Nota van beantwoording zienswijze bestemmingsplan Noorderkwartier

Transcriptie

1 Nota van beantwoording zienswijze bestemmingsplan Noorderkwartier

2 Gemeente Amsterdam Pagina 2 van 8 Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 19 december 2015 tot en met 29 januari 2016 voor een ieder ter inzage gelegen. Van de mogelijkheid om mondeling een zienswijze kenbaar te maken is geen gebruik gemaakt. Er is één schriftelijke zienswijze ontvangen. Formele aspecten De zienswijze is tijdig ingekomen en aan de gemeenteraad gericht. De adressante kan dan ook in haar bezwaren, zoals verwoord in haar zienswijze, worden ontvangen. Inleiding De gemeenteraad heeft op 22 september 2004 het door de toenmalige stadsdeelraad Noord genomen Projectbesluit CAN bekrachtigd. Met dit projectbesluit is de weg geopend naar invulling van het Noorderkwartier met woningbouw. Het Projectbesluit, waarin de algemene ruimtelijke uitgangspunten voor het projectgebied zijn opgenomen, wordt uitgewerkt in zogenoemde Investeringsbesluiten. Voor het Noorderkwartier is op 16 en 17 december 2015 het investeringsbesluit genomen. Met Centrum Amsterdam Noord CZAN (een samenwerkingsverband van AM, Blauwhoed, Vesteda en Stadgenoot) is op 17 april 2005 door de gemeente een Kaderovereenkomst gesloten voor het gefaseerd realiseren van een groot aantal woningen in Amsterdam Noord. Eén van de deelgebieden is het Noorderkwartier. De overeenkomst behelst de realisering van woningbouw voor het deelgebied Noorderkwartier, óók in het oostelijk deel aan de noordzijde van de Van Heekweg. De ontwikkelingen in Noorderkwartier maken deel uit van het Stedenbouwkundig Plan Centrum Amsterdam Noord (CAN). Het Noorderkwartier wordt een nieuwe woonbuurt in Elzenhagen Noord. Het Noorderkwartier vormt het sluitstuk van circa 10 jaar woningbouwontwikkeling in dit deel van het Centrum gebied Amsterdam Noord (CAN). Lang nadat het projectbesluit met de aanwijzing van het gebied tot woningbouwlocatie (en nadat de kaderovereenkomst met CZAN over woningbouw ter plekke was gesloten), is in de Structuurvisie een deel van het plangebied opgenomen als onderdeel van de Hoofdgroenstructuur. Daarmee is geen recht gedaan aan het eerdere besluit tot aanwijzing van het gebied voor woningbouw. Het besluit uit 2004 had consequenties moeten hebben voor het opnemen van het noordoostelijk deel van het plangebied in de hoofdgroenstructuur. Niettemin is er reden voor burgemeester en wethouders tot heroverweging van de bebouwing van het noordoostelijke deel van het plangebied. Het bestemmingsplan Noorderkwartier vormt de basis voor de realisering van ongeveer 225 woningen in de zelfbouwsector en in co-creatie. In deze Nota van beantwoording reageren burgemeester en wethouders op de ontvangen zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan. De beantwoording van de zienswijze vormt een verdere verantwoording van de keuze die is gemaakt voor de uitgangspunten voor en de uitwerking daarvan in het bestemmingsplan.

3 Gemeente Amsterdam Pagina 3 van 8 De zienswijze inhoudelijk 1. Bezwaar tegen de invulling van het noordoostelijk deel van het plangebied met woningen De adressante richt haar bezwaren op de invulling van het noordoostelijk deel van het plangebied, daar waar de negen vrijstaande woningen zijn geprojecteerd. De adressante geeft een beschrijving van het betrokken deel van het plangebied en constateert dat het plan voor de invulling met de negen woningen is gebaseerd op het Stedenbouwkundig Plan CAN. 2. Strijd met Hoofdgroenstructuur De adressante constateert echter ook dat het plan voor de negen woningen in strijd is met de Hoofdgroenstructuur, zoals die is vastgelegd in de nota Structuurvisie Amsterdam 2040 en zoals die is verwoord in de nota Ecologische Visie van Dat het Noorderkwartier Oost deel uitmaakt van de hoofdgroenstructuur is diverse malen in gemeenteraadsbesluiten bevestigd. 3. Geen juist advies TAC De adressante wijst erop dat de toetsing door de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur (TAC) niet anders heeft uitgewezen, dan dat er inderdaad strijd is met de Hoofdgroenstructuur. Dat de TAC het gemeenteraadsbesluit van 2007, waarbij is ingestemd met woningbouw in het plangebied, respecteert, zegt volgens de adressante niets. De adressante stelt dat dit besluit geen technisch advies is, waartoe de TAC zich dient te beperken. Daarnaast is het besluit van 2007 niet bijgevoegd en dus inhoudelijk niet te beoordelen. Bovendien is in het bestemmingsplan verzuimd een afweging van argumenten voor te leggen, waardoor er sprake is van een motiveringsgebrek. 4. Ladder voor duurzame verstedelijking De adressante stelt verder dat niet is voldaan aan de ladder voor duurzame verstedelijking en dat ook daarom een motiveringsgebrek aan het bestemmingsplan kleeft. 5. Agenda Groen De adressante merkt op dat er is verzuimd de Agenda Groen in het ontwerpbestemmingsplan als ruimtelijk referentiekader op te nemen. 6. De adressante komt tot de slotsom dat het ontwerpbestemmingsplan ernstige gebreken vertoont: de nota Ecologische Visie en de Agenda Groen ontbreken als ruimtelijke referentiekaders. Er is sprake van een motiveringsgebrek voor wat betreft de inbreuk op de Hoofdgroenstructuur en voor wat betreft de ladder voor duurzame verstedelijking. Er is verzuimd de noodzaak van groencompensatie te melden. De geprojecteerde woningen en de geprojecteerde weg zijn in strijd met de Hoofdgroenstructuur. De adressante stelt dat het aanbeveling verdient om de mogelijkheid te bezien van een postzegelpark. Beantwoording Algemeen Burgemeester en wethouders merken in de eerste plaats op, dat in diverse ook door de adressante aangehaalde stukken ten onrechte is gesproken over een raadsbesluit van 2007, waarbij de gemeenteraad zou hebben uitgesproken dat de betrokken locatie voor woningbouw is

4 Gemeente Amsterdam Pagina 4 van 8 aangewezen. Dit raadsbesluit is er niet. Per abuis is niet steeds het Projectbesluit én het Stedenbouwkundig plan (masterplan) Centrum Amsterdam Noord uit 2004 aangehaald. Ad 1. Bezwaar tegen de invulling van het noordoostelijk deel van het plangebied met woningen Zoals in de inleiding al is aangegeven, is met de besluiten uit 2004 bepaald dat het Noorderkwartier wordt bebouwd. In een enkele zin samengevat behelst het masterplan de omzetting van het gebied naar een hoogwaardig, duurzaam en leefbaar centrum met ruimte voor winkels, voorzieningen en woonmilieus. In het Noorderkwartier, in het westen begrensd door de IJdoornlaan, de Elzenhagensingel, het talud van de A10 en de Nieuwe Leeuwarderweg, in het oosten door de Nieuwe Leeuwarderweg, het Buikslotermeerpark, het Amerbos en de Van Heekweg, is ruimte gereserveerd voor woningen. Er bestaat dan ook geen twijfel over de bestuurlijke achtergrond van de woningbouwplannen. Toch heeft het bezwaar van de adressante aanleiding gegeven tot heroverweging van het bebouwen van de betrokken locatie. Weliswaar maken de negen geprojecteerde woningen deel uit van het totaal aantal te realiseren woningen in het Noorderkwartier, het aantal van negen vrijstaande woningen als enclave in het groene deel ten oosten van de Nieuwe Leeuwarderweg levert geen onmisbare bijdrage aan de woningbouwproductie in het plangebied. De negen woningen maken inderdaad inbreuk op het groene karakter van het oostelijk deel van het plangebied en liggen uit oogpunt van geluidshinder niet gunstig. Eerder waren de plannen voor de bouw van woningen in dit deel van het plangebied al bijgesteld en het belang van het behoud van groen in het plangebied in het algemeen en op de betrokken locatie in het bijzonder weegt zwaar. Beoordeling van onderdeel 1 van de zienswijze door burgemeester en wethouders De bebouwing van het noordoostelijk deel van het plangebied was al in 2004 voorzien en gebaseerd op besluiten uit dat jaar over het Noorderkwartier. Heroverweging van die besluiten, voor zover het betreft het bebouwen van het noordoostelijk deel van het plangebied, geven burgemeester en wethouders aanleiding voor te stellen het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Ad 2. Hoofdgroenstructuur Adressante constateert dat de betrokken locatie is gelegen in de Hoofdgroenstructuur (HGS). Die Hoofdgroenstructuur is opgenomen in de structuurvisie Amsterdam Bouwen in de Hoofdgroenstructuur is in beginsel niet toegestaan. Afwijken van de inhoud van de Structuurvisie is in concrete gevallen mogelijk. Natuurlijk moet die afwijking worden gemotiveerd en moeten de betrokken belangen worden gewogen. Afwijken van de Hoofdgroenstructuur kan dus ook. Ook dan moet dit natuurlijk worden gemotiveerd, met afweging van de betrokken belangen. De motivering voor het afwijken van de inhoud van de Structuurvisie was al gelegen in het projectbesluit en het masterplan en is nog eens herhaald in het ontwerpbestemmingsplan Noorderkwartier. In de plantoelichting is uitdrukkelijk aangegeven dat woningbouw op de betrokken locatie mogelijk wordt en dat het bestemmingsplan voorziet in een robuuste, kwalitatieve groenstructuur. Met een groen talud, een recreatieve verbinding met groen en een ecologisch ingerichte oever, met het aangelegde helofytenveld, met de aan te leggen watergang, met de mogelijkheid van een natuurvriendelijke inrichting van de oever naar dit helofytenveld, met het handhaven van de bestaande sloot met knotwilgen, met de bestaande ecologische passage evenwijdig aan de Van Heekweg, enz.

5 Gemeente Amsterdam Pagina 5 van 8 Voorts worden in het plangebied ruim meer nieuwe bomen geplant bij de maaiveldinirichting, dan er nu zijn gekapt en straks mogelijk nog worden gekapt. Er wordt dus hoe dan ook voldaan aan de herplantplicht en ook dat draagt bij aan een stevige groene structuur in het plangebied. Hoewel het ontwerpbestemmingsplan dus al voorzag in een stevige groenstructuur lijkt de behoefte aan het behoud van ook het groene noordoostelijke deel van het plangebied en daarmee ook het behoud van (de mogelijkheid van) speelvoorzieningen zeer sterk bij de adressante aanwezig. Met het achterwege laten van woningbouw ter plekke wordt de groenstructuur verder versterkt. Bij de weging van het belang van het doorzetten van het bebouwen van het betrokken groen met een gering aantal woningen, gerelateerd aan het totaal aantal te realiseren woningen in het plangebied, en het belang van het behoud van het betrokken groen voor de Hoofdgroenstructuur, kennen burgemeester en wethouders nu een groter belang toe aan het behoud van het groen. Met inachtneming van de resultaten van het overleg met de ontwikkelaar en de heroverweging van de inbreuk op de Hoofdgroenstructuur besluiten burgemeester en wethouders voor te stellen het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Dit laat onverlet dat, anders dan de adressante stelt, in de plantoelichting zeker aandacht is besteed aan groencompensatie: daar waar groen verloren zou gaan door de bouw van de negen woningen, wordt dit verlies aan groen gecompenseerd en aan de HGS toegevoegd in het westelijk deel van het plangebied. In het westelijk deel van Noorderkwartier wordt de groene inrichting van het H. Stolleplantsoen verlengd tot de Nieuwe Leeuwarderweg en in alle straten is ruimte opgenomen voor bomen. Mede door deze toevoeging van groen wordt de groenstructuur van het plangebied extra versterkt. Beoordeling van onderdeel 2 van de zienswijze door burgemeester en wethouders De HGS staat de bouw van de negen geprojecteerde woningen niet toe. Gemotiveerd afwijken van de regels van de HGS is weliswaar mogelijk, maar er zal van die mogelijkheid geen gebruik worden gemaakt. Burgemeester en wethouders stellen dan ook voor het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. De aard en de strekking van de bezwaren van de adressante tegen de woningbouw in de HSG, zoals deze zijn verwoord in de onderdelen 1 en 2 van haar zienswijze geven burgemeester en wethouders aanleiding voor te stellen het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Het college stelt voor de bezwaren van de adressante in de onderdelen 1 en 2 gegrond te verklaren. Ad 3. TAC advies De adressante meent dat de Technische adviescommissie zich niet heeft gehouden aan haar taak. Burgemeester en wethouders delen die mening niet. De TAC heeft volgens de Verordening op de Technische Advies Commissie Hoofdgroenstructuur tot taak (voor zover hier van belang) advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders over de inpasbaarheid van initiatieven in de Hoofdgroenstructuur van de gemeente Amsterdam. Dat is precies wat de TAC heeft gedaan: zie zowel het preadvies van 22 augustus 2012, als het uiteindelijke advies van 15 januari De TAC moet wel constateren dat woningbouw niet in overeenstemming is met de HGS. En de TAC kan het raadsbesluit uit 2004 waarin de locatie is bestemd voor woningbouw niet negeren. De

6 Gemeente Amsterdam Pagina 6 van 8 Structuurvisie waarin de betrokken locatie in de HGS is opgenomen, is later, immers in 2011, vastgesteld dan de aanwijzing van de locatie voor woningbouw. In het kader van dit bestemmingsplan heeft de TAC geadviseerd over het bestemmingsplan. Het masterplan is als basis voor het bestemmingsplan richting gevend. Anders dan wat de adressante opmerkt, is de inbreuk op de Hoofdgroenstructuur, naast het noodzakelijke advies van de TAC, uitgebreid gemotiveerd in de plantoelichting. Bij de weging van de betrokken belangen, het belang van het behoud van de groenstructuur en het belang van de realisering van woningen ter plaatse, was in het ontwerpbestemmingsplan aan het belang van woningbouw ter plaatse een groter gewicht toegekend dan aan het belang van het behoud van de hoofdgroenstructuur. Inmiddels valt die belangenafweging anders uit. Dit neemt niet weg dat aan het bestemmingsplan geen motiveringsgebrek kleeft Ook procedureel is er geen sprake van handelen in strijd met de regels van de Hoofdgroenstructuur. Plannen in de HGS moeten afzonderlijk aan de TAC om advies worden voorgelegd, hetgeen is gebeurd. Het advies van de TAC moet aan een plan worden toegevoegd voorafgaand aan het vooroverleg ex art Besluit ruimtelijke ordening, zodat het college van burgemeester en wethouders dit advies bij zijn overwegingen kan betrekken, hetgeen eveneens is gebeurd. Beoordeling van onderdeel 3 van de zienswijze door burgemeester en wethouders Anders dan de adressante meent, is er geen sprake is van onjuiste adviezen van de TAC of van een onjuiste uitvoeren van haar taken door de TAC. De aarde en de strekking van de bezwaren van de adressante tegen de wijze van adviseren door de TAC, zoals deze zijn verwoord in onderdeel 3 van haar zienswijze geven burgemeester en wethouders geen aanleiding voor te stellen het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Het college stelt voor de bezwaren van de adressante in onderdeel 3 ongegrond te verklaren. Ad 4. Ladder voor duurzame verstedelijking De stelling dat het ontwerpbestemmingsplan onzorgvuldig is voorbereid en niet goed is getoetst aan de ladder voor duurzame verstedelijking berust op een onjuiste interpretatie van de ladder. Hoewel in de plantoelichting aan de ladder een paragraaf is gewijd, merken burgemeester en wethouders ter aanvulling het volgende op. Er is geenszins sprake van het ontkennen van een nieuwe stedelijke ontwikkeling, zoals de adressante meent. Bij ruimtelijke plannen als het bestemmingsplan, die voorzien in bijvoorbeeld woningbouw, moet worden beoordeeld of in de ruimtebehoefte van die woningbouw binnen de regio al is voorzien. Die beoordeling heeft plaats gehad, zoals uit de plantoelichting blijkt. De eerste trede van de ladder maakt dat de planwetgever moet beoordelen of er concreet behoefte bestaat aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling, zoals in dit geval de woningbouwplannen voor het Noorderkwartier. Of de behoefte actueel is, wordt mede bepaald aan de hand van de vraag of al elders in de regio een stedelijke ontwikkeling plaatsvindt of is gepland, die in die behoefte kan voorzien. De regionale ruimtevraag kan immers al (deels) worden gedekt door andere initiatieven in de regio, zoals geplande woningbouwlocaties of binnen stedelijke herstructurering. Het is geen punt van discussie dat er behoefte is aan woningen in de regio Amsterdam. Zoals het buiten kijf is, dat de ontwikkeling van de woningbouw in het Noorderkwartier deel uitmaakt van de ontwikkeling van Centrum Amsterdam Noord en deel uitmaakt van de ontwikkeling binnen

7 Gemeente Amsterdam Pagina 7 van 8 bestaand gebied. Zoals in de toelichting wordt gememoreerd, draagt het bestemmingsplan met deze woningbouwontwikkeling bij aan de woningbouwproductie die wordt nagestreefd in de Amsterdamse regio. Nu hiermee aan de eerste trede van de ladder is getoetst, komt de tweede trede aanbod. De tweede trede vraagt de beoordeling of de voorgenomen stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied in de betreffende regio kan worden gerealiseerd (door middel van herstructurering, transformatie of anderszins). De ruimtevraag moet dus bij voorkeur worden opgevangen in het bestaand stedelijk gebied. Ook aan deze tweede trede is daadwerkelijk getoetst: er is sprake van het invullen van bestaand stedelijk gebied. De derde trede bepaalt wat de volgende stap is, indien de beoogde stedelijke ontwikkeling binnen het bestaande gebied in de regio niet mogelijk is. Aan toetsing aan deze derde trede komen we in het geval van het Noorderkwartier niet toe, zoals hiervoor is gebleken. Beoordeling van onderdeel 4 van de zienswijze door burgemeester en wethouders In tegenstelling tot wat de adressante opmerkt, is er geen sprake van een motiveringsgebrek bij het mogelijk maken van woningbouw in de noordoosthoek van het plangebied in het bijzonder en in het plangebied in het algemeen. De bezwaren van de adressante zijn voor burgemeester en wethouders geen reden tot het voorstellen van een planaanpassing op dit punt. De aard en de strekking van de bezwaren van de adressante, zoals deze zijn verwoord in onderdeel 4 van haar zienswijze geven burgemeester en wethouders geen aanleiding voor te stellen het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Het college stelt dan ook voor de bezwaren van de adressante in onderdeel 4 ongegrond te verklaren. Ad 5. Agenda groen Het groenbeleid van Amsterdam is vastgelegd in de Structuurvisie Amsterdam De Agenda Groen zet de koers uit voor investeringen in het groen tussen 2015 en 2018 en geeft daarmee richting aan initiatieven. De prioriteit wordt daarbij de komende jaren gelegd op vier thema s: stadsparken, klimaat en biodiversiteit, groen in de buurt en verbindingen en toegankelijkheid. De Agenda Groen is dus een uitvoeringsprogramma en geen beleidsstuk zoals de Structuurvisie. De Agenda Groen speelt geen rol bij de keuzes die in het bestemmingsplan worden gemaakt voor de verschillende bestemmingen en bijvoorbeeld voor het wel of niet bebouwen van delen van het plangebied. Daar waar het bestemmingsplan delen van het plangebied heeft bestemd tot Groen, geeft het bestemmingsplan slechts aan hoe deze gronden mogen worden gebruikt. Het bestemmingsplan geeft geen regels over de inrichting van dit groen. Daar is het bestemmingsplan niet het geëigende instrument voor. Het bestemmingsplan geeft ook geen regels over de inrichting van de openbare ruimte. Ook daar is het bestemmingsplan niet het geëigende instrument voor. Is in het bestemmingsplan gekozen voor openbaar groen, dan kan bij de inrichting daarvan de Agenda Groen wel een rol spelen. Bij het opstellen van het bestemmingsplan niet. Beoordeling van onderdeel 5 van de zienswijze door burgemeester en wethouders In tegenstelling tot wat de adressante opmerkt, is er geen sprake van een motiveringsgebrek door het niet opnemen van de Agenda Groen in het plan. De bezwaren van de adressante zijn voor burgemeester en wethouders geen reden om voor te stellen het plan aan te passen en alsnog de Agenda Groen op te nemen in het bestemmingsplan.

8 Gemeente Amsterdam Pagina 8 van 8 De aard en de strekking van de bezwaren van de adressante, zoals deze zijn verwoord in onderdeel 5 van haar zienswijze geven burgemeester en wethouders geen aanleiding voor te stellen het bestemmingsplan op dit punt aan te passen. Het college stelt dan ook voor de bezwaren van de adressante in onderdeel 5 ongegrond te verklaren. Ad 6. De adressante komt tot de slotsom dat het bestemmingsplan ernstige (motiverings)gebreken vertoont. Burgemeester en wethouders onderschrijven deze conclusie niet en hebben hiervoor al aangegeven waarom niet. Wat betreft het ontbreken van de Ecologische Visie als referentiekader merkt het college het volgende op. De Visie is een uitwerking en onderdeel van de Structuurvisie. Het doel van de visie is verbetering van de biodiversiteit. Voor een deel zijn de gebieden en verbindingszones die in de Visie zijn aangegeven al onderdeel van de bestaande Provinciale Ecologische Structuur, zoals in 2010 vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PVRS) en de Hoofdgroenstructuur in de Structuurvisie Amsterdam In de structuurvisie is een voorstel voor een ecologische structuur voor Amsterdam opgenomen, ter versterking van en aanvulling op de provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS). Hoewel aan de Ecologische Visie niet apart aandacht is besteed in de plantoelichting, is in hoofdstuk 3 van de toelichting, dat handelt over het Beleidskader, getoetst aan zowel de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie, als aan de Structuurvisie Amsterdam Los hiervan blijkt uit de plantoelichting dat veel aandacht wordt gegeven aan de groenstructuur, inclusief ecologie in het plangebied. Beoordeling van onderdeel 6 van de zienswijze door burgemeester en wethouders In tegenstelling tot wat de adressante stelt, is er geen sprake van een motiveringsgebrek bij het opstellen van het bestemmingsplan. Niet bij mogelijk maken van woningbouw in de noordoosthoek van het plangebied, ook al valt de belangafweging op dit punt nu anders uit, niet bij de toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking en ook niet bij het ontbreken van uitdrukkelijke vermelding van de Agenda Groen en van de Ecologische Visie in de plantoelichting. De aard en de strekking van de bezwaren van de adressante, zoals deze zijn verwoord in de onderdelen 1 en 2 hebben burgemeester en wethouders aanleiding gegeven voor te stellen het bestemmingsplan aan te passen. De aard en de strekking van de overige bezwaren van de adressante zoals deze zijn verwoord in de onderdelen 3 tot en met 6 zijn voor burgemeester en wethouders geen aanleiding voor te stellen het bestemmingsplan aan te passen Burgemeester en wethouders stellen voor de bezwaren van de adressante in de onderdelen 1 en 2 gegrond en de bezwaren in de onderdelen 3 tot en met 6 ongegrond te verklaren.