Zin maken door woorden naar de juiste positie te verslepen. - Zin 1 tot zin 10

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zin maken door woorden naar de juiste positie te verslepen. - Zin 1 tot zin 10"

Transcriptie

1 Richtgraad 1 - context 1: Officiële instanties - In de post (mult. choice) - De politie (kies uit menu) - Domme dief (kies uit menu) - In de post (tekst reconstrueren) - In het stadhuis (woord uit lijst invullen) - Pech (correcte tekst zinnen in de juiste volgorde zetten) - De bank: zinnen compleet maken (kies uit menu). Vul het juiste woord in. (luister vul woord in) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Duitse politie stopt Twingo met tien inzittenden - context 2: Leefomstandigheden - Kies het juiste dier (ill. + mult. choice) - Kies het juiste dier (ill. + mult. choice) - Kies het juiste dier (ill. + mult. choice) - Kies het juiste dier (combineeroefening kies uit menu) - Van aap tot zoo (ill + woord invullen) - Welk geluid maakt dit dier? (werkwoorden - combineeroefening) - Meubelen: zoek het woord (letters staan door elkaar) Woord 1 tot woord 10 - Wonen: woorden uit lijst invullen - Een giraf is geboren (klik op beginnen lezen dan vragen beantwoorden) - Het kleinste hondje ter wereld (tekst maken) - De Queen mailt: tekst vervolledigen (kies uit menu) - Flora en fauna Zin 1tot zin 10 - Wonen Zin 1 tot zin 10 - De dieren: woorddictee1 (ill. + luister: woord noteren) 1

2 - De dieren: woorddictee 2 (ill. + luister: woord noteren) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Barack Obama - context 3: Afspraken en regelingen - Eten 1 tot Eten 5 (juiste woord kiezen met ill. mult.choice) - Eten 6 (combineeroef. werkwoorden) - Eten 7 (combineeroef. ill. + kies uit lijst) - Eten 8 (combineeroef. ill. + kies uit lijst) - Eten 9 (combineeroef. ill. + kies uit lijst) - Een heel menu: (zelf woorden invullen met ill.) - In het restaurant: (juiste woord invullen - kies uit lijst) - Dialoog: In een hotel (woorden invullen - kies uit menu) - Misverstand (zinnen in juiste volorde zetten) - Vraag 1 tot vraag Eten woorddictee 1 (ill. + luister woord noteren) - Eten woorddictee 2 (ill. + luister woord noteren) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Diefstal: Iedereen betaalt mee - context 4: Consumptie - Wat hoort samen? (inhouden) - Kleding (ill. - woord invullen) - Kleding: zoek het woord (letters staan door elkaar) Woord 1 tot woord 10 - Veel geluk (tekst reconstrueren) - Bij de slager: (dialoog compleet maken kies uit menu) - In de supermarkt: (dialoog compleet maken kies uit menu) Correcte zin maken door woorden naar de juiste positie te verslepen. - Kleding (ill. + luister woord noteren) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Jongeren en geld 2

3 - context 5: Openbaar en privévervoer choice) - Transport: (ill. - woord invullen) - Het verkeer (zelfstudie) - Transport: zoek het woord (letters staan door elkaar) Woord 1 tot woord 10 - In het station: (woord uit lijst invullen) - De auto: (kies woord uit lijst) - Een auto huren (dialoog woord uit lijst invullen) - Met de fiets naar school (vragen beantwoorden mult.. - Transport (ill. + luister - woord invullen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Dik tevreden - context 6: Voorlichtingsdiensten - Krant, tv, internet (juiste woord invullen kies uit menu) - Vrouw gered door mobiele telefoon (vragen over tekst) - Kruiswoord - De media (tekst reconstrueren) - Het kantoor (luister + ill. - woord invullen) - context 7: Vrije tijd - Bij welke sport horen deze namen?: (mult. choice namen van bekende sporters) - Combineren (memory) - Welke sport is dit? (ill. - woord invullen) - Vrije tijd 1: (ill. kies juiste omschrijving uit menu) - Vrije tijd 2: (ill. kies juiste omschrijving uit menu) - Jonge mensen gaan op reis 1 (reconstrueer) - Jonge mensen gaan op reis 2 (reconstrueer) - Bij de bakker (zinnen in juiste volgorde zetten) 3

4 - Sporten (luister+ ill. - woord invullen) - context 8: Nutsvoorzieningen - Toestellen in ons leven: (juiste woord uit menu) - In het tankstation (kies uit menu) - Niet zuinig met energie (reconstrueer) - Nutsvoorzieningen (luister en noteer woord) - context 9: Ruimtelijke oriëntering - De dagen van de week (zet dagen in juiste volgorde) - Kies de juiste dag (mult.choice) - Vul de juiste dag in - Over België 1 (mult. choice) - Over België 2 (mult. choice) - De juiste tijd bij elke klok (kies uit menu) - Hoe laat is het? (de klok lezen) 8 oefeningen - Hoe laat is het? (combineeroefening kies uit lijst) - Memory (klok + uur) 4 oefeningen - Feesten (kies juiste naam uit lijst) - Tel tot 10 (kies uit menu) - Van 11 tot 20 (kies uit menu) - Van 21 tot 30 (kies uit menu) - Van 31 tot 40 (kies uit menu) - Van 51 tot 60 (kies uit menu) - Van 61 tot 70 (kies uit menu) - Van 71 tot 80 (kies uit menu) - Van 81 tot 90 (kies uit menu) - Van 91 tot 100 (kies uit menu) - De tientallen (kies uit menu) - Schrijf de woorden in getallen - Schrijf de getallen in woorden - Vul de reeks logisch aan (seizoen, maand) - Kies de juiste kleur (mult. choice) - Vul de juiste kleur in - Wat is de kleur van? (kleur invullen) - Vind de juiste kleur (memory) - Vergelijkingen met kleur (uitdrukking/kies uit lijst) - De maanden van het jaar (zet in de juiste volgorde) - Kies de juiste maand (mult. choice) 4

5 - Vul de juiste maand in - Wat weet jij van Nederland? (waar/niet waar) - De tijd (ill. + woord invullen) - De maanden van het jaar (juiste antwoord uit lijst kiezen) - Kaal (dialoog aanvullen kies uit lijst) - Tel tot 20 (luisteren + cijfer invullen) - De tientallen (luisteren + cijfer invullen) - Getallen tot 100 (luisteren + cijfer invullen) - Kleuren (ill. + luisteren juiste kleur invullen) - Dagen (luisteren + invullen) - Maanden (luisteren + invullen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Kunst met een geurtje - context 10: Onthaal - Welk land is dit? (ill. mult. choice) - Wie is wie? De familie van Marie (invuloef. familieleden) - Mijn familie (Tekst vul juiste familierelatie in)) - Vind de juiste combinatie (memory) - Welke taal spreekt men in Europa?(juiste taal uit lijst kiezen) - Hoofdsteden (juiste stad uit lijst kiezen) - Op hotel (woordenschat hotel mult.choice) - Zich voorstellen (reconstrueer) - Dialoog tussen Tom en Asia (dialoog aanvullen) - Een les Nederlands (reconstrueer) - Landen (ill. + luisteren: juiste land invullen) - Talen (luister juiste vlag kiezen) - De familie (luisteren + invullen) - context 11: Gezondheidsvoorzieningen - Het lichaam 1 (zelfstudie woordjes) - Het lichaam 2 (ill. mult.choice) - Het lichaam 3 (ill. woord invullen) - Het lichaam 4 (ill. woord invullen) - Het lichaam 5 (ill. woord invullen) - Het lichaam 6 (ill. woord invullen) - Het lichaam (memory) - Het lichaam (memory) 5

