Focus. Algemene vergadering IAB. Inhoud. Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "17-04 -04. Focus. Algemene vergadering IAB. Inhoud. Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB)"

Transcriptie

1 Focus Algemene vergadering IAB Inhoud Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) Opgericht bij Wetten van 21 februari 1985 en 22 april 1999 Uitvoerend Comité Voorzitter : Gérard Delvaux Vice-Voorzitter : Erwin Vercammen Secretaris-penningmeester : Benoît Vanderstichelen Secretaris : Christiana Baert Vreven Raad Voorzitter : Gérard Delvaux Vice-Voorzitter : Erwin Vercammen Leden : Christiana Baert - Vreven André Bert Micheline Claes Christine Cloquet Jos De Blay Ivo Dierickx Michel Dumont Patrick Jaillot Benoît Vanderstichelen Paul Van Dievoet Jos Van Wemmel Daniëlle Van Zegbroeck Algemeen Directeur Eric Steghers Accountancy & Tax Driemaandelijks tijdschrift van het IAB n r 2/2004 Administratie en redactie IAB, Livornostraat Brussel Tel : 02/ Fax : 02/ info@iec-iab.be Redactiecoördinator Leslie Van Hout l.van_hout@iec-iab.be Redactiecomité Gérard Delvaux Erwin Vercammen Eric Steghers Roger Lassaux Amid Faljaoui Rutger Van Boven Caroline Hugé Liesbet Dhaene Eric Basso Jan Van Droogbroeck Leslie Van Hout Grafische vormgeving perplex Aalst Prepress/Press Corporate Copyright s.a. V.U. : G. Delvaux, Livornostraat, 41, 1050 Brussel ISSN De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Editoriaal NAAR EEN MODERNISERING DIE DE BEGINSELEN VAN VOORZICHTIGHEID, ECONOMISCHE OPRECHTHEID EN GOEDE TROUW IN ACHT NEEMT p. 2 Interview EEN VOORZITTERSCHAP IN HET TEKEN VAN DE OPENHEID p. 5 In een gesprek stellen de nieuwe voorzitter, Gérard Delvaux, en zijn ondervoorzitter, Erwin Vercammen, het programma, dat de goedkeuring van een meerderheid van onze collega s heeft gekregen, meer gedetailleerd voor. Voor beiden de gelegenheid om zonder veel omhaal en vrijuit de vragen te beantwoorden die veel van onze collega s zich stellen. Visie DE ROL VAN DE ACCOUNTANT EN DE BELASTINGCONSULENT IN EEN GEGLOBALISEERDE ECONOMIE p. 9 Toespraak van Minister Fientje Moerman op de academische zitting van 17 april Fiscaliteit KMO S: DE STEM DER WIJZEN... p. 14 Bij nader inzien staat het als een paal boven water. Deze regering was erg begaan met de KMO s: fiscale hervorming, boekhoudkundige harmonisatie, corporate governance, administratieve vereenvoudiging... Beroep ALGEMENE VERGADERING IAB p. 22 Verslag van de algemene ledenvergadering van het Instituut, die plaats vond op 17 april HET BELANG VAN CORPORATE GOVERNANCE VOOR DE KMO p. 30 Academische zitting, 17 april Toespraak uittredend voorzitter Johan DE LEENHEER. DE ACCOUNTANT EN DE BELASTINGCONSULENT MORGEN p. 33 Uittredend voorzitter Johan DE LEENHEER geeft toelichting bij het onderzoek dat op initiatief van het Instituut werd uitgevoerd onder de ondernemers met betrekking tot de rol van de accountant en de belastingconsulent. Milieu DE VERPAKKINGSPROBLEMATIEK: OOK ACTUEEL VOOR ACCOUNTANTS? p. 37 Zowel op Europees als op nationaal vlak komen er steeds strengere normen voor de afvalbeperking. Zo werd op 5 maart 1997 in het Belgisch Staatsblad het Samenwerkingsakkoord gepubliceerd, waardoor het beheer en de preventie van verpakkingsafval in ons land wordt geregeld. Trends DE MONDIALE GROEI BEDREIGD p. 41 De combinatie van een mogelijke intrestverhoging in de Verenigde Staten en een forse stijging van de oliekoers zorgt voor ongerustheid bij economen. Is de economische opleving, die voor 2004 was voorspeld, bedreigd? VAKLITERATUUR p. 44

2 Editoriaal Naar een moderniser niseringing die de beginselen van v voorzichtigheid, economische oprech echt- heid en goede trou ouw in acht neemt Op de 18de algemene vergadering, die plaats vond in Auditorium 2000 van de Brusselse Heizelpaleizen, waren tweeduizend leden, stagiairs en belangrijke personen uit de economische en juridische wereld aanwezig, waaronder als hoge gast, Minister van Economie, Fientje MOERMAN. Gérard Delvaux Voorzitter Op deze algemene vergadering werd de nieuwe Raad van het Instituut voor de volgende drie jaar verkozen. De nieuwe Raad is evenwichtig samengesteld uit vertegenwoordigers van de accountants en de belastingconsulenten, waarbij de kleine, de middelgrote en de grote acountants- en fiscale kantoren evenredig aan bod komen. Ik dank de collega s die hun vertrouwen hebben geschonken aan de leden van het nieuwe raadsteam die het programma dat ik heb voorgesteld, hebben onderschreven. Dat programma zou, als het wordt uitgevoerd, het imago van het beroep van accountant en belastingconsulent moeten opvijzelen, en dat in een geest van respect voor de andere economische beroepen als daar zijn de boekhouders en de bedrijfsrevisoren. De krachtlijnen van ons actieplan moeten het mogelijk maken het beroep van accountant en van belastingconsulent te verfijnen, in een meer beredeneerde perceptie van de toegevoegde waarde die ieder beroep kan bieden in de economische en financiële wereld van de grote, kleine en zeer kleine ondernemingen, die de structuur van onze nationale economie vormen. Ieder lid van de Raad moet zich inspannen om de essentiële en onontbeerlijke taak die de interne accountant en de belastingconsulent binnen de ondernemingen hebben, meer bekendheid te geven. We zullen ons inzetten voor nauwere relaties met de economische en financiële beleidsmakers en we zullen ook de contacten met de politieke wereld versterken, dat laatste om hun voor ieder beroep attent te maken op de tendensen die efficiënt en actief kunnen bijdragen aan het algemeen belang. In deze context zullen we ook de dialoog met de andere vrije beroepen, zoals de notarissen en de advocaten voortzetten. Accountancy & Tax Nummer 2/2004 2

3 De komende jaren zullen van doorslaggevend belang zijn voor het beroep van accountant en belastingconsulent, en wel in het licht van de onontkoombare harmonisatie, zowel op internationaal als Europees vlak, van de boekhoudkundige referentiestelsels. We moeten aandacht hebben voor de nagestreefde doelstellingen en de in te zetten middelen om deze wijzigingen in ons boekhoudrecht te realiseren. Deze moet leiden tot een modernisering die de beginselen van voorzichtigheid, economische oprechtheid en goede trouw in acht neemt en zonder dat er bijkomende kosten worden gecreëerd die voor de kleine en middelgrote ondernemingen overdreven zijn. Daarom is het noodzakelijk dat het Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten op internationaal niveau een duidelijker standpunt inneemt en, ondanks de geringe afmetingen van ons landje in vergelijking met de andere landen van de Gemeenschap, onze centrale ligging binnen Europa sterker beklemtoont. Het actieplan dat ik, samen met het voor de komende drie jaar aangestelde team wil doorvoeren, zal er één zijn van toenadering en respect ten aanzien van de andere economische beroepen, met name de boekhouders en de bedrijfsrevisoren. De voorwaarden voor een eerste gemeenschappelijk stagejaar voor de accountants en de bedrijfsrevisoren worden verder uitgewerkt. De Stagecommissie van ons Instituut is ongetwijfeld één van de belangrijkste commissies. Ze ziet toe op het evenwicht tussen de professionals op het terrein en deze uit de academische wereld. De beroepsverenigingen die een essentiële gedecentraliseerde verbinding tussen het Instituut en de leden vormen, zullen, zoals in het verleden, hun opdracht inzake permanente vorming blijven vervullen, maar zullen ook een belangrijker rol moeten spelen op het stuk van de ondersteuning van de stagiairs. Ze moeten ook de bevoorrechte band tussen hun leden en het Instituut vormen, om de voorstellen die onmisbaar zijn voor de mogelijke ontwikkeling van onze beroepen van accountant en belastingconsulent op de voorgrond te brengen. Na tien jaar evaring, ten slotte, is het nodig de confraternele controle te heroriënteren op de preventieve aspecten in de plaats van op de repressieve aspecten ervan. Daarom zou het niet ongepast zijn de benaming van de Commissie van Toezicht te veranderen in Commissie voor Begeleiding en Toezicht. Meer dan ooit moet de onafhankelijkheid de hoeksteen van ons beroep blijven. Ik wil voor bepaalde diensten voor onze leden snel tot gemeenschappelijke verwezenlijkingen komen. Dat zal voor ieder van de instituten onbetwistbaar tot de vermindering van bepaalde structurele kosten leiden en een efficiëntere informatie-uitwisseling tussen de respectieve beroepen teweegbrengen. We zullen de leden van onze instituten ook stimuleren tot meer betrokkenheid bij de studiecommissies die samen met het IBR en het BIBF zullen worden opgericht. Het staat als een paal boven water dat een betere perceptie van onze beroepen op basis van hun specialismen, het voor het publiek makkelijker zal maken om de professional te kiezen die het meest geschikt is voor het gestelde probleem. De toenadering tot de financieel-economische wereld, in samenwerking met de andere economische beroepen, moet onze accountants en belastingconsulenten toelaten een overheersende en onvermijdelijke positie in de ontwikkeling van onze ondernemingen in te nemen. Meer dan ooit moet de onafhankelijkheid de hoeksteen van ons beroep blijven, en we zullen uiteraard een belangrijke rol spelen bij de corporate governance. Maar voor alles moeten we voor onze ondernemingen de bevoorrechte en wettelijke raadgever blijven die onmisbaar is bij hun economische ontwikkeling. 3 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

4 Interview GÉRAR ARD D DELVAUX ERWIN VERCAMMEN «We willen onze aanwezigheid onderstrepen en onze ideeën nog beter verdedigen bij de instanties van de Unie van de 25.»

5 Interview Een voorzitterschap in het teken van de openheid IAB : Onder welk teken wenst u uw voorzitterschap te plaatsen? Gérard Delvaux :Wat voor mij in ons programma vooropstaat, is dat het voorzitterschap geplaatst is onder het teken van de toenadering en het groeiend respect van de leden van ons beroep. En meer dan ooit is het van belang de eenheidsstructuur van ons beroep te herbevestigen. Nationale eenheid is geen ijdel woord in mijn mond, want meer dan ooit is het van belang één van de eigenheden van ons beroep te bewaren. Met name, dat wij een nationaal orgaan zijn. Dit feit is zo zeldzaam dat het verdient dat we het onderstrepen. Maar de toenadering moet niet alleen ten aanzien van onze leden of binnen ons instituut worden toegepast. De toenadering geld uiteraard ook tegenover de buitenwereld. Mijn vriend Erwin en ikzelf hebben erop aangedrongen dat de goede relaties met de bedrijfsrevisoren worden voortgezet en dat de dialoog met onze vrienden erkende boekhouders en fiscalisten van het BIBF worden aangezwengeld. Wij staan in permanent contact met hun bestuur, onze relaties zijn bestendig en we hopen samen grote projecten te verwezenlijken. Meer dan ooit geldt dat we ons definiëren als personen die een gemeenschappelijk doel nastreven en in dezelfde richting opereren. Feitelijk verkondig ik geen revolutionaire ideeën want deze filosofie van de dialoog is ingeschreven in onze eigen organieke wet. Wat zegt die anders? Dat we ons op termijn enigszins moeten verenigen voor de verwezenlijking van een gemeenschappelijk doel. Waarom de uitdaging niet opnieuw aangaan? In een gesprek stellen de nieuwe voorzitter, Gérard Delvaux, en zijn ondervoorzitter, Erwin Vercammen, het programma, dat de goedkeuring van een meerderheid van onze collega s heeft gekregen, meer gedetailleerd voor. Voor beiden de gelegenheid om zonder veel omhaal en vrijuit de vragen te beantwoorden die veel van onze collega s zich stellen. IAB : De toenadering tot het BIBF is niet de enige vorm van toenadering die door het nieuwe voorzitterschap zal toegepast worden? Gérard Delvaux : Zeker niet. Wij zoeken ook toenadering tot andere vrije beroepen buiten de boekhoudkundige beroepen. Ik denk uiteraard aan de juridische beroepen zoals de notarissen en de advocaten. Erwin Vercammen : En vergeten we de gerechtsdeurwaarders niet waarmee we een bepaald aantal contacten zullen hebben. Gérard Delvaux : Het is duidelijk dat alle juridische beroepen een raakpunt hebben met het beroep van accountant en van belastingconsulent : wij zijn allen de wettelijke adviseurs van de onderneming! Onze toenadering tot de juridische beroepen moet ook gepaard gaan met een versterking van onze banden met de rechtbanken van koophandel van ons koninkrijk. Zij het al omdat een bepaald aantal van onze collega s geregeld aangesteld wordt tot gerechtelijk deskundige. Daar staan we voor een zware taak, zowel met betrekking tot de onderneming in herstructurering, de onderneming in moeilijkheden als zelfs de failliete onderneming. In verband met dat laatste punt denk ik aan artikel 54 van het Wetboek van vennootschappen dat tenminste wanneer het actief toereikend is in de samenwerking tussen curatoren en accountants voorziet bij het opstellen van de inventaris. 5 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

6 Interview IAB : Uw programma zinspeelt ook op meer toenadering tot de economische wereld... Gérard Delvaux : Inderdaad. Het is onze wens om ons beroep meer bekendheid te geven bij de grote economische beleidsmakers van het land. Dat zal geconcretiseerd worden door meer interviews in ons tijdschrift met eminente persoonlijkheden uit de economische en financiële wereld. Maar daarom zullen we zeker de contacten die het IAB in de loop der tijden met de politieke wereld heeft opgebouwd niet verwaarlozen. We zouden graag zien dat de politieke wereld beter op de hoogte is van de problematiek van ons beroep. In twee woorden, we zouden willen dat de politiek onze ideeën uitdraagt, in de plaats van wetgevingen te moeten ondergaan die soms slecht in elkaar geknutseld zijn of slecht aangepast zijn aan de eisen van ons beroep van accountant en/of belastingconsulent. Het wordt tijd, denk ik in alle bescheidenheid, om de krachtsverhouding ten gunste van ons beroep om te keren. Erwin Vercammen : En hoe klein ons landje ook is, toch denk ik dat het een woordje kan meepraten bij de Europese instanties. En we willen onze aanwezigheid onderstrepen en onze ideeën nog beter verdedigen bij de instanties van de Unie van de 25. Dat is de reden waarom we wensen dat de ideeën van het IAB beter aan bod zouden komen in de debatten over de toekomst van ons beroep. Zowel in België als in het buitenland. IAB : U denkt aan de IAS-normen en aan de manier waarop sommigen deze aan de kmo s willen opleggen? Gérard Delvaux : Zoals u weet, moeten de genoteerde ondernemingen eind 2004 hun geconsolideerde jaarrekeningen volgens de internationale IAS/IFRS-normen publiceren. De vraag die ik stel, is simpel : moet de modernisering van ons boekhoudrecht ook voor de andere ondernemingen naar dit referentiestelsel evolueren? De vraag is belangrijk want het is een ware ommekeer in de benadering van de rekeningen van de Europese ondernemingen die zich op zeer korte termijn aftekent. Nochtans, de boekhoudkundige, fiscale en financiële beroepen en een paar academici uitgezonderd, is jammer genoeg bijna niemand geïnteresseerd Meer dan ooit geldt dat we ons definiëren als personen die een gemeenschappelijk doel nastreven en in dezelfde richting opereren. in de verplichting dat de genoteerde ondernemingen hun rekeningen volgens de internationale IAS/IFRSnormen moeten publiceren. Mijn mening daarover is simpel. Het boekhoudrecht moderniseren, ja. Ons blindelings in een avontuur storten dat nog veel te veel onzekerheden inhoudt, neen! Ik dring er sterk op aan dat alle professionals zich eerst uitspreken over dit onderwerp. Het IAB moet de strijd aangaan met dure dereguleringen voor ondernemingen die tientallen jaren beraad, evolutie en ervaring die door het merendeel van de professionals wordt aanvaard, opgeven ten gunste van Angelsaksische regels. Volgens mij heeft de invoering van de IAS-normen veel weg van het opgeven van de vermogensmatige benadering en van het heilige voorzichtigheidsbeginsel. Dat alles zal nog meer boekhoudkundige manipulaties en dus potentiële fraude veroorzaken. De Enron- en Lernhout&Hauspie-affaires illustreren perfect hoe het oneigenlijk gebruik van rekeningen die op subjectieve gegevens steunen, tot uitwassen kan leiden. IAB : Wat is volgens u het doel dat de voorstanders van de IAS-normen nastreven? Gérard Delvaux : De waarde van een onderneming in de richting van de waarde van haar aandeel op de financiële markten stuwen. De idee erachter is niet realistisch, want de beurswaarde van een aandeel wordt steeds beïnvloed door psychologische en subjectieve redenen die afhankelijk zijn van de omstandigheden, en onderworpen aan de wet van vraag en aanbod. Als u weet dat er tussen de boekwaarde en de beurswaarde een verhouding van 1 tot 10 kan zijn, begrijpt u snel tot welk gevaar voor uitwassen dit aanleiding kan geven. IAB : Kunt u een paar voorbeelden geven? Gérard Delvaux : Volgens de IAS-normen wordt het begrip voorzieningen voor risico s en kosten, en inzonderheid voorzieningen voor groot onderhoud, niet meer gebruikt. Bij de waardering van voorraden wordt het begrip rechtstreekse kostprijs vervangen door «full cost». Dat leidt uiteraard tot een hogere waardering van het vermogen, met het risico dat kosten worden geactiveerd. Hoewel de IAS/IFRS-normen, alles wel Accountancy & Tax Nummer 2/2004 6

7 Interview beschouwd, vanuit financieel perspectief wel degelijk kunnen toegepast worden op de grote genoteerde ondernemingen, leert mijn ervaring mij dat ze alsdanig moeilijk toe te passen zijn op andere categorieën van ondernemingen, en in het bijzonder op de kmo s. De boekhouding moet mijns inziens betrekking hebben op de registratie van de goederenstromen, de monetaire stromen en de juridische stromen, waaruit duidelijke en door iedereen begrijpbare staten resulteren, zonder daarom illusies weer te geven, door het actualiseren van toekomstige winst. Een boekhouding normaliseren met waarderingstechnieken die op extrapolaties steunen, kan leiden tot overschattingen van het actief en onderschattingen van het passief, hetgeen in strijd is met de door de overheid nagestreefde doelstelling. Kortom, het lijkt hoog tijd bij besef te komen en vooral, ervoor te zorgen dat ons niets wordt opgedrongen. IAB : Hoe denkt u deze boodschap te verspreiden? Gérard Delvaux : Via de FEE (la Fédération européenne des experts-comptables), maar ook door bemiddeling van onze collega Jean-François CATS die in de raad van de IFAC, de wereldboekhoudorganisatie, zetelt. IAB : We hadden het over de toenadering tot de buitenwereld en het gevaar voor een blinde toepassing van de IAS-normen op de kmo s, maar wat houdt uw programma voor het IAB in? Erwin Vercammen : Vooreerst, een idee van primordiaal belang doorvoeren. Het zijn niet de voorzitter en de ondervoorzitter die het instituut leiden, maar een team. Wij spreken van team, en niet van graden of officiële titels. En het zijn meer dan woorden want het toont onze wil om hand in hand te werken. Gérard Delvaux : Daar ben ik het 100 % mee eens. Wij willen ook de raad van het IAB nauwer betrekken. Uiteraard is het het uitvoerend comité dat het operationeel beleid voert, maar het is noodzakelijk en gewenst dat de raad nog een belangrijker rol zou spelen dan vroeger. Wat mij betreft, zie ik de rol van ieder lid van de raad als die van een minister in de regering. In deze zin dat ieder lid van de raad een afdeling zou moeten leiden. Ik denk onder meer aan de stage, de vorming, de berichtgeving en het toezicht. IAB : Zijn er, wat dat laatste punt betreft, al veranderingen te verwachten? Gérard Delvaux : Zeker. De eerste verandering is een verandering van naam. We hebben beslist om de naam van het comité voor toezicht te veranderen in comité voor begeleiding en toezicht. Erwin Vercammen : Het is meer dan een simpele verandering van naam. Het getuigt van onze wil om de leden te tonen dat we het beleid van het IAB veeleer op een constructieve, preventieve bijstand willen richten dan op een repressief beleid. Ik meen dat onze leden dat ook mochten verwachten. IAB : Hoe ziet u, in de praktijk, de taak van de leden van de raad? Gérard Delvaux : De leden zullen een actieve rol moeten spelen in de vijf comités die zullen opgericht worden. Eén van de taken van de leden zal zijn : de ideeën en voorstellen vanuit de basis doorgeven. Ze zullen enigszins als doorgeefluik tussen het IAB en zijn leden dienen. Ze zullen een ruime manoeuvreerruimte hebben. Ze zullen ons geregeld rapporteren over de voortgang van de werkzaamheden van hun comité. Om dat alles optimaal te laten verlopen, gaan we twee coördinators per comité, een Nederlandstalige en een Franstalige, benoemen. Uiteraard zullen deze coördinators zelf ook hulp nodig hebben, en we hebben, via de beroepsverenigingen en de tweeweekelijkse nieuwsbrief van het IAB, al een beroep gedaan op kandidaten. Anders gezegd, het gaat hier om een echte decentralisatie van de macht. De achterliggende idee van deze decentralisatie is de desiderata van onze leden ten aanzien van de raad beter te doen uitkomen. IAB : Hoe staat het met de interne accountants en belastingconsulenten? Erwin Vercammen : We zijn erg met hen begaan. Ze zijn zeer belangrijk voor ons, want ze bekleden een sleutelfunctie in hun onderneming. Daarenboven moeten we meer rekening houden met hun eigenheid, want hoewel sommigen binnen de onderneming voor de onderneming werken, werken anderen daarentegen binnen een onderneming, maar voor de cliënten van deze onderneming. Ik denk bijvoorbeeld aan de banksector. Gérard Delvaux : Ik denk ook dat de «internen» ons knowhow op het gebied van de referentiestelsels kunnen bijbrengen, zowel voor wat de interne controle van de ondernemingen, de opstelling van een kasstroombegroting als de rapportering betreft. Het is duidelijk dat we dit belangrijk ledenbestand van het IAB willen «reactiveren». 7 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

8 Interview IAB : Wat gebeurt er met de publicaties van het IAB? Zijn er veranderingen op til? Gérard Delvaux : Zoals de zaken er nu voorstaan, zijn er geen onmiddellijke veranderingen te verwachten. Wij zijn zeer tevreden over het werk van het IAB-personeel wat de redactie van deze publicaties betreft en we zouden willen dat ze zo voort doen. We hopen hun de middelen te kunnen verschaffen opdat deze publicaties nog meer aan de wensen van onze collega s zouden tegemoet komen. Eén van de denkpistes die we voor de toekomst overwegen, onder meer in het kader van de toenadering tussen de drie instituten, is de uitgave van een gezamenlijk tijdschrift. Naast de specialismen in verband met de verschillende beroepen die door deze drie instituten worden vertegenwoordigd, bestaat er geen twijfel over dat er heel wat materies gemeenschappelijk zijn voor de vijf beroepen. Waarom niet overwegen deze in een zelfde medium samen te brengen. Deze idee zullen we binnenkort aan onze collega s van de andere instituten voorleggen. Erwin Vercammen : In dezelfde gedachtegang willen we ook een helpdesk oprichten die de leden in staat moet stellen een adequater en nog sneller antwoord te bekomen dan voorheen. Dit zijn een paar ideeën die ons na aan het hart liggen en die we zo snel mogelijk hopen te verwezenlijken. Ons enig oogmerk is ten dienste te staan van het beroep en de belangen van het beroep, in zijn geheel genomen, te verdedigen. IAB : En de stage? Zijn er veranderingen op til? Gérard Delvaux : We gaan een soort «uitvoerend stagecomité» oprichten, met een voorzitter, een ondervoorzitter en twee secretarissen (één per taalrol) paritair verdeeld tussen accountants en belastingconsulenten. De basisidee achter dit «uitvoerend comité», nieuwe versie, is besprekingen op touw te zetten over de verschillende richtingen die aan de stage moeten worden gegeven. Vergeet niet dat het stagecomité iets heel belangrijk is voor het IAB. Zowel de stagecommissie, de examencommissie, de evolutie van het beroep, als de overstapregeling, maar ook de vrijstellingen komen erin samen. Het is geen verloren moeite om rond de tafel te gaan zitten om tegemoet te komen aan de toekomstige eisen van professionalisme van onze toekomstige leden. We denken ook aan een meer dynamische controle op de stagiairs en een belangrijkere rol voor de stagemeester. Maar daarover en over een aantal andere onderwerpen zullen we binnen een aantal maanden meer kunnen zeggen. Vandaag wil ik van dit forum gebruik maken om de collega s die voor ons programma gestemd hebben hartelijk te bedanken, en om de anderen, die niet voor ons gestemd hebben, tijdens de volgende maanden trachten te overtuigen, zodat ze op het einde van ons mandaat aangenaam verrast zullen zijn. Ons enig oogmerk is ten dienste te staan van het beroep en de belangen van het beroep, in zijn geheel genomen, te verdedigen. Accountancy & Tax Nummer 2/2004 8

9 Visie De rol van de accountant en de belastingconsulent in een geglobaliseerde economie Academische zitting, 17 april 2004 Toespraak van Minister Fientje MOERMAN Dames en Heren, Vooraleer te beginnen, zou ik de heer DE LEENHEER, die vandaag zijn functie als voorzitter van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) doorgeeft, willen danken omdat hij mij heeft uitgenodigd vóór u te spreken naar aanleiding van de algemene vergadering van het Instituut. Uittredend IAB-voorzitter Johan DE LEENHEER mocht Mevrouw Fientje MOERMAN, Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, verwelkomen op de academische zitting van de algemene vergadering De Minister ging dieper in op de rol van de accountant en de belastingconsulent in een geglobaliseerde economie. INLEIDING : TOENEMEND BELANG VAN DE ACCOUNTANT EN DE BELASTING- CONSULENT Om te beginnen, zou ik zeggen dat accountants en belastingconsulenten in het kader van onze economie waarschijnlijk steeds belangrijker zullen worden. Drie elementen overtuigen mij hiervan. De ondernemingen bevinden zich in het centrum van de economie, zij zorgen voor groei en economisch welzijn. Zij maken meer en meer deel uit van een geglobaliseerde economie die zij helpen tot stand brengen, maar waaraan zij zich ook moeten aanpassen. Zoals aangetoond wordt door de resultaten van de studie van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB), zijn de accountant en de belastingconsulent twee belangrijke actoren op dat vlak. Net als de ondernemingen moeten ook zij zich aanpassen aan een veranderende wereld. Wat betekent een geglobaliseerde economie voor die twee bovenvermelde actoren, welke rol spelen zij of zullen zij spelen in het kader van deze economische mondialisering? De werking van onze maatschappij wordt alsmaar ingewikkelder en veeleisender en hierbij evolueert ze ook steeds sneller. In een dergelijke context doen de ondernemingen steeds vaker een beroep op mensen van buiten de onderneming, zij het voor de klassieke activiteiten inzake boekhouding en fiscaliteit of voor gespecialiseerde activiteiten zoals financiële analyses of ondersteuning inzake financiering. Vervolgens worden door de wetgever regelmatig nieuwe taken aan uw beroep toevertrouwd. Laten wij als voorbeeld de nieuwe opdracht vermelden die aan de accountant is toevertrouwd in het kader van de wet op de faillissementen : de curatoren mogen, sedert de wet van 4 september 2002, een beroep doen op de medewerking van een accountant om de balans op te stellen. Tenslotte zal ook de rol van de leden van het IAB moeten evolueren, omwille van de verwachtingen van 9 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

10 Visie de ondernemingen. De studie van het IAB is hierover duidelijk. Een meerderheid van zelfstandigen of bedrijfsleiders verwacht meer dan eenvoudige raadgevingen inzake boekhouding en/of fiscaliteit. Hij meent dat de accountant en/of de belastingconsulent moet deelnemen aan de strategische en commerciële beslissingen en dat hij hem moet kunnen adviseren voor alle managementaangelegenheden. Zijn belang en zijn rol zijn dus duidelijk voorbestemd om verder te evolueren. Laat mij u uiteenzetten wat, volgens mij, de rol is en zal zijn van de accountant en van de belastingconsulent. richting. Het zeer recente voorstel van richtlijn van de Europese Commissie betreffende de wettelijke controle van de jaarrekening is ook een positief punt. Ook hier geldt dat België, ten opzichte van de internationalisatie van de economie, niet alleen kan handelen. Een Europees initiatief is onontbeerlijk. In die context zijn de accountant en de belastingconsulent bij de eerste betrokkenen, niet alleen in het kader van hun opdrachten, maar ook wegens hun rol voor de sensibilisering of voor de kwaliteit van de gegeven boekhoudkundige en fiscale informatie. Ik meen dat het belangrijk is de opdrachten van de leden van het Instituut te laten evolueren. Het zijn de bedrijfsrevisoren die in het bijzonder worden beoogd door het verstrengen van de regels inzake onafhankelijkheid en door de onverenigbaarheden van bepaalde opdrachten. Toch ben ik ervan overtuigd dat zou moeten worden nagedacht over het nut van een gedeeltelijke uitbreiding van deze deontologische regels tot de accountants en de belastingconsulenten. Immers, rekening houdend met bepaalde opdrachten van algemeen belang waarmee voornamelijk de «externe» accountants en, in mindere mate, de «externe» belastingconsulenten door de wetgever in 1993 en 1999 werden belast, zou het logisch zijn dat bepaalde regels van «corporate governance» op die accountants en/of op die belastingconsulenten van toepassing zouden zijn. 1. ZORGEN VOOR HET VERTROUWEN VAN DE INVESTEERDERS EN VAN DE BETROKKEN PARTIJEN Zijn eerste rol is natuurlijk het geven van een getrouw beeld van de financiële situatie van de onderneming. Zorgen voor het vertrouwen van de investeerders en van de betrokken partijen is een onontbeerlijke voorwaarde voor de economische ontwikkeling. Dit kader maakt het mogelijk voor de ondernemingen een passende concurrentiële omgeving te waarborgen. In een geglobaliseerde context doet deze noodzaak zich nog meer voelen. Een schok waar dan ook op de planeet doet zich razendsnel voelen op de wereldeconomie. Het is voldoende te denken aan de financiële schandalen van Enron of WorldCom om te beseffen welke impact zoiets op de internationale economie kan hebben. Verscheidene initiatieven werden genomen om ervoor te zorgen dat een getrouw beeld van de jaarrekeningen wordt gegeven. Twee jaar geleden werd de wet van 2 augustus 2002, de zogenaamde corporate governance - wet aangenomen. Dat is zeker een stap in de goede De accountants en de belastingconsulenten moeten de ondernemingen ook sensibiliseren voor een goed bestuur. Zij hebben een pedagogische rol te spelen, alsmede een rol op het vlak van de opleiding. Zowel de grote als de kleine ondernemingen zijn in dit verband belangrijk. De KMO's kunnen de regels inzake corporate governance soms als een gewicht aanvoelen. Maar ook voor hen zijn die regels belangrijk. Zij worden vertaald door zeer concrete toepassingen. Zo komt het er, tijdens de algemene vergadering die ten minste eenmaal per jaar moet plaatshebben, op aan een echte discussie te hebben over de strategie en de toekomst van de onderneming. De rol van de accountant of van de belastingconsulent bestaat er dus in de bedrijfsleider aan te tonen dat de naleving van deze regels geen rem is op zijn bedrijvigheid, maar een beter beheer en dus meer winst mogelijk maakt. Tenslotte moeten de leden van het IAB toezien op de kwaliteit van de financiële informatie. De boekhouding is een beheersinstrument en een middel voor interne en externe communicatie. De kwaliteit ervan is essentieel om de verschillende betrokken partijen, zoals de aandeelhouder, de kredietgever, de concurrent, de werknemer of de overheid, een getrouw beeld van de onderneming te geven. Het is de rol van de accountant om voor die kwaliteit te zorgen. Uw beroep staat hele- Accountancy & Tax Nummer 2/

11 Visie maal vooraan om de investeerders en de andere betrokken partijen vertrouwen in te boezemen. Om een dergelijke kwaliteit van de informatie te kunnen verzekeren, is het onontbeerlijk dat de accountants en de belastingconsulenten onafhankelijk zijn. Het is voornamelijk de rol van het IAB en van de Hoge Raad van de Economische Beroepen over die onafhankelijkheid te waken. 2. ONZE ONDERNEMINGEN IN EEN INTERNA- TIONALE ECONOMIE INTEGREREN Accountants en belastingconsulenten zijn erg aanwezig in kleine of grote ondernemingen. Zij staan ook op het voorplan om hen te helpen zich in een veranderende internationale omgeving te integreren, in het bijzonder op wettelijk vlak. Een geglobaliseerde economie betekent een snelle toename van de internationale investeringen, van het handelsverkeer, van de bedrijvigheid van de multinationale ondernemingen en van de stromen van om het even welk type tussen Staten. Men ziet dan dat zich twee types van situaties voordoen: ofwel dragen die ondernemingen bij tot de ontwikkeling van gemeenschappelijke of verenigbare juridische, economische, financiële of boekhoudkundige systemen tussen verschillende landen, zoals op het niveau van de Europese Unie; ofwel blijven de systemen verschillend en soms weinig verenigbaar. De leden van het IAB moeten hun klanten dus voorbereiden en informeren over de internationale evolutie op de gebieden die hen aanbelangen. In dat verband is een van de grote «revoluties» voor Europa het aannemen van de Europese verordening die de beursgenoteerde geconsolideerde ondernemingen ertoe verplicht vanaf 2005 de IAS/IFRS-normen aan te nemen. Ook al zullen, op korte termijn, niet alle ondernemingen die normen moeten gebruiken, dan toch zal het Belgische boekhoudkundig recht de komende jaren zeker beïnvloed worden door de draagwijdte ervan. Volgens een recente studie van RHI Management Resources verklaart 60 % van de Belgische ondernemingen absoluut niet van plan te zijn die internationale normen te gebruiken. Dat is niet verwonderlijk, want die optie is nog niet mogelijk voor de statutaire jaarrekening in ons land. Bovendien is het nog te vroeg om te spreken over een meer algemene aanvaarding, daar de IAS-normen voortdurend worden bijgeschaafd. De overgang naar de IAS-normen zal dus een proces van lange adem zijn, waar de ondernemingen die er belang bij hebben zich aan de nieuwe normen aan te passen de andere ondernemingen ertoe zullen aanzetten zich er geleidelijk vertrouwd mee te maken. In dit kader is een geleidelijke afstemming van het Belgisch boekhoudkundig recht op de IAS-normen volgens mij noodzakelijk. Verscheidene redenen verantwoorden mijn standpunt. Eerst en vooral is het op lange termijn niet mogelijk dat een onderneming ertoe verplicht zou zijn twee totaal verschillende boekhoudingen te voeren omdat zij deel uitmaakt van een groep die in IAS consolideert. Vervolgens is het belangrijk te zorgen voor een zekere vergelijkbaarheid tussen de ondernemingen, zowel op nationaal als op internationaal vlak, wat het hoofddoel is van de IAS-normen. Het is belangrijk te letten op het goede verloop van de overgang naar deze nieuwe normen, om een omgekeerd effect te vermijden. En tenslotte maken de IASnormen het mogelijk ervoor te zorgen dat de financiële informatie doorzichtiger wordt, wat geen luxe is gelet op de recente schandalen waarnaar ik reeds heb verwezen. Maar bij deze afstemming moet rekening worden gehouden met drie elementen: de administratieve lasten voor de KMO's die zeker niet uit de pan mogen swingen; de fiscale neutraliteit, die gehandhaafd moet worden, en de impact van een dergelijke evolutie op het vennootschapsrecht (bijvoorbeeld op de winstverdeling). Zo heb ik onlangs een werkgroep opgericht om te analyseren hoe het Belgisch boekhoudkundig recht enigszins op die internationale normen kan worden afgestemd, rekening houdend met de bijzondere situatie van de KMO's. De eerste resultaten van deze groep worden tegen begin mei verwacht. In verband met het vennootschapsrecht zal tegen eind april met een werkgroep worden gestart. De fiscale kwestie zal door Minister Reynders worden behandeld, in de loop van het jaar. In het licht van die grote veranderingen is het belangrijk dat niet alleen alle accountants, maar ook alle belastingconsulenten zich actief voorbereiden. Het is de bedoeling dat zij zich vertrouwd maken met dit nieuwe regelgevende kader om, samen met de bedrijfsrevisoren en de erkende boekhouders en fiscalisten, de ondernemingen in de volgende jaren te helpen die uitdaging aan te gaan. Hier is er een echte mentaliteitswijziging nodig, en uw rol bij de ondernemingen is daarbij essentieel. Een ander voorbeeld van een internationale evolutie die nog meer blijk geeft van onverenigbaarheid tussen landen is het bestaande conflict tussen Sarbanes- Oxley Act en de Europese wetgeving. Deze nieuwe Amerikaanse wetgeving veroorzaakt, door haar extraterritoriale effecten, conflicten met de wetten en de juridische systemen van andere landen. De buitenlandse auditfirma's moeten bijvoorbeeld geregistreerd zijn en kunnen worden gecontroleerd door het nieuwe Amerikaanse orgaan voor supervisie, de Public 11 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

12 Visie Company Accounting Oversight Board of PCAOB. De kwestie wordt thans ontleed op Europees vlak en is het voorwerp van discussie met de Verenigde Staten. Het is immers essentieel een zekere wederzijdse erkenning te vinden tussen het Amerikaanse systeem en het Europese. 4. ZICH AANPASSEN EN ANTICIPEREN De leden van het IAB moeten zich ook aanpassen aan de noden van hun klanten en hen een toegevoegde waarde bieden. Hierbij moeten zij hun werking en hun opdrachten aanpassen aan de evolutie van de economische wereld in zijn geheel. 3. AANMOEDIGEN VAN HET ONDERNEMER- SCHAP Aangezien de accountants en de belastingconsulenten in rechtstreeks contact staan met de drijvende krachten achter creatieve projecten of projecten voor de ontwikkeling van de onderneming, zijn zij ideaal geplaatst om hen aan te moedigen bij hun eerste taken en om hun eerste stappen te vergemakkelijken. En, zoals aangetoond door de enquête voorgesteld door de heer DE LEENHEER, genieten zij overigens een groot vertrouwen van de ondernemers. Het creatieve ondernemerschap is thans essentieel. Om competitief te zijn, moet men voortdurend innoveren, creëren, ontwikkelen. Dit is vóór alles een geestesgesteldheid, een mentaliteit. Als men weet dat het percentage van het ondernemerschap in België 3,9 % van de actieve bevolking bedraagt in 2003 en dat landen als Ierland en de Verenigde Staten een niveau van respectievelijk 8,1 % en 10,5 % halen, dan beseft men dat er nog enorme inspanningen moeten worden gedaan in ons land. Initiatieven zoals het uitgeven, door het IAB, van een handboek met raadgevingen om een onderneming op te richten en om ze door de startfase te loodsen, kan ik alleen maar aanmoedigen. Dit geldt ook voor de eerste raadpleging «pro deo» en de gratis hulp voor het uitwerken van het financieel plan voor starters. Nu ik mij vandaag richt tot het beroep in zijn geheel, wens ik er gebruik van te maken om u ertoe aan te zetten dit type van dienstverlening aan te moedigen. Volgens mij zou zelfs verder moeten worden gegaan en zouden lagere tarieven moeten worden overwogen voor de eerste raadplegingen van de starters, maar ook voor de follow-up van hun eerste stappen. Iedereen zou hierbij winnen: de samenleving, de onderneming zelf en de accountant of de belastingconsulent die een nieuwe klant bij hem zou zien aankomen. Het creatieve ondernemerschap is thans essentieel. Om competitief te zijn, moet men voortdurend innoveren, creëren, ontwikkelen. Dit is vóór alles een geestesgesteldheid, een mentaliteit. Wat de aanpassing aan de noden van de klant betreft, kan ik het IAB enkel feliciteren met zijn enquête bij de zelfstandigen en de KMO's. Deze enquête zal het zijn leden zeker mogelijk maken zich beter aan te passen aan zijn behoeften. Wij hebben reeds gezien dat het er niet meer enkel op aankomt zuiver boekhoudkundige of fiscale raadgevingen te geven. Het komt er evenzeer op aan de klanten te adviseren bij hun financiële, fiscale, strategische en commerciële beslissingen en wanneer zij knopen moeten doorhakken qua management. In die zin moeten de leden van het IAB blijk geven van multidisciplinariteit en moeten zij voeling kunnen hebben met belangrijke ontwikkelingen in onze samenleving. Dan zullen zij de klant een toegevoegde waarde bezorgen. Ook op het vlak van het beroep zelf dient men te anticiperen. Dit maakt het mogelijk de kwaliteit en het vertrouwen in het beroep te verzekeren. Het is beter niet te wachten tot de wetgever via een wet optreedt, maar zich pro-actief aan te passen aan de vereisten van de moderne wereld. Zo zullen ook de opdrachten van het beroep zelf moeten evolueren. Het kan worden overwogen dat een lid van het IAB lid is van een auditcomité op voorwaarde dat hij uiteraard onafhankelijk is van het bedrijf. Door zijn bevoegdheid en het vertrouwen dat men hem schenkt, kan een accountant of een belastingconsulent dat comité zeer goede raad geven in verband met de te nemen beslissingen. Een accountant en eventueel een belastingconsulent zouden, onder bepaalde voorwaarden, ook de functie van voorlopig bewindvoerder kunnen uitoefenen wanneer de onderneming tijdelijke problemen kent. Deze mogelijkheid is voorzien in de wet van 22 april 1999, maar wordt in zeer beperkte mate gebruikt. De Raad van het IAB overweegt er vaker gebruik van te maken. Door dit initiatief zou de procedure voor de ondernemingen kunnen worden verlicht, in die zin dat Accountancy & Tax Nummer 2/

13 Visie zij niet meer systematisch een beroep zouden moeten doen op een rechter in geval van ernstige problemen. Ik ben voorstander van een dergelijke evolutie, voor zover de onafhankelijkheid van het beroep verzekerd is en het IAB deze mogelijkheid omkadert met voorwaarden, om uitwassen te vermijden. Anticiperen betekent ook dat aan de klant de meest recente evolutie wordt meegedeeld op bepaalde gebieden. Een zeer goed voorbeeld hiervan is de evolutie van de informatiemaatschappij en van de telecommunicatie. Op vlak van de Belgische overheid zijn verscheidene initiatieven genomen, of zullen worden genomen. Zij beïnvloeden nu reeds het beroep van accountant of van belastingconsulent of zullen dat in de toekomst in ruime mate doen. Enkele voorbeelden hiervan zijn de oprichting van de Kruispuntbank Ondernemingen, die sinds kort operationeel is, of de ontwikkeling van nieuwe regionale of federale portaalsites. De Staat stelt ook een reeks on line diensten voor, die het leven van de ondernemingen en van de economische beroepen enkel kunnen vergemakkelijken, op het gebied van de sociale zekerheid, de jaarrekeningen of van de belastingaangifte. Ook de accountants maken meer gebruik van de informatica en de e-communicatie. Zij moeten hun klanten ook sensibiliseren voor het belang van een dergelijk instrument. 5. ROL VAN HET IAB Na de rol van de leden van het IAB op de voorgrond te hebben geplaatst, is het tijd om na te gaan hoe het Instituut zelf zich aan de evolutie kan aanpassen en pro-actief zijn. Het moet natuurlijk bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe rollen die aan zijn leden zullen worden gegeven. Over die rollen heb ik u zopas gesproken en ik denk hierbij aan het omkaderen van de ontwikkeling van nieuwe opdrachten of aan het waken over de onafhankelijkheid van zijn leden. Een van zijn fundamentele rollen is zeker ook de opleiding. Rekening houdend met de verandering en de groeiende eisen van de economische wereld, is een continue en degelijke opleiding van de leden van het IAB onontbeerlijk. Ik weet dat, sedert het Instituut in 1985 werd opgericht, het bijzondere inspanningen op dat vlak heeft gedaan. In de loop der jaren is die opleiding steeds veeleisender geworden, wat het mogelijk heeft gemaakt de kwaliteit van zijn leden gevoelig te verbeteren. De opleiding is een van de sleutelelementen inzake concurrentievermogen geworden, niet alleen voor de ondernemingen, maar ook voor de accountants en de belastingconsulenten. Het Instituut moet dus verder gaan op de ingeslagen weg en zijn opleidingen nog verder ontwikkelen. Het Instituut moet ook zijn interdisciplinariteit verder uitbouwen, eerst door de opleiding, maar ook door zijn structuur. De economie is geen afzonderlijke discipline meer, zij heeft raakvlakken met alle andere disciplines en de economische disciplines zelf zijn onderling meer en meer in elkaar verstrengeld. Om maar twee voorbeelden te noemen, men heeft onlangs de fusie meegemaakt van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF) en de Controledienst voor de Verzekeringen (CDV), die samen de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) zijn geworden. Een ander voorbeeld is dat de fiscalisten enkele jaren geleden in de Instituten werden geïntegreerd. De drie Instituten, het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR), het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) en het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten (BIBF), zullen nog moeten evolueren naar een grotere interdisciplinariteit. De ontwikkeling van synergieën is een essentiële factor geworden in onze maatschappij. Voor de Instituten komt het er op aan te werken aan de ontzuiling van de drie types van beroepen die zij vertegenwoordigen en de onderlinge coördinatie en samenwerking te verbeteren. De uitdrukking «Accountancyhuis», die thans meer en meer wordt gehoord, geeft reeds een goed beeld van de toekomstige ontwikkeling : zij betekent dat de drie Instituten, die de leden van de economische beroepen groeperen, naar elkaar toegroeien. In andere Europese landen zoals Frankrijk zijn de boekhoudkundige beroepen reeds veel nader tot elkaar toegegroeid. Door het Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR) en het IAB werden reeds initiatieven genomen, zoals het tot stand brengen van een eerste jaar gemeenschappelijke stage tussen beide Instituten. Ik meen dat in die zin moet worden voortgewerkt. Maar het is ook belangrijk bepaalde specifieke kenmerken en kwalificaties, die eigen zijn aan elk beroep, te behouden. U ziet het, uw beroep is essentieel voor de economie en de ondernemingen. Uw opdrachten en de uitdagingen waaraan u het hoofd zal moeten bieden, zijn talrijk. Vandaag worden een nieuwe voorzitter, een ondervoorzitter en de raad verkozen. Ik ben er zeker van dat ze sterk genoeg zullen zijn voor alle uitdagingen die de accountants, de belastingconsulenten en het IAB moeten aangaan. Dank u voor uw aandacht. 13 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

14 Fiscaliteit KMO s : de stem der wijzen... ROGER LASSAUX Belastingconsulent Adviseur Studiedienst Bij nader inzien staat het als een paal boven water. Deze regering was erg begaan met de KMO s: fiscale hervorming, boekhoudkundige harmonisatie, corporate governance, administratieve vereenvoudiging... Niettemin zijn er nog altijd zoveel definities van het begrip KMO als er rechtstakken zijn. En in één rechtstak, het fiscaal recht dat ons hier bezig houdt, zijn de zaken er niet veel beter op geworden. Zelfs niet nadat de Ministerraad, naar aanleiding van het boemerangarrest van het Arbitragehof (arrest nr. 59/2004 van 31 maart 2004), snel gereageerd heeft door de aanwending van objectievere criteria, met name deze van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen, te bepleiten in verband met de uitsluiting van de KMO s uit de nieuwe afschrijvingsregels. Een voorzet tot een duidelijke, samenhangende en algemene fiscale definitie van het begrip KMO in artikel 2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen? Al kunnen we het niet bevestigen, we kunnen het allicht hopen... IN HET BRANDPUNT VAN TALRIJKE DEBATTEN... Of het ons nu verheugt dan wel koud laat, het is een feit. De KMO s vormen de essentie van onze economische structuur 1. De KMO s zijn een onderwerp dat de pers beroert, ze zijn het thema van seminaries en het item dat de laatste tijd veel debatten levendig houdt. Denk bijvoorbeeld aan de recente discussie in de wandelgangen van de regering over de steeds terugkerende problematiek van de financiering ervan die voorafgaandelijk een nauwkeurige analyse van hun behoeften vereist 2. Of denken we aan de niet zo hartelijke debatten die de KMO s deden oplaaien in verband met de harmonisatie van de boekhoudkundige normen naar aanleiding van de door de Europese verordening van 19 juli 2002 gestelde eisen 3. Hoewel er nog geen tijdschema werd vastgesteld, met in het achterhoofd de eventuele toepassing van een vereenvoudigde versie van de IAS-normen (zie de website van de IASB) op de statutaire rekeningen van 6 miljoen KMO s in Europa en de fiscale weerslag van dergelijke operatie (bijvoorbeeld op het stuk van de goodwill, de financiële instrumenten en de voorzieningen). Iets langer geleden, maar steeds op boekhoudkundig gebied, werden ze, net als alle vennootschappen, met de vinger gewezen in de problematiek van de laattijdige neerlegging van de jaarrekeningen 4 en werden hun zaakvoerders en bestuurders hoofdelijk verplicht de naar aanleiding hiervan opgelegde boeten te betalen. Wanneer gesproken wordt over degenen die onder het juk van de administratieve lasten gebukt gaan, zoals onlangs door het KAFKA-plan 5 aan het licht gebracht werd, of van de slachtoffers van een gemeentelijke fiscaliteit met confisquerende neigingen, worden hierbij uiteraard ook de KMO s bedoeld. Als we onze speurtocht op fiscaal gebied voortzetten, stuiten we op de bepalingen van de hervormingswet van 24 december 2004 die de KMO s betreffen, en dit in positieve zin als we de specifieke voordelen bekijken die de KMO s daarbij worden toegekend. Maar soms ook in negatieve zin, bijvoorbeeld in verband met de investeringsreserve met zijn onontwarbare toepassingsvoorwaarden, of nog de complicaties in de verschillende gewestelijke stelsels die de nalatenschap van KMO s tegen fiscaal aantrekkelijke voorwaarden beogen. En hoewel de KMO s nogal terughoudend zijn voor wat de toepassing van de corporate governance - beginselen 6 betreft, terwijl de aansprakelijkheid van de bestuurders in het algemeen steeds meer wordt Accountancy & Tax Nummer 2/

15 Fiscaliteit ingeroepen, wordt dat pessimisme niet doorgetrokken in verband met de nieuwe ICT. 80 % van de Waalse KMO s die resoluut deze weg zijn ingeslagen, geloven dat ze daarbij tijd winnen, meer naambekendheid kunnen verwerven en een krachtiger organisatie kunnen doorvoeren. Deze bemoedigende cijfers blijken uit een recente studie 7 van het Waals Telecommunicatieagentschap maar zouden voor het hele land moeten kunnen worden geëxtrapoleerd. EEN HELE REEKS DEFINITIES Dit, weliswaar kort, overzicht van de actualiteit geeft op zijn minst blijk van de diversiteit van de aangeroerde thema s en de behandelde onderwerpen. Maar deze actualiteit, die veel weerklank kreeg in de media, bevat het zaad voor een nieuwe kwestie, die, of u het wilt of niet, niet kan terzijde geschoven worden. Om het met weinig woorden te zeggen: wat is nu een kleine en middelgrote onderneming? Want, hoewel iedereen het er over heeft, is aannemen dat iedereen over hetzelfde praat niet evident. Oordeelt u zelf... Wat deze essentiële vraag betreft, zegt het gezond verstand dat het antwoord luidt: de ondernemingen die nog niet groot zijn. Maar als we verder willen gaan dan dit dubbelzinnig antwoord, kunnen we zonder al te groot risico stellen dat het begrip KMO sterk varieert naargelang het oogpunt van waaruit het wordt geanalyseerd. Bovendien zijn er evenveel definities, waarschijnlijk alle gerechtvaardigd door specifieke beschouwingen, als er rechtstakken zijn. Sommigen zullen u zeggen dat in eerste instantie het aantal werknemers bepalend is, doorgaans van tien tot vijftig, en dat u vanaf 100 werknemers het domein van de grote ondernemingen betreedt. Voor anderen is het de hoogte van de verwezenlijkte omzet. De IASB-specialisten, daarentegen, zullen niet verwijzen naar kwantitatieve drempels in verband met de omvang van de onderneming, maar veeleer naar kwalitatieve factoren, zoals de aansprakelijkheid van de entiteit ten aanzien van het algemeen belang (public accountantbility). De juristen zullen de kwestie benaderen vanuit de invalshoek van het beheersverslag en van de verplichting om een commissaris aan te stellen, en daarbij het belang van de corporate governance onderstrepen, of deze hoedanigheid in verband brengen met de aandeelhouders die het kapitaal bezitten of met de rechtsvorm. En ook degenen die de mogelijkheid om de jaarrekening in verkorte vorm neer te leggen als criterium stellen, beschikken over argumenten om de juistheid van hun boekhoudkundige redenering te verantwoorden. Nog anderen, veelal uit de fiscale sector, zullen naargelang de betrokken fiscale stimulus wijzen op het feit dat de aandelen die de meerderheid van de stemrechten vertegenwoordigen, voor meer dan de helft in het bezit zijn van één of meer natuurlijke personen (gewone investeringsaftrek), dat ze niet meer dan twintig personeelsleden tewerkstelt (gespreide aftrek) of zelfs maar elf, als men het bekomen van een vrijstelling voor bijkomend personeel beoogt. Maar het merendeel van de ondervraagden uit de fiscale sector, en vooral de ambtenaren van Financiën, zullen resoluut de, nochtans problematische, weg van het verlaagd GROTE VENNOOTSCHAP VOL TARIEF BEDRAGEN VERLAAGD TARIEF 33,99 % 24,98 % 31,93 % 35,54 % tarief inslaan. Bij gebrek aan een algemeen geldende fiscale definitie van het begrip KMO, zoals die wel bestaat voor de binnenlandse vennootschappen en andere financiële vennootschappen (art. 2 WIB 1992), is het algemeen aanknopingspunt voor dit begrip immers de mogelijkheid het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting, voorzien bij artikel 215, lid 2 WIB 1992 te genieten. Sinds 1 januari 2004 is dit de toverformule om in aanmerking te komen voor de voordelen die de wetgever, bij de laatste belastinghervorming, aan de KMO s voorbehoudt : het belastingkrediet dat, volgens het Rekenhof weliswaar weinig wordt toegepast (art. 289bis WIB 1992), de investeringsreserve, een echte puzzel, voorzien bij artikel 194ter WIB 1992, de vrijstelling van de vermeerdering wegens niet of ontoereikende voorafbetaling tijdens de drie eerste boekjaren (art WIB 1992) maar recenter nog ook de verhoogde investeringsaftrek voor beveiligingsuitgaven (art. 201 WIB 1992). En hier komt ook de sleutel om vrijgesteld te worden van de toepassing van de nieuwe afschrijvingsregels bedoeld bij artikel WIB Dankzij hun KMO-statuut, konden de vennootschappen immers een in december gedane investering blijven afschrijven alsof ze deze het volledige jaar hadden gebruikt 8 of ervoor opteren hun bijkomende kosten 9 in een keer of volgens hun ritme naar keuze af te schrijven. KMO SCHIJVEN 0 tot EUR tot EUR tot EUR 15 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

16 Fiscaliteit ZES CUMULATIEVE CRITERIA Zoals u in de tabel kunt vaststellen moet een vennootschap aan niet minder dan zes voorwaarden voldoen om het verlaagd tarief te kunnen genieten. Naast hun groot aantal, hebben deze voorwaarden betrekking op tal van aspecten uit het leven van een vennootschap, zoals de aard van het aandeelhouderschap, de hoogte van de uitgekeerde dividenden, de bezoldiging van de bedrijfsleider en uiteraard het belastbaar inkomen van de vennootschap. Maar wat de waarnemer, en zeker de professional, het snelst opvalt, zijn de problemen die dit noodzakelijk samengaan van dergelijke uiteenlopende gegevens, zoals het dividendbeleid of de vraag of het om een financiële vennootschap of een dochteronderneming gaat, in de loop van de tijd heeft doen rijzen, problemen die alleen maar talrijker zijn geworden. En dat voornamelijk om twee redenen: FISCALE KMO: DE ZES VOORWAARDEN (ART. 125 LID 1, 2 EN 3 WIB 1992) 1. Maximum belastbare winst: EUR. 2. Actief van de balans: aandelenbezit waarvan de waarde niet meer bedraagt dan de helft van het eigen vermogen (financiële vennootschap). 3. Passief van de balans: de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen zijn voor meer dan de helft in het bezit van één of meer natuurlijke personen (Com.IB, nr. 215/28 tot 40). 4. Dividendbeleid : de uitkering mag niet meer bedragen dan 13 % van het gestort kapitaal bij het begin van het belastbaar tijdperk (Com.IB nr. 215/28 tot 40). 5. Bezoldigingen : ten minste EUR (of een bedrag gelijk aan het belastbaar inkomen indien dit minder bedraagt dan EUR) ten laste van het resultaat van het belastbaar tijdperk toegekend aan een bedrijfsleider (Com.IB nr. 215/41 tot 50). 6. Banden: geen deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort in de zin van KB nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra. Vooreerst omdat de verplichting om ten laste van het resultaat van het belastbaar tijdperk (in alle vennootschappen behalve door de Nationale Raad voor de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen) een bezoldiging (in de zin van artikel 32 WIB 1992, dus uitsluitend uit hoofde van het mandaat van bedrijfsleider) toe te kennen die gelijk is aan of meer bedraagt dan het belastbaar inkomen van de vennootschap, wanneer deze bezoldiging geen EUR bedraagt, door de wet van 8 januari 2004 (B.S. van 26 januari 2004) aanzienlijk werd verstrakt. Terloops wordt opgemerkt dat deze verplichting in feite in strijd is met de autofinancieringsidee achter de vrijgestelde investeringsreserve. Weliswaar werd deze verhoging van de «1-miljoenregel» over vier jaar gespreid : EUR voor aanslagjaar 2005, EUR voor aanslagjaar 2006 tot EUR voor aanslagjaar 2007 om vanaf aanslagjaar 2009 uiteindelijk EUR te bereiken. De wet laat niet na te vermelden dat elke wijziging vanaf 26 september 2003 aangebracht aan de datum van afsluiting van de jaarrekening, fiscaal geen uitwerking heeft. Een verhoging met 47 % die tot nadenken stemt wanneer men de ratio legis, het gebrek aan indexering beschouwt maar die, volgens een studie van Unizo, tot gevolg zal hebben dat binnen vijf jaar een KMO s uit het verlaagd tarief zullen worden gesloten. En waarvan de toepassing alsof het nog niet genoeg is een aantal valstrikken inhoudt. Om onaangename verrassingen te voorkomen, moet men immers steeds voor ogen houden de bezoldigingen van de elkaar opvolgende bedrijfsleiders niet op te tellen noch op te nemen in de berekening van de bezoldigingen van de loontrekkers die daarnaast een nietbezoldigd mandaat van bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of analoge functies in dezelfde vennootschap uitoefenen, noch bij de bezoldigingen betaald aan een vennootschap en, zeker niet, bij de bezoldigingen die desgevallend door de bedrijfsleider aan zijn echtgenoot worden toegekend. Moeten we er nog aan herinneren dat dezelfde voorzichtigheidsregel ook geldt bij de toepassing van de 13 %-regel. Hier mogen, bijvoorbeeld, desgevallend, de tot dividenden geherkwalificeerde interesten niet worden vergeten. De berekening daarvan is trouwens niet makkelijk, omdat twee grenzen in aanmerking moeten worden genomen en daarbij komt nog dat de Administratie soms een nogal ruime interpretatie aan het begrip toegestane voor- Accountancy & Tax Nummer 2/

17 Fiscaliteit schotten geeft (zie art. 18, 4 WIB 1992). Vervolgens, en voornamelijk kunnen we zeggen, omdat de fiscus in deze aangelegenheid een alles-of-niets-politiek volgt. Stel dat u, bijvoorbeeld naar aanleiding van een fiscale controle, één criterium te kort komt. Dan zal de hele KMO-constructie instorten (verlies van het verlaagd tarief, verlies van het belastingkrediet, verlies van de mogelijkheid om een investeringsreserve aan te leggen, toepassing van de vermeerdering wegens niet of ontoereikende voorafbetaling tijdens de drie eerste activiteitsjaren van de vennootschap). De enkele overschrijding van de limiet van EUR of de niet-naleving van de limiet van EUR, zij het met één cent, brengen, door het gebrek aan getrapte regels, voor de betrokken KMO s een compleet onevenredige verzwaring van de belastingdruk teweeg. Dat wekt weinig verwondering. Commentatoren en professionals putten uit deze dwingende voorwaarden al jaren argumenten om de ongepastheid van deze criteria aan te tonen. Een standpunt dat onlangs werd bijgevallen door de Raad van State. In het advies over de hervormingswet inzake de vennootschapsbelasting, waarin te lezen staat : «Het is evident dat het absolute bedrag van de belastbare winst in de loop van een welbepaald boekjaar niets van doen heeft met de vraag of het om een KMO gaat : er zijn belangrijke vennootschappen waarvan meer dan 50 % van de aandelen in handen zijn van natuurlijke personen en die soms een boekjaar afsluiten met verlies of die in de loop van een welbepaald boekjaar een belastbare winst verwezenlijken die niet meer bedraagt dan EUR. Hoewel de doelgroep van de gunstmaatregelen de KMO is, behoort men zich niet te baseren op de belastbare winst van een boekjaar maar op andere criteria, die zouden kunnen steunen op de definitie van de kleine vennootschappen die blijkt uit artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen. De toepassing van een gunstregeling koppelen aan het bedrag van het belastbare inkomen van een boekjaar zou overigens aanleiding geven tot praktische problemen in de gevallen waarbij de aangegeven belastinggrondslag verhoogd zou worden naar aanleiding van een controle : dat zou bijvoorbeeld de herziening tot gevolg kunnen hebben van de eerste afschrijvingsannuïteit» (Advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State, Parl.St., nr. 50/1918/001, p. 111). EEN GELUK BIJ EEN ONGELUK Verscheidene belastingplichtigen, KMO s actief in de boekhoudsector die tot dezelfde vaststelling kwamen en deze redenering onderschreven, hebben bij het Arbitragehof een beroep tot vernietiging ingesteld tegen artikel 7 van de wet van 24 december 2004 die deze spreiding van de afschrijvingen, beoogd bij artikel 196, 2 WIB 1992, had ingevoerd. Deze KMO s voeren aan dat «de aangevochten maatregel tot gevolg heeft dat, zonder verantwoording, verschillen in behandeling in het leven worden geroepen tussen vennootschappen, los van hun grootte, en dat vennootschappen die niet aan het begrip KMO beantwoorden, bevoordeeld worden terwijl echte KMO s benadeeld worden, om de reden dat zij al dan niet het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting genieten. Zij leiden eruit af dat de maatregel geen verband houdt met het doel van de wetgever.» Met andere woorden, dat de toepassing van het onderscheid voornamelijk afhankelijk is van het fiscaal resultaat, zodat een vennootschap achtereenvolgens tot de ene en tot de andere categorie kan behoren, zonder dat haar economische toestand intrinsiek wordt gewijzigd. Op het eerste gezicht hebben ze hun slag thuisgehaald, want het Arbitragehof waarbij het beroep tot vernietiging werd ingediend, heeft zich bij deze uitstekende argumentatie aangesloten. Uit hun onderzoek van het verzoekschrift concludeerden de magistraten van het Koningsplein vooreerst dat, ook al is het gerechtvaardigd dat de wetgever voor de KMO's in een afwijkend stelsel voorziet, onder meer Dat de regering besloten heeft duidelijk de kaart te trekken van de fiscale harmonisatie van het begrip KMO zal niemand betreuren! ( ) Het wordt tijd om een einde te stellen aan de draconische voorwaarden die vroeger werden gesteld om het verlaagd tarief te bekomen. omdat hun mogelijkheden tot autofinanciering veel beperkter zijn, de belastbare winst niet pertinent is om na te gaan of het een vennootschap met de kenmerken van een KMO betreft. Volgens het Hof is het dus gerechtvaardigd dat de wetgever in een afwijkend stelsel voorziet 17 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

18 Fiscaliteit op grond van de doelstellingen die hij nastreeft. Maar dat neemt niet weg dat het criterium waarop de verschillende behandeling berust, objectief en pertinent moet zijn ten opzichte van het onderwerp van de betrokken maatregel en het doel dat ermee wordt nagestreefd. Want, zoals de Raad van State reeds opmerkte, is het absolute bedrag van de belastbare winst in de loop van een welbepaald boekjaar niet pertinent om na te gaan of het een vennootschap met de kenmerken van een KMO betreft, omdat er belangrijke vennootschappen zijn die in de loop van een welbepaald boekjaar een belastbare winst verwezenlijken die niet meer bedraagt dan het grensbedrag dat is vastgelegd bij artikel 215 van het WIB Er zijn overigens KMO's die soms een belastbare winst behalen die meer bedraagt dan dat grensbedrag zonder dat zij daarom niet meer beantwoorden aan de kenmerken van een KMO. Tenslotte kunnen sommige KMO's, hoewel zij een belastbare winst hebben verwezenlijkt die minder bedraagt dan dat grensbedrag, het verlaagde tarief niet genieten omdat zij niet voldoen aan de andere voorwaarden van artikel 215 WIB Het Arbitragehof valt de overwegingen van de Raad van State zodus bij en beslist dat het gekozen criterium niet pertinent is en dat artikel 7 van de wet van 24 december 2004 niet in overeenstemming is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Maar hoewel het principe verworven was, waren de eisers nog niet aan het einde van hun verbazing. Verre van: het Hof trok uit deze feitelijke situatie een veeleer onverwachte consequentie. In de plaats van het fiscaal criterium aan de hand waarvan het onderscheid wordt gemaakt of een vennootschap al dan niet aan de nieuwe regel onderworpen is, zijnde in aanmerking komen voor het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting, volledig af te schaffen, heeft het Hof de maatregel slechts vernietigd voor zover de afschrijvingsbeperking enkel van toepassing is op vennootschappen die niet in aanmerking komen voor het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting. Praktisch resultaat: de «prorata temporis»-aanrekening van de eerste afschrijvingsannuïteit tijdens het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht en de verplichting om de bij de aankoopprijs komende kosten af te schrijven op dezelfde wijze en tegen hetzelfde ritme als de hoofdsom van de investeringsof aanschaffingswaarde van de desbetreffende vaste activa, zijn nu België, dat zich weliswaar als een aantrekkelijk land voor de ondernemingen voordoet, is op fiscaal gebied een land vol tegenstellingen. van toepassing op alle vennootschappen, met inbegrip van de KMO s, en zulks met betrekking tot vaste activa die verkregen of tot stand gebracht zijn vanaf aanslagjaar De enige nuance is dat het Hof, met het oog op de rechtszekerheid, beslist heeft de betwiste bepalingen voor aanslagjaar 2004 te handhaven. Gelukkig heeft de regering, daarbij waarschijnlijk aangespoord door de heersende verkiezingskoorts, zeer snel gereageerd. Op 23 april 2003 meldde een persmededeling (Aanpassing afschrijvingsregels inzake vennootschapsbelasting) dat de Ministerraad beslist had om het voorheen bestaande gunstregime inzake afschrijvingen voor kleine ondernemingen opnieuw in te voeren. Zulks met ingang van het aanslagjaar 2005 en voor kleine ondernemingen in de zin van artikel 15, 1 van het Wetboek van vennootschappen, een criterium dat rechtstreeks afkomstig is van de vierde richtlijn. Bedoeld worden die vennootschappen die een verkorte jaarrekening kunnen opstellen, met name de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die voor het laatste afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden: jaargemiddelde van het personeelsbestand : 50 ; jaaromzet, exclusief BTW : EUR; balanstotaal : EUR, tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt. Zodoende koos de regering voor een oplossing die genade vindt in de ogen van de Raad van State en van talrijke specialisten. Verlies niet uit het oog dat de kwantitatieve criteria die opgenomen zijn in de Europese definitie van het begrip KMO, door de richtlijn van 13 mei 2003 betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (PB, nr. L120/22) werden gewijzigd en het voorwerp uitmaken van een aanbeveling van de Europese Commissie van 6 mei 2003 (PB, nr. L124/36 van 3 mei 2003). De wijzigingen die aan artikel 15, 1 van het Wetboek van vennootschappen moeten worden aangebracht, maar nog niet in ons nationaal recht zijn geïntegreerd, kunnen als volgt worden samengevat : minder dan 50 werknemers, jaaromzet exclusief BTW maximum EUR en balanstotaal minder dan EUR. Accountancy & Tax Nummer 2/

19 Fiscaliteit EEN EERSTE STAP IN DE GOEDE RICHTING Dat de regering besloten heeft duidelijk de kaart te trekken van de fiscale harmonisatie van het begrip KMO zal niemand betreuren. Dat het de criteria van economische aard, zoals vermeld in artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen, zijn, die reeds gelden in de wet op de werknemersparticipatie, draagt nog bij tot deze globaal positieve vaststelling. Niemand zal betwisten dat het tijd werd om een einde te stellen aan de draconische voorwaarden die vroeger werden gesteld om het verlaagd tarief te bekomen, en niet in het minst omdat de meeste dienden om het fiscaal statuut van de eenpersoonsvennootschappen minder aantrekkelijk te maken door hun lot te verbinden aan economische omstandigheden van onzekere aard. Hoe immers, kan men zich op 1 januari ervan vergewissen dat de geregelde bezoldiging die men zichzelf moet toekennen, gelijk is aan 50 % van de winst die pas na 31 december zal gekend zijn? In dit stadium van het betoog moeten we goed voor ogen houden dat het Arbitragehof, zoals in het dispositief van het arrest vermeld, enkel en alleen de woorden: «ten name van de vennootschappen waarvoor het tarief van de belasting voor het aanslagjaar verbonden aan het belastbare tijdperk waarin het immaterieel of materieel vast actief werd aangeschaft of tot stand gebracht, niet wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 215, tweede lid» van de tekst van artikel 196, 2 WIB 1992 heeft vernietigd, zodat de nieuwe afschrijvingsregels vanaf aanslagjaar 2005 op alle vennootschappen van toepassing zijn. En door de KMO s te definiëren onder verwijzing naar de criteria van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen, heeft de Ministerraad, een beetje pover toch, slechts de koers bijgesteld met betrekking tot deze nieuwe afschrijvingsregels. Gelet op de gebruikte bewoordingen is het duidelijk dat het Arbitragehof, gesteld dat het zich op dezelfde basis over een prejudiciële vraag zou moeten buigen inzake de investeringsreserve (art. 194quater WIB 1992) of de vrijstelling van belastingvermeerdering voor de drie eerste boekjaren (art. 218 WIB 1992), er veel kans toe bestaat dat het, op basis van bepalingen die duidelijk in dezelfde vorm zijn gegoten, tot een zelfde standpunt komt. Nu reeds maatregelen nemen om aan de betrokken wetsartikelen de gepaste verbeteringen aan te brengen, is niet meer dan anticiperen op een probleem dat zich onvermijdelijk snel zal voordoen. Laat ons hopen dat, wanneer deze tekst ter perse gaat, de regering zal gezorgd hebben voor een bevredigend antwoord op deze kwestie die ons momenteel bezig houdt. Wordt ons niet geleerd dat regeren en daar gaat het wel degelijk om op de allereerste plaats voorzien en dus anticiperen is. Daaraan voorbijgaan is inmiddels de verwarring vergroten en de onaangename idee aanwakkeren dat België, dat zich weliswaar als een aantrekkelijk land voor de ondernemingen voordoet, op fiscaal gebied een land vol tegenstellingen is, omdat de speciaal voor de KMO s ingevoerde fiscale stimuli al snel met toepassingsvoorwaarden gepaard gaan die ze praktisch onuitvoerbaar maken. Denk bijvoorbeeld aan de investeringsreserve, geregeld door het inmiddels beruchte artikel 194quater De regering was immers verplicht de handen uit de mouwen te steken om de maatregel van een minimale aantrekkelijkheid voor de ondernemingen te voorzien. Het spreekt voor zich dat het moeilijk evenwicht dat het groeiproces van een ondernemingsproject vereist, nood heeft aan krachtige signalen en positieve tussenkomsten om het te vrijwaren, als men misstappen wil vermijden. Net als de bemoedigende signalen die onlangs werden uitgezonden door de invoering van een nieuwe methode voor de berekening van het voordeel van alle aard uit het privégebruik van een firmawagen 10,de stapsgewijze verhoging van het aftrekbaar beroepsmatig gedeelte van de restaurantkosten 11, en zelfs de verlaging van de BTW op restaurantkosten, blijkt de invoering van een duidelijke, homogene en praktische definitie van het begrip KMO, die geïnspireerd is op de werkelijkheid van het terrein, vandaag een opportuniteit, ja zelfs een dwingende noodzaak. Toch voor iemand die zijn project, helemaal terecht, niet op los zand wil bouwen. Noten 1 2 In de OESO-landen vertegenwoordigen ze 95 % van de ondernemingen en creëren ze grotendeels de nieuwe werkgelegenheid. Nationaal realiseren de zelfstandigen en de KMO s een activiteit die bijna 2 miljoen mensen tewerkstelt, bijna de helft van de Belgische actieve bevolking. Sinds 22 april 2003 (B.S. van 9 mei 2003, K.B. van 15 mei 2003) beschikt België over een rechtsvorm die, zoals de BEVAK, de belegger toelaat zijn geld te beleggen in handelsvennootschappen, met inbegrip van KMO s. Nog andere pistes worden onderzocht in de werkgroep «KMO», onder leiding van dhr. Eric André, waaraan wij actief deelnemen. Als voorbeeld van de ontwerpen die ter tafel liggen, vermelden we de analyse van het belastingstelsel van de kredietverzekering, de invoering van een «Tante Agatha»- systeem, de oprichting van private Privaks, de bevordering van het collectief bezoldigd ondernemerschap, gekenmerkt door een betekenisvolle deelneming van de werknemers in het beleidsproces en in de verdeling van het kapitaal van de vennoot- 19 Accountancy & Tax Nummer 2/2004

20 Fiscaliteit 3 4 schap, de ontwikkeling van talentbanken en de intensivering van de communicatie van de kredietverstrekkers in de richting van de KMO s. In de werkgroep verdedigen we de rol die onze leden, de natuurlijke verbinding met de ondernemingen, daarbij kunnen spelen alsook het primordiaal belang van de opstelling van een geloofwaardig en volledig financieel plan met het oog op het verkrijgen van krediet op de verschillende keerpunten in het leven van een onderneming. Zie in dat verband het interessante document «Financiering van de KMO s, een tekst om over na te denken» dat u kunt downloaden op onze website (zie de rubriek «Nieuws», 11 mei 2004). Lees in dat verband de eerste circulaire die de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen daaraan heeft gewijd (circulaire nr. FMI/ van 8 maart 2004) en die u on line kunt downloaden via de website van de CBFA: irc/pdf/fmi_2004_01.pdf Artikel 182 van het Wetboek van vennootschappen is hier logischerwijs van toepassing zodat de rechtbank, op verzoek van iedere belanghebbende of van het openbaar ministerie, de gerechtelijke ontbinding kan uitspreken van een vennootschap die drie opeenvolgende jaren haar jaarrekening niet heeft neergelegd. En artikel 5 van het Strafwetboek, zoals ingevoerd door de wet van 4 mei 1999, maakt geen enkel onderscheid tussen vennootschappen. Een rechtspersoon is immers strafrechtelijk verantwoordelijk voor misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening zijn gepleegd. Het verslag is volledig beschikbaar op de website De door de ondernemingen uitgebrachte kritiek betreft voornamelijk de moeilijkheden in verband met de oprichting van een onderneming (de ter beschikking staande hulp meer bepaald) en met de aanwerving van personeel. Om onze leden bewust te maken van het belang van corporate governance in de KMO s en om hun in de dagelijkse praktijk een werkinstrument te bieden, heeft het Instituut, in nauwe samenwerking met de Federatie van de Notarissen en Unizo de brochure «Corporate governance in de KMO» gepubliceerd Deze publicatie stelt als conclusie zes aanbevelingen over corporate governance voor. De enquête «PME wallonnes: usages TIC, 2003» kan op het internet worden geraadpleegd via de website ( Voor de andere vennootschappen wordt de eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebrachte vaste activa slechts als beroepskosten aangemerkt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht (art. 196, 2, 1 WIB 1992). Het verplicht fiscaal prorata wordt, ongeacht de toegepaste afschrijvingsmethode, per dag berekend over de periode gaande van de datum van verkrijging tot de laatste dag van het boekjaar. De bij de aankoop komende kosten worden fiscaal slechts als aftrekbare beroepskosten aanvaard, als ze op dezelfde wijze als de hoofdsom van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de desbetreffende activa worden afgeschreven (art. 196, 2, 2 WIB 1992). Zie circulaire nr. Ci.RH.241/ (AOIF 8/2004) van 5 februari 2004 en IAB-Info nr. 5/2004. Wet van 10 mei 2004 tot wijziging van artikel 53 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen op het vlak van de restaurantkosten (B.S. van 24 mei 2004, p ). Het beroepsmatig gedeelte van de restaurantkosten wordt vanaf 1 januari ,5 %. Het wordt vervolgens op een bij koninklijk besluit vast te stellen datum op 75 % gebracht. Zoals vermeld in een door de AOIF op dezelfde datum in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd bericht zijn de nieuwe regels ook van toepassing op buitenlandse restaurantkosten, op restaurantkosten begrepen in hotelrekeningen en in de bedrijfsrefters voor bedrijfsleiders en/of zakenrelaties. Ze gelden voor alle categorieën van belastingplichtigen (werknemers, bedrijfsleiders, werkend vennoten, vrije beroepen, zelfstandigen, ondernemers, enz.) die de aftrek van hun werkelijke beroepskosten inclusief restaurantkosten vragen. Accountancy & Tax Nummer 2/

De rol van de accountant en. en belastingconsulenten

De rol van de accountant en. en belastingconsulenten De rol van de accountant en de belastingconsulent in een geglobaliseerde economie Academische zitting, 17 april 2004 Toespraak van Minister Fientje MOERMAN Dames en Heren, Vooraleer te beginnen, zou ik

Nadere informatie

Interview GÉRAR. «We willen onze aanwezigheid onderstrepen. nog beter verdedigen bij de instanties van de Unie van de 25.»

Interview GÉRAR. «We willen onze aanwezigheid onderstrepen. nog beter verdedigen bij de instanties van de Unie van de 25.» GÉRAR ARD D DELVAUX ERWIN VERCAMMEN «We willen onze aanwezigheid onderstrepen en onze ideeën nog beter verdedigen bij de instanties van de Unie van de 25.» Een voorzitterschap in het teken van de openheid

Nadere informatie

EEN geslaagd PROjECT!

EEN geslaagd PROjECT! A & D Boekhoudkantoor, Klapstraat 58, 1790 Teralfene Tel 0473.821367 www.infoboekhouden.be DE BOEKHOUDER-FISCALIST BIBF: Uw PARTNER VOOR EEN geslaagd PROjECT! Een brochure van het Beroepsinstituut van

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Org. Middenst. - Beroepsorg. A02 Brussel, 17 december 2009 MH/BL/JDH A D V I E S over DE VERTEGENWOORDIGING VAN DE BEROEPSORGANISMEN IN DE HOGE RAAD VOOR DE

Nadere informatie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie Nummer 4 16 29 februari 2004 IAB-Info Inhoud 16e jaargang Beroep c Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Deze bijdrage strekt ertoe een overzicht te bieden van zowel de

Nadere informatie

interview IAS-normen: KAREL HULLE VAN 4 ACCOUNTANCY et IAB ontmoet naar gewoonte personaliteiten

interview IAS-normen: KAREL HULLE VAN 4 ACCOUNTANCY et IAB ontmoet naar gewoonte personaliteiten H et IAB ontmoet naar gewoonte personaliteiten uit de economische, politieke en academische wereld. In het kader van die ontmoetingen hadden voorzitter Johan De Leenheer, ondervoorzitter Guy Stevens en

Nadere informatie

b. De vertegenwoordiger-natuurlijke persoon... 20 c. De andere aangestelden... 27 d. Het bestuur... 27

b. De vertegenwoordiger-natuurlijke persoon... 20 c. De andere aangestelden... 27 d. Het bestuur... 27 INHOUD Voorwoord: De uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon (wet van 18 januari 2010) door Sabine Laruelle, Minister van KMO s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid.......................................

Nadere informatie

De evolutie van de economische beroepen. Intentieverklaring met betrekking tot de voorstellen aan de Regering

De evolutie van de economische beroepen. Intentieverklaring met betrekking tot de voorstellen aan de Regering De evolutie van de economische beroepen Intentieverklaring met betrekking tot de voorstellen aan de Regering 1. Oe principes 1.1. De organisatie en de werking van de economische beroepen moeten een federale

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ---------------------------------------------------------------------------------- CENTRALE RAAD VOOR HET BEDRIJFSLEVEN NATIONALE ARBEIDSRAAD ADVIES Nr. 1.402 Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei 2002 ----------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 Samenvatting van het advies met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die het bedrag beperkt

Nadere informatie

Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België

Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België Norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s in België Overeenkomstig de wettelijke bepalingen, vervat in het artikel 30 van de wet van 22 juli 1953, heeft deze norm, goedgekeurd door de

Nadere informatie

SAMENWERKEN MET EEN BOEKHOUDER-FISCALIST

SAMENWERKEN MET EEN BOEKHOUDER-FISCALIST SAMENWERKEN MET EEN BOEKHOUDER-FISCALIST WAT IS EEN ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST? De boekhouder-fiscalist BIBF is uw bevoorrechte raadgever als zelfstandige ondernemer, als vrije beroepsbeoefenaar of als

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORDEN. Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORDEN. Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORDEN Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten 10/2017 DE BEROEPSACTIVITEITEN DE 2 BEROEPSPERSPECTIEVEN Fiscaliteit Boekhouder-fiscalist

Nadere informatie

Het Instituut voor bedrijfsjuristen De alma mater van de bedrijfsjuristen

Het Instituut voor bedrijfsjuristen De alma mater van de bedrijfsjuristen Legal insight, inside Het Instituut voor bedrijfsjuristen De alma mater van de bedrijfsjuristen Het beroep van bedrijfsjurist is relatief jong. De wet die dit beroep erkende en het Instituut voor bedrijfsjuristen

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR ONTWERP VAN NORM MET BETREKKING TOT DE CONTRACTUELE CONTROLE VAN KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN EN DE GEDEELDE WETTELIJK VOORBEHOUDEN OPDRACHTEN BIJ KMO S EN KLEINE (I)VZW S EN STICHTINGEN Analyse

Nadere informatie

Studentenenquête: Een beoordeling van het beroep als zelfstandig boekhouder!

Studentenenquête: Een beoordeling van het beroep als zelfstandig boekhouder! PERSMEDEDELING Studentenenquête: Een beoordeling van het beroep als zelfstandig boekhouder! Op de vraag «Denkt U eraan om op een dag erkend boekhouder-fiscalist te worden?», antwoordde Ja, 58% Misschien

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN AANVRAAG TOT TOEGANG TOT HET BEKWAAMHEIDSEXAMEN OP BASIS VAN TEN MINSTE ZEVEN JAAR ERVARING MET HET OOG OP DE VERKRIJGING VAN DE HOEDANIGHEID VAN

Nadere informatie

Norm inzake de toepassing van de ISA's in Belgie

Norm inzake de toepassing van de ISA's in Belgie Norm inzake de toepassing van de ISA's in Belgie De Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, Overwegende dat het moderniseren van het norrnatief kader voor de uitvoering van revisorale opdrachten

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 20 januari 2003 betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten Bron

Nadere informatie

1. Standpunt van het IBR

1. Standpunt van het IBR Advies van 5 oktober van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren met betrekking tot de Mededeling van de Europese Commissie over een vereenvoudiging van het ondernemingsklimaat op het gebied van vennootschapsrecht,

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN

Nadere informatie

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Rapportering corporate governance Brussel, 18 november 1999 Mevrouw, Mijnheer, De Commissie voor het Bank en Financiewezen en

Nadere informatie

Protocol gesloten tussen de DAV en het Instituut betreffende het promoten van elektronische facturatie

Protocol gesloten tussen de DAV en het Instituut betreffende het promoten van elektronische facturatie I\'StJIIJTOfS mlrfhll-w'tabus [I PES (GNSEllS FIHAUX ~,m IPCF BIBF ~ IBR - IRE Tussen Protocol gesloten tussen de DAV en het Instituut betreffende het promoten van elektronische facturatie Enerzijds, de

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN 1. Inleiding Op 9 april 2014 maakte de Europese Commissie aan het Europees Parlement een voorstel van richtlijn over

Nadere informatie

Het gesproken woord geldt

Het gesproken woord geldt Het gesproken woord geldt MVdV 117 Toespraak van minister-president Yves Leterme op Netwerk-Event voor het vrije beroep op woensdag 15 juni 2005 te Roeselare (Beveren) Vooreerst wens ik de zaakvoerders

Nadere informatie

Word jij de accountant van morgen? Michèle Van Maele

Word jij de accountant van morgen? Michèle Van Maele Word jij de accountant van morgen? Michèle Van Maele 1 Inhoud 1) Accountant Wat doen we? Kenmerken Voordelen Evolutie - uitdagingen 2) Hoe accountant worden? 2 Wat doet een accountant? 1) In een kantoor

Nadere informatie

ADVIES. 24 april 2019

ADVIES. 24 april 2019 ADVIES Voorontwerp van ordonnantie betreffende de invoering van een impactanalyse van het gewestelijke beleid op kleine, middelgrote en micro-ondernemingen («KMO-test») 24 april 2019 Economische en Sociale

Nadere informatie

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging;

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging; Ontwerp van norm inzake de toepassing van de nieuwe en herziene Internationale controlestandaarden (ISA s) in België en tot vervanging van de norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s

Nadere informatie

Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR)

Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR) Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR) Openbare terechtzitting van 14 maart 2013 In de zaak 424/11/( )/N De Raad

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N KMO beleid - BVBA Starter A04 Brussel, 22.10.2009 MH/MG/JDH ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over EEN WETSONTWERP TOT WIJZIGING VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EUROPA - ADR A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/SL/AS A D V I E S over DE RAADPLEGING VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING

Nadere informatie

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions Norm met betrekking tot de contractuele controle van KMO s en kleine (i)vzw s en stichtingen en de gedeelde wettelijk voorbehouden opdrachten bij KMO s en kleine (i)vzw s en stichtingen In België geldt

Nadere informatie

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN AANVRAAG TOT TOEGANG TOT HET BEKWAAMHEIDSEXAMEN OP BASIS VAN TEN MINSTE ZEVEN JAAR ERVARING MET HET OOG OP DE VERKRIJGING VAN DE HOEDANIGHEID VAN

Nadere informatie

Inleiding tot de norm kwaliteitstoetsing. Vorming toetsers 2013 André Bert Voorzitter Commissie kwaliteitstoetsing

Inleiding tot de norm kwaliteitstoetsing. Vorming toetsers 2013 André Bert Voorzitter Commissie kwaliteitstoetsing Inleiding tot de norm kwaliteitstoetsing Vorming toetsers 2013 André Bert Voorzitter Commissie kwaliteitstoetsing 2 Inleiding tot de norm kwaliteitstoetsing Waarom kwaliteitstoetsing? Wettelijke basis

Nadere informatie

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven'

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' 1 Toezicht op bestuur Op 31 mei 2011 is het wetsvoorstel bestuur en toezicht (het "Wetsvoorstel")

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN (I.A.B.)

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN (I.A.B.) INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN (I.A.B.) Instituut opgericht bij wetten van 21 februari 1985 en van 22 april 1999 Belgisch Staatsblad van 28 februari 1985 en 11 mei 1999 Zetel:

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Reclame en marketing: een gemeenschappelijk kader voor beroepsbeoefenaars

Reclame en marketing: een gemeenschappelijk kader voor beroepsbeoefenaars Reclame en marketing: een gemeenschappelijk kader voor beroepsbeoefenaars van de drie Instituten De reclame, het promoten van de diensten, de marketing, oftewel de communicatie vormt het verlengstuk van

Nadere informatie

NORM VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN VOORPERMANENTEVORMING

NORM VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN VOORPERMANENTEVORMING NORM VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN VOORPERMANENTEVORMING Woord vooraf Gezien de inwerkingtreding op 31 augustus 2007 van de wet van 22juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de

Nadere informatie

Informatiesessie Session d information Organisatie van bedrijfsrevisorenkantoren L organisation des cabinets de révision

Informatiesessie Session d information Organisatie van bedrijfsrevisorenkantoren L organisation des cabinets de révision Informatiesessie Session d information Organisatie van bedrijfsrevisorenkantoren L organisation des cabinets de révision 25.09.2008 Informatiesessie Session d information Organisatie van bedrijfsrevisorenkantoren

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant De Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen biedt de houders van een diploma opgenomen

Nadere informatie

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001 Vlaamse Regering Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Koolstraat 35, 1000 BRUSSEL Tel. 02-552 64 00 - Fax. 02-552 64 01 E-mail: kabinet.vervotte@vlaanderen.be

Nadere informatie

CRB DEF CCR 10

CRB DEF CCR 10 CRB 2010-0555 DEF Advies betreffende de Consultation Paper van de Europese Commissie over de toepassing van de internationale financiële rapporteringsstandaarden (IAS/IFRS) voor de kleine en middelgrote

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten. ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORdEN

Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten. ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORdEN Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORdEN DE BEROEPSACTIVITEITEN De 2 beroepsperspectieven Fiscaliteit Boekhouder-fiscalist

Nadere informatie

PCB SA Carlistraat Brussel Ondernemingsnummer

PCB SA Carlistraat Brussel Ondernemingsnummer PCB SA Carlistraat 17-19 1140 Brussel Ondernemingsnummer 0403 085 181 VERSLAG VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 17 MEI 2006 GEHOUDEN OP DE MAATSCHAPPELIJKE ZETEL VAN DE VENNOOTSCHAP PCB OM 15 UUR

Nadere informatie

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant De Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen biedt de houders van een diploma opgenomen

Nadere informatie

Het beroep van bedrijfsrevisor

Het beroep van bedrijfsrevisor Het beroep van bedrijfsrevisor Update : 31/01/2009 Het beroep van bedrijfsrevisor Bevoorrechte partner van alle actoren van het bedrijfsleven: - Ondernemingen - Openbare en private instellingen, non-profitsector

Nadere informatie

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam Europese Vereniging voor het Bank- en Financieel Recht Belgium, verkort : E.V.B.F.R.-Belgium, internationale vereniging AEDBF-EVBFR B E U M Identificatienummer : 14916/91 Gecoördineerde statuten per 12

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.489 ------------------------------- Zitting van maandag 19 juli 2004 -----------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.489 ------------------------------- Zitting van maandag 19 juli 2004 ----------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.489 ------------------------------- Zitting van maandag 19 juli 2004 ----------------------------------------- Fondsen voor bestaanszekerheid - neerlegging van jaarrekeningen, jaarverslagen

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis; Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de federale, gewestelijke en gemeenschapsoverheden voor het coördineren van de gegevensverwerking in het gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen Gelet op artikelen

Nadere informatie

Profielschets Raad van Commissarissen

Profielschets Raad van Commissarissen Profielschets Raad van Commissarissen Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 18 maart 2009 en laatstelijk gewijzigd in 2014. 1. Doel profielschets 1.1 Het doel van deze profielschets is om uitgangspunten

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS R0403 UITGIFTE VAN AANDELEN ZONDER VERMELDING VAN NOMINALE WAARDE BENEDEN FRACTIEWAARDE

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS R0403 UITGIFTE VAN AANDELEN ZONDER VERMELDING VAN NOMINALE WAARDE BENEDEN FRACTIEWAARDE VERSLAG VAN DE COMMISSARIS R0403 UITGIFTE VAN AANDELEN ZONDER VERMELDING VAN NOMINALE WAARDE BENEDEN FRACTIEWAARDE IN KADER VAN ARTIKEL 582 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN 4ENERGY INVEST NV GEVESTIGD

Nadere informatie

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van belastingconsulent

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van belastingconsulent Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van belastingconsulent De Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen biedt de houders van een diploma opgenomen

Nadere informatie

Verslag van de gezamenlijke Raadsvergadering IAB-IBR van 13 juni 2005

Verslag van de gezamenlijke Raadsvergadering IAB-IBR van 13 juni 2005 Verslag van de gezamenlijke Raadsvergadering IAB-IBR van 13 juni 2005 ERIC STEGHERS Directeur IAB Sinds enkele jaren komen de Raden van de twee Instituten een keer per jaar samen om de onderwerpen die

Nadere informatie

Waarom wordt bemiddeling niet vaker gebruikt als alternatief om geschillen te beslechten?

Waarom wordt bemiddeling niet vaker gebruikt als alternatief om geschillen te beslechten? DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSAFDELING C: BURGERRECHTEN EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN Waarom wordt bemiddeling niet vaker gebruikt als alternatief om geschillen te beslechten? SAMENVATTING

Nadere informatie

inzicht in uw bedrijf

inzicht in uw bedrijf Niet zomaar cijfers inzicht in uw bedrijf accounting - auditing - consulting Kennis en maatwerk voor uw business Over Baker Tilly Belgium Baker Tilly Belgium is de merknaam van een groep vennootschappen

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

NL 2/ /06/05 11:01 Page 24 B e r o e p

NL 2/ /06/05 11:01 Page 24 B e r o e p Algemene vergadering van 23 april 2005 Voorzitter Gérard DELVAUX opende op 23 april 2005, om 9u30, de negentiende algemene vergadering van het Instituut. Om en bij de 900 leden en verschillende vooraanstaande

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.517 ----------------------------- Zitting van donderdag 16 juni 2005 -------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.517 ----------------------------- Zitting van donderdag 16 juni 2005 ------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.517 ----------------------------- Zitting van donderdag 16 juni 2005 ------------------------------------------- Wetsvoorstel tot oprichting van een Fonds voor de asbestslachtoffers x

Nadere informatie

Hij doet de Regering de adviezen en aanbevelingen geworden die door de Hoge Raad zijn aangenomen.

Hij doet de Regering de adviezen en aanbevelingen geworden die door de Hoge Raad zijn aangenomen. [Koninklijk besluit van 23 juni 1994 tot uitvoering, wat de Hoge Raad voor de economische beroepen betreft, van artikel 54 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen]

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) 12.4.2014 L 109/43 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) (Voor de EER relevante tekst) (2014/208/EU)

Nadere informatie

Studiedag Journée d études

Studiedag Journée d études Studiedag Journée d études Beroepsgeheim en onafhankelijkheid: de deontologie van de bedrijfsrevisor Secret professionnel et indépendance : la déontologie du réviseur d entreprises Isabelle MEUNIER, Bedrijfsrevisor,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT *** Vest. V. Beroepen A04 Brussel, 31.5.2002 BL/LC A D V I E S over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT *** 2 Op 22 februari 2002 werd aan de Ministerraad een voorontwerp van

Nadere informatie

Omzetting van de Auditrichtlijn Normen en beroepsethiek

Omzetting van de Auditrichtlijn Normen en beroepsethiek Omzetting van de Auditrichtlijn Normen en beroepsethiek David Szafran Secretarisgeneraal van het IBR 12.10.2007 Hervorming van het revisoraat Publiek toezicht Controlestandaard Ethische regels 2 1 Europa

Nadere informatie

EuropEEs InstItuut voor onderzoek over de MEdItErranE En Euro-arabIschE samenwerking www.medea.be

EuropEEs InstItuut voor onderzoek over de MEdItErranE En Euro-arabIschE samenwerking www.medea.be Europees Instituut voor Onderzoek over de Mediterrane en Euro-Arabische Samenwerking www.medea.be V O O R S T E L L I N G Voor Europa is de samenwerking met haar naaste buren de Arabische en Mediterrane

Nadere informatie

B I J L A G E I I I HOGE RAAD VOOR

B I J L A G E I I I HOGE RAAD VOOR HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN North Gate III 5 e verdieping Koning Albert II-laan 16-1000 Brussel Tel.02/206.48.71 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be www.cspe-hreb.be De Belgische economische

Nadere informatie

UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS Naamloze vennootschap De Gerlachekaai 20 te 2000 Antwerpen BTW BE 0860 409 202 RPR Antwerpen UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De raad van bestuur heeft de eer de aandeelhouders

Nadere informatie

Interview GÉRAR QUET. respectievelijk voorzitter van het IAB en voorzitter van het BIBF

Interview GÉRAR QUET. respectievelijk voorzitter van het IAB en voorzitter van het BIBF GÉRAR ARD D DELVAUX X EN MARCEL-JEAN PAQUP QUET respectievelijk voorzitter van het IAB en voorzitter van het BIBF Instituten smelten samen tegen februari 2007! IAB: De toenadering tussen het IAB en het

Nadere informatie

BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN

BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN BONDIGE GESCHIEDENIS VAN DE HOGE RAAD VAN FINANCIEN 1. De huidige Hoge Raad van Financiën vindt haar oorsprong in het Koninklijk Besluit van 31 januari 1936 houdende instelling van een hoogen raad van

Nadere informatie

Tax shelter voor startende ondernemingen

Tax shelter voor startende ondernemingen Newsflash Tax shelter voor startende ondernemingen Via de tax shelter wil de Federale overheid natuurlijke personen fiscaal aanmoedigen om risicokapitaal te verschaffen aan startende ondernemingen binnen

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 13 juli A D V I E S Nr. 1.774 ----------------------------- Zitting van woensdag 13 juli 2011 ---------------------------------------------- Gelegenheidswerk in de landbouwsector en de tuinbouwsector Eenparig

Nadere informatie

Interview. Guy Keutgen anticiperen!

Interview. Guy Keutgen anticiperen! Guy Keutgen anticiperen! Onafhankelijkheid : meer dan ooit een absolute noodzaak Guy Keutgen, bestuurdersecretaris-generaal van het VBO, lid van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen en hoogleraar

Nadere informatie

De Minister van Economie heeft de Hoge Raad op 12 maart 2003 een ontwerp

De Minister van Economie heeft de Hoge Raad op 12 maart 2003 een ontwerp HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN North Gate III 5 e verdieping Koning Albert II-laan 16-1000 Brussel Tel.02/206.48.71 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be www.cspe-hreb.be Advies van 2 april

Nadere informatie

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp

Nadere informatie

Bijkomende dienstverlening van de bedrijfsrevisor

Bijkomende dienstverlening van de bedrijfsrevisor Bijkomende dienstverlening van de bedrijfsrevisor Bijzondere wettelijke opdrachten Waarderen van ondernemingen Deskundigenonderzoek www.bakertillybelgium.be Wat kan Baker Tilly Belgium voor u betekenen?

Nadere informatie

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010.

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010. ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010 inzake het ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/142 BERAADSLAGING NR 11/092 VAN 6 DECEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE ONDERLINGE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, 11.10.2005 MH/BL/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT WIJZIGING VAN ARTIKEL 4, 1 VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 SEPTEMBER 1993 TOT BESCHERMING VAN

Nadere informatie

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 De boekhoudkundige ruling Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 1 Audio = kanaal: 1 I. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) 3 De CBN - 1/3 1. De CBN is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid

Nadere informatie

De waarheid over de notionele intrestaftrek

De waarheid over de notionele intrestaftrek De waarheid over de notionele intrestaftrek Februari 2008 Wat is de notionele intrestaftrek? Notionele intrestaftrek, een moeilijke term voor een eenvoudig principe. Vennootschappen kunnen een bepaald

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export Koninklijk besluit houdende de versterking van de doeltreffendheid

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk: Ons kenmerk: Bijlage: III.21/721.40.067/358/06 model-document Contactpersoon : E-mail: Tel.: Fax: Frank VERDUYN Call Center

Uw brief van Uw kenmerk: Ons kenmerk: Bijlage: III.21/721.40.067/358/06 model-document Contactpersoon : E-mail: Tel.: Fax: Frank VERDUYN Call Center vda Brussel Burgemeesters Provinciegouverneurs Instellingen en Bevolking Bevolking Arrondissementscommissarissen Uw brief van Uw kenmerk: Ons kenmerk: Bijlage: III.21/721.40.067/358/06 model-document Contactpersoon

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM )

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM ) INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM ) Artikel 1 - Comité Krachtens artikel 3bis, 17 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale

Nadere informatie

Checklist: Diagnose van de onderneming

Checklist: Diagnose van de onderneming 1 Checklist: Diagnose van de onderneming Naast de balans en de resultatenrekening geeft de diagnose een dynamisch beeld van de onderneming aan de hand van een reeks oprechte antwoorden op relevante vragen.

Nadere informatie

Na 3 dagen... de aangifte vennootschapsbelasting de baas!

Na 3 dagen... de aangifte vennootschapsbelasting de baas! Grondige opleiding vennootschapsbelasting Date: 2009-11-26 Na 3 dagen... de aangifte vennootschapsbelasting de baas! Deze opleiding is een stappenplan naar een praktische kennis van de regels van de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Het waarom en het hoe van de synergie tussen de externe accountant en de financiële instelling

Het waarom en het hoe van de synergie tussen de externe accountant en de financiële instelling Het waarom en het hoe van de synergie tussen de externe accountant en de financiële instelling GÉRARD DELVAUX Voorzitter IAB In deze bijdrage maakt onze Voorzitter een uiterst praktische bedenking over

Nadere informatie

1. Verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens.

1. Verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens. Privacybeleid DB-accountancy bvba / Bouckaert Dominique Inleiding Als accountantskantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens

Nadere informatie

DE BOEKHOUDER-FISCALIST BIBF: UW PARTNER VOOR EEN GESLAAGD PROJECT! Door Leen SNELS, Erkende boekhouder-fiscalist en lid Nationale Raad BIBF

DE BOEKHOUDER-FISCALIST BIBF: UW PARTNER VOOR EEN GESLAAGD PROJECT! Door Leen SNELS, Erkende boekhouder-fiscalist en lid Nationale Raad BIBF : UW PARTNER VOOR EEN GESLAAGD PROJECT! Door Leen SNELS, Erkende boekhouder-fiscalist en lid Nationale Raad BIBF A. De bevoorrechte raadgever en partner van de zelfstandige ondernemer, de bedrijfsleider

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 14 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 14 juli A D V I E S Nr. 1.954 ------------------------------- Zitting van dinsdag 14 juli 2015 ---------------------------------------- Risicogroepen Wijziging van het koninklijk besluit van 26 november 2013 tot

Nadere informatie