In: Migrantenstudies, Themanummer Jeugd, 2003, 19(4), p

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In: Migrantenstudies, Themanummer Jeugd, 2003, 19(4), p. 252-265"

Transcriptie

1 1 In: Migrantenstudies, Themanummer Jeugd, 2003, 19(4), p De acculturatie en adaptatie van migrantenjongeren in Nederland. Een vergelijkende studie Paul Vedder en Fons J. R. van de Vijver * Deze bijdrage betreft een internationaal vergelijkende studie op het gebied van acculturatie en adaptatie aangeduid als the International Comparative Study of Ethnocultural Youth (ICSEY) i. Het algemene doel van het ICSEY-project is kennisuitbreiding en modeltoetsing op het gebied van de acculturatie en adaptatie van migrantenjongeren in dertien relatief welvarende landen. De 13 landen zijn: Canada, de Verenigde Staten, Australië, Nieuw Zeeland, Israël, Finland, Zweden, Noorwegen, Portugal, Frankrijk, Groot- Brittannië, Duitsland en Nederland. Momenteel zijn de projectleden bezig met het schrijven van het afsluitende boek dat in 2004 zal verschijnen en waarin verslag wordt gedaan van de analyses van de data van alle deelnemende landen en groepen. In de 13 landen doen in totaal 47 etnische groepen (excl. de meerderheidsgroepen uit de 13 verschillende landen) mee aan het onderzoek. Het ICSEY-project kent een eigen website waarop projectactiviteiten en publicaties worden aangekondigd ( Theoretisch is het project sterk geïnspireerd door Berry s acculturatiemodel (Berry, 1990, 1997) en door Phinney s werk op het gebied van etnische identiteit (Phinney, 1992; Phinney & Devich-Navarro, 1997). Berry (zie ook Arends-Tóth, 2003) introduceerde een twee-dimensioneel model voor acculturatie waarin tot uiting komt dat de twee dominante aspecten van de wijze waarop migranten omgaan met hun nieuwe interculturele leefsituatie, namelijk het vasthouden aan hun oorspronkelijke cultuur en aanpassing aan de nieuwe culturele omgeving, conceptueel kunnen worden onderscheiden en empirisch onafhankelijk zijn. In Berry s model gaat het om twee vragen waarmee wordt nagegaan hoe de interculturele leefsituatie van immigranten eruit ziet. De eerste heeft betrekking op cultuurbehoud: wordt het belangrijk geacht om de eigen cultuur vast te houden? De tweede heeft betrekking op de relaties met de cultuur van de nieuwe samenleving: wordt het belangrijk geacht om banden aan te gaan en te onderhouden met de nieuwe samenleving? Indien voor het gemak verondersteld wordt, dat beide vragen enkel met ja en nee beantwoord kunnen worden, geven deze informatie over vier mogelijke acculturatieattitudes. Deze worden aangeduid als integratie, assimilatie, separatie, en marginalisatie. Twee positieve antwoorden leiden tot integratie, terwijl twee negatieve antwoorden duiden op marginalisatie. Een positief antwoord op de eerste vraag en een negatief antwoord op de tweede leidt tot separatie, en een combinatie van neen op behoud en ja op aanpassing duidt op assimilatie. Berry onderstreept met zijn model dat migranten niet hun eigen cultuur hoeven op te geven om zich in hun nieuwe leefsituatie te kunnen richten op de nieuwe culturele omgeving. Berry en andere onderzoekers (Berry, 1997; Howard, 1998; LaFromboise, Coleman, & Gerton, 1993) hebben herhaaldelijk betoogd dat een keuze voor integratie samengaat met minder stress en meer welbevinden bij migranten dan de andere acculturatieattitudes. Het is de vraag in hoeverre het hier gaat om een robuuste relatie die weinig gevoelig is voor variatie in de leefomgeving en bredere samenleving waarin immigranten verkeren. Verschillende studies, zowel empirische als theoretische, maken aannemelijk dat de context van groot belang kan zijn voor het antwoord op de vraag welke acculturatieattitude het meest adaptief is (Birman, Trickett, & Vinokurov, 2002; Mollenkopf, 2000; Phinney, Horenczyk, Liebkind & Vedder, 2001). Zowel binnen als tussen etnische groepen kunnen de opvattingen variëren over wat een juiste en goede adaptatie is en over criteria die daarvoor gebruikt kunnen worden. De keuze voor een bepaalde acculturatieattitude kan min of meer zijn opgelegd of worden ingegeven door de adaptatieopbrengst die onder gegeven omstandigheden als het meest

2 haalbaar wordt aangemerkt. De studie van Van Oudenhoven, Prins en Buunk (1998) liet zien dat Nederlanders het liefst willen dat immigranten assimileren of integreren, terwijl ze aannemen dat de meeste immigranten voorstander zijn van separatie. Op basis van dit gegeven is het aannemelijk dat aanwijzingen dat immigranten hun eigen cultuur en taal willen behouden worden opgevat als afwijkingen van de gewenste situatie en derhalve worden afgekeurd. Deze afkeuring zet zelfs de keuze voor integratie onder druk voorzover integratie inhoudt dat immigranten hun best doen om hun eigen taal en cultuur te behouden (vgl. Arends-Tóth & Van de Vijver, 2003). De afkeuring van de Nederlanders zou afbreuk kunnen doen aan de adaptatie-uitkomsten in termen van bijvoorbeeld het welbevinden van de immigranten. Kortom, zowel interculturele omstandigheden als opvattingen over wat een wenselijke en meest positieve adaptatie is kunnen de relatie tussen acculturatieattitude en adaptatie beïnvloeden. Complementair aan de hiervoor gepresenteerde noties van Berry maken we in het onderzoek gebruik van het werk van Phinney over etnische identiteit, waarbij het vooral gaat om het gevoel om bij een etnische groep te horen (Phinney, 1992). Het gevoel bij een groep te horen ligt ten grondslag aan gevoelens van veiligheid en competentie en tegelijkertijd is het in veel situaties een aanwijzing voor de beschikbaarheid van sociale, materiële en emotionele steun die vanuit de groep wordt geboden. Zowel de aanwezigheid van steun als de gevoelens van veiligheid en competentie zijn belangrijk voor de adaptatie van migranten. Acculturatie en identiteit hebben veel gemeen (Liebkind, 2001; Nguyen, Messé, & Stollak, 1999). Phinney (1992) omschrijft etnische identiteit expliciet als het aspect van acculturatie dat van doen heeft met het subjectieve gevoel tot een bepaalde groep te behoren. Net als Berry betoogt ze dat behoud van eigen cultuur en taal goed kan worden gecombineerd met een gerichtheid op de dominante cultuur en participatie in de samenleving buiten de etnische groep. Acculturatieattitudes, etnische en nationale identiteit drukken een houding uit ten opzichte van de eigen groep en andere groepen, met name de meerderheidsgroep. Deze houding zal, zo nemen we aan, gerelateerd zijn aan bepaalde acculturatiegedragingen. In het onderhavige onderzoek besteden we wat dit betreft vooral aandacht aan taalvaardigheid in de etnische taal en in de meerderheidstaal, en aan de frequentie van contacten met leeftijdgenoten van de eigen groep, de meerderheidsgroep en andere groepen. Alhoewel we in dit onderzoek deze acculturatiegedragingen onderscheiden van acculturatieattitudes en identiteit, gaan we er van uit dat ze nauw aan elkaar gerelateerd zijn. We moeten in deze introductie ook aandacht schenken aan het concept adaptatie. We volgen het onderscheid gemaakt door Ward (2001) tussen psychologische en socioculturele adaptatie. Psychologische adaptatie betreft gevoelens van welbevinden of voldoening, terwijl het bij socioculturele adaptatie gaat om de mate waarin een persoon in staat is zich aan te passen aan en de weg weet in de nieuwe samenleving. Bij psychologische adaptatie gaat het primair om gevoelsmatige reacties op situaties, terwijl het bij socioculturele adaptatie gaat om gedrag, de effectiviteit van interacties in sociale situaties en de vaardigheden die daarbij nodig zijn (Ward, 2001). Volgens Ward hangen de twee vormen onderling samen, maar worden ze voorspeld door verschillende variabelen. Psychologische adaptatie hangt meer samen met persoonlijkheid en de beschikbaarheid van sociale steun en derhalve meer met de etnische identiteit, terwijl socioculturele adaptatie meer wordt bepaald door de intensiteit en kwaliteit van relaties met leden van de meerderheidsgroep. Bij socioculturele adaptatie doet de oriëntatie op de autochtone groep er meer toe. We zullen nagaan of dit in onze studie naar voren komt. We hebben het hiervoor verschillende keren gehad over de invloed van de houding van de meerderheidsgroep op de houding en adaptatie van migranten. In deze bijdrage schenken we daaraan aandacht via een variabele waargenomen discriminatie. We gaan er vanuit dat waargenomen discriminatie een reflectie is van de invloed van de houding van de meerderheidsgroep jegens immigranten op de houding 2