6 - Zoek het woord (letters door elkaar) 31 oefeningen - Waarmee doe ik dit? (memory werkwoorden - lichaamsdelen) - Kies het juiste antwoord (ill. mult. choice) - Zeg eens AAA! (combineer) - Ziek 1 (combineer kies uit menu) - Ziek 2 (vul juiste woord in) - Kruiswoordpuzzel - Bij de tandarts (reconstrueer) - Het lichaam 1 (ill. + luisteren juiste woord invullen) - Het lichaam 2 (ill. + luisteren juiste woord invullen) - Het lichaam 3 (ill. + luisteren juiste woord invullen) - context 12: Klimaat - - Het weer (ill. woord invullen) - De seizoenen (tekst aanvullen met woord uit lijst) - Door de regen (combineer) - Het weer (luister + ill. woord invullen) GRAMMATICA EN SPELLING Adjectieven (bijvoegl. naamw.): - Oefening 1: e of / - Oefening 2: e of / (mult. choice) - Oefening 3: invuloefening: juiste vorm van adjectief (kies uit 2 opties) - Oefening 4: juiste vorm: landen/steden - De comparatief vergrotende trap Demonstratieven (Aanwijzend voornaamw.) - Oefening 1: kies dit of dat + theorie - Oefening 2: kies deze of die + theorie Diminutieven (Verkleinw.) - Oefening 1 - Oefening 2 - Oefening 3 6

7 Lidwoorden - Oefening 1: de of het - Oefening 2: combineer artikel +substantief - Oefening 3: de of het (mult. choice) - Oefening 4: de of het (mult. choice) - Oefening 5: de of het (mult. choice) - Oefening 6: de of het (mult. choice) - Hetzelfde of dezelfde? Meervoud: - Oefening: -s of en - Correcte vorm: (mult. choice) Negatie (Ontkenning) - Oefening 1: kies geen of niet - Oefening 2: kies geen of niet Possessief pronomen (Bezittelijk voornaamw.) - Oefening 1: vul juist poss. pron. in - Oefening 2: vul juist poss. pron. in - Jou of jouw? - U of uw? Preposities (voorzetsels) - Oefening 1: (kies de juiste prepositie) - Oefening 2: (kies uit aan/bij/door/in/naast/op/tegen/tussen/uit/voor) (mult. choice) - Oefening 3: (combineer zin met prepositie) Waarom? Omdat! - Combineer met de juiste zin (mult.choice) Werkwoorden Zijn (combineer/vervoeging) - Hebben: (combineer/vervoeg) - Hebben of zijn: (juiste vorm van het werkwoord) - Hebben of zijn: (combineren juiste werkwoord + vorm kiezen) - De juiste vorm: (invullen) - De juiste vorm: (mult. choice) - Presens 1: (vul het werkwoord correct in - alle werkwoorden) - Presens 2: (vul het werkwoord correct in - alle werkwoorden) - Presens 3: (vul het werkwoord correct in - alle werkwoorden) - (1) Kies het juiste werkwoord (vorm en woordenschat-kies uit menu) - (2) Kies het juiste werkwoord (vorm en woordenschat-kies uit lijst) - (3) Kies het juiste werkwoord (vorm en woordenschat-kies uit lijst) - Kunnen, willen, moeten, mogen - Hangen, liggen, Kies het juiste werkwoord (+theorie) - Perfectum 1 (vul juiste vorm van participium in + theorie) - Perfectum 2 (juiste participium uit lijst) - Reservatie (juiste vorm van het werkwoord - presens) - Wie is Steven? (kies juiste werkwoord uit menu) 7

8 Woordschikking: - Welke zin is correct? (mult.choice) - Een drukke week! (combineer) - De juiste woordvolgorde (mult.choice) Antoniemen (tegengestelden) - Kruiswoordpuzzel (op cijfer klikken om omschrijving te krijgen) Er Maak een correcte zin met er (klik op woord woord gaat naar de zin) Getallen - Sleep het juiste getal naar zin - Klik op het juiste getal Zoek de fouten - Wat een kaas! (10 fouten zoeken) Voegwoorden - Kies het juiste voegwoord en/of/maar/want (mult. choice) Taalhandelingen - Instructies: Oefening 1 (maak een correcte instructie kies uit menu) Oefening 2 (maak een correcte instructie - kies uit menu ) - Kennismaken: Wie ben jij? (Goede antwoord combineren met de juiste vraag) - Tegenstelling: Substantieven 1 (tegengestelde woord invullen - kies uit menu) Substantieven 2 (tegengestelde woord invullen- kies uit menu) - Reacties: Wat zeg je als (kies de juiste reactie uit menu) Wat vraag je (kies de juiste vraag uit menu) 8

9 Richtgraad 2 - context 1: Contacten met officiële instanties - Tekst bij plaatjes (combineer ill. + tekst) - Boete hangt af van gevaar (kies juiste woord uit menu) - In de bank (kies juiste woord uit lijst) - Keukenpiet Tony Blair (zin afmaken combineer menu) - In de gevangenis (tekst reconstrueren) - Paspoort - identiteitskaart (stelling: juist of fout) - Een brief verzenden (zinnen in de juiste volgorde zetten) - Een agent en de spookrijder (zinsdelen aan elkaar linken) - De remmen doen het niet (zinnen volledig maken- kies uit menu) - Brand (combineer) - Dief brengt geld terug naar bank (reconstrueer) - Brandweer rukt uit voor pup - De post (naar woord luisteren + ill: mult. choice). om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. - Drie moeders winnen lotto - Politietelefonist valt in slaap - context 2: Leefomstandigheden - Activiteiten (memory: woord + illustratie) - Keukengereedschap (ill. - kies juiste woord uit menu) - Te weinig woningen (kies woord uit menu) - Inrichting van een woning (kies woord uit menu) - Hoe wonen David en Angela? (tekst lezen - daarna vragen beantwoorden mult. choice) - Huren (reconstrueer) - Louis ( zinnen in de juiste volgorde) - Het keukengereedschap (luister + ill. -woorden invullen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving) - 59% van de EU-burgers 9

10 - context 3: Afspraken en regelingen - In het restaurant (kies woord uit menu) - Echtpaar wisselt eerste kus op huwelijk (kies woord uit menu) - Chinees Nieuwjaar (kies woord uit menu) - Tomatensoep (maak zinnen volledig kies uit menu) - Grote beer schrikt gevangenen af (reconstrueer) - Eigen hond bijt het meest (reconstrueer) een om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je omschrijving. - Opa haalt verkeerde kleindochter van school. - context 4: Consumptie - Meten en wegen (illustratie + kies uit menu) - In de supermarkt (kies correcte woord uit menu) - Muziek in een restaurant (kies correcte woord uit menu) - Chocoladepasta (reconstrueer) - Het verhaal van de kip (reconstrueer) - Lekkerbek (lees + kies juiste antwoord mult.choice) - De bakker (kies vervolg op zin uit menu) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving - Op zoek naar slimme koopjes - context 5: Openbaar en privévervoer - Transport: (kruiswoordpuzzel) - Leve de trein (woord uit menu invullen) - Openbaar vervoer (zin volledig maken kies uit menu) - Veertienjarig meisje op Spaanse snelweg (tekst + kruiswoordpuzzel) - Duitse peuter op zijwieltjes naar Emmen (kies juiste woord uit menu) - Veilig verkeer (reconstrueer) - Stilstaan of parkeren (juiste definitie verkeersbord geven) - Onderweg (reconstrueer) 10

