behorende bij het mandaatbesluit van het Algemeen Bestuur van bestuurscommissie van Zuidoost d.d.26 augustus 2014

Transcriptie

1 MANDAATREGISTER behorende bij het mandaatbesluit van het Algemeen Bestuur van bestuurscommissie van Zuidoost d.d.26 augustus 2014 Bevoegdheden die voor mandaat, ondermandaat en ondermachtiging van het AB aan het DB in aanmerking komen 1

2 0. Algemene bevoegdheden A.1 besluiten tot het art. 160, lid 1, ondermandaat a. geldt niet voor het aangaan van aanhef en oprichten of deelneming privaatrechtelijke onder e, in een rechtspersoon rechtshandelingen Gemeente- b. financiële dekking moet van de gemeente wet aanwezig zijn in de vorm van een daarvoor bestemde begrotingspost c. het aangaan van de rechtshandeling moet voortvloeien uit de aan de bestuurscommissie expliciet opgedragen taken en bevoegdheden d. de rechtshandelingen vinden plaats binnen stedelijke kaders, dit betekent in elk geval in lijn met de nota inkopen en aanbesteden, de aanbestedingsinstructies, de nota 10 wegen, het leningen- en garantiebeleid, de nota doelgericht op afstand 2. A.2 verrichten van art. 171 volmacht aan VZ zie de bijzonderheden bij privaatrechtelijke Gemeentewet nr. A.1 betreft privaatrechtelijke rechtshandelingen rechtshandelingen (waaronder het voortvloeiend uit de ondertekenen van bevoegdheid bij nr. A 1 overeenkomsten) volmacht is rechtstreeks van burgemeester aan VZ verleend A.3 beslissen op art. 160, lid 1, ondermandaat aansprakelijk- aanhef en stellingen van onder e, derden, voor zover Gemeentedeze betrekking wet hebben op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie A.4 besluiten om een art. 160, lid 1, ondermandaat derde aansprakelijk aanhef en te stellen, in gebreke te onder e, stellen in het kader van Gemeenteeen door de bestuurs wet commissie 2

3 ingestelde (rechts-) vordering, voor zover deze vordering, aansprakelijkstellin g, ingebrekestelling betrekking heeft op de taken en bevoegd-heden van de bestuurscommissie A.5 besluiten die titel 4.4 Awb mandaat betrekking hebben op bestuursrechtelijke geldschulden, voor zover deze betrekking hebben op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie A.6 beslissen op paragraaf mandaat ingebrekestellingen Awb wegens het niet tijdig beslissen, voor zover dit betrekking heeft op de taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie A.7 behandelen en titel 9.1 Awb ondermachtiging de machtiging omvat niet afdoen van de verantwoordelijkheid klachten als voor een zorgvuldige bedoeld in titel 9.1 klachtbehandeling. De Awb, voor zover die kaders voor zorgvuldige betrekking hebben klachtbehandeling worden op een vastgesteld in een aangelegenheid stedelijke regeling opgenomen in de takenlijst en het bevoegdhedenregister 3

4 A.8 aanwijzen van art. 231, lid 2 ondermandaat ondermandaat geldt tot 1 januari heffings- en Gemeente invorderings- wet ambtenaren voor het heffen en invorderen van leges, precariobelasting, afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, lijkbezorgingsrecht en en marktgelden A 9 vervallen besluiten om tegen een uitspraak van de bestuursrechter hoger beroep dan wel incidenteel hoger beroep in te stellen, incl. het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening te treffen (inzake besluiten die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen) A 10 vervallen vertegenwoordigen van het algemeen bestuur bij procedures bij de bestuursrechter waarbij besluiten aan de orde zijn die op grond van een gedelegeerde bevoegdheid zijn genomen A 11 beslissen op verzoeken art. 6 Wob om verstrekking van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden als bedoeld in art. 6 Wet openbaarheid van bestuur voor zover die betrekking hebben op de in dit mandaat 4

5 bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden A 12 beslissen inzake het uit art. 8 Wob eigen beweging verstrekken van informatie m.b.t. bestuurlijke aangelegenheden zoals bedoeld in art. 8 Wet openbaarheid van bestuur, voor zover die betrekking hebben op de in dit bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden mandaat A 13 beslissen op bezwaarschriften in art. 7:11 Awb mandaat / a) behandeling vindt plaats ondermandaat overeenkomstig de ondermandaat van het Verordening behandeling DB genomen besluiten, bezwaar- en gebaseerd op een aan beroepschriften. In 2014 het AB gedelegeerde vindt de behandeling plaats bevoegdheid overeenkomstig de verordening van het stadsdeel zoals deze luidde op 19 maart b) in geval het dagelijks bestuur afwijkend op een advies heeft besloten, stelt zij het algemeen bestuur op de hoogte van dit besluit. 5

6 1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer Algemene beperkingen: 1. Mandaat en ondermandaat geldt niet voor stedelijke gebieden, projecten en belangen, zoals nader aangegeven op bij dit register behorende kaart bijlage B. 2. Mandaat en ondermandaat is beperkt tot projecten tot maximaal 5 miljoen (investering of opbrengst waarbij de hoogste maatgevend is) dan wel tot projecten waarvan de voorbereiding en uitvoering bij afzonderlijk besluit aan de bestuurscommissie is toebedeeld (minder complexe projecten). 3. Als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het college blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in de onderdelen B.12 tot en met B.17 ook bij het college. 4. Ingeval van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) blijven de bevoegdheden genoemd onder B.12 tot en met B.17 ook bij het college en vindt er dus geen mandaatverlening plaats aan het DB 5. Mandaat en ondermandaat geldt niet als de vergunningverlening betrekking heeft op tunnels. B.1 doen van een art , lid ondermandaat kennisgeving van 1 Besluit het voornemen een ruimtelijke bestemmingsplan ordening voor te bereiden B.2 plegen van art , lid ondermandaat vooroverleg 1 Besluit ruimtelijke ordening B.3 plegen van art. 3.9a Wet ondermandaat vooroverleg i.v.m. ruimtelijke voorbereiden van ordening, art. het vaststellen van 3.1.1, lid 1 een wijzigingsplan Besluit ruimtelijke ordening B.4 plegen van art. 3.9a Wet ondermandaat vooroverleg i.v.m. ruimtelijke voorbereiden van ordening, art. het vaststellen van 3.1.1, lid 1 een uitwerkingsplan Besluit ruimtelijke ordening B.5 besluiten tot het art. 3.6, lid 1, mandaat stellen van nadere aanhef en eisen onder d en lid 4 Wet ruimtelijke ordening 6