3 3 en adaptatie van de immigranten. Dit betekent dat we deze variabele in het onderhavige onderzoek net als in vele andere studies (vgl. Phinney, Madden, & Santos, 1998; Sellers & Shelton, 2003) gebruiken als een verklarende contextvariabele. De centrale vraag in onze studie is of er systematische relaties zijn tussen de waargenomen discriminatie, interculturele relaties van migranten en hun aanpassing aan de samenleving waarin ze leven. Op basis van veel eerder onderzoek mogen we verwachten dat discriminatie-ervaringen een negatieve invloed hebben op adaptatie. We zullen de Nederlandse deelnemers aan het ICSEY onderzoek vergelijken met de deelnemers uit de andere landen. Voor de goede orde zij opgemerkt dat we hier slechts de modeltoetsing op individueel niveau bespreken. Methode Deelnemers Voor de toetsing van wat we hier het ICSEY-model noemen zijn de data gebruikt van 3059 allochtone jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 18 jaar wonend in 12 Westerse landen. De totale ICSEY-groep is eigenlijk nog ruim 2000 jongeren groter, maar voor de modeltoetsing hebben we de data van enkel die jongeren in aanmerkingen genomen waarvan alle data beschikbaar zijn. De 3059 allochtone jongeren behoorden tot 44 verschillende groepen. Van deze jongeren was 60% geboren in het immigratieland of daar naar toegekomen vóór de leeftijd van zeven jaar. In de onderhavige studie noemen we dit de tweede generatie. Iets meer dan de helft (53%) van de jongeren was meisje. De gemiddelde leeftijd was (SD = 1.51). Bij 12% van de jongeren had geen van de ouders een betaalde baan. Bij de werkenden waren de ouders met ongeschoold werk de grootste groep (46%), terwijl iets meer dan 17% een baan hadden op basis van een hogere beroepsopleiding of een universitaire studie. In Nederland werden deelnemers gezocht in de Randstad. Doelgroepen waren Turkse, Antilliaanse en Hindoestaanse jongeren. In een vooronderzoek was vastgesteld dat de vragenlijstbenadering gevolgd in ICSEY minder geschikt is voor Marokkaanse jongeren. Het was niet mogelijk een toevalssteekproef te trekken. Aan ICSEY is meegedaan door 164 Turkse, 95 Hindoestaanse en 89 Antilliaanse jongeren, maar voor de modeltoetsing bleven 19 Turkse, 58 Antilliaanse en 76 Hindoestaanse jongeren. Vanwege de beperkte omvang van elk van deze groepen benaderen we de jongeren hier als één groep. Bijna 52% was meisje en 82% was in Nederland geboren of hier gekomen voor hun zevende levensjaar. Dit laatste is 20% meer dan in de internationale ICSEY-groep. De gemiddelde leeftijd was jaar (SD = 1.49), ongeveer een half jaar jonger dan de internationale ICSEY-groep. Bij 11% van de jongeren had geen van de ouders een betaalde baan, terwijl van de werkende ouders 18% ongeschoold werk verrichtten. Dit is beduidend minder dan in de internationale groep. Tweeënzestig procent van de ouders verrichtte gemiddeld geschoold werk en 19% hoog geschoold. Kortom, de Nederlandse groep is iets jonger, meer jongeren hebben langere tijd ervaring met de nieuwe samenleving en hun ouders zijn gemiddeld beter geschoold dan de ouders van de jongeren in de internationale groep. Instrumenten Er is een vragenlijst gebruikt waarmee variabelen zijn gemeten op het gebied van interculturele relaties, acculturatiegedrag en adaptatie. Alle gebruikte maten zijn gebaseerd op zelfrapportages. Op basis van conceptuele overwegingen (zie hiervoor) en exploratieve factor analyses zijn de vele verschillende maten die zijn gebruikt (zie Tabel 1) samengenomen in zes nieuwe variabelen: de interculturele variabelen integratie, oriëntatie op de eigen groep, oriëntatie op en sociaal contact met de meerderheidsgroep, en de adaptatievariabelen psychologische adaptatie en socioculturele adaptatie. Verder is een contextvariabele gebruikt die ook middels een vragenlijst gemeten is: waargenomen discriminatie. Specifieke

4 psychometrische informatie geven we hier slechts voor de Nederlandse jongeren (zie Tabel 1). Bij alle maten antwoordden de jongeren op een vijfpuntsschaal, waarmee ofwel de mate van voorkomen of de mate van instemming werd bevraagd. Een voorbeelditem uit de schaal voor waargenomen discriminatie is Ik ben geplaagd en beledigd vanwege mijn etnische achtergrond. De variabele integratie is een samenstel van items van twee schalen om acculturatieattitudes te meten: integratie (bijv. Voor mij is het belangrijk dat ik zowel goed Nederlands ken als goed Sarnami ) en marginalisatie (bijv. Ik denk dat het niet belangrijk is voor een Antilliaan om zijn eigen cultuur vast te houden en ook niet om zich aan te passen aan de Nederlandse cultuur ); de marginalisatie-items zijn omgekeerd gescoord. Hoge scores duiden op een grotere voorkeur voor integratie terwijl lage scores op een voorkeur voor marginalisatie wijzen. Oriëntatie op de eigen groep is een factorscore waaraan wordt bijgedragen door items over etnische identiteit (bijv. Ik ben trots Turk te zijn ), ouderlijke autoriteit (bijv. Kinderen moeten hun ouders gehoorzamen ) en de acculturatieattitude separatie (bijv. Ik zou liever met iemand van mijn eigen groep trouwen of samenwonen dan met een Nederlander ). Hoge scores duiden op een sterkere oriëntatie op de eigen groep. Oriëntatie op de meerderheidsgroep is een factorscore gebaseerd op scores op items over nationale identiteit (bijv. Ik ben blij Nederlander te zijn ) en de acculturatieattitude assimilatie (bijv. Ik vind dat de Hindoestanen de Nederlandse cultuur moeten overnemen en hun eigen cultuur moeten laten schieten ). De variabele sociaal contact verwijst naar een factorscore gebaseerd op scores voor de frequentie van interactie met leeftijdgenoten die tot de eigen groep behoren (bijv. op het gebied van sport, in de schoolpauzes of in de vrije tijd), die tot de meerderheidsgroep behoren, of tot een andere migrantengroep en om scores voor de beheersing van de meerderheidstaal (bijv. Hoe goed kun je Nederlands spreken? ) en voor de beheersing van de taal van de ouders (bijv. Hoe goed kun je Papiaments lezen? ). Hogere scores verwijzen naar meer contact met de meerderheidscultuur, lagere scores naar meer contact met de etnische cultuur. Psychologische adaptatie is gemeten als een factorscore op basis van items voor zelfcontrole (bijv. Ik ben in staat mijn eigen belangen te beschermen ), zelfwaardering (bijv. Ik vind dat ik een aantal goede kwaliteiten heb ), tevredenheid met het leven (bijv. Op de meeste punten is mijn leven bijna ideaal ) en psychische problemen (bijv. Ik voel me gespannen en opgefokt ). Alle items zijn dusdanig gescoord dat hogere scores duiden op een betere psychologische adaptatie. Socioculturele adaptatie is gemeten als een factorscore gebaseerd op scores voor onaangepast gedrag (bijv. Iets in een winkel gepakt zonder te betalen ), houding t.a.v. school ( Momenteel vind ik het leuk op school ) en een zelfrapportage over prestaties op school. Ook hier zijn alle items zodanig gecodeerd dat hogere scores wijzen op beter aangepast gedrag. In Tabel 1 is aangegeven welke instrumenten ten grondslag liggen aan de variabelenclusters, wat de eigenwaarde en de verklaarde variantie is van de gebruikte factorscores en wat de interne consistentie (Cronbach s alpha) is van de gebruikte schalen. Per schaal is voor elk land en elke etnische groep nagegaan of de schalen hetzelfde psychologische construct meten (vgl. Van de Vijver & Leung, 1997). Voor alle maten vonden we forse steun voor de vergelijkbaarheid tussen de verschillende culturele groepen. Voor de verantwoording en beschrijving van de techniek en voor specifieke uitkomsten verwijzen we naar de te verschijnen ICSEY-publicatie (Vedder & Van de Vijver, 2004). In het overzicht van Cronbach s alfa s valt op dat met name de schalen die acculturatieattituden meten onvoldoende betrouwbaar zijn. Hieraan ontlenen we een extra argument om niet te werken met de afzonderlijke schalen, maar met clusters van schalen om een goede constructrepresentatie te krijgen. De eigenwaarden en percentages verklaarde variantie per te meten concept geven aan dat de gebruikte maten unidimensioneel zijn en in de meeste gevallen een aanzienlijke mate van variantie verklaren in de gebruikte scores. 4

5 5 Tabel 1 Factoren en gebruikte schalen: aantal items, bron en betrouwbaarheid Factor & schaal # items Bron Cronbach s α Discriminatie 7 ICSEY.81 Integratie Eigenwaarde 1.308; 65.4% verklaarde variantie Integratie 5 ICSEY en Berry, Kim, Power, Young, & Bujaki (1989).30 Assimilatie 5 ICSEY en Berry, Kim, Power, Young, & Bujaki (1989).59 Oriëntatie eigen groep Eigenwaarde 1.400; 46.7% verklaarde variantie Etnische identiteit 8 Phinney (1992).83 Ouderlijke autoriteit 10 Georgas, Berry, Shaw, Chrisakopoulou, & Mylonas (1996).65 Separatie 5 ICSEY en Berry, Kim, Power, Young, & Bujaki (1989).59 Oriëntatie meerderheidsgroep Eigen-waarde 1.176; 58.8% verklaarde variantie Nationale identiteit 8 Phinney & Devich-Navarro (1997).87 Assimilatie 5 ICSEY en Berry, Kim, Power, Young, & Bujaki (1989).48 Sociaal contact Eigenwaarde 1.74; 34.9% verklaarde variantie Contact eigen groep 4 ICSEY.83 Contact meerderheid 4 ICSEY.84 Contact andere groep 4 ICSEY.87 Beheersing Nederlands 4 Kwak (1991).90 Beheersing moedertaal 4 Kwak (1991).86 Psychologische adaptatie Eigenwaarde 2.323; 58.1% verklaarde variantie Zelfcontrole 6 Connell (1985).72 Zelfwaardering 10 Rosenberg (1965).77 Levenssatisfactie 5 Diener, Emmons, Larsen, & Riffin (1985).76 Psychische problemen 15 Robinson, Shaver, & Wrightsman (1991).88 Socioculturele adaptatie Eigenwaarde 1.427; 47.6 % verklaarde variantie Onaangepast gedrag 10 Olweus (1994).72 Schoolattitude 7 Sandal (1998).69 Schoolprestaties 1 ICSEY

6 Procedure De beschrijving wordt hier beperkt tot de procedure gevolgd bij de Nederlandse groepen. De Antilliaanse groep is geworven via persoonlijke contacten van de onderzoeksassistent, een maatschappelijk werker, met Antilliaanse gemeenschappen in de Randstad. De contacten werden bij de jongeren thuis gelegd, waar ook de vragenlijsten werden ingevuld. De Hindoestaanse groep is via persoonlijke contacten en via kerkelijke organisaties geworven. Ook hier werd het contact met gezinnen en jongeren bij de jongeren thuis gelegd. De Turkse groep is geworven op scholen en in deze groep werden de meeste vragenlijsten op school ingevuld. In alle gevallen zijn de ouders geïnformeerd en is toestemming gevraagd voor deelname van de jongeren. Alle vragenlijsten waren in het Nederlands. De onderzoeksassistenten mochten toelichting geven in de etnische taal van de jongeren. Resultaten 6 Waargenomen disriminatie Cultuurcontact Contact Integratie Etnische identiteit Socioculturele aanpassing Psychologische aanpassing.06 Meerderheidsidentiteit Figuur 1. Het model over de ICSEY-steekproef zonder Nederland *gestandaardiseerde oplossing; alle parameterwaarden zijn significant op 5%-niveau (de factorlading van integratie op 10%-niveau). De lading van contact op de latente factor is gefixeerd op 1 in de nietgestandaardiseerde oplossing..22 Vanuit conceptueel oogpunt zijn er in de beschreven instrumenten drie soorten variabelen te onderscheiden: een contextvariabele (waargenomen discriminatie), acculturatievariabelen (sociaal contact, integratie, etnische identiteit en meerderheidsidentiteit) en variabelen m.b.t. aanpassing (socioculturele en psychologische aanpassing). Het ligt in de lijn van huidige modellen over acculturatie (cf. Arends-Tóth, 2003; Ward, 2001) om de contextvariabele als input te zien, de beide vormen van aanpassing als uitkomsten van het acculturatieproces en de vier acculturatievariabelen als mediatoren of moderatoren, die een link leggen tussen waargenomen discriminatie en beide vormen van aanpassing. Voorts valt op basis van veel literatuur te verwachten dat de vier acculturatievariabelen onderling gerelateerd zullen zijn. Er is hier gekozen voor een model waarbij deze vier variabelen op één enkele onderliggende factor laden (de evidentie hiervoor is ontleend aan een exploratieve