11 - om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Met de auto in de file - In de trein - context 6: Voorlichtingsdiensten - Media (kruiswoordpuzzel) - Van postkoets tot sms (zet zinnen in juiste volgorde kies uit menu) - Verkeersinbreuken door diplomaten (reconstrueer) - context 7: Vrije tijd - Wat hoort bij welke sport? (combineer) - De Olympische Spelen (mult. choice) - Logeren in Toledo (kies juiste woord uit menu) - Disco (reconstrueer) - Mozart (reconstrueer) - Hond rijdt auto (woorden invullen) - Italiaanse vrouw springt naakt in Trevifontein (kies woord uit menu) - Vraag Belgen shoppen op het internet (vragen beantwoorden) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. - Ipod populairder dan bier - context 8: Nutsvoorzieningen - Gereedschap 1 (combineer ill. + woord mult. choice) - Gereedschap 2 (combineer ill+woord mult. choice) - Gereedschap 3 (de of het?) - Gereedschap 4 (juiste woord invullen) - Hulp in huis (woord uit lijst invullen) 11

12 - Gereedschap 1 (ill + luister: woord invullen) - Gereedschap 2 (ill + luister: mult. choice) - Gereedschap 3 (ill + luister: mult. choice) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Sponzen te lang gebruikt - context 9: Ruimtelijke oriëntering - Over België (kruiswoordraadsel) - Nederlander koploper emigratie? (kies woord uit menu) - Driejarige koopt auto (kies woord uit menu) - Houd de dief (kies woord uit lijst) - Slaap alleen! (tekst vragen beantwoorden/ mult. choice) - Leraar knipt haar van leerlingen als straf (kies woord-menu) - Festival van kleuren (kies woord uit menu) - Engels (reconstrueer) - Tokio (reconstrueer) - Man krijgt inkomsten dode broer (reconstrueer) - Slow shopping (combineer menu) - Enige kinderen zijn niet achterlijk (reconstrueer) - Tellen tot 1000 (luister noteer cijfer) - Tellen tot (luister noteer cijfer) - Tellen tot groter dan (luister noteer cijfer) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Belgen trouwen niet, maar scheiden wel. - Burenoverlast 1 - Burenoverlast 2 - context 10: Onthaal - Beroepen 1 (illustraties mult. choice) - Beroepen 2 (illustraties mult. choice) - Beroepen 3 (juiste beroep invullen) - Beroepen 4 (combineeroef. Beroep + voorwerp) - Beroepen 5 (kruiswoordraadsel) - Emoties 1(ill kies juiste emotie uit menu) - Emoties 2 (combineer) - Emoties 3 (combineer) - Iemand voorstellen (kies juiste woord uit lijst) - Schoonmoeder ( reconstrueer) - Trouwen ( reconstrueer) 12

13 - context 11: Gezondheidsvoorzieningen - Het lichaam 1 (kies woord uit lijst) - Het lichaam 2 (woordzoeker) - Het lichaam 3 (ill. woord invullen) - Afvallen? Drink water voor de maaltijd! - Verboden te roken! (reconstrueer) - Hoe werkt je lichaam? (combineer menu) - Het lichaam (ill. luister woord noteren) - Vitali (luister - woord in tekst invullen) - om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Koptelefoons - context 12: Klimaat - In de zomer (tekst lezen woord invullen) - Het weerbericht vandaag (tekst vragen beantwoorden) - Het nut van bossen (reconstrueer) - Het wil niet zomeren (luisteren juiste woord uit lijst) - context 13: Sociale communicatie op het werk - Online solliciteren (correcte woord in tekst zoeken) - Solliciteren (kruiswoordraadsel) - Fouten (reconstrueer) - Leraar (reconstrueer) - Leren (reconstrueer) - Meer klachten over pesten op het werk (reconstrueer) - Vraag

14 om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Werknemer zit 1 dag per maand te suffen - Jongeren en zwartwerk GRAMMATICA EN SPELLING Adjectieven (bijvoegl. naamw.): - Invuloefening 1 (juiste vorm van adjectief) - Rangtelwoorden (combineer rangtelwoord met hoofdtelwoord memory) - Invuloefening 2 (juiste vorm van adjectief) - Schrijf in het enkelvoud 1: (juiste vorm van het adjectief) (+ theorie) - Schrijf in het enkelvoud 2: (juiste vorm van het adjectief) (+ theorie) - Reizigers vinden Brussel saai: (juiste vorm van het adjectief - superlatief) - Kleding (vul juiste vorm van adjectief in) Demonstratief pronomen(aanwijzend voornaamw.): - Invuloefening (vul correct demonstratief in) - Vraag en antwoord (combineer juiste vraag met juiste antwoord) Preposities (Voorzetsels): - Oefening 1 (vul juiste prepositie in) - Oefening 2 (mult. choice) - Oefening 3: Barbie speelt voetbal (kies prep. uit menu) Pronomina (Voornaamwoorden) - Invuloefening (vervang door pronomen) Conjuncties (voegwoorden) - Invuloefening (kies uit en/of/maar/want) Werkwoorden - Perfectum 1 (vul juiste vorm van perfectum in) - Perfectum 2 (schrijf zinnen in perfectum) - Perfectum 3 (schrijf zinnen in perfectum) - Imperatief: het Kyotoplan (juiste vorm imperatief kies uit menu) - Gemengd 1 (vul het werkwoord correct in) - Gemengd 2 (vul het juiste werkwoord in kies uit menu) - Imperfectum: papegaai (werkwoord in het imperfectum) - Imperfectum invuloefening (vul correcte vorm van imperfectum in) - Gemengd 3: storm (juiste werkwoord kies uit menu) - Kat neemt bus (mult. choice presens en imperfectum - juiste vorm kiezen) - Gemengd 4: Oma vlucht (juiste vorm van het werkwoord invullen) - Gemengd 5: Hamster in microgolfoven (juiste vorm van het werkwoord invullen) Negatie (Ontkenning) Maak een correcte zin - Kies de juiste negatie (antwoord negatief mult. choice) Diminutieven (Verkleinwoorden) 14

15 - Verwen je hond! (vul diminutief in) Getallen - Britten en seks (schrijf getal voluit) - Talen in België en Europa (schrijf getal voluit) Zoek de fouten - Hond gered (zoek 13 fouten) Zinsconstructie Zinsconstructie 1 Negatie (maak zinnen met de gegeven woorden) Taalhandelingen Begroeten - Memory (combineeroefening) - Marc groet s morgens de dingen (woorden invullen - met illustraties) Reacties - Reageer correct 1 (kies juiste reactie uit menu) - Reageer correct 2 (combineer) - Reageer correct 3 (combineer) - Het is jouw schuld want (kies juiste reactie uit menu) - Tramdeur (juiste woord uit menu kiezen) 15

16 Richtgraad 3 - context 1: Contacten met officiële instanties - (1)Wat zie je? (ill. - mult.choice) - (2) Wat zie je? (ill. - mult.choice) - Contant betalen? (tekst aanvullen kies uit menu) - Bellende automobiliste (tekst aanvullen kies uit menu) - Mee in de auto na klacht (tekst synoniemen zoeken) - Dikke gevangenen moeten fietsen.. (kies woord uit menu) - Geboorteaangifte (reconstrueer) - Moordverdachte ontsnapt vermomd (reconstrueer) - Politie vindt in luier - Vrijgesproken (reconstrueer) - Politiehond vindt Nederlandse inbreker in vuilnisbak (zet zinnen in de juiste volgorde) - Verliefde Rus (reconstrueer met woordverklaring) zin maken door woorden naar de juiste positie te verslepen. - Openbare gebouwen (luister +kies juiste omschrijving) - Nederlandse steelt ruim 1000 lippenstiften in Antwerpen (luister beantwoord vragen mult.choice) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. - Burgerzaken - Italiaanse dief verkiest gevangenis boven vrouw. - Vrouw sterft door koppige ambulancier - context 2: Leefomstandigheden -Tuingereedschap (ill. + kies juiste woord uit lijst) - Dieren (kruiswoordpuzzel) - Gebouwen (ill. - kies juiste omschrijving) - De kikkerkoning (vul juiste woord in) - De prinses op de erwt (vul juiste woord in) - Nederlands kind in grote stad: (reconstrueer) - Voetgangers in steden lopen steeds sneller (maak zinnen volledig kies uit menu) - Problemen (zinnen in juiste volgorde zetten) - Plassen onder de douche bespaart veel water (reconstrueer) Correcte zin maken door woorden naar de juiste positie te verslepen. 16

17 - Het tuingereedschap (luister + woord invullen ill.) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. - Denemarken, gelukkigste land - Japanner ontdekt levende vrouw in kast in zijn huis - context 3: Afspraken en regelingen - Kinderen meer op restaurant (ill. juiste woord mult. choice) - Kersverse moeder heeft iets uit te leggen (kies woord uit menu) - 1 april: de dag van de grap (kies woord uit menu) - Eten in de middeleeuwen (vul aan uit lijst) - Eerste roker gearresteerd (reconstrueer) - Kasteel van Dracula (reconstrueer) - Vrouwenstreek (zinnen afmaken juiste zin uit menu) - Wie zijn bord niet leegeet (reconstrueer) - Kledingkeuze grootste oorzaak pestgedrag - Mag je je kind betalen om klusjes uit te voeren? een - Spaghetti (luister woorden in tekst invullen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je omschrijving. - Een kopje koffie - context 4: Consumptie - Reclame en jongeren (tekst juiste woord invullen) - Koffie zorgt niet voor opkikker in de ochtend (kies juiste woord uit menu) - Klontje chocola (reconstrueer) - Liever lekkere wijn (reconstrueer) - Gezamenlijk winkelen via interactieve spiegel (reconstrueer) - Oudje parkeert wagen in winkel en haalt bier uit rek (kies vervolg op zin uit menu) - Beetje overgewicht maakt gelukkig (reconstrueer) - Eten in de lucht (videofragment - schrijf getallen voluit) 17

18 - om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. - Belg is gek op aardappel - context 5: Openbaar en privévervoer - Zuiniger in het verkeer (zoek juiste woord in tekst) - Nederlanders willen meer contact op het spoor (kies woord uit menu) - Zwijn loopt motorrijder omver (kies juiste woord uit menu) - Vlieg niet te snel (reconstrueer) - Zwart ontsnapt (reconstrueer) - Zonder rijschool (reconstrueer) - Baby bestand tegen bagagecontrole (zin aanvullen menu) - Hoogbejaarde vrouw zit op bijtende vloeistof in bus (zinnen in juiste volgorde zetten) - Dronken bestuurder valt in slaap voor stoplicht (reconstrueer) - Sporen (luister woorden invullen) - om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Parkeerplaats kost taxichauffeur vinger - context 6: Voorlichtingsdiensten - Kruiswoordpuzzel: wat zie je? - Wel eens gehoord van? Enkele computertermen? (juiste definitie aanduiden) - Hoe alarmeer je de hulpdiensten? (reconstrueer) - Voortdurend lachen (reconstrueer) - Internet vervangt partner zeer goed (reconstrueer) - Jongeren nemen liever een bijbaan dan een lening (reconstrueer) - Jongen helpt moeder kind ter wereld brengen (combineer juiste zinsdelen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Drie keer zoveel spam 18

19 - context 7: Vrije tijd - Sport (kruiswoordraadsel) - Vakantiegevoel is na de eerste werkdag vaak al weg (Kies woord uit menu) - Klachten over cd s (reconstrueer) - Olympisch dorp (kies uit lijst) - Skivakantie (luister +juiste woord invullen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Nederlanders in het buitenland - context 8: Nutsvoorzieningen - Kruiswoordpuzzel - Hoe moet je scannen? (reconstrueer) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Last van water - context 9: Ruimtelijke oriëntering - Woordenboek (tekst lezen woorden invullen) - De Zwitserse garde (vul woord in uit lijst) - Burgemeesters bedreigd (kies woord uit lijst) - Moderne man heeft twee linkerhanden (tekst + kruiswoordraadsel) - Naakte inbreker blijkt minnaar (kies woord uit menu) - Amerikaanse zwerver leent kredietkaart - Horoscoop (maak zin af kies uit menu) - Kussen (reconstrueer) - Cyberpesten (tekst zinnen afmaken kies uit menu) - Echtpaar blijkt tweeling (reconstrueer) - Inwoners (luister woord invullen) - Hoe heet een inwoner van? (luister woord invullen) 19

20 - Einstein (luister vragen beantwoorden mult. choice) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Nederlander gelukkigste single - context 10: Onthaal - Muziek voor baby s ( juiste woord uit lijst invullen) - Trouwen ( reconstrueer) - context 11: Gezondheidsvoorzieningen - In het ziekenhuis 1 (ill. juiste woord kiezen mult. choice) - In het ziekenhuis 2 (ill. juiste woord kiezen mult. choice) - Telefoon met de dokter (reconstrueer) - Aspartaam (zet zinnen in de juiste volgorde) - Vetarm dieet leidt tot hogere calorie-inname (reconstrueer) - Unicef (luister woord invullen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Jongeren en roken - Wat eet je echt op restaurant? - context 12: Klimaat - Weerbericht 1 (juiste woord kiezen mult. choice) - Weerbericht 2 (kruiswoordraadsel) - Sleuteltje Titanic (kies juiste woord uit menu) - Wat is Kyoto? (kies juiste titel bij juiste stukje tekst) - Duizenden zeehondjes verdrinken door smeltend ijs (reconstrueer) - Russische bejaarde vriest vast aan slagboom (reconstrueer) - België grootste vervuiler van Europa (luistern invullen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je 20

21 - Koeienwinden - context 13: Sociale communicatie op het werk - is een isolatiecel (woord invullen) - Mobbing (reconstrueer) - Vriendschappen beginnen op het werk (maak zinnen volledig kies uit menu) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Pietje-precies ideale teamplayer - context 14: Opleidingsvoorzieningen - Onderwijs (kruiswoordraadsel) - Student leeft in kuil (kies juiste woord uit menu) - Leraar knuppelt konijn dood (kies juiste woord uit menu) - Einstein (reconstrueer) - Anderstalige moeders in België (luister woord in tekst invullen) - context 15: Communicatie op het werk - Solliciteren (kies juiste woord uit lijst) - Licht denken (kies juiste woord uit menu) - Werknemers motiveren (reconstrueer) - Werkloosheid in Europa(reconstrueer) - Bedrijfsleiders vinden draadloos werken belangrijk (luister kies woord uit menu) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving - Vergaderen steeds minder productief 21

22 GRAMMATICA EN SPELLING Adjectieven(bijvoegl. naamw.): - Hoe zijn deze mensen? (omschrijving kies juiste adj. mult. choice) - Comparatief (juiste vorm van adjectief) - Vul de juiste vorm in (tekst) Demonstratief pronomen(aanwijzend voornaamw.): - Vul het correcte demonstratief in (kies uit deze/die dat/dit) Lidwoorden - Oefening 1 (schrijf het correcte lidwoord) (sprookje van Grimm) - Oefening 2 (de of het invullen) Preposities (Voorzetsels): - Oefening 1 (vul juiste prepositie in) - Oefening 2 (vul juiste prepositie in) Pronomina (Voornaamwoorden) - De relatieve bijzin (dat of die? Vul in) Conjuncties (voegwoorden) - Het correcte voegwoord (kies uit lijst) Werkwoorden - Het sterke werkwoord (1) (vul juiste vorm in) - Het sterke werkwoord (2) (vul juiste vorm in) - Presens en perfectum (vul juiste vorm in) - Geef de stamtijden (vul juiste vorm in) - Vul de juiste vorm in - De juiste vorm van het imperfectum (juiste vorm kiezen) - Doen of maken (vul in: juiste verbum juiste tijd) - Imperatief Kyoto (kies juiste werkwoord uit lijst) - Imperfectum (vul in) - Inversie (schrijf werkwoord correct) - Werkwoorden van modaliteit (vul juiste werkwoord in) - Vervoeg in de gevraagde tijd (mult. choice) - Passief presens (schrijf in passief) - Passief imperfectum (schrijf in passief) - Reflexieven (1) (vul juiste vorm verbum + refl. pron.) - Reflexieven (2) (vul verbum + refl. pron.) - Imperatief: Milieuvriendelijk en zuinig rijden (vul de juiste vorm in) - Man leeft 30 jaar met kogel in hart: gemengde oef. (vul de juiste vorm in) - Ontwikkeling van kinderen (vul de juiste vorm in mult. choice)) Meervoud - Schrijf in het meervoud Als -toen - Als of toen in het verleden (1) (combineer juiste conjunctie invullen) - Als of toen in het verleden (2) (combineer juiste conjunctie invullen) 22

23 Zoek de fouten - Mobiele telefoon (zoek 13 fouten) Hoezo? - Big mama (Bij vetgedrukte woorden krijg je een grammaticale verklaring) Taalhandelingen - Er loopt iets mis (kies juiste reactie mult. choice) 23

24 Richtgraad 4 - context 1: Contacten met officiële instanties - Politie, justitie (juiste woord bij ill. kies uit lijst) - Wat zie je op het plaatje? (juiste woord bij ill. kies uit menu) - Geld (kruiswoordraadsel) - Boete voor filmen met mobieltje (kies uit menu) - Stemmen (woord uit lijst invullen) - Kleuter gilt honderden kippen dood (zet zinnen in juiste volgorde) - Knieslot voor gevangenen (reconstrueer) - Ik ben een dief (reconstrueer) - Alcoholbus (reconstrueer) - Brandschade (combineer zinnen vervolledigen) - Depressieve huiseigenaar gooit in toilet (reconstrueer) - Rechter: Je mag topless tuinieren (reconstrueer) - Geld (luister vul woord in) - De datum (1) (luister vul datum in) - De datum (2) (luister vul datum in) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. - Doping - context 2: Leefomstandigheden - De keuken (1): combineer (memory ill. + naam voorwerp) - De keuken (2): combineer (memory ill. + naam voorwerp) - De keuken (3): combineer (memory ill. + naam voorwerp) - De badkamer (1): combineer (memory ill. + naam voorwerp) - De badkamer (2): combineer (memory ill. + naam voorwerp) - Op naar 9 miljard mensen (reconstrueer) - De studentenkamer (reconstrueer) - Anderhalf miljoen Belgen zijn arm (reconstrueer) - Leraar vast op toilet (reconstrueer). - Ontvoering (luister + mult. choice) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. 24

25 - Mens went niet aan geluiden tijdens slaap - Trucjes die vrouwen gebruiken om hun huis op te ruimen - context 3: Afspraken en regelingen - Gezond eten (woord aanvullen) - Houd de dief (juiste woord invullen) - Recept voor cake (vul woord in uit lijst) - Recept voor chocoladetaart (vul woord in uit menu) - Recept voor kaastaart (zet zinnen in de juiste volgorde) - Huurovereenkomst vervroegd beëindigen (zinnen afmaken - kies uit menu) - Scholieren hebben minder bijbanen (reconstrueer) - Man slaat pinautomaat in elkaar (zet zinnen in juiste volgorde) een - Picknicken (luister woorden in tekst invullen) - De datum (luister noteer datum) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je omschrijving. - Hoe kom je sympathiek over? - context 4: Consumptie - Zijn lightproducten gezond? (zinnen vervolledigen - combineer) - Te veel water drinken is levensgevaarlijk (kies juiste woord uit menu) - Eten om af te vallen (reconstrueer) - Biologisch eten steeds populairder (verbind de zinnen menu) - Broodje kaas het populairst (reconstrueer) - om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. - Wodka in tube - context 5: Openbaar en privévervoer - Auto-onderdelen (kies juiste omschrijving uit menu) - Ritsen (kies woord uit lijst) - Rijangstigen (kies juiste woord uit menu) - Zo overwin je vliegangst (kies juiste woord uit menu) 25

26 - Vermijd stress in de wagen (vul in kies uit menu) - Hondje legt Duits vliegveld stil (reconstrueer) - Tekstreconstructie: op zoek (kies woord uit menu) - Gemeente geeft schone auto voorrang (reconstrueer) - Rechts rijden, links inhalen (zin vervolledigen kies uit menu) - Jongeren springen uit rijdende wagen (tekst volledig maken) - 14-jarig meisje geflitst (zet zinnen in juiste volgorde) - Truckers snappen borden niet (reconstrueer) - Bekeurde bromfietser eet bon op (zet zinnen in juiste volgorde) - Sabena (luister vragen beantwoorden mult. choice) - om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Met de auto de winter in - Fransman met arm vast in wc op tgv - Vermijd ruzie: laat vrouw rijden en man parkeren - context 6: Voorlichtingsdiensten - Communicatie (juiste betekenis woord geven mult.choice) - Supermarkt geeft vals biljet bewust terug (kies woord uit menu) - Kinderen en computer (reconstrueer) - Inburgering zit in de lift (vul juiste woord in) - Amerikaanse tiener verstuurt sms jes (reconstrueer) - Wablieft duidelijkste krant (luister + woord invullen) - om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Zo voorkom je Alzheimer - context 7: Vrije tijd - Winkels (kruiswoordraadsel) - Stress (reconstrueer) - Zomer in Londen (tekst: zinnen: juist/fout?) - Venetië eist goede manieren van toeristen (zet zinnen in juiste volgorde) 26