7 B.6 beslissen tot het art. 3.30, lid 2 mandaat/ soort over is toepassen van de en lid 3 en ondermandaat afhankelijk van en volgt de coördinatieregeling art Wet bevoegdheid van de te ruimtelijke coördineren bevoegdheden ordening Voor zover een van de te coördineren besluiten een bestemmingsplan, wijzigingsplan, uitwerkingsplan of omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) betreft, heeft ondermandaat uitsluitend betrekking op: de beslissing om de coördinatieregeling toe te passen beslissingen en handelingen die samenvallen/samenlopen met beslissingen in het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan, wijzigings- en uitwerkingsplan en projectafwijkijkingsbesluit B.7 beslissen op art. 6.1 mandaat mandaat geldt alleen als aanvragen voor het (m.u.v. het het schadeveroorzakend verkrijgen van een bepaalde besluit door de vergoeding voor onder lid 2, bestuurscommissie planschade (incl. aanhef en genomen is sluiten van een onder a) en overeenkomst) 6.4a Wet ruimtelijke ordening, art en Besluit ruimtelijke ordening B.8 verbinden voorschriften art Wet mandaat mandaat geldt alleen als exploitatiebijdrage ruimtelijke de omgevingsvergunning aan omgevings- ordening door de bestuurscommissie vergunning en is verleend stellen termijn exploitatie-bijdrage 7

8 B.9 stilleggen bouw bij art. 6.21, lid mandaat mandaat geldt alleen als niet voldoen 1, Wet de omgevingsvergunning betalen ruimtelijke door de bestuurscommissie exploitatiebijdrage ordening is verleend B.10 invorderen art. 6.21, lid mandaat mandaat geldt alleen als exploitatiebijdrage 2, Wet de omgevingsvergunning bij dwangbevel ruimtelijke door de bestuurscommissie ordening is verleend B.11 geheel of art. 6.21, lid mandaat mandaat geldt alleen als gedeeltelijk 3, Wet de omgevingsvergunning intrekken van een ruimtelijke door de bestuurscommissie omgevingsvergunni ordening is verleend ng bij niet betalen van exploitatiebijdrage B.12 beslissen op art. 2.1, lid 1, mandaat aanvragen voor het aanhef en verkrijgen van een onder a, art. omgevings- 2.5, art. 2.6, vergunning voor het art. 2.20, lid bouwen van een 1, art. 2.22, bouwwerk (incl. art. 2.23, art. weigeren, wijzigen, 2.24, 2.25, lid stellen van voor- 3, art. 2.26, schriften, art. 2.29, art. aanhouden 2.31, art. 3.1 beslissing, over- t/m 3.6, art., verlengen 3.8, art. 3.9, beslistermijn en alle art. 3.10, art. voorbereidende en 3.11, art. uitvoerende 3.12, art. besluiten) 3.15 Wabo B.13 beslissen op art. 2.1, lid 1, mandaat aanvragen voor het aanhef en verkrijgen van een onder b, art. omgevings- 2.5, art. 2.6, vergunning voor het art. 2.20, lid uitvoeren van een 1, art. 2.22, werk, geen art. 2,23, art. bouwwerk zijnde, of 2.24, 2.25, lid van werk- 3, art. 2.26, zaamheden, in art. 2.29, art. gevallen waarin dat 2.31, art. 3.1 bij een t/m 3.6, art. bestemmings-plan, 3.8, art. 3.9, 8

9 beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesl uit is bepaald (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, over, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art Wabo B.14 beslissen op art. 2.1, lid 1, mandaat mandaat geldt niet als aanvragen voor het aanhef en sprake is van een aanvraag verkrijgen van een onder c, art. voor het verkrijgen van een omgevings- 2.5, art. 2.6, omgevingsvergunning als vergunning voor het art. 2.12, art. bedoeld in artikel 2.1, lid 1, gebruiken van 2.20, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, gronden en art. 2.22, art. eerste lid, aanhef en onder bouwwerken in art. a, onder 3º Wabo strijd met een 2.24, art. (projectafwijkingsbesluit) bestemmingsplan, 2.26, art. een beheers- 2.29, art. verordening, een 2.31, art. 3.1 exploitatieplan, de t/m 3.6, art. regels gesteld 3.8, art. 3.9, krachtens art. 4.1, art. 3.10, art. lid 3 of art. 4.3, lid , art. van de Wet 3.12, art. ruimtelijke ordening 3.15 Wabo of een voorbereidingsbesl uit voor zover toepassing is gegeven aan art. 3.7, lid 4, tweede volzin, van die wet (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voor-schriften, aanhouden beslissing, over, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) 9

10 B.15 beslissen op art. 2.1, lid 1, mandaat aanvragen voor het aanhef en verkrijgen van een onder d, art. omgevings- 2.5, art. 2.6, vergunning voor het art. 2.20, lid in gebruik nemen of 1, art. 2.22, gebruiken van een art. 2.23, art. bouwwerk met het 2.24, 2.25, lid oog op de brand- 3, art. 2.26, veiligheid bij art. 2.29, art. algemene 2.31, art. 3.1 maatregel van t/m 3.6, art. bestuur aan- 3.8, art. 3.9, gewezen art. 3.10, art. categorieën 3.11, art. gevallen 3.12, art. (brandveilig 3.15 Wabo gebruik) (incl. weigeren, wijzigen, stellen van voorschriften, aanhouden beslissing, over, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) B.16 beslissen op art. 2.1, lid 1, mandaat aanvragen voor het aanhef en verkrijgen van een onder g, art. omgevings- 2.5, art. 2.6, vergunning voor het art. 2.20, lid slopen van een 1, art. 2.22, bouwwerk in art. 2.23, art. gevallen waarin dat 2.24, art. in een 2.25, lid 3, bestemmingsplan, art. 2.26, art. beheersverordenin 2.29, art. g of voorbereidings- 2.31, art. 3.1 besluit is bepaald t/m 3.6, art. (incl. weigeren, 3.8, art. 3.9, wijzigen, stellen art. 3.10, art. van voorschriften, 3.11, art. aan-houden 3.12, art. beslissing, 3.15 Wabo over, verlengen beslistermijn en alle voorbereidende en uitvoerende besluiten) 10

11 B.16a beslissen op aanvragen voor het art. 2.1, lid 1, aanhef en mandaat verkrijgen van een onder h, art. omgevings- 2.5, art. 2.6, vergunning voor het art. 2.20, lid slopen van een 1, art. 2.22, bouwwerk in een art. 2.23, art. beschermd stads- 2.24, art. of dorpsgezicht 2.25, lid 3, (incl. weigeren, art. 2.26, art. wijzigen, stellen 2.29, art. van voorschriften, 2.31, art. 3.1 aan-houden t/m 3.6, art. beslissing, 3.8, art. 3.9, over, art. 3.10, art. verlengen 3.11, art. beslistermijn en alle 3.12, art. voorbereidende en 3.15 Wabo uitvoerende besluiten) B.16b beslissen op aanvragen voor het art. 2.2, lid 1, aanhef en mandaat verkrijgen van een onder c, art. omgevings- 2.5, art. 2.6, vergunning voor het art. 2.20, lid slopen van een 1, art. 2.22, bouwwerk in een art. 2.23, art. beschermd stads- 2.24, art. of dorpsgezicht 2.25, lid 3, (incl. weigeren, art. 2.26, art. wijzigen, stellen 2.29, art. van voorschriften, 2.31, art. 3.1 aan-houden t/m 3.6, art. beslissing, 3.8, art. 3.9, over, art. 3.10, art. verlengen 3.11, art. beslistermijn en alle voorbereidende en 3.12, art Wabo uitvoerende juncto art. 21 besluiten) Erfgoedverordening B.16 c beslissen op aanvragen voor het art. 2.2, lid 1, aanhef en mandaat mandaat geldt niet als sprake is van een aanvraag verkrijgen van een onder e, art. voor het verkrijgen van een omgevings- 2.5, art. 2.6, omgevingsvergunning als vergunning voor het art. 2.20, lid bedoeld in artikel 2.1, lid 1, maken, hebben of 1, art. 2.22, artikel 2.10 en artikel 2.12, veranderen van art. 2.23, art. eerste lid, aanhef en onder een uitweg of het 2.24, art. a, onder 3º Wabo gebruik daarvan te veranderen (incl. 2.25, lid 3, art. 2.26, art. (projectafwijkingsbesluit) weigeren, wijzigen, 2.29, art. 11

12 stellen van 2.31, art. 3.1 voorschriften, aan- t/m 3.6, art. houden beslissing, 3.8, art. 3.9, over, art. 3.10, art. verlengen 3.11, art. beslistermijn en alle 3.12, art. voorbereidende en 3.15 Wabo uitvoerende juncto art. 3 besluiten) garageveror- B.16 d afhandelen van een sloopmelding en art t/m 1.30 Bouwbesluit mandaat stellen en wijzigen 2012 van voorschriften. B.17 vervallen (beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving) B.18 intrekken van een art. 2.33, art. mandaat mandaat geldt alleen als omgevings Wabo de omgevingsvergunning vergunning door de bestuurscommissie is verleend B.19 beslissen tot het art. 4.1, lid 3 mandaat mandaat geldt alleen als nemen van verhaal Wabo de omgevingsvergunning op de krachtens art. door de bestuurscommissie 4.1 Wabo gestelde is verleend financiële zekerheid bij niet-nakoming verplichting (incl. invorderen bij dwangbevel) 12

13 B.20 beslissen op art. 4.2 Wabo mandaat mandaat geldt alleen als verzoeken tot de omgevingsvergunning toekennen van een door de bestuurscommissie naar billijkheid te is verleend bepalen vergoeding in de gevallen genoemd in art. 4.2, lid 1 Wabo B.20a afhandelen gebruiksmelding art t/m 1.22 mandaat mandaat geldt alleen als de omgevingsvergunning alsmede stellen en Bouwbesluit door de bestuurscommissie wijzigen nadere 2012 is verleend voorwaarden B.21 beslissen op aan- Hoofdstuk 8 mandaat mandaat geldt alleen als vragen voor het Bouwbesluit de omgevingsvergunning verkrijgen van een 2012 door de bestuurscommissie ontheffing geluid- is verleend hinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden B.22 beslissen op aan- Hoofdstuk 8 mandaat mandaat geldt alleen als vragen voor het Bouwbesluit de omgevingsvergunning verkrijgen van een 2012 door de bestuurscommissie ontheffing trillings- is verleend hinder bij bouw- en sloopwerkzaamheden B.23 beslissen dat het art. 12, lid 1, mandaat uiterlijk van de en 12a, bouwwerken eerste lid, genoemd in artikel 12, lid 1, aanhef en onderdeel b Woningwet onder a en b in ernstige mate in strijd is in met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria als bedoeld in 3.4 van de Welstandsnota De schoonheid van Amsterdam 2013, bedoeld in artikel 12, lid 1, 12a, eerste lid, onderdeel b Woningwet 13

14 B.24 beslissen op art. 6, lid 2, mandaat mandaat geldt alleen als aanvragen voor het art. 2, lid 2 en de omgevingsvergunning verkrijgen van een 3 Woningwet door de bestuurscommissie ontheffing van in is verleend het Bouwbesluit gegeven voorschriften omtrent het slopen of het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden, voor zover dat bij of krachtens Bouwbesluit is toegestaan B.25 verlenen van de art. 7, lid 2 mandaat mandaat geldt alleen als verklaring (als Woningwet de omgevingsvergunning bedoeld in art. door de bestuurscommissie 2.4 Wabo) waarin is verleend wordt verklaard dat de omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend als de ontheffing van het Bouwbesluit door de minister wordt verleend B.26 het bij omgevings- art. 7b, lid 1 mandaat mandaat geldt alleen als vergunning expliciet en 2 art 8, lid de omgevingsvergunning toestaan een 2 en lid 5 door de bestuurscommissie bouwwerk te Woningwet is verleend bouwen, dan wel deel daarvan in stand te laten voor zover daarbij niet wordt voldaan aan de op dat bouwen van toepassing zijnde voorschriften in de Bouwverordening omtrent het tegengaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem alsmede de bouwverordening kan voorschriften bevatten van stedenbouwkundige aard 14

15 B.27 opleggen art. 7 mandaat gedoogplicht Verordening aanbrengen, op de onderhouden, vastgoedwijzigen of registratie verwijderen NAP- Amsterdam peilmerken aan een 2011 bouwwerk of gebouw B.28 vaststellen art. 6, lid 2 en mandaat mandaat geldt alleen als standplaatsen en lid 3 Wet de omgevingsvergunning ligplaatsen en de basisregistrat door de bestuurscommissie afbakening van ies adressen is verleend panden, en gebouwen verblijfsobjecten, (BAG) en art. standplaatsen en 4, lid 1, ligplaatsen aanhef en onder c, Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011 B.29 toekennen van art. 4, lid 1, ondermandaat ondermandaat geldt tot nummeraanduiding aanhef en 1-jan-15 en aan de op het onder b grondgebied van Verordening het stadsdeel op de gelegen vastgoedverblijfsobjecten, registratie standplaatsen en Amsterdam ligplaatsen 2011 (nummerbeschikkingen) B.30 aanwijzingen geven art. 5 mandaat voor het Verordening aanbrengen van op de naamborden vastgoedregistratie Amsterdam 2011 B.31 aanwijzingen geven art. 6 mandaat voor het Verordening aanbrengen van op de (huis)nummerborden vastgoedop objecten door registratie 15

16 2. Openbare ruimte, groen en parken Algemene beperking: mandaat is beperkt tot situaties die zich geheel binnen de grenzen van een stadsdeel voordoen. C.1 Uitvoering Wegenver- zie onderdeel 8 Wegen keerswet C.2 Uitvoering Wegenwet zie onderdeel 8 Wegen C.3 Uitvoering Afvalstoffen- zie onderdeel 3 Afval verordening C.4 beslissen op art. 2.2, lid 1, mandaat a. zie algemene aanvragen voor het aanhef en beperkingen nummer 3, verkrijgen van een onder g, art. 4 en 5 genoemd bij omgevings- 2.5, art. 2.6, onderdeel 1. vergunning voor art. 2.25, lid Gebiedsontwikkeling en het vellen of doen 3, art. 2.26, ruimtelijk beheer vellen van een art. 2.29, art. b. mandaat geldt niet houtopstand (incl. 2.31, art. 3.1 indien sprake is van een weigeren, wijzigen, t/m 3.6, art. aanvraag voor het stellen van 3.8, art. 3.9, verkrijgen van een voorschriften, aan- art. 3.10, art. omgevingsvergunning houden beslissing, 3.11, art. als bedoeld in artikel 2.1, over, 3.12, art. lid 1, artikel 2.10 en verlengen 3.15 Wabo artikel 2.12, eerste lid, beslistermijn en alle juncto art. 3, aanhef en onder a, voorbereidende en eerste lid onder 3º Wabo uitvoerende Bomenveror- (projectafwijkingsbesluit besluiten) dening 2014 C.4a alle overige besluiten ter Bomenverordening mandaat uitvoering van de Bomenverordening, 2014 met uitzondering van de aanwijzing van toezichthouders C.5 beslissen op art. 4.2, lid 2, mandaat aanvragen voor het APV verkrijgen van een ontheffing om voorwerpen aan te brengen boven of over de weg of vast te maken aan bomen of aan 16

17 objecten die zijn bestemd voor of gebruikt worden ten behoeve van de openbare dienst C.6 beslissen op art. 4.3, lid 1, mandaat aanvragen voor het APV verkrijgen van een vergunning om voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg te plaatsen, aan te brengen, te hebben of te storten C.7 het stellen van art. 4.5, lid 2 geen mandaat nadere regels en en lid 3, APV het aanwijzen van wegen en weggedeelten als bedoeld in art. 4.5 APV C.8 1. aanwijzen van art. 4.8, lid 1 geen mandaat aanplakobjecten en lid 4, APV voor het aanbrengen van meningsuitingen die geen reclame zijn; 2. stellen van nadere regels voor het gebruik van de aangewezen aanplakobjecten C.9 1. beoordelen van art APV 1. mandaat mededelingen inzake de toelaatbaarheid van reclame aan onroerende zaken; 2. stellen van 2, geen mandaat nadere regels over de toelaatbaarheid van reclame aan 17

18 roerende zaken; 3. vaststellen van 3, geen mandaat de vereisten waaraan een mededeling moet voldoen C.10 beslissen op art. 4.11, lid mandaat aanvragen voor het 3, APV verkrijgen van een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg C.11 beslissen op art. 4.12, lid mandaat aanvragen voor het 2, APV verkrijgen van een ontheffing voor het verspreiden van voorwerpen voor reclamedoeleinden C.12 beslissen op art. 4.13, lid mandaat aanvragen voor het 2, APV verkrijgen van een ontheffing voor werkzaamheden op of in de weg C.13 aangeven van de art. 4.14, lid mandaat afmetingen 2, APV waarbinnen beplantingen op of in de weg moeten worden teruggebracht C.14 beslissen op art. 4.20, lid mandaat aanvragen voor het 2, APV verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van voertuigen van autobedrijven e.d. C aanwijzen van art. 4.21, lid mandaat weg of 3, APV weggedeelten waarop het 18

19 verboden is voertuigen te koop aan te bieden; 2. beslissen op aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het te koop aanbieden van voertuigen C.16 beslissen op aan- art. 4.23, lid mandaat vragen voor het 2, APV verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van reclamevoertuigen C.17 beslissen op aan- art. 4.24, lid mandaat vragen voor het 3, APV verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van grote voertuigen C.18 beslissen op aan- art. 4.25, lid mandaat vragen voor het 3, APV verkrijgen van een ontheffing voor het parkeren van caravans e.d. C.19 uitoefenen art. 4.27, lid 1 geen mandaat mandaat geldt vanaf 1 bevoegdheden t/m 4 APV januari 2015 niet voor inzake het parkeren gebieden bij NS-stations van fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen C.20 beslissen op aan- art. 5.4, lid 1, mandaat vragen voor het APV verkrijgen van een vergunning voor het gebruik van explosieven 19

20 C.21 beslissen op aan- art. 5.5, lid 2, mandaat vragen voor het APV verkrijgen van een ontheffing voor veroorzaken hinder door toestellen, geluidsapparatuur en machines in werking te hebben of andere handelingen te verrichten C.22 aanwijzen van ten art. 5.6, lid 3 mandaat aan VZ mandaat heeft uitsluitend hoogste twaalf dagen of delen van onder b, APV betrekking op inrichtingen in de zin van art. 1.1 vierde lid dagen per Wet milieubeheer, die op kalenderjaar 1 januari 2013 niet behoren waarop de in het tot een categorie van Activiteitenbesluit inrichtingen waarvoor een opgenomen vergunning is benodigd op lichthinder- grond van artikel 2.1 lid 1 voorschriften ten onder e Wabo. behoeve van incidentele mandaat is rechtstreeks van festiviteiten en activiteiten binnen burgemeester aan voorzitter een inrichting voor sportactiviteiten niet van toepassing zijn C.22a aanwijzen van ten art. 5.6, lid 2 mandaat aan VZ mandaat is rechtstreeks van hoogste twee dagen of delen van onder c, APV burgemeester aan voorzitter dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschriften ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor horeca-activiteiten niet van toepassing zijn. 20

21 C.22b aanwijzen van ten art. 5.6 lid 2 mandaat aan VZ mandaat is rechtstreeks van hoogste twaalf dagen of delen van onder d, APV burgemeester aan voorzitter dagen per kalenderjaar waarop de in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsvoorschrifte n ten behoeve van incidentele festiviteiten binnen een inrichting voor sport- en recreatieinrichtingen niet van toepassing zijn. C aanwijzen van art. 5.8, lid 2, geen mandaat plaatsen waar APV met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd mag worden gehouden; 2. stellen van regels over het gebruik van de onder punt 1 bedoelde plaatsen C aanwijzen van art. 5.9, lid 1, 1.geen mandaat groenvoorzienin- lid 2 en lid 3, gen waarin het APV verboden is zich daarin te bevinden; 2. beslissen op aan- 2. mandaat vragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor gebruik groen voorzieningen C.25 aanwijzen van art. 5.12, lid geen mandaat plaatsen waarop de 2, onder a, opruimplicht voor APV uitwerpselen van honden niet van kracht is 21

22 C.26 aanwijzen van art. 5.13, lid geen mandaat plaatsen waar het 3, APV aanlijngebod voor honden niet van kracht is C.27 aanwijzen van art APV geen mandaat plaatsen waar het verboden is voor honden C.28 beslissen op art. 5.16, lid mandaat aanvragen voor het 3, APV verkrijgen van een ontheffing voor de verkoop van duivenvoer C.29 beslissen op art. 8, lid 1, mandaat mandaat geldt niet als de aanvragen voor het art. 9, art. 14. openbare ruimte betrekking verkrijgen van een art. 19 en art. heeft op het hoofdnet auto vergunning voor 21 Verorde- of het hoofdnet rail het uitvoeren van ning werken werkzaamheden in in de opende openbare ruimte bare ruimte (incl. aanhouden, intrekken en overschrijven) C.30 beslissen op art. 5.4, lid 1, mandaat mandaat geldt niet als de aanvragen voor het aanhef en openbare ruimte betrekking verkrijgen van een onder b, heeft op het hoofdnet auto instemmingsbesluit Telecom- of het hoofdnet rail voor het uitvoeren municatiewet van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels C aanwijzen van art. 2.50, lid 3 1. geen mandaat wegen waarop en lid 4 APV het verboden is zich op of aan de weg op te houden met het kennelijke doel anderen te bewegen een abonnement te 22

23 nemen op een krant, blad of andere publicatie, een steunverklaring te geven, om lid of donateur te worden van een organisatie of om deel te nemen aan een onderzoek of enquête; 2. beslissen op 2. mandaat aanvragen voor het verkrijgen van een ontheffing voor het aanbieden van diensten op de openbare weg C.32 vervallen treedt pas inwerking na zomer- (vaststellen van de reces 2014, nadat raad besloten bij de Precario- heeft verordening behorende tarieventabel) 23

24 3. Afval D.1 besluiten dat art. 4, lid 2 geen mandaat inzameling van Afvalstoffenhuishoudelijke verordening afvalstoffen nabij 2009 elk perceel plaatsvindt D.2 besluiten dat art. 4, lid 3 geen mandaat huishoudelijke Afvalstoffenafvalstoffen minder verordening vaak dan 1 keer 2009 per week worden ingezameld D.3 aanwijzen met art. 4, lid 4 geen mandaat behulp van welk al Afvalstoffendan niet van verordening gemeentewege 2009 verstrekt inzamelmiddel of met behulp van welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt D.4 stellen van regels art. 8, lid 3 geen mandaat omtrent het gebruik Afvalstoffenvan een van verordening gemeentewege 2009 verstrekt inzamelmiddel D.5 stellen van regels art. 8, lid 4 geen mandaat omtrent de plaats Afvalstoffenen wijze waarop verordening huishoudelijke 2009 afvalstoffen moeten worden aangeboden 24

25 D.6 vaststellen van de art. 9, lid 1 geen mandaat dagen en tijden Afvalstoffenwaarop categorieën verordening huishoudelijke 2009 afvalstoffen ter inzameling mogen worden aangeboden D.7 stellen van regels art. 10, lid 1 geen mandaat omtrent het in Afvalstoffenbijzondere gevallen verordening ter inzameling 2009 aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars D.8 stellen van regels art. 14, lid 3 geen mandaat omtrent de dagen, Afvalstoffentijden, wijzen en verordening plaatsen waarop de 2009 krachtens artikel 13 aangewezen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden D.9 vervallen treedt pas inwerking na zomer- (vaststellen van de reces 2014, nadat raad besloten in de Verordening afval-stoffen en heeft reinigings-recht bedrijfsvuil opgenomen tarieven) 25

26 4. Monumenten en archeologie Algemene beperking:als op grond van onderdeel 7 (Milieu en duurzaamheid) de bevoegdheden o.g.v. de Wabo en milieuregelgeving bij het college blijven, dan blijven de bevoegdheden genoemd in dit onderdeel ook bij het college. E.1 beslissen op aan- art. 2.1, lid 1, mandaat b. zie algemene vragen voor het aanhef en beperkingen nummer 3, verkrijgen van een onder f, art. 4 en 5 genoemd bij omgevingsvergunni 2.5, art. 2.6, onderdeel 1. ng voor het art. 2.25, lid Gebiedsontwikkeling en verstoren, 3, art. 2.26, ruimtelijk beheer verplaatsen of in art. 2.29, art. c. mandaat geldt niet enig opzicht 2.31, art. 3.1 indien sprake is van een wijzigen van een t/m 3.6, art. aanvraag voor het beschermd 3.8, art. 3.9, verkrijgen van een monument of het art. 3.10, art. omgevingsvergunning herstellen, 3.11, art. als bedoeld in artikel 2.1, gebruiken of laten 3.12, art. lid 1, artikel 2.10 en gebruiken van een 3.15 Wabo artikel 2.12, eerste lid, beschermd aanhef en onder a, monument op een onder 3º Wabo wijze waardoor het (projectafwijkingsbesluit) wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht E.2 beslissen op art. 2.2, lid 1, mandaat a. zie algemene aanvragen voor het aanhef en beperkingen nummer 3, verkrijgen van een onder b, art. 4 en 5 genoemd bij omgevings- 2.5, art. 2.6, onderdeel 1. vergunning voor art. 2.25, lid Gebiedsontwikkeling en het verstoren, 3, art. 2.26, ruimtelijk beheer verplaatsen of in art. 2.29, art. b. mandaat geldt niet enig opzicht 2.31, art. 3.1 indien sprake is van een wijzigen van een t/m 3.6, art. aanvraag voor het gemeentelijk 3.8, art. 3.9, verkrijgen van een monument of het art. 3.10, art. omgevingsvergunning herstellen, gebruiken of laten 3.11, art. 3.12, art. als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en gebruiken van een 3.15 Wabo artikel 2.12, eerste lid, gemeentelijk juncto art. 10 aanhef en onder a, monument op een Erf-goedver- onder 3º Wabo dusdanige wijze ordening (projectafwijkingsbesluit) waardoor het wordt Amsterdam ontsierd of de 2013 monumentale waarden in gevaar worden gebracht E.3 intrekken van een art mandaat a. zie algemene omgevingsvergun- Wabo en beperkingen nummer 3, ning voor het art.14 4 en 5 genoemd bij verstoren, Erfgoedveror onderdeel 1. 26

27 verplaatsen of in dening Gebiedsontwikkeling en enig opzicht Amsterdam ruimtelijk beheer wijzigen van een 2013 b. mandaat geldt niet beschermd indien sprake is van een monument of aanvraag voor het gemeentelijke verkrijgen van een monument of het omgevingsvergunning herstellen, als bedoeld in artikel 2.1, gebruiken of laten lid 1, artikel 2.10 en gebruiken van een artikel 2.12, eerste lid, beschermd aanhef en onder a, monument of onder 3º Wabo gemeentelijk (projectafwijkingsbesluit) monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar wordt gebracht E.4 toepassen van de art. 14a mandaat artikelen 3:11 tot en Monumenten met 3:17 van de wet 1988 Awb ten behoeve van een door de minister te nemen besluit op een aanvraag voor een vergunning voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een archeologisch monument dan wel een vergunning voor het herstellen, gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het archeologisch monument wordt ontsierd of in gevaar gebracht van een archeologisch monument E.5 aanwijzen, intrekken en art. 3, lid 1, art.8 lid mandaat wijzigen van een aanwijz- 1 en art.9 lid 1, ing van een monument Erfgoedverordening gemeentelijk Amsterdam

28 E.6 bepalen dat een art. 3, lid 4, mandaat beschrijving wordt Erfgoedveropgesteld van het ordening beoogde aan te Amsterdam wijzen gemeentelijk 2013 monument E.7 bepalen dat een art. 9, lid 5, mandaat gemeentelijk Erfgoedvermonument ordening gedocumenteerd Amsterdam 2013 moet worden E.8 beslissen op art. 25 Erf- mandaat aanvragen voor het goedververkrijgen van ordening nadeelcompensatie Amsterdam 2013 E.9 aanwijzen van art. 16 Erf- geen mandaat zie ook E.13 stads- en goedverdorpsgezichten als ordening gemeentelijk stads- Amsterdam 2013 en dorpsgezicht E.10 registreren van art. 17 Erf- mandaat gemeentelijke goedverstads- en ordening dorpsgezichten op Amsterdam de lijst van 2013 gemeentelijke stads- en dorpsgezichten E.11 wijzigen van de art. 18 Erf- geen mandaat aanwijzing van goedvergemeentelijke ordening stads- en Amsterdam dorpsgezichten 2013 E.12 intrekken van de art. 19 Erf- geen mandaat aanwijzing van goedvergemeentelijke ordening stads- en Amsterdam dorpsgezichten 2013 E.13 reageren op een art. 16 en 18 Erfgoed mandaat zie ook E.9 voornemen tot verordening mandaat is rechtstreeks van aanwijzing van Amsterdam 2013 college aan DB 28

29 stads- en dorpsgezichten als gemeentelijk stadsen dorpsgezicht of wijziging van een aanwijzing als gemeentelijk stadsen dorpsgezicht 29

30 5. Wonen F.1 beslissen op art. 30, lid 1, mandaat de bevoegdheid om te aanvragen voor het onder a, handhaven op grond van verkrijgen van een Huis- artikel 30 van de onttrekkingsvergun- vestingswet Huisvestingswet valt niet ning alsmede het en art. 34 en onder het mandaat overschrijven van art. 37 een vergunning Regionale huisvestingsverordening stadsregio Amsterdam 2013 F.2 intrekken van een art. 38 mandaat (tijdelijke) onttrek- Huisvestingskingsvergunning wet en art. 36 Regionale huisvestingsverordening stadsregio Amsterdam 2013 F.3 beslissen op art. 30, lid 1, mandaat de bevoegdheid om te aanvragen voor het onder a, handhaven op grond van verkrijgen van een Huisvestings- artikel 30 van de tijdelijke wet en art. 38 Huisvestingswet valt niet onttrekkings- Regionale onder het mandaat vergunning ten huisvestingsbehoeve van short verordening stay, alsmede het Amsterdam intrekken en 2013 overschrijven van een verleende vergunning F.4 beslissen op art. 30, lid 1, mandaat de bevoegdheid om te aanvragen voor het onder b, handhaven op grond van verkrijgen van een Huisvestings- artikel 30 van de samenvoegings- wet en art. 34 Huisvestingswet valt niet vergunning Regionale onder het mandaat alsmede het huisvestingsoverschrijven van verordening een vergunning stadsregio Amsterdam 2013 F.5 intrekken van een art. 38 Huis- mandaat samenvoegingsvergunnin vestingswet 30

31 F.6 beslissen op art. 30, lid 1, mandaat de bevoegdheid om te aanvragen voor het onder c, handhaven op grond van verkrijgen van een Huisvestings- artikel 30 van de omzettingsvergun- wet en art. 34 Huisvestingswet valt niet ning alsmede het Regionale onder het mandaat overschrijven van huisvestingseen vergunning verordening stadsregio Amsterdam 2013 F.7 intrekken van een art. 38 Huis- mandaat omzettingsvergun- vestingswet ning F.8 beslissen op art. 33 Huis- mandaat aanvragen voor het vestingswet verkrijgen van een en art. 47 splitsingsvergunnin Regionale g alsmede het huisvestingsoverschrijven van veror-dening een vergunning stadsregio Amsterdam 2013 F.9 intrekken van een art. 38 Huis- mandaat splitsingsvergunning vestingswet en art. 54 Regionale huisvestingsverordening stadsregio Amsterdam 2013 F.10 beslissen op art. 7 Huis- mandaat de bevoegdheid om te aanvragen voor het vestingswet handhaven op grond van verkrijgen van een en art. 8 artikel 7 van de huisvestingsvergunning Regionale Huisvestingswet valt niet onder huisvestings- het mandaat. Ook de verordening handhaving op artikel 17 stadsregio (leegmelding) en 18 Amsterdam (voor van een 2013 huishouden) van de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2013 valt niet onder het mandaat 31

32 F.11 intrekken van een art. 28 Huis- mandaat huisvestingsvergunning vestingswet en art. 13 Regionale huisvestingsverordening stadsregio Amsterdam

33 6. Economie G.1 beslissen op alle mandaat mandaat heeft geen aanvragen voor het ontheffings- betrekking op het stellen verkrijgen van een mogelijk van regels ten aanzien van ontheffing die heden de verdeling van betrekking heeft op genoemd in avondwinkels (art. 5, lid 4 de openingstijden art. 6 Winkel- Verordening Winkeltijden van een winkel c.a. tijdenwet, het Amsterdam 2010) wellicht Vrijstellingen nadere regels in kader besluit scherper alcoholbeleid en Winkeltijden- 24-uurseconomie wet en de Verordening Winkeltijden Amsterdam 2010 G.2 uitvoering geven art. 3.1, art. mandaat aan de Verordening 3.2, lid 3, art. op de straathandel 3.3, lid 2, art , art. 3.7 (behoudens het bepaalde onder c en f), art. 3.8, art. 3.9, art. 3.10, art. 3.11, art. 3.12, art. 3.13, art. 3.14, art. 3.15, art. 3.16, art. 3.17, art. 3.18, art. 3.20, art. 3.22, art. 3.23, art. 3.24, art. 4.1, art. 4.4, art. 4.6, art. 4.7, art. 4.8, art. 4.9, art. 4.11, art. 5.2, art. 5.5, art. 7.1, art. 7.2, lid 1 lid 2 en lid 3, en art. 7.2, lid 6 (behoudens de partnerkaart), art 8.2, art. 8.4 (voor zover deze 33

34 betrekking heeft op de art. 3.13, 4.6 en 4.7) G.3 instellen, art. 160, lid 1, geen mandaat afschaffen of aanhef en veranderen van onder h jaarmarkten of Gemeentegewone wet marktdagen G.4 vervallen treedt pas inwerking na zomer- (vaststellen van de reces 2014, nadat raad besloten bij de Verordening marktgelden heeft behorende tarieventabel) G.4 vaststellen van art. 2.1 geen mandaat nadere regels voor Bijzondere economische subsidiesubsidies voor wat verordening betreft subsidies economische aan activiteiten winkeliersverenigin- Amsterdam gen en bedrijven groepen voor gezamenlijke activiteiten G.5 vaststellen van een art. 2.2 geen mandaat subsidieplafond en Bijzondere vaststelling van subsidiewijze waarop subsidie-aanvragen verordening economische worden beoordeeld activiteiten Amsterdam 2009 G.6 beslissen op art. 1.4 mandaat aanvragen voor het Bijzondere verkrijgen van een subsidieeconomische verordening subsidie aan economische winkeliersverenigin- activiteiten gen en bedrijven- Amsterdam groepen voor 2009 gezamenlijke activiteiten 34

35 G.7 beslissen op ASA 2012 ondermandaat ondermandaat geldt tot 1 januari aanvragen van 2015 en voor de periode individuele hierna die nodig is voor de ondernemers voor afhandeling van het verkrijgen van subsidiebeschikkingen subsidie 35

36 7. Milieu en duurzaamheid Algemene beperkingen: 1. als sprake is van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, artikel 2.10 en artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3º Wabo (projectafwijkingsbesluit) of 2. als sprake is van een inrichting waarvoor op 1 januari 2013 een vergunning benodigd is op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e Wabo, blijven de bevoegdheden tot het beslissen op aanvragen om een omgevingsvergunning ook bij het college en vindt er geen mandaatverlening plaats aan het DB H.1 vervallen H.2 beslissen op art. 2.1, lid 1, mandaat aanvragen voor een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 onder i Wabo, voor andere activiteiten die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving H.3 vervallen beslissen op aanvragen voor een omgevingsvergunning die betrekking heeft op het veranderen van een inrichting of mijnbouwwerk of de werking daarvan ex art. 2.6 Wabo van de minder complexe inrichtingen H.4 vervallen (toetsen van meldingen van de minder complexe inrichtingen) H.5 vervallen (vaststellen van maatwerkvoorschriften van de minder 36

37 complexe inrichtingen) H.6 vervallen (vaststellen van hogere waarden van de minder complexe inrichtingen) H.7 alle voorbereidings- art. 45 e.v, mandaat mandaat geldt uitsluitend besluiten en - art. 55, lid 4, ondermandaat als de bevoegdheid tot het handelingen ten art. 110a t/m nemen van het besluit, behoeve van het art. 110c Wet waarop het besluit tot vaststellen van geluidhinder vaststellen van hogere hogere geluid- waarden betrekking heeft, waarden is gedelegeerd aan het algemeen bestuur ondermandaat voor het voorbereiden van besluit hogere waarden volgt de bevoegdheidsverdeling van de besluiten waaro voor het besluit hogere waarde ziet H.8 vervallen (vaststellen van een geluidsreductieplan) H.9 besluiten over ASA 2012 ondermandaat ondermandaat geldt tot 1 januari milieu- en klimaat en voor de periode gerelateerde hierna die nodig is voor de subsidies afhandeling van (energiemaatregele subsidiebeschikkingen n) H.10 voorbereiden en art. 7.2, lid 1 mandaat bevoegd gezag hangt af opstellen van onder b en ondermandaat van besluit waarvoor de milieueffectenbeoordelingen 7.16 Wet milieubeheer beoordeling van de milieueffectenrapportage wordt verricht en Besluit Mandaat geldt alleen voor milieueffectenzover het besluit /plan effectenrapportage volgt de rapportage bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor de beoordeling van de milieueffectenrapportage wordt opgesteld. Ondermandaat heeft geen betrekking op de beslissing 37

38 omtrent de vraag of bij de voorbereiding van het betrokken besluit voor de activiteit, vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die zij voor het milieu kan hebben, een milieu-effectrapport moet worden gemaakt. H.11 voorbereiden en art. 7.2, 7.2a, mandaat bevoegd gezag: hangt af opstellen van het 7.7, 7.16 t/m ondermandaat van besluit waarvoor milieu- 7.19, 7.22, milieueffectenrapportage effectenrapportage 7.24, 7.25, wordt opgesteld Wet milieubeheer Mandaat geldt alleen voor en Besluit milieueffeczover het besluit /plan waarvoor de tenrapporta- milieueffectenrapportage ge moet worden opgesteld, is gedelegeerd aan het algemeen bestuur Ondermandaat van de voorbereiding van het milieueffectenrapportage: volgt de bevoegdheidsverdeling van het besluit waarvoor het milieu-effectenrapportage wordt opgesteld. Ondermandaat ziet niet op het advies omtrent reikwijdte en detailniveau van de informatie ten behoeve van een milieu-effectenrapportage als bedoeld in art. 7.24, lid 2 en 3, art.7.27, lid 2 Wet milieubeheer H.12 uitoefenen van bevoegdheden en Activiteitenbesluit milieu mandaat heeft uitsluitend betrekking op inrichtingen uitvoeren van taken en waarvoor op 1 januari op grond van het beheer en 2013 geen vergunning Activiteitenbesluit Activiteiten benodigd is op grond milieubeheer en de regeling van artikel 2.1, lid 1, Activiteitenregeling milieubeheer onder e, Wabo, en milieubeheer waarbij geen sprake van een vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder Wabo, waarbij het college bevoegd is op 38

39 grond van de onder 1. van dit hoofdstuk genoemde algemene beperking H.13 uitoefenen van Wet mandaat voor zover de taken en bevoegdheden en uitvoeren van taken milieubeheer bevoegdheden betrekking hebben op inrichtingen, op grond van bij of heeft mandaat uitsluitend krachtens betrekking op inrichtingen hoofdstuk 8,10,17, waarvoor op 1 januari 19 van de Wet 2013 geen vergunning milieubeheer (Wm) benodigd is op grond gestelde regels van artikel 2.1, lid 1, onder e, Wabo, en waarbij geen sprake van vergunningplicht als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo, waarbij het college bevoegd is op grond van de onder 1. van hoofdstuk genoemde algemene beperking H.14 uitoefenen van bevoegdheden en Besluit lozen buiten inrichtingen mandaat met uitzondering van bevoegdheden en taken uitvoeren van taken die betrekking hebben op op grond van het het lozen van Besluit lozen buiten grondwater bij inrichtingen bodemsaneringen en proefboringen als bedoeld in artikel 3.1; het lozen van grondwater bij ontwateringen als bedoeld in artikel

40 8. Wegen I.1 nemen van art. 15 en art. mandaat mandaat geldt niet indien verkeersbesluiten 18 Wegen- sprake is van een door het en het plaatsen van verkeerswet college aan te wijzen verkeersborden op grootstedelijk project dan het onderliggende wel wanneer overige wegennet en uitvoering, zijnde beheer, hoofdnet OV, onderhoud, vervanging en hoofdnet fiets en uitbreiding van assets, een overige wegen en stedelijke taak betreft of tot 1 januari 2015 een stedelijk belang heeft op het hoofdnet auto en het hoofdnet rail (zie bijzonderheden) I.2 besluiten over art. 87 mandaat mandaat is beperkt tot ontheffingverlening Reglement situaties die zich geheel Verkeers- binnen de grenzen van een regels en stadsdeel voordoen Verkeerstekens 1990 I.3 dagelijks beheer, art. 15 mandaat mandaat is beperkt tot de onderhoud en Wegenwet wegen en werkzaamheden gladheidsbestrijdin die tot de taken van de g aan wegen bestuurscommissie behoren (zie de overzichtskaarten opgenomen als bijlage A) I.4 onttrekken van art. 9 geen mandaat treedt pas inwerking na zomerwegen aan het Wegenwet reces 2014, nadat raad besloten openbaar verkeer heeft I.5 besluiten omtrent art. 5 geen mandaat treedt pas inwerking na zomergevraagde Wegenwet reces 2014, nadat raad besloten medewerking aan het geven van de heeft bestemming openbare weg aan een weg I.6 ter inzage leggen art. 12 mandaat mandaat geldt niet als de en mededeling Wegenwet weg onderdeel uit maakt daarvan doen van van het hoofdnet auto of 40

41 een afschrift van het hoofdnet rail (deze een uitspraak in beperking geldt vanaf 1 beroep waarbij een januari 2015) weg aan het openbaar verkeer wordt onttrokken I.7 het onderhoud van art. 20 mandaat mandaat geldt niet als de een binnen de Wegenwet weg onderdeel uit maakt gemeente liggende van het hoofdnet auto of weg ten laste van het hoofdnet rail (deze de gemeente beperking geldt vanaf 1 brengen; het januari 2015) opleggen van de verplichting tot afkoopbare jaarlijkse uitkeringen aan degene, die van het onderhoud of het geven van bijdragen tot het onderhoud bevrijd worden. 41

42 9. Parkeren J.1 beslissen op art. 49, 51, mandaat aanvragen voor het 52 en 53 verkrijgen van een BABW en de gehandicaptenpar- Regeling keerkaart alsmede gehandihet beperken van captende geldigheidsduur, parkeerkaart het verstrekken van een duplicaat en het ongeldig verklaren van een dergelijke kaart 42

43 10. Gemeentelijk vastgoed K.1 verhuren, art. 160, lid 1, mandaat door goedkeuring van het ontruimen, kopen aanhef en gebiedsplan verkrijgt de en verkopen en onder e, bestuurscommissie het het vaststellen van Gemeente- economisch eigendom huurprijzen van wet van het betreffende gemeentelijk gemeentelijk vastgoed vastgoed dat is opgenomen in een door het college goedgekeurd gebiedsplan K.1a het uitvoeren van aan- en art. 160, lid 1, aanhef en onder e, ondermandaat tot 1 januari 2015 verkoopbesluiten Gemeentegenomen vóór 19 maart wet 2014 K.1b verhuren van gemeentelijk art. 160, lid 1, aanhef en ondermandaat tot 1 januari 2015 vastgoed tegen onder e, minimaal een Gemeentekostprijsdekkend tarief wet 43

44 11. Waterbeheer L.1 beschikkingen op Verordening mandaat De bevoegdheid besluiten grond van de op het van algemene strekking te Verordening op het binnenwater nemen (o.a. nadere regels) binnenwater 2010, 2010 is niet gedelegeerd. met uitzondering van de beschikkingen op grond van de art , 2.1.2, lid 3, 2.1.3, 2.3.5, lid 3 en lid 4, (tenzij de exploitatie op een afgesloten water in het stadsdeel plaatsvindt), 2.5.1, lid 3 (bij de aanpak van verwaarloosde vaartuigen), 3.2.1, 3.2.2, 3.2.3, 3.3.1, 3.3.4, 3.3.5, 3.3.6, 3.3.7, 3.3.8, en L.2 intrekken of art mandaat wijzigen van Verordening verleende op het ontheffingen of binnenwater vergunningen op 2010 grond van de Verordening op het binnenwater 2010 (binnen de beperkingen van onderdeel L.1) 44

45 12. Welzijn (incl. jongerenwerk) M.1 zorgdragen voor de art. 9a Wet mandaat kwaliteit en de maatschapcontinuïteit van de pelijke ondermaatschappelijke steuning ondersteuning op het gebied van wijk-gericht welzijnswerk (opbouwwerk), activering en participatie, ondersteuning bewonersinitiatieve n, bestrijden armoede en preventie en signalering rond de aandachtsgebieden gezondheid, sociaal isolement/eenzaame heid en armoede M.2 waarborgen van de art. 9a en art. mandaat kwaliteit en de 10 Wet maatcontinuïteit van de schappelijke zorg op de onder steuning M.1 genoemde gebieden, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke ondersteuning door derden wordt verricht 45

46 13. Schuldhulpverlening N.1 mede uitvoering art. 3 Wet mandaat mandaat is beperkt tot de geven aan het door gemeentelijk stadsdeeldoelgroepen en de gemeenteraad e schuldhulp- geldt niet GKA vast te stellen plan verlening (Gemeentelijke Kredietbank dat richting geeft Amsterdam) en aan de integrale crediteurenmanagement schuldhulpverlenin g aan de inwoners van de gemeente N.2 beslissen op art. 3 en art. mandaat mandaat is beperkt tot de aanvragen voor het 4 Wet stadsdeeldoelgroepen verkrijgen van gemeentereguliere lijke schuldschuldhulp- hulpverlening verlening 46

47 14. Maatschappelijke ondersteuning O.1 opverlening art. 9a Wet ondermandaat ondermandaat geldt tot 1 januari en bekostiging (met maatschap (i.v.m. decentralisatie name via pelijke onder- AWBZ) subsidies) van steuning taken rond maatschappelijke dienstverlening (maatschappelijk werk, sociale raadslieden, ouderzorg, inclusief mantelzorgondersteuning), van intake tot en met de uitvoering O.4 waarborgen van de art. 9a en art. ondermandaat ondermandaat geldt tot 1 januari kwaliteit en de 10 Wet maat (i.v.m. decentralisatie continuïteit van de schappelijke AWBZ) maatschappelijke onderzorg op de onder steuning O.1 genoemde gebieden, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke derden wordt verricht 47

48 15. Jeugdgezondheidszorg P.1 zorgdragen voor de art. 5 Wet ondermandaat ondermandaat geldt tot 1 januari uitvoering publieke 2015 (op-verlening gezondheid en bekostiging) van en art. 9a en de art. 10 Wet jeugdgezondheids- maatschapzorg en opvoed- pelijke onderondersteuning in steuning samenwerking met de OKC's (inclusief schoolmaatschapp e-lijk werk) 48

49 16. Vrijwilligerswerk Q.1 zorgdragen voor de art. 9a Wet mandaat kwaliteit en de maatschapcontinuïteit van de pelijke ondermaatschappelijke steuning ondersteuning op het gebied van vrijwilligerswerk Q.2 waarborgen van de art. 9a en art. mandaat kwaliteit en de 10 Wet maatcontinuïteit van de schappelijke maatschappelijke onderzorg op het onder steuning Q.1 genoemde gebied, als het verlenen van desbetreffende maatschappelijke ondersteuning door derden wordt verricht 49