7 7 factoranalyse die hier niet verder gerapporteerd wordt). Als deze overwegingen in een structureel vergelijkingsmodel weergegeven worden, leidt dat tot een model dat in Figuur 1 gegeven wordt. Vanuit theoretisch oogpunt zouden er meer pijlen moeten staan. Zo zouden alle pijlen tussen de acculturatievariabelen en de uitkomstvariabelen getekend moeten zijn. Deze pijlen zijn hier weggelaten omdat ze niet significant bleken te zijn. Het structureel vergelijkingsmodel van Figuur 1, gebaseerd op de totale ICSEY-steekproef zonder de Nederlandse data, bleek een goede passing te vertonen: χ 2 (3, N = 3059) = 3.97, p =.27; χ 2 /df = 1.32; AGFI =.997; RMSEA =.010. Sociale contacten bleken een hoge en positieve lading (van.89 in de gestandaardiseerde oplossing) te hebben op de latente variabele, die cultuurcontact genoemd is. Ook de lading van meerderheidsidentiteit bleek positief te zijn (.50). De lading van etnische identiteit was -.34 (negatief). De factor cultuurcontact verwijst dus qua richting naar contact met de Nederlandse cultuur. Integratie had een lage lading (van.04), hetgeen verwacht mocht worden omdat integratie contact met beide culturen impliceert. Eveneens conform verwachting had discriminatie een negatief effect op de cultuurcontact (-.17). Voorts bleek waargenomen discriminatie van invloed op zowel socioculturele aanpassing (-.25) als psychologische aanpassing (-.22). Er bleek ook een direct verband tussen waargenomen discriminatie en integratie te bestaan. Op inhoudelijke gronden mag verwacht worden dat integratie negatief beïnvloed wordt door waargenomen discriminatie. Gelet op de lage factorlading van integratie op cultuurcontact is het echter onmogelijk om net als bij de overige drie variabelen van cultuurcontact het verband enkel indirect te modelleren (via de latente factor). Er is derhalve een direct pad nodig om voor de lage factorlading van integratie te compenseren. In Figuur 1 is te zien dat er relaties bestaan tussen cultuurcontact en psychologische aanpassing (.19) en tussen integratie, etnische identiteit en meerderheidsidentiteit. Cultuurcontact blijkt derhalve de relatie tussen waargenomen discriminatie en acculturatieuitkomsten te modereren, hoewel duidelijk is dat de directe effecten van waargenomen discriminatie aanmerkelijk groter zijn dan de indirecte effecten; voor socioculturele aanpassing is het gestandaardiseerde indirecte effect -.04 (direct: -.25) en voor psychologische aanpassing -.14 (direct: -.22). Als je de directe en indirecte verbanden beide in ogenschouw neemt, valt te concluderen dat waargenomen discriminatie een opmerkelijk sterke predictor is van allerlei aspecten van het acculturatieproces: meer discriminatie leidt tot slechtere socioculturele en psychologische aanpassing, minder contact met leden van de meerderheidscultuur, een lagere meerderheidsidentiteit, een slechtere integratie en een sterkere etnische identiteit. Discriminatie maakt de banden met de meerderheid zwakker en de banden met de eigen groepen hechter. De meeste invloed van de acculturatievariabelen verloop niet zozeer via hun latente factor, cultuurcontact, maar meer via directe effecten van drie van de vier samenstellende onderdelen. Het is opmerkelijk dat feitelijke contacten ( contact in Figuur 1) geen directe invloed hebben en dat de acculturatievariabelen die betrekking hebben op attitudes (integratie, etnische identiteit en meerderheidsidentiteit) wel een directe invloed hebben. Op het eerste gezicht lijkt dit contra-intuïtief; je mag eigenlijk wel verwachten dat meer contacten tot een betere aanpassing zullen leiden. Er zijn echter twee methodologische redenen waarom de verbanden van contact met aanpassing ontbreken. Om te beginnen heeft contact een hoge factorlading en dus een hoge vervangbaarheid door de latente factor cultuurcontact. Het verband van deze factor met psychologische aanpassing zal derhalve nogal wat van het verband tussen contact en aanpassing kunnen verklaren. Verder verwijst contact naar gedrag terwijl alle andere variabelen van Figuur 1 naar attituden verwijzen. Vanwege gemeenschappelijke methodevariantie mag verwachten worden dat attitudes onderling hoger zullen correleren dan gedrag. Terzijde zij overigens vermeld dat de correlaties tussen contact en zowel socioculturele

