Kaart op het einde van het Romeinse Rijk

Transcriptie

1 Kaart op het einde van het Romeinse Rijk

2 1 Belangrijk in deze periode Door onvruchtbare gronden en een sterk groeiende bevolking moeten de Germanen vanuit Midden- Europa op zoek naar een nieuw woongebied. Daarbij worden ze zelf ook nog eens opgejaagd door een ander volk, de Hunnen. Die vallen hen aan vanuit Azië. Zo trekken de Germanen richting zuiden en westen onze streken binnen. De Romeinen kunnen hen niet langer tegenhouden. Het Romeinse rijk brokkelt uit elkaar. Op die manier eindigt in onze streken de Romeinse tijd. Onze streek hier wordt het stekje van de Franken, een Germaanse stam. Het Nederlands dat wij nu spreken, is een Germaanse taal. In de eeuwen die daarop volgen, regeren enkele machtige vorsten, zoals Clovis en Karel de Grote. Dorpen en nederzettingen groeien uit tot belangrijke steden en willen ook hun deeltje van de macht. Ook het christendom en de Kerk worden heel belangrijk.

3 Clovis, heerser over het eerste Frankische rijk ( ) Wanneer in 481 zijn vader sterft, volgt de zestienjarige Clovis zijn vader als koning op. In 486 begint Clovis aan zijn grote veroveringen. Hij verkrijgt een groot rijk en maakt Parijs tot hoofdstad. Clovis vecht in 496 een veldslag uit met de Alamannen. Volgens de legende belooft hij zich tot christen te laten dopen, mocht hij winnen.

4 Clovis, heerser over het eerste Frankische rijk ( ) Waarschijnlijk in 496 laat Clovis zich dopen in de kathedraal van Reims. Daarmee doet hij een goede zaak, want nu wordt hij gesteund door de Kerk. Door zijn bekering zorgt hij voor een grote ommekeer in onze streken. Velen volgen zijn voorbeeld en laten zich ook dopen. Het christendom wordt de belangrijkste godsdienst. Vanuit hun abdijen verspreiden de monniken het christelijke geloof over onze streken. De Kerk krijgt meer en meer macht.

5 Karel de Grote ( ) Karel de Grote is net zoals Clovis een grote veroveraar. Zijn bijnaam is de vader van Europa. Hij breidt het Frankische rijk van Clovis aanzienlijk uit. Karel wil dat zijn grote rijk goed bestuurd wordt. Hij verdeelt het in gouwen, telkens bestuurd door een graaf. Karel de grote Hij legt nieuwe wegen aan en herstelt de oude. Hij laat bruggen bouwen en kanalen graven. In 800 wordt Karel de Grote door de paus tot keizer gekroond. Net als Clovis wil hij dat al zijn onderdanen zich tot het christendom bekeren. Tijdens zijn bewind komt er ook een nieuw schrift. Onze drukletters zijn daarvan afgeleid. Karel de Grote sterft in 814 aan een longontsteking. Zijn zonen kunnen zijn grote rijk na zijn dood niet samenhouden.

6 Vlucht voor de Noormannen! (9e eeuw) In het noorden van Europa wonen in die tijd de Noormannen of Vikingen. Zij hebben te kampen met onvruchtbare gronden en overbevolking. In onze streken is er geen sterk bestuur. Noormannen Een langschip, drak(k)ar of snek. De Noormannen profiteren daarvan en komen met hun drakars of snekken bij ons aan land om alles te plunderen. Door die aanvallen begint men versterkte muren te bouwen rondom de nederzettingen. Daaruit groeien later de eerste burchten.

7 De kruistochten: ten strijde voor Jeruzalem! (11e eeuw) In de 11e eeuw veroveren de Turken het heilige land Jeruzalem. Daardoor worden de pelgrimstochten erg gevaarlijk. Paus Urbanus II roept de christenen op om de heilige plaatsen opnieuw te gaan veroveren. Ridders uit Frankrijk en Vlaanderen verzamelen om op kruistocht te gaan. Op hun kleding dragen ze een rood kruis. Godfried van Bouillon, de bekendste kruisvaarder, leidt op de eerste kruistocht een van de legers en verjaagt de Turken uit Jeruzalem. Door de kruistochten komt de handel met het Oosten weer op gang. Nieuwe producten, zoals glas, zijde, rietsuiker, rijst, specerijen en reukwaren, raken nu tot in onze streken. Door die nieuwe koopwaren worden de kooplieden bij ons echt rijk! En die nieuwe rijken wonen in de steden die steeds maar belangrijker worden. De oorspronkelijke verovering van Palestina door islamitische strijdmachten had aanvankelijk nauwelijks een storende werking op de pelgrimage of bedevaart naar de heilige plaatsen van de christenen, zoals Jeruzalem, Bethlehem en Nazareth. In het jaar 1009 echter liet de fatimidische kalief van Caïro, Hakem, de Heilig Grafkerk vernietigen. Zijn opvolger stond het Byzantijnse Keizerrijk toe om de kerk te herbouwen en pelgrimage werd weer toegestaan. In 1056 werden 300 Christenen verbannen uit Jeruzalem en werd het Europese christenen verboden om de Heilig Grafkerk binnen te gaan. [1]

8 Guldensporenslag (1302) In de steden van de 12e en de 13e eeuw is niet iedereen gelijk. Er zijn twee belangrijke groepen, een kleine groep van heel rijke handelaars en een grote groep van arme ambachtslieden en loonarbeiders. Vooral die loonarbeiders zijn heel arm. Ze hebben helemaal geen bezittingen. Tussen die groepen is er in de steden vaak spanning. En er is ook politieke spanning. Gwijde van Dampierre, de graaf van Vlaanderen, verzet zich tegen de Franse koning die Vlaanderen wil inlijven. Gwijde van Dampierre zoekt steun bij de arme ambachtslui en loonarbeiders. Met een zwarte leeuw met rode klauwen op hun wapenschild worden ze de Klauwaerts genoemd. De rijke handelaars, of patriciërs genoemd, geven hun steun aan de Franse koning, Filips IV de Schone. Zij hebben een lelie op hun wapenschild en worden de Leliaerts genoemd.

9 Guldensporenslag (1302) De Franse koning bezet Vlaanderen en legt een nieuwe, zware belasting op. Gwijde van Dampierre zelf wordt opgesloten. Maar het volk komt in opstand. In de vroege ochtend van 17 mei 1302 vermoorden ze vele Franse soldaten. Die aanslag wordt de Brugse Metten genoemd. Volgens de legende nemen Jan Breydel en Pieter de Coninck daarbij de leiding. Om de Franse bezetters te herkennen hebben ze een slim plannetje bedacht. Aan iedere voorbijganger vragen ze om de volgende leuze uit te spreken: Schild en vriend! De Fransen kunnen dat niet duidelijk uitspreken en zeggen: Skilt en vrient. Daardoor verraden ze zichzelf als Leliaert en dus als de vijand! Tijdens de Brugse Metten worden leden van het Franse garnizoen gedood.

10 Guldensporenslag (1302) De Franse koning zint op wraak en stuurt zijn leger. Op 11 juli 1302 voeren de ambachtslui strijd tegen dat Franse leger op het slagveld van Groeninghe, nabij Kortrijk. En tot grote verrassing wint het leger van de ambachtslui. Volgens de legende verzamelen ze de gulden sporen van de Franse ridders. Vandaar komt de naam de Guldensporenslag. Daarom vieren we op 11 juli vandaag nog steeds het feest van de Vlaamse Gemeenschap. Leeuw van Vlaanderen

11 Jacob van Artevelde In de 14e eeuw werken de meeste Gentenaars in de wolindustrie. Wol komt vooral uit Engeland. Helaas zorgt de Honderdjarige Oorlog tussen Frankrijk en Engeland voor een blokkade van invoer van die wol. De graaf van Vlaanderen kiest immers de kant van de Franse koning. Jacob van Artvelde is in die tijd een rijk en belangrijk koopman in Gent. Jacob van Artevelde kan ervoor zorgen dat de stad Gent neutraal blijft en dus niet onmiddellijk de kant van de Fransen kiest. Hij krijgt daardoor de Engelse koning, Edward III, zo ver om toch nog wol aan Gent te blijven leveren. Deze Gentse held wordt later in zijn eigen huis vermoord. Steden zoals Gent en Brugge blijven onderling kibbelen. In de eeuwen die volgen, wordt Antwerpen als wereldhaven veel belangrijker. Jacob bij de Engelse koning Het standbeeld wijst richting Engeland

12 Einde van de Middeleeuwen (1500) In 1492 ontdekt Christoffel Columbus de Nieuwe Wereld, Amerika. Het is meteen ook het begin van een nieuwe periode waarin Europese koningen hun gezanten de wereld rondsturen en proberen andere volkeren te onderwerpen.