectrum geen grotere ziektedruk tot gevolg had. Onderzoek (PAV, 1999) naar de effectiviteit van contactherbiciden op melganzevoet en hanepoot wees uit dat de druppelgrootte wel degelijk invloed had. Met een driftarme dop met een grof druppelspectrum (DG ) werd melganzevoet ca. 10% slechter bestreden. Met een venturidop (Al ) met zeer grof druppelspectrum was het bestrijdingspercentage 50% lager ten opzichte van de standaard dop (tabel 3). Tabel 3: Effect van druppelgrootte en dosering Basagran (bentazon) op de bestrijding (%) van melganzevoet en hanepoot t.o.v. de standaard dop (XR ) Dosering Basagran (l/ha) 0,5 1 (Bron: PAV, 1999) Midden XR Druk: 2 bar 46% 72% Druppelgrootte Grof DG Druk: 3bar 30% 68% Zeer grof Al Druk: 3,5 bar 0% 22% Uitvloeiers verbeteren de opname van middelen door de plant. Een synthetische uitvloeier als Trend versterkt daardoor de werking van bijvoorbeeld bentazon, pyridaat en sulcotrion, maar kan ook schade aan het gewas geven bij het toepassen van hogere (advies) doseringen. Dit laatste geldt ook voor toepassing van sommige combinaties van onkruidbestrijdingsmiddel met uitvloeier. Bij twijfel geldt dat advies bij de leverancier van het middel moet worden ingewonnen.

10 V Onkruiden Kies bij onkruidbestrijding met contactmiddelen voor een dop met een grof druppelspectrum en niet voor een zeer grof druppelspectrum. Bij bodemherbiciden kan gerust een zeer grove druppel worden gebruikt. Afharden. Raadpleeg het adviesprogramma GEWIS om de invloed van spuitomstandigheden te kennen. Onkruid hardt af bij droog, schraal weer. De dosering van het onkruidbestrijdingsmiddel verlagen, is in zo'n situatie niet aan te raden. Daarentegen is onkruid gevoelig bij vochtig en warm weer. In veel gevallen is dan een lagere dosering wel effectief. J> Schimmelziekten in het gewas Zeer grove druppels spuiten is geen probleem bij de bestrijding van schimmelziekten. De druppels herverdelen zich na verloop van tijd namelijk over het blad. Daardoor heeft het bestrijdingsresultaat hier niet onder te lijden Verlaging dosering vereist perfecte spuittechniek Of het bij gebruik van herbiciden mogelijk is met minder middel te spuiten dan op het etiket staat, hangt mede af van de spuittechniek. Veel zwiepen van de spuitboom geeft pleksgewijs grote verschillen in de dosering. Er ontstaan dan over- en onderdoseringen. Door de dosering te verlagen, loopt u bij machines met grote onderdoseringen pleksgewijs kans op onvoldoende resultaat van de bespuiting. Behalve een stabiele spuitboom is ook de dopkeuze van invloed op het wel of niet kunnen verlagen van de dosering. Bij het vaststellen van de adviesdosering werken fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen altijd volgens een strak protocol, waarbij in Nederland altijd met eenzelfde dop gespoten wordt: Teejet XR110 en afhankelijk van de hoeveelheid water: 03,04 of 05. U kunt met de druppelgrootte spelen zo lang ude adviesdosering aanhoudt. Zit u op een kritische dosering*, bijvoorbeeld bij de bieten,dan kan op afgehard onkruid of bij ongunstig weer een zeer grove druppel (Al-dop) 30 tot 40 procent minder effect geven. Een grove druppel (DG-dop) geeft soms 10tot 15 procent minder effect. Telers die bij de onkruidbestrijding experimenteren met lagere doseringen en bovendien spuiten met driftarmere doppen (grove druppels), moeten zich realiseren dat het bij sommige middelen kritisch wordt of het nog voldoende werkt. Bij bodemherbiciden isdat gevaar er niet, maar wel bij middelen die het van hun contactwerking moeten hebben en waarbij de verdeling op het blad essentieel is (zie ook 4.3.3). * Kritische dosering = dosering waarbij het onkruid nog net doodgaat Kantdoppen Door een kantdop op het uiteinde van de spuitboom te plaatsen, wordt het spuitbeeld aan één kant begrensd. Hiermee kunt uvoorkomen dat spuitvloeistof buiten de perceelsranden wordt gespoten, waar inveel gevallen de sloot (het oppervlaktewater) ligt. Kantdoppen hebben een tophoek van 80 graden in plaats van 110 of 120 graden en de buitenrand van de spuitkegel is vertikaal naar beneden gericht (zie afbeelding 4). Ook kantdoppen zijn verplicht per 1 januari Tot deze datum is het gebruik hiervan niet verplicht, behalve daar waar waterkwaliteitsbeheerders en/of anderen dit expliciet voorschrijven. Inhet IMAG-onderzoek (zie 4.3.2) werd door het gebruik van een kantdop (type UB, laatste dop dicht en kantdop 20 cm naar buiten geplaatst) in combinatie met de DG doppen,de drift op de strook van twee tot drie meter vanaf de laatste dop met 81% gereduceerd. Deze dopcombinatie gaf met gebruik van luchtondersteuning een driftreductie van 96% ten opzichte van de standaardbespuiting. Naast de handmatig te bedienen kantdop, is een elektrisch afsluitbare kantdophouder verkrijgbaar die vanuit de cabine aan en af te sluiten is.zo voorkomt udat u door het bespoten gewas hoeft te lopen om de kantdop aan of uit te zetten. Deze elektrische dophouder inclusief kantdop (UB type) kost ongeveer ƒ (mei 2000). Montage kantdop Van groot belang isdat de kantdop juist wordt gemonteerd. Vraag advies bij uw mechanisatiebedrijf of voorlichter. Let bij de montage op de volgende punten: Verleng, indien nodig,de spuitboom inclusief beveiliging met 20 centimeter. Plaats aan het uiteinde de kantdophouder. Koppel vanaf de (voorheen) laatste spuitdophouder een slangetje naar de kantdophouder. De (voorheen) laatste dop dient u uitte zetten. Stel de kantdop zo af dat de spuitkegel naar binnen is gericht. i>als ude spuitboom met 20 cm verlengt, zorg dan dat de spuitkegel van de kantdop niet naast de laatste gewasrij spuit. Afb. 4: Het spuitbeeld van een kantdop is sterk begrensd 4.4 Luchtondersteuning Een andere mogelijkheid voor driftreductie is het gebruik van luchtondersteuning. Het principe van luchtondersteund spuiten isdat een ventilator lucht door de blaasmonden langs de spuitboom naar buiten blaast. Door deze luchtstroom worden de druppels direct in het gewas geblazen en heeft de wind minder vat op de druppels. Een goede afstelling is belangrijk; als de ventilator te hard blaast op een laag gewas kan juist extra drift optreden. Ook kunt u door de juiste afstelling te kiezen, het effect van mee-en tegenwind corrigeren. De toepassing van luchtondersteuning gaf in het IMAGonderzoek (4.3.2) gemiddeld voor zowel de standaard- als de driftarme doptypen bij een spuitboomhoogte van 50 centimeter boven het gewas een reductie van 70%. 10

11 De aanschafkosten van luchtondersteuning bedragen ƒ tot ƒ extra ten opzichte van een standaardspuit. Per meter werkbreedte komt dit neer op ongeveer ƒ extra. Eventueel iseen zwaardere trekker nodig. De kosten voor een aantal opbouwsystemen liggen lager, deze kosten ongeveer ƒ 600- tot ƒ 750- per meter werkbreedte. Naderhand monteren geeft echter problemen met de balancering van de spuitboom. Met luchtondersteuning is het mogelijk om met weinig water te spuiten. Deze techniek is daardoor en vanwege de relatief hoge investeringen vooral aantrekkelijk voor akkerbouwbedrijven en loonbedrijven. Foto 1 : Luchtondersteund spuiten kan de drift aanzienlijk beperken (Bron: IMAG) w Lucht-vloeistofmengdoppen: Deze techniek is niet hetzelfde als luchtondersteuning. Systemen met luchtvloeistofmengdoppen maken gebruik van geperste lucht om de druppelgrootte te variëren en de uittreedsnelheid te verhogen. Van deze systemen zijn voor de Nederlandse situatie geen onderzoeksgegevens beschikbaar over de mate van driftbeperking. Luchtondersteuning en biologische effectiviteit Inde periode van 1991 tot 1994 is op de ROC Kollumerwaard onderzoek uitgevoerd naar het effect van luchtondersteuning, dosering en spuitinterval op het voorkomen van de aardappelziekte Phytophthora infestans. De proef werd gespoten met een Hardi-Twin veldspuit. Het spuitvolume bedroeg 200 l/ha (druppelgrootteklasse Midden), waarbij met en zonder luchtondersteuning werd gespoten. De depositie van de spuitvloeistof gespoten met luchtondersteuning op de totale aardappelplant was voor alle bespuitingen gelijk of hoger dan bij een bespuiting zonder luchtondersteuning. Door het gebruik van luchtondersteuning verbeterde de verdeling van het middel in het gewas; de indringing in het gewas nam toe. Spuiten met de geadviseerde dosering fungicide met luchtondersteuning gaf op het laatste beoordelingstijdstip een betrouwbaar betere bescherming dan zonder luchtondersteuning. Een verschil in knolaantasting kon echter niet bewezen worden. 4.5 Gebruik van vanggewassen Om aan de doelstelling van 90% driftreductie te voldoen en de teeltvrije zones tot een minimum te beperken, biedt de teelt van een vanggewas (voor definitie, zie hoofdstuk 2onder teeltvrije zones) goede mogelijkheden voor de toekomst. Uit oriënterend PAV-onderzoek (1999) blijkt dat als bovengenoemde maatregelen worden gecombineerd met het toepassen van vanggewassen op de teeltvrije strook de drift kan worden gereduceerd. Afhankelijk van het gewas en de periode waarin wordt gespoten, kan een vanggewas worden gekozen. Voor bespuitingen in mei en begin juni, veelal herbiciden toepassingen, is wintergraan geschikt. Om drift bij fungicidengebruik later in het seizoen te voorkomen, biedt hennep goede mogelijkheden Invloed gewasstructuur en gewashoogte Een strook van 75 centimeter breedte kan voldoende zijn om samen met driftarm spuiten de emissie naar oppervlaktewater tot een minimum te beperken. De ontwikkeling van de hoogte van een vanggewas verloopt niet elk jaar hetzelfde en is sterk afhankelijk van het zaaitijdstip en de bodem-en luchttemperatuur in het voorjaar. In 1999 isdoor het IMAG onderzoek uitgevoerd naar het effect van de hoogte van het vanggewas olifantsgras (Miscanthus) op drift. Het olifantsgras was geplant intwee rijen met een breedte van circa 1meter. De bespuitingen vonden plaats in suikerbieten. Gespoten werd met een spuitvolume van 300 l/ha met een midden druppelgroottespectrum. Bij een vanggewashoogte gelijk aan het gewas (0,5 m)was de driftreductie gemeten op het slootoppervlak 50%.Was het vanggewas gelijk aan de hoogte van de spuitboom (0,5 m boven gewashoogte) dan was de driftreductie 80%en bij 1,0meter boven gewashoogte 90%. Waardering vanggewassen op een rijtje: Haver Wintertarwe Triticale Winterrogge Maïs Vezelhennep - - Hoogte & driftreductie Bemestingsbehoefte /- /- Onkruidbestrijding /- /- /- /- Vanggewas Matig geschikt Matig geschikt Geschikt bij vroege toepassingen Geschikt bij vroege toepassingen Geschikt bij late toepassingen Geschikt bij late toepassingen goed of belangrijk - slecht of onbelangrijk (Bron: Teelthandleiding - kruidenmengsels en vanggewassen op akkerranden, Agrotransfer B.V. en DLV Adviesgroep N.V.) 11

12 Foto 2: Spuiten langs een vanggewas (hennep) van ca. 100 cm hoogte geeft een driftreductie van ongeveer 80% Afbeelding 5: Met een rijenspuit bespaart umiddel en neemt de drift drastisch af Bespaar kosten met een vanggewas Een teeltvrije zone brengt extra kosten met zich mee. Deze kosten kunnen sterk variëren en hangen af van: de breedte van de teeltvrije zone; extra kosten voor het onderhoud ervan; de kavelvorm; het saldo van het gewas dat op het perceel wordt geteeld. Om een indruk te krijgen van de kosten zijn door het PAV een paar situaties doorgerekend. Er bleek nauwelijks verschil in kosten tussen het zwart houden van de strook en het inzaaien met gras. De kavelvorm is van grote invloed,evenals de breedte van de teeltvrije strook. De kosten kunnen bij een ongunstige kavelvorm aanzienlijk worden verlaagd als door toepassing van een vanggewas, de breedte van de strook tot één meter beperkt kan blijven. Bij een ongunstige kavelvorm en een brede teeltvrije strook kan een vanggewas tot honderden guldens per hectare besparen bij een gewas met een hoog saldo zoals consumptie aardappelen. In tabel 4 zijn enkele resultaten van berekeningen weergegeven. Tabel 4: Globale kosten van een teeltvrije strook in guldens per ha bij consumptie aardappelen, bij een gunstige (53 meter sloot per ha) en een ongunstige (213 meter sloot per ha) kavelvorm Gewas Consumptieaardappelen (Bron: PAV, 2000) Kavelvorm Gunstig Ongunstig Teeltvrije strook 1 m MET vanggewas ƒ31- ƒ 122- Teeltvrije strook 1,50 m ZONDER vanggewas ƒ43,- ƒ Gebruik rijenspuit Inteelten waarbij de afstand tussen de rijen 50 centimeter (zoals suikerbieten, witlofwortel en koolgewassen) of groter is (maïs) kan met behulp van een rijenspuit de dosering en de drift flink worden verminderd. Het effect op drift is door het IMAG onderzocht in de gewassen suikerbieten en maïs. Op twee tot drie meter afstand van de laatste dop van de veldspuit, was de driftreductie voor de rijenspuit gemiddeld 85% en 90%, Teeltvrije strook 2,25 m ZONDER vanggewas (2003) ƒ72,- ƒ 286- W De rijenspuit, evenals luchtondersteuning, en luchtvloeistofmengselspuitinstallaties vallen onder de Regeling Willekeurig Afschrijving Milieu-investeringen, kortweg VAMIL. Wilt u weten welke technieken nog meer in de milieulijst 2000/2001 zijn opgenomen? Neem dan contact op met Helpdesk VAMIL, tel: , fax: Ukuntde milieulijst ook op internet raadplegen: resp. voor maïs en suikerbieten. Er was geen verschil in drift tussen ééndops- en tweedops uitvoering van de rijenspuit per gewasrij. 4.7 Afgeschermde veldspuit Bij deze techniek wordt de spuitboom afgeschermd met bijvoorbeeld gaasdoek of aluminium kappen zowel aan de voor- als de achterkant. Door deze afscherming wordt de invloed van de wind op de spuitnevel verminderd. Voor de bloembollenteelt is een dergelijk afscherming in de handel verkrijgbaar. De ontwikkeling van deze afscherming voor de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt staat nog in de kinderschoenen. Praktische problemen zijn de opklapbaarheid van de bomen, de stabiliteit en het afdruppelen van spuitvloeistof van de afscherming. Uit onderzoek uitgevoerd door het IMAG bleek dat een afgeschermde spuitboom een driftreductie van 50% opleverde op twee tot drie meter afstand tot de laatste spuitdop. Vooral de keuze van het materiaal gebruikt voor de afscherming en de constructiewijze bepalen de hoeveelheid driftbeperking. 4.8 Overkapte beddenspuit Een prototype van de overkapte beddenspuit, ontwikkeld voor de bloembollenteelt, reduceerde de drift met 90% (Bron: IMAG). Het principe van deze spuit isdat elk bed afgeschermd wordt bespoten. De overkapte beddenspuit is ook geschikt voor een aantal vollegrondsgroentegewassen, zoals bladgewassen, die op bedden worden geteeld. 4.9 Vliegtuigspuiten Uit oriënterend onderzoek is gebleken dat de toepassing van de zogenaamde splitboom spuittechniek op vliegtuigen en helikopters een perspectiefvolle driftreducerende ontwikkeling is. Dit zal in vervolgonderzoek verder gekwantificeerd worden. Dit jaar komt deze techniek in onderzoek bij het IMAG. 12

13 5 Overzicht van driftpercentages in aardappelen In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de resultaten van het IMAG-onderzoek naar de in hoofdstuk 4 besproken driftbeperkende maatregelen. De hoeveelheid drift die tijdens een bespuiting ontstaat hangt onder andere af van: druppelgrootte (grote druppels zijn minder gevoelig voor wind); weersfactoren (zoals windsnelheid, windrichting, relatieve luchtvochtigheid en temperatuur); toepassingstechniek (zoals gebruik kantdop, driftarme dop en luchtondersteuning); spuitboomhoogte (de afstand die de druppels moeten afleggen om het gewas te bereiken). Bij de tot nutoe gangbare spuitpraktijk, d.w.z. spuiten met druppelgroottespectrum midden, spuitboomhoogte 70 cm en de laatste spuitdop vlak naast de insteek van de sloot, komt in het oppervlaktewater langs een perceel gemiddeld 5 procent drift terecht. Intabel 5vindt ueen overzicht van de behaalde driftpercentages bij de bespuiting van een gewas aardappelen. Nadat eerst de drift vastgelegd was voor de uitgangssituatie van het MJPG ( ) zijn vervolgens de effecten van luchtondersteuning, spuitboomhoogte en doptype onderzocht. Gecombineerd met de vroeger gebruikelijke (1999) en nu in het Lozingenbesluit verplichte teeltvrije zones (2000, 2003), leidt dit tot de driftpercentages zoals in de tabel vermeld. Volgens het Lozingenbesluit is in 2000 naast de teeltvrije zone ook een maximale spuitboomhoogte van 0,5 meter boven de grond of het gewas verplicht geworden. Vanaf 2001 is een driftarme dop (bv. DG11004, ID12004, XLTD04) op de buitenste 14 meter van het perceel verplicht. Vanaf 2003 zal er mogelijk een verbreding van de teeltvrije zone komen met 0,75 meter. De bespuitingen vonden plaats gedurende het groeiseizoen van een gewas aardappelen. Het spuitvolume was 300 l/ha bij een druk van 3 bar. Bij een spuitvolume van 300 l/ha komt er 30 ml/m 2 op het gewas. Als de drift 5% is komt er 0,15 ml per m 2 wateroppervlak inde sloot. Afhankelijk van het middel mag er vanaf januari 2000 niet meer dan 0,03 ml/m 2 wateroppervlak (1% drift, bron: CTB Toelichting, nr. 26, januari 2000) inde sloot komen. 90% driftreductie resulteert dan in0,015 ml/m 2 (0,5% drift). Tabel 5: Invloed van driftreducerende maatregelen (teeltvrije zone) en van de spuittechniek (spuitboomhoogte, doptype, luchtondersteuning) op de drift naar het wateroppervlak naast het perceel. De verplichte maatregelen zijn in het donkerrood weergegeven. Situatie Teeltvrije zone [m] Spuitboomhoogte [m] Doptype Druppelgroottespectrum Luchtondersteuning Drift [%] Uitgangssituatie MJP-G Praktijk; spuitboomhoogte 50 cm 0,75 0,75 0,70 0, Midden Midden nee ja 5 2, Lozingenbesluit (teeltvrije zone) Lozingenbesluit (driftarme dop verplicht) , ,5 1,0 1, XR11004 XR11004 XR11004 XR11004 DG11004 UB 8504 Midden Midden Midden Midden Grof nee ja nee ja nee 2,9 0,6 1,3 0,5 0, ,0 DG11004 UB8504 Grof ja 0, ,5 ID12004/XLTD04 Zeer grof nee 0, ,0 Lozingenbesluit (verbreding teeltvrije zone met0," ,25 r 5m ID12004/XLTD04 DG UB 8504 Zeer grof Grof ja nee 0.1 0, DG11004 UB 8504 Grof ja 0, ,25 1,5 ID12004/XLTD04 ID12004/XLTD04 Zeer grof Zeer grof nee ja 0,2 0,1 Indetabelwordtdedriftweergegevenzoalsgemetenopdeafstandwaarhetwateroppervlak vandesloot ligt.degetallenpresentereneen gemiddeldbeeldvooreengroeiseizoen metovereenkomstigegemiddeldeweersomstandigheden (gewashoogte circa0,5m;windsnelheid gemiddeldrondde 3m/s). (Bron: IMAG) Duidelijk mag zijn dat door middel van spuittechniek de drift aanzienlijk kan worden beperkt. Verder onderzoek naar emissiebeperkende spuittechnieken gaat door en zal tot nog lagere driftpercentages leiden. 13

14 6 Beperk ook de directe lozingen zoveel moglijk Inde inleiding van deze brochure is al gezegd dat drift slechts één van de manieren is waarop emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater plaatsvindt. Directe lozingen zijn een andere belangrijke manier waarop gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht komen. Net als drift kunt udirecte lozingen voor een deel voorkomen door 'netjes te werken' en - indien noodzakelijk- door enige aanpassingen op uw bedrijf. Hieronder wordt in het kort aangegeven welke maatregelen verplicht zijn (in het donkerrood) en welke andere maatregelen uook kunt toepassen. Het vullen van spuitapparatuur Umag uwspuitmachine alleen vanaf het oppervlaktewater vullen als ubijvoorbeeld een terugslagklep of een tussenopslag van oppervlaktewater gebruikt. Deze tussenopslag kan via een aparte aandrijfbron en een vlottermechanisme tijdens het spuiten worden gevuld. Dit is veelal een automatische terugslagklep inde aanzuigleiding. Verder moet ubij het vullen een afstand van minimaal 2 meter tot de insteek van de sloot in acht nemen. Kies zo mogelijk voor een vaste, beschutte, liefst overdekte vulplaats, die minstens 2 meter van het oppervlaktewater is verwijderd. Overdekking is belangrijk omdat anders eventueel gemorste spuitvloeistof naar het oppervlaktewater afregent. Denk daarbij wel aan voldoende ventilatie. Gebruik voor het vullen van de tank bij voorkeur leiding-of bronwater. Dit geeft vaak ook een beter spuitresultaat, omdat dit water vrij van verontreinigingen is en een constante zuurgraad (ph) heeft. Wees nauwkeuring met de dosering van het middel en voorkom morsen. Als u toch vloeistof morst, zorg dan dat deze vloeistof niet naar het oppervlaktewater kan afstromen. Vang aflopende spuitvloeistof op. Wanneer een vulplaats met opstaande rand wordt gemaakt, mag ude afvoer niet op de sloot of op het riool lozen. Voor de meeste verpakkingen geldt dat udeze direct na het leegmaken moet schoonspoelen met een fustreiniger. Restanten spuitvloeistof Voorkom restanten spuitvloeistof zoveel mogelijk door de juiste afstelling van uw spuitmachine. Een spuitcomputer is hierbij een goed hulpmiddel. Restanten van aangemaakte gewasbeschermingsmiddelen mag uin geen geval op het oppervlaktewater of riolering lozen. De restanten mogen, op voorwaarde dat ueen ontheffing heeft van de gemeente, verdund over het perceel worden verspoten. Ukunt het ook opvangen en afvoeren als chemisch afval. Een derde alternatief is, na zuivering, lozen op het riool. Wassen en uitwendig reinigen Bij het wassen en uitwendig reinigen van uw spuitapparatuur is het niet toegestaan afvalwater te lozen. Umoet op verhard terrein het water opvangen. Vervolgens wordt het water afgevoerd of wordt het verdund verspoten over het perceel. Wassen en reinigen op onverhard terrein is een alternatief, maar ook dan geldt dat lozen moet worden voorkomen. Vandaar dat dit minimaal 5 meter uit de insteek van het talud moet plaatsvinden. Het lozen van afvalwater als gevolg van het wassen en reinigen iswel toegestaan als: binnen 40 meter vanaf het punt waar de lozing ontstaat geen riolering is; het water niet meer dan 20 mg/l aan minerale olie bevat; het gehalte onopgeloste bestanddelen niet meer dan 100 mg/l bedraagt; het afvalwater eerst een doelmatige en goed toegankelijke controlevoorziening doorloopt. Het is niet toegestaan dat u het water eerst mengt met ander afvalwater en dan pas de controlevoorziening laat doorlopen. Wanneer het afvalwater de toegestane gehaltes aan olie of niet opgeloste bestanddelen overschrijdt, dan bent u verplicht dit eerst te zuiveren. Het is daarom beter uw bedrijfsvoering zodanig aan te passen,dat de gehaltes niet boven de gestelde normen uitkomen. Het spoelen van groentegewassen (zoals prei en wortelen) Het lozen van spoelwater, ook naspoelwater, is verboden als zich binnen 40 meter vanaf het punt waar de lozing ontstaat, een riolering bevindt. Spoelwater moet worden hergebruikt. Indien ukunt aantonen dat dit niet mogelijk is, dan is het onder strikte voorwaarden toegestaan uitsluitend naspoelwater te lozen. Daarbij geldt dat het spoelproces hoe dan ook bestaat uit minimaal twee fases, waarbij naspoelen de laatste is. Bij voor- en hoofdspoeling is volledige recirculatie verplicht. Wanneer u besluit naspoelwater te lozen,dan mag dat alleen via een voorziening die onopgeloste bestanddelen tegenhoudt. Ook moet het water een goed toegankelijke controlevoorziening doorlopen. Inelk geval geldt dat het gehalte onopgeloste bestanddelen de 100 mg/l niet overschrijdt. Afbeelding 6: Spoelwater moet worden hergebruikt. Het reinigen van gebouwen en opstallen Lozen is verboden als zich binnen 40 meter vanaf het punt waar de lozing ontstaat een riolering bevindt. Het lozen van afvalwater uit gebouwen en opstallen waar meststoffen en/of gewasbeschermingsmiddelen zijn of waren opgeslagen is verboden. Dus ook wanneer zich binnen 40 meter geen riolering bevindt. Dit water dient te worden opgevangen. Vervolgens kunt uhet afvoeren of verdund over het perceel verspuiten. 14

