De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen"

Transcriptie

1 De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Dr. H.L. Kaal Drs. A.M. Negenman E. Roeleveld Prof. dr. P.J.C.M. Embregts

2 De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Dr. H.L. Kaal Drs. A.M. Negenman E. Roeleveld Prof. dr. P.J.C.M. Embregts Tilburg, december 2011 Tilburg University (UvT) Warandelaan AB Tilburg Tel: Onderzoek uitgevoerd door Tranzo Wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn, Dichterbij Kennisn@ en Hogeschool Leiden in opdracht van het WODC, ministerie van Veiligheid en Justitie

3 Druk: Prismaprint Tilburg University 2011 WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie. Auteursrechten voorbehouden 2

4 Voorwoord Al in 1996 stelde de interdepartementale Werkgroep Forensische Zorg vast dat het de gezamenlijke verantwoordelijkheid was van Justitie en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) om er voor te zorgen dat de lichamelijke of geestelijke toestand van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking (LVB) niet dermate verslechterde dat het onmogelijk werd om in detentie te functioneren of er te verblijven zonder hardnekkige of blijvende schade op te lopen. Om te bepalen hoe groot de groep gedetineerden met een LVB was die gecombineerde expertise nodig hadden van de GGZ en VGZ (Geesink, 2001) werd er in 2002 een onderzoek gestart naar de prevalentie van mensen met een LVB in detentie (Spaans, 2005). Dit onderzoek leverde helaas niet de gewenste inzichten op. Daarom werd in 2009 door Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) overwogen een nieuwe prevalentiestudie uit te laten voeren. Uit de haalbaarheidsstudie die in dit kader werd verricht (Kaal, 2010) bleek dat een prevalentiestudie naar mensen met een LVB in detentie op de nodige, methodologische, problemen zou stuiten. Daarnaast werd in deze studie duidelijk dat er bijzonder weinig bekend was over de aard en omvang van de problemen die gedetineerden met een LVB ondervinden, en over welke oplossingen hieraan tegemoet zouden kunnen komen. Aangezien een kwalitatief onderzoek naar deze problematiek meer kans van slagen leek te hebben en de resultaten van het onderzoek ook direct aanknopingspunten voor beleid zouden kunnen geven, werd het voorstel gedaan een onderzoek uit te voeren naar de aard van de problemen die mensen met een LVB in detentie ervaren. Het voorliggende onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, is het uiteindelijk resultaat van dit voornemen. Het onderzoek kwam tot stand met medewerking van velen. Allereerst willen we de respondenten bedanken voor de tijd die zij vrij wilden maken voor het onderzoek, en de openhartigheid waarmee zij hun ervaringen met ons bespraken. Daarnaast willen we ook de medewerkers van de Penitentiaire Inrichtingen in Vught en Krimpen aan den IJssel en van locatie De Geerhorst van PI Limburg Zuid bedanken voor de verleende medewerking. We zijn hen zeer erkentelijk voor hun bereidwilligheid om zitting te nemen in de focusgroepen en gedetineerden te vragen ons te woord te staan. Tot slot danken we ook de begeleidingscommissie die voor dit onderzoek is samengesteld van harte. De commissie heeft door haar kritische blik en constructieve commentaar een belangrijke bijdrage geleverd aan dit onderzoek. De commissie bestond uit: Prof. dr. em. A. Th. G. van Gennep (voorzitter); Mevr. drs. E. M. H. van Dijk (projectbegeleider, WODC); Dhr. dr. A. A. van den Hurk (DJI); Mevr. mr. J. J. Serrarens (Advocatenpraktijk UM). Het onderzoek is uitgevoerd door dr. H. L. Kaal, drs. A. M. Negenman en E. Roeleveld. Prof. dr. P.J.C.M Embregts projectleider Tilburg, 30 november

5 4

6 Samenvatting Achtergrond onderzoek en onderzoeksvragen Signalen uit het veld en internationaal onderzoek leidden tot een vermoeden dat mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) meer problemen ondervinden in detentie, en hier ook vaker last van hebben, dan gedetineerden zonder LVB. Tot nu toe was er echter onvoldoende bekend over de Nederlandse situatie. Het onderzoek beschreven in dit rapport is er op gericht om antwoord te geven op de volgende vragen: Wat is de aard van de problemen die mensen met een LVB ervaren in detentie? Waarin verschillen deze van de problemen van gedetineerden zonder LVB? Wat zijn, in het licht van deze problemen, de specifieke behoeften van gedetineerden met een LVB? Onderzoeksopzet Het onderzoek is uitgevoerd in drie Penitentiaire Inrichtingen (PI s), waarbij in totaal 50 gedetineerden met een LVB en 24 gedetineerden zonder LVB geïnterviewd werden over hun ervaringen in detentie. Alle respondenten zaten op een reguliere afdeling van een Huis van Bewaring (HvB) of gevangenis. Ter voorbereiding op de interviews met gedetineerden zijn drie focusgroepbijeenkomsten georganiseerd met personeelsleden van de PI s. Het doel hiervan was om, ten behoeve van de interviewguide die gebruikt werd voor de interviews met gedetineerden, informatie te verzamelen over mogelijk problematische situaties voor gedetineerden met een LVB. Na afronding van de focusgroepbijeenkomsten zijn eerst gedetineerden met een vermoede LVB benaderd met de vraag mee te werken aan het onderzoek. Aansluitend zijn gedetineerden benaderd waarvan vermoed werd dat zij geen LVB hadden. Hierbij werd geprobeerd de twee groepen zo veel mogelijk te matchen op regime, leeftijd en geboorteland. Om te bepalen of de gedetineerde bij de uiteindelijke analyses wel of niet in de LVB-groep geplaatst werd, is aansluitend aan het interview een verkorte intelligentietest afgenomen. Alle interviews zijn voorts getranscribeerd, gecodeerd en geanalyseerd. De aard van de problemen van mensen met LVB in detentie Met betrekking tot de eerste onderzoeksvraag naar de aard van de problemen die mensen met een LVB ervaren in detentie, komt uit de interviews een breed spectrum aan problemen naar voren. Allereerst blijkt voor veel gedetineerden met een LVB de informatievoorziening voor problemen te zorgen. De problemen spitsen zich toe op drie gebieden, namelijk de informatievoorziening bij binnenkomst, de informatievoorziening later in de detentie periode en de uitleg over het waarom van de gang van zaken. Een gevolg van onvoldoende kennis van regels en procedures is mogelijk onbedoelde regelovertreding. Daarnaast geven gedetineerden met een LVB aan dat er soms heel makkelijk een rapport wordt gegeven. Ook over de dagindeling laten gedetineerden met een LVB zich negatief uit. Met name in het HvB wordt de lange tijd die op cel wordt doorgebracht en de geringe tijd die er tijdens recreatie is om activiteiten, zoals bellen en koken, te regelen als negatief ervaren. Voor dergelijke activiteiten ontstaan regelmatig wachtrijen waardoor soms ook het recht van de sterkste geldt. Arbeid en onderwijs worden gezien als een manier om de dag door te komen. Een aantal gedetineerden geeft aan liever te werken dan deel te nemen aan onderwijs. Zij zien geen meerwaarde, hebben negatieve ervaringen met onderwijs of haken af omdat het te veel zelfstandigheid vraagt. 5

7 Het contact met de buitenwereld, met name familie, verloopt niet vlekkeloos. Vooral telefonisch contact en de schaarse tijd die hiervoor beschikbaar is, zorgt voor veel spanningen. Bezoek komt soms niet door praktische problemen, maar blijft ook weg op verzoek van de gedetineerde omdat dit emotioneel is of omdat er ruzie is. De contacten in detentie met verschillende partijen verlopen evenmin probleemloos. De eerste groep waar gedetineerden mee te maken krijgen zijn de medegedetineerden. Met regelmaat hebben gedetineerden het over conflicten, pesterijen en diefstal. Gedetineerden vertellen medegedetineerden te wantrouwen vanwege het niet nakomen van afspraken, roddel en verraad. De tweede belangrijke groep zijn de piw ers. Gedetineerden met een LVB onderscheiden hierbij twee groepen. De ene groep zijn piw ers die de tijd nemen naar je te luisteren, een uitzondering maken als dat nodig is en niet snel een rapport geven. De andere groep gedraagt zich autoritair, toont weinig belangstelling en gaat star om met de regels. Dat piw ers moeite doen voor de gedetineerde is het meest positieve aspect dat gedetineerde noemen wanneer het gaat om het contact met de piw ers. Het meest genoemde negatieve aspect is dat piw ers gebruik maken van hun machtspositie. Ook hier geven gedetineerden met een LVB aan de ander, in dit geval de piw er, te wantrouwen. De derde groep waarmee gedetineerden met enige regelmaat mee in contact komen zijn medewerkers van ondersteunende diensten. Hierbij doen zich zowel problemen voor rondom de procedures, zoals het schrijven van briefjes en het lange wachten op een oproep, alsook in het daadwerkelijke contact met hen. Gedetineerden met LVB geven aan vaak het gevoel te krijgen niet serieus genomen te worden. Positieve voorbeelden die genoemd worden zijn; een arts die de tijd neemt om te luisteren, of een vrijwilliger die oprechte belangstelling toont. Gedetineerden met een LVB vertellen met regelmaat ook iets over hun eigen persoonlijkheid en vaardigheden. Veel gedetineerden geven bijvoorbeeld aan dat ze gemakkelijk in de omgang zijn. Daarnaast vertellen ze ook contacten met medegedetineerden of piw ers uit de weg te gaan omdat ze teleurgesteld zijn of omdat ze bang zijn dat dit op een conflict uitloopt. Gedetineerden geven daarbij aan dat zowel zijzelf als de ander verkeerd of agressief kunnen reageren. Als tot slot gedetineerden met een LVB gevraagd wordt naar hun toekomst dan zijn de reacties uiteenlopend van optimistisch tot somber, waarbij er vaak nog geen sprake is van concrete plannen. Waarin verschillen de problemen van gedetineerden met LVB met de problemen van gedetineerden zonder LVB? Heel veel van de problemen die gedetineerden met een LVB ervaren worden ook door gedetineerden zonder LVB genoemd. Ook gedetineerden zonder LVB zijn bij binnenkomst niet bekend met alle regels en procedures, ook bij hen verloopt het contact met familie, medegedetineerden en medewerkers van de PI niet zonder problemen. Als we iets nauwkeuriger kijken worden verschillen zichtbaar; soms hebben gedetineerden zonder LVB een iets andere perceptie van het probleem, maken andere afwegingen, lijken meer mogelijkheden te hebben problemen op te lossen en zijn ze actiever in het oplossen van het probleem. Zo lijken ze bij het inwinnen van informatie iets assertiever te zijn, en bijvoorbeeld meer door te vragen. Bij deze groep lijkt het waarom van bepaalde regels en procedures minder te spelen, en ze zijn nadrukkelijker bezig met het voorkomen van een rapport. Ze lijken deze ook minder vaak te krijgen. Ook bij de daginvulling spelen dezelfde problemen, waarbij gedetineerden zonder LVB er beter in lijken te slagen dingen voor zichzelf te regelen. Ze lijken daarnaast meer mogelijkheden te hebben zichzelf bezig te houden op de cel en meer kans te zien uitzonderingen voor zichzelf te regelen. Ook bij arbeid tonen ze meer initiatieven en bij onderwijs zijn ze meer toekomstgericht. Het contact met familie en vrienden wordt bij gedetineerden zonder LVB ook bemoeilijkt door de problemen met bellen en bezoek. Bij hen blijkt er echter minder vaak sprake van sociaalemotionele problemen in het contact waardoor bezoek mogelijk zou kunnen wegblijven. Ook bij 6

8 de interne contacten zijn er meer overeenkomsten dan verschillen. Gedetineerden zonder LVB vertellen echter minder vaak over negatief gedrag van medegedetineerden, lijken minder snel geneigd agressief te reageren en een conflict met woorden op te willen lossen. De relatie met piw ers verloopt iets minder moeizaam; ze hebben minder moeite met verschillen tussen piw ers, meer vertrouwen en begrip voor hen en ze ervaren de piw ers minder vaak als star. Tenslotte zijn ze minder negatief over het contact met de ondersteunende diensten en zien hun hulpvraag vaker beantwoord. Gedetineerden zonder LVB praten ook vaak in dezelfde bewoordingen over zichzelf als gedetineerden met LVB. Gedetineerden zonder LVB geven wel andere redenen aan waarom ze liever op zichzelf blijven. Zij doen dit minder vaak om een conflict te vermijden, maar vaker omdat ze op dat moment geen behoefte hebben aan het contact. Ze lijken beter in staat dingen te plannen, en op een constructieve manier voor zichzelf op te komen. Als ze praten over hun toekomst zijn er geen grote verschillen. Gedetineerden zonder LVB vermelden wel vaker dat er meer aandacht besteed zou kunnen worden aan de terugkeer van gedetineerden in de samenleving. Wat zijn de specifieke behoeften van gedetineerden met een LVB in relatie tot deze problemen in hun eigen beleving? Allereerst valt uit bovenstaande af te leiden dat gedetineerden met een LVB behoefte hebben aan duidelijke informatie over regels en procedures. Uit de literatuur is bekend dat deze groep moeite heeft met het verwerken van informatie. Het is daarom belangrijk informatie op verschillende momenten en op verschillende manieren aan de orde te laten komen. Daarbij komt dat mensen met een LVB het moeilijk vinden om informatie die in de ene situatie geleerd is toe te passen in een andere. Duidelijke uitleg wat van de gedetineerde verwacht wordt, helpt. Daarbij kan ondersteuning worden geboden door bijvoorbeeld het samen bekijken en bespreken van informatie, het samen invullen van formulieren, en het voordoen en samen oefenen van complexe handelingen zoals het voeren van een gesprek met instanties of het bedienen van een apparaat. Daarnaast geven gedetineerden met een LVB aan behoefte te hebben aan meer kennis over de achterliggende redenen waarom iets op een bepaalde manier gebeurt. Een toelichting geven op bijvoorbeeld waarom iets lang duurt zal voorkomen dat er onnodig stress ontstaat. Uit onderzoek blijkt dat mensen met een LVB situaties vaker als stressvol ervaren en minder goed toegerust zijn om deze vervolgens het hoofd te bieden. Gedetineerden geven enerzijds aan zich te vervelen en vinden het moeilijk zelf activiteiten te ontplooien. Maar anderzijds geven ze ook aan in tijdnood te komen tijdens de recreatie. In gesprek gaan met gedetineerden, ze nadrukkelijk uitnodigen te participeren in arbeid of onderwijs, meedenken in oplossingen voor de belemmeringen die hierbij gevoeld worden, en praktische afspraken maken over het plannen van activiteiten kan mogelijk helpen. Gedetineerden met een LVB ondervinden ook met regelmaat problemen in het contact met anderen. Ze vertellen over de conflicten die hierdoor ontstaan en/of over contacten die worden gemeden om conflicten te voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat mensen met een LVB sociale situaties vaak als stressvol ervaren. Daarnaast blijkt de sociale informatieverwerking minder efficiënt te verlopen waarbij mensen met een LVB het moeilijk vinden verschillende gedragsalternatieven te bedenken en hier een juiste afweging bij te maken. Bovendien geeft men vaak de voorkeur aan agressieve dan wel passieve reacties boven assertieve oplossingen. Het voorkómen van stressvolle (sociale) situaties is een manier om dit probleem op te lossen. Zo kan men bijvoorbeeld duidelijke afspraken maken over de procedure bij het bellen en erop toezien dat deze nageleefd wordt. Ook het met een gedetineerde met LVB bespreken van gedragsalternatieven zijn na een (uit de hand gelopen) conflict en hoe hij ervoor zou kunnen zorgen dat een soortgelijke 7

9 situatie in de toekomst niet opnieuw uit de hand loopt, is een voorbeeld waarbij wordt ingezet op het voorkómen van toekomstige stressvolle situaties. Gedetineerden met een LVB geven aan de piw ers vaak te wantrouwen. Inzicht geven in waarom naar bepaalde informatie gevraagd wordt, en vertellen wat er vervolgens met deze informatie gebeurt kan wantrouwen wegnemen. De gedetineerden met LVB geven wel aan een goed contact met piw ers belangrijk te vinden. Dat men er aan hecht dat piw ers moeite doen voor de gedetineerde, de tijd nemen om te luisteren en een uitzondering maken als dat moet, komt overeen met bevindingen uit ander onderzoek waarin mensen met een LVB gevraagd werd naar belangrijke competenties van begeleiders: hier bleken kennis over de cliënt, een positieve houding ten aanzien van de cliënt, een transparante manier van communiceren, en aandacht hebben en interesse tonen voor de cliënt het belangrijkst. Voorafgaande aan de vraag hoe tegemoet te komen aan de behoeften van de gedetineerden met een LVB kan de vraag gesteld worden of het een meerwaarde heeft deze groep bij binnenkomst al te signaleren. Het vaststellen van een LVB heeft alleen zin als er ook wat met de informatie gedaan wordt. Het omgekeerde is echter wel mogelijk; afstemmen op de behoeften van gedetineerden met een LVB kan ook zonder de beperking op voorhand vast te stellen. Kennis hebben van de situaties die mogelijk lastig of moeilijk zijn voor gedetineerden, sensitief zijn voor de behoeften van het individu en hieraan tegemoet komen waar mogelijk, zal ervoor zorgen dat alle gedetineerden, dus ook de gedetineerden met een LVB, hier baat bij hebben. 8

10 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Hoofdstuk 1 Theoretisch Kader Aanleiding Lichte verstandelijke beperking Definiëring van het begrip Kwetsbaarheden van mensen met een LVB Detentie Gevolgen van vrijheidsbeneming Bestaande kennis over mensen met een LVB Conclusie 20 Hoofdstuk 2 Opzet van het Onderzoek Probleemstelling Respondenten Werving en Selectie Kenmerken Instrument en Uitvoering Het ontwikkelen van de interviewguide Verkorte Groninger Intelligentietest (GIT2) Interview setting Procedurele- en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid Data Analyse 34 Hoofdstuk 3 Resultaten Problematiek ervaren door gedetineerden met een LVB Binnenkomst, informatievoorziening, huisregels, en rapport Daginvulling 43 9