8 8 aanpassing (.03) als psychologische aanpassing (.15) betrekkelijk laag, maar vanwege de grote steekproef (van 3059 participanten) wel significant zijn. Integratie en etnische identiteit zijn positieve en significante voorspellers van zowel socioculturele als psychologische aanpassing. Meerderheidsidentiteit is enkel een voorspeller van socioculturele aanpassing (met een bescheiden padcoëfficiënt van.06) en niet van psychologische aanpassing. Interessant is de rol van etnische identiteit. Zoals recentelijk ook gevonden door Ait Ourasse (2003) in een onderzoek onder Marokkaanse jongvolwassen migranten in Nederland, blijkt etnische identiteit een positieve bijdrage te leveren aan beide vormen van aanpassing. Een succesvolle inpassing in de Nederlandse samenleving verloopt gemakkelijker vanuit een goed ontwikkelde etnische identiteit. Tenslotte dient vermeld dat de proporties verklaarde variantie voor beide vormen van aanpassing nogal verschillen:.12 voor socioculturele aanpassing en.23 voor psychologische aanpassing. Het is niet helemaal duidelijk waar dit verschil vandaan komt, hoewel ook hier niet valt uit te sluiten dat het eerder genoemde attitude gedragsonderscheid een rol speelt. Bij socioculturele aanpassing zijn items opgenomen die veel dichter tegen feitelijk gedrag aanliggen, zoals zelfrapportages over het vertonen van onaangepast gedrag en schoolprestaties. Al met al komt er een robuust model te voorschijn dat zowel theoretisch als ogenschijnlijk ook beleidsmatig interessant is. Het verduidelijkt dat bij adaptatieprocessen zowel goede relaties met de eigen groep als met de meerderheidsgroep een positieve rol spelen. Het feit dat migranten hechten aan hun eigen groep en de daarin besloten cultuur en taal doet in algemene zin geen afbreuk aan adaptatieprocessen; sterker nog, deze draagt daar juist positief aan bij in samenhang met een positieve oriëntatie op de meerderheidsgroep. De vraag is of deze regel ook opgaat onder specifieke acculturatieomstandigheden in een land als Nederland. Het model van Figuur 1 is ook in de Nederlandse steekproef getoetst. De resultaten laten zien dat de passing van het model iets minder goed is dan in analyses die gerapporteerd zijn, maar nog steeds zeer acceptabel is: χ 2 (3, N = 153) = 4.42, p =.22; χ 2 /df = 1.47; AGFI =.924; RMSEA =.056. Verder valt op dat veel padcoëfficiënten klein en niet significant zijn (zie Figuur 2). Omdat de significantie van de parameters beïnvloed wordt door steekproefgrootte en de Nederlandse steekproef uit slechts 153 participanten bestaat, is besloten het model niet verder te vereenvoudigen door niet-significante ladingen en paden te verwijderen. Wat vooral opvalt bij de vergelijking tussen Figuur 1 en 2 is de volledige overeenstemming in het patroon van positieve en negatieve verbanden. Net als in de grote steekproef heeft in Nederland waargenomen discriminatie een negatieve invloed op zowel socioculturele als psychologische aanpassing. Dit betekent dat de processen die de relaties tussen waargenomen discriminatie, acculturatie en aanpassing in Nederland bepalen zich langs dezelfde lijnen lijken te voltrekken dan in andere landen. Hoewel een verdere kruisvalidatie nodig is, is er enige evidentie voor twee wat kleinere verschillen tussen beide figuren. Om te beginnen is er in Nederland een opvallend sterk pad (van.41) van meerderheidsidentiteit naar socioculturele aanpassing; in de eerste dataset was dezelfde padcoëfficiënt slechts.06. Het tweede verschil houdt hiermee verband: de proportie verklaarde variantie in socioculturele aanpassing bedraagt.21 (hetgeen beduidend meer is dan de.12 die we vonden voor de rest van de wereld ). Een kruisvalidatie bij andere groepen of een aanmerkelijk grotere steekproef is nodig om na te gaan in hoeverre hier echt sprake is van een verschil tussen acculturerende groepen in Nederland en vergelijkbare groepen in de andere landen van het ICSEY-project.

9 9 Figuur 2 Het model voor de Nederlandse data (gestandaardiseerde oplossing; cursieve ladingen zijn significant) (gestandaardiseerde oplossing; alle cursieve parameterwaarden zijn significant op 5%-niveau. De lading van contact op de latente factor is gefixeerd op 1 in de niet-gestandaardiseerde oplossing) Waargenomen disriminatie Cultuurcontact Contact Integratie Etnische identiteit Meerderheidsidentiteit Socioculturele aanpassing.29 Psychologische aanpassing Discussie Het beeld dat uit de data-analyses naar voren komt is consistent indien men naar de grote lijn kijkt (binnen specifieke culturele groepen kunnen verbanden anders liggen). Waargenomen discriminatie heeft een forse negatieve invloed op zowel socioculturele aanpassing als psychologische aanpassing. Verder hebben beide identiteiten (etnisch en meerderheid) een positieve invloed op beide vormen van aanpassing. Deze bevindingen hebben interessante implicaties. Om te beginnen vinden we in dit onderzoek geen eenduidige ondersteuning voor Ward s idee dat socioculturele en psychologische aanpassing elk hun eigen voorspellers hebben. Socioculturele aanpassing zou voornamelijk te maken hebben met de autochtone cultuur (o.a. leren van taal) en psychologische aanpassing met steun vanuit de eigen culturele groep (o.a. ondersteuning bij de stress van de interculturele ervaring). Het huidig onderzoek toont toch vooral aan dat het ontwikkelen van een gezonde culturele identiteit binnen beide culturen een gunstige invloed heeft op aanpassing. Hiermee ondersteunt het onderzoek ook het idee dat een combinatie van beide culturen in de vorm van integratie een voor migranten goede manier is om met beide culturen om te gaan. Een belangrijk thema binnen de discussies in de onderzoeksgroep is steeds de richting van de causaliteit geweest. Een klein voorbeeld. In ons model gaan we ervan uit dat waargenomen discriminatie een voorspeller is van socioculturele en psychologische aanpassing. Inhoudelijk ligt dit verband voor de hand. Het is moeilijk voorstelbaar dat sterke discriminatie aanpassing zou bevorderen. Het is echter ook mogelijk dat discriminatie niet een oorzaak maar een gevolg is van een wisselwerking van verschillende factoren. Personen met minder socioculturele en psychologische aanpassing kunnen minder goed opereren in een

10 10 multiculturele context en zullen als zodanig eerder discriminatoir gedrag oproepen bij leden van de meerderheid, hetgeen dan weer de waargenomen discriminatie zal verhogen. Het is goed mogelijk dat waargenomen discriminatie en beide vormen van aanpassing elkaar wederzijds beïnvloeden. Om dit theoretische argument goed te kunnen toetsen zijn echter longitudinale data nodig die tot dusver niet beschikbaar zijn in landenvergelijkend acculturatieonderzoek. Welke argumenten hebben we dan om discriminatie als voorspeller te gebruiken? Naast steun vanuit andere studies (zie de inleiding) hebben we een empirisch argument. In ons structurele vergelijkingsmodel vonden we geen goede fit voor een model waarin discriminatie voorspeld werd. Het voorbeeld over discriminatie vormt een goede illustratie van hoe wij omgaan met causaliteit in het onderzoek. In werkelijkheid zullen de verbanden tussen de variabelen van Figuur 1 en 2 ongetwijfeld complexer zijn dan de figuur aangeeft en zullen er allerlei feedbackmechanismen zijn, waardoor variabelen die later (rechts) in het model staan invloed hebben op variabelen die eerder (links) in het model staan. Echter, op basis van theorie en berekeningen met andere modellen in het modelleren van de data hebben we geconcludeerd dat er meer evidentie is voor de gepresenteerde richting van de pijlen dan voor de pijlen andersom. In een longitudinaal onderzoek verwachten we sterkere verbanden voor de gepresenteerde richting dan voor de omgekeerde richting. Bij de bespreking van de steekproeven is opgemerkt dat slechts de gegevens van jongeren zijn gebruikt waarvan alle data beschikbaar waren. Vooral de reductie van meer dan 50% in de Nederlandse steekproef roept de vraag op of de gepresenteerde bevindingen voldoende representatief zijn voor de deelnemende migrantengroepen. Ook voor het beantwoorden van deze vraag is aanvullend onderzoek noodzakelijk. Conclusie Voor de internationale ICSEY-data bleek dat de adaptatie van jongeren wordt beïnvloed door discriminatie-ervaringen en daarnaast door zowel de oriëntatie op de etnische groep als de oriëntatie op de meerderheidsgroep. Sterk vergelijkbare resultaten werden ook gevonden op basis van de Nederlandse data. Theoretisch betekent dit steun voor het acculturatiemodel van Berry. Beleidsmatig zijn de bevindingen interessant, omdat het feit dat migranten hechten aan hun eigen groep en de daarin besloten cultuur en taal positief bijdraagt aan adaptatieprocessen in samenhang met een positieve oriëntatie op de meerderheidsgroep. Dit is vooral van belang in een Nederlandse context waarin recentelijk in toenemende mate een zeker ongeduld valt te bespeuren wat betreft de snelheid waarmee migranten zich aanpassen aan gewoonten, normen en waarden die kenmerkend worden geacht voor de Nederlandse samenleving (zie Arends- Tóth, 2003). * Paul Vedder is universitair hoofddocent bij de afdeling onderwijsstudies van de Universiteit Leiden met als aandachtsgebied Leren en Ontwikkeling in de Multiculturele Samenleving. Fons van de Vijver is hoogleraar Cultuurpsychologie aan de Universiteit van Tilburg en editor van het Journal of Cross-Cultural Psychology.

