REGLEMENT AANLEGGEN OF VERVANGEN VAN EEN VOETPAD

Transcriptie

1 REGLEMENT AANLEGGEN OF VERVANGEN VAN EEN VOETPAD Aanpassingen maart 2011 A. VERVANGEN OF AANLEGGEN VAN EEN VOETPAD Art. 1 : Art. 2 : Art. 3 : Art. 4 : Art. 5 : Art. 6 : Art. 7 : Art. 8 : Art. 9 : Art. 10 : Er wordt een premie toegekend met betrekking tot de aanleg van voetpaden op het openbaar domein of op de hiervoor bedoelde strook grond gelegen vóór de rooilijn. De aanleg gebeurt op initiatief van de eigenaar van de aanpalende eigendom. De aanvraag tot aanleg en tot het bekomen van een eventuele premie dient vóór de uitvoering van de werken schriftelijk gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen, en dient gesteld te worden op het formulier dat daartoe ter beschikking zal gesteld worden aan de aanvragers op de gemeentelijke technische dienst. Deze aanvraag omvat de gegevens van de aanvrager, vraag tot vergunning en een plaatsbeschrijving opgemaakt door de aanvrager. De verschuldigde premie zal berekend worden op basis van een vaste eenheidsprijs per vierkante meter, vastgelegd op maximum 12 EUR/m2, excl BTW. Het maximumbedrag van de premie per eigendom wordt vastgelegd op 350 EUR, onafgezien van het totaal aantal aan te leggen m² voetpad. Voor de berekening van de uit te betalen premie dient rekening gehouden te worden met de bepalingen van artikel 12. Het aan te leggen voetpad dient inzake afmetingen aan de volgende voorwaarden te voldoen: de breedte beloopt 1,50 m (tenzij de afstand tussen de rooilijn en de rijweg kleiner is). De aanvrager verbindt er zich toe het voetpad aan te leggen over de volledige lengte van het eigendom waarvoor de premie wordt aangevraagd. Afwijkende maatvoeringen dienen ter goedkeuring, aan het college van burgemeester en schepenen, voorgelegd te worden. De aanleg van het voetpad dient minstens te omvatten: - het opbreken van de eventuele bestaande verharding en het wegvoeren van alle afbraakmateriaal; - het uitvoeren van de vereiste grondwerken, met inbegrip van het wegvoeren van de overtollige grond; - het plaatsen van grijze betonstraatstenen volgens de technische beschrijving cfr. C 2.2. De betonstraatstenen dienen te beantwoorden aan de norm NBN B Betonstraatstenen. Ze dienen tevens het keurmerk BENOR te dragen. Er wordt uitdrukkelijk gesteld dat teneinde uniforme voetpaden te bekomen de aanleg van het voetpad uitsluitend dient te gebeuren volgens het, onder C 2.2 de technische beschrijving, vermelde types van betonstraatstenen. Decoratieve betonstraatstenen allerhande worden niet toegelaten, ook niet ter plaatse van de garage-inritten. Er wordt geen premie uitbetaald op voetpaden die hetzij deels, hetzij totaal met andere soorten van betonstraatstenen zijn aangelegd. De verplaatsing van door de aanvrager aangelegde of bestaande private afvoerleidingen e.d., evenals noodzakelijk geachte aanpassingen van dorpels, kelderopeningen, afsluitingen, hoogtepeilen van op- en afritten, welke vereist zijn om een goede aanleg van het voetpad te verwezenlijken, conform met de bouwverordening betreffende het aanleggen, vernieuwen of herstellen van voetpaden, zullen dienen uitgevoerd te worden door de aanvrager. De kosten vallen integraal ten laste van de aanvrager. De eventuele herplaatsing of vervanging van boordstenen, greppels en straatgoten valt ten laste van de gemeente, en dient door de gemeentelijke dienst WEB (werken in eigen beheer) te worden uitgevoerd. Hiervoor dient vooraf een aanvraag te gebeuren bij de betrokken dienst. Vooraleer de werken worden aangevat zal: - door de gemeentelijke technische dienst een plaatsbezoek worden gebracht

2 - tussen het gemeentebestuur en de aanvrager een schriftelijke overeenkomst worden afgesloten waarbij de aanvrager zich dient te verbinden tot de strikte naleving van onderhavig reglement, van de beschikkingen en voorwaarden van het onderhavig reglement, en van de realisatie van het aangevraagd voetpad. Art. 11 : Art. 12 : Art. 13 : Art. 14 : Art. 15 : Art. 16 : Art. 17 : De verschuldigde premie zal pas worden uitbetaald nadat de werken conform worden geacht met de afgesloten overeenkomst, waarvan sprake onder artikel 10 hierboven. Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor het uitgevoerde werk te weigeren, en de premie niet uit te betalen. De uitbetaling van de premie kan slechts geschieden na voorlegging van een conforme factuur met betrekking tot de uitgevoerde werken, opgesteld door de leverancier van de betonstraatstenen en op naam van de aanvrager van de premie. De premie wordt berekend op basis van de eenheidsprijs vastgelegd onder artikel 3 en rekening houdende met het vermelde plafond. De uitbetaling van de premie geschiedt binnen de zestig kalenderdagen na acceptatie van de uitgevoerde werken door de gemeentelijke dienst WEB (werken in eigen beheer). In geen enkel geval kan de toegekende premie enig recht in zich houden met betrekking tot de private toeëigening van de goederen behorende tot het gemeentelijk patrimonium. Na de uitvoering van de werken zullen geen opbraakwerken mogen worden uitgevoerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het gemeentebestuur. Het premiereglement komt niet in aanmerking voor de aanleg van voetpaden in straten waarvan de algehele heraanleg wordt voorzien binnen een termijn van 5 jaar. De onderhavige reglementering zal aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt. B. VERPLICHT AANLEGGEN VAN EEN VOETPAD BIJ EEN NIEUWBOUW- OF VERBOUWREALISATIE Bij de uitvoering van een stedenbouwkundige vergunning voor een nieuwbouw- of een verbouwrealisatie wordt de verplichting opgelegd om een voetpad aan te leggen volgens de procedure, beschreven onder punt A. C. TECHNISCHE BEPALINGEN Art. 1.1.: Art. 1.2.: Art. 1.3.: Art. 1.4.: Afmetingen en profiel van de voetpaden. De lengte, de breedte, de hoogteligging en de helling van de voetpaden worden opgenomen in de afgeleverde bouwvergunning. Er wordt rekening gehouden met de goedgekeurde rooilijnplannen, de rooilijnen vastgelegd in de Bijzondere Plannen van Aanleg en de implicaties van verkavelingsvergunningen. De afhelling van het voetpad haaks op de straatas gemeten, bedraagt hoogstens 2 à 3 cm per meter vanaf de rooilijn naar de rijweg toe. Een grotere dwarshelling kan enkel toegelaten worden indien omwille van plaatselijke hoogteverschillen de vermelde waarden niet kunnen gerespecteerd worden. In straten met een grote langshelling kan de dwarshelling op 1 cm per meter gebracht worden. Het profiel van de voetpaden zal verwezenlijkt worden overeenkomstig de bepalingen van het standaard bestek 250 versie 2.2. Wordt een bepaald voetpad verhoogd of verlaagd zonder dat de aanpalende voetpadgedeelten worden verhoogd, hetzij verlaagd, dan wordt het nieuwe voetpad met de bestaande gedeelten verbonden mits het voorzien van een schuin vlak met een helling van maximum 3 cm per meter. De voetpaden mogen niet onderbroken worden voor garage-opritten of -afritten, poorten of ingangen naar eigendommen.

3 Art. 1.5.: Art. 1.6.: Tenzij andersluidende beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen wordt het voetpad voorzien over de volle breedte tussen de rijweg en de rooilijn. De breedte van de voetpaden bedraagt 1,50 m voor zover de plaatselijke toestand zulks toelaat. De eventuele herplaatsing of vervanging van boordstenen, greppels en straatgoten valt ten laste van de gemeente, en dient door de gemeentelijke dienst WEB (werken in eigen beheer) te worden uitgevoerd. Hiervoor dient vooraf een aanvraag te gebeuren bij de betrokken dienst. Te gebruiken materialen als voetpadverharding Art : De keuze van het materiaal zal bepaald worden door het college van burgemeester en schepenen in functie van het algemeen straatbeeld. Art : Betonstraatstenen hebben als afmetingen 220mm x 110mm en zijn in grijze kleur. De nominale dikte bedraagt 80 mm. De stenen hebben een effen slijtvlak. De randen van het slijtvlak zijn evenwel voorzien van een afschuining of velling. De betonstraatstenen dienen te beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN B Het college van burgemeester en schepenen kan betonstraatstenen met andere afmetingen, een andere kleur en een ander uitzicht opleggen, gelet op het straatbeeld. Uitvoering Art : De aanleg van de voetpaden dient conform te zijn met de toepasselijke bepalingen van het standaard bestek 250 versie Inzake de goede aanleg kan tevens verwezen worden naar de aanbevelingen vervat in de publicaties van de Federatie van de Belgische Cementnijverheid. Art : De betonstraatstenen worden in halfsteensverband geplaatst. De stenen worden geplaatst op een funderingslaag bestaande uit zandcement met een dikte van minstens 12 cm. Ter plaatse van inritten die door vrachtwagens kunnen gebruikt worden dient de dikte minstens 15 cm te bedragen. Het cementgehalte bedraagt 100 kg per m³ zand. De stenen worden gelegd in een zgn. straatlaag met een dikte van 3 cm à 4 cm en bestaande uit zandcement. De betonstraatstenen worden los tegen elkaar gevlijd. Wanneer de stenen gelegd zijn en na afwerking van de randen worden deze vastgetrild met een trilplaat voorzien van een rubber- of kunststofzool. Het gebruik van een trilwals is verboden. Na het aftrillen wordt een laagje voegvullingszand, bestaande uit droog en fijn wit zand in de voegen gebezemd. Dit wordt herhaald totdat alle voegen geheel gevuld zijn. Rond singuliere punten zoals inspectieputten worden bij voorkeur één of twee langse rijen stenen geplaatst, ofwel worden deze elementen opgesloten in hoogwaardig micro-beton. Art : Het plaatsen van beschadigde betonstraatstenen is niet aanvaardbaar. Dergelijke stenen en tegels dienen derhalve onmiddellijk verwijderd te worden. Eveneens dienen betonstraatstenen die bij het vasttrillen beschadigd worden, te worden vervangen. Art : Om waterplassen op de voetpaden te vermijden dienen de betonstraatstenen langs greppels en boordstenen 0,5 cm hoger geplaatst te worden dan deze elementen. Art : Geen enkele afvoerbuis mag haar afloop hebben op het voetpad. Bestaande regenwaterafvoerpijpen dienen aangesloten te worden op het openbaar rioleringsnet, hetzij op een regenwaterreservoir gelegen op de private eigendom. De kosten vallen ten laste van de boordeigenaar. Art. 3.6.: De voetpaden dienen derwijze te worden aangelegd dat de deksels van bezoekschouwen, inspectieputten, brandkranen, e.d. geheel in eenzelfde effen vlak als dit van het voetpad komen te liggen. Art : Uitsprongen van keldergaten, dorpels, e.d., die niet binnen de begrenzing van de aanpalende eigendom vallen kunnen enkel als bestaande toestand gedoogd worden. Dergelijke bestaande constructies dienen op het eerste verzoek van het gemeentebestuur verwijderd te worden. De kosten vallen ten laste van de boordeigenaar. Het bekomen van een vergunning voor het aanleggen of

4 vernieuwen van een voetpad houdt niet de aanvaarding van rechtswege in van de aanwezigheid van uitspringende gebouwgedeelten binnen het tracé van het voetpad. Art Behalve indien langs de rooilijn vaste constructies voorkomen, zoals gebouwen, dient het voetpad afgewerkt te worden met een kantopsluiting. Indien binnen het tracé van het voetpad bomen en andere aanplantingen voorkomen dient rond deze groene elementen een ongeplaveide ruimte te worden gereserveerd. De afmetingen van deze uitsparing zullen door het gemeentebestuur aangegeven worden. Omheen deze uitsparing dient eveneens een kantopsluiting te worden aangebracht. De kantopsluiting bestaat uit geprefabriceerde lijnvormige betonelementen van het type ID1. De kantopsluiting dient geplaatst op een fundering van mager beton met een dikte van minstens 0,20 m en van voldoende breedte. De kantopsluiting dient aan de achterzijde gestut met mager beton over een breedte en hoogte van 0,20 m, aangebracht boven de fundering. 2. De eventuele herplaatsing of vervanging van boordstenen, greppels en straatgoten valt ten laste van de gemeente, en dient door de gemeentelijke technische dienst te worden uitgevoerd. Art : Voor de afwerking van de voetpaden langs de randen en in eventuele bochten dienen halve en/of gezaagde betonstraatstenen en tegels te worden aangewend. Stenen en tegels met onregelmatige zijden en oneffen breukvlakken zijn evenwel niet aanvaardbaar, en dienen derhalve onmiddellijk verwijderd te worden. Art : De betonstraatstenen en de lijnvormige elementen dienen het keurmerk Benor te dragen. D. TERMIJNEN EN TOEZICHT OP DE WERKEN Bij een aanvraag welke niet gekoppeld is aan een stedenbouwkundige vergunning dient de aanvraag voor de start van de werken ingediend te worden. Deze vergunning blijft 1 jaar geldig te rekenen vanaf de afgiftedatum van de vergunning. Op verzoek van de vergunninghouder kan het college van burgemeester en schepenen de vergunning met één jaar verlengen. (cfr. AFDELING A ) Bij een stedenbouwkundige vergunning dient de aanvraag voor het voetpad te gebeuren alvorens de ruwbouwwerken aanvangen. Deze vergunning blijft 4 jaar geldig te rekenen vanaf de afgiftedatum van de vergunning. Op verzoek van de vergunninghouder kan het college van burgemeester en schepenen de vergunning met één jaar verlengen. (cfr. AFDELING B ) Art. 4. : De werken dienen te worden aangevat vóór het verstrijken van de geldigheidstermijn van de vergunning, zoniet vervalt de vergunning. De aanleg van het voetpad kan in dat geval, en indien de noodzaak zich daartoe voordoet, van ambtswege uitgevoerd worden door het gemeentebestuur of door een door het gemeentebestuur aangeduide aannemer, en dit op kosten van de vergunninghouder. De termijn die verloopt tussen de aanvang der werken en de voltooiing ervan beloopt ten hoogste twee maanden. De werken mogen slechts aangevat worden nadat de gemeentelijke dienst WEB (werken in eigen beheer) hiervan in kennis is gebracht en dit tenminste twee werkdagen vóór de aanvang van de werken. E. BIJZONDERE BEPALINGEN Omtrent de gevallen die niet voorzien zijn in de onderhavig reglement zullen de betrokken aanvragers of vergunninghouders zich dienen te schikken naar de beslissingen van het college van burgemeester en schepenen.

5 Art. 4. : Art. 5. : Over elke betwisting tussen de afgevaardigde van het gemeentebestuur en de aanvrager of de vergunninghouder met betrekking tot de afmetingen, de vorm en het voorkomen van het voetpad zal het college van burgemeester en schepenen uitspraak doen. Ingeval van de vernieuwing van bestaande voetpaden in kasseien blijven de opgebroken kasseistenen eigendom van de gemeente. De dienst WEB is belast met de weghaling ervan. De onderhavige verordening zal aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt. De aanvrager en of eigenaar van het aangrenzend terrein blijft 2 jaar aansprakelijk voor de uitvoering van deze werken.