15 Lozen is ook verboden bij het reinigen van onderdelen uit gebouwen die in aanraking zijn geweest met meststoffen en/of gewasbeschermingsmiddelen. Reinigt u gebouwen waarin zich geen meststoffen en/of gewasbeschermingsmiddelen bevinden of bevonden, dan mag het afvalwater worden geloosd. Ook nu geldt dat onopgeloste bestanddelen worden tegengehouden. Het gehalte onopgeloste bestanddelen mag niet hoger zijn dan 100 mg/l. En ook nu moet sprake zijn van een controlevoorziening. Stalling voertuigen en apparatuur Door aanraking met apparaten, voertuigen en/of verhard erf kan regen- of ander hemelwater worden verontreinigd en naar het oppervlaktewater afstromen. Daarom zijn ook op dit punt regels gesteld. Op verhard en onverhard terrein dienen alle materialen, werktuigen, apparatuur, afvalstoffen en grondstoffen die hemelwater kunnen verontreinigen met (restanten) gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen, zodanig te worden opgeslagen of gestald dat zij niet in contact komen met dit water. Op onverhard terrein is het voldoende als materialen, werktuigen en dergelijke 5meter uit de insteek van het talud worden opgeslagen ofte zorgen voor een grondwal tussen opslag en talud. Daarnaast bevat het Lozingenbesluit ook voorschriften voor het lozen van huishoudelijk afvalwater uit bedrijfsgebouwen en afvalwater als gevolg van ontijzeren van grondwater. 15

16 Meer informatie over het Lozingenbesluit is onder andere te vinden in: - de brochure 'Lozingenbesluit open teelt en veehouderij' uitgegeven door het ministerie van Verkeer en Waterstaat, te bestellen via fax: t.a.v. mevr. B. Antonisse-Sinteur of bij de Kerngroep MJP-G; - de nieuwsbrief MJP-G Magazine van de Kerngroep MJP-G, nr (gratis te bestellen bij de Kerngroep MJP-G); - op de internetsite van de Kerngroep MJP-G: (wat doen wij voor uw sector, thema Lozingenbesluit); - de complete tekst van de AMvB open teelt en veehouderij is te vinden op onder Officiële publicaties zoeken op Lozingenbesluit in het Staatsblad op de datum Adressenlijst Kerngroep MJP-G Postbus BH Ede Tel: Fax: IMAG Posbus AA Wageningen Tel: PAV Postbus AK Lelystad Tel: Waterkwaliteitsbeheerders GTD Oost-Brabant Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap v. Delfland Hoogheemraadschap van Rijnland Hoogheemraadschap van Schieland Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen Hoogheemraadschap van West-Brabant Riolering en Waterhuishouding Amsterdam Waterschap DeAa Waterschap De Dommel Waterschap De Maaskant Waterschap Groot Salland Waterschap Hunze en Aa's Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Reest en Wieden Waterschap Regge en Dinkel Waterschap Rijn en IJssel Waterschap Vallei & Eem Waterschap Veld en Vecht Waterschap Veluwe Waterschap Zeeuwse Eilanden Waterschap Zeeuws Vlaanderen Waterschap Zuiderzeeland Wetterskip Fryslân Zuiveringgschap Hollandse Eilanden en Waarden Zuiveringsschap Limburg Zuiveringsschap Rivierenland Boxtel Woudrichem Hilversum Delft Leiden Rotterdam Houten Edam Breda Amsterdam Boxtel Boxtel Oss Zwolle Veendam Groningen Meppel Almelo Doetinchem Leusden Coevorden Apeldoorn Goes Terneuzen Lelystad Leeuwarden Dordrecht Roermond Tiel

~ Wy_" 2000 Ministerie van Verk

~ Wy_ 2000 Ministerie van Verk ~ Wy_" 2000 Ministerie van Verk De akkerbouw, een deel van de bollen- en boomteelt, de vollegrondsgroenteteelt, de fruitteelt, de zomerbloementeelt en de veehouderij hebben vanaf het voorjaar 2000 te maken

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. 1. Inleiding. 2. Driftarme doppen en de noodzaak hiervan. 2.1 Waterkwaliteit 2.2 Emmissieroutes 2.

INHOUDSOPGAVE. 1. Inleiding. 2. Driftarme doppen en de noodzaak hiervan. 2.1 Waterkwaliteit 2.2 Emmissieroutes 2. INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Driftarme doppen en de noodzaak hiervan. 2.1 Waterkwaliteit 2.2 Emmissieroutes 2.3 Driftarme doppen 3. Spuitsystemen 4.1 Spuitdoppen 4.2 Luchtvloeistofdoppen 4.3 Luchtondersteuning

Nadere informatie

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst Lijst met indeling van spuittechnieken in reducerende n (DRT-klassen) DRT-lijst versie 15 december 2017 Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) reducerende spuittechnieken In het Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Een correcte spuittechniek met het oog op een goede efficiëntie en het beperken van drift. Donald Dekeyser, Johan Declercq, David Nuyttens

Een correcte spuittechniek met het oog op een goede efficiëntie en het beperken van drift. Donald Dekeyser, Johan Declercq, David Nuyttens Een correcte spuittechniek met het oog op een goede efficiëntie en het beperken van drift Donald Dekeyser, Johan Declercq, David Nuyttens Inleiding Enerzijds eisen overheid en publieke opinie een duurzaam

Nadere informatie

Driftreductie & Erfemissie

Driftreductie & Erfemissie Driftreductie & Erfemissie Schoon oppervlaktewater & behoud middelenpakket Gebiedsgericht toezicht 25 maart 2019 te Smilde I.L. (Ibo) Vaatstra 1 Inhoud presentatie Milieuregels Spuittechnieken en spuitdoppen

Nadere informatie

Classificatie Wingssprayer met kantdop in driftreductieklassen

Classificatie Wingssprayer met kantdop in driftreductieklassen Classificatie Wingssprayer met kantdop in driftreductieklassen J.C. van de Zande Foto Wingssprayer op voorkant Wingssprayer logo Plant Research International, onderdeel van Wageningen UR Business Unit

Nadere informatie

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst Lijst met indeling van spuittechnieken in reducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst versie 24 juli 2018 Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) reducerende spuittechnieken In het Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Spuitdoppen in de glastuinbouw Van kiezen tot controleren

Spuitdoppen in de glastuinbouw Van kiezen tot controleren Spuitdoppen in de glastuinbouw Van kiezen tot controleren 0 Inhoudsopgave De juiste spuitdop kiezen p. 2 Soorten spuitdoppen p. 3 Spuitdop codering p. 5 Doppentabel p. 7 Tips voor het beperken van slijtage

Nadere informatie

Driftreductie door standaard spleetdop en luchtondersteuning tijdens een bespuiting van aardappelen (spuitvolume

Driftreductie door standaard spleetdop en luchtondersteuning tijdens een bespuiting van aardappelen (spuitvolume Driftreductie door standaard spleetdop en luchtondersteuning tijdens een bespuiting van aardappelen (spuitvolume 300 l/ha) J.C. van de Zande J.M.G.P. Michielsen H. Stallinga Nota V 2003-04 Januari 2003

Nadere informatie

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen DRT-lijst versie 8 december 208 Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) en In het Activiteitenbesluit milieubeheer is

Nadere informatie

Spuittechniek en spuitdoppen

Spuittechniek en spuitdoppen Spuittechniek en spuitdoppen Verslag beoordeling spuittechniek en spuitdoppen gewasbeschermings- manifestatie 8 november 2017 te Vredepeel Een initiatief vanuit het project Duurzaam Schoon Grondwater van

Nadere informatie

Welkom bij LTO afdeling Oldambt. Marja Nauta Wim Verhaar

Welkom bij LTO afdeling Oldambt. Marja Nauta Wim Verhaar Welkom bij LTO afdeling Oldambt Presentatie door: Marja Nauta Wim Verhaar 1 Totaal gebied Deel gebied 2 Gegevens waterkwaliteit meetnet Oldambt. Overschrijdingen GBM hele gebied 3 Overschrijding GBM per

Nadere informatie

Een correcte spuittechniek voor een duurzame toepassing van GBM

Een correcte spuittechniek voor een duurzame toepassing van GBM Een correcte spuittechniek voor een duurzame toepassing van GBM David Nuyttens Studievoormiddag IPM: eerst info, dan fyto Agriflanders, 13 januari 2017 Inleiding - Onderzoek Spuitlabo Keuring spuittoestellen

Nadere informatie

Vanggewassen op het akkerbouwbedrijf

Vanggewassen op het akkerbouwbedrijf Vanggewassen op het akkerbouwbedrijf Mogelijkheden ter beperking van drift ing. J.G.M. Paauw en ing. D.A. van der Schans Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV. Projectrapport nr. 1232013 2001 Wageningen,

Nadere informatie

Verslag beoordeling spuittechnieken m.b.v. fluorescerende vloeistof

Verslag beoordeling spuittechnieken m.b.v. fluorescerende vloeistof Verslag beoordeling spuittechnieken m.b.v. fluorescerende vloeistof Wijnandsrade, 23 november 2016 Doel van deze dag is het vergelijken van spuitdoppen/technieken die minimaal 75% drifreducerend zijn op

Nadere informatie

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN De toelating van het gewasbeschermingsmiddel wordt op basis van de volgende artikelen gewijzigd: Artikel 31, 44, 45 en 75 Verordening

Nadere informatie

Gewasbescherming Basis

Gewasbescherming Basis Gewasbescherming Basis Doppen en druppels Bij gewasbescherming zet je een straal vloeistof om in druppels. Hoe hoger de spuitdruk en hoe kleiner het spuitgat, hoe groter de vloeistofsnelheid en hoe kleiner

Nadere informatie

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst

Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen (DRT-klassen) DRT-lijst Lijst met indeling van spuittechnieken in Driftreducerende Techniek-klassen DRT-lijst versie 1 juli 2019 Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) en In het Activiteitenbesluit milieubeheer is opgenomen

Nadere informatie

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Voorheen LOTV, nu Activiteitenbesluit Per 1 januari 2013 is de regelgeving van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (Lotv) opgenomen in het Activiteitenbesluit.

Nadere informatie

Regelwetgeving L. Remijn Delphy bv 1. Aanvullende eisen middelen pootaard. Opbouw presentatie

Regelwetgeving L. Remijn Delphy bv 1. Aanvullende eisen middelen pootaard.   Opbouw presentatie Opbouw presentatie Regelwetgeving Spuittechniek en regelwetgeving pootaardappelen Luc Remijn 31 jan 2019 Spuitdoppen en systemen Bedekking en indringing in aardappelen Samenvatting/advies Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Spuittechniek. Phytofar

Spuittechniek. Phytofar Spuittechniek Phytofar 2012-2013 Spuittechniek - overzicht Belang van de druppelgrootte 1. Bekomen van een maximale werking 2. Voorkomen van ongewenste effecten Spuitdoppen 1. Functie 2. Types en eigenschappen

Nadere informatie

Drift van 95% driftreducerende spuitdoppen op veldspuit en bijbehorende teeltvrije zone

Drift van 95% driftreducerende spuitdoppen op veldspuit en bijbehorende teeltvrije zone Drift van 95% driftreducerende spuitdoppen op veldspuit en bijbehorende teeltvrije zone J.C. van de Zande Rapport 596 Drift van 95% driftreducerende spuitdoppen op veldspuit en bijbehorende teeltvrije

Nadere informatie

Inleiding. Van paard naar drone? 2/06/2015. Spuitdoppen klein maar belangrijk. Spuitdoppen belangrijkste eigenschappen. Doptypes

Inleiding. Van paard naar drone? 2/06/2015. Spuitdoppen klein maar belangrijk. Spuitdoppen belangrijkste eigenschappen. Doptypes Keuze spuittechniek en gewasbeschermingsmiddel: praktische benadering via Onderzoek Inleiding Spuitlabo Veel vragen bij gebruikers van GBM David Nuyttens Keuring spuittoestellen Opleiding & demo s +/-

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmonitor

Gewasbeschermingsmonitor Gewasbeschermingsmonitor Algemene informatie Gewasbeschermingsmonitor vervangt gewasbeschermingsplan Bij de gewasbeschermingsmonitor gaat het om diverse teeltmaatregelen. Denk hierbij aan teeltfrequentie

Nadere informatie

Dopkeuze en bufferzonereglementering: praktische benadering via David Nuyttens

Dopkeuze en bufferzonereglementering: praktische benadering via   David Nuyttens Dopkeuze en bufferzonereglementering: praktische benadering via David Nuyttens Inleiding Onderzoek Spuitlabo Veel vragen bij gebruikers van GBM Keuring spuittoestellen Opleiding & demo s +/- 1900 Van paard

Nadere informatie

Driftreductie door Hardi Twin Force luchtondersteuning

Driftreductie door Hardi Twin Force luchtondersteuning Omslag_Rapport124.qxp 05 11 1970 06:20 Page 1 Driftreductie door Hardi Twin Force luchtondersteuning J.C. van de Zande, H. Stallinga, J.M.G.P. Michielsen & P. van Velde Rapport 124 Driftreductie door

Nadere informatie

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op LOTV Minder bestrijdingsmiddelen in de sloot was destijds bij ingang in 2000 een van de belangrijkste doelstellingen van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij.

Nadere informatie

Classificatie van Teejet, Hardi en Lechler spuitdoppen op basis van driftgevoeligheid

Classificatie van Teejet, Hardi en Lechler spuitdoppen op basis van driftgevoeligheid Classificatie van Teejet, Hardi en Lechler spuitdoppen op basis van driftgevoeligheid H.A.J. Porskamp J.C. van de Zande Nota P 2002-61 Classificatie van Teejet, Hardi en Lechler spuitdoppen op basis van

Nadere informatie

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op LOTV Minder bestrijdingsmiddelen in de sloot was destijds bij ingang in 2000 een van de belangrijkste doelstellingen van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij.

Nadere informatie

Lijst met indeling van spuitdoppen in Driftreducerende Dop-klassen (DRD-klassen) DRD-lijst

Lijst met indeling van spuitdoppen in Driftreducerende Dop-klassen (DRD-klassen) DRD-lijst Lijst met indeling van spuitdoppen in Driftreducerende Dop-klassen (n) DRD-lijst versie 15 december 2017 Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) Driftreducerende spuitdoppen In het Activiteitenbesluit

Nadere informatie

Manifestatie Emissie- en Driftbeperking Vredepeel Verslag van een interessante bijeenkomst

Manifestatie Emissie- en Driftbeperking Vredepeel Verslag van een interessante bijeenkomst Manifestatie Emissie- en Driftbeperking Vredepeel Verslag van een interessante bijeenkomst Woensdag 30 oktober 2013 Op woensdagavond 30 oktober 2013 is er in het kader van het project Duurzaam Schoon Grondwater

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20077 21 april 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken 8 april 2016, nr. 16052648, houdende tijdelijke

Nadere informatie

Boxer WG en aanbevelingen, 10701 N W.10 bij etiketinstructie versie 10

Boxer WG en aanbevelingen, 10701 N W.10 bij etiketinstructie versie 10 Boxer WG en aanbevelingen, 10701 N W.10 bij etiketinstructie versie 10 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende sgebieden

Nadere informatie

Teelthandleiding. 6.2 beperking middelengebruik

Teelthandleiding. 6.2 beperking middelengebruik Teelthandleiding 6.2 Beperking middelengebruik... 1 2 6.2 Beperking middelengebruik Versie: april 2018 Er zijn verschillende redenen om het middelengebruik terug te dringen: - kosten middelen; - beschikbaarheid

Nadere informatie

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op LOTV Minder bestrijdingsmiddelen in de sloot was destijds in 2000 bij inwerkingtreding een van de belangrijkste doelstellingen van het Lozingenbesluit open teelt

Nadere informatie

ForwardFarming Field Academy Water Protection Training. Module 2 Spuittechniek

ForwardFarming Field Academy Water Protection Training. Module 2 Spuittechniek ForwardFarming Field Academy Water Protection Training Module 2 Spuittechniek 2018 Inleiding Weersomstandigheden zijn de belangrijkste invloedsfactoren op drift en efficiëntie Windrichting Wees je ervan

Nadere informatie

Wet en regelgeving gewasbeschermingsmiddelen. Wied Hendrix AOC Oost

Wet en regelgeving gewasbeschermingsmiddelen. Wied Hendrix AOC Oost Wet en regelgeving gewasbeschermingsmiddelen Wied Hendrix AOC Oost Wet gewasbeschermingsmiddel en en biociden Zorgplichtartikel: Artikel 18 iedereen is verplicht ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen

Nadere informatie

notitie Driftarme doppen voor de teelt van opzetters in de laanbomenteelt Driftarme doppen voor de Opzetterteelt (laanbomen) WUR-PRI Wageningen

notitie Driftarme doppen voor de teelt van opzetters in de laanbomenteelt Driftarme doppen voor de Opzetterteelt (laanbomen) WUR-PRI Wageningen notitie Driftarme doppen voor de teelt van opzetters Driftarme doppen voor de Opzetterteelt (laanbomen) WUR-PRI Wageningen Jan van de Zande Arie van der Lans (PPO-BBF) 14 januari 2013 Probleemstelling

Nadere informatie

11/21/2016. Opties verbetering effectiviteit gbm? Gewasbeschermingsmanifestatie Gewasbescherming & Hulpstoffen. Definitie hulpstof

11/21/2016. Opties verbetering effectiviteit gbm? Gewasbeschermingsmanifestatie Gewasbescherming & Hulpstoffen. Definitie hulpstof Gewasbeschermingsmanifestatie 2016 Gewasbescherming & Hulpstoffen Johnny Remijn Opties verbetering effectiviteit gbm? Meer water per hectare grovere dop & hogere druk (op lijst?) : 300-400 ltr/ha Andere

Nadere informatie

De Wingssprayer spuitunits zijn ontworpen rondom twee belangrijke. Minder spuitmiddel door kleinere druppels

De Wingssprayer spuitunits zijn ontworpen rondom twee belangrijke. Minder spuitmiddel door kleinere druppels De Wingssprayer spuitunits zijn ontworpen rondom twee belangrijke eisen: Met kleine druppeltjes spuiten. Door de fijne dekking van veel kleine druppeltjes wordt het hele gewas optimaal beschermd. Het traditionele

Nadere informatie

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries. VW Regeling meldingen Lozingenbesluit open teelt en veehouderij Regeling houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot gegevens, die bij een melding van voorgenomen agrarische activiteiten

Nadere informatie

Ervaringen met driftreducerende doppen

Ervaringen met driftreducerende doppen Ervaringen met driftreducerende doppen PROEFHOEVE BOTTELARE HoGent-UGent Jan Vanwijnsberghe 6 februari 2019 VOLSOG Fytodag Minimum 50% driftreducerende doppen of technieken verplicht ikv IPM sinds 1 januari

Nadere informatie

Lijst met indeling van spuitdoppen in DriftReducerende Dop-klassen (DRD-klassen) DRD-lijst

Lijst met indeling van spuitdoppen in DriftReducerende Dop-klassen (DRD-klassen) DRD-lijst Lijst met indeling van spuitdoppen in DriftReducerende Dop-klassen (n) DRD-lijst versie 18 december 2018 Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) pen In het Activiteitenbesluit milieubeheer is opgenomen

Nadere informatie

Kumulus S. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Kumulus S. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Kumulus S Toelatingsnummer 6147 N W.6 Productgroep: fungicide Formulering: granulaat of korrel Werkzame stof: 80% zwavel Voorzorgsmaatregelen: SP1 Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen

Nadere informatie

Stomp 400 SC. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer 10766 N W.22 Productgroep: herbicide Formulering:

Stomp 400 SC. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer 10766 N W.22 Productgroep: herbicide Formulering: Stomp 400 SC Toelatingsnummer 10766 N W.22 Productgroep: herbicide Formulering: suspensie concentraat Werkzame stof: 400 g/l pendimethalin Verpakking: 10 x 1 l en 2 x 10 l Gevarenaanduidingen: WAARSCHUWING

Nadere informatie

Gegevens te verstrekken bij een aanvraag tot het verlenen van een Wvo-vergunning

Gegevens te verstrekken bij een aanvraag tot het verlenen van een Wvo-vergunning Bezoekadres Blomboogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel Telefoon (0344) 64 90 90 Fax (0344) 64 90 99 E-mail info@wsrl.nl Internet www.waterschaprivierenland.nl Bank 63.67.57.269 Gegevens

Nadere informatie

Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Martijn D hoop. Studienamiddag: Bescherm de berm 02/10/12

Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Martijn D hoop. Studienamiddag: Bescherm de berm 02/10/12 Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen Martijn D hoop Studienamiddag: Bescherm de berm 02/10/12 Van belang omdat 01_ we een gezond en kwaliteitsvol product willen 02_ we een zo optimaal mogelijke

Nadere informatie

22 januari Johannes de Boer HOMBURG HOLLAND

22 januari Johannes de Boer HOMBURG HOLLAND 22 januari 2014 Johannes de Boer HOMBURG HOLLAND Veldspuiten 4 verschillende doptype s STANDAARD spleetdoppen LOWDRIFT spleetdoppen MINIDRIFT spleetdoppen INJET spleetdoppen Alle 4 variaties zijn spleetdoppen

Nadere informatie

DRIFT. Goede landbouwpraktijken voor een betere waterkwaliteit. Drift verminderen

DRIFT. Goede landbouwpraktijken voor een betere waterkwaliteit. Drift verminderen DRIFT Goede landbouwpraktijken voor een betere waterkwaliteit Drift verminderen U KUNT HELPEN OM HET OPPERVLAKTEWATER TE BESCHERMEN. DE DOELSTELLINGEN VAN TOPPS TOPPS heeft als doel om vervuiling van het

Nadere informatie

Een correcte spuittechniek met het oog op een goede efficiëntie en het beperken van drift

Een correcte spuittechniek met het oog op een goede efficiëntie en het beperken van drift Een correcte spuittechniek met het oog op een goede efficiëntie en het beperken van drift Donald Dekeyser, Johan Declercq, David Nuyttens ForwardFarming Field Academy Water Protection Training Opleiding

Nadere informatie

Diffuse vervuiling Druppeldrift stofdrift

Diffuse vervuiling Druppeldrift stofdrift Diffuse vervuiling De verontreiniging van het oppervlaktewater door gewasbeschermingsmiddelen (gbm) wordt veroorzaakt door directe en diffuse bronnen. In het verleden werden reeds heel wat sensibilisatieprojecten

Nadere informatie

INTERN VERSLAG. B.H.M. Looman en M.L den Hoed* * Stagiaire MLO-Botanie

INTERN VERSLAG. B.H.M. Looman en M.L den Hoed* * Stagiaire MLO-Botanie PROJECT Evaluatie en verbetering van toedieningstechnieken voor de gewasbescherming (4300). INTERN VERSLAG PROEF Onderzoek naar het effect van de hoeveelheid spuitvloeistof en de concentratie van een insekticide

Nadere informatie

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden. 3,75 l/ha 18 (6 blokken van 3 opeenvolgende bespuitingen)

Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden. 3,75 l/ha 18 (6 blokken van 3 opeenvolgende bespuitingen) HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Actueel WG van het middel NeemAzalT/S, 12455 N 9 december 2016 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Het middel is uitsluitend toegestaan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7774 20 maart 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 14 maart 2013, nr. PAV / 13042620, houdende

Nadere informatie

400 g/l pendimethalin

400 g/l pendimethalin Stomp 400 SC Toelatingsnummer 10766 N W.14 Productgroep: herbicide Formulering: suspensie concentraat Werkzame stof: 400 g/l pendimethalin N: Milieugevaarlijk Waarschuwingszinnen: 50/53 Zeer vergiftig

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmonitor

Gewasbeschermingsmonitor Gewasbeschermingsmonitor 1. Bedrijfsgegevens en Bouwplan: Jaar Perceel Ras Bedrijf Gewas Maat Adres Zaai / plantdatum Hoeveelheid Postcode Teeltfrequentie Bodemanalyse aanwezig Woonplaats Voorvrucht Aaltjesanalyse

Nadere informatie

Meldingsformulier Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

Meldingsformulier Lozingenbesluit open teelt en veehouderij Let op: lees voor het invullen eerst de toelichting. Sinds 1 maart 2000 is het Lozingenbesluit van kracht geworden voor lozingen in het oppervlaktewater afkomstig van agrarische activiteiten. Naar aanleiding

Nadere informatie

ONDERBOUWING TOELICHTING SPUITZONE TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN

ONDERBOUWING TOELICHTING SPUITZONE TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN ONDERBOUWING TOELICHTING SPUITZONE TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN Aan de Waalseweg 83 te Tull en t Waal is een fruitteeltbedrijf gevestigd. Op de percelen, kadastraal aangeduid als Houten, sectie I, nrs.

Nadere informatie

Sleepdoek in de praktijk

Sleepdoek in de praktijk Sleepdoek in de praktijk CLM Onderzoek en Advies BV Overname van delen van de tekst van deze publicatie voor informatiedoeleinden is toegestaan, mits voorzien van een duidelijk bronvermelding. Postbus

Nadere informatie

Let op: niet toepassen in bestaand gazon. Wettelijk gebruiksvoorschrift. Dit etiket is een boekje. Trek deze open rechts onderin.

Let op: niet toepassen in bestaand gazon. Wettelijk gebruiksvoorschrift. Dit etiket is een boekje. Trek deze open rechts onderin. Verkoop alleen toegestaan in onze ongeopende originele verpakking. Verpakking mag niet opnieuw worden gebruikt. Voor schade door onoordeelkundig gebruik wordt geen aansprakelijkheid genomen. Waarschuwingszinnen

Nadere informatie

Schoon Water Brabant 6 maart 2014

Schoon Water Brabant 6 maart 2014 Indeling lezing Aanpak erfemissies Richard Korver Adviseur akkerbouw Specialist mechanisatie Activiteitenbesluit Beperken restvloeistof Inwendig reinigen van de veldspuit Opvangen restvloeistof en spoelwater

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

Kosten/Baten driftbeperkende technieken

Kosten/Baten driftbeperkende technieken Kosten/Baten driftbeperkende technieken Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Akkerbouw, Groene ruimte & Vollegrondsgroenteteelt oktober 2004 PPO nr.. 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

SPECIMEN FOX 480 SC 5 L. Herbicide. Vrij van probleemonkruiden als ereprijs, akkerviool en paarse dovenetel

SPECIMEN FOX 480 SC 5 L. Herbicide. Vrij van probleemonkruiden als ereprijs, akkerviool en paarse dovenetel Vrij van probleemonkruiden als ereprijs, akkerviool en paarse dovenetel Werkzame stof: Aard van het preparaat: Suspensie concentraat Resistentiegroep: HRAC E Toelatingshouder: ADAMA Registrations B.V.

Nadere informatie

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Voorheen LOTV, nu Activiteitenbesluit Per 1 januari 2013 is de regelgeving van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (Lotv) opgenomen in het Activiteitenbesluit.

Nadere informatie

Resultaat en conclusies contact- en bodemherbiciden in combinatie met Squall

Resultaat en conclusies contact- en bodemherbiciden in combinatie met Squall Resultaat en conclusies contact- en bodemherbiciden in combinatie met Squall Inleiding In opdracht van de firma Greena heeft er afgelopen zomer een onderzoek plaatsgevonden naar de effectiviteit van bodem-

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschrift ten behoeve van een smallere teeltvrije zone verleend aan: J. Zijderveld Lozingsadres: Sternweg 23 Zeewolde op de kavels z:w043 en z:w044

Nadere informatie

De NVWA toezicht op gewasbescherming. A.C.L. (Toon) Driessen Inspecteur Toezicht Ontwikkeling Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)

De NVWA toezicht op gewasbescherming. A.C.L. (Toon) Driessen Inspecteur Toezicht Ontwikkeling Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) De NVWA toezicht op gewasbescherming A.C.L. (Toon) Driessen Inspecteur Toezicht Ontwikkeling Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) 1 Handhaving regelgeving gewasbeschermingsmiddelen. Indeling presentatie:

Nadere informatie

Onderdelenlijst. Wingssprayer Single Wing

Onderdelenlijst. Wingssprayer Single Wing Onderdelenlijst Wingssprayer Single Wing Naam: T-stuk 2 X 6 mm insteek plus RVS 316 1 X 1/4 e schroefdraad Serienummer: 0001 Naam: Afdichtrubber voor spuitdop Serienummer: 0002 Naam: Bajonetkoppeling 1/4

Nadere informatie

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimenthanil 4 x 5 l GEVAAR

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimenthanil 4 x 5 l GEVAAR Scala Toelatingsnummer 11555 N W.4 Productgroep: Formulering: De identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen tot de indeling van het mengsel: Werkzame stof: Verpakking: Gevarenaanduidingen:

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer boomteelt activiteiten Jos Elst en Peter van Nieuwenhuizen Inhoud Wat is en doet Rijnland door Korine Hengst (afd Plannen&Projecten) Wat houdt het Activiteitenbesluit in?

Nadere informatie

Goed beheerde akkerranden, een win-win voor landbouw en natuur.

Goed beheerde akkerranden, een win-win voor landbouw en natuur. Goed beheerde akkerranden, een win-win voor landbouw en natuur. 25 september 2012 Pieter Verdonckt Inagro vzw Kadering project Hoe schadelijke effecten vermijden; Beperk effecten van gewasbeschermingsmiddelen

Nadere informatie

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine Nieuwsbrief nr.1 maart 2015 Technieken en wetgeving veranderen continu. Middels de nieuwsbrief gaan we proberen u een aantal keer per jaar op de hoogte te houden van de actualiteiten en nieuwe ontwikkelingen

Nadere informatie

Aantal bestrijdingsmiddelen teruggevonden per meetplaats in

Aantal bestrijdingsmiddelen teruggevonden per meetplaats in Gewasbeschermingsmiddelen in water- belang van bufferzones! Annie Demeyere Aantal bestrijdingsmiddelen teruggevonden per meetplaats in 2008-11-14 2-10 11-15 16-20 21-30 31-41 Nederland Noordzee Frankrijk

Nadere informatie

Preventie. 27 januari 2015

Preventie. 27 januari 2015 Preventie 27 januari 2015 Daarom 2 Agenda 3 Wat doet Aa en Maas? Wat is wat? Regelgeving Wat meten wij? Waar kan het fout gaan? Overig Samen aanpakken Oppervlakte beheergebied: 161.000 ha Aantal inwoners:

Nadere informatie

SPECIMEN BELVEDERE TRIPEL 5 L. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden

SPECIMEN BELVEDERE TRIPEL 5 L. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden Werkzame stof: Aard van het preparaat: Suspo-emulsie Resistentiegroep: C1, N Toelatingshouder: ADAMA Registrations B.V.

Nadere informatie

SPECIMEN BANJO FORTE. 10 L Banjo is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol

SPECIMEN BANJO FORTE. 10 L Banjo is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol BANJO FORTE Fungicide Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol Werkzame stof: Dimethomorf 200 g/l (17,0 % w/w) Fluazinam 200 g/l (17,0 % w/w) Aard van het preparaat: Suspensie concentraat

Nadere informatie

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven Beleidslijn toezicht en handhaving Wassen van machines op agrarische bedrijven Samenwerking Noordoostelijke waterschappen Eenheid Techniek en Diensten Team agrarisch VTH Roel Koekoek Henk Langeler Renske

Nadere informatie

Toelatingsnummer: Aard van het preparaat

Toelatingsnummer: Aard van het preparaat Centurion Plus Toelatingsnummer: 14300 N W2 Aard van het preparaat:: Emulgeerbaar concentraat Werkzame stof: clethodim De identiteit van alle stoffen in het mengsel, die bijdragen tot de indeling van het

Nadere informatie

Phytobac Agentschap Phytobac

Phytobac Agentschap Phytobac Agentschap Waarom? Om op een verantwoorde manier reststromen van gewasbeschermingsmiddelen te kunnen verwerken zonder de bodem en oppervlaktewater schade toe te brengen. Ook kunnen dit soort maatregelen

Nadere informatie

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH

Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH Kenmerk: V0051/1988 Vrijwaringsovereenkomst inzake de garantstellingsverplichting ex artikel 41 Gr HWH ONDERGETEKENDEN 1. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

Nadere informatie

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN De toelating van het gewasbeschermingsmiddel wordt op basis van de volgende artikelen gewijzigd: Artikel 31, 44, 45 en 75 Verordening

Nadere informatie

Complete presentatie

Complete presentatie Complete presentatie Driftreductie Landelijke demodag Driftreducerende spuittechnieken 19 september 2019 #ActieplanAkkerbouw Opzet presentatie Waarom Demodag Omgeving Eigen initiatief Partners Daarom

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 18. Nr. 6494 11 maart 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 4 maart 2013, nr. 13032890, houdende tijdelijke

Nadere informatie

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op

Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Driftarme Spuitdoppen, de nevel trekt op Voorheen LOTV, nu Activiteitenbesluit Per 1 januari 2013 is de regelgeving van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (Lotv) opgenomen in het Activiteitenbesluit.

Nadere informatie

Quickdown Toelatingsnummer: N W.5 Aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat Werkzame stof: pyraflufen-ethyl Gehalte: 26,5 G/L Inhoud: 5 l

Quickdown Toelatingsnummer: N W.5 Aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat Werkzame stof: pyraflufen-ethyl Gehalte: 26,5 G/L Inhoud: 5 l Quickdown Toelatingsnummer: 13246 N W.5 Aard van het preparaat: Emulgeerbaar concentraat Werkzame stof: pyraflufen-ethyl Gehalte: 26,5 G/L Inhoud: 5 l Gevaar Gevarenaanduidingen: Veroorzaakt huidirritatie.

Nadere informatie

Spirit Fungicide Werkzame stof: Aard van het preparaat: Resistentiecode: Scan voor gebruik Toelatingsnummer: 13168N Toelatingshouder: Productname

Spirit Fungicide Werkzame stof: Aard van het preparaat: Resistentiecode: Scan voor gebruik Toelatingsnummer: 13168N Toelatingshouder: Productname Spirit Bescherming tegen onder andere vuur tijdens de groei en bloei Fungicide Werkt preventief en curatief door de combinatie van 2 actieve stoffen Ter bestrijding van schimmels in diverse teelten zoals

Nadere informatie

1/24/2019. Nieuw sinds begin 2017! Driftreductie efficiënt toepassen in pit- en steenfruit. Boomgaardspuit. Onkruidspuit. Verplichting IPM checklijst

1/24/2019. Nieuw sinds begin 2017! Driftreductie efficiënt toepassen in pit- en steenfruit. Boomgaardspuit. Onkruidspuit. Verplichting IPM checklijst Nieuw sinds begin 2017! Verplichting IPM checklijst Driftreductie efficiënt toepassen in pit- en steenfruit Studiedag pit en steenfruit 18/01/2019 Hoe 50% Driftreductie bereiken? Doppen / technieken Erkend

Nadere informatie

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel voor professioneel gebruik Thiovit Jet, 5395 N

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel voor professioneel gebruik Thiovit Jet, 5395 N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN Actueel WG van het middel voor professioneel gebruik Thiovit Jet, 5395 N 3 februari 2017 W.6 Wettelijk Gebruiksvoorschrif Toegestaan

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschrift ten behoeve van een smallere teeltvrije zone verleend aan: Den Ouden Heuvel Lozingsadres: Colijnweg 17 Dronten op de kavels o:l049a

Nadere informatie

SPECIMEN POWERTWIN. 5 L Powertwin is een geregistreerd handelsmerk van. Herbicide. Werkzame stof: Gehalte:

SPECIMEN POWERTWIN. 5 L Powertwin is een geregistreerd handelsmerk van. Herbicide. Werkzame stof: Gehalte: Herbicide Werkzame stof: Gehalte: Ethofumesaat 200 g/l (19,8 % w/w) Fenmedifam 200 g/l (19,6 % w/w) Aard van het preparaat: Suspensie concentraat Resistentiegroep: HRAC N, C1 Toelatingsnummer: 13185N W.1

Nadere informatie

Dual Gold 960 EC WG en aanbevelingen, N W.9 bij etiketinstructie versie 9

Dual Gold 960 EC WG en aanbevelingen, N W.9 bij etiketinstructie versie 9 Dual Gold 960 EC WG en aanbevelingen, 12096 N W.9 bij etiketinstructie versie 9 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende

Nadere informatie

W.2 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. 4 december Actueel WG van het middel Centurion Plus, N

W.2 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. 4 december Actueel WG van het middel Centurion Plus, N HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 4 december 2015 Actueel WG van het middel Centurion Plus, 14300 N W.2 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het

Nadere informatie

Veilig werken. Veilig werken met gewasbeschermingsmiddelen - basis

Veilig werken. Veilig werken met gewasbeschermingsmiddelen - basis Veilig werken Veilig werken met gewasbeschermingsmiddelen - basis Programma voor vandaag: Kahoot Veilig werken met gewasbeschermingsmiddelen - basis Opdracht: Bestrijdingsmethoden Veilig werken & GBM?

Nadere informatie

Melding Activiteitenbesluit. Substraatteelt buiten

Melding Activiteitenbesluit. Substraatteelt buiten Melding Activiteitenbesluit Substraatteelt buiten Om welke bedrijven gaat het? Alle bedrijven met een nieuw aan te leggen of uit te breiden substraatteelt buiten (containervelden, aardbeitrayvelden, stellingenteelt

Nadere informatie

ForwardFarming Field Academy Water Protection Training. Module 1 Puntvervuiling

ForwardFarming Field Academy Water Protection Training. Module 1 Puntvervuiling ForwardFarming Field Academy Water Protection Training Module 1 2018 Inleiding Andere 3 % is de belangrijkste bron van verontreiniging van het oppervlaktewater door GBM > 50 % Afspoeling / erosie ~ 30

Nadere informatie

Talent voor groei. Licentieverlenging Greenkeepers

Talent voor groei. Licentieverlenging Greenkeepers Licentieverlenging Greenkeepers 2019 Gewasbescherming Ons beeld wordt bepaald door (opgedrongen) vooroordelen? Wetgeving Maatschappelijk debat Handhaving Schoon en veilig gebruik Duurzaamheid binnen

Nadere informatie

2 Keuze plantmateriaal Rassenkeuze Plantgetallen Gentechnologie Afsluiting 33

2 Keuze plantmateriaal Rassenkeuze Plantgetallen Gentechnologie Afsluiting 33 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Percelen indelen en inplanten 9 1.1 Het perceel 9 1.2 Het perceel opmeten 10 1.3 Het perceel indelen en uitzetten 11 1.4 Het zaaien van een perceel 15 1.5 Het poten van

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschrift ten behoeve van een smallere teeltvrije zone verleend aan: H. Zondag Lozingsadres: Olsterweg 17 Biddinghuizen op kavel o:q029 voor de

Nadere informatie

Het Toelatingsbeleid en de beschikbaarheid van middelen in de toekomst

Het Toelatingsbeleid en de beschikbaarheid van middelen in de toekomst Het Toelatingsbeleid en de beschikbaarheid van middelen in de toekomst Themadag Gewasgezondheid 8 maart 2012 Inhoud Gewasbeschermingsmiddelen: van ontwikkeling tot gebruik Het toelatingsbeleid De nieuwe

Nadere informatie