Er was eens.een anderstalig kind. Josée Coenen HCO

Transcriptie

1 Er was eens.een anderstalig kind Josée Coenen HCO

2

3 Stijgen / Dalen 1. Eén persoon stelt een gesloten vraag 2. Is het antwoord op u van toepassing; dan gaat u staan. Is het niet op u van toepassing: dan blijft u zitten. Dit kan ook met voorwerp/ illustratie/ woord/ in de hand

4 Beginsituatie Wie is er gekomen? Wie had vandaag Stijgen/ Dalen een vrije dag? Wie werkt er in de bibliotheek? Wie heeft tweetalige prentenboeken? Wie werkt samen met zwarte scholen?

5 Doelen Bewustwording een verhaal voorlezen: kan dat? draagt het bij aan Nederlandse taalverwerving? Eigen ervaring: kijken en luisteren tekst nader bekijken Aanbevelingen voor discussie

6 gezin familie peuter- speel- plaats crèche créche Nederlandse kinderen met veelvuldige en gevarieerde Nederlandstalige contacten. buurt hobbyclubs media hobbyschool clubs voetbalclub zwemclub televisie kranten kinderboeken = Nederlands

7 gezin familie? peuterspeelplaats? Anderstalige kinderen met weinig Nederlandstalige contacten. créche buurt? media school schotel Krant? Boeken? Veel Nederlandstalige leerlingen? = Nederlands = moedertaal

8

9 1 Filmscène Welterusten Kleine Beer Let op de kinderen boven in beeld.

10 Verstaan van teksten: 90% van woorden moet gekend zijn: wil een leerling die tekst redelijk begrijpen.

11 Birzamanlarormanlarınbirindeikiayıyaşar dıbunlardanbiriküçükayıötekidebüyükayıy dıküçükayıküçücüktübüyükayıisekocama ndıikiayıgüneşesindekiyataligüzelbirgüna kşamakadaroynadıgüneşbatıncabüyükayı küçükayıyıayımağarasınagötürdübüyükay ıküçükayı yımağaranınkuytubirköşesinde kiyatağinayatırdıhaydiuyubakalımdediona küçükayıuyumayaçaliştıbüyükayıayıkoltu ğunaoturduveşömineninışığındaayıkitabın ıokumayabaşladıamaküçükayıbirtürlüuyu yamadı

12 Tekst twee bir =een Eenzamanlarormanlarıneenindeikiayıya şardıbunlardaneeniküçükayıötekidebüy ükayıydıküçükayıküçücüktübüyükayıise kocamandıikiayıgüneşesindekiyataligüz eleengünakşamakadaroynadıgüneşbatı ncabüyükayıküçükayıyıayımağarasınag ötürdübüyükayıküçükayı yımağaranınku ytueenköşesindekiyatağinayatırdıhaydiu yubakalımdedionaküçükayıuyumayaçali ştıbüyükayıayıkoltuğunaoturduveşömin eninışığındaayıkitabınıokumayabaşladıa maküçükayıeentürlüuyuyamadı

13 Tekst drie Ayi= beer Eenzamanlarormanlarıneenindeikibeerşar dıbunlardaneeniküçükayıötekidebüyükbee rydıküçükbeerküçücüktübüyükbeerisekoca mandıikibeergüneşesindekiyataligüzeleen günakşamakadaroynadıgüneşbatıncabüyü kbeerküçükbeeryıbeermağarasınagötürdü büyükbeerküçükbeer yımağaranınkuytuee nköşesindekiyatağinayatırdıhaydiuyubakal ımdedionaküçükbeeruyumayaçaliştıbüyük beerbeerkoltuğunaoturduveşömineninışığı ndabeerkitabınıokumayabaşladıamaküçük beereentürlüuyuyamadı

14 Tekst vier küçük= klein en büyük= groot Eenzamanlarormanlarıneenindeikibeeryaşa rdıbunlardaneenikleinbeerötekidegrootbee rydıkleinbeerküçücüktügrootbeerisekocam andıikibeergüneşesindekiyataligüzeleengü nakşamakadaroynadıgüneşbatıncagrootbe erkleinbeeryıbeermağarasınagötürdügroot beerkleinbeer yımağaranınkuytueenköşesi ndekiyatağinayatırdıhaydiuyubakalımdedio nakleinbeeruyumayaçaliştıgrootbeerbeerk oltuğunaoturduveşömineninışığındabeerkit abınıokumayabaşladıamakleinbeereentürlü uyuyamadı

15 Tekst vijf iki=twee Een zamanlar ormanların een inde twee beer yaşardıbunlardan een iklein beer ötekide groot beer ydı klein beer küçücüktü groot beer isekocamandı twee beer güneşesindekiyatali güzel een gün akşamakadaroynadı güneş batınca groot beer klein beer yı beer mağarasınagötürdü groot beer klein beer yımağaranınkuytu een köşesindekiyatağinayatırdıhaydiuyubakalım dedi ona klein beer uyumayaçaliştı groot beer beer koltuğunaoturduveşömineninışığında beer kitabınıokumayabaşladıama klein beer een türlüuyuyamadı

16 Verstaan van teksten 90% van woorden moet gekend zijn: wil een leerling die tekst redelijk begrijpen. Een anderstalige is een langzame luisteraar.

17

18 Woorden in prenten Doelen Uitbreiding van Nederlandse woordenschat met > woorden ACTIEF Tien bewerkte prentenboeken Vijftigtal complete lessen, vijf lessen per prentenboek, aanbieden. Woorden: inhoudswoorden en functiewoorden.

19 Deel een

20 Deel twee

21 Moeilijkheden in teksten 90% van woorden uit een tekst moet gekend zijn, wil een leerling die tekst redelijk begrijpen Inhoudswoorden: (open klasse) Functiewoorden: (gesloten klasse)

22 Woordenschat Inhoudswoorden: (open klasse) 1. zelfstandige naamwoorden: huis, tafel 2. werkwoorden: pakken, schoonmaken 3. bijvoeglijke naamwoorden: mooi, schoon Functiewoorden: (gesloten klasse) lidwoorden, voorzetsels, bijwoorden, telwoorden, voornaamwoorden (bepaald, persoonlijk, bezittelijk), voegwoorden, hulpww, koppelwerkww, tussenwerpsels

23 Woordenschat: functiewoorden voornaamwoorden: hij, zij, ze, het; die, deze, dit, dat,zijn, enz. verschillende er s: tel-er, spring-er enz. = JOKERWOORDEN

24 Oorspronkelijke versie Welterusten Kleine Beer (jokerwoorden) Er waren eens twee beren. Grote Beer en Kleine Beer. De hele dag hadden ze buiten in de sneeuw gespeeld. Toen de zon onderging en het donker werd, gingen ze naar hun hol.

25 Verwijzende functiewoorden in teksten Voorbeelden: Ik denk het wel een storm kan een huis omblazen Dat is leuk Wonen in een tent We kunnen er een bouwen een tent Ga er maar van dromen wonen waar de zon schijnt, in een tent met lekker eten Dan weten we het beter wat we nodig hebben (om een tent te maken)

26 Opdracht een Omcirkel in uw kopie leestekst de verwijzende functiewoorden: hij, zij, ze, die, dit, deze, het allerlei er s: er, er op

27 Jokerwoorden

28 Woordenschat: functiewoorden voornaamwoorden: hij, zij, ze, het; die, deze, dit, dat enz. verschillende er s: tel-er, spring-er enz. = JOKERWOORDEN Ook: verschillende tijden: sterke en onregelmatige werkwoorden

29 Oorspronkelijke versie Welterusten Kleine Beer (o.v.t.) Er waren eens twee beren. Grote Beer en Kleine Beer. De hele dag hadden ze buiten in de sneeuw gespeeld. Toen de zon onderging en het donker werd, gingen ze naar hun hol.

30 Opdracht twee Omcirkel in uw kopie leestekst de verwijzende functiewoorden: werkwoorden onvoltooid verleden tijd

31 Conclusies?

32

33 Deel een

34 Deel twee

35 Het vereenvoudigen van teksten Oorspronkelijke tekst O.v.t.=>o.t.t. ( lag = ligt, zag =ziet) Hij, dat, deze, die, haar, er => expliciet Vereenvoudigde tekst = verschillende woorden in vijf lessen

36

37 Oorspronkelijke versie Welterusten Kleine Beer (o.v.t. en jokerwoorden) Er waren eens twee beren. Grote Beer en Kleine Beer. De hele dag hadden ze buiten in de sneeuw gespeeld. Toen de zon onderging en het donker werd, gingen ze naar hun hol.

38 Vereenvoudigde tekst Er waren eens twee beren. Grote Beer en Kleine Beer. De hele dag spelen Grote Beer en Kleine Beer buiten in de sneeuw. De zon gaat onder. Het wordt donker. Grote Beer en Kleine Beer gaan naar hun hol.

39 Ik hoor en vergeet. Ik zie en herinner het me. Ik doe en begrijp. Ik beweeg en begrijp nog steeds. Chinees spreekwoord

40 Stijgen / Dalen Wie heeft Kleine Beer? Wie heeft Grote Beer? Wie heeft de lantaarn? Wie heeft het bed?

41

42 Stijgen / Dalen Ga staan als je de tekst van jouw plaat hoort.

43

44 In De Rij 1. De leerkracht vraagt de leerlingen een rij te vormen: op volgorde van de episodebladen.

45

46

47 Woorden in prenten cd 1 en cd 3 voor de leerling vereenvoudigde tekst

48 Oorspronkelijke tekst voorlezen Uitgangspunt: 90 % van de woorden moet het kind kennen

49 Tekstdekking

50 tekstdekking

51 Het werkt echt! Ervaringen Wat hebben de kinderen veel woorden geleerd in deze 5 lessen! En op een heel leuke manier. De kinderen waren erg betrokken en werden enthousiaster per les; want ze leerden eindelijk Nederlandse woorden. Ze konden eindelijk een prentenboek volgen. Het was voor de kinderen een echte succeservaring. Nt2) (cursist post Hbo-opleiding Leraar

52 Evaluatie van de doelen Bewustwording een verhaal voorlezen: kan dat? draagt het bij aan Ned. taalverwerving? Eigen ervaring: kijken en luisteren tekst nader bekijken Aanbevelingen voor discussie

53 TweePraat Om de beurt: f r u i t

54