CVDR. Nr. CVDR609581_2

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Amsterdam. Nr. CVDR609581_2 11 december 2018 Besluit van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Noord van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent Algemeen onderbesluit stadsdeel Noord 2018 Artikel 1 Begrips- en overige bepalingen 1. a. : de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te nemen; b. machtiging: de bevoegdheid om handelingen te verrichten zg feitelijke handelingen - die noch als een besluit, noch als privaatrechtelijke handeling kunnen worden aangemerkt; c. volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke handelingen te verrichten; d. gever: het bestuursorgaan dat aan een in het mandatenregister genoemde functionaris de gemandateerde- de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen; e. gemandateerde: de functionaris, die van de gever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de gever besluiten te nemen; f. onder: een door een gemandateerde verleend van een aan hem gemandateerde bevoegdheid; g. mandatenregister: het bij dit besluit behorend register waarin ten aanzien van het uitoefenen van bevoegdheden vermeld wordt aan welke functionarissen (onder), machtiging of volmacht wordt verleend. 2. De algemene bepalingen die zijn opgenomen voor in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gelden tevens voor de bevoegdheden op grond van volmacht en machtiging, gelet op artikel 10:12 hoofdstuk 10 van de Awb. 3. Ingeval van afwezigheid van de in eerste lid onder e bedoelde functionarissen, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervanger (of waarnemer) als beschreven in artikel 4. Op plaatsvervanging zijn de bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing. Artikel 2 Reikwijdte van het (onder) 1. De functionaris die (onder) krijgt voor het uitoefenen van een bevoegdheid is voor zover niet al uitdrukkelijk in het register opgenomen- met betrekking tot die bevoegdheid tevens bevoegd tot: a. het verrichten van alle benodigde (feitelijke) voorbereidingshandelingen b. het voeren van correspondentie c. het verstrekken van mondelinge of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard d. het ondertekenen van de betreffende stukken e. het voldoen aan publicatieverplichtingen; f. het verdagen (verlengen) c.q. opschorten van beslistermijnen inzake te nemen besluiten overeenkomstig van toepassing zijnde regelgeving, voor zover niet opgenomen in het register g. het ingebreke stellingen wegens het niet tijdig beslissen als bedoeld in paragraaf Algemene wet bestuursrecht; h. overige direct met de gemandateerde bevoegdheid samenhangende handelingen i. het vragen van adviezen en het inwinnen van inlichtingen 2. De verlening omvat tevens de bevoegdheid om, ter zake van de bevoegdheden opgenomen in het bij dit besluit behorende register, te weigeren, in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende gegevens te verstrekken e.e.a. voor zover niet reeds opgenomen in het register en mits niet uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt. 1

2 3. Voor zover het in (onder) genomen besluit een rechtshandeling betreft met financiële gevolgen dient de gemandateerde te zijn aangewezen als budgethouder bij of krachtens de Budgethoudersregeling en overstijgt de waarde van de rechtshandeling niet het bedrag dat in het algemeen voor de betreffende functie of in het bijzonder voor de betreffende functionaris is vastgesteld bij of krachtens de Budgethoudersregeling; 4. Van het (onder) dat op grond van dit register aan een functionaris van buiten de stadsdeelorganisatie is toegekend, mag slechts gebruik worden gemaakt voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor het stadsdeel wordt toegepast; 5. De functionaris die (onder) krijgt voor het uitoefenen van een bevoegdheid, is niet gerechtigd deze uit te oefenen indien hij tevens belanghebbende is. 6. De stadsdeelsecretaris, Rve-managers en directeuren wordt het toegestaan aan hen gemandateerde bevoegdheden verder onder te mandateren. 7. het (onder) mag niet uitgeoefend worden als de (onder)gever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen. Artikel 3 Rapportage en verantwoording Op verzoek van het dagelijks bestuur rapporteren de gemandateerden in ieder geval één keer per jaar over de wijze waarop gebruik is gemaakt van de gemandateerde bevoegdheden. Artikel 4 Plaatsvervanging De gemandateerde functionarissen vervangen elkaar conform de vervangingsregeling stadsdeel Noord voor zover zij werkzaam zijn binnen het stadsdeel Noord. Gemandateerde functionarissen die niet werkzaam zijn binnen het stadsdeel Noord regelen bij afwezigheid schriftelijk hun vervanging en wijzen daartoe de plaatsvervangers of waarnemers aan. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger of waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht met de woorden: bij afwezigheid of b.a/ Functie en naam plaatsvervanger Handtekening plaatsvervanger Naam van de gemandateerde Artikel 5 Inwerkingtreding, wijziging regelgeving 1. Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 21 maart In geval van wijziging van regelgeving waarop een verleende bevoegdheid berust, blijft de bevoegdheid verleend en wordt geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen van gewijzigde regelgeving. De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk in het register verwerkt. Artikel 6 Citeerwijze Dit besluit wordt aangehaald als algemeen onderbesluit stadsdeel Noord Amsterdam, Het waarnemend dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Noord, R. van der Velden Secretaris mevr. J.A. van Berkum Voorzitter De waarnemend voorzitter van de bestuurscommissie van het stadsdeel Noord, 2

3 mevr. J.A. van Berkum Voorzitter 3

4 Bijlage MANDAATREGISTER 2018 STADSDEEL NOORD Algemene bepalingen en beperkingen 1. Voor alle bevoegdheden in dit bevoegdhedenregister geldt de beperking dat het dagelijks bestuur hiervan slechts gebruik kan maken voor zover dit plaatsvindt binnen de door de (oorspronkelijk) bevoegde bestuursorganen vastgestelde stedelijke kaders, vastgelegd in verordeningen, reglementen, beleidsregels, beleidsnota s, beleidsvisies, budgetten etc. a. Het dagelijks bestuur kan in aanvulling op een stedelijk kader zelf beleid vaststellen voor zover dat beleid betrekking heeft op de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de aan hen opgedragen taken en bevoegdheden. Als in het stedelijk kader uitputtend is vastgelegd hoe het dagelijks bestuur het beleid dient uit te voeren, dan bestaat deze beleidsvrijheid niet. b. Ingeval van het opstellen van subsidieregelingen geldt dat het dagelijks bestuur daartoe uitsluitend bevoegd is als die bevoegdheid daartoe expliciet in een stedelijk kader aan het dagelijks bestuur is gegeven (zie hierna W.4). 2. In aanvulling op de beperking die onder 1. opgenomen is, geldt voor de gemandateerde bevoegdheden het volgende. Bij blijft het bestuursorgaan dat de bevoegdheid mandateert voor de bevoegdheid verantwoordelijk. Dit betekent dat het bestuursorgaan dat het verleent ook altijd de bevoegdheid houdt om deze zelf uit te oefenen. Verder kunnen bij instructies worden gegeven of voorwaarden worden gesteld. Dit kunnen instructies en voorwaarden zijn die in algemene zin bij het verlenen van het ten aanzien van de bevoegdheid worden meegegeven, maar ook instructies of voorwaarden in concrete situaties. Deze kunnen bovendien zowel schriftelijk als mondeling worden gegeven. Het bestuursorgaan dat de bevoegdheid in uitoefent dient zich ook aan de gestelde instructies en voorwaarden te houden. 3. Het dagelijks bestuur betrekt het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij het gebruik maken van de bevoegdheden indien sprake is van politiek gevoelige onderwerpen. Onder politiek gevoelige onderwerpen wordt in ieder geval verstaan, onderwerpen waarbij: hoge afbreukrisico s aanwezig zijn; stadsdeeloverstijgende belangen spelen; uniforme besluitvorming gewenst is; strategische belangen van het stadsbestuur in het geding zijn; expertise nodig is die op stadsdeelniveau niet goed is ontwikkeld. 4. De behandeling van en de beslissing op bezwaarschriften gericht tegen besluiten die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen of op basis van een bevoegdheid die door het aan het dagelijks bestuur is gemandateerd, vindt door het dagelijks bestuur plaats overeenkomstig de Regeling bezwaar en beroep ( en ). 5. Het dagelijks bestuur betrekt het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij de besluitvorming indien tegen een door het dagelijks bestuur genomen beslissing op een bezwaarschrift beroep of hoger beroep wordt ingesteld bij de bestuursrechter en het bestuursorgaan betrokken was op grond van de overwegingen onder 3. Verder betrekt het dagelijks bestuur het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan bij de besluitvorming indien zij voornemens is tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te stellen. Het beroep en het hoger beroep worden in overeenstemming met DJZ door het dagelijks bestuur behandeld. 6. De bevoegdheid om te bezwaarschriften ingediend tegen besluiten die zijn genomen op grond van een bevoegdheid die door de aan de voorzitter van het dagelijks bestuur is gemandateerd, is in beginsel niet gemandateerd. In de Regeling bezwaar en beroep ( en ) wordt nader geregeld in welke situaties welk bestuursorgaan verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de beslissing op bezwaar en de beslissing op bezwaar zelf. 4

5 7. Het dagelijks bestuur is bevoegd de gedelegeerde bevoegdheden te mandateren, waarbij onder aan anderen is toegestaan. De nemer is bevoegd de aan hem gemandateerde bevoegdheden onder te mandateren aan anderen. Het voorgaande geldt ook als sprake is van volmacht en machtiging. 8. Als de wet- en regelgeving waarop een verleende bevoegdheid berust wijzigt, wordt de bevoegdheid geacht te zijn verleend op grond van de bepalingen uit de gewijzigde wet- en regelgeving. De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk in het register verwerkt; 9. Het voor het uitoefenen van een bevoegdheid omvat tevens alle direct met de gemandateerde bevoegdheid -al dan niet in de Awb opgenomen- samenhangende handelingen en besluiten zoals,maar niet beperkt tot het verrichten van alle benodigde (feitelijke) voorbereidings- en uitvoeringshandelingen en voeren van correspondentie; het verstrekken van mondelinge of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard; het ondertekenen van de betreffende stukken; het voldoen aan publicatieverplichtingen; het verdagen (verlengen) c.q. opschorten van beslistermijnen inzake te nemen besluiten overeenkomstig van toepassing zijnde regelgeving, voor zover niet opgenomen in het register; het ingebrekestellingen wegens het niet tijdig beslissen als bedoeld in paragraaf Algemene wet bestuursrecht; het vragen van adviezen en het inwinnen van inlichtingen. 10. De verlening omvat in ieder geval de bevoegdheid om, ter zake van de bevoegdheden opgenomen in dit bevoegdhedenregister, te weigeren, in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende gegevens te verstrekken e.e.a. voor zover niet reeds opgenomen in het bevoegdhedenregister en mits niet uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt is. 0. Algemene bevoegdheden de vorm van een Am A.1 besluiten tot het art. 160, lid 1, a. geldt niet voor Sta aangaan van privaatrechtelijke aanhef en onder e, Gemeente-wet het oprichten of deelneming in Afd en rechtshandelingen van de gemeente een rechtspersoon Afd Dir b. financiële dekking moet aanwezig zijn in Oo -lei Ge daarvoor gev bestemde Pro begrotingspost Pro c. het aangaan van de rechtshandeling moet Bu Dir Kw (to voortvloeien uit de aan het dagelijks bestuur expliciet opgedragen taken en bevoegdheden Sp wo Sta Dir Du Dir Vas 5

6 c. h adv ond voo bet we sta bet fun zijn doe van Sta d. de rechtshandelingen Voo aan vinden plaats ove binnen stedelijke wo kaders, dit ver betekent in elk gem geval in lijn met eig de nota inkopen spr en aanbesteden, de aanbestedingsgoe vas instructies, de Bep nota 10 wegen, het leningen- en garantiebeleid, de nota doelgericht op afstand 2. e. het aangaan van een rechtshandeling tot con Bu De bev tot rec heeft betrekking a. v of f taa op het verhaal van van kosten van rec de voo grondexploitatie het bij een ruimtelijk besluit, als bedoeld in artikel 6.24 Wro. b. t goe lea bed inh als van voo nie de we goe zijn bed zov rec noo goe fun sta 6

7 A.2 verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen (waaronder het ondertekenen van overeenkomsten) art. 171 Gemeentewet vol-macht zie de bijzonderheden bij A.1 betreft privaatrechtelijke rechtshandelingen voortvloeiend uit de bevoegdheid bij A.1 Afd en Afd Dir Oo Tea leid Ge Am opd Pro Pro Pro Bu Kw (to Dir A.3 aansprakelijk-stellingen van derden, voor zover deze betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van de bestuurs-commissie art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeente-wet dele-gatie Als beh van de bev A.4 Beslissen op verzoeken in het kader van de algemene verordening nadeelcompensatie Art. 2 Algemene verordening nadeelcompensatie / / geldt uitsluitend indien het (vermeend) schadeveroorzakende besluit in door het dagelijks bestuur is genomen en er niet wordt afgeweken van het advies van de schadecommissie Sta Afd en Afd A.5 A.6 Beslissen op verzoeken om schadevergoeding besluiten om een derde aansprakelijk te stellen, in gebreke te stellen in het kader van een door het dagelijks bestuur ingestelde (rechts-) vordering, voor zover deze vordering, aansprakelijkstelling, ingebrekestelling betrekking heeft op de taken en bevoegd- art. 8:90, tweede lid Awb art. 160, lid 1, aanhef en onder e, Gemeente-wet / dele-gatie / geldt uitsluitend indien het (vermeend) schadeveroorzakende besluit in door het dagelijks bestuur is genomen Sta Afd en Afd Dir Oo Tea leid Ge Dir Ma Sta Afd en Afd Dir Oo Afd Ge Dir Du Dir en Ma 7

8 heden van het dagelijks bestuur Dir Bu A.7 A.8 behandelen en afdoen van klachten als bedoeld in titel 9.1 Awb, voor zover die betrekking hebben op een aangelegenheid opgenomen in de takenlijst en het bevoegdheden-register besluiten om tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te stellen, incl. het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen titel 9.1 Awb art. 8: 104, lid 2 Awb; art. 8:110, lid 1 Awb en machtiging de machtiging omvat niet de Imp Afd verantwoordelijkheid en voor een zorgvuldige Afd klachtbehandeling. De Dir kaders voor Oo zorgvuldige Tea klachtbehandeling Kla worden vastgesteld in Dir Sta Afd en Dir Bu A.9 vertegenwoordigen van het en Bm bij procedures bij de bestuursrechter waarbij besluiten aan de orde zijn die op grond van een gemandateerde bevoegdheid zijn genomen / machtiging Sta Afd en Dir Bu A.10 verzoeken om verstrekking van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden als bedoeld in art. 6 Wet openbaarheid van bestuur voor zover die betrekking hebben op de in dit bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden art. 6 Wob / Sta Afd en Afd Dir Oo Tea Ge Dir Bu Ma Dir Dir Op A.11 beslissen inzake het uit eigen beweging verstrekken van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden zoals bedoeld in art. 8 Wet openbaarheid van art. 8 Wob / Sta Afd en Afd Dir Oo Tea leid Ge 8

9 bestuur, voor zover die betrekking hebben op de in dit bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden Dir Bu Ma Dir Dir Op A.12 bezwaarschriften tegen in onder van het genomen besluiten, alsmede het bezwaarschriften tegen besluiten die genomen zijn voor 19 maart 2014 door of namens het voormalige dagelijks bestuur van een stadsdeel art. 7:11 Awb / man-daat/ onder Ge A12A Doorzenden van bezwaar- en beroepschriften Artikel 6:15 Awb Sta Afd en Dir Bu Me Bu A12B Nemen van verdagingsbesluiten m.b.t. de behandeling van bezwaarschriften Artikel 7:10, lid 3 Awb Sta Afd en Dir Bu Me Bu A12C Het bevestigen van verder uitstel Artikel 7:10, lid 4 Awb Sta Afd en Dir Bu Me Bu A12D A.13 Beslissen op een verzoek om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter Vervangen door reproducties, en vervreemden van archiefbescheiden en opmaken van een verklaring van vervanging door reproducties, en Artikel 7:1a Awb art. 7, 8, eerste en tweede lid, Archiefwet art. 6, eerste en tweede lid, 7, eerste en tweede lid, 8, Archiefbesluit is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur Sta Afd en Dir Bu Sta 9

10 vervreemding van archiefbescheiden A.14 overbrengen en vervroegd overbrengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaar-plaats en het opmaken van een verklaring van overbrenging art. 12, eerste lid, art. 13, eerste lid, Archiefwet en art. 8, 9, eerste, tweede en derde lid, Archiefbesluit is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur Sta A.15 verzoeken om een machtiging van Gedeputeerde Staten om over-brenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats op te schorten art. 13, derde en vierde lid, Archiefwet is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur Sta A.16 opmaken van een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden art. 8, Archiefbesluit is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur Sta A.17 stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archief-bescheiden art. 15, eerste en tweede lid en art. 16, tweede lid, Archiefwet en art. 10, Archiefbesluit is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur Sta A.18 overdragen van archiefbescheiden van een organisatieonderdeel aan een ander organisatieonderdeel art. 4, onder d, van het Besluit informatie-beheer 2010 is beperkt tot de archiefbescheiden die zien op de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur Sta A.19 A.20 A.21 Het doen van een melding van het voornemen een verwerking te starten Het meedelen aan een betrokkene of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt Het meedelen of aan een verzoek van een betrokkene om gegevens te Artikel 27 Wet bescher-ming Persoons-gegevens Artikel 35 Wet bescher-ming Persoons-gegevens Artikel 36 Wet bescher-ming Persoons-gegevens Sta Sta Sta 10

11 verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal worden voldaan A.22 A.23 A.24 A.25 A.26 A27 Het inlichten van derden, indien aan een verzoek als bedoeld in artikel 36 wordt voldaan alsmede het desgevraagd inlichten van de betrokkene daarover Het beslissen omtrent de beëindiging van de verwerking van de in artikel 8, onder e en f, bedoelde gegevens Het beëindigen van de verwerking van gegevens in de in artikel 41 bedoelde situatie Het doen van een kennisgeving/melding van een inbreuk op de beveiliging Het in kennis stellen van de betrokkene, indien de inbreuk waarschijnlijk ongunstige gevolgen zal hebben voor diens persoonlijke levenssfeer Verzoeken om aanvullende gegevens inclusief het stellen van een termijn hiervoor en het verlengen van een wettelijke beslistermijn. Artikel 38 Wet bescher-ming Persoons-gegevens Artikel 40 Wet bescher-ming Persoons-gegevens Artikel 41 Wet bescher-ming Persoons-gegevens Artikel 34a, eerste lid Wet bescherming Persoonsgegevens Artikel 34a, tweede lid Wet bescherming Persoonsgegevens Art. 4:5, 4:14 Awb, diverse wetten en verordeningen College/BM / Sta Sta Sta Sta Sta Sta Dir Afd Tea Me 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer Algemene beperkingen: 1. Mandaat geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij dit register behorende kaart bijlage B. Deze kaart wordt twee keer per jaar geactualiseerd en ter vaststelling voorgelegd aan het. 2. Mandaat is beperkt tot projecten tot maximaal 5 miljoen (investering of opbrengst waarbij de hoogste maatgevend is) dan wel tot projecten waarvan de voorbereiding en uitvoering bij afzonderlijk besluit aan het dagelijks bestuur is toebedeeld (minder complexe projecten). 11

12 3. Als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving niet gemandateerd worden, dan zijn de bevoegdheden genoemd in de onderdelen B.12 tot en met B.17 ook niet gemandateerd. 4. Mandaat geldt niet als de vergunningverlening betrekking heeft op tunnels. B.1 doen van een kennisgeving van het voornemen een bestemmingsplan voor te bereiden art , lid 1 Besluit ruimtelijke ordening tari gebiedsmanagers; Ruimte e Duurzaamheid. B.2 plegen van vooroverleg art , lid 1 Besluit ruimtelijke ordening tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid. B.3 plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een wijzigingsplan art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art , lid 1 Besluit ruimtelijke ordening tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid. B.4 plegen van vooroverleg i.v.m. voorbereiden van het vaststellen van een uitwerkingsplan art. 3.9a Wet ruimtelijke ordening, art , lid 1 Besluit ruimtelijke ordening tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid. B.5 besluiten tot het stellen van nadere eisen art. 3.6, lid 1, aanhef en onder d en lid 4 Wet ruimtelijke ordening Geen ondermandaa B.6 beslissen tot het toepassen van de coördinatieregeling art. 3.30, lid 2 en lid 3 en art Wet ruimtelijke ordening soort overdracht is afhankelijk van en volgt de bevoegdheid van de te coördineren bevoegdheden Voor zover een van de te coördineren besluiten een bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan betreft, tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid. 12

13 heeft uitsluitend betrekking op: de beslissing om de coördinatieregeling toe te passen beslissingen en handelingen die samenvallen/samenlopen met beslissingen in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan, wijzigings- en uitwerkingsplan B.7 aanvragen voor het verkrijgen van een vergoeding voor planschade (incl. sluiten van een overeenkomst) art. 6.1 (m.u.v. het bepaalde onder lid 2, aanhef en onder a) en 6.4a Wet ruimtelijke ordening, art en Besluit ruimtelijke ordening geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in genomen is, als het schadeveroorzakend besluit door een voormalige deelgemeente genomen is, is het bevoegd Geen ondermandaa B.8 verbinden voorschriften exploitatiebijdrage aan omgevings-vergunning en stellen termijn exploitatie-bijdrage art Wet ruimtelijke ordening geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in genomen is tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid. B.9 stilleggen bouw bij niet voldoen betalen exploitatiebijdrage art. 6.21, lid 1, Wet ruimtelijke ordening geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in genomen is tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid; H. B.10 invorderen exploitatiebijdrage bij dwangbevel art. 6.21, lid 2, Wet ruimtelijke ordening geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks bestuur in genomen is tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid; H. B.11 geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning art. 6.21, lid 3, Wet ruimtelijke ordening geldt alleen als het schadeveroorzakend besluit door het dagelijks tari Gebiedsmanagers 13

14 bij niet betalen van exploitatiebijdrage bestuur in genomen is Ruimte e Duurzaamheid; H. B.12 het opnemen van de in artikel 6.24 Wro genoemde bepalingen in (anterieure en posterieure) overeenkomsten; het publiceren van de kennisgeving van de overeenkomst; het ter inzage leggen van een zakelijke beschrijving van de inhoud van de overeenkomst art Wet ruimtelijke ordening en art Besluit ruimtelijke ordening en machtiging en tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid; H. B.13 aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, over-dracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) art. 2.1, lid 1, aanhef en onder a, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art Wabo tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid; H. B.14 aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmings-plan, beheers-verordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voor- schriften, aanhouden beslissing, over-dracht, art. 2.1, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2,23, art. 2.24, 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, tari Gebiedsmanagers Ruimte e Duurzaamheid; H. 14

15 verlengen beslistermijn art. 3.11, en alle voorbereidende art. 3.12, en uitvoerende art besluiten) Wabo B.15 aanvragen voor het verkrijgen van art. 2.1, lid 1, aanhef een omgevings- en onder vergunning voor het c, art. 2.5, gebruiken van gronden art. 2.6, en bouwwerken in art. 2.12, strijd met een art. 2.20, bestemmingsplan, een lid 1, art. beheers-verordening, 2.22, art. een exploitatieplan, de art. regels gesteld 2.24, art. krachtens art. 4.1, lid , art. of art. 4.3, lid 3 van de 2.29, art. Wet ruimtelijke 2.31, art. ordening of een 3.1 t/m 3.6, voorbereidingsbesluit art. 3.8, voor zover toepassing art. 3.9, is gegeven aan art. 3.7, art. 3.10, lid 4, tweede volzin, art. 3.11, van die wet (incl. art. 3.12, weigeren, wijzigen, art stellen van voorschriften, Wabo aanhouden beslissing, over-dracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) Mandaat aan de afdelingsmanager VTH en de teamleiders VTH geldt bij A3- omgevingsvergunningen alleen als er geen zienswijzen zijn ingediend tari H. B.16 B.17 aanvragen voor het verkrijgen van art. 2.1, lid 1, aanhef een omgevings- en onder vergunning voor het in d, art. 2.5, gebruik nemen of art. 2.6, gebruiken van een art. 2.20, bouwwerk met het oog lid 1, art. op de brand-veiligheid 2.22, art. bij algemene maatregel 2.23, art. van bestuur aanlid 2.24, 2.25, gewezen categorieën 3, art. gevallen (brandveilig 2.26, art. gebruik) (incl. 2.29, art. weigeren, wijzigen, 2.31, art. stellen van voorart. 3.1 t/m 3.6, schriften, aanhouden 3.8, beslissing, over-dracht, art. 3.9, verlengen beslistermijn art. 3.10, en alle voorbereidende art. 3.11, en uitvoerende art. 3.12, besluiten) art Wabo aanvragen voor het verkrijgen van art. 2.1, lid 1, aanhef een omgevings- en onder vergunning voor het g, art. 2.5, slopen van een art. 2.6, bouwwerk in gevallen art. 2.20, tari H. tari H. 15

16 B.18 waarin dat in een bestemmingsplan, lid 1, art. 2.22, art. beheersverordening of 2.23, art. voorbereidings-besluit 2.24, art. is bepaald (incl. 2.25, lid 3, weigeren, wijzigen, art. 2.26, stellen van art. 2.29, voorschriften, aan- art. 2.31, houden beslissing, art. 3.1 t/m overdracht, verlengen 3.6, art. beslistermijn en alle 3.8, art. voorbereidende en uitvoerende besluiten) 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art Wabo aanvragen voor het verkrijgen van art. 2.1, lid 1, aanhef een omgevings- en onder vergunning voor het h, art. 2.5, slopen van een art. 2.6, bouwwerk in een art. 2.20, beschermd stads- of lid 1, art. dorpsgezicht (incl. 2.22, art. weigeren, wijzigen, 2.23, art. stellen van 2.24, art. voorschriften, aanart. 2.25, lid 3, houden beslissing, 2.26, overdracht, verlengen art. 2.29, beslistermijn en alle art. 2.31, voorbereidende en art. 3.1 t/m uitvoerende besluiten) 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art Wabo tari H. B.19 B.20 afhandelen van een sloopmelding en stellen en wijzigen van voorschriften. omgevings- vergunning voor het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) art. 2.2, lid 1, aanhef en onder c, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.20, lid 1, art. 2.22, art. 2.23, art. 2.24, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art Wabo juncto art. 21 Erfgoedverordening art t/m 1.30 Bouwbesluit 2012 Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Dienstverlenin Medewerkers 16

17 B.21 B.22 B.23 B.24 B.25 B.26 B.27 B.28 intrekken van een omgevingsvergunning beslissen tot het nemen van verhaal op de krachtens art. 4.1 Wabo gestelde financiële zekerheid bij niet-nakoming verplichting (incl. invorderen bij dwangbevel) verzoeken tot toekennen van een naar billijkheid te bepalen vergoeding in de gevallen genoemd in art. 4.2, lid 1 Wabo afhandelen gebruiksmelding alsmede stellen en wijzigen nadere voorwaarden aanvragen voor het ontheffing geluid- hinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden aanvragen voor het ontheffing trillings- hinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden beslissen dat het uiterlijk van de bouwwerken genoemd in artikel 12, lid 1, aanhef en onder a en b in ernstige mate in strijd is in met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria opgenomen in de welstandsnota, bedoeld in artikel 12, eerste lid, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet ontheffing van in het art. 2.33, art. 3.23, art Wabo art. 4.1, lid 3 Wabo art. 4.2 Wabo art t/m 1.22 Bouwbesluit 2012 Hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012 Hoofdstuk 8 Bouwbesluit 2012 art. 12, lid 1, en 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet art. 6, lid 2, art. 2, lid 2 en 3 Woningwet geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V 17

18 B.29 B.30 B.31 B.32 B.33 verlenen van de verklaring (als bedoeld in art. 2.4 Wabo) waarin wordt verklaard dat de omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend als de ontheffing van het Bouwbesluit door de minister wordt verleend het bij omgevingsvergunning expliciet toestaan een bouwwerk te bouwen, dan wel deel daarvan in stand te laten voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften in de Bouwverordening omtrent het tegengaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem alsmede de bouwverordening kan voorschriften bevatten van stedenbouwkundige aard. vaststellen standplaatsen en ligplaatsen en afbakenen panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen art. 5 Verordening op de vastgoed- registratie Amsterdam 2011 aanwijzingen geven voor het aanbrengen van naamborden art. 6 Verordening op de vastgoed- registratie Amsterdam 2011 aanwijzingen geven voor het aanbrengen van (huis)nummerborden art. 7, lid 2 Woningwet art. 7b, lid 1 en 2 art 8, lid 2 en lid 5 Woningwet art. 6, lid 2 en lid 3 Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) en art. 4, lid 1, aanhef en onder c, Verordening op de vastgoed-registratie Amsterdam 2011 bestuur in is verleend geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend inzake panden en verblijfsobjecten geldt alleen als de omgevingsvergunning door het dagelijks bestuur in is verleend Bouwbesluit gegeven voorschriften omtrent het slopen of het uitvoeren van bouw- of sloop- werkzaamheden, voor zover dat bij of krachtens Bouwbesluit is toegestaan Beperking: Ondermandaa uitsluitend he mededelen da omgevingsve voor het slope een bouwwerk bij melding sloopvoornem asbest Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V Stadsdeelsecr Afdelingsman Teamleiders V 18

19 op objecten door rechthebbenden 2. Openbare ruimte, groen en parken Algemene beperking: delegatie is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van een stadsdeel voordoen. C.1 art. 2.2, lid 1, aanhef en onder g, art. a. zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en omgevingsonderdeel 2.5, art. 2.6, 5 genoemd bij vergunning voor het art. 2.25, lid 3, 1. vellen of doen vellen art. 2.26, art. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer van een houtopstand (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aan- houden beslissing, overdracht, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art Wabo juncto art. 3, eerste lid Bomenverordening 2014 H. C.4a alle overige besluiten ter uitvoering van de Bomenverordening, met uitzondering van de aanwijzing van toezichthouders Bomenverordening 2014 Teamleiders Teamleiders Schoon & Heel. Stadswerken; C.5 ontheffing om voorwerpen aan te brengen boven of over de weg of vast te maken aan bomen of aan objecten die zijn bestemd voor of gebruikt worden ten behoeve van de openbare dienst art. 4.2, lid 2, APV Teamleiders Dienstverlening Stadswerken; C.6 vergunning om voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg te plaatsen, aan te art. 4.3, lid 1, APV Teamleiders Dienstverlening 19

20 brengen, te hebben of te storten C.7 het stellen van het aanwijzen van wegen en weggedeelten als bedoeld in art. 4.5 APV art. 4.5, lid 2 en lid 3, APV delegatie H. C.8 1. aanwijzen van aanplakobjecten voor het aan- brengen van meningsuitingen die geen reclame zijn; 2. stellen van nadere regels voor het gebruik van de aangewezen aanplakobjecten art. 4.8, lid 1 en lid 4, APV delegatie H. C.9 1. beoordelen van mededelingen inzake de toelaatbaarheid van reclame aan onroerende zaken; 2. stellen van nadere regels over de toelaatbaarheid van reclame aan roerende zaken; 3. vaststellen van de vereisten waaraan een mededeling moet voldoen art APV delegatie H. C.10 ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg art. 4.11, lid 3, APV Teamleiders Dienstverlening. C.11 ontheffing voor het verspreiden van art. 4.12, lid 2, APV H. 20

21 voorwerpen voor reclamedoeleinden C.12 ontheffing voor werkzaamheden op of in de weg art. 4.13, lid 2, APV H. C.13 aangeven van de afmetingen waarbinnen beplantingen op of in de weg moeten worden teruggebracht art. 4.14, lid 2, APV Teamleiders Dienstverlening C.14 ontheffing voor het parkeren van voertuigen van autobedrijven e.d. art. 4.20, lid 2, APV Teamleiders Dienstverlening C aanwijzen van weg of weggedeelten waarop het verboden is voertuigen te koop aan te bieden; 2. aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het te koop aanbieden van voertuigen art. 4.21, lid 2 en 3, APV delegatie Ad 1: Gebiedsmanagers. Ad 2: H. C.16 aanvragen voor het ontheffing voor het parkeren van reclamevoertuigen art. 4.23, lid 2, APV H. C.17 aanvragen voor het ontheffing voor het art. 4.24, lid 3, APV H. 21

22 parkeren van grote voertuigen C.18 aanvragen voor het ontheffing voor het parkeren van caravans e.d. art. 4.25, lid 2, APV Teamleiders Dienstverlening C.19 uitoefenen bevoegdheden inzake het parkeren van fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen art. 4.27, lid 1 t/m 4 APV Teamleiders Gebiedsmanagers C.20 aanvragen voor het vergunning voor het gebruik van explosieven art. 5.4, lid 1, APV H. C.21 aanvragen voor het ontheffing voor veroorzaken hinder door toestellen, geluidsapparatuur en machines in werking te hebben of andere handelingen te verrichten art. 5.5, lid 2, APV Teamleiders Dienstverlening C.22 aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen lichthindervoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten en activiteiten binnen een inrichting voor sportactiviteiten niet van toepassing zijn art. 5.6, lid 3 onder b, APV heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo Teamleider VTH. C.22a aanwijzen van ten hoogste twee dagen burgeart. 5.6, lid 2 onder c, APV 22

23 of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor horeca-activiteiten niet van toepassing zijn. meester Teamleider VTH. C.22b aanwijzen van ten hoogste twaalf dagen of delen van dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor sport- en recreatieinrichtingen niet van toepassing zijn. art. 5.6 lid 2 onder d, APV heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1, vierde lid Wet milieubeheer, die op 1 januari 2013 niet behoren tot een categorie van inrichtingen waarvoor een vergunning is benodigd op grond van artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo Teamleider VTH. C aanwijzen van plaatsen waar met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd mag worden gehouden; 2. stellen van regels over het gebruik van de onder punt 1 bedoelde plaatsen art. 5.8, lid 2, APV delegatie C aanwijzen van groenvoorzieningen waarin het verboden is zich daarin te bevinden; 2. aan-vragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor gebruik art. 5.9, lid lid 2 en lid 5, APV delegatie Ad 1: Geen onder Ad 2: Teamleiders 23

24 groenvoorzieningen C.25 aanwijzen van plaatsen waarop de opruimplicht voor uitwerpselen van honden niet van kracht is art. 5.12, lid 2, onder a, APV delegatie Geen onder C.26 aanwijzen van plaatsen waar het aanlijngebod voor honden niet van kracht is art. 5.13, lid 3, APV delegatie Geen onder C.27 aanwijzen van plaatsen waar het verboden is voor honden art APV delegatie Geen onder C.28 ontheffing voor de verkoop van duivenvoer art. 5.16, lid 3, APV Teamleiders C.29 art. 8, lid 1, art. 9, art. 14. art. 19 en art. 21 Verorde- ning werken in de openbare ruimte vergunning voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte (incl. aanhouden, intrekken en overschrijven) geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op het hoofdnet auto of het hoofdnet rail Teamleiders Dienstverlening. C.30 instemmingsbesluit voor het uitvoeren van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels art. 5.4, lid 1, aanhef en onder b, Telecommunicatiewet geldt niet als de openbare ruimte betrekking heeft op het hoofdnet auto of het hoofdnet rail Teamleiders Dienstverlening en Informatie C aanwijzen van wegen waarop art. 2.50, lid 3 en lid 4 APV delegatie Ad 1: 24

25 het verboden is Geen onder zich op of aan de weg op te Ad 2: houden met het kennelijke doel anderen te bewegen een Teamleiders abonnement te nemen op een Dienstverlening en krant, blad of Informatie andere publicatie, een steunverklaring te geven, om lid of donateur te worden van een organisatie of om deel te nemen aan een onderzoek of enquête; 2. aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het aanbieden van diensten op de openbare weg 3. Afval D.1 besluiten dat inzameling van huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel plaatsvindt art. 4, lid 2 Afvalstoffenverordening 2009 Geen onder D.2 besluiten dat huishoudelijke afvalstoffen minder vaak dan 1 keer per week worden ingezameld art. 4, lid 3 Afvalstoffenverordening 2009 Geen onder D.3 aanwijzen met behulp van welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamel-middel of met behulp van welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt art. 4, lid 4 Afvalstoffenverordening 2009 Geen onder D.4 stellen van regels omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamel-middel art. 8, lid 3 Afvalstoffenverordening 2009 delegatie Geen onder 25

26 D.5 stellen van regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden art. 8, lid 4 Afvalstoffenverordening 2009 delegatie Geen onder D.6 vaststellen van de dagen en tijden waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling mogen worden aangeboden art. 9, lid 1 Afvalstoffenverordening 2009 Geen onder D.7 stellen van regels omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars art. 10, lid 1 Afvalstoffenverordening 2009 delegatie Geen onder D.8 stellen van regels omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden art. 14, lid 3 Afvalstoffenverordening 2009 delegatie Geen onder 4. Monumenten en archeologie Algemene beperking: als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in dit onderdeel ook bij het. E.1 aanvragen voor het omgevingsvergunning voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht art. 2.1, lid 1, aanhef en onder f, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, art. 2.31, art. 3.1 t/m 3.6, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art Wabo zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer Teamleiders V E.2 aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het art. 2.2, lid 1, aanhef en onder b, art. 2.5, art. 2.6, art. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. 2.29, zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Teamleiders V 26

27 verstoren, verplaatsen art. 2.31, art. 3.1 t/m of in enig opzicht 3.6, art. 3.8, art. 3.9, wijzigen van een art. 3.10, art. 3.11, gemeentelijk art. 3.12, art monument of het Wabo juncto art. 10 herstellen, gebruiken of Erfgoedver-ordening laten gebruiken van Amsterdam een gemeentelijk monument op een dusdanige wijze waardoor het wordt ontsierd of de monumentale waarden in gevaar worden gebracht Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer E.3 intrekken van een art Wabo en omgevingsvergun-ning art.14 voor het verstoren, Erfgoedverordening verplaatsen of in enig Amsterdam opzicht wijzigen van een beschermd monument of gemeentelijke monument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht zie algemene beperkingen nummer 3, 4 en 5 genoemd bij onderdeel 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer Teamleiders V E.4 toepassen van de artikelen 3:11 tot en met 3:17 van de Awb een door de minister te nemen besluit op een aanvraag voor een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een archeologisch monument dan wel een vergunning voor het herstellen, gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het archeologisch monument wordt ontsierd of in gevaar gebracht van een archeologisch monument art. 14a Monumentenwet 1988 Teamleiders V E.5 aanwijzen, intrekken en wijzigen van een art. 3, lid 1, art. 8, lid 1 en art. 9, lid 1, Geen onderma 27

28 aanwijzing van een gemeentelijk monument Erfgoedver-ordening Amsterdam E.6 bepalen dat een beschrijving wordt opgesteld van het beoogde aan te wijzen gemeentelijk monument art. 3, lid 4, Erfgoedver-ordening Amsterdam Teamleiders V Gebiedspool. E.7 bepalen dat een gemeentelijk monument gedocumenteerd moet worden art. 9, lid 5, Erfgoedver-ordening Amsterdam Teamleiders V E.8 aanvragen voor het verkrijgen van nadeelcompensatie art. 25 Erf-goedverordening Amsterdam E.9 registreren van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten op de lijst van gemeentelijke stads- en dorpsgezichten art. 17 Erf-goedverordening Amsterdam Teamleiders V E.10 reageren op een voornemen tot aanwijzing van stadsen dorpsgezichten als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht of wijziging van een aanwijzing als gemeentelijk stads- en dorpsgezicht art. 16 en 18 Erfgoedver-ordening Amsterdam Geen onderma E.11 het nemen van een selectiebesluit conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie art. 24, lid 1 Erfgoedverordening Amsterdam de RVE Monumenten en Archeologie stelt vast of een archeologisch rapport (artikel 39, lid 2 van de Monumentenwet) voldoet aan de kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie en het Kwaliteitshandboek van de afdeling Archeologie van de RVE Monumenten en Archeologie. De RVE Monumenten en Archeologie stelt aan Geen onderma 28

29 de hand van een archeologisch rapport ook het selectiebesluit op E.12 het vaststellen van een programma van eisen conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie art. 24, lid 3 Erfgoedverordening Amsterdam Geen onderma E.13 het vaststellen of een bouwhistorisch onderzoek of rapport voldoet aan de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek art. 1, lid 1 en artikel 3, lid 4 Erfgoedverordening Amsterdam Teamleiders V 5. Wonen F.1 onttrekkingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning art. 21, lid 1, onder a, Huisvestings-wet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet wordt niet gemandateerd t g F.2 intrekken van een (tijdelijke) onttrekkingsvergunning art. 26 Huisvestings-wet 2014 en art van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 t g F.3 samenvoegingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning art. 21, lid 1, onder b, Huisvestings-wet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet wordt niet gemandateerd t g F.4 intrekken van een samenvoegingsvergunning art. 26 Huis-vestingswet 2014 art van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 t g F.5 omzettingsvergunning alsmede het art. 21, lid 1, onder c, Huis-vestingswet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de t g 29

30 overschrijven van een vergunning Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 Huisvestingswet wordt niet gemandateerd F.6 intrekken van een omzettingsvergunning art. 26 Huis-vestingswet 2014 art van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 t g F.7 art. 21, lid 1, onder d, van de Huisvestings- wet 2014 en hoofdstuk 3, afdeling I, paragrafen 1 tot en met 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 vergunning voor woningvorming alsmede het overschrijven van een vergunning de bevoegdheid om te handhaven op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet wordt niet gemandateerd t g F.8 intrekken van een vergunning voor woningvorming art. 26 Huis-vestingswet 2014 art van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 t g F.9 splitsingsvergunning alsmede het overschrijven van een vergunning art. 22 Huisvestings-wet 2014ergen Hoofdstuk 4, afdeling I, paragrafen 4 tot en met 6 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 t g cluste Ruimte & Econo Wone F.10 intrekken van een splitsingsvergunning art. 26 Huisvestings-wet 2014 en art van de Huisvestings-verordening Amsterdam 2016 t g cluste Ruimte & Econo Wone 6. Economie G.1 alle ontheffingsmogelijk heeft geen heden genoemd betrekking op in art. 6 Winkel- het stellen tijdenwet, het van regels ten Vrijstellingen aanzien van besluit de verdeling Winkeltijden-wet van en de avondwinkels Verordening (art. 5, lid 4 Winkeltijden Verordening Amsterdam Winkeltijden 2017 Amsterdam 2010) aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing die betrekking heeft op de openingstijden van een winkel c.a. Teamleiders 30

31 G.2 uitvoering geven aan de Marktverordening art. 3.1, art. 3.3 art.3.6 onder d, e, g, h, i,en j, art. 3.7, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.13, art. 3.14, art. 3.15, art. 3.16, art. 3.17, art. 3.18, art. 3.19, art 3.20, art. 3.22, art. 3.23, art. 3.24, art. 3.25, art. 3.26, art. 3.27, art. 3.28, art. 3.29, art. art, 5.1, art. 5.2, art. 6.1, art. 6.2 lid 1 en lid 2 onder f, h, i en j, art. 7.2 art. 7.4 (voor zover deze betrekking heeft op de art Teamleiders Gebiedspool; Manager Marktbureau G.3 Uitvoering geven aan de Verordening op de staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten art. 3.1, art. 3.4, art. 3.7, art. 3.8, art. 3.9, art. 3.11, art. 4.2, art. 4.5, art. 5.1, art. 6.1 lid 1, lid 2, lid 5 onder g (met uitzondering van venten) en onder h sub 1, 2, 3 en 5, art. 7.2, art. 7.4 Teamleiders Gebiedspool; Manager Marktbureau G.4 instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen art. 160, lid 1, aanhef en onder h Gemeente-wet Geen onder 7. Milieu en duurzaamheid Algemene beperking: als sprake is van een inrichting waarvoor op 1 januari 2013 een vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo,worden de bevoegdheden tot het aanvragen om een omgevingsvergunning niet gemandateerd. 31

32 H.1 aanvragen voor een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 onder i Wabo, voor andere activiteiten die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving art. 2.1, lid 1, onder i, Wabo, art. 2.2a Bor tar Teamleiders H.2 alle voorbereidingsbesluiten en handelingen ten behoeve van het vaststellen van hogere geluid-waarden art. 45 e.v, art. 55, lid 4, art. 110a t/m art. 110c Wet geluid-hinder voor het voorbereiden van besluit hogere waarden volgt de bevoegdheidsverdeling van de besluiten waarop voor het besluit hogere waarde ziet tari Teamleiders H.3 besluiten over milieuen klimaatgerelateerde subsidies (energiemaatregelen) ASA geldt tot 1 januari 2015 en voor de periode hierna die nodig is voor de afhandeling van subsidiebeschikkingen tari Gebiedspool H.4 bevoegd gezag hangt af van besluit waarvoor de beoordeling van de milieueffectenrapportage wordt verricht. voorbereiden en opstellen van milieueffectenbeoordelingen art. 7.2, lid 1 onder b en 7.16 Wet milieubeheer en Besluit milieu- effectenrapportage tot het voorbereiden van de beoordeling van de milieueffectenrapportage volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor de beoordeling van de milieu-effectenrapportage wordt opgesteld. tari Teamleiders heeft geen betrekking op de beslissing omtrent de vraag of bij de voorbereiding van het betrokken besluit voor de activiteit, vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die zij voor het milieu kan hebben, een milieu-effectrapport moet worden gemaakt. tari 32