11 Literatuur 11 Ait Ouarasse, O. (2003). What immigration does to young people. The psychological acculturation of Moroccans in the Netherlands. Academisch proefschrift (te verdedigen in januari 2004). Arends-Tóth, J. V. (2003). Psychological acculturation of Turkish migrants in the Netherlands. Academisch proefschrift. Amsterdam: Dutch University Press. Arends-Tóth, J. V., & Van de Vijver, F. J. R. (2003). Multiculturalism and acculturation: Views of Dutch and Turkish-Dutch. European Journal of Social Psychology, 33, Berry, J. W. (1990). Psychology of acculturation. In J. Berman (Ed). Cross-cultural perspectives. Nebraska Symposium on motivation, Vol. 37, (pp ). Lincoln: University of Nebraska Press. Berry, J. W. (1997). Immigration, acculturation and adaptation. Applied Psychology: An International Review, 46, Berry, J. W., Kim, U., Power, S., Young, M., & Bujaki, M. (1989). Acculturation attitudes in plural societies. Applied Psychology: An International Review, 38, Birman, D., Trickett, E. J., & Vinokurov, A. (2002). Acculturation and adaptation of Soviet Jewish refugee adolescents: Predictors of adjustment across life domains. American Journal of Community Psychology, 30, Connell, J. P. (1985). A new Multidimensional Measure of Children s Perceptions of Control. Child Development, 56, Diener, E., Emmons, R. A., Larsen, R. J., & Riffin, A. (1985). The satisfaction with life scale. Journal of Personality Assessment, 49, Georgas, J., Berry, J., Shaw, A., Christakopoulou, S., & Mylonas, K. (1996). Acculturation of Greek family values. Journal of Cross-Cultural Psychology, 27, Howard, R. (1998). Being Canadian: Citizenship in Canada. Citizenship Studies, 2, Kwak, K. (1991). Second language learning in a multicultural society: A comparison between the learning of a dominant language and a heritage. PhD.-thesis Queen's University, Kingston, ON, Canada. LaFromboise, T., Coleman, H., & Gerton, J. (1993). Psychological impact of biculturalism: Evidence and theory. Psychological Bulletin, 114, Liebkind, K. (2001). Acculturation. In R. Brown & S. Gaertner (Eds.), Intergroup processes. Blackwell handbook of social psychology ( Vol. 4, pp ). Oxford: Blackwell. Mollenkopf, J. (2000). Assimilating immigrants in Amsterdam: A perspective from New York. Netherlands Journal of Social Sciences, 36 (2), Nguyen, H. H., Messe, L. A., & Stollak, G. E. (1999). Toward a more complex understanding of acculturation and adjustment: Cultural involvement and psychological functioning in Vietnamese youth. Journal of Cross-Cultural Psychology, 30, Olweus, D. (1994). The revised Olweus bully/victim questionnaire. Bergen: Research Center for Health Promotion, University of Bergen. Phinney, J. (1992). The multigroup ethnic identity measure: A new scale for use with diverse groups. Journal of Adolescent Research, 7, Phinney, J., & Devich-Navarro, M. (1997). Variations in bicultural identification among African American and Mexican American adolescents. Journal of Research on Adolescence, 7, Phinney, J., Horenczyk, G., Liebkind, K., & Vedder, P. (2001). Ethnic identity, immigration, and well-being: an interactional perspective. Journal of Social Issues, 57,

12 12 Phinney, J., Madden, T., & Santos, L. (1998). Psychological variables as predictors of perceived ethnic discrimination among minority and immigrant adolescents. Journal of Applied Social Psychology, 28, Robinson, J. P., Shaver, P. R., & Wrightsman, L. S. (Eds.) (1991). Measures of personality and social psychological attitudes (Vol 1). San Diego, California: Academic Press. Rosenberg, M. (1965). Society and the adolescent self-image. Princeton, NJ: Princeton University Press. Sandal, O. (1998). The school environment as a risk or resource for students health-related behaviour and subjective well-being. PhD Dissertation, Bergen: University of Bergen. Sellers, R., & Shelton, J. (2003). The role of racial identity in perceived racial discrimination. Journal of Personality and Social Psychology, 84, Van de Vijver, F. J. R., & Leung, K. (1997). Methods and data analysis for cross-cultural research. Newbury Park, CA: Sage. Van Oudenhoven, J. P., Prins, K., & Buunk, B. (1998). Attitudes of minority and majority members towards adaptation of immigrants. European Journal of Social Psychology, 28, Vedder, P., & Van de Vijver, F. J. R. (2004). With whom and how we worked. In J. Berry, J. Phinney, C. Sabatier, &. D. Sam (Eds.), Immigrant youth in cultural transition. Hillsdale, N.J.: Erlbaum Ward, C. (2001). The A, B, Cs of acculturation. In D. Matsumoto (Ed.), Handbook of culture and psychology (pp ). New York: Oxford University Press.

13 13 i Leden van de projectgroep zijn: Cynthia Fan, Wally Karnilowicz, Rogelia Pe-Pua, Rosanna Rooney, David Sang (Australië); John W. Berry, Kyunghwa Kwak (Canada), Karmela Liebkind (Finland); Colette Sabatier (Frankrijk); Paul Schmitz (Duitsland); Gabriel Horenczyk (Israel); Paul Vedder, Fons van de Vijver, (Nederland); Colleen Ward (Nieuw Zeeland); David L. Sam (Noorwegen); Felix Neto (Portugal), Erkki Virta, Charles Westin (Zweden); Lena Robinson (GB); Jean Phinney (USA).

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Verschillen in autonomieniveau, acculturatie en. selfesteem van tweede generatie immigrante. vrouwen ten opzichte van autochtone vrouwen

Verschillen in autonomieniveau, acculturatie en. selfesteem van tweede generatie immigrante. vrouwen ten opzichte van autochtone vrouwen Autonomie, acculturatie en selfesteem 1 Verschillen in autonomieniveau, acculturatie en selfesteem van tweede generatie immigrante vrouwen ten opzichte van autochtone vrouwen Hoe denken autochtone, Turkse

Nadere informatie

Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen

Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen Esmée E. Verhulp Ontwikkelingspsychologie - Universiteit Utrecht Met dank aan: Gonneke Stevens, Wilma Vollebergh, Trees

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Oudere migranten in Nederland: Prevalentie en oorzaken van eenzaamheid

Oudere migranten in Nederland: Prevalentie en oorzaken van eenzaamheid Oudere migranten in Nederland: Prevalentie en oorzaken van eenzaamheid Tineke Fokkema, NIDI-KNAW, Rijksuniversiteit Groningen, Erasmus Universiteit Rotterdam Jolien Klok, Vrije Universiteit Amsterdam Theo

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Acculturatie, adaptatie, familiewaarden en acculturatieconflict bij Turkse migrantengezinnen in Nederland

Acculturatie, adaptatie, familiewaarden en acculturatieconflict bij Turkse migrantengezinnen in Nederland 1 Acculturatie, adaptatie, familiewaarden en acculturatieconflict bij Turkse migrantengezinnen in Nederland D. Uygun s0487252 Faculteit Sociale Wetenschappen, Afdeling Orthopedagogiek, Jeugdhulpverlening.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Alain Van Hiel en Bart Duriez

Alain Van Hiel en Bart Duriez Een meetinstrument voor individuele verschillen in Social Dominantie Oriëntatie Alain Van Hiel en Bart Duriez Het concept Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO) wordt gedefinieerd als een algemene opvatting

Nadere informatie

Multiculturalisme: Spanning tussen Ideaal en Realiteit. Judit Arends-Tóth & Fons J. R. van de Vijver

Multiculturalisme: Spanning tussen Ideaal en Realiteit. Judit Arends-Tóth & Fons J. R. van de Vijver Multiculturalisme 1 Running head: MULTICULTURALISME IN NEDERLAND Multiculturalisme: Spanning tussen Ideaal en Realiteit Judit Arends-Tóth & Fons J. R. van de Vijver Arends-Tóth, J., & Van de Vijver, F.

Nadere informatie

vooroordelen bij Vlaamse jongeren geworden. Deze evolutie ging gepaard met een toename van studies naar de attitudes van de

vooroordelen bij Vlaamse jongeren geworden. Deze evolutie ging gepaard met een toename van studies naar de attitudes van de Veilige hechting met ouders, leerkrachten en school, sociale cohesie op school en etnische vooroordelen bij Vlaamse jongeren Sinds de Tweede Wereldoorlog is Vlaanderen een multiculturele samenleving geworden.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19934 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pat El, Ron Jonathan Title: Lost in translation : congruency of teacher and student

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22735 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Yeniad Malkamak, Nihal Title: Self-regulation in ethnic minority children : associations

Nadere informatie

Geluk en welbevinden

Geluk en welbevinden Marleen H.M. de Moor en Meike Bartels Inleiding Geld maakt niet gelukkig, zo luidt het bekende Nederlandse gezegde. Maar is dit echt zo? Zou je niet een stuk gelukkiger worden als je de loterij zou winnen?

Nadere informatie

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19 Bruto nationaal geluk: een proef op de som Crétien van Campen De laatste jaren hebben verscheidene auteurs gepleit voor geluk als een nieuw richtsnoer voor beleid (Kahneman 1999, Veenhoven 2002, Layard

Nadere informatie

Acculturatie en het welbevinden van Marokkaans-Nederlandse migrantenjongeren. Een onderzoek naar de mediërende werking van discriminatie

Acculturatie en het welbevinden van Marokkaans-Nederlandse migrantenjongeren. Een onderzoek naar de mediërende werking van discriminatie Acculturatie en het welbevinden van Marokkaans-Nederlandse migrantenjongeren Een onderzoek naar de mediërende werking van discriminatie Marnella Noordermeer, 1028618 Universiteit Leiden September 2014

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Running head: SAMENHANG TUSSEN ACCULTURATIE EN WELBEVINDEN

Running head: SAMENHANG TUSSEN ACCULTURATIE EN WELBEVINDEN Running head: SAMENHANG TUSSEN ACCULTURATIE EN WELBEVINDEN De relatie tussen acculturatie en het welbevinden van migrantenjongeren Onderzoek naar de samenhang tussen acculturatiestrategieën, acculturatiediscrepanties

Nadere informatie

Correspondentiegegevens: Wiebren Jansen Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid Grote Kruisstraat 2/ TS Groningen

Correspondentiegegevens: Wiebren Jansen Instituut voor Integratie en Sociale Weerbaarheid Grote Kruisstraat 2/ TS Groningen Inclusie: Conceptualisatie en Meting Wiebren S. Jansen 1, Sabine Otten 1, Karen I. van der Zee 2, & Lise Jans 1 1 Rijksuniversiteit Groningen 2 Universiteit Twente [1001 woorden in de samenvatting] Correspondentiegegevens:

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Angst, Depressie en Acculturatie. Koen Beirens Johnny R. J. Fontaine

Angst, Depressie en Acculturatie. Koen Beirens Johnny R. J. Fontaine Angst, Depressie en Acculturatie Koen Beirens Johnny R. J. Fontaine 1 2 Uitgangspunt Wederkerende observatie: immigranten rapporteren meer angst en depressie en scoren algemeen hoger op psychopathologie-instrumenten

Nadere informatie

Integratie van minderheden: een pleidooi voor conceptuele zuiverheid

Integratie van minderheden: een pleidooi voor conceptuele zuiverheid Integratie van minderheden: een pleidooi voor conceptuele zuiverheid Norbert Vanbeselaere, Joke Meeus & Filip Boen Labo voor Exp. Soc. Psychol., K.U.Leuven maart 2007 Belgische samenleving = etnisch-cultureel

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

De relatie tussen acculturatiediscrepanties en welbevinden bij jongeren; de rol van etniciteit R. M. C. Hoek Universiteit Leiden

De relatie tussen acculturatiediscrepanties en welbevinden bij jongeren; de rol van etniciteit R. M. C. Hoek Universiteit Leiden De relatie tussen acculturatiediscrepanties en welbevinden bij jongeren; de rol van etniciteit R. M. C. Hoek Universiteit Leiden 1021621 Masterscriptie Education and Child Studies Afdeling Jeugdhulpverlening

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

De relatie tussen acculturatiediscrepanties en welbevinden en de rol van. gender bij migrantenjongeren

De relatie tussen acculturatiediscrepanties en welbevinden en de rol van. gender bij migrantenjongeren Running head: DE RELATIE TUSSEN ACCULTURATIEDISCREPANTIES EN WELBEVINDEN EN DE ROL VAN GENDER BIJ MIGRANTENJONGEREN. Hierbij verklaar ik dat de versie die via ephorus is ingeleverd, identiek is aan de

Nadere informatie

HARMONIE ZONDER IRONIE 1. Harmonie zonder Ironie: De invloed van het participatiecontract op acculturatiebehoeften onder immigranten

HARMONIE ZONDER IRONIE 1. Harmonie zonder Ironie: De invloed van het participatiecontract op acculturatiebehoeften onder immigranten HARMONIE ZONDER IRONIE 1 Harmonie zonder Ironie: De invloed van het participatiecontract op acculturatiebehoeften onder immigranten Mascha Lindeboom 1123793 Masterthese 9 mei 2014 Universiteit Twente Faculteit

Nadere informatie

Facts and Figures: Sociale contacten

Facts and Figures: Sociale contacten Facts and Figures: Sociale contacten Het nut van sociale contacten Sociale contacten zijn een belangrijke voorspeller voor welbevinden (e.g. Fleche, Smith & Sorsa, 2011; Kapteyn, Smith & Van Soet, 2010),

Nadere informatie

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting

Proefschrift. Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems. Merel Griffith - Lendering. Samenvatting Proefschrift Cannabis use, cognitive functioning and behaviour problems Merel Griffith - Lendering Samenvatting Het gebruik van cannabis is gerelateerd aan een breed scala van psychische problemen, waaronder

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Living Apart Together? Integratie van moslims in Europa

Living Apart Together? Integratie van moslims in Europa Living Apart Together? Integratie van moslims in Europa Mieke Maliepaard, Fenella Fleischmann en Karen Phalet Veel Europeanen denken dat moslimmigranten nooit echt in de samenleving zullen integreren.

Nadere informatie

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld, M. Heijmans, NIVEL, augustus 2013) worden gebruikt.

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) September 2009 Review: Béatrice Dijcks Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) Mei 017 Review: Ilse Swinkels Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

BIJLAGE 1 SCHALEN DIE VOOR DIT ONDERZOEK WERDEN AANGEPAST

BIJLAGE 1 SCHALEN DIE VOOR DIT ONDERZOEK WERDEN AANGEPAST BIJLAGE 1 SCHALEN DIE VOOR DIT ONDERZOEK WERDEN AANGEPAST In deze bijlage wordt per hoofdstuk een overzicht gegeven van de schalen die voor dit onderzoek zijn ontwikkeld en aangepast. Bestaande schalen

Nadere informatie

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey

Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey Samenwerking en innovatie in het MKB in Europa en Nederland Een exploratie op basis van het European Company Survey ICOON Paper #1 Ferry Koster December 2015 Inleiding Dit rapport geeft inzicht in de relatie

Nadere informatie

Interculturele Competenties:

Interculturele Competenties: Interculturele Competenties: Een vak apart W. Shadid Leiden, mei 2010 Interculturele Competenties 2 Inleiding Vooral in multiculturele samenlevingen wordt de laatste tijd veel nadruk gelegd op interculturele

Nadere informatie

Samenvatting. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd:

Samenvatting. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd: Samenvatting In Westerse landen vormen niet-westerse migranten een steeds groter deel van de bevolking. In Nederland vertegenwoordigen Surinaamse, Turkse en Marokkaanse migranten samen 6% van de bevolking.

Nadere informatie

Prof. dr. Jaap Dronkers Onderwijssocioloog

Prof. dr. Jaap Dronkers Onderwijssocioloog Prof. dr. Jaap Dronkers Onderwijssocioloog Etnische diversiteit van scholen is een gevoelig onderwerp in Nederland. De overheid, maar ook tal van maatschappelijke organisaties en actiegroepen, zeggen zich

Nadere informatie

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Sinds de jaren zestig is het aandeel migranten in de Nederlandse bevolking aanzienlijk gegroeid. Van de totaal 16,3 miljoen inwoners in

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Samenvatting: Summary in Dutch

Samenvatting: Summary in Dutch Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20683 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Griffith-Lendering, Merel Frederique Heleen Title: Cannabis use, cognitive functioning

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Ouderen migranten en (psycho)psychiatrie. Meten is weten?

Ouderen migranten en (psycho)psychiatrie. Meten is weten? Ouderen migranten en (psycho)psychiatrie Meten is weten? Dag van de inhoud dr. J. Witlox, specialismegroep neurocognitieve stoornissen drs. Nour Alkaduhimi, specialismegroep ouderen Ouderen migranten in

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Berg, Heleen van den Title: From BookStart to BookSmart: about the importance

Nadere informatie

Opgave 2 Religie en integratie

Opgave 2 Religie en integratie Opgave 2 Religie en integratie Bij deze opgave horen tekst 3 en figuur 1 en 2 uit het bronnenboekje. Inleiding Zijn Islamieten die geïntegreerd zijn minder religieus? Is integreren moeilijker als iemand

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

OPTIMALE SCAFFOLDING VOOR KINDEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS 1. Samenvatting

OPTIMALE SCAFFOLDING VOOR KINDEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS 1. Samenvatting OPTIMALE SCAFFOLDING VOOR KINDEREN UIT HET SPECIAAL ONDERWIJS 1 Samenvatting Door middel van optimale ondersteuning door de leerkracht (scaffolding), aangepast aan het niveau van de leerling kunnen kinderen

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

CoVaT-CHC Basisversie:

CoVaT-CHC Basisversie: W. Magez CoVaT-CHC Basisversie: toetsing bij allochtone en autochtone leerlingen in de bovenbouw van het lager onderwijs 1 2 COVAT-CHC BASISVERSIE: TOETSING BIJ ALLOCHTONE EN AUTOCHTONE LEERLINGEN IN DE

Nadere informatie

Persoonlijke factoren en Sales succes

Persoonlijke factoren en Sales succes Persoonlijke factoren en Sales succes Welke samenhang is er? Gerard Groenewegen Mei 2009 06-55717189 1 Agenda 1. Inleiding 2. Opzet studie 3. Beoordeling van dit onderzoek 4. Bevindingen 5. Conclusie 6.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Racisme & onderwijs. Prof. dr. Orhan Ağırdağ KU Leuven UvA

Racisme & onderwijs. Prof. dr. Orhan Ağırdağ KU Leuven UvA Racisme & onderwijs Prof. dr. Orhan Ağırdağ KU Leuven UvA Ervaren discriminatie Institutioneel racisme Ervaren discriminatie Focus: ervaren (etnische) discriminatie door de leerlingen Discriminatie >

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

CURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS

CURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS CURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS Curriculum Vitae Curriculum Vitae Barbara Wilhelmina Cornelia Zwirs werd geboren op 3 oktober 1977 in Alphen aan den Rijn. Daar behaalde zij in 1995 haar Gymnasiumdiploma

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Sarkova, M. (2010). Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents. Groningen: s.n. University of Groningen Psychological well-being and self-esteem in Slovak adolescents Sarkova, Maria IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to

Nadere informatie

Ervaren tevredenheid over de geboorte

Ervaren tevredenheid over de geboorte Ervaren tevredenheid over de geboorte een meetinstrument voor moeders na de bevalling Introductie Inzicht krijgen in moeders ervaringen over de geboorte van haar kind kan worden gerealiseerd door gebruik

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Eenzaam ben je niet alleen

Eenzaam ben je niet alleen Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet Homoseksueel ouder worden Charles Picavet Homoseksualiteit is in de Nederlandse samenleving steeds minder een probleem. Sinds de jaren 70 is er veel gewonnen op het terrein van gelijkberechtiging. Veel

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift staat de vraag centraal of het mogelijk is om existentiële angst (EA) te meten met behulp van een vragenlijst en of een dergelijke vragenlijst kan onderscheiden

Nadere informatie

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen

MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen MCDA methodiek in SELFIE: meten en wegen Maureen Rutten-van Mölken SELFIE tweede nationale workshop 29 maart 2018 Agenda 12:00 12:30u Inloop met koffie, thee en broodjes 12:30 12:45u Voorstelrondje 12:45

Nadere informatie

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie