AANPASSING HOOFDSTUK 1.2 EN HOOFDSTUK 1.4 MANDAATREGELING M.B.T. WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR (WOB)

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSD/ RIS AANPASSING HOOFDSTUK 1.2 EN HOOFDSTUK 1.4 MANDAATREGELING M.B.T. WET OPENBAARHEID VAN BESTUUR (WOB) HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - de wettelijke beslistermijn op zich al kort is (vier weken); - de gemeente steeds vaker wordt geconfronteerd met omvangrijke WOB-verzoeken; - omvangrijke verzoeken zoekwerk en onderlinge afstemming vergen; - er op dit moment, behoudens één specifieke situatie (naheffingsaanslagen en mulderbonnen), geen mandaten zijn en dat daardoor minstens één week van de wettelijke beslistermijn verloren gaat door de interne procedure (namelijk de tijd tussen de aanlevering van het besluit bij BGS en de verzending van het WOB-besluit door BGS); - het in de hiervoor genoemde situaties lastig is om tijdig op een WOB-verzoek te beslissen; - bij termijnoverschrijding de aanvrager tegenwoordig met succes een dwangsom kan afdwingen, dit steeds vaker gebeurt en dat dit de gemeente per geval een dwangsom van maximaal 1.260,00 kan kosten; - het daarom wenselijk is om alle diensthoofden door middel van aanpassen van de Mandaatregeling mandaat te verlenen om de beslissen op WOB-verzoeken; - aan dit mandaat de voorwaarde wordt verbonden dat vooraf de voorvisie van BSD/Com, BSD/BZ/JZ en de de juridisch dienstcontroler wordt ingewonnen (zoals ook nu het geval is); - de diensthoofden erop worden gewezen dat zij géén gebruik van het mandaat mogen maken als het om een politiek-bestuurlijke of financieel gevoelige aangelegenheid gaat. Besluit: I. Vast te stellen Hoofdstuk 1.2 van de Mandaatregeling Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 BSD/ Algemene mandaten De diensthoofden, alsmede de gemeentesecretaris en de algemeen- directeur van het Interne Dienstencentrum (IDC) worden mandaat verleend, voor zover betrekking hebbende op het taakgebied van hun eigen dienst aangaande de bevoegdheden van burgemeester en wethouders ter zake van: Algemene wet bestuursrecht 1.1 hoofdstuk 2, de artikelen 2:1, 2:2 en 2:3 (rechtsverkeer met burgers); 1.2 hoofdstuk 3, de artikelen 3:6, 3:7, 3:10 tot en met 3:15 (voorbereidingsprocedure); 1.3 hoofdstuk 4, de artikelen 4:4, 4:5, 4:6, 4:7, 4:8, 4:11, 4:14, 4:15, 4:18, en 4:20 (bijzondere bepalingen over besluiten); 1.4 hoofdstuk 4, Titel 4.4 (bestuursrechtelijke geldschulden) 1.5 hoofdstuk 9 (afhandeling van klachten). Gemeentewet 2.1 het uitoefenen van een last onder bestuursdwang, het opleggen van een dwangsom inclusief invordering en het opleggen van bestuurlijke boetes (artikel 125 Gemeentewet en titel 5.3 en 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht) 2.2 het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor zover betrekking hebbend op besluiten tot bindend advies, arbitrage, mediation en het geven van zienswijzen (artikel 160 gemeentewet); 2.3 het afdoen van een aansprakelijkstelling van de gemeente, voor zover deze niet gedekt wordt door een verzekeraar of door de bestemmingsreserve assurantiën. 2.4 het aansprakelijk stellen van een natuurlijke of rechtspersoon door de gemeente; 2.5 te besluiten Rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratieve beroepsprocedures namens de gemeente of het gemeentebestuur te voeren, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat anders beslist (artikel 160, lid 1, onder f Gemeentewet); 2.6 het voorbereiden en uitvoeren van de beslissingen van de raad, tenzij bij of krachtens de wet de burgemeester hiermee is belast (artikel 160, lid 1, onder b Gemeentewet). Wet bescherming persoonsgegevens 3.1 alle besluitbevoegdheden, zoals bedoeld in artikel 45 van de Wet bescherming persoonsgegevens; 3.2 het doen van een melding (art 27 Wbp). Archiefwet 1995 Artikel 30, lid 1 Archiefbescheiden die niet naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats zijn overgebracht: 4.1 Archiefwet 1995, artikel 7 (vervangen door reproducties); 4.2 Archiefwet 1995, artikel 15, lid 1 (stellen of weigeren te stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden); 4.3 Archiefbesluit 1995, artikel 8 (opmaken van een verklaring van vernietiging vervanging of vervreemding); 4.4 Archiefbesluit 1995, artikel 9 (opmaken van een verklaring van overbrenging).

3 BSD/ Buitenwettelijke zelfstandige of zuivere schadebesluiten 5.1. beslissen op een aanvraag om een buitenwettelijk of zuiver schadebesluit te nemen met een maximum van ,00 per besluit. Wet openbaarheid van bestuur 6.1 verdagen van de beslissing op het verzoek om informatie (artikel 6, lid 2). 6.2 meedelen toepassen artikel 4:8 Awb (artikel 6, lid 3). 6.3 meedelen einde opschorting beslistermijn (artikel 6, lid 4). 6.4 beslissen op verzoeken om informatie (artikel 6, lid 1). - onder de voorwaarde dat het concept-besluit in voorvisie wordt gebracht bij de verantwoordelijke portefeuillehouder, tenzij de verzoeken om informatie verband houden met naheffingsaanslagen en mulderbonnen; en - onder de voorwaarde dat het concept-besluit in voorvisie wordt gebracht bij juridisch dienstcontroler, de ter zake verantwoordelijke functionaris bij de directie Communicatie van de Bestuursdienst en de ter zake verantwoordelijke functionaris van de afdeling Juridische Zaken van de Bestuursdienst. II. vast te stellen Hoofdstuk 1.4 van de Mandaatregeling Dienst Stadsbeheer Het diensthoofd van Dienst Stadsbeheer wordt mandaat verleend, voor zover betrekking hebbende op het taakgebied van de Dienst Stadsbeheer, aangaande de bevoegdheden van burgemeester en wethouders ter zake van: Algemeen 1. Gemeentewet: - artikel 160 lid 1 sub b (beslissingen van de raad voorbereiden en uitvoeren); - artikel 160 lid 1 sub e: het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, tot een maximum bedrag van ,00 (met dien verstande dat deze beperking niet geldt voor een uitnodiging tot het doen van een aanbod en een gunningsbeslissing en de bevoegdheid tot het doen van een uitnodiging niet beperkt is tot het taakgebied van de Dienst Stadsbeheer). 2. Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking. 3. Exploitatieverordening gemeente Den Haag artikel 12, eerste lid. Begraafplaatsen 4. Beheersverordening begraafplaatsen. Haven & (woon)boten 5. De Scheepvaartverkeerswet. 6. Wrakkenwet. 7. Verordening Scheveningen Haven Verordening op de Binnenwateren. 9. Binnenvaartpolitiereglement.

4 BSD/ Markten 10. Marktverordening gemeente Den Haag 2004; en de hierop gebaseerde reglementen. 11. Straathandelsverordening Den Haag - onder voorwaarde dat de welstandcommissie, over locaties waar op 1 maart 1992 geen standplaats was gevestigd, positief heeft geadviseerd. Milieu 12. Wet Milieubeheer; en 13. Wet geluidhinder; en 14. Afvalstoffenverordening Waterwet. 16. Beschikking vrijstelling Methylbromide. 17. Wet inzake de luchtverontreiniging; en - de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten. 18. Wet bodembescherming; en Openbare Ruimte 19. Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag ter zake van de volgende artikelen: 2:6 vierde lid, 2:8 eerste lid, 2:10, 2:10A., 2:11, 2:12, 2:21, 2:22, 2:38B. derde lid, 2:45, 2:56, 2:59 eerste lid, onder a. en b., 2:60, 2:63 tweede lid, 2:64 vijfde lid, 2:78 tweede lid, 4:6 tweede lid, 4:14 vierde lid, 4:16, 5:2 vierde lid, 5:3 tweede lid, 5:6 derde lid, 5:7 tweede lid, 5:8 vierde lid, 5:11 derde lid, 5:13, 5:24, 5:33 vijfde lid, 5:34 derde lid, 5:36 derde lid, 5:39 tweede lid, 5:41 derde lid, 5:42 vierde lid; en - de op deze verordening gebaseerde uitvoeringsbesluiten. 20. Monumentenverordening Den Haag 2010: - hoofdstuk VI. 21. Visserijwet De Telecommunicatiewet - hoofdstuk 5 (gedoogplicht voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels); en - de ter uitvoering van deze wet vastgestelde gemeentelijke verordening. Verkeer 23. Wegenverkeerswet 1994: - Ontheffingen voor het houden van wedstrijden met voertuigen op de weg (artikel 148 Wegenverkeerswet) - Uitvoering Wegsleepregeling ex artikel 170 tot en met 173 Wegenverkeerswet, waarbij in afwijking van hoofdstuk 1.1, artikel 2, eerste lid van de mandaatregeling, de algemeen-directeur DSB ondermandaat kan verlenen voor de uitvoeringshandelingen als bedoeld in artikel 171 t/m 173 van de WVW aan de werknemers van een onderneming waarmee de gemeente ter zake van de uitvoering van de Wegsleepregeling een overeenkomst is aangegaan.

5 BSD/ Delegatiebesluit verkeersbesluiten van 23 februari 1995, rb 60/95 en Delegatiebesluit van gedeputeerde staten van 27 februari 1996 voor zover betrekking hebbend op bevoegdheden op het terrein van verkeer en de handhavingsbevoegdheden terzake daarvan, voor zover deze beide delegatiebesluiten betrekking hebben op: - Ontheffingen als bedoeld in artikel 149 Wegenverkeerswet 1994 (voor zover deze bevoegdheid niet met de door ons college vastgestelde Mandaatregeling exceptionele transporten, van 10 december 1996, kenmerk DSB , is gemandateerd aan de directeur van de Rijksdienst voor Wegverkeer; - artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 (verkeersbesluiten). 25. Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): - Gehandicaptenparkeerkaarten (Hoofdstuk 4). 26. Parkeerverordening Wet Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels; - de bevoegdheden als tunnelbeheerder op basis van deze wet voor alle wegtunnels in beheer bij de gemeente Den Haag. 28. Wet explosieven voor civiel gebruik. Fysieke leefomgeving 29. De Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten: Alle bevoegdheden, ook die welke betrekking hebben op het taakgebied van andere diensten, met uitzondering van: - de besluiten over ontheffingen voor bomen of houtopstanden die op de lijst monumentale bomen en houtopstanden staan. - de vergoeding naar billijkheid voor zover deze meer bedraagt dan ,00 (artikel 4.2). 30. De bestuursrechtelijke handhaving van de Flora- en faunawet, Monumentenwet 1988, de Natuurbeschermingswet 1998, de Wet bodembescherming, de Wet Geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet milieubeheer, de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet, voor zover bij of krachtens deze wetten de handhaving berust bij het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. III. In te trekken Hoofdstuk 1.2 van de Mandaatregeling, vastgesteld bij besluit van 8 september 2009, kenmerk BSD/ IV. In te trekken Hoofdstuk 1.4 van de Mandaatregeling, vastgesteld bij besluit van 22 maart 2011, kenmerk DSB/ V. Dit besluit treedt op 17 november 2011 in werking. V. Dit besluit wordt gepubliceerd in de Posthoorn van week 46 van 2011 en m.i.v. 17 november 2011 tevens terug te vinden op de site onder risnummer Den Haag, 1 november 2011 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen