Programma van Toetsing en Afsluiting. 4 vwo

Transcriptie

1 Programma van Toetsing en Afsluiting 4 vwo

2 Inhoudsopgave: Maatschappijleer 3 CKV 5 Levensbeschouwing 8 Lichamelijk opvoeding 9

3 Programma van toetsing en afsluiting voor het vak Maatschappijleer Boek: Thema s maatschappijleer (5 e druk) I THEORETISCHE TOETSEN periode 1 onderwerp: rechtsstaat en parlementaire democratie duur: 50 minuten vorm: schriftelijk in TB1 gewicht: 1 leerstof: Thema s, Hoofdstuk sbu: 20 periode 2 onderwerp: verzorgingsstaat duur: 50 minuten vorm: schriftelijk in TB2 gewicht: 1 leerstof: Thema s, Hoofdstuk 3 sbu: 20 periode 3 onderwerp: pluriforme samenleving duur: 50 minuten vorm: schriftelijk in de les gewicht: 1 leerstof: Thema s, Hoofdstuk 4 sbu: 20 Herkansing is mogelijk voor één van de drie theoretische toetsen. II PRAKTISCHE TOETSEN In het kader van het vak maatschappijleer worden naast de theoretische toetsen ook vier praktische opdrachten gemaakt. Het gemiddelde van deze praktische opdrachten telt voor 40% van het eindcijfer (10% per p.o.). periode 1 en 2: 2 p.o. s: rechtsstaat en parlementaire democratie Sbu: 10 per p.o. periode 2 en 3: 2 p.o. s: verzorgingsstaat en pluriforme samenleving Sbu: 10 per p.o. Praktische toetsen zijn niet herkansbaar. III ACTUALITEITENTOETSEN Actualiteitentoets: er worden gedurende het gehele jaar 6 actualiteitstoetsen afgenomen. Deze zijn niet te herkansen en worden niet aangekondigd. Het rekenkundig gemiddelde van die 6 cijfers vormt 10% van het eindcijfer. 3

4 Presentatie actualiteitentoets: iedere leerling verzorgt (alleen of in tweetallen) in de loop van het schooljaar een korte klassikale presentatie betreffende een actueel nieuwsfeit. Het actuele nieuwsfeit dient gekoppeld te worden aan een maatschappelijk verschijnsel/ probleem. De presentatie bestaat uit een powerpoint-presentatie. Het cijfer voor de presentatie vormt 10% van het eindcijfer. IV CIJFERBEPALING Eindcijfer maatschappijleer berekenen: Cijfervoorbeeld: Gemiddelde van theorietoetsen (3) Gemiddelde van po s (4) Gemiddelde van actualiteitentoetsen (6) cijfer 6,8 7,8 6,7 7,5 weging Presentatie (1) Eindcijfer: (6,8 x 4 + 7,8 x 4 + 6,7 x 1 + 7,5 x 1) /10 = 7,3 = 7 Het eindcijfer Maatschappijleer telt mee in het combinatiecijfer samen met het eindcijfer voor het profielwerkstuk en bovendien het eindcijfer CKV voor atheneumleerlingen. V BEWAREN VAN EXAMENDOSSIER De theoretische toetsen en praktische opdrachten maken deel uit van het examendossier, deze worden door de docent bewaard. 4

5 Programma van toetsing en afsluiting voor het vak CKV De leerling volgt twee disciplines uit een keuze van zes (muziek, theater, dans, foto, design en beeldend). Deze worden gedurende de eerste twee periodes gevolgd. De laatste periode werken leerlingen aan hun meesterproef: een opdracht waarbij de leerling in een groep van ca. 6 leerlingen n.a.v. een onderzoeksvraag een creatief proces aangaat, uitmondend in een creatief product. Presenteren van deze meesterproef is onderdeel van de opdracht. Het product moet ambachtelijk en artistiek kwaliteit hebben. Zowel proces als product wegen mee. Het bijwonen van de presentaties is onderdeel van de eindopdracht. EXCURSIES EN OVERIGE CULTURELE ACTIVITEITEN Elke leerling is verplicht tot 4 culturele activiteiten voor CKV (twee per discipline verdeeld over periode 1 en 2 ), deze vinden in principe buiten lestijd plaats. Hiervan zullen er minimaal twee door de school worden georganiseerd, één activiteit per discipline. De kosten verschillen, afhankelijk van de activiteit. Van de culturele activiteit maakt de leerling een verslag c.q. een verwerkingsopdracht zoals omschreven door de docent. Daarnaast is er binnen het rooster ruimte voor één culturele activiteit disciplineoverstijgend met de hele groep Deelname hieraan is ook een vast onderdeel van het programma. Er vindt een tegemoetkoming in de kosten plaats d.m.v. verstrekking van een cultuurkaart waarmee op veel activiteiten korting kan worden verkregen. Per leerling is er een bijdrage van 15,- ter beschikking per schooljaar. Dit bedrag wordt door school besteed. EXAMENDOSSIER Gedurende het schooljaar zal de docent, na inlevering en beoordeling van de diverse onderdelen, het kunstdossier op school bewaren. De leerling bewaart zelf een digitale versie van de verslagen/opdrachten als back up van het eigen examenwerk. Aan het einde van het schooljaar krijgt de leerling het complete kunstdossier mee naar huis. EXAMENDOSSIER Periode 1 : Discipline 1 (t/m 4 december ) Duur : 12 á 14 weken. Vorm : Kunstdossier. Inhoud : Kunstautobiografie, verslag culturele activiteit 1,verwerking culturele activiteit 2 en balansverslag. Beoordeling praktische opdracht 1 en 2. (optie) Bevestiging van deelname aan extra gezamenlijke culturele activiteit Gewicht : De diverse onderdelen wegen 1x.Het gemiddelde daarvan weegt 1x voor de eindbeoordeling. Leerstof : Zowel theoretische als praktische inhouden. Sbu s : 50 Periode 2 : Discipline 2 (t/m 1 april ). Duur : 12 á 14 weken. Vorm : Kunstdossier. Inhoud : Verslag culturele activiteit 3, verwerking culturele activiteit 4 en eindbalansverslag. Beoordeling praktische opdracht 3 en 4. (optie) Bevestiging van deelname aan extra gezamenlijke culturele activiteit. 5

6 Gewicht : De diverse onderdelen wegen 1x. Het gemiddelde daarvan weegt 1x voor de eindbeoordeling. Leerstof : Zowel theoretische als praktische inhouden. Sbu s : 50 Periode 3 : Eindpresentatie meesterproef (t/m 3 juni). Duur : 6 à 7 weken. Vorm : Eindpresentatie. Inhoud Naar aanleiding van een onderzoeksvraag maken leerlingen een creatief, artistiek eindproduct dat wordt bedacht en uitgevoerd in groepsverband (ca. 6 leerlingen): Hun meesterproef. Afronding vindt plaats door een presentatie van dit eindproduct aan alle CKV deelnemers en CKV docenten op een presentatiemiddag. Gewicht : Meesterproef. weegt 1x voor de eindbeoordeling. Leerstof : Vooral praktische inhouden. Sbu s : 30 CIJFERBEPALING CKV is een ontwikkelvak, dat wil zeggen dat je elke stap moet maken om verder te kunnen. Aanwezigheid in de les is hierbij een voorwaarde. Gedurende het jaar beoordelen we op een schaal van O, V, RV, G, ZG, U. Alle onderdelen bij elke discipline alsmede de eindpresentatie dienen naar behoren worden afgerond dat wil zeggen minimaal een V. (Een onvoldoende bij het ene onderdeel kan NIET worden opgehaald met een goed bij het andere.) Wat Weging Weging voor eindbeoordeling Discipline 1 Kunstautobiografie 1 CA 1 verslag 1 Ca 2 verwerking 1 PO 1 1 PO 2 1 Balansverslag 1 Beoordeling 1 Gemiddelde 1 Discipline 2 CA 1 verslag 1 Ca 2 verwerking 1 PO 1 1 PO 2 1 Eindbalansverslag 1 Beoordeling 2 Gemiddelde 1 Meesterproef Product/presentatie 1 Proces/logboek 1 Beoordeling 3 Gemiddelde 1 Eindbeoordeling Gemiddelde 6

7 Aan het einde van het jaar wordt de eindbeoordeling omgezet in een cijfer. Dit cijfer weegt mee in het combinatiecijfer voor het eindexamen. V 6 RV 7 G 8 ZG 9 U 10 In geval van doubleren in 4H of 4V kan bij eindcijfer RV of hoger een vrijstelling worden aangevraagd bij de leerlingcoördinator/ afdelingsleider. Bij een O of V volgt de leerling het vak opnieuw. EINDCIJFER CKV VOOR LEERLINGEN DIE STOPPEN MET HET GYMNASIUM Leerlingen die na 4G stoppen met Latijn / Grieks De cultuurcijfers uit de drie proefwerken (één per periode) zijn door de docent Latijn / Grieks bijgehouden en worden omgezet naar een cijfer. Weging: 1 Kunstautobiografie. ROS (sectievoorzitter CKV) geeft mondeling instructie en bespreekt de kunstautobiografie achteraf met de leerling. Weging: 1 Praktische opdracht. De leerling krijgt een praktische opdracht met een onderzoeksvraag. Deze wordt alleen of in een groepje gemaakt en beoordeeld door de sectie CKV. Vóór de herfstvakantie wordt de opdracht afgerond met een reflectiegesprek. Weging: 1 Leerlingen die na 5G stoppen met Latijn / Grieks: De gemiddelde van de GLTC-cijfers uit 5G wordt omgezet naar een cijfer voor CKV. Het eindcijfer CKV weegt samen met de eindcijfers voor Maatschappijleer en het profielwerkstuk mee in het combinatiecijfer. 7

8 Programma van toetsing en afsluiting voor het vak levensbeschouwing In vwo 4 (atheneum/gymnasium) wordt het vak levensbeschouwing afgerond. De leerling sluit het vak voldoende of goed af om bevorderd te mogen worden naar vwo 5. Levensbeschouwing is een ontwikkelvak, dat wil zeggen dat je elke stap moet maken om verder te kunnen. Aanwezigheid in de les is hierbij een voorwaarde. Gedurende het jaar beoordelen we de opdrachten met cijfers. Alle onderdelen bij elke periode alsmede de eindopdracht dienen naar behoren worden afgerond, dat wil zeggen minimaal het cijfer 6,0. (Een onvoldoende bij het ene onderdeel kan NIET worden opgehaald met een hoger punt bij een andere opdracht). Aan het einde van het schooljaar zal het cijfer worden omgezet in voldoende (6-7,9), of goed (8 en hoger). De perioden zijn gekoppeld aan het jaarrooster van de klas. In de studiewijzer vwo 4 staan de doelen m.b.t. de opdrachten toegelicht. Periode Lesstof Toetsing Weging Periode 1 Hindoeïsme: boek Wegen van verlossing, Hoofdstuk 1 en 2 Praktische opdracht: werkstuk Inspirerend voorbeeld + uitwerking filmverslag 1 Periode 2 Boeddhisme: boek Wegen van verlossing Hoofdstuk 3 en 4 + eigen materiaal docenten Open boek test n.a.v. de aangeboden lesstof. 1 Periode 3 Filosofie: ethiek Boek: Over Normaal gesproken H1 t/m 4 +eigen materiaal docent Werkstuk uitwerking ethisch dilemma in tweetallen of alleen + presentatie van het werkstuk aan anderen. 2 Cijfervoorbeeld: Periode Periode 1 Periode 2 Periode 3 Cijfer 7,5 6,5 8,0 Weging (1 x 7,5 + 1 x 6,5 + 2 x 8,0) / 4 = 7,5 Dit gemiddelde cijfer wordt omgezet in: voldoende 8

9 Programma van toetsing & afsluiting Lichamelijke Opvoeding Lesuur 50 minuten, contacturen tijd is uitgedrukt in lesuren. Contact Zelf Periode Activiteit Eindterm Toetsing uren studie 1. Zomer november 11 lesweken 2. November maart 12 lesweken 3. Maart - juni 13 lesweken B: Lesgeven Vrije invulling, afhankelijk van leerlingen en docent B: Lesgeven Vrije invulling, afhankelijk van leerlingen en docent B: Lesgeven Vrije invulling, afhankelijk van leerlingen en docent Lesgeefopdracht Lesgeefopdracht Lesgeefopdracht Voor gymnastiek gaan we dit jaar al werken voor het eindexamen. Volgens de regels dient de volledige tweede fase voor L.O. naar behoren te worden afgesloten en te worden gewaardeerd met de kwalificaties voldoende of goed. Gebeurt dit niet dan kan een leerling niet deelnemen aan het centraal eindexamen. Elke leerling doet dus een schoolexamen L.O. Dit examen bestaat uit: 1. Praktijk 2. Het geven van lesdelen aan de medeleerlingen uit je klas Werkwijze Er wordt gewerkt in blokuren waarbij twee leerlingen de lessen verzorgen. Iedere leerling geeft 1 lesuur. Beoordeling Al je prestaties zullen ook door de docent worden bijgehouden in Magister. Je wordt beoordeeld op drie punten: 1 Bewegingsvaardigheid 2 Inzet 3 Lesgeefopdracht Ad1 Net als in de Basisvorming geeft de docent je een cijfer voor diverse bewegingsonderdelen, dit levert een gemiddelde cijfer op. 1.0 tot 5.5 = Onvoldoende 5.5 tot 7.5 = Voldoende 7.5 tot 10 = Goed 9

10 Ad2 Inzet is een natuurlijk een subjectief begrip. Er worden door ons twee zaken mee bedoeld. Ten eerste de bedoeling om binnen je vermogens maximaal te presteren en ten tweede je attitude t.a.v. jezelf, medeleerlingen en docent. Ad3 Het cijfer voor de lesgeefopdracht wordt genoteerd in periode 4. Bij een onvoldoende voor dit onderdeel ga je in overleg met je docent nadat iedereen is geweest op herhaling. Ter verduidelijking bij Ad3: Omdat bij L.O. inzet een onderdeel is van de overgangsnorm wordt dit als volgt omschreven: Een leerling is elke les aanwezig Een leerling heeft elke les zijn gymspullen bij zich Bij blessure is de leerling dus ook in de les aanwezig. Wanneer deze blessure langer dan drie achtereenvolgende lessen het meedoen verhindert, wordt in overleg met de docent gezocht naar een alternatief om het verlies van deze lessen te compenseren. OVERGANGSNORM WEGING Inzet Voldoende of Goed 1X Bewegingsvaardigheden Onvoldoende, Voldoende of Goed 1X waarbij een onvoldoende gecompenseerd moet worden door een goed bij inzet of de lesgeefopdracht. Lesgeefopdracht Voldoende of Goed 3X Ontheffing De directie van het Huygens Lyceum kan in bijzondere gevallen in overleg met de gymdocent bepalen dat een leerling ontheffing voor (een deel van) de lessen krijgt. 10