27 - Overvaller wil knuffel (zet zinnen in juiste volgorde) - Duitse 13-jarige jongen verveelt zich en rijdt 800 km rond in auto (reconstrueer) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Lees eens een boek - Auto inladen grootste stressfactor op vakantie - context 8: Nutsvoorzieningen - Over de stofzuiger (kies woord uit menu) - Leven zonder internet (reconstrueer) - Zin 1 tot zin 20 om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving - Over water - context 9: Ruimtelijke oriëntering - Stereotypen (tekst lezen woorden invullen) - De geschiedenis van Valentijn (vul woord in uit lijst) - Vliegende herriemaker (kies woord uit menu) - Vrouw vernielt schilderij (kies woord uit menu) - Liever verhongeren dan medemens eten (tekst - juiste betekenis van woord zoeken mult. choice) - Spin vermoordt hond en jaagt familie het huis uit (kies woord uit menu) - Verhuizen in 3 uur tijd (kies woord uit lijst) - Europa (reconstrueer) - Het Atomium (zet zinnen in juiste volgorde) - ANWB speeltuinen onveilig (verbind de zinnen) - Op zoek naar stilte (reconstrueer) - Ambitieuze vrouw (kies woord uit menu) - Man barbecuet per ongeluk eigen auto (zet zinnen in juiste volgorde) - Brussel (luister antwoord op vraag mult. choice) - Ongelijke taakverdeling (luister woord invullen) 27

28 - context 10: Onthaal om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je - Te goed, Condoleeza - Vrouwen dan toch betere chauffeurs? - Getuige vat overvaller (kies woord uit menu) - Rolpatronen achter de computer (reconstrueer) - context 11: Gezondheidsvoorzieningen - Gezondheidsweetjes (kies juiste antwoord mult. choice) - Zo verminder je stress (kies juiste woord uit menu) - Te lang voor de computer (tekst - beantwoord vragen - mult. choice) - Winterdepressie (vul woorden in ) - Grasmaaier is grote vervuiler (reconstrueer ) - Frietjes zijn gezond (reconstrueer ) - Geen gevangenisstraf door gewicht (maak zinnen volledig - menu) - Dikke werknemers (luister woord invullen) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving. - Walkman - Mobiele telefoon is bron van bacteriën - context 12: Klimaat - Namen van orkanen (vervolledig zinnen - kies uit menu) - Weerbericht (1) (reconstrueer) - Weerbericht (2) (reconstrueer) - Opwarming van de aarde (reconstrueer) - Zin 1 tot zin 9 - Weerbericht 1 (luisteren maak oefening) 28

29 - Weerbericht 2 (luisteren maak oefening) - Weerbericht 3 (luisteren maak oefening) om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving zesde warmste jaar ooit - context 13: Sociale communicatie op het werk uit menu kiezen) - Sympathieke manager (vul woord in - menu) - 10 dwaze excuses om het werk te verzuimen (juiste woord - Verliefd op kantoor (reconstrueer) - Liegende en bedriegende sollicitant (reconstrueer) - Nederlanders solliciteren per sms (luister vul woord in) om te lezen. Op vetgedrukte woorden krijg je - Controle op het werk - context 14: Opleidingsvoorzieningen - Studenten beheersen taal slecht (kies juiste woord uit lijst) - Australische vrouw behaalt diploma (kies woord uit lijst) - Waarschuwing voor amoureuze sms (kies woord uit menu) - 6-jarige hoogbegaafde wil naar de universiteit (kies woord uit menu) - Ouders: leerkrachten moeten strenger zijn(kies woord uit menu) - Volwassenen leren lezen en schrijven(vervolledig zinnen - menu) - Laagdrempelige taaltoets (reconstrueer) - Schooljongen is de nieuwe Mozart (kies woord uit menu) - context 15: Communicatie op het werk - Vlaming overschat werktijd (tekst - kies woord uit menu) - Manager hecht belang aan kleding werknemer (kies woord uit menu) - Vrouw met make-up verdient meer(kies woord uit menu) 29

30 (Reconstrueer) - Collega s (reconstrueer) - Roken op het werk (synoniem/juiste woord in tekst zoeken) - Nederlandse managers dulden geen spelfouten om te lezen. Van vetgedrukte woorden krijg je een omschrijving - Thuiswerker - Ondernemer gedroeg zich op school als buitenbeentje GRAMMATICA EN SPELLING Adjectieven (bijvoegl. naamw.): - Oefening: e of / - Trappen van vergelijking (comparatief/superlatief) Er : zinnen maken - Er + prepositie (vul in) - Er als plaatsbepaling (mult. choice) Lidwoorden - Kies de of het - Dronken paardrijder de cel in (de, het of een) Preposities (Voorzetsels): - Oefening 1 (combineer) - Oefening 2 (vul juiste prepositie in) Pronomina (Voornaamwoorden) - Deze/die/dat/dit (vul in) - Waar + prepositie(1) (kies uit menu) - Waar + prepositie(2) (combineer) Spelling - Ei of ij 1? (vul in) - Ei of ij 2? (vul in) - Hoofdletters 1 (kies correcte schrijfwijze) - Hoofdletters 2 (kies correcte schrijfwijze) - Aaneenschrijven (kies juiste spelling- mult. choice) - Au of ou? (vul in) - Dictee (fouten in tekst aanklikken) Conjuncties (voegwoorden) - Oefening (kies uit menu) Werkwoorden 30

31 - Presens 1 (vul juiste vorm in) - Presens 2 (kruiswoordraadsel) - Perfectum 1 Tot - Perfectum 12 (correcte zin maken) - Imperfectum 1 (kies juiste vorm mult. choice) - Imperfectum 2 (kies juiste vorm menu) - Imperatief TPR (zinnen in imperatief zet in juiste volgorde) - Futurum 1 (vervoeging zullen ) - Gemengd 1 (vul juiste verbum in kies uit lijst) - Gemengd 2 (vul juiste vorm van verbum in) - Gemengd 3 (vul juiste vorm van verbum in + in tekst)(sneeuwwitje) - Gemengd 4 (imperatief vul juiste vorm in) - Modale werkwoorden (correcte zinnen maken met opgegeven woorden) Woordschikking - Scheidbare werkwoorden (correcte zinnen maken) - Hoofd- en bijzin 1-10 (Zinnen maken door woorden aan te klikken) Zoek de fouten - ICE in noodgeval (zoek de 14 fouten) Taalhandelingen - Spreekwoorden oefening 1 (combineer spreekwoord en betekenis) oefening 2 (combineer spreekwoord en betekenis) oefening 3 (combineer spreekwoord en betekenis) - Uitdrukkingen oefening (kies juiste betekenis mult. choice) 31

32 32

Inhoud. 1 Welkom 13. 2 In de kantine 20

Inhoud. 1 Welkom 13. 2 In de kantine 20 Inhoud 1 Welkom 13 Dialoog 13 Woordenlijst 14 Vocabulaire en grammatica 15 begroeten afscheid nemen zich voorstellen informatie vragen adres en land van herkomst personaal pronomen + verbum (werkwoord)

Nadere informatie

Inhoud. Preface 15. Hoofdstuk 1 Welkom 16. Hoofdstuk 2 In de kantine 28

Inhoud. Preface 15. Hoofdstuk 1 Welkom 16. Hoofdstuk 2 In de kantine 28 Inhoud Preface 15 Hoofdstuk 1 Welkom 16 Dialoog + woordenlijst 17 Zich voorstellen 19 Informatie vragen: adres en land van herkomst 19 Landen / talen / nationaliteiten 19 Personaal pronomen + werkwoord

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

IMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel

IMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel IMMI Montjoie Montjoielaan, 93-95 1180 Ukkel Opgelet: Voor de grammatica: Herhaal de theorie in je leerboek en doeboek Denk goed na bij iedere oefening Voor het schrijven Denk aan je grammatica! Varieer

Nadere informatie

LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1)

LEERPLAN NEDERLANDS VOOR OUDERS WAYSTAGE (RG 1.1) LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 6: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. 1 Voeg een woord aan de zin toe zodat hij correct wordt. Micky werkt graag in tuin. Verbeter de fout in de zin. Floortje leeft

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn

Nadere informatie

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2)

LEERPLAN NEDERLANDS VOOR OUDERS THRESHOLD (RG 1.2) LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 5: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat

Nadere informatie

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8 Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement 51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A2 nr. 7)

Luisteren: muziek (A2 nr. 7) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. Kijk

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

SPREEKBEURT POLITIE. Ga een dagje op stap met politieagent Arjan en leer meer over de politie

SPREEKBEURT POLITIE. Ga een dagje op stap met politieagent Arjan en leer meer over de politie SPREEKBEURT POLITIE Ga een dagje op stap met politieagent Arjan en leer meer over de politie Wat doet een politieagent? WELKOM DE POLITIEPRAKTIJK helpen bij een ongeluk pak de winkeldief! bekeuren en aanhouden

Nadere informatie

Handleiding basiswoordenschat.

Handleiding basiswoordenschat. basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

1.1 De vorm van het personaal pronomen: subject, object en na prepositie. 1 ik me mij. 2 je jij je jou. 3 hij hem ( m) hem.

1.1 De vorm van het personaal pronomen: subject, object en na prepositie. 1 ik me mij. 2 je jij je jou. 3 hij hem ( m) hem. Hoe gaat het? Uitleg 1 Het personaal pronomen In tekst 1 en 2 is het personaal pronomen vetgedrukt. Tekst 1 (het personaal pronomen is subject van de zin) Mira en Bert wonen in Utrecht. Ze kennen elkaar

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt Herhalingsoefeningen Thema 6 Reizen, openbaar vervoer 1 Woorden Lees de dialoog en vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Voorwoord 6. Woordenlijst 283

Voorwoord 6. Woordenlijst 283 Inhoud Voorwoord 6 Thema s 1 Kennis maken en afspreken 10 2 Feesten 30 3 Boodschappen doen en winkelen 52 4 Vervoer 74 5 Vrije tijd 94 6 Wonen 116 7 Gezondheid 138 8 Uiterlijk en karakter 162 9 Opleiding

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten.

Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten. Woordkennis 1-5 NT2 Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld om de woordenschat van anderstalige leerlingen te vergroten. Doelgroepen Woordkennis 1-5 NT2 Woordkennis 1-5 NT2 is bedoeld voor anderstalige leerlingen

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Dag! kennismaken. Ik ben Eric. Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben

Nadere informatie

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Een retour Rotterdam

Een retour Rotterdam 71 71 HOOFDSTUK 5 Een retour Rotterdam WOORDEN 1 Wat hoort bij elkaar? 1 zebrapad a pinnen 2 auto b binnengaan 3 automaat c oversteken 4 ingang d parkeren 2 Kies uit: tram vertraging door de week strippenkaart

Nadere informatie

leeruitstap Kwadrant donderdag 17 mei 2001 hoofdstad van België hart van Europa

leeruitstap Kwadrant donderdag 17 mei 2001 hoofdstad van België hart van Europa leeruitstap Kwadrant donderdag 17 mei 2001 hoofdstad van België hart van Europa 1. Brussel hoofdstad van ons land en Europa Brussel is de hoofdstad van ons land. De koning woont in Brussel en de regering

Nadere informatie

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar! Over een paar weken kiest Nederland een nieuwe regering. Op 12 september Jij kunt ook kiezen. Stemmen noemen we dat. Als je stemt, kies je voor de politieke partij die jij het beste vindt. Jij kunt straks

Nadere informatie

Toets grammaticale termen met sleutel

Toets grammaticale termen met sleutel Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. temperatuur is er min twintig. De harde wind maakt het nog kouder. Daardoor voelt het als min vijftig.

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. temperatuur is er min twintig. De harde wind maakt het nog kouder. Daardoor voelt het als min vijftig. PrO -weekkrant Week 02 januari 2014 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 6-12 januari 2014 Eenvoudig Communiceren Winterweer in Amerika Foto: Shutterstock Foto: Shutterstock In grote delen van Amerika

Nadere informatie

Voor jongeren in het praktijkonderwijs

Voor jongeren in het praktijkonderwijs PrO -weekkrant Week 51 december 2013 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 16-22 december 2013 Eenvoudig Communiceren De volgende weekkrant verschijnt op 6 januari 2014. Fijne feestdagen! Nelson Mandela

Nadere informatie

Marian Goossens. NIVEAU 1 beginners. Margoo reeks titels.indd 1 28-03-2012 23:57:06

Marian Goossens. NIVEAU 1 beginners. Margoo reeks titels.indd 1 28-03-2012 23:57:06 Marian Goossens Nederlands voor anderstaligen NIVEAU 1 beginners Margoo reeks titels.indd 1 28-03-2012 23:57:06 INHOUD Woord vooraf 5 A Thema s 7 1 Contacten met officiële instanties 9 2 Leefomstandigheden

Nadere informatie

Les 2: Tekstopbouw: alinea s

Les 2: Tekstopbouw: alinea s Les 2: Tekstopbouw: alinea s OEFENING 1 ALINEA S HERKENNEN Vul aan. Kies uit de woorden: een samenvatting, het onderwerp, de naam, alinea s, vier, laatste Een tekst bestaat uit.. delen: 1) De titel De

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

tafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen

tafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen 2.1 Meervoud pluralis Op weg naar A2: tafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen Niet-telbare woorden hebben geen meervoud: rijst, muziek,

Nadere informatie

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Oefening bij Nivor 1.

Kijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Oefening bij Nivor 1. OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

Ga je mee? 1. De wandeltocht en de fiets. 2.Een reis in de ruimte. Mijn feest, Wereldkunst 1. Verschillende. jouw feest. 1.

Ga je mee? 1. De wandeltocht en de fiets. 2.Een reis in de ruimte. Mijn feest, Wereldkunst 1. Verschillende. jouw feest. 1. Thema s Taaltrapeze 1 t/m 7 Thema Deel 1 Deel 2 Deel 3 Deel 4 Deel 5 Deel 6 Deel 7 week 1 Spelen 1. Buitenspelen. Spelletjes in de buurt straatspeeldag Doe je mee? 1. Sportdag Ga je mee? wandeltocht en

Nadere informatie

WERKEN MET HET WOORDENBOEK. Een trainingsprogramma in woordenboekgebruik

WERKEN MET HET WOORDENBOEK. Een trainingsprogramma in woordenboekgebruik WERKEN MET HET WOORDENBOEK Een trainingsprogramma in woordenboekgebruik Amsterdam, februari 2006 Charlotte Berghuijs Bart Bossers Ruud Stumpel INHOUD Instructie voor de docent 3 Vaardigheden en doelen

Nadere informatie

Wat kan ik voor u doen?

Wat kan ik voor u doen? 139 139 HOOFDSTUK 9 Wat kan ik voor u doen? WOORDEN 1 1 Peter is op vakantie. Hij stuurde mij een... uit Parijs. a brievenbus b kaart 2 Ik heb die kaart gisteren.... a ontvangen b herhaald 3 Bij welke...

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel

Nadere informatie

Niemand hoeft verlegen te zijn

Niemand hoeft verlegen te zijn Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 Verlegen mensen Niemand hoeft verlegen te zijn Kleine kinderen zijn vaak verlegen. Dat vindt iedereen normaal. Maar ook 1 op 5 volwassenen

Nadere informatie

Les 35. Een nieuw paspoort

Les 35. Een nieuw paspoort http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.

Nadere informatie

4.1 Pictogrammen en symbolen

4.1 Pictogrammen en symbolen Les 4 Wat zie ik? In deze les leer je: pictogrammen en symbolen waarschuwingsborden en reddingsborden gebodsborden en verbodsborden persoonlijke beschermingsmiddelen ontruimingsinstructies 91 4.1 Pictogrammen

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. Thema 5 Les 1: De angst: Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. De schrik: Als iemand ineens achter je staat, dan schrik je. Je bent dan ineens

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes! http://www.edusom.nl http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek Wat leert u in deze les? Hoe je kunt leren in de bibliotheek en op het internet Grammatica: voltooide tijd Veel succes! Deze les is

Nadere informatie

A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen).

A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen). A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen). 1. Je tekent mooi, zeg. 2. Wat een mooi schilderij! 3. Ik heb iets moois voor jou. 4. Mijn vader is een harde werker. 5. Het

Nadere informatie

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat leert je kind? Taal en ouders: de basisschool Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat leert je kind?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn

Nadere informatie

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd ProJOP jeugdwerk VPKB 40 Days stilstaan in de 40 dagentijd Hey! Voor je ligt 40 Days. De veertigdagentijd is de periode waarin we uitkijken naar Pasen, het feest van Jezus opstanding. Onderweg lezen we

Nadere informatie

Er was eens.een anderstalig kind. Josée Coenen HCO

Er was eens.een anderstalig kind. Josée Coenen HCO Er was eens.een anderstalig kind Josée Coenen HCO Stijgen / Dalen 1. Eén persoon stelt een gesloten vraag 2. Is het antwoord op u van toepassing; dan gaat u staan. Is het niet op u van toepassing: dan

Nadere informatie

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2 Auteur boek: مو لف الكتاب: Vera Lukassen Titel boek: Nederlands voor Arabisch taligen كتاب : الھولندي للناطقین باللغة العربیة المستوى Niveau A0 A2, A0 A2 2015, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 2

BEGINNERSCURSUS DAG 2 1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone

Nadere informatie

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7. Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje Rijd als een auto achteruit door de klas en geef iedereen een autodropje Zing het liedje gaan we

Nadere informatie

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom

Fiche Leerlingen. De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom De plaats op de openbare weg binnen de bebouwde kom Kijk naar de fietsers. Kleur de nummers van de fietsers die de verkeersregels volgen en op de juiste plaats rijden groen. Kleur de nummers van de fietsers

Nadere informatie

Inleiding. Veel plezier!

Inleiding. Veel plezier! Inleiding In dit boek lees je over Danny. Danny is een jongen van 14 jaar. Er zijn veel dingen die Danny verkeerd doet. Hij rent door de school. Hij scheldt zomaar een klasgenoot uit. Of hij spuugt op

Nadere informatie

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8

Nadere informatie

Vandaag een Bijzondere Dag: Feest van de Vlaamse Gemeenschap

Vandaag een Bijzondere Dag: Feest van de Vlaamse Gemeenschap 11 juli Vakantieoefeningen Vandaag een Bijzondere Dag: Feest van de Vlaamse Gemeenschap Bijbelhoekje: het verhaal van de verloren zoon. Deel 5. Lees het verhaal, dan kun je de vraagjes oplossen. Er wordt

Nadere informatie

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING 1. DE HERSENEN 1.1 HOE ZIEN HERSENEN ERUIT? VRAAG WIE KAN VERTELLEN WAT HERSENEN ZIJN? VRAAG HEBBEN KINDEREN KLEINERE HERSENEN DAN GROTE MENSEN? 1.2 WANNEER GEBRUIK JE ZE?

Nadere informatie

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn www.verhaalland.nl

Dinie Ea van Oort Verhaalland Taalleerlijn www.verhaalland.nl E1. De werkwoorden 1. horen: ik hoor 2. zien: ik zie jij hoort jij ziet u hoort u ziet hij hoort hij ziet zij hoort zij ziet het hoort het ziet wij horen jullie horen zij (meer) horen wij zien jullie zien

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

Raar is leuk Klein Orkest

Raar is leuk Klein Orkest 20 Klein Orkest Raar is leuk werkblad 1 Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in. Raar is leuk Klein Orkest Vuur is koud en kleddernat, de zee is (1) droog. De ballon

Nadere informatie

LES 14. In het ziekenhuis OEFENBLAD 1/6. Naam Groep. Ach gut, wat naar! Oh, wat vreselijk! 3.1 Medeleven tonen

LES 14. In het ziekenhuis OEFENBLAD 1/6. Naam Groep. Ach gut, wat naar! Oh, wat vreselijk! 3.1 Medeleven tonen OEFENBLAD 1/6 3.1 Medeleven tonen Lees de vragen en geef antwoord. Kies uit de gegeven reacties. Heè, wat vervelend! Ach gut, wat naar! Jeetje, wat erg! Oh, wat vreselijk! 1. Je tante e-mailt. Ze kan niet

Nadere informatie

Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 1

Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 1 Antwoorden bij de extra opdrachten bij hoofdstuk 1 Nederlands in actie Methode NT2 voor hoogopgeleide anderstaligen Berna de Boer Margaret van der Kamp Birgit Lijmbach Derde, herziene druk u i t g e v

Nadere informatie

Zitten, staan, heffen

Zitten, staan, heffen Centrum Basiseducatie Brusselleer Oefenmap lezen en schrijven p. 1 Ai, mijn rug Zitten, staan, heffen Meer dan de helft van de Belgen heeft wel eens pijn in de rug. De meesten zijn er na 4 tot 6 weken

Nadere informatie

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening 3. 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening 3. 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10. Antwoorden Thema 5 woonomgeving Oefening 3 A 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10. moesten B 1. Kon 2. Willen 3. Kan 4. kunnen 5. mocht 6. Kan - kan 7. wilde 8.

Nadere informatie

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie