GEBRUIKSAANWIJZING AutoForce

Transcriptie

1 GEBRUIKSAANWIJZING AutoForce VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR INGEBRUIKNAME AANDACHTIG LEZEN! GEBRUIKSAANWIJZING BEWAREN! ART.: ISSUE: /2017

2

3 Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing Identificatie van de machine Bij de overname van de machine vult u de desbetreffende gegevens in de volgende lijst in: Serienummer:... Type machine:... Bouwjaar:... Eerste gebruik:... Accessoires: Uitgiftedatum van de gebruiksaanwijzing: Laatste wijziging: 02/ nl AutoForce Adres handelaar: Naam:... Straat:... Plaats:... Tel.:.... Klanten- nummer: handelaar:... HORSCH-adres: HORSCH Maschinen GmbH Schwandorf, Sitzenhof Schwandorf, Postfach 1038 Ontvangstbevestiging machine Tel.: +49 (0) 9431 / Fax: +49 (0) 9431 / info@horsch.com Klanten- nummer: HORSCH:... De garantieaanspraken worden pas werkzaam als het eerste gebruik van de machine binnen een week aan HORSCH Maschinen GmbH wordt gemeld. Op bij SERVICE PARTNERS kan daartoe een interactief pdf-formulier gedownload worden (niet beschikbaar in alle talen). Door te klikken op Verzenden wordt, afhankelijk van het geïnstalleerde programma, automatisch een ontwerp met ingevuld formulier opgesteld. Het formulier kan eveneens als bijlage bij een naar machine.registration@horsch.com worden gestuurd. Elke andere vorm van registratie (per post, fax, e.d.) wordt niet in aanmerking genomen.

4 Inhoud AutoForce...4 Inleiding...4 Werkingsprincipe...5 Krachten op de zaai-unit...5 Bediening...7 Venster AutoForce...7 Handmatige modus...7 Automatische modus...8 Werkvenster...9 Configuratie...9 Instellingen...10 Toekenning sensor aan rij...10 Toekenning sectie aan rij...10 Sensoren kalibreren (aanleren)...11 Diagnose...11 Delta Step schaardruk...12 Bijkomende toets...12 Foutcodes...12 Hulp bij storingen...15 Index

5 3

6 OPMERKING Deze gebruiksaanwijzing geldt alleen in combinatie met de gebruiksaanwijzing van de E-Manager Midi of hoger. In dit document wordt uitsluitend de functie automatische schaardrukregeling AutoForce beschreven. ¾ Voor een veilige werking van de machine altijd rekening houden met de gebruiksaanwijzingen van de zaaimachine en de E-Manager. AutoForce Inleiding AutoForce is een systeem voor de automatische instelling van de schaardruk aan de Maestro. Op de as van de dieptegeleidingsrol bevindt zich een nok met een sensor. De sensor registreert de kracht die vanuit de bodem op de dieptegeleidingsrol inwerkt. Het is de bedoeling de drukkracht tussen de dieptegeleidingsrol en de bodem constant te houden, ongeacht de bodemgesteldheid. Daardoor past het kouterelement zich aan de verschillende bodemomstandigheden aan zodat de aflegdiepte constant blijft. De systemen kunnen voor één of meerdere secties ontworpen zijn. Bij systemen met één sectie zijn veren op de zaai-unit in het rijspoor aangebracht. Bij systemen met meerdere secties is telkens de laatste sectie voor het rijspoor gereserveerd. Veren kunnen later geplaatst worden. OPMERKING Ondanks de automatische schaardrukregeling AutoForce is de gebruiker verantwoordelijk voor de kwaliteit van het zaaien. ¾ De zaaikwaliteit en de aflegdiepte in het veld dagelijks meermaals en bij verschillende bodemgesteldheden controleren. 4

7 Werkingsprincipe Krachten op de zaai-unit A B C D Krachten op de zaai-unit A Hydraulische schaardruk B Gewichtskracht van de zaai-unit C Kracht tussen bodem en dieptegeleidingsrol (instelwaarde) D Kracht tussen bodem en kouterschijven Als instelwaarde voor de regeling van de schaardruk dient de kracht tussen de bodem en de dieptegeleidingsrol (C). Op een zachte bodem volstaat de gewichtskracht zodat de kouterschijven in de bodem dringen. Op een harde bodem wordt de kracht tussen de bodem en de kouterschijven (D) groter. Daardoor wordt de kracht (C) tussen de bodem en de dieptegeleidingsrol kleiner. De instelwaarde wordt bijgevolg niet bereikt. Nu moet de schaardruk (A) hydraulisch verhoogd worden zodat de kracht (C) tussen de bodem en de dieptegeleidingsrollen weer aan de instelwaarde beantwoordt en de aflegdiepte constant blijft. 5

8 In de volgende afbeeldingen worden omwille van de duidelijkheid de gewichtskracht en de kracht tussen de bodem en de dieptegeleidingsrol niet weergegeven. Maestro zonder AutoForce H H Zaaien op zachte, vochtige of lichte bodem. De aflegdiepte H wordt aangehouden; de kracht vanuit de bodem op de kouterschijven is vrij beperkt. Zaaien op harde bodem, bodem met aardkluiten of stenen De kracht op de kouterschijven neemt toe, de aflegdiepte wordt kleiner. Maestro met AutoForce H H Zaaien op zachte, vochtige of lichte bodem. De aflegdiepte H wordt aangehouden; de kracht vanuit de bodem op de kouterschijven is vrij beperkt. Zaaien op harde bodem, bodem met aardkluiten of stenen De zaai-unit krijgt hydraulisch extra schaardruk om verder in de bodem te kunnen indringen. De aflegdiepte H blijft constant. 6

9 Bediening Venster AutoForce Het venster AutoForce kan via de desbetreffende toets in het werkvenster of via de bijkomende toets opgevraagd worden. Afhankelijk van de terminal kan de toets met het draaiwieltje of het touchscreen geselecteerd worden. Handmatige modus Als de automatische modus gedeactiveerd is, is de handmatige modus actief. De handmatige modus moet gebruikt worden als een regeling niet mogelijk is. 1 AutoForce kg 250kg 0.0 km/u handmatig 0 DK/ha 0 kg/ha Rest 30,0 ha m Venster AutoForce handmatige modus Mais Werkvenster toets om het venster AutoForce op te vragen Sneltoets voor het oproepen van het venster AutoForce. 1. Het schema geeft de opdeling van de secties weer. De standaardsecties zijn zwart aangeduid, de secties in de rijsporen grijs. 2. Hier kunnen de instelwaarden voor de standaardsecties (zwart) en de sectie in de rijsporen (grijs) ingevoerd worden. De hydraulische klep wordt dan met een constante waarde geactiveerd. 7

10 Automatische modus AutoForce kg 80kg 1000 kg 3. Onderaan in de weergave bevinden zich balken, telkens voor een geïntegreerde en geconfigureerde sectie. Als alle werkelijke waarden (waarden van de afzonderlijke sensoren en hun gemiddelde) zich in het groene bereik bevinden, wordt enkel het gemiddelde weergegeven. Als minstens één sensorwaarde zich buiten het groene bereik bevindt, verschijnt bovendien een grijze pijl voor die waarde en wordt het bijbehorende rijnummer vermeld. 0 kg Geen berek. rest. hoeveelh Venster AutoForce automatische modus Sneltoets voor het in- en uitschakelen van de automatische modus. 1. Het schema geeft de opdeling van de secties weer. De standaardsecties zijn zwart aangeduid, de secties in de rijsporen grijs. 2. In het midden van de weergaven kunnen instelwaarden voor de kracht tussen de dieptegeleidingsrollen en de bodem voor standaardsecties (zwart) en secties in de rijsporen (grijs) ingevoerd worden. ¾ De instelwaarde in de rijsporen bij systemen met meer dan één sectie hoger instellen dan in de standaardsecties. OPMERKING De instelwaarden moeten op de akker worden bepaald. ¾ De zaaikwaliteit en de aflegdiepte in het veld dagelijks meermaals en bij verschillende bodemgesteldheden controleren. ¾ De waarden voor de schaardruk indien nodig corrigeren. 8

11 Werkvenster Configuratie 0 DK/ha 0 kg/ha 0,0 km/u CONFIGURATIE Type machine : Maestro Centr. tank SOD : SOD 1 x As verstelb. : nee afz. mestinleg : nee Schaardrukinst. : auto Mais Doseerunit 1: vast Doseerunit 2: zonder Halve kant-uits. : nee Meststofbew. : nee Gedet. weergave : ja Werkvenster In het werkvenster staat het symbool voor de schaardruk samen met een cirkel. Afhankelijk van de status heeft die cirkel een andere kleur (rood/geel/groen). De volgende tabel verklaart de verschillende kleuren: Configuratie 1 ¾ De configuratie-optie Schaardrukinstelling op auto zetten om AutoForce te activeren. ¾ Deze instelling altijd uitvoeren als AutoForce is geïntegreerd, ongeacht of het systeem gebruikt wordt. Kleur groen geel rood Betekenis Alle secties en sensoren bevinden zich in het groene waardebereik. Het gemiddelde van minstens één sectie bevindt zich in het gele bereik. Het gemiddelde van minstens één sectie bevindt zich in het rode bereik. Afhankelijk van de terminal kan het symbool met het draaiwieltje of het touchscreen geselecteerd worden. Sneltoets voor het veranderen van de ingestelde schaardruk. Extra toets voor het opvragen van het venster AutoForce. 9

12 Instellingen Toekenning sectie aan rij Sneltoets voor het opvragen van de AutoForce-instellingen. AF-S AF-S 1: sct1 13: sct2 2: sct1 14: sct4 3: sct1 15: sct4 4: sct1 16: sct2 5: sct1 17: sct2 6: sct1 18: sct3 7: sct1 19: sct3 8: sct2 20: sct3 9: sct2 21: sct3 10: sct4 22: sct3 11: sct4 23: sct3 12: sct2 24: sct3 Toekenning sensor aan rij Sneltoets voor het opvragen van de pagina voor de sensortoekenning. AF-S Toekenning sectie rij AF-S 1: sct1 13: sct2 2: sct1 14: sct4 3: sct1 15: sct4 4: sct1 16: sct2 5: sct1 17: sct2 6: sct1 18: sct3 7: sct1 19: sct3 8: sct2 20: sct3 9: sct2 21: sct3 10: sct4 22: sct3 11: sct4 23: sct3 12: sct2 24: sct3 ¾ Na de toekenning van sensoren aan een rij kunnen aan de afzonderlijke rijen secties worden toegekend. Afhankelijk van de uitrusting zijn er één tot vier secties. Achter elke rij met een toegekende sectie wordt, indien voorhanden, de status van de sensor weergegeven. ¾De sensoren indien nodig activeren of deactiveren. CONFIGURATIE Sensor 1 : 2 Sensor 2 : 6 Sensor 3 : 9 Sensor 4 : 10 Sensor 5 : 14 Sensor 6 : 15 Sensor 7 : 19 Sensor 8 : 23 Toekenning sensor rij ¾ In de linker kolom het nummer van de rij met de desbetreffende sensor selecteren of invoeren. ¾ In de rechter kolom aanvinken of een sensor geïntegreerd of geactiveerd is. 10

13 Sensoren kalibreren (aanleren) Diagnose ¾ De sensoren na montage, vervanging of een software-update kalibreren. Sneltoets voor het opvragen van de pagina Kalibratie. KALIBRATIE 1 DIAGNOSE ma ma S1 : 9,6 sct1 S5 : 8,7 S2 : 4,6 sct1 S6 : 16.8 S3 : 16,4 S7 : 0,6 S4 : 3,6 S8 : 20,4 Kalibratie Rij 2 : 3,76 ma 4,30 ma Rij 9 : 3,51 ma 3,50 ma Rij 13 : 3,63 ma 3,63 ma Rij 16 : 4,25 ma 4,24 ma Op de pagina Kalibratie staan alle toegekende en actieve sensoren. Om de kalibratie te kunnen uitvoeren, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: geen snelheidssignaal geen werksignaal geen ventilatortoerental machine uitgeklapt zaai-units raken de bodem niet waardebereik (in onbelaste toestand) waarin de sensor gekalibreerd kan worden: 2,8 ma - 5,2 ma 2 Diagnose PBM : sct1 : 0 % sct3 : 0 % sct2 : 0 % sct4 : 0 % Sneltoets voor het doorgeven van de huidige waarde aan de klep. 1. Bovenin het venster Diagnose staan alle geconfigureerde sensoren. Het venster geeft alle actuele waarden van de sensoren weer. 2. Onderaan kan voor elke hydraulische klep van elke sectie een afzonderlijke PBMwaarde (= pulsbreedtemodulatie) ingesteld worden. ¾ Daartoe de sectie selecteren, de waarde invoeren en op de sneltoets drukken om de actueel ingestelde waarde aan de klep door te geven. Als aan alle voorwaarden is voldaan, verschijnt de sneltoets Aanleren. Als aan een voorwaarde niet is voldaan, is de sneltoets Aanleren grijs. ¾ Op de sneltoets Aanleren drukken om te kalibreren. Alle sensoren worden samen gekalibreerd. ¾ Als de kalibratie voltooid is, controleren of de actuele waarden van de sensoren overgenomen werden; deze zijn lichtgrijs. 11

14 Delta Step schaardruk Sneltoets voor het veranderen van de ingestelde schaardruk. Foutcodes Kabelbreuk (ErrorCode 87) De trapsgewijze instelling van de schaardruk kan in de configuratie in het punt Delta Step individueel aangepast worden. Bij het trapsgewijs instellen van de schaardruk in het Werkvenster of het venster AutoForce worden altijd de waarden van de standaardsectie en de waarden van de sectie in het rijspoor gelijktijdig veranderd. sim 180DK/ha 0kg/ha DK 182 5,0 km/u VC 9 % Instel : 100 % MACHINEGEGEVENS Vrucht : Mais Delta Step : 10 % Offset zaad : 0.0 s Delta Step : AAN Delta Step : AAN Werkvenster ErrorCode 87 De verbinding tussen jobcomputer en sensor is onderbroken. ¾ Alle kabels en steekverbindingen tussen jobcomputer en sensor controleren. Defecte onderdelen indien nodig vervangen. Kortsluiting (ErrorCode 88) Delta Step : 5 kg Machinegegevens 1 Bijkomende toets De bijkomende toets kan met de toets AutoForce toegekend worden om sneller vanuit het werkvenster naar het venster AutoForce te gaan. AutoForce 325 kg 325kg kg CONFIGURATIE Tr. sectiereduc.. : nee Werkvenster ErrorCode Er is een kortsluiting tussen de sensor en de jobcomputer. Bijkomende toets : ¾ Alle kabels en steekverbindingen tussen jobcomputer en sensor controleren. Defecte onderdelen indien nodig vervangen. Configuratie 5 bijkomende toets AutoForce ¾ Hiertoe de gebruiksaanwijzing van de E- Manager Maestro, paragraaf Selectie extra toets in acht nemen. 12

15 Grondcontact verloren (ErrorCode 127) Sensor plastisch vervormd (ErrorCode 128) AutoForce AutoForce 80 kg 80kg 250 kg 250kg 500 kg kg Werkvenster ErrorCode 127 Er kan onvoldoende schaardruk worden opgebouwd; de weerstand is te hoog. De waarschuwing verschijnt als de gemeten kracht gedurende een bepaalde periode te klein is. Er is geen grondcontact, een correcte zaaduitworp is niet gegarandeerd. ¾De instelwaarde verhogen. ¾ De grond vóór het zaaien bewerken. ¾Het parallellogram aan de zaai-unit op soepele beweging controleren. Werkvenster ErrorCode 128 De sensor werd plastisch vervormd. ¾De sensor controleren en indien nodig vervangen. De toestand van de sensor controleren terwijl de machine uitgeheven is. De sensor moet in onbelaste toestand de PBM-waarde bereiken. Als het systeem een plastische vervorming herkent, wordt de sensor niet meer in aanmerking genomen voor de berekening van de waarden door de regeling. Als het probleem verholpen is en het systeem opnieuw werd opgestart, wordt de waarde van de sensor door de regeling weer in aanmerking genomen. 13

16 Hulp bij storingen Weergave/fout Balk Schaardruk altijd in het gele bereik Betekenis De drukkracht van de dieptegeleidingsrollen op de grond is te hoog. Detailvenster/venster Machinegegevens 3 controleren. Balk Schaardruk altijd in het rode bereik De drukkracht van de dieptegeleidingsrollen op de grond is te laag. De aflegdiepte wordt niet aangehouden. Detailvenster/venster Machinegegevens 3 controleren. Melding Grondcontact verloren. Melding plastische vervorming. Er kan onvoldoende schaardruk worden opgebouwd; de weerstand is te hoog. De gemeten kracht gedurende een bepaalde periode is te laag. Er is geen grondcontact, een correcte zaaduitworp is niet gegarandeerd. De sensor wordt niet meer in aanmerking genomen voor de berekening van de waarden door de regeling. Geen schaardruk in handmatige of automatische modus. Sensorkalibratie (Aanleren) niet mogelijk. Om de kalibratie te kunnen uitvoeren, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: geen snelheidssignaal geen werksignaal geen ventilatortoerental machine uitgeklapt zaai-units raken de bodem niet waardebereik (in onbelaste toestand) waarin de sensor gekalibreerd kan worden: 2,8 ma - 5,2 ma Aan een of meerdere van deze voorwaarden is niet voldaan. 14

17 Mogelijke oorzaken De instelwaarde is te laag. Het eigengewicht van de zaai-unit is te hoog (de hydraulische schaardrukweergave bij de tank geeft 0 bar bij een lichte bodem). Nulpuntverschuiving sensor/sensor heeft fout De zaaisnelheid is te hoog. De hydraulische schaardruk is te laag. Druk aanvoer ventilator = schaardruk. ¾De manometer op de mesttank controleren. Mogelijke oplossingen De instelwaarde controleren. Sensor opnieuw kalibreren of de sensor vervangen als geen kalibratie mogelijk is. Zaaisnelheid verminderen. Het toerental van onderdruk- en mestventilator verhogen (pneumatische bypass, overleg met HORSCH vereist). Veren voor de voorspanning van de zaai-units vereist. Te harde bodem. De instelwaarde is te laag. Te harde bodem. Het parallellogram aan de zaai-unit beweegt niet soepel genoeg. De sensor werd plastisch vervormd. Foutieve configuratie. Schaardrukkleppen defect. Kabelbreuk (ErrorCode 87) Kortsluiting (ErrorCode 88) Nulpuntverschuiving sensor Controle van de sensor vereist. Bodembewerking nodig. De instelwaarde verhogen. Bodembewerking nodig. Het parallellogram controleren en de soepele beweging weer mogelijk maken. De sensor controleren en indien nodig vervangen. Daartoe het hoofdstuk Sensor plastisch vervormd (ErrorCode 128) naleven. Instellingen in de configuratie controleren: bij het punt Schaardrukinst. moet auto geselecteerd zijn. Aansturing van de schaardrukkleppen in het menu Diagnose controleren. Diagnose openen en waarden van de sensoren controleren. Waarden in onbelaste toestand: 3,8-4,2 ma Waarden in overbelaste toestand: 4,5-5,5 ma Sensor kan gekalibreerd worden zolang 5,5 ma niet overschreden is. In onbelaste toestand (zaai-units uitgeheven, machine uitgeklapt) is de waarde van de sensor ca. 4 ma. Door de desbetreffende dieptegeleidingsrol uit te heffen, verandert de waarde. Nooit voorwerpen onder de dieptegeleidingsrollen plaatsen en de kouterrails daarop neerlaten. Het volledige gewicht van de machine rust op de sensor, die door overbelasting vernietigd wordt. 15

18 Weergave/fout Sensoruitval Betekenis Zolang nog een sensor functioneert, werkt het systeem verder. Controleren of het gebruik van AutoForce nog zinvol is. Schaardruk controleren. De aansturing van de schaardrukklep controleren. 16

19 Mogelijke oorzaken Kortsluiting (gemeten waarde > 25 ma), de ingang naar de jobcomputer werd uitgeschakeld. Kabels tussen sensor en slavecomputer zijn defect. Sensor defect. Mogelijke oplossingen Machine uit- en weer inschakelen. Als de fouten verholpen werden, is de jobcomputer gereset. Gepaste onderdelen vervangen. Sensor vervangen. Uitgevallen sensoren in het parametervenster deactiveren. Naar handmatige modus overgaan. Diagnose openen en waarden van de sensoren controleren. Onderdruk- en mestventilator inschakelen. %-waarden in de diagnose anders instellen. Bij een verhoging van het PBM-signaal stijgt de hydraulische druk; daartoe rekening houden met de manometer op de mesttank. Alleen waarden in een bereik van % veranderen de hydraulische druk. 17

20 Index A Aanleren 11 Automatische modus 8 B Bijkomende toets 12 C Configuratie 9 D Delta Step 12 Diagnose 11 F Foutcodes 12 H Handmatige modus 7 Hulp bij storingen 15 K Kalibratie 11 T Toekenning 10 V Venster AutoForce 7 W Werkingsprincipe 5 Werkvenster 7 18

21

22 Alle gegevens en afbeeldingen zijn bij benadering en niet bindend. Technische constructiewijzigingen zijn voorbehouden. HORSCH Maschinen GmbH Sitzenhof 1 D Schwandorf Tel.: Fax: info@horsch.com nl