Subsidieoproep: Versterken lokale advies- en meldpunten: niet-acute hulpbehoefte verward gedrag Inhoud

Transcriptie

1 Subsidieoproep: Versterken lokale advies- en meldpunten: niet-acute hulpbehoefte verward gedrag Deadline: donderdag 6 juni 2019 Trefwoorden: verward gedrag model melding niet-acuut meldpunt bouwsteen 4 Geplaatst op: 18 april 2019 Oproep tot het indienen van subsidieaanvragen Inhoud DOEL SUBSIDIEOPROEP... 2 Achtergrond... 2 Lokale en/of regionale advies- en meldpunten... 2 Landelijk meldnummer 24/ Wet verplichte ggz... 3 Monitoring en begeleiding... 3 Algemene beschrijving Actieprogramma lokale initiatieven voor mensen met Verward Gedrag... 4 Inhoudelijke focus van deze subsidieoproep Landelijke en regionale dekking Regionale samenwerking Cliënten en naasten centraal Borging Aansluiting bij de Wvggz... 5 Randvoorwaarden... 6 Wie kan aanvragen?... 6 Welk bedrag kan aangevraagd worden?... 6 Hoe kunt u uw subsidieaanvraag indienen?... 7 Plan van aanpak... 7 Beoordeling van uw projectplan Bijdrage programmadoel Regionale samenwerking Kwaliteit en veiligheid Haalbaarheid Begroting... 8 Beoordelingsprocedure

2 DOEL SUBSIDIEOPROEP Het doel van de subsidieoproep is het versterken van de regionale infrastructuur door het zo efficiënt mogelijk inrichten van bestaande lokale en regionale advies- en meldpunten voor mensen met een nietacute hulpvraag. Het gaat om mensen die (tijdelijk) de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, naasten, bezorgde burgers én hulpverleners. Daarbij is het van belang dat de dekking van de regionale infrastructuur waar mogelijk wordt vergroot. Wanneer een (eventueel) landelijk meldnummer wordt ingericht, is het van belang dat goed doorgeschakeld kan worden naar een regionale infrastructuur, waar adequate opvolging wordt gegeven aan de meldingen. De meldpunten adviseren, signaleren en handelen proactief bij zorgelijke signalen en zetten meldingen door naar het geschikte gemeentelijk loket, sociaal wijkteam of een andere partij die de melding actief kan oppakken. Om de regionale infrastructuur van bestaande lokale en regionale advies- en meldpunten voor mensen met een niet-acute hulpvraag te versterken, is het van belang dat de toegankelijkheid en bereikbaarheid van lokale en regionale advies- en meldpunten wordt verbeterd. Het uitbreiden van de bereikbaarheid is afhankelijk van de behoefte in de regio. Op basis van een gedegen contextbeschrijving bepaalt u op welke wijze u de bereikbaarheid realiseert. Het is bijvoorbeeld mogelijk om s nachts en in het weekend een antwoordapparaat in te stellen. Meldingen dienen wel zo snel mogelijk opgepakt te worden. Subsidieaanvragen zijn tenminste gericht op de volgende 2 aspecten: 1. het versterken van de regionale infrastructuur door het efficiënt(er) inrichten van bestaande lokale en regionale advies- en meldpunten én 2. het verbeteren van de toegankelijkheid en bereikbaarheid van deze meldpunten De subsidie die aangevraagd kan worden bij ZonMw bedraagt maximaal ,- per project en heeft een looptijd van maximaal 12 maanden. De deadline is op 6 juni 2019 om uur. Voor deze subsidieronde is maximaal ,- gereserveerd. Achtergrond Om invulling te geven aan de bouwsteen Melding heeft het ministerie van VWS adviesbureau SiRM (Strategisch in Regulated Markets) opdracht gegeven om een landelijk model melding op te stellen. Samen met betrokken partijen heeft SiRM in september 2017 het Voorlopig model melding 1 opgeleverd. Het doel van het model is om de keten van acute en niet-acute meldingen van mensen met verward gedrag te verbeteren, om na een melding een snellere toeleiding naar passende hulpverlening te realiseren. Om dit te bereiken stelt SiRM de volgende verbeteringen voor: 1. Verbeteringen melding bij de meldkamer politie (MKP) en de politie op straat. 2. Verbeteringen melding bij de meldkamer ambulance (MKA). 3. Versterken triage- en meldfunctie voor acute hulpbehoefte. 4. Versterken triage- en meldfunctie voor gemeente/ggd voor niet-acute hulpbehoefte. ZonMw is gevraagd om bovengenoemde verbeteringen aan de hand van een aantal samenhangende acties te faciliteren. Lokale en/of regionale advies- en meldpunten In vrijwel alle regio s bestaan regionale en/of lokale meldpunten waar men met signalen over mensen waar men zich zorgen over maakt of overlast van ondervindt maar die niet direct acuut zijn terecht kan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de meldpunten OGGZ, Zorg en Overlast en Veilig Thuis. In pilotprojecten kan onderzocht worden op welke manier de 24/7 bereikbaarheid van de regionale advies- en meldpunten doelmatig en doeltreffend georganiseerd kan worden, en hoe aangesloten kan worden op de meldfunctie die gemeenten moeten inrichten in het kader van de Wet verplichte ggz. Het is de bedoeling om in de projecten zoveel mogelijk aan te sluiten en uit te gaan van de bestaande meldpunten en dat iedereen (hulpverleners én burgers) toegang heeft tot het advies- en meldpunt. Daarbij is het van belang dat voldoende aandacht wordt besteed aan de bekendheid van het meldpunt, zowel bij bezorgde burgers als hulpverleners. Om dit te bereiken zet u passende communicatiestrategieën in, denk daarbij aan voorlichting en publiekscampagnes. Via de meldpunten zijn hulpverleners bereikbaar om signalen op te pakken en indien nodig op te volgen of door te verwijzen. Mensen die kwetsbaar zijn en dreigen verward te raken, kunnen op deze manier in een 1 Verbeteren van melding van personen met verward gedrag; Voorlopig model melding (SiRM, september 2017) 2

3 vroeg stadium geholpen worden om verwarring of verergering van problematiek te voorkomen. De hulpverleners van de meldpunten moeten in staat zijn om een goede beoordeling te doen vanuit een brede expertise, weten hoe de sociale kaart in de regio eruit ziet en hebben kennis van zowel somatische als psychische aandoeningen. Ook moeten zij in staat zijn om mensen te motiveren voor en toe te leiden naar de juiste zorg en hulpverlening, of deze zorg inschakelen. Landelijk meldnummer 24/7 In september 2018 heeft het Schakelteam Personen met verward gedrag haar eindrapportage Op weg naar een persoonsgerichte aanpak opgeleverd. Eén van de aanbevelingen is het investeren in een spoedige implementatie van regionale 24/7 advies- en meldpunten én de invoering van een landelijk meldnummer, als toegang naar de regionale advies- en meldpunten. Deze aanbeveling is door het Rijk omarmd. Op dit moment onderzoekt VWS, in samenwerking met de ministeries van BZK en JenV en de VNG, de financiële en praktische consequenties en mogelijkheden van een landelijk meldnummer dat 24/7 bereikbaar is voor advies en niet-acute meldingen van of over personen die (tijdelijk) de grip op hun leven (dreigen te) verliezen en kan doorschakelen naar de regionale meldpunten. Dit wordt meegenomen in de voorjaarbesluitvorming van de begrotingscyclus. In het voorjaar van 2019 zal hier dus definitief een besluit over worden genomen. Als definitief wordt besloten om een landelijk meldnummer in te voeren, is het streven dit per 1 januari 2020 operationeel te hebben. In dit kader is het essentieel dat in elke (GGD/veiligheids)regio een regionaal meldpunt beschikbaar is, waar een eventueel landelijk meldnummer naar kan doorschakelen. Wet verplichte ggz De Wet verplichte ggz (Wvggz) gaat in op 1 januari Deze wet is de opvolger van de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Daar waar de BOPZ focust op opname richt de Wvggz zich op behandeling. Hierbij staat de positie van de cliënt en familie/naasten centraal. Een gevolg van de nieuwe wet is dat ook hiervoor een meldfunctie moet worden ingericht. Onder de Wvggz moet een ieder bij de gemeente melding kunnen doen van de noodzaak tot gedwongen zorg. Om dit te realiseren moeten de meldpunten zichtbaarder worden. In de subsidieaanvraag dient aandacht te worden besteed aan de samenhang met de Wvggz en hoe de meldfunctie voor deze wet in samenhang met bestaande meldfuncties in de regio wordt opgepakt. Monitoring en begeleiding U bent verplicht om gegevens te verzamelen en aan te leveren voor de monitoring en evaluatie. Het betreft het invullen van een formulier bij de start van het project, een driemaandelijks reflectieformulier en een aantal te registreren gegevens bij iedere melding (over het tijdstip, de melder, de urgentie van de melding en de genomen vervolgstappen). Bij het schrijven van de subsidieaanvraag kunt u gebruik maken van monitoringscriteria projecten APH-triagefunctie en projecten niet-acute meldfunctie. De monitoring en evaluatie geeft inzicht in het functioneren van uw meldpunt. Daarnaast geven de monitoring en evaluatie input voor landelijke beleidsvorming. GGD GHOR Nederland heeft subsidie gekregen om alle projecten die binnen deze subsidieronde worden gehonoreerd te ondersteunen en te begeleiden. Gedurende de looptijd van het project zijn zij aanspreekpunt voor projectleiders en organiseren zij bijeenkomsten gericht op het uitwisselen van kennis en ervaringen. Daarnaast zal GGD GHOR Nederland inventariseren of de te registreren gegevens aansluiten bij de bestaande registratiesystemen. 3

4 Algemene beschrijving Actieprogramma lokale initiatieven voor mensen met Verward Gedrag Deze subsidieoproep is onderdeel van het Actieprogramma lokale initiatieven voor mensen met Verward Gedrag. Het doel van het actieprogramma is het stimuleren en faciliteren van projecten en initiatieven van relevante ketenpartners (zoals ervaringsdeskundigen en naasten, gemeente, politie, ggz, GGD, opvang, verzekeraars, Openbaar Ministerie) in de regio. De projecten dragen bij aan het realiseren en continueren van een goed werkende aanpak voor mensen met verward gedrag en hun omgeving. De opdrachtgevers van het actieprogramma zijn de ministeries van VWS, JenV en BZK en de VNG. Het actieprogramma kent 3 onderdelen: 1. Regionale praktijkprojecten: ontwikkeling en realisatie van een lokale goed werkende aanpak 2. Inclusieve samenleving: initiatieven op het gebied van zelfredzaamheid en herstel, scholing en maatschappelijke acceptatie. 3. Kennisontwikkeling: onderzoek, monitoring, evaluatie en kennisverspreiding. Deze subsidieoproep heeft betrekking op onderdeel 1 en is specifiek gericht op bouwsteen 4: Melding. Met als doel om de toegankelijkheid van bestaande lokale en/of regionale advies- en meldpunten te verbeteren voor mensen die (tijdelijk) de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, naasten, bezorgde burgers en hulpverleners. Belangrijke vraag daarbij is hoe invulling gegeven kan worden aan het realiseren van 24/7 bereikbaarheid van niet-acute advies- en meldpunten. Dit kan per regio verschillend zijn. Ook de bouwstenen 3 (vroegtijdige signalering), 5 (beoordeling en risicotaxatie), 6 (toeleiding) en 7 (passend vervoer) zijn relevant. Naast deze subsidieoproep zijn er verschillende subsidiemogelijkheden ter ondersteuning van een goed werkende aanpak voor mensen met verward gedrag. Bekijk het volledige overzicht van subsidiemogelijkheden op onze website. Goed werkende aanpak Een goed werkende aanpak houdt in dat de negen bouwstenen (Aanjaagteam, 2016) in onderlinge samenhang gehanteerd en ontwikkeld worden. De 9 bouwstenen bieden concrete handvatten bij het ontwikkelen van een persoonsgerichte aanpak voor mensen met verward gedrag. Een goed werkende aanpak wordt uitgevoerd in de wijk, gemeente of regio: dicht bij de doelgroep. Om dit te realiseren, ligt de focus van het actieprogramma op het ondersteunen van gemeenten en hun partners in de regio, waarbij het leggen van verbindingen binnen de regio, tussen regio s onderling en met relevante landelijke programma s van essentieel belang is. Meer achtergrondinformatie vindt u op 4

5 Inhoudelijke focus van deze subsidieoproep Deze subsidieoproep is gericht op het versterken van de regionale infrastructuur door het zo efficiënt mogelijk inrichten van bestaande lokale en regionale advies- en meldpunten voor mensen met een nietacute hulpvraag. Bij het uitwerken van uw subsidieaanvraag zijn de volgende thema s extra van belang: 1. Landelijke en regionale dekking 2. Regionale samenwerking 3. Cliënten en naasten centraal 4. Borging 5. Aansluiting bij de Wvgg 1. Landelijke en regionale dekking Vanwege een aantal landelijke ontwikkelingen, waaronder de invoering van de Wvggz en de mogelijke komst van een landelijk meldnummer, wordt gestreefd naar zowel landelijke als regionale dekking. In sommige regio s wordt gekeken naar de mogelijkheden om bestaande regionale en/of gemeentelijke meldpunten te bundelen. In andere regio s wil men de verschillende meldpunten in stand houden, vanwege herkenbaarheid en vindbaarheid voor hulpverleners en burgers van deze meldpunten. De meldfunctie hoeft niet te bestaan uit één loket; de toegankelijkheid en bereikbaarheid van de meldfunctie staat centraal. Het is aan de regio om hier een eigen invulling aan te geven en aan te sluiten bij lokale behoeften. Om een landelijk dekkend netwerk voor niet-acute advies- en meldpunten te realiseren, krijgen (GGD/veiligheids)regio s waar nog géén projecten lopen voorrang op regio s waar al wel projecten lopen. Zie voor een overzicht van de projecten de flyer van GGD GHOR Nederland. Het overzicht wordt in mei 2019 bijgewerkt als de uitkomsten van de derde subsidieronde bekend zijn. 2. Regionale samenwerking Waar mogelijk werkt u integraal en samenhangend aan de verbeteringen die door SiRM in het Voorlopig model melding zijn voorgesteld. Om te zorgen voor een goede doorgeleiding van acute en niet-acute meldingen is het van belang dat goede afspraken worden gemaakt met de regionale meldkamer(s), crisisdienst(en) en andere hulpverlenende partijen. Zodat meldingen op de juiste manier worden behandeld en doorgezet worden naar het geschikte gemeentelijk loket, het sociale wijkteam, of een andere partij die de melding actief kan oppakken. Om dit te realiseren is het van belang dat partijen lokaal en regionaal goede afspraken maken over de invulling van acuut en niet- acuut. 3. Cliënten en naasten centraal Het actieprogramma werkt aan de realisatie van een integrale persoonsgerichte aanpak, waarbij de leefwereld van de mens centraal staat. Dit perspectief moet in alle projecten centraal staan, door ervaringsdeskundigen in de projecten een expliciete rol te geven. Dit betekent dat in alle fases van het project nadrukkelijk aandacht dient te zijn voor het perspectief van mensen die (dreigen) de grip op hun leven te verliezen en de behoeften van hun omgeving. 4. Borging Deze subsidieoproep dient als tijdelijke ondersteuning bij de inrichting en/of uitbreiding van de niet-acute advies- en meldpunten. Uit de subsidieaanvraag moet blijken hoe na de subsidieperiode de realisatie van 24/7 bereikbaarheid van het niet-acute advies- en meldpunt is geborgd. U beschrijft in de subsidieaanvraag waar en de wijze waarop het advies- en meldpunt wordt geborgd. Denk daarbij aan borging op het gebied van financiën, samenwerking en kennis. 5. Aansluiting bij de Wvggz Voor het versterken van de regionale infrastructuur is het van belang dat u aansluit bij de ontwikkelingen in het kader van de Wvggz. Uit de subsidieaanvraag moet blijken hoe uw project samenhangt met de meldfunctie, die gemeenten moeten inrichten in het kader van deze wet. Daarbij probeert u zo goed mogelijk aansluiting te zoeken bij deze meldfuncties en overlap te voorkomen. 5

6 Randvoorwaarden Wie kan aanvragen? Gemeenten en GGD en kunnen subsidieaanvragen indienen namens een regionaal samenwerkingsverband. Daarbij fungeert één partij als hoofdaanvrager. (GGD/Veiligheids)regio s waar nog géén projecten lopen of waar nog geen meldpunt is hebben voorrang. Om er voor te zorgen dat het project aansluit bij de lokale praktijk en dat de doorgeleiding van meldingen goed georganiseerd is, dienen samenwerkingsafspraken te zijn gemaakt met de volgende partijen: o gemeente/ggd o regionale meldkamers (ambulance en politie) o ggz (crisisdienst) o een eerste aanzet tot samenwerking met zorgverzekeraar(s) o indien relevant: maatschappelijke opvang Op basis van de regionale situatie wordt bepaald hoe de bereikbaarheid wordt ingericht (24/7 of avonden weekenduren). Daarbij dienen in ieder geval samenwerkingsafspraken te zijn gemaakt omtrent de 24/7 bereikbaarheid ( s nachts en in het weekend kan eventueel worden volstaan met een antwoordapparaat). De volgende 2 opties zijn mogelijk: o de indienende organisatie regelt zelf de 24/7 bereikbaarheid o de indienende organisatie maakt afspraken met partners rondom de 24/7 bereikbaarheid Het project sluit aan bij bestaande advies- en meldpunten, denk daarbij aan: Advies- en Meldpunt OGGz Meldpunt Woningvervuiling Meldpunt Zorg en Overlast Meldpunt Vangnet en Advies Meldpunt Overlast- en Bemoeizorg Loket brede centrale Toegang Het project is gericht op hulpverleners én burgers. Hier dienen passende communicatie-activiteiten op afgestemd te worden om brede bekendheid van het meldpunt te realiseren. Eén persoon wordt aangesteld als projectleider en penvoerder van het project. De projectleider is verantwoordelijk voor de uitvoering en coördinatie van het project en is het eerste aanspreekpunt voor ZonMw. Deze subsidieoproep is niet bedoeld voor landelijke meldpunten. Welk bedrag kan aangevraagd worden? De subsidie bedraagt maximaal ,- per project. De looptijd van het project is maximaal 12 maanden. Cofinanciering is verplicht. Het samenwerkingsverband dient ten minste 25% aan het totale projectbudget bij te dragen. Deze cofinanciering kan bestaan uit financiële middelen of menskracht. Bijvoorbeeld: als het maximale bedrag van ,- aangevraagd wordt bij ZonMw, dan bedraagt het totale projectbudget minimaal ,-. Vertegenwoordigers van cliënten en naasten moeten inhoudelijk betrokken worden. Hiervoor neemt u een passende vergoeding op in uw begroting. Binnen deze subsidieregeling kan budget worden aangevraagd voor coördinatie, personele kosten, (aanvullende) scholing, instrument- en methodiekontwikkeling en communicatieactiviteiten. Investeringen in infrastructuur en/of apparatuur mogen alleen worden opgevoerd als de regionale en lokale betekenis daarvan overtuigend kan worden aangetoond (bijvoorbeeld via medegebruik door andere instellingen). Er kan geen vergoeding voor zorgkosten of (ver)bouwkosten worden aangevraagd. Het is niet mogelijk om kosten die gemaakt zijn voorafgaand aan de officiële start van het project op te voeren of te declareren. Wel kunt u subsidie aanvragen voor voortzetting van reeds gestarte projecten gericht op regionale niet-acute meldpunten. In dat geval dient u inzichtelijk te maken hoe het project aansluit bij bestaande financiering én te onderbouwen waarom aanvullende subsidie nodig is. U kunt beperkt (max. 10%) middelen reserveren voor evaluatie en monitoring (zie onder vereisten plan van aanpak). 6

7 Hoe kunt u uw subsidieaanvraag indienen? Uw subsidieaanvraag moet ingediend worden in ons digitale aanvraagsysteem ProjectNet. In ProjectNet vult u enkele basisgegevens in, zoals titel van uw project, de projectgroepleden, een samenvatting en een aantal aandachtsgebieden van uw project (zie handleiding). Daarnaast voegt u verplicht 2 bijlagen (in PDF) toe: plan van aanpak (max. 8 A4, Arial, lettergrootte 10 pt) begroting volgens verplicht format (zie bijlage A): meer informatie over de voorwaarden en financiën vindt u op de website van ZonMw Overige bijlagen worden niet in behandeling genomen. Plan van aanpak Het plan van aanpak moet minstens bestaan uit de volgende onderdelen: Doelstelling(en) en beoogde (tussen)resultaten van het project. Een contextbeschrijving waarin: o relevante niet-acute meldfuncties in kaart zijn gebracht o de samenwerking met meldkamers en crisisdiensten is toegelicht o de aansluiting bij andere relevante initiatieven in de regio is toegelicht Een beschrijving hoe het project bijdraagt aan het efficiënt(er) inrichten van bestaande lokale en regionale advies- en meldpunten. Een beschrijving van de bereikbaarheid van het niet-acute meldpunt en hoe meldingen s nachts en in het weekend worden opgepakt. Een beschrijving van het meldproces, waaronder gemaakte afspraken met relevante organisaties in het kader van een goede doorgeleiding na een melding. Een beschrijving van de samenhang met de meldfunctie die gemeenten moeten inrichten in het kader van de Wet verplichte ggz (Wvggz) en hoe daarbij aansluiting wordt gezocht. Een inschatting van het aantal personen (hulpverleners én burgers) dat u denkt te bereiken met uw aanpak en binnen welke termijn. Een beschrijving van de communicatiestrategieën die worden ingezet. Daarbij maakt u onderscheid tussen publieksmeldingen en meldingen van hulpverleners. Een tijdsplanning waarin per fase staat beschreven welke activiteiten wanneer en door wie (of welke partij) worden uitgevoerd. Een SWOT-analyse (Strengths Weaknesses Opportunities Threats). Beschrijf tevens op welke wijze binnen uw project wordt omgegaan met de zwakke punten en bedreigingen. Een beschrijving hoe tijdens de uitvoering van het project aandacht wordt besteed aan de borging, om inzicht te krijgen op welke wijze het project na afloop van de subsidie wordt gecontinueerd. Beschrijving van de monitoring en registratie. U bent verplicht om tijdens de pilot gegevens te verzamelen en aan te leveren. De te registreren gegevens vindt u op de ZonMw-website. Om ervoor te zorgen dat de projecten goed aansluiten bij het Voorlopig model melding, kunt u bij het opstellen van uw subsidieaanvraag gebruik maken van de door SiRM ontwikkelde toolkits, waarin op een eenvoudige manier de belangrijkste afspraken uit het Voorlopig model melding zijn beschreven. 7

8 Beoordeling van uw projectplan Subsidieaanvragen dienen te voldoen aan de Algemene subsidiebepalingen van ZonMw 2. Uw subsidieaanvraag wordt op basis van de onderstaande criteria beoordeeld. 1. Bijdrage programmadoel Het project draagt bij aan versterken van de regionale infrastructuur door het efficiënt(er) inrichten van bestaande lokale en regionale advies- en meldpunten voor mensen met een niet-acute hulpvraag. Er is onderscheid gemaakt tussen publieksmeldingen en meldingen van hulpverleners. Het plan van aanpak is concreet en doeltreffend beschreven. De borging na afloop van de projectperiode is aannemelijk gemaakt. Het project beslaat een nieuwe (GGD/veiligheids)regio. 2. Regionale samenwerking De projectgroep is een afspiegeling van het samenwerkingsverband. De bijdrage van elke partij uit de projectgroep aan het project is duidelijk omschreven. De inrichting van de bereikbaarheid van niet-acute meldpunten (locatie, uren, afspraken) is beschreven en onderbouwd aan de hand van een gedegen contextbeschrijving. Het project sluit zoveel mogelijk aan bij bestaande advies- en meldpunten en zet waar mogelijk in op het vergroten van de regionale dekking. Het plan beschrijft helder op welke wijze het advies- meldpunt samenhangt met de meldfunctie die gemeenten moeten inrichten in het kader van de Wvggz. 3. Kwaliteit en veiligheid Het meldproces en de gemaakte afspraken in het kader van een goede doorgeleiding na een melding zijn helder beschreven. Het project is gericht op het creëren van rust en veiligheid voor mensen met verward gedrag en hun omgeving (de-escalatie). Er is in het project aandacht voor de veiligheid van patiënten, naasten en hulpverleners. De continuïteit van zorg is gewaarborgd. De regionale advies- en meldpunten beschikken over de juiste infrastructuur en het juiste netwerk om bij alle meldingen en adviesvragen te kunnen behandelen en te zorgen voor adequate opvolging. 4. Haalbaarheid De doelen van het project zijn SMART geformuleerd. In het plan van aanpak is een duidelijke en realistische fasering opgenomen. De haalbaarheid van het project is aan de hand van een SWOT-analyse inzichtelijk gemaakt. Het plan van aanpak beschrijft passende communicatiestrategieën voor hulpverleners en burgers beschreven. Het project levert meetbare resultaten op voor de evaluatie en voor het vaststellen van het Voorlopig model melding van SiRM. Uit uw subsidieaanvraag blijkt hoe de inbedding en borging van het project na de subsidie periode zal plaatsvinden. 5. Begroting Het aangevraagde budget is realistisch onderbouwd op basis van de omvang van het project. Kosten voor een projectleider en inzet van ervaringsdeskundigen en hun naasten zijn opgenomen in de begroting. Indien het een gestart project betreft, dan is inzichtelijk hoe de subsidie aansluit bij bestaande financiering en waarom aanvullende subsidie nodig is. 2 De algemene subsidiebepalingen adresseren iedereen die betrokken is bij het desbetreffende project. Bij de subsidieontvanger zijn 3 rollen gedefinieerd: 1. Bestuurlijk verantwoordelijke is degene die de rechtspersoon wettelijk of statutair in rechte kan vertegenwoordigen. 2. (Hoofd)aanvrager is degene die (eind)verantwoordelijk is voor de subsidieaanvraag. 3. Projectleider/penvoerder is degene die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project. 8

9 Beoordelingsprocedure De beoordelingsprocedure vindt plaats volgens de volgende 3 stappen: Stap 1. Referenten De subsidieaanvragen worden beoordeeld door referenten op basis van bovenstaande criteria. Stap 2. Wederhoor De referentenrapporten worden met u gedeeld. U krijgt de mogelijkheid om een reactie te geven op de referenten in het wederhoor. Stap 3. Programmacommissie De beoordelingscommissie Sociaal domein, gemandateerd door de programmacommissie geeft een eindscore op basis van de subsidieaanvraag, het hoor en het wederhoor. Deze score kan zijn: onvoldoende, matig, voldoende, goed of zeer goed. Alle projecten die voldoende, goed en zeer goed scoren komen in aanmerking voor honorering. Wanneer meer subsidieaanvragen een eindscore voldoende of hoger hebben dan het beschikbare budget binnen deze subsidieronde, dan wordt binnen de categorie voldoende geprioriteerd op basis van het aanvullend beoordelingskader. Aanvullend beoordelingskader Regio s waar nog géén projecten lopen voorrang op regio s waar al wel projecten lopen. Zie voor een overzicht van de projecten de flyer van GGD GHOR Nederland. Tijdpad Deadline indienen subsidieaanvraag 6 juni 2019, uur Ontvangst referentenoordelen 21 juni 2019 Indienen wederhoor 28 juni 2019 Ontvangst besluitbrief Uiterlijk 19 juli 2019 Uiterlijke startdatum 1 september 2019 Indienen in ProjectNet U dient uw subsidieaanvraag in via ProjectNet: het digitale aanvraagsysteem van ZonMw. Wanneer u nog niet eerder gewerkt met ProjectNet, meldt u zich dan eerst aan als nieuwe gebruiker. In de handleiding van ProjectNet leest u hoe u een account kunt aanmaken. Uw subsidieaanvraag moet tijdig en volledig (inclusief bijlagen) zijn ingediend. De deadline is donderdag 6 juni 2019, om uur. Direct na het indienen wordt u gewezen op het formulier Verklaring akkoord indienen subsidieaanvraag. Wij verzoeken u dit formulier te voorzien van de handtekening van de bestuurlijk verantwoordelijke en de hoofdaanvrager en deze digitaal te sturen naar ZonMw, t.a.v. Martien de Bruyne, avg@zonmw.nl. Het formulier dient uiterlijk 1 week na de digitale indiening binnen te zijn. Downloads en links: A. Template plan van aanpak B. Format begroting (verplichte bijlage) C. Handleiding ProjectNet D. Algemene subsidiebepalingen E. Procedures ZonMw F. Bouwstenen 9

10 TIPS Wanneer uw organisatie nog niet geregistreerd is bij ZonMw dan kunt u dit in ProjectNet aanvragen. Zonder organisatie is het niet mogelijk een ProjectNet-account aan te maken. Ook de organisaties waarmee u samenwerkt dienen in ons systeem geregistreerd te worden. Wij adviseren u om dit tijdig aan te vragen. Het is handig om voordat u uw subsidieaanvraag digitaal indient, een PDF van uw subsidieaanvraag uit te printen en na te lopen op onregelmatigheden. Vooral als u uw subsidieaanvraag eerst in Word heeft opgesteld en vervolgens naar ProjectNet heeft gekopieerd kan het voorkomen dat sommige tekens (zoals aanhalingstekens) niet goed worden omgezet. U kunt dit in ProjectNet zelf corrigeren. Om de begroting goed in PDF te laten passen, kunt u de marges aanpassen naar smal en de afdrukstand naar liggend. Wanneer uw subsidieaanvraag niet ontvankelijk (onvolledig of onjuist ingediend) is, ontvangt u binnen 2 dagen na de deadline bericht van ZonMw. In het bericht staat welk onderdeel aangevuld moet worden om alsnog voor beoordeling in aanmerking te komen. U krijgt daarbij maximaal 24 uur de tijd om uw aanvraag aan te passen en opnieuw in te dienen. Zorg ervoor dat de hoofdaanvrager en/of de projectleider / penvoerder in die periode telefonisch goed bereikbaar is. Plan van tevoren tijd in om de wederhoor (reactie op het oordeel van de beoordelingswerkgroep) te schrijven. U heeft hiervoor ongeveer één week. De datum voor het indienen van het wederhoor is 28 juni Houdt de ZonMw-website: in de gaten voor actuele informatie over het actieprogramma. Deze pagina wordt regelmatig bijgewerkt. Inhoudelijke vragen Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met het programmasecretariaat, tel: , avg@zonmw.nl. Technische vragen Mocht u problemen hebben met ons digitale aanvraagsysteem ProjectNet dan helpen wij u graag. Onze helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot uur, tel , of per projectnet@zonmw.nl. Vermeld in uw uw telefoonnummer zodat wij u eventueel kunnen terugbellen. 10