11 3.1.3 Externe contacten Interne contacten Vaardigheden, zelfredzaamheid en persoonlijkheid Toekomst Een vergelijking met de problematiek ervaren door gedetineerden zonder LVB Binnenkomst, informatievoorziening, huisregels, en rapport Daginvulling: arbeid, recreatie, onderwijs, sport en luchten Externe contacten Interne contacten Vaardigheden, zelfredzaamheid en persoonlijkheid Toekomst 80 Hoofdstuk 4 Conclusie en Discussie Inleiding Onderzoeksopzet De aard van de problemen van gedetineerden met een LVB Specifieke behoeften van gedetineerden met een LVB De verschillen van de problemen van gedetineerden met LVB met die van gedetineerden zonder LVB Discussie 88 Summary 91 Literatuur 95 Bijlagen 99 Bijlage 1 Interviewguide 99 Bijlage 2 LVB verkeerd gelabeld 104 Bijlage 3 Tabellen 106 Bijlage 4 Afkortingen

12 Hoofdstuk 1 Theoretisch Kader 1.1 Aanleiding Zowel bij het Kabinet als bij de Tweede Kamer bestaat reeds lange tijd de wens tot het ontwikkelen van beleid en het doen van onderzoek op het gebied van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking (LVB). Al in 1996 was dit één van de actiepunten van de interdepartementale Werkgroep Forensische Zorg: die stelde destijds dat het de gezamenlijke verantwoordelijkheid was van Justitie en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) (en niet de verstandelijk gehandicapten zorg (VGZ)) om er voor te zorgen dat dergelijke gedetineerden niet detentieongeschikt zouden worden, dat wil zeggen dat hun lichamelijke of geestelijke toestand niet dermate verslechterde dat het onmogelijk werd om in detentie te functioneren of er te verblijven zonder hardnekkige of blijvende schade op te lopen. De aanbevelingen van deze werkgroep werden door het kabinet overgenomen en vervolgens door de Tweede Kamer onderschreven. In de daarop volgende periode bleek er met name behoefte aan inzicht in de omvang van de groep gedetineerden met een verstandelijke beperking, dit om te bepalen hoeveel capaciteit nodig was voor verstandelijk beperkten die in aanraking waren gekomen met justitie en die gecombineerde expertise nodig hadden van de GGZ en VGZ (Geesink, 2001). Deze ontwikkelingen leidden er uiteindelijk toe dat er in 2002 een onderzoek gestart werd naar de prevalentie van verstandelijke beperking in detentie (Spaans, 2005). Aangezien dit onderzoek niet de gewenste inzichten opleverde, werd in 2009 door Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) opdracht gegeven voor een nieuwe prevalentiestudie. Alvorens een nieuwe prevalentiestudie te starten werd besloten tot het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie. Hierin werd geconcludeerd dat het onderzoeken van de prevalentie van LVB in detentie een hachelijke zaak is. ( ) De literatuurstudie maakte ook pijnlijk duidelijk dat er, in ieder geval in Nederland, nog maar heel weinig bekend is over mensen met een lichte verstandelijke beperking in detentie. Niet alleen de omvang van de populatie is onduidelijk; wat precies de omvang is van hun problemen, welke oplossingen hieraan tegemoet zouden komen, en hoe deze binnen de detentie context te realiseren zijn is ook niet bekend. Het is inderdaad, gezien deze enorme kennislacune en de problemen bij het bestuderen van prevalentie, maar de vraag of een prevalentiestudie de eerste prioriteit moet zijn (Kaal, 2010: 65). Eén van de aanbevelingen van deze haalbaarheidsstudie was dan ook om onderzoek te doen naar de aard van de problemen waar mensen met een LVB binnen het gevangeniswezen tegenaan lopen. Een dergelijke studie werd in Engeland uitgevoerd en leidde tot belangrijke inzichten in de omvangrijke problematiek van deze groep gedetineerden (Talbot, 2008). Gezien de verschillen tussen de detentiesituatie in Nederland en Engeland (zie bijvoorbeeld Dirkzwager & Kruttschnitt, 2010) zijn de conclusies niet zonder meer van toepassing op de Nederlandse situatie. Een soortgelijke studie in Nederland werd dan ook van meerwaarde geacht. Een dergelijke, kwalitatieve, studie biedt immers aanknopingspunten voor beleid. Hoewel er geen prevalentiecijfers uit voortvloeien, kan op deze wijze wel inzichtelijk worden gemaakt of problemen onder gedetineerden met een LVB zich met enige regelmaat voordoen, of dat hier slechts zeer sporadisch sprake van is. Op deze manier wordt duidelijk wat de meerwaarde zou zijn indien meer aandacht zou worden besteed aan het opsporen van LVB in detentie. Ten slotte zou een dergelijke studie meer aanknopingspunten bieden voor aanpassingen in de bejegening van mensen met een LVB in detentie. 11

13 De onderhavige studie is het antwoord op deze aanbeveling. In dit rapport wordt geprobeerd een beeld te schetsen van de specifieke problematiek van Nederlandse gedetineerden met een LVB. Alvorens in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk de precieze vraagstelling te formuleren zal in de volgende paragrafen kort worden ingegaan op een aantal zaken die de context schetsen van deze studie 1.2 Lichte verstandelijke beperking Definiëring van het begrip Alvorens verder in te gaan op de problematiek van gedetineerden met een LVB, is het belangrijk stil te staan bij het begrip lichte verstandelijke beperking en waar het naar verwijst. De meest breed geaccepteerde, internationale definitie van het begrip verstandelijke beperking ( intellectual disability ) is die van de American Association of Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD), die ook door de DSM-IV en de ICD-10 als uitgangspunt wordt genomen: Intellectual disability is a disability characterized by significant limitations both in intellectual functioning (reasoning, learning, problem solving) and in adaptive behavior, which covers a range of everyday social and practical skills. This disability originates before the age of 18 (Schalock et al., 2010). Een verstandelijke beperking is een beperking die gekenmerkt wordt door significante beperkingen zowel in het intellectueel functioneren (redeneren, leren, probleemoplossen) als in het adaptieve gedrag, hetgeen een breed spectrum aan dagelijkse sociale en praktische vaardigheden beslaat. Deze beperking ontstaat vóór de leeftijd van 18 jaar. Met het eerste aspect van deze definitie, het intellectueel functioneren of de intelligentie, wordt een algemeen vermogen bedoeld dat onder meer redeneren, plannen, probleem oplossen, abstract denken, begrijpen van complexe ideeën, snelheid van leren en het leren van ervaringen omvat (Neisser et al, 1996). Een IQ score van onder de 70 (twee of meer standaarddeviaties onder het gemiddelde), of zelfs 75 indien er ook sprake is van beperkingen in het aanpassingsgedrag, geeft volgens de AAIDD een beperking in het intellectueel functioneren aan. Het tweede aspect van de definitie van een verstandelijke beperking, het adaptieve gedrag, bestaat uit conceptuele vaardigheden (zoals lezen en schrijven en begrip van geld, tijd en getallen), sociale vaardigheden (zoals interpersoonlijke vaardigheden, sociale verantwoordelijkheid, zelfrespect, lichtgelovigheid, sociale problemen oplossen, zich aan regel of wet houden en het kunnen voorkómen van slachtofferschap), en praktische vaardigheden (activiteiten van het dagelijks leven (persoonlijke verzorging), arbeidsvaardigheden, zorg voor gezondheid, reizen en vervoer, schema s en routines, veiligheid, omgang met geld en gebruik van de telefoon) (AAIDD, 2010). Dit overzicht geeft wel aan dat beperkingen in het aanpassingsvermogen een heel breed spectrum aan praktische problemen met zich mee kunnen brengen. Ook bij het aanpassingsvermogen wordt uitgegaan van een beperking als er een afwijking is van twee of meer standaarddeviaties op een gestandaardiseerd meetinstrument (AAMR, 2002). De definitie van een verstandelijke beperking is onderwerp van discussie sinds het begin van de 20 ste eeuw en daarmee ook regelmatig aan verandering onderhevig (Geus & Van Gennep, 2004). De American Association on Mental Retardation (AAMR, de voorloper van de huidige AAIDD) publiceerde in 1921 een eerste definitie. In de vijfde definitie van 1959 werden vijf niveaus van intellectueel functioneren onderscheiden (borderline, licht, matig, ernstig en diep beperkt) en werd tevens het criterium van adaptief gedrag aan de definitie toegevoegd. Tot slot werd de bovengrens van het IQ-criterium verlegd van IQ 70 naar IQ 85. In de praktijk bleek echter dat het IQ hoofdzakelijk als criterium gebruikt werd en was er kritiek op deze bovengrens. Professionals 12

14 gaven aan dat personen met een IQ tussen de 70 en 85 vaak alleen lichte leerproblemen hebben die veroorzaakt zijn door sociaal culturele benadeling. Daarnaast is er nauwelijks sprake van een beperking in het adaptieve gedrag. Deze groep had daarom, volgens hen, geen behoefte aan speciale hulp en werd ten onrechte als verstandelijk beperkt gelabeld (Zigler & Hodapp, 1985). Dit leidde ertoe dat er in 1973 een nieuwe definitie verscheen waarin de IQ grens verlaagd werd naar 70. Daarnaast werd de relatie tussen intellectueel functioneren en adaptief gedrag meer benadrukt en de categorie borderline geschrapt. Sinds 1973 is de maatschappij echter ingrijpend veranderd, waarbij er sprake is van een veranderend overheidsbeleid, en wijzigingen in sociale voorzieningen en financieringen. De groep met een IQ tussen 70 en 85 viel daardoor steeds meer uit in de samenleving en werd steeds afhankelijker van hulp om zich staande te kunnen houden in deze complexer wordende samenleving. Dit leidde ertoe dat in 1992, bij de negende definitie, de bovengrens werd verhoogd naar IQ 75 en de categorisering volgens het niveau van functioneren werd vervangen door categorisering op basis van de benodigde intensiteit van ondersteuning. Gevolg hiervan was dat meer personen gediagnosticeerd werden met een verstandelijke beperking en dat er geen eenduidige grens meer bestond tussen personen met een verstandelijke beperking en personen met lichte leerproblemen en leerstoornissen (Geus & Van Gennep, 2004). Los van alle discussies omtrent de definitie van een verstandelijke beperking werd, en wordt, er in de Nederlandse praktijk voor een functionele benadering gekozen. Hierbij wordt zowel de groep met IQ tussen 50/55 en 70 als de groep met IQ van 70/75 tot 85/90 ( zwakbegaafd ) tot personen met een LVB gerekend (CVZ, 2010; Ras et al., 2010). Achterliggende gedachte bij deze keuze is te voorkómen dat een groot aantal personen dat niet in de strikte definitie van een LVB valt, maar wel soortgelijke problemen heeft, verstoken blijft van hulp. Deze bredere definitie wordt ondersteund door verschillende studies die lieten zien dat er veel overeenkomsten zijn in de problematiek van de groep mensen met een IQ tussen 50/55 en 70 en die van de groep zwakbegaafden (bijv. Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro & Matthys, 2006; Snell & Luckasson, 2009; Tymchuk, Lakin & Luckasson, 2001). Het onderkennen van een LVB is moeilijk. Er zijn meestal geen fysieke kenmerken of vaste gedragskenmerken die mensen met een LVB onderscheiden van de rest van de populatie; ook persoonlijkheidskenmerken variëren net zoals in de rest van de bevolking (Snell & Luckasson, 2009). De groep mensen met een LVB (i.e. met een IQ tussen 50 en 85) onderscheidt zich evenwel ook van de groep met matige, ernstige en diepe verstandelijke beperking doordat er vaak geen sprake is van een organische beschadiging (Greenspan, 1999). Mede als gevolg van slechte herkenbaarheid was de groep mensen met een LVB lange tijd een onderbelichte groep, ook in de wetenschappelijke literatuur. Er werd ook wel aan gerefereerd als the forgotten generation (Tymchuk et al., 2001), de vergeten generatie van mensen die in hun jeugd een diagnose verstandelijke beperking krijgen, maar waarbij op volwassen leeftijd de ondersteuningsbehoefte niet wordt onderkend. Veel mensen met een LVB ondervinden gedurende hun schoolloopbaan veel problemen. Vaak doorlopen ze het Speciaal Onderwijs, maar eenmaal opgenomen in de maatschappij worden ze, mede door een goed (sociaal) adaptief vermogen, een onzichtbare groep (Geus & Van Gennep, 2004). Een niet-tijdige onderkenning van deze beperkingen leidt er echter vaak toe dat cliënten met LVB worden overvraagd, wat kan leiden tot (faal)angst, depressie en een negatief zelfbeeld of agressief en grensoverschrijdend gedrag (Dôsen, 2008; Van Doorn & Verheij, 2006). De beperkingen kunnen ook tot sociale achterstanden leiden: mensen met een LVB zijn volgens internationaal onderzoek vaker werkloos, hebben beperktere financiële middelen en zijn vaker niet zelfstandig (Snell & Luckasson, 2009). Er zijn signalen dat zich een aanzienlijk aantal personen met een LVB in detentie bevindt. Ook hier geldt echter dat de groep doorgaans niet als zodanig gesignaleerd wordt, en betrouwbare cijfers ontbreken dan ook (Kaal, 2010). 13

15 1.2.2 Kwetsbaarheden van mensen met een LVB De problemen die zich kunnen voordoen bij mensen met een LVB zijn multicausaal en manifesteren zich op uiteenlopende gebieden (Dôsen, 2008) Door verschillen in patronen binnen het intellectueel functioneren, verschillen in niveau van aanpassingsgedrag, verschillen in context, persoonlijkheid en bijkomende problematiek, is de diversiteit binnen de groep mensen met een verstandelijke beperking groot. Men moet er dus ook voor waken deze heterogene groep niet te stereotyperen (Snell en Luckasson, 2009: 227). Toch zijn er wel een aantal concrete, in het oog springende, kenmerken die manifest worden in de beperkingen in het intellectuele functioneren en het aanpassingsgedrag (zie bijv. Ten Wolde et al., 2006; De Borg, 2008; Snell et al., 2009; De Beer, 2011). Het gaat hier om enkele veelvoorkomende kenmerken die steeds in verschillende mate en verschillende combinaties voorkomen. Binnen het cognitieve domein valt op dat de waarneming weinig specifiek en de aandacht minder selectief is (Boertjes & Lever, 2007). Tevens is sprake van een minder goed functionerend geheugen (Martin, West, Cull & Adams, 2000; Van der Molen, Van Luit, Jongmans, & Van der Molen, 2007) en kost het plannen en uitvoeren van complexere taken moeite (Ponsioen & Van der Molen, 2007). Hierdoor is er vaak sprake van een lager denktempo; er is meer tijd nodig om informatie te verwerken, te zoeken naar bekende kennis en deze juist toe te passen (Van der Wielen, 2006). Zowel abstraheren als generaliseren zijn vaak moeilijk. (Leer)ervaringen worden voornamelijk aan concrete situaties gekoppeld en nauwelijks vertaald naar andere situaties. Ook worden oorzaak en gevolg relaties onvoldoende gelegd (Mulder, Didden, Lenderink & Enserink, 2006). Taal- en begripszwakte kan zich voordoen op receptief niveau (de boodschap wordt niet goed ontvangen) of expressief niveau (de boodschap is lastig onder woorden te brengen) (De Borg, 2008; Kraijer, 2006). Dit betekent bijvoorbeeld dat opdrachten in een duidelijke structuur moeten worden aangeboden, opdrachten vaak moeten worden herhaald en dat bijvoorbeeld nagegaan moet worden of iemand een opdracht goed begrepen en onthouden heeft. Daarnaast is meer tijd nodig voor leren: men moet de mogelijkheid krijgen nieuwe informatie, bijvoorbeeld door herhaling, in te slijpen (Deshler, Ellis & Lenz, 1996). Op het sociale vlak blijkt het zich kunnen verplaatsen in het perspectief van de ander vaak problematisch te verlopen waardoor men moeite heeft zich ook daadwerkelijk in te leven in de ander (Ponsioen, 2001). Daarnaast verloopt de sociale informatieverwerking minder efficiënt (Van Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro, Van Aken & Matthys, 2009; Van Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro, Van der Valk, Wijnroks, Vermeer & Matthys, 2006;Van Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro, Wijnroks, Vermeer & Matthys, 2004), waarbij mensen met een LVB soms situaties vijandig beoordelen en het met name moeilijk vinden om tijdens een interactie mogelijke gedragsalternatieven te bedenken en een juiste afweging te maken. Daarnaast geeft men vaak de voorkeur aan agressieve dan wel passieve reacties boven assertieve oplossingen (Van Nieuwenhuijzen & Elias, 2006). Veel mensen met een LVB hebben moeite hun emoties te reguleren (Mulder, Didden, Lenderink & Enserink, 2006) en kunnen daardoor in hun reacties soms onvoorspelbaar zijn. Ook is er vaak sprake van goedgelovigheid en naïviteit (Snell et al, 2009). Dit uit zich in het makkelijk voor de gek gehouden worden, belogen worden, gebruikt worden, voor gek gezet worden, dingen doen zonder de gevolgen te overzien, mensen geloven of instemmen zonder door te vragen. Op het gebied van de persoonlijkheid is er vaak sprake van een onrealistisch zelfbeeld (Boertjes & Lever, 2007). Enerzijds kan er sprake zijn van zelfoverschatting, door geringe zelfreflectie, anderzijds spelen er ook vaak minderwaardigheidsgevoelens. Mensen met een LVB doen meer faalervaringen op, hebben daardoor lagere verwachtingen van succes, zijn geneigd eerder op te geven en nieuwe uitdagingen minder snel aan te gaan (De Beer, 2011). Ze blijven daardoor vaak afhankelijk van anderen en vertrouwen meer op die ander dan op zichzelf. Veel mensen 14

16 met een LVB zijn sterk gericht op sociale bevestiging. Er is vaak sprake van een behoefte om te plezieren en van de drang erbij te willen horen (Snell et al, 2009). Dit kan weer leiden tot risicovol of onaangepast gedrag, tot het overdrijven van het eigen kunnen en tot het afleggen van valse bekentenissen waarvan men denkt dat de ander die wil horen, vooral in stressvolle situaties. Mensen met een LVB zijn dan ook vaak geneigd hun eigen beperkingen te verhullen of te ontkennen (Snell et al, 2009). Daarnaast rapporteren mensen met een LVB meer stress en minder steun van leeftijdsgenoten. Uit onderzoek van Chaney (1996) blijkt dat er een relatie is tussen de ervaren stress en de mate waarin er sprake is van onaangepast gedrag. Vervolgens blijken mensen met een LVB ook minder effectieve copingstijlen te hanteren (Dykens, 2000). Enerzijds ervaren mensen met een LVB dat de benodigde competenties niet of onvoldoende aanwezig zijn om de problemen adequaat het hoofd te bieden. Zij voelen zich vaak machteloos. Anderzijds kan het zijn dat mensen met een LVB zich wél in staat achten om het probleem op te lossen, maar vaker kiezen voor een emotiegeoriënteerde strategie, zoals vermijding of afleiding, dan voor een probleemgeoriënteerde strategie. Mensen met een LVB ontbreekt het vaak aan de juiste vaardigheden voor een probleemgeoriënteerde strategie (Dykens, 2000). Problemen als gevolg van de hierboven genoemde kenmerken doen zich vooral voor in nieuwe, complexe en ambigue situaties. Greenspan (2006, aangehaald in Snell & Luckasson, 2009) stelt dan ook dat de essentie van een verstandelijke beperking, gezien vanuit het standpunt van definiëren en diagnosticeren, niet zozeer zit in de relatieve afwezigheid van in het bijzonder routinevaardigheden. Veeleer is deze gelegen in de relatieve onkunde om te bepalen wanneer en hoe deze vaardigheden toe te passen, vooral wanneer er sprake is van onduidelijkheid of stress. Mensen met een LVB lopen een groter risico op de ontwikkeling van psychopathologie en gedragsproblemen dan hun niet verstandelijk beperkte leeftijdsgenoten; veelal wordt gesproken over een kans die drie tot vier keer zo groot is (Wallander, Koot & Dekker, 2003). Longitudinaal onderzoek van Einfeld e.a. (2006) maakt tevens duidelijk dat de kans dat deze problemen spontaan verminderen niet groot is. Kinderen die op jonge leeftijd problemen hadden, hadden die veelal ook nog op volwassen leeftijd. Er is sprake van psychopathologie als de intensiteit en frequentie van bepaalde, met elkaar optredende gedrags- en emotionele problemen afwijkend zijn. Het dagelijks functioneren van de persoon wordt hierdoor aanzienlijk belemmerd (Emerson, 2003). De complexe hulpvragen van mensen met een LVB en gedragsproblemen spelen zich vaak af op het grensvlak van psychiatrie, justitie, verslavingszorg en gehandicaptenzorg en kunnen slechts moeizaam in ons bestaande zorgaanbod beantwoord worden (Embregts & Grimbel du Bois, 2005). De groep die het niet redt zijn mensen met, naast het lagere IQ, ernstige problemen zoals verslaving en criminaliteit. Zij hebben vaak geen aangepast werk of dagbesteding en doen minder snel een beroep op hulp uit angst voor bemoeizucht. Deze groep veroorzaakt veel maatschappelijke overlast. Om te werken aan interventies is het van belang zicht te hebben op factoren die verantwoordelijk zijn voor dit verhoogde risico op psychopathologie. Naast biologische factoren, zijn er ook risicofactoren te onderscheiden die buiten het individu liggen. Wanneer er binnen een gezin veel problemen zijn, ouderlijke stress of disfunctioneren, of wanneer een jongere met LVB ingrijpende levensgebeurtenissen meemaakt, verhoogt dit eveneens de kans op psychopathologie (Emerson, 2003; Embregts, Grimbel du Bois, & Graef, 2010). Onderzoek van Embregts, Didden, Huitink en Schreuder (2009) laat zien dat ook een negatieve attitude van begeleiders leidt tot verbale en fysieke agressie bij mensen met een LVB. Hoewel mensen met een LVB bepaalde kenmerken die het gevolg zijn van deze beperking delen, betekent dit niet dat ze ook vergelijkbare behoeften hebben. Het zegt ook niets over het al dan niet aanwezig zijn van absolute of relatieve sterke kanten in het individu (Snell & Luckasson, 2009, p. 228). Het is dus nodig steeds te bezien wat welk individu aan ondersteuning nodig heeft. 15

17 1.3 Detentie Gevolgen van vrijheidsbeneming Om de problemen voor mensen met een LVB in detentie in een context te kunnen plaatsen, kunnen we kijken naar wat de bedoelde én onbedoelde effecten van detentie in de literatuur over gedetineerden in het algemeen zijn. Gevangenisstraf is de zwaarste straf die de rechter in Nederland kan opleggen. De gevangenisstraf dient een aantal doelen. De straf wordt opgelegd ter vergelding van het gepleegde delict (leedtoevoeging). Daarnaast wordt beoogd dat er van de straf een algemene preventieve werking uitgaat, namelijk dat het mensen afschrikt van het plegen van delicten. In het kader van de specifieke preventieve werking van detentie wordt door incapacitatie gedurende de detentie voorkomen dat de gedetineerde delicten kan plegen, terwijl resocialisatie moet voorkomen dat de gestrafte in de toekomst, na detentie, strafbare feiten pleegt. Het belang dat wordt gehecht aan de verschillende doelen is in sterke mate afhankelijk van de tijdgeest; met name aan het resocialisatiedoel is niet altijd evenveel belang gehecht (Molleman, 2011). De missie van de Dienst Justitiële Instellingen (DJI) luidt evenwel als volgt: De Dienst Justitiële Inrichtingen levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan onze zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen ( Hier zit een duidelijke verwijzing naar het resocialisatiedoel in. In de toelichting bij de missie wordt benadrukt dat maatwerk hierbij nodig is, en dat men met elke doelgroep op een andere manier aan de voorbereiding op terugkeer in de maatschappij werkt. Er wordt in deze missie ook verwezen naar de zorgtaak van DJI: de dienst is immers niet alleen verantwoordelijk voor het insluiten van mensen maar ook voor hun dagelijkse verzorging. Artikel 2 lid 4 van de Penitentiaire Beginselenwet stelt daarnaast dat: (p)ersonen ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging plaatsvindt van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel ( ) aan geen andere beperkingen onderworpen (worden) dan die welke voor het doel van de vrijheidsbeneming of in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting noodzakelijk zijn. Dit heet ook wel het beginsel van minimale beperkingen: de opsluiting zelf is de leedtoevoeging, en de detentieomstandigheden mogen geen onnodige leedtoevoegende elementen bevatten, behalve die elementen die noodzakelijk zijn om de orde en de veiligheid in de inrichting te bewaren en gedetineerden te beletten de inrichting te ontvluchten (RSJ, 2010; zie ook Kelk, 2003, p ). Een ander beginsel is het beginsel van veiligheid: het bij elkaar brengen van delinquenten levert het risico op van agressie en geweld. De instelling zal er dan ook alles aan moeten doen om de veiligheid van gedetineerden te beschermen. Dit beginsel houdt ook in dat er extra zorg is voor ingeslotenen van wie de fysieke of mentale veiligheid kwetsbaar is (RSJ, 2010). Naast bedoelde gevolgen als preventie en resocialisatie zijn er ook onbedoelde effecten van detentie; het genoemde risico op agressie en geweld is er hier slechts één van. Studies over de gevolgen van gevangenschap gaan ver terug. Liebling & Maruna (2005) geven een overzicht van het debat over de effecten van gevangenschap over de laatste 50 jaar. Ze beginnen aan het begin van de tweede helft van de vorige eeuw, toen Goffman (1961) een belangrijk kritisch werk schreef over gevangenissen en hun effecten. Rond dezelfde tijd schreef Sykes (1959) bijvoorbeeld in The Society of Captives over de pains of imprisonment : De ontzegging van vrijheid behelst niet alleen het verlies van bewegingsvrijheid, maar ook, en 16

18 misschien wel meer, het daarmee samenhangende verlies van contact met familie en vrienden. Dit leidt tot emotionele deprivatie, eenzaamheid en verveling, maar ook tot versterking van het gevoel van uitsluiting en veroordeling door de maatschappij. De ontzegging van goederen en diensten leidt niet alleen tot een acuut tekort in materiële omstandigheden, maar vooral ook tot een ontbreken van goederen en diensten waaraan men eigenwaarde kan ontlenen. De ontzegging van (hetero-)seksuele contacten leidt niet alleen tot fysieke frustratie, maar ook tot gevaar voor de seksuele identiteit; het ontbreken van vrouwen in de sociale context per se heeft ook gevolgen voor het zelfbeeld in het algemeen. Het verlies van autonomie bestaat uit de verplichte gehoorzaamheid aan vaak als onzinnig ervaren en onbegrepen regels en opdrachten, waardoor de gedetineerde teruggebracht wordt tot de zwakke, hulpeloze en afhankelijke positie uit zijn kindertijd, met mogelijk grote gevolgen voor zijn zelfbeeld als een volwaardig lid van de volwassenengemeenschap. Het verlies van veiligheid heeft te maken met het verblijf in een agressieve of onvoorspelbare omgeving, maar ook met de onzekerheid over de eigen reactie en (innerlijke) kracht om een test te doorstaan en over de gevolgen in geval van falen. Toch (1977/2006) borduurde hierop voort en beschreef in zijn klassieker Living in Prison dat gedetineerden verschillende behoeften hebben, zoals veiligheid, activiteiten, privacy, structuur, support, emotionele feedback, sociale stimulans en vrijheid/autonomie. Maar aan welke van deze behoeften de individuele gedetineerde de meeste waarde hecht, en het gedrag waar dit toe leidt, hangt volgens Toch af van de persoon en zijn kwetsbaarheden. De mate waarin de gedetineerde vervolgens in staat is deze behoeften te vervullen bepaalt hoeveel stress hij of zij ervaart in detentie (Toch 1977/2006; zie ook Harvey 2007). Ook het befaamde experiment van Zimbardo liet zien wat een enorme invloed een gevangenisomgeving kan hebben op de gedragingen van niet alleen de gevangenbewaarder maar ook van de gevangene (Haney, Banks & Zimbardo,1973). Deze en dergelijke studies benadrukten de negatieve effecten, bijvoorbeeld op het zelfbeeld en op het gevoel van eigenwaarde van de gedetineerde, en de gevolgen hiervan voor het psychische welzijn en het gedrag. Begin jaren 70 van de vorige eeuw ontstond er kritiek op deze studies, en Liebling en Maruna beschrijven hoe de periode waarin de nadruk lag op de schade die het gevolg was van gevangenschap, werd gevolgd door een periode waarin diverse onderzoeken concludeerden dat de meeste gedetineerden na een initiële periode van verwarring en stress zich over het algemeen verbazingwekkend goed aanpasten aan gevangenschap, en dat ook na vrijlating de meeste gedetineerden doorgaans goed hun draai weer vonden. De periode van gevangenschap werd in die periode vooral gekenschetst als een periode van deep freeze : de effecten van gevangenschap waren in deze visie slechts tijdelijk en zodra de gedetineerde het normale leven weer opvatte en wat ontdooide zou alles weer normaliseren (Zamble en Porporino 1988). Een verklaring voor deze tegenstrijdige onderzoeksresultaten wordt door Liebling en Maruna gezocht in een gebrek aan oog van de onderzoekers voor individuele verschillen, afhankelijk van psychische kenmerken en individuele omstandigheden. Voor sommige gedetineerden is het veel gemakkelijker zich te handhaven dan voor andere. Voor hen die er niet in slagen hun plek te vinden in arbeid, activiteiten en sociale netwerken binnen de gevangenis levert gevangenschap veel meer stress op (zie bijvoorbeeld Liebling 1992, 1999). Daarnaast betogen zij dat de gebruikte maten en methodes om de effecten van gevangenschap vast te stellen vaak te beperkt zijn geweest (zie ook 17

19 Jamieson & Grounds, 2005). Recent onderzoek laat volgens hen dan ook zien dat gevangenschap wel degelijk grote invloed heeft op zowel de geestelijke als lichamelijke gezondheid van de gedetineerden, en daarnaast ook op hun families, terwijl de effecten op het gebied van de recidive in het beste geval nul zijn (zie ook Haney, 2005). Het moge duidelijk zijn dat het verblijf in detentie ook een ingrijpende invloed kan hebben op het verdere leven van gedetineerden. Een verminderde eigenwaarde, veranderingen in de persoonlijkheid, en andere psychische problemen zullen ook na detentie hun doorwerking hebben. Ongewenste gevolgen van detentie liggen echter niet alleen op het terrein van het psychisch welzijn van de gedetineerden en de daaruit voortvloeiende problemen. Er zijn ook talrijke studies die wijzen op de mogelijke gevolgen van detentie op de lichamelijke gezondheid, bijvoorbeeld door opgelopen ziektes in detentie; op de sociaal-economische positie, bijvoorbeeld op de kansen op het krijgen van werk; op het welzijn van ouders/partners, niet alleen tijdens de detentieperiode in de vorm van spanningen, eenzaamheid en extra belasting, maar ook daarna, bijvoorbeeld door te idealistische verwachtingen over het samenzijn; en op het welzijn van kinderen, door de afwezigheid van de ouder tijdens de detentie en de daarmee samenhangende stress, door het stigma van een gedetineerde ouder, maar ook bijvoorbeeld door de wederzijdse aanpassingsproblemen daarna (Dirkzwager, Nieuwbeerta & Fiselier, 2009; Irwin & Owen, 2005). In veel studies wordt bovendien gerefereerd aan institutionalisering, waarbij de gedetineerde gedrag, dat binnen de gevangenis passend is, ook daarbuiten blijft vertonen (Irwin & Owen 2005). Stress heeft zijn invloed op de mogelijkheden tot resocialisatie: wanneer iemand niet constant bezig is met een gevecht om te overleven in een vreemde omgeving is het makkelijker om iemand iets te leren of te veranderen (Toch 1977/2006; Van Binsbergen 2003). En de eerder genoemde verzwakking van de bindingen met de maatschappij kan juist leiden tot een verhoogde kans op recidive (Laub & Samson 2003; Samson & Laub 1993). Hoewel dit overzicht geenszins de pretentie heeft volledig te zijn, wordt wel duidelijk dat de gevolgen van gevangenschap vergaand kunnen zijn en een groot aantal aspecten van het leven kunnen betreffen. Daarbij wordt detentie niet door iedereen hetzelfde ervaren (zie bijv. Adams, 1992; Hochstetler et al. 2004). De lengte van de detentie speelt hierbij een rol, net als de locatie en omstandigheden. Maar ook specifieke kenmerken van de gedetineerde, zoals etniciteit, leeftijd, geslacht, psychiatrische problematiek, maar ook eerdere ervaringen, karakter, lichaamsbouw, en sociale vaardigheden, hebben een belangrijke invloed (Adams, 1992). De wetenschap dat vooral voor kwetsbare groepen de impact van gevangenschap groot is, geeft aanleiding om specifiek naar deze kwetsbare groepen te kijken. De groep gedetineerden met een verstandelijke beperking is er daar één van Bestaande kennis over gedetineerden met LVB In wetenschappelijke publicaties wordt slechts beperkt aandacht geschonken aan de problemen van mensen met een LVB in detentie. Waar dat wel gebeurt, lijkt dit zich voornamelijk te richten op twee aspecten van deze problematiek: de gevolgen van een verstandelijke beperking voor de rechtsgang (in het bijzonder het getuigen en gebruik van rechten) en de gevolgen van een verstandelijke beperking voor diagnostiek en behandeling. De extra kwetsbaarheid van gedetineerden met een LVB in detentie in bijvoorbeeld de omgang met medegedetineerden wordt wel erkend (zie bijv. RSJ, 2008), maar niet verder onderzocht, terwijl ook andere problemen in de dagelijkse praktijk van het gevangenisleven nauwelijks verder uitgewerkt worden. Het recente Engelse rapport Prisoners Voices, waarin verslag wordt gedaan van een onderzoek onder gedetineerden met een vermoede LVB, is één van de uitzonderingen hierop. Het onderzoek laat op indringende wijze zien dat gevangenen met LVB in Engeland tegen een breed spectrum aan problemen aanlopen in het rechtsbestel (Talbot, 2008). In het volgende wordt een korte toelichting bij de problematiek van de mensen met een verstandelijke beperking in detentie gegeven die er vooral op gericht is om aan te geven hoe omvangrijk en uiteenlopend de problemen kunnen zijn. 18

Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen

Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Samenvatting De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Dr. H.L. Kaal Drs. A.M. Negenman E. Roeleveld Prof. dr. P.J.C.M. Embregts Achtergrond onderzoek

Nadere informatie

De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen

De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen De problematiek van gedetineerden met een lichte verstandelijke beperking in het gevangeniswezen Dr. H.L. Kaal Drs. A.M. Negenman E. Roeleveld Prof. dr. P.J.C.M. Embregts Tilburg, december 2011 Tilburg

Nadere informatie

De (h)erkenning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking Dr. M. van Nieuwenhuijzen

De (h)erkenning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking Dr. M. van Nieuwenhuijzen De (h)erkenning van jongeren met een lichte verstandelijke beperking Dr. M. van Nieuwenhuijzen ISBN 978 90 8850 154 8 NUR 847 2010 B.V. Uitgeverij SWP Amsterdam Rede (in verkorte vorm) uitgesproken bij

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2010-11 5

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2010-11 5 Samenvatting Aanleiding Zowel in de politiek als bij DJI bestaat al lang de wens tot het ontwikkelen van beleid en het programmeren van onderzoek ten aanzien van licht verstandelijk beperkte (LVB) gedetineerden.

Nadere informatie

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inhoudsopgave Overzicht tabellen en figuren 19 Overzicht gebruikte afkortingen 19 Inleiding 21 1 Situering van het onderzoek 21 1.1 Onderzoek in detentie 21 1.2 Vrouwelijke gedetineerden 22 1.3 Internering

Nadere informatie

Ontwikkeling van evidence based producten. Luciënne Heerkens Petri Embregts

Ontwikkeling van evidence based producten. Luciënne Heerkens Petri Embregts Ontwikkeling van evidence based producten Luciënne Heerkens Petri Embregts Vertalen van evidence naar praktijk Evidence based practice Gewetensvol, oordeelkundig gebruik van beste bewijs om beslissingen

Nadere informatie

De subjectieve zwaarte van detentie: een empirisch onderzoek. Ellen Raaijmakers Jan de Keijser Paul Nieuwbeerta Anja Dirkzwager Joni Reef

De subjectieve zwaarte van detentie: een empirisch onderzoek. Ellen Raaijmakers Jan de Keijser Paul Nieuwbeerta Anja Dirkzwager Joni Reef De subjectieve zwaarte van : een empirisch onderzoek Ellen Raaijmakers Jan de Keijser Paul Nieuwbeerta Anja Dirkzwager Joni Reef Veenhuizen 20 Juni 2014 Achtergrond Detentie dient vier doelen: Afschrikking

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Wetenschap en praktijk: in co-creatie verbonden. Prof. dr. Petri Embregts

Wetenschap en praktijk: in co-creatie verbonden. Prof. dr. Petri Embregts Wetenschap en praktijk: in co-creatie verbonden Prof. dr. Petri Embregts Kwaliteit van zorg- en hulpverlening vindt in de meest wezenlijke vorm plaats in een betekenisvolle relatie tussen de cliënt en

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

Ervaren bejegening & het gedrag en psychisch welzijn van gedetineerden

Ervaren bejegening & het gedrag en psychisch welzijn van gedetineerden Ervaren bejegening & het gedrag en psychisch welzijn van gedetineerden Karin Beijersbergen Anja Dirkzwager Peter van der Laan Paul Nieuwbeerta Veenhuizen Juni 2014 Achtergrond Belang van rechtvaardige,

Nadere informatie

(Epilepsie) Groei-wijzer

(Epilepsie) Groei-wijzer (Epilepsie) Groei-wijzer ZIE elkaardag Marion van Ool verpleegkundig specialist 14 april 2018 Filmpje https://youtu.be/mhbg9ezj98k Programma Zelfmanagement / eigen regie Epilepsie en verstandelijke beperking

Nadere informatie

1 Het sociale ontwikkelingstraject

1 Het sociale ontwikkelingstraject 1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,

Nadere informatie

Epilepsie Groei-wijzer

Epilepsie Groei-wijzer Epilepsie Groei-wijzer Hoe te gebruiken? Ellen Peeters, Marion van Ool verpleegkundig specialisten KH 20 maart 2018 Programma Zelfmanagement / eigen regie Epilepsie en verstandelijke beperking Invloed

Nadere informatie

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT FORENSISCHE PSYCHIATRIE Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT Even voorstellen Annemarie de Vries SPV bij het ACT team Dimence Zwolle Elles van der Hoeven SPV bij de PI Zwolle locatie Penitentiair Psychiatrisch

Nadere informatie

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij Forensische zorg en LVB Een beter leven in een veilige maatschappij Position Paper Forensische zorg en LVB: Een beter leven in een veilige maatschappij November 2017 Een hogere kwaliteit van bestaan voor

Nadere informatie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Voor verwijzers Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking Veel mensen met een licht

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement

Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement Onderwerpen Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement Wat is sociaal isolement? Oorzaken en gevolgen De leefsituatie van sociaal geïsoleerden Wat kunnen we doen aan sociaal isolement? Conclusies

Nadere informatie

Wie zijn onze patiënten?

Wie zijn onze patiënten? In deze folder vertellen wij u graag wat meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. De Kijvelanden behandelt mensen met een psychiatrische stoornis. De rechter heeft hen tbs met bevel tot

Nadere informatie

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking

Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking Tips bij het in gesprek gaan met een burger met een licht verstandelijke beperking S.N. Kuik (2014, ongepubliceerd) Inleiding Het in Gesprek gaan met iemand met een LVB vergt nogal wat van Gespreksvoerders.

Nadere informatie

Een recept voor Vakmanschap. Bejegeningsstijl en opleiding van personeel

Een recept voor Vakmanschap. Bejegeningsstijl en opleiding van personeel Een recept voor Vakmanschap Bejegeningsstijl en opleiding van personeel 6 november 2015 Veiligheid, humaniteit en re-socialisatie 2 De cruciale schakel Het personeel is de cruciale schakel om de missie

Nadere informatie

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis

Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Mentaliseren Bevorderende Therapie (MBT) voor cliënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis Informatie voor cliënten en hun verwijzers Mentaliseren Bevorderende Therapie voor cliënten met een borderline

Nadere informatie

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden Over TBS In deze folder vertellen wij u graag meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden en in het bijzonder over tbs. De Kijvelanden behandelt

Nadere informatie

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland Informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland biedt in een open setting

Nadere informatie

Verraderlijk gewoon: Licht verstandelijk gehandicapte jongeren, hun wereld en hun plaats in het strafrecht

Verraderlijk gewoon: Licht verstandelijk gehandicapte jongeren, hun wereld en hun plaats in het strafrecht Verraderlijk gewoon: Licht verstandelijk gehandicapte jongeren, hun wereld en hun plaats in het strafrecht Landelijke PrO-dag Marigo Teeuwen Nijkerk 10 december 2014 Vandaag: onderzoek en praktijk Onderzoek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

Informatiebrochure. Stichting. Goed. met. Training, voorlichting & scholing. voor iedereen die met psychiatrie te maken heeft

Informatiebrochure. Stichting. Goed. met. Training, voorlichting & scholing. voor iedereen die met psychiatrie te maken heeft Informatiebrochure Stichting Goed met Training, voorlichting & scholing voor iedereen die met psychiatrie te maken heeft Waar denkt u aan bij het woord psychiatrie? Gek Geuzennaam of stigma? Psychiatrie

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Menslievende Professionalisering. Onderzoek naar de training Menslievende Professionalisering. Petri Embregts, Maaike Hermsen & Lisanne van Alphen

Menslievende Professionalisering. Onderzoek naar de training Menslievende Professionalisering. Petri Embregts, Maaike Hermsen & Lisanne van Alphen Menslievende Professionalisering Onderzoek naar de training Menslievende Professionalisering juni 2015 Petri Embregts, Maaike Hermsen & Lisanne van Alphen Achtergrond Zorgverleners werkzaam in het primaire

Nadere informatie

Wacht maar tot ik groot ben!

Wacht maar tot ik groot ben! www.geerttaghon.be Wacht maar tot ik groot ben! Omgaan met agressie bij kleine kinderen Geert Taghon 2013 Ontwikkeling kleine kind De wereld leren kennen en zich hieraan aanpassen (adaptatie) Processen

Nadere informatie

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Aanleiding Het ministerie van Justitie en Veiligheid, onderdeel dienst Justitiële Inrichtingen, is eind 2016 gestart met de pilot doorzorgfunctionaris.

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Visie (Pedagogisch werkplan)

Visie (Pedagogisch werkplan) Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen

Nadere informatie

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Risicofactoren voor kindermishandeling Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing

Nadere informatie

Triple Trouble in de praktijk. Triple Trouble in de praktijk. Komt een man bij de dokter. Drie soorten middelen. Stoornis in het gebruik van middelen

Triple Trouble in de praktijk. Triple Trouble in de praktijk. Komt een man bij de dokter. Drie soorten middelen. Stoornis in het gebruik van middelen Triple Trouble in de praktijk Triple Trouble in de praktijk LEDD congres 2014 Joanneke van der Nagel Jannelien Wieland Robert Didden Van enkelvoudig naar complex licht tot ernstig Over wat te doen wie

Nadere informatie

Jongerencoaching Raster

Jongerencoaching Raster Jongerencoaching Raster School is de plek waar jonge mensen kennis en vaardigheden ontwikkelen, maatschappelijk toegerust worden tot verantwoordelijke burgers en ondersteund worden hun talenten te ontwikkelen.

Nadere informatie

Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Linda Zijlmans Jill van den Akker

Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Linda Zijlmans Jill van den Akker Kennismarkt 26-5-2011 2011 Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Projectgroep Onderzoek Linda

Nadere informatie

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk

Nadere informatie

Kenmerken en oorzaken van een licht verstandelijke beperking

Kenmerken en oorzaken van een licht verstandelijke beperking Kenmerken en oorzaken van een licht verstandelijke beperking Mariska Zoon www.nji.nl Januari 2012 Een licht verstandelijke beperking Met de term licht verstandelijk beperkt worden volgens de DSM-IV-TR

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie

Waarom komt hij onze afspraken nooit na? Snapt ze nu wat ik zeg? Ik weet niet meer hoe ik dit anders kan aanpakken?

Waarom komt hij onze afspraken nooit na? Snapt ze nu wat ik zeg? Ik weet niet meer hoe ik dit anders kan aanpakken? Herkennen van LVB Waarom komt hij onze afspraken nooit na? Snapt ze nu wat ik zeg? Ik weet niet meer hoe ik dit anders kan aanpakken? Definitie LVB het intellectueel functioneren ligt duidelijk onder het

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

WAAR WAAR NIET WAAR IQ QUIZ? Herkennen van kinderen met een licht verstandelijke beperking. Opzet workshop. Waar of niet waar.

WAAR WAAR NIET WAAR IQ QUIZ? Herkennen van kinderen met een licht verstandelijke beperking. Opzet workshop. Waar of niet waar. Opzet workshop Quiz Herkennen van kinderen met een licht verstandelijke beperking Ervaringsdeskundige Interactieve kennisoverdracht Wilma Walterbos gedragsdeskundige MEE Natasja Wiersema Expertisecentrum

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Vroegsignalering van een LVB / zwakbegaafdheid - waarom en hoe

Vroegsignalering van een LVB / zwakbegaafdheid - waarom en hoe Vroegsignalering van een LVB / zwakbegaafdheid - waarom en hoe Jolanda Douma Onderzoekscoördinator LKC LVB 8 maart 2018 Praktijkdag Programmaraad Afgeleid van de training ontwikkeld voor het project Gewoon

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Gedetineerden en hun partnerrelaties voor en na detentie

Gedetineerden en hun partnerrelaties voor en na detentie Gedetineerden en hun partnerrelaties voor en na detentie Anne Brons Anja Dirkzwager Marieke van Schellen Sanne van der Stelt Paul Nieuwbeerta Deelonderzoek binnen Prison Project: De partnerrelaties van

Nadere informatie

Psychisch of Psychiatrie? 12-06-2012

Psychisch of Psychiatrie? 12-06-2012 Wat is een psychische stoornis? Een psychische stoornis is een patroon van denken, voelen en gedrag dat binnen de geldende cultuur ongebruikelijk is. Het patroon veroorzaakt last bij de persoon zelf en/of

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Uitdagende relaties. Arno Willems Marlou Severins

Uitdagende relaties. Arno Willems Marlou Severins Uitdagende relaties Arno Willems Marlou Severins Een promotie-project vanuit MFCG-Limburg (Koraalgroep) met: Prof. dr. Petri Embregts (AWVB, Tranzo, Tilburg University) Prof.dr. Anna Bosman (Radboud University,

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

De rol van de gedragskundige. LVB en Verslaving Workshopronde 1 Slotbijeenkomst Trimbos 16-04-2013

De rol van de gedragskundige. LVB en Verslaving Workshopronde 1 Slotbijeenkomst Trimbos 16-04-2013 De rol van de gedragskundige LVB en Verslaving Workshopronde 1 Slotbijeenkomst Trimbos 16-04-2013 Spin in het web? Agenda Korte uiteenzetting LVB en verslaving Functie-eisen Rol gedragskundige Discussie

Nadere informatie

E edukador respetá: E bobo? Abo sa realmente kiko ta mi limitation

E edukador respetá: E bobo? Abo sa realmente kiko ta mi limitation E edukador respetá: E bobo? Abo sa realmente kiko ta mi limitation Dayandra Hernandez MSc Gezondheidspsycholoog BIG Kind & Jeugd Neuropsycholoog 1 AGENDA Tips Definitie Cijfers Kenmerken Vroegsignalering

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift: Mild intellectual disability: an entity? Mapping clinical profiles and support needs.

Nederlandse samenvatting proefschrift: Mild intellectual disability: an entity? Mapping clinical profiles and support needs. Nederlandse samenvatting proefschrift: Mild intellectual disability: an entity? Mapping clinical profiles and support needs. Sarah Soenen Inleiding Mensen met een lichte verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Movisie Voor een duurzame positieve verandering Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Programma Wat is eenzaamheid en vereenzamen? Wat weten we uit onderzoek over wat werkt?

Nadere informatie

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken Ervaringen uit het veld Overzicht programma Wie ben ik: - Philip Stein - masterstudent sociologie - afgerond A&O-psycholoog Programma: - half uur presentatie,

Nadere informatie

Gezondheidszorgvisie DJI DJI

Gezondheidszorgvisie DJI DJI Gezondheidszorgvisie DJI DJI 2 / G E Z O N D H E I D S Z O R G V I S I E D J I Inleiding In het rapport Van Dinter (1995) [1] en het rapport Zorg achter tralies (augustus 1999) [2], zijn indertijd diverse

Nadere informatie

Complexiteit Intensiteit Bandbreedte Licht Midden Zwaar Intensiteit I 0-1,5 uur

Complexiteit Intensiteit Bandbreedte Licht Midden Zwaar Intensiteit I 0-1,5 uur Arrangementen zelfstandig en veilig wonen Nadat uit het gesprek naar voren is gekomen dat de cliënt beperkingen ondervindt op een (of meerdere) domein(en) van het resultaatgebied zelfstandig en veilig

Nadere informatie

Leefstijltraining PLUS. LEDD 27 november Tonko Hoffman, Psycholoog Petra Pols, GGZ Verpleegkundig Specialist i.o. Forensisch FACT-LVB Palier

Leefstijltraining PLUS. LEDD 27 november Tonko Hoffman, Psycholoog Petra Pols, GGZ Verpleegkundig Specialist i.o. Forensisch FACT-LVB Palier Leefstijltraining PLUS LEDD 27 november 2014 Tonko Hoffman, Psycholoog Petra Pols, GGZ Verpleegkundig Specialist i.o. Forensisch FACT-LVB Palier Agenda Voorstellen Achtergrond team F-FACT-LVB Achtergrond

Nadere informatie

Cliënten over Kwaliteit. Hoe ervaren cliënten de kwaliteit van de gehandicaptenzorg in Nederland? Signalering

Cliënten over Kwaliteit. Hoe ervaren cliënten de kwaliteit van de gehandicaptenzorg in Nederland? Signalering Cliënten over Kwaliteit Hoe ervaren cliënten de kwaliteit van de gehandicaptenzorg in Nederland? Signalering Lichamelijk en psychisch welbevinden Lichamelijk welbevinden Het lichamelijk welbevinden is

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012)

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) In de periode 2008-2012 heeft het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Beste pleegouder, U heeft aangegeven graag op de hoogte gehouden te

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant

Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Borderline in het gezin. Koos Krook, sr. preventiefunctionaris GGZ Midden Brabant Inleiding - Stellingen. - Ontstaan psychiatrische aandoeningen. - Wat zien naastbetrokkenen. - Invloed van borderline op

Nadere informatie

Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie

Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen GGzE centrum kinder- en jeugd psychiatrie Universiteit van Tilburg, Tranzo http://www.youtube.com/watch?list=pl9efc

Nadere informatie

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals Meedoen& Meetellen Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals Samenstelling trainingsmodule Eline Roelofsen Roel Schulte www.verwondering.nu Illustratie

Nadere informatie

Crimineel gedrag en schoolverzuim onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG

Crimineel gedrag en schoolverzuim onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG Lectoraat LVB en jeugdcriminaliteit Factsheet 7 - december 2015 Expertisecentrum Jeugd Hogeschool Leiden Crimineel gedrag en school onder jongeren met jeugdreclasseringsmaatregel bij de WSG Door: Paula

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Selectiecriteria voor plaatsing in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum

Selectiecriteria voor plaatsing in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum Selectiecriteria voor plaatsing in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden Advies d.d. 8 juni 2009 1 2 Samenvatting De Raad stemt

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Ziekte van Huntington

Ziekte van Huntington Ziekte van Huntington Begrijpen van en omgaan met veranderend gedrag Niels Reinders en Henk Slingerland (psychologen) Huntington Café 27 september 2018 Ziekte van Huntington Erfelijke neurologische ziekte

Nadere informatie

Samenvatting. Probleemstelling, onderzoeksvragen en methode

Samenvatting. Probleemstelling, onderzoeksvragen en methode Op verzoek van de Directie Justitieel Jeugdbeleid (DJJ) van het ministerie van Justitie heeft het WODC een verkennend onderzoek verricht naar de relatie tussen vrijheidsbeneming en de emotionele verwerking

Nadere informatie

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential Institutions M.H. Knotter Samenvatting Het onderzoek in dit

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken

Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken Sociaal Werk Nederland heeft door vier studenten (Isabelle de Beere, Nina Smaling, Floor Links en

Nadere informatie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie

Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie Mentale Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie LFPZ,Zeeland, 11 juni 2009 Jan Auke Walburg Principes van positieve psychologie Bestudering positieve subjectieve ervaringen en constructieve cognities.

Nadere informatie

Abagg. Ambulante Begeleiding Aan Geïnterneerden met een verstandelijke beperking in de Gevangenis

Abagg. Ambulante Begeleiding Aan Geïnterneerden met een verstandelijke beperking in de Gevangenis Abagg Dienstverleningscentrum t Zwart Goor Ambulante Begeleiding Aan Geïnterneerden met een verstandelijke beperking in de Gevangenis Geïnterneerden met een verstandelijke beperking of een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Ervaren problemen door professionals

Ervaren problemen door professionals LVG en Verslaving Lectoraat GGZ-Verpleegkunde Ervaren problemen door professionals Kennisdeling 11 november 2010, Koos de Haan, deel 2 1 Wat komt aan bod? Onderzoek naar problemen door professionals ervaren

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie