Eerste voortgangsverslag over cohesie (Januari 2002) Europa eenheid, solidariteit, verscheidenheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eerste voortgangsverslag over cohesie (Januari 2002) Europa eenheid, solidariteit, verscheidenheid"

Transcriptie

1 nl EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI Eerste voortgangsverslag over cohesie (Januari 2002) Europa eenheid, solidariteit, verscheidenheid

2 2 EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI 2002 Voorwoord Met de publicatie van het Tweede Cohesieverslag, nu een jaar geleden, wilde de Europese Commissie een brede discussie over het cohesiebeleid van de Europese Unie na 2006 op gang brengen. Er moest zo snel mogelijk met deze discussie een begin worden gemaakt, omdat de veranderingen die de uitbreiding met zich meebrengt, een fundamentele heroverweging van dit beleid noodzakelijk maken. Dit voortgangsverslag, dat de Commissie op 30 januari 2002 heeft goedgekeurd, inventariseert de regionale verschillen in de Unie na de uitbreiding en vermeldt daarbij de jongste statistische gegevens. Het trekt tevens lering uit de discussies die het gehele jaar 2001 in Europa zijn gevoerd. De statistische analyse bevestigt de opmerkingen in het tweede verslag over de economische en sociale cohesie en met name de aanzienlijke toename van de verschillen die de uitbreiding van de Unie tot bijna dertig lidstaten met zich meebrengt. Tevens bevestigt zij dat andere structurele en sociaaleconomische problemen zijn blijven bestaan, niet alleen in de regio s van de kandidaat-landen, maar ook in de huidige lidstaten. De discussies van vorig jaar zijn tegen die achtergrond gevoerd. De deelnemers daaraan hebben erkend, dat de inspanningen op communautair niveau ter bevordering van de solidariteit en de cohesie, belangrijker zijn dan ooit. Het gaat er echter om, vast te stellen welke acties nauwkeurig op de onderkende problemen kunnen worden gericht en ze vervolgens eenvoudig en gedecentraliseerd uit te voeren. De Commissie is van plan, bij de presentatie van haar derde verslag over de economische en sociale cohesie in 2003 uitgebreid op deze uitdagingen te reageren en op dat moment zal zij concrete voorstellen voor de periode na 2006 doen. De discussie die in de loop van het vorige jaar heeft plaatsgevonden, maakt het mogelijk bepaalde punten echter nu al te vergelijken. In de eerste plaats is het zo, dat wanneer het zwaartepunt van het cohesiebeleid zich in oostelijke richting verplaatst, de armste regio s van de huidige lidstaten niet plotseling met een onmiddellijke onderbreking van de Europese financiële ondersteuning kunnen worden geconfronteerd, terwijl de toename van hun relatieve welvaart uitsluitend aan de komst van nieuwe staten te danken zou zijn. Het wordt in de tweede plaats overigens steeds belangrijker op coherente wijze het totaal van de economische, sociale en geografische problemen waarvoor de Unie zich geplaatst ziet, aan te pakken om des te beter toekomstige communautaire maatregelen voor het gehele Europese grondgebied te ontwikkelen. Vervolgens moet in de nieuwe Europese programma s nog meer nadruk worden gelegd op de meerwaarde van de Europese maatregelen in vergelijking met zuiver nationale beleidsmaatregelen. Tenslotte heeft men er tijdens de debatten meermaals op aangedrongen, het beheer van de Europese programma s te vereenvoudigen, met handhaving van de beginselen van verantwoordelijkheid, doeltreffendheid en goed financieel beheer. De debatten en discussies van vorig jaar laten nog eens zien, wat de werkelijke zin van het Europees cohesiebeleid is: de communautaire burgers en regio s in de gelegenheid te stellen samen te werken, denkbeelden uit te wisselen, de economische, sociale en culturele mogelijkheden van de regio s te benutten en aldus op concrete wijze uitdrukking te geven aan de politieke solidariteit die de lidstaten van de Unie onderling verbindt. Michel Barnier Europees Commissaris voor regionaal beleid

3 SAMENVATTING EN VOLGENDE STAPPEN JANUARI Samenvatting en volgende stappen De Commissie heeft in de vergadering van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2001 nota genomen van de punten van zorg die door de lidstaten en de kandidaat-lidstaten naar voren werden gebracht, en met name van het door de Spaanse delegatie gepresenteerde memorandum over de gevolgen van de uitbreiding voor de economische en sociale cohesie. De Commissie heeft formeel verklaard dat zij haar werkzaamheden zal voortzetten en regelmatig verslag zal uitbrengen aan de Raad. Zij zal het derde cohesieverslag voorbereiden met het oog op de uitwerking van de voorstellen die nodig zijn voor de voortzetting van het cohesiebeleid na Met dit voortgangsverslag over de cohesie worden twee belangrijke doelstellingen beoogd: het actualiseren van de analyse van de economische en sociale cohesie die is opgenomen in het in januari 2001 gepubliceerde tweede cohesieverslag, waarbij voor het eerst een analyse van de ongelijkheden in een Europa van 25 is verricht in het licht van een uitbreiding met de tien landen die volgens de Europese Raad van Laken gereed zullen zijn om in 2004 tot de Unie toe te treden indien de onderhandelingen in het huidige tempo voortgaan; het schetsen van de stand van zaken bij het debat over het toekomstige cohesiebeleid voor de periode na 2006, dat met de publicatie van het tweede cohesieverslag is begonnen, en het voorbereiden van de volgende stappen. In het navolgende worden de belangrijkste resultaten op die twee gebieden uiteengezet. I. Situatie en tendensen Wat de regionale inkomens (BBP) betreft, bevestigt de analyse dat, als de Unie tot 25 of 27 lidstaten wordt uitgebreid, het gemiddelde BBP per inwoner sterk zal dalen en de regionale en territoriale ongelijkheden zullen toenemen in een mate die bij geen enkele eerdere uitbreiding is voorgekomen. In een Europa van 25 (zonder Roemenië en Bulgarije, die bij de onderhandelingen uitgaan van toetreding op een later tijdstip) zijn de ongelijkheden duidelijk kleiner en neemt de relatieve welvaart van de regio's in de 15 minder sterk toe vergeleken met een Europa van 27, dat onderwerp van analyse was in het tweede cohesieverslag. Volgens de gegevens over 1999 daalt het gemiddelde BBP per inwoner met 18% wanneer van een Europa van 15 wordt overgegaan naar een Europa van 27, en slechts met 13% wanneer het om een Europa van 25 gaat. Wat de werkgelegenheids- en werkloosheidscijfers betreft, bevestigt het verslag een algemene verbetering in de hele EU-15. Voor de kandidaat-lidstaten is er sprake van een gemengd beeld dat een weerspiegeling vormt van de aan de gang zijnde aanpassing op de arbeidsmarkten. Terwijl in de Unie het aantal banen in het jaar 2000 netto met 3 miljoen is toegenomen, zijn in de kandidaat-lidstaten circa banen verloren gegaan. Het is weliswaar bemoedigend dat over een lange termijn het groeitempo van de kandidaat-lidstaten ernaar tendeert om dat van de bestaande lidstaten met gemiddeld bijna één procentpunt per jaar te overtreffen, maar het is onwaarschijnlijk dat de in het tweede cohesieverslag beschreven grote ongelijkheden wat de inkomens- en werkgelegenheidsniveaus betreft sterk zullen afnemen voordat heel wat jaren zijn verstreken. Een verdere factor in de nabije toekomst is een mogelijke verslechtering van de economische prestaties in Europa. De duur en ernst daarvan zullen echter afhangen van de ontwikkelingen in de internationale economie. Het is momenteel nog te vroeg om conclusies proberen te trekken over mogelijke implicaties voor de tendensen op lange termijn wat de nationale en regionale inkomens- en werkgelegenheidsongelijkheden in Europa betreft. Wat het menselijke kapitaal betreft, is op een aantal uitdagingen voor de toekomst van het cohesiebeleid gewezen, waaronder met name: de omvang van alleen al de regionale ongelijkheden op de arbeidsmarkt en bij de economische ontwikkeling waarvan na de uitbreiding sprake zal zijn; de polarisatie op de arbeidsmarkt en binnen de samenleving; de toenemende behoeften aan vaardigheden; de aanhoudende ongelijkheid tussen vrouwen en mannen; de noodzaak tot modernisering van economische en sociale systemen als antwoord op demografische veranderingen; en de toenemende druk van migratie en mobiliteit.

4 4 EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI 2002 II. Het cohesiebeleid na de periode : de stand van zaken bij het debat De ervaring van de afgelopen twaalf maanden bevestigt dat een van de belangrijkste doelstellingen van het tweede cohesieverslag is bereikt in die zin dat het heeft geleid tot een intensief debat in de loop van het jaar 2001 over het toekomstige Europese beleid op dit gebied voor de komende programmeringsperiode, die in 2007 begint. Dit blijkt uit de overweldigende belangstelling voor het cohesieforum in Brussel in mei 2001, dat door afgevaardigden is bijgewoond, en uit de talrijke schriftelijke bijdragen die van nationale en regionale autoriteiten en van andere belangengroepen zijn ontvangen en die in dit verslag zijn samengevat, om nog te zwijgen van de vele op onafhankelijke basis georganiseerde conferenties en seminars over dit onderwerp. De adviezen van het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité over het tweede cohesieverslag en de vele besprekingen in het Parlement ter voorbereiding van zijn advies hebben eveneens bevestigd dat het cohesiebeleid een centrale positie binnen het beleid van de Unie inneemt. Het is met andere woorden duidelijk dat het Europese cohesiebeleid een katalysator is voor debatten en gedachtewisselingen over Europese sociale en economische problemen en kansen op nagenoeg alle niveaus in de lidstaten en in de kandidaat-lidstaten. Het debat van het afgelopen jaar heeft zich toegespitst op de belangrijkste thema's die de Commissie in het tweede cohesieverslag heeft aangegeven. Wat de Commissie betreft, werden deze thema's gekozen in een poging om een debat over de essentie van het toekomstige beleid te bevorderen en om een discussie te voorkomen die hoofdzakelijk of zelfs uitsluitend op de financiële aspecten zou zijn toegespitst. In dit verband is de aanpak vergelijkbaar met de aanpak voor het bredere debat in 2002 over de institutionele hervorming van de Unie erop gericht de vraag aan de orde te stellen wat de lidstaten gezamenlijk wensen te bereiken op dit gebied. Het debat is pas net begonnen. Tot nog toe hebben bijvoorbeeld slechts zeer weinig nationale regeringen zich op een bepaald standpunt vastgelegd, alhoewel de in juli 2001 in Namen gehouden informele vergadering van de Raad van de bevoegde ministers voor regionaal beleid een indicatie heeft opgeleverd van sommige belangrijke stromingen in de meningsvorming. Het zou daarom niet passend zijn als in dit verslag zou worden getracht de indruk te wekken dat over enkele van de belangrijke kwesties al besluiten zijn genomen. Integendeel, de Commissie bevestigt haar oorspronkelijke voorstel dat het derde cohesieverslag (zie verderop voor informatie over de planning) dient te worden benut om haar concrete voorstellen aan het Parlement en de Raad voor te leggen. Bij het in 2001 gehouden debat lijkt echter reeds veel belang te zijn toegekend aan bepaalde thema s, die de Commissie in het derde cohesieverslag op grondige wijze zal behandelen. Die thema s worden in het navolgende deel samengevat in drie punten, overeenkomstig de structuur van de conclusies van het tweede cohesieverslag. In het daaropvolgende gedeelte wordt het thema van beheer en doelmatigheid besproken als een essentieel bestanddeel van een doeltreffend en geloofwaardig Europees cohesiebeleid. Prioriteiten Het Europese cohesiebeleid dient verder te worden toegespitst op de minst ontwikkelde regio's. Hoewel een aantal alternatieve methodes voor het bepalen van deze regio's is voorgesteld, lijkt er geen bruikbare alternatieve samenvattende indicator te zijn ter vervanging van het BBP per inwoner zoals die momenteel voor doelstelling 1 wordt gebruikt. Terwijl in het algemeen niet wordt betwist dat een concentratie van steun voor de regio's in de kandidaat-lidstaten noodzakelijk is, dient ervoor te worden gezorgd dat de doelstelling 1-regio's in de huidige 15 lidstaten die anders hun prioritaire status zouden kwijtraken doordat hun relatieve welvaart in een grotere EU toeneemt niet worden getroffen door een volledige stopzetting van de steun, vooral niet wanneer dat te wijten is aan het statistische effect van de uitbreiding. Er bestaat echter geen duidelijke consensus over de manier waarop een gelijke behandeling moet worden gegarandeerd voor deze regio's die het proces van economische convergentie met de rest van de Unie nog moeten voltooien. In deze context zal ook rekening moeten worden gehouden met de specifieke behoeften van de ultraperifere regio's die in artikel 299 van het Verdrag genoemd worden.

5 SAMENVATTING EN VOLGENDE STAPPEN JANUARI Met name op regionaal niveau is er om zowel economische als politieke redenen een duidelijk verzoek om het toekomstige beleid niet uitsluitend op de minst ontwikkelde regio's toe te spitsen, maar om ook verder rekening te houden met de problemen en kansen in stedelijke gebieden en in gebieden waar een economische herstructurering plaatsvindt of waar sprake is van een permanente natuurlijke belemmering, en ook met de grensoverschrijdende dimensie. Dergelijke bijstandsverlening moet beter op de communautaire prioriteiten worden afgestemd en moet op een meer gedecentraliseerde wijze ten uitvoer worden gebracht in overeenstemming met de beginselen van goed bestuur. Via het cohesiebeleid dienen ook de verbanden te worden versterkt tussen de bredere strategische doelstellingen van de Gemeenschap die de Europese Raad in Lissabon heeft vastgesteld, en de door de Structuurfondsen verleende steun. Essentiële aspecten daarbij zijn: meer en betere banen, een sterkere maatschappelijke insluiting, gelijke kansen en een continue streven naar de verdere ontwikkeling van de kennismaatschappij. De Europese programma's moeten worden toegespitst op de toegevoegde waarde ten opzichte van de bestaande mogelijkheden op nationaal niveau. In een aantal bijdragen is ingegaan op de door de Commissie in het tweede cohesieverslag aan de orde gestelde vraag wat de beste manier is om in te spelen op de toenemende behoeften op Europees niveau aan een territoriale dimensie van de cohesie. In dergelijke bijdragen wordt bijvoorbeeld gesproken over een grotere rol voor de Commissie in de ondersteuning van de vorming van netwerken van regio's, in de bevordering van duurzame ontwikkeling en in de totstandbrenging van een coherente totaalvisie als referentiekader voor vormen van cohesiebeleid, die dan op hun beurt zouden kunnen dienen als de grondslag voor een beleid waarin territoriale cohesie als een expliciete doelstelling is opgenomen. In een aantal bijdragen is ook de rol erkend die het cohesiebeleid speelt bij het bevorderen van economische en financiële stabiliteit in de Unie. Het uitvoeringssysteem Vele bijdragen zijn van mening dat de verschillende wijzigingen die in het kader van Agenda 2000 in het uitvoeringssysteem zijn aangebracht, slechts een beperkt effect hebben gehad op de vereenvoudiging van het beheer van Europese bijstandsverlening. Het debat heeft een duidelijke tegenstelling aan het licht gebracht tussen de opvattingen van, enerzijds, de nationale en regionale autoriteiten, die veelal een verlaging wensen van de administratieve lasten die met het beheer van Europese bijstandsverlening gemoeid zijn, en, anderzijds, Europese instellingen zoals de Raad, het Parlement en de Europese Rekenkamer, die streven naar scherpere controles op de besteding van het geld van de Europese belastingbetalers. III. De volgende stappen en andere overwegingen Planning Zoals gezegd, zal de Commissie concrete voorstellen betreffende de toekomst van het cohesiebeleid formuleren in het derde cohesieverslag. Dat verslag moet dan op zijn beurt fungeren als een input voor de voorstellen van de Commissie voor toekomstige communautaire beleidsvormen, samen met een nieuw financieel kader, voor de periode na De Commissie is van plan haar voorstellen ruim op tijd bij het Parlement en de Raad in te dienen opdat de goedkeuring van de verordeningen voor de Structuurfondsen kan plaatsvinden en daarmee de voorwaarden geschapen kunnen worden voor de effectieve uitvoering van de nieuwe generatie van programma's aan het begin van de nieuwe programmaperiode. Daarmee zal ook rekening moeten worden gehouden bij de planning van de publicatie van het derde cohesieverslag van de Commissie. Financiële aspecten en beheer De Commissie is ervan overtuigd dat de kwestie van de vereenvoudiging van de Europese programma's aanvullend onderzoek verdient in een poging mechanismen te vinden die het mogelijk maken om de verdere decentralisatie van de verantwoordelijkheden te laten samengaan met sterkere impulsen voor doelmatigheid en solide beheer. Deze overtuiging is niet alleen het resultaat van het debat van het afgelopen jaar, maar ook van de rechtstreekse ervaring met het beheer van programma's.

6 6 EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI 2002 In dit opzicht was de in 2001 opgedane ervaring bijzonder leerrijk, in de eerste plaats omdat 2001 het laatste jaar was voor de betalingen voor de vorige generatie van programma's, en in de tweede plaats omdat in 2001 daadwerkelijk is begonnen met de tenuitvoerlegging van het merendeel van de programma's van de nieuwe generatie voor de periode , met inbegrip van de tenuitvoerlegging van het pre-toetredingsinstrument in de kandidaatlidstaten. Het streven van de Commissie moet erop zijn gericht om de inspanningen voor het garanderen van de doelmatige besteding van alle voor het cohesiebeleid beschikbaar gestelde financiële middelen te handhaven en waar nodig te intensiveren. In deze context wordt er aan herinnerd dat de Commissie in het tweede cohesieverslag heeft vermeld dat het te vroeg was om het debat over de hoogte van die financiële middelen voor de periode na 2006 te beginnen. Een aanzienlijk aantal van de in het afgelopen jaar geleverde bijdragen bevestigt evenwel dat de discussie daarover reeds is begonnen, wat heeft geleid tot simulaties die met betrekking tot de voor het toekomstige beleid beschikbaar te stellen middelen allerlei cijfers hebben opgeleverd die nu eens boven (vooral in de bijdragen van de regio's) en dan weer onder het equivalent van 0,45% van het BBP van de Unie liggen. Dit laatste cijfer is het door de Commissie in het tweede cohesieverslag vermelde cijfer, dat overeenstemt met de in 1999 bereikte bedragen en met de bedragen die, overeenkomstig het besluit van de Europese Raad in 1999 in Berlijn, zijn gepland om in 2006 het cohesiebeleid te financieren in de Vijftien, in de kandidaat-lidstaten vóór hun toetreding en in zes nieuwe lidstaten na hun toetreding. Bij deze niveaus zou het cohesiebeleid een belangrijke overdracht van middelen blijven vertegenwoordigen, vooral, maar niet uitsluitend, voor de lidstaten met een aanzienlijk aantal minst ontwikkelde regio's die bij de Structuurfondsen een prioritaire status zouden hebben. Het in 2001 gevoerde debat en de uit het beheer van de programma's getrokken lessen, met inbegrip van die van het afgelopen jaar, hebben aangetoond dat het voor een doelmatige besteding van de middelen noodzakelijk is dat de betrokken nationale en regionale autoriteiten uitdagingen aangaan op drie belangrijke terreinen: op administratief niveau, omdat het voor het met succes beheren van de bijstandsverlening en het consequent nastreven van de doelstellingen daarvan noodzakelijk is dat technische expertise voorhanden is om een economische ontwikkelingsstrategie te kunnen beheren uit het oogpunt van planning, tenuitvoerlegging, toezicht, evaluatie en controle; op financieel niveau, omdat alle Europese bijstandsverlening moet worden gecofinancierd door middelen die op nationaal niveau worden bijeengebracht. Dit is een van de constante beginselen van de Structuurfondsen, waarmee wordt beoogd te bevorderen dat de plaatselijke autoriteiten de programma's als eigendom beschouwen in het belang van de doelmatigheid en van een solide financieel beheer. Voor het verschaffen van de nodige cofinanciering is politieke vastbeslotenheid nodig, vooral wanneer in de nationale begrotingen reeds een precies evenwicht tussen inkomsten en uitgaven bestaat; op economisch niveau, omdat het niet de bedoeling is dat door Europa gefinancierde grootschalige investeringen van nationale investeringen vervangen van de overheids- en de privésector die hoe dan ook zouden hebben plaatsgevonden. Deze uitdagingen waren doorgaans des te groter voor die landen en regio's die voor het eerst in aanmerking kwamen voor doelstelling 1 (en, op nationaal niveau, voor het Cohesiefonds). In de bestaande Unie zijn de effecten, ook al zijn zij merkbaar, verzacht door de geleidelijke verhoging van de overdrachten in de loop van de tijd. Zo zijn in de drie opeenvolgende perioden voor financiële planning ( , en ) de jaarlijkse overdrachten per inwoner in het kader van doelstelling 1 respectievelijk gestegen van 143 euro tot 187 euro en verder tot 217 euro. In het licht van de opgedane ervaring blijft de Commissie strikt vasthouden aan drie beginselen: een solide en doelmatig beheer. Terwijl voor het financiële beheer en de controle eerst en vooral de lidstaten verantwoordelijk zijn, moet de Commissie zich ervan blijven vergewissen dat de nodige capaciteit voorhanden is. In het algemeen dient de Commissie ernaar te streven een kataly-

7 STAND VAN ZAKEN EN TENDENSEN IN DE REGIO S JANUARI sator te worden voor de uitwisseling van ervaringen en de beste werkwijzen wat het beheer en de administratie van bijstandsverlening betreft; van resultaten afhankelijke overdrachten. Een belangrijke stap in deze richting is gedaan door de invoering van de zogenoemde prestatiereserve voor de periode Er zou echter meer kunnen worden gedaan om de betalingen van de Unie aan de regio's te koppelen aan het bereiken van gekwantificeerde streefdoelstellingen; het terdege rekening houden met de absorptiecapaciteit. Alle pogingen om een eenvoudiger en doelmatiger uitvoeringssysteem voor het toekomstige cohesiebeleid te ontwerpen zullen weinig opleveren als de overgedragen middelen hoger zijn dan het bedrag dat administratief, financieel en economisch kan worden geabsorbeerd. De bestaande regeling voorziet in een plafond voor de totale overdrachten aan de lidstaten: die overdrachten mogen niet meer bedragen dan 4% van het nationale BBP. Tijdens het debat dat volgde op de publicatie van het tweede cohesieverslag is, zijn geen serieuze pogingen ondernomen om vraagtekens te plaatsen bij het bestaan van dit plafond. In het tweede cohesieverslag heeft de Commissie gezegd dat het plafond na 2006 zou kunnen worden overschreden, bijvoorbeeld om de uitvoering mogelijk te maken van bepaalde grote projecten van bijzonder communautair belang die worden gefinancierd door het Cohesiefonds. I. Stand van zaken en tendensen in de regio s Het tussentijdse verslag behandelt achtereenvolgens de groei, de werkgelegenheid en de factoren die een duurzame ontwikkeling in Europa en zijn regio s bevorderen. Economische cohesie één jaar na het tweede cohesieverslag 1 Wat betreft de economische cohesie blijken drie tendensen zich door te zetten: De verschillen tussen de lidstaten blijven bestaan, ook al zijn deze sinds 1988 aanzienlijk kleiner geworden. De belangrijkste verandering betreft de landen die bijstand uit het Cohesiefonds ontvangen. Zij zijn het communautaire gemiddelde van het BBP per hoofd van de bevolking opmerkelijk dicht genaderd. Ook wanneer de Unie tot 27 lidstaten wordt uitgebreid, onderscheiden zich nog steeds drie groepen staten : - de eerste groep omvat de meeste kandidaatlidstaten met een levensstandaard van ongeveer 41% van het toekomstige communautaire gemiddelde; - de tweede groep behelst een deel van de kandidaat-lidstaten en drie cohesielanden (Spanje, Griekenland, Portugal) met een levensstandaard van ongeveer 87% van dit gemiddelde; De laatste beschikbare gegevens Het tussentijdse verslag verschaft gegevens over het regionale BBP in Als het gaat om werkgelegenheid en werkloosheid hebben de gebruikte gegevens betrekking op 2000 en De uitkomsten van de analyse van deze gegevens bevestigen de belangrijkste conclusies van het tweede verslag over de economische en sociale cohesie dat gebaseerd was op de cijfers van Europa, eenheid, solidariteit, verscheidenheid. Tweede verslag over de economische en sociale cohesie, januari 2001.

8 8 EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI de derde groep betreft de meeste van de huidige lidstaten die een levensstandaard van ruim boven het toekomstige gemiddelde hebben. De regionale verschillen in de vijftien lidstaten worden kleiner, maar in mindere mate dan op nationaal niveau. Binnen de lidstaten zijn de verschillen in bepaalde gevallen zelfs groter geworden. Binnen de Unie geldt dat, ook al wordt de economische situatie van de zwakste regio s beter, het inlopen van de achterstand een langetermijndoelstelling blijft. Groei Nu kan worden gekeken naar de ontwikkeling van het BBP per hoofd van de bevolking per regio voor de periode , inclusief de regio s van de kandidaat-lidstaten. Over de gehele linie is het groeicijfer tijdens deze periode in de twaalf kandidaat-lidstaten (3,2% per jaar) hoger uitgevallen dan in de Unie (2,4%). Een groot aantal van de regio s die de meeste veranderingen ten goede kennen, bevinden zich in de kandidaat-lidstaten, vooral in Polen, Tsjechië en Slovenië. Een Unie met 25 lidstaten Als het gaat om het tijdsschema voor de toetreding van de kandidaat-lidstaten tot de Europese Unie is de Europese Raad van Laken in december 2001 tot de conclusie gekomen dat Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië [in 2004] klaar [zouden kunnen] zijn. De Raad heeft ook met nadruk zijn waardering uitgesproken voor de inspanningen van Bulgarije en Roemenië en hen aangemoedigd om op dezelfde weg verder te gaan. Het ziet er dus naar uit dat de Unie in lidstaten zal tellen. Tevens bevat het tussentijdse verslag een eerste beoordeling van de economische en sociale cohesie in een Unie met 25 lidstaten: De regio s met een BBP per hoofd van de bevolking van minder dan het acquis communautaire van 75% van het gemiddelde van de Unie hebben 115 miljoen inwoners, ofwel 25% van de totale bevolking. Hierbij is uitgegaan van de laatste drie jaar waarover gegevens beschikbaar zijn ( ). Van deze inwoners wonen vier van de tien nog binnen de huidige vijftien lidstaten, de andere zes in de kandidaat-lidstaten. Hieruit blijkt dat na de uitbreiding een ingrijpende geografische herschikking van de verschillen zal plaatsvinden. De regio s die momenteel voor doelstelling 1 in aanmerking komen en die na de uitbreiding boven de drempel van 75% zullen belanden, hebben 37 miljoen inwoners. Voor ongeveer twee derde van de bevolking in deze regio s is deze situatie het gevolg van het mechanische uitsluitingseffect dat te wijten is aan de daling van het communautaire gemiddelde met ongeveer 13%. Het resterende derde deel bevindt zich los van elke uitbreiding nu reeds boven de drempel van 75%, waaruit blijkt dat in een aantal regio s van de vijftien lidstaten sprake zal zijn van reële convergentie. Op basis van het huidige acquis wordt de lijst van regio s met een ontwikkelingsachterstand voor de volgende programmaperiode vastgesteld. Meegerekend worden de staten die op het moment van de vaststelling van de lijst lid van de EU zijn. De toekomstige programmeringsdocumenten kunnen vóór de aanvang van de volgende programmaperiode worden goedgekeurd.

9 STAND VAN ZAKEN EN TENDENSEN IN DE REGIO S JANUARI Sociale cohesie in de huidige Unie en de kandidaat-lidstaten In de vijftien landen van Europa is de werkgelegenheid in 2000 met 1,8% gegroeid (er zijn drie miljoen arbeidsplaatsen gecreëerd) en de werkgelegenheidsgraad is gestegen tot 63,3%, één procent meer dan in Deze toename ligt één procent hoger dan in In dezelfde periode is het werkloosheidscijfer afgenomen van 9,1% tot 8,4%. Het gaat om de sterkste daling sinds bijna tien jaar, waarvan ook de zwaarst getroffen groepen als langdurig werklozen, jongeren en vrouwen profiteren. Hoewel de kloof op werkgelegenheidsgebied kleiner wordt, blijven er grote verschillen bestaan, vooral tussen regio s: In 2000 bedroeg het werkloosheidscijfer 2,4% in Luxemburg en 14,4% in Spanje. In de regio s waar de 10% van de bevolking woont die het minst onder de werkloosheid te lijden heeft, bedraagt het werkloosheidscijfer 2,7% tegen 21,9% in de regio s met de 10% die daar het meest mee te kampen heeft. In de kandidaat-lidstaten is in dezelfde periode de werkgelegenheid daarentegen afgenomen met 1,4% ( arbeidsplaatsen zijn verloren gegaan). Langdurige werkloosheid en jeugdwerkloosheid komen er vaker voor. Vrouwen worden echter vaak minder met werkloosheid geconfronteerd dan mannen. In een Unie met 27 lidstaten zou het werkloosheidscijfer in het jaar ,3% hebben bedraagd. Factoren die de reële convergentie bepalen In het tussentijdse verslag worden drie elementen genoemd die invloed hebben op de duurzame ontwikkeling van regionale economieën: De verschillen wat betreft de verdeling van de werkgelegenheid tussen de drie economische sectoren blijven bestaan. Met name in de kandidaat-lidstaten worden nieuwe veranderingen op economisch gebied voorzien omdat deze landen sterk afhankelijk zijn van de landbouw en traditionele industrieën en omdat in deze beide sectoren een herstructurering wordt verwacht. De demografische ontwikkelingen verschillen per regio. De regio s met de sterkste jaarlijkse bevolkingstoename zijn vaak de regio s met een bevolkingsdichtheid die reeds boven het gemiddelde ligt. Evenzo hebben de regio s waarvan het aantal inwoners afneemt, reeds een lage bevolkingsdichtheid. Het probleem van de bevolkingsconcentratie in de regio s wordt dus steeds groter. Het opleidingsniveau van de bevolking is in het algemeen gestegen, maar het hoogste percentage laag opgeleiden is nog steeds te vinden in het zuiden van de Unie (Portugal, Spanje, Italië en Griekenland), Ierland en een kern tussen Nord- Pas-de-Calais en Picardie in Frankrijk en Henegouwen en Luik in België. Enkele belangrijke cijfers: Tussen 1988 en 2000 is het BBP per hoofd van de bevolking in Ierland toegenomen van 64% tot 119% van het EU-gemiddelde. In dezelfde periode is de achterstand van Spanje, Griekenland en Portugal ten opzichte van de rest van de Unie met een derde teruggebracht als het gaat om het BBP per hoofd van de bevolking. In een Unie met 27 lidstaten is het verschil tussen de 10% rijkste regio s en de 10% armste regio s tweemaal zo groot als in het huidige Europa van vijftien landen. In 2000 liep het werkloosheidscijfer in Europa uiteen van 2,7% in de minst getroffen regio s tot 21,9% in de zwaarst getroffen regio s. Er moeten in de kandidaat-lidstaten drie miljoen banen worden geschapen om de gemiddelde werkgelegenheidsgraad aldaar op hetzelfde niveau te brengen als binnen de EU. Het percentage huishoudens dat thuis een internetaansluiting heeft, bedraagt in de armste landen van de Unie minder dan 30%. In de Noord-Europese landen en in Nederland ligt dit percentage boven de 60% (Eurobarometer, november 2001).

10 10 EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI 2002 Territoriale cohesie in de huidige EU Na actualisering van de gegevens blijkt dat de territoriale analyses van het tweede verslag over de economische en sociale cohesie nog steeds gelden. Het betreft met name: een zeer sterke territoriale concentratie van activiteiten in een driehoek tussen North Yorkshire (Verenigd Koninkrijk), Franche-Comté (Frankrijk) en Hamburg (Duitsland); de sociaal-economische situatie in de grensregio s en het toenemende gewicht ervan in een uitgebreide Unie; het belang van communautaire gebieden met ernstige geografische of natuurlijke handicaps zoals berggebieden, eilanden en archipels en dunbevolkte gebieden. II. Eerste conclusies van de discussies over de toekomst van het cohesiebeleid De verschillende onderdelen van de discussie 1. Het Cohesieforum Het Europese Cohesieforum van 21 en 22 maart 2001 werd bijgewoond door meer dan politieke leiders van de vijftien EU-landen en van de kandidaat-lidstaten, die zich bezighouden met de regionale en sociale problemen binnen de Unie. Zij hebben daar hun mening over het toekomstige cohesiebeleid gegeven. De belangrijkste conclusies van het forum zijn: Er bestaat overeenstemming over de noodzaak van meer cohesie: - aangezien door de uitbreiding de verschillen zullen toenemen; - omdat het cohesiebeleid niet alleen positief uitwerkt voor regio s die financiële bijstand krijgen, maar ook voor de overige regio s. Het cohesiebeleid stimuleert de vraag naar goederen en diensten en vergroot het concurrentievermogen van de gehele Unie en dus ook de mogelijkheden om duurzame groei te bewerkstelligen; - want zij geeft tevens uitdrukking aan de solidariteit van de Europese Unie. De EU vormt niet slechts een grote markt, maar staat ook voor een specifiek sociaal model. Het bedrag dat de Unie voor het cohesiebeleid reserveert, mag niet minder dan 0,45% van het BBP van de Gemeenschap 2 bedragen, anders komt haar geloofwaardigheid in het geding. Cohesie mag zich niet enkel en alleen beperken tot het structuurbeleid. Andere communautaire beleidsvormen, met name het landbouw-, plattelandsontwikkelings-, milieu-, en vervoersbeleid, moeten er doeltreffender aan bijdragen. De Unie heeft een cohesiebeleid nodig dat gericht is op drie categorieën regio s en structurele problemen: - regio s met een grote ontwikkelingsachterstand die zich vooral, maar niet uitsluitend, in de kandidaat-lidstaten bevinden; 2. In het kader van de Europese Raad van Berlijn hebben de staatshoofden en regeringsleiders van de Unie 213 miljard euro beschikbaar gesteld voor structurele maatregelen voor de vijftien lidstaten in en tevens pretoetredingssteun en andere bedragen toegezegd aan de landen die tussen 2002 en 2006 tot de EU zullen toetreden. Al deze bedragen bij elkaar vormen 0,45% van het BBP van de Unie die in 2006 zal zijn uitgebreid tot 21 lidstaten.

11 EERSTE CONCLUSIES VAN DE DISCUSSIES OVER DE TOEKOMST VAN HET COHESIEBELEID JANUARI regio s binnen de vijftien EU-landen die nog geen reële convergentie hebben bereikt; - regio s met grote structurele problemen: stedelijke gebieden, plattelandsgebieden die sterk van de landbouw afhankelijk zijn, gebieden met natuurlijke of demografische handicaps (eilanden, bergen, enz.) of gebieden waar bedrijven of dienstverleners zich nog in een omschakelingsproces bevinden. Binnen de regio s en lokale gemeenschappen bestaan hoog gespannen verwachtingen ten aanzien van een werkelijk partnerschap. Met name zijn een verdere decentralisatie en verduidelijking van taken nodig om te voorkomen dat partnerschap niet verder dan de landsgrenzen reikt of dat men zelfs weigert een bredere samenwerking aan te gaan. Doordat transparantie en doeltreffendheid zijn vereist, wordt de Commissie aangemoedigd de verdeling van de verantwoordelijkheden beter te omschrijven, maar ook zich te concentreren op maatregelen met een grote toegevoegde waarde voor de Gemeenschap. Dat zou moeten leiden tot een sterkere koppeling tussen de bedragen die de Unie toewijst, de toegevoegde waarde van de communautaire maatregelen en de behaalde resultaten. regio s heeft over hetzelfde onderwerp een advies uitgebracht en vastgesteld dat de regionale dimensie van het cohesiebeleid moet worden versterkt, dat de huidige doelstelling 1-regio s zelfs na de uitbreiding voor steun in aanmerking moeten blijven komen en dat de structurele hulp niet abrupt mag worden stopgezet. Het Europees Parlement zal binnenkort zijn advies geven en vijf van zijn parlementaire commissies hebben hun standpunt reeds naar voren gebracht. Ook hebben verschillende Europese regeringen hun officiële standpunt aan de Commissie kenbaar gemaakt. 3. Overige discussies De toekomst van het cohesiebeleid is ook op meer dan honderd studiebijeenkomsten behandeld. Diverse visies zijn schriftelijk bij de Commissie ingediend. 2. Discussies op institutioneel niveau De informele bijeenkomst van ministers, die op initiatief van het Belgische voorzitterschap van de Unie op 13 en 14 juli 2001 in Namen werd gehouden, heeft zich beziggehouden met de uitdaging van de economische, sociale en territoriale cohesie in het licht van de uitbreiding. Ook hier bestond een brede consensus over de noodzaak van een krachtig cohesiebeleid en over de voorrang die moet worden gegeven aan regio s met een ontwikkelingsachterstand, zowel in de kandidaat-lidstaten als in de vijftien huidige EU-landen. Het Economisch en Sociaal Comité heeft zijn advies geven over het tweede verslag over de economische en sociale cohesie in Europa. Het spreekt zich uit voor een verhoging van de huidige drempel van 75% voor doelstelling 1-regio s en voor concentratie van de communautaire steun op regio s met een ontwikkelingsachterstand. Het Comité van de

12 12 EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI 2002 De meest besproken onderwerpen 1- Voorrang voor ontwikkelingsachterstand In het licht van de toegenomen regionale verschillen is men het unaniem eens over het belang van communautaire actie ten behoeve van regio s met een ontwikkelingsachterstand. De vraag is nu hoe regio s met een ontwikkelingsachterstand moeten worden gedefinieerd en hoe de grenzen en voorwaarden van de communautaire steun voor deze regio s moeten worden vastgesteld. 2. Regionale of nationale aanpak In sommige studies wordt de voorkeur gegeven aan een nationale boven een regionale aanpak als het gaat om de vraag of kandidaat-lidstaten voor doelstelling 1 in aanmerking komen, de te volgen economische ontwikkelingsstrategie, de verdeling van de communautaire fondsen of de mogelijke totstandbrenging van politieke en administratieve structuren in de regio s. De nationale aanpak laat de lidstaten meer ruimte voor flexibiliteit. Daarvoor moet echter wel een criterium om voor steun in aanmerking te komen, worden gehanteerd dat moeilijk lijkt te kunnen worden verenigd met het EG-Verdrag en met het daarvan afgeleide acquis communautaire. Er is dan sprake van een andere behandeling dan tot op heden voor de huidige lidstaten gold. De regionale aanpak maakt deel uit van een ambitieuzer partnerschap en laat meer ruimte voor flexibiliteit op lokaal niveau. 3. De toekomst van regio s met een ontwikkelingsachterstand in de huidige lidstaten De meeste regio s met een ontwikkelingsachterstand stellen vanzelfsprekend vragen over het uitsluitingseffect, d.w.z. de statistische daling van de steundrempel als gevolg van de uitbreiding, waardoor zij wel eens minder Europese bijstand zouden kunnen ontvangen zonder dat voor hun economische problemen een oplossing is gevonden. 5. De toekomstige financiering van het cohesiebeleid In het tweede cohesieverslag wordt geen aandacht geschonken aan de financiële consequenties die de uitbreiding voor het cohesiebeleid heeft. Er wordt slechts melding gemaakt van het beoogde percentage van 0,45% van het BBP dat van 2000 tot 2006 voor het cohesiebeleid bestemd is. 6. Vereenvoudiging van procedures Een van de in Agenda 2000 aangekondigde doelstellingen was een vereenvoudigde toepassing van de Structuurfondsen. Desondanks blijft de complexiteit van het systeem een terugkerend thema tijdens de discussies over het cohesiebeleid en de Commissie heeft beloofd aanvullende maatregelen te treffen. 7. Onderlinge afstemming met andere communautaire beleidsvormen Een van de meest besproken onderwerpen in de regio s is ook de bijdrage van andere communautaire beleidsvormen (landbouw, vervoer, energie, mededinging, milieu, onderzoek) aan de cohesie. In het algemeen is men van oordeel dat deze beleidsvormen meer de regionale problemen in overweging zouden moeten nemen. Voortzetting van de discussies De Commissie organiseert in de loop van 2002 studiebijeenkomsten over de territoriale en horizontale prioriteiten die zij heeft vastgesteld. Het doel van de discussies is voor elke prioriteit maatregelen te bedenken die voor de Gemeenschap een grote toegevoegde waarde hebben en waarvoor in de toekomst de Structuurfondsen kunnen worden aangesproken. 4. Ondersteuning van intermediaire regio s binnen de huidige Unie Veel regio s die momenteel buiten doelstelling 1 om structurele steun ontvangen, betreuren dat hun ervaring weinig erkenning vindt en doen een oproep hen niet te veronachtzamen.

13 STATISTISCHE BIJLAGE JANUARI Statistische bijlage BBP per hoofd naar regio (kke), 1999 Index, EU 25=100 < >= 125 Bron: Eurostat EuroGeographics Association voor de bestuurlijke grenzen Werkloosheidspercentage naar regio, 2000 % beroepsbevolking < 4,95 4,95-7,85 7,85-10,75 10,75-13,65 >= 13,65 EU 27 = 9,3 Standaarddeviatie = 5,74 Bron: Eurostat en INS EuroGeographics Association voor de bestuurlijke grenzen

14 14 EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI 2002 Werkgelegenheid naar sector, 2000 Landbouw Nijverheid Diensten % van de totale werkgelegenheid % van de totale werkgelegenheid % van de totale werkgelegenheid < 1,92 1,92-3,62 EU27 = 8,0 Standaarddeviatie = 11,5 < 23,95 23,95-27,65 EU27 = 29,5 Standaarddeviatie = 7,31 < 53,15 53,15-59,45 EU27 = 62,6 Standaarddeviatie = 12,68 3,62-6,07 27,65-31,35 59,45-65,75 6,07-10,68 Bron: Eurostat en INS >= 10,68 31,35-35,05 Bron: Eurostat en INS >= 35,05 65,75-72,05 Bron: Eurostat en INS >= 72,05 Geen gegevens Geen gegevens Geen gegevens EuroGeographics Association voor de bestuurlijke grenzen

15 STATISTISCHE BIJLAGE JANUARI Onderwijsniveaus, 2000 Laag Middelbaar Hoog % van de bevolking van jaar % van de bevolking van jaar % van de bevolking van jaar < 18,75 18,75-27,25 27,25-35,75 Gemiddelde = 31,5 Standaarddeviatie = 17,00 IRL: 1997 D (Rheinland-Pfalz): 1999 < 36,15 36,15-44,25 44,25-52,35 Gemiddelde = 48,3 Standaarddeviatie = 16,16 IRL: 1997 D (Rheinland-Pfalz): 1999 < 13,6 13,6-18,0 18,0-22,4 Gemiddelde = 20,2 Standaarddeviatie = 8,8 IRL: 1997 D (Rheinland-Pfalz): ,75-44,25 Bron: Eurostat (LFS) >= 44,25 52,35-60,45 Bron: Eurostat (LFS) >= 60,45 22,4-26,8 Bron: Eurostat (LFS) >= 26,8 Geen gegevens Geen gegevens Geen gegevens EuroGeographics Association voor de bestuurlijke grenzen

16 16 EERSTE VOORTGANGSVERSLAG OVER COHESIE JANUARI Verschillen in BBP per hoofd, ( ) kke (EU=100), standaarddeviatie EU15 (voor regio's) - Zonder de nieuwe deelstaten EU15 (voor lidstaten) - Zonder de nieuwe deelstaten Bron: Eurostat, berekeningen DG REGIO Kerncijfers voor regio's met een BBP per hoofd onder de 75% van het BBP per hoofd van de EU, 1999 In EU15 In EU25 In EU27 Gebruikte index Aantal regio's onder de 75% waarvan in EU15 Bevolking in die regio's (x 1 miljoen) waarvan in EU15 Bevolkingsaandeel in EU15/25/27 EU15-regio's als percentage van het EU15-totaal Gemiddeld BBP/hoofd (kke) van regio's onder de 75% waarvan in EU15 EU15 = 100 EU15 = 100 EU25 = 100 EU15 = 100 EU27 = % 30% 25% 34% 25% 18% 18% 12% 18% 6% Bron: Eurostat, berekeningen DG REGIO Bijlage: Voorbereiding van de uitbreiding tot eind 2006 Het voeren van een regionaal ontwikkelingsbeleid is een nieuwe taak voor de autoriteiten van de lidstaten, die over beperkte middelen beschikken. Er bestaat een speciaal bijstandsprogramma (SPP) dat binnenkort door nieuwe, soortgelijke programma s wordt vervangen, met steun van het communautaire PHARE-fonds. Op dit terrein is reeds grote vooruitgang geboekt, maar in de meeste kandidaat-lidstaten moeten nog talrijke problemen worden opgelost. Wanneer er in 2004 al kandidaat-lidstaten toetreden, zal de eerste programmaperiode erg kort duren ( ), hetgeen een uitgebreide voorbereiding noodzakelijk maakt alsmede een permanente mobilisatie van de verantwoordelijke autoriteiten in de kandidaat-lidstaten, en wel ruim vóór de aanvang van die programmaperiode. Ook heeft de Commissie aanbevelingen en een specifiek traject opgesteld om de kandidaat-lidstaten op het beheer van de Structuurfondsen voor te bereiden. Europese Commissie Directoraat-generaal Regionaal beleid KN NL-D Verantwoordelijk uitgever: Thierry Daman, EC DG Regionaal beleid, eenheid 01. Fax: De Commissie is niet aansprakelijk voor de inhoud van deze publicatie. - Internetadres van het DG Regionaal beleid: < - Commissaris Michel Barnier: < - Aanvragen van publicaties: <regio-info@cec.eu.int> - Gedrukt op kringlooppapier.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Tien vragen voor het debat

Tien vragen voor het debat Tien vragen voor het debat Bij de Conclusies en aanbevelingen van het tweede Cohesieverslag zijn tien vragen opgenomen voor een openbaar debat over de toekomst van het cohesiebeleid. In de volgende fiches

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.12.2017 L 335/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2305 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft

Nadere informatie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2016 COM(2016) 414 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD met de beoordeling zoals vereist op grond van artikel 24, lid 3, en artikel 120,

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I P5_TA(2004)0361 "Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN

EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING B: STRUCTUURBELEID EN COHESIE REGIONALE ONTWIKKELING EVALUATIE VAN DE AANGENOMEN PARTNERSCHAPSOVEREENKOMSTEN SAMENVATTING Inhoud Deze studie

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 21 501-08 Milieuraad Nr. 399 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. Financieel pakket voor de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. Financieel pakket voor de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 10.2.2004 SEC(2004) 160 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Financieel pakket voor de toetredingsonderhandelingen met Bulgarije en Roemenië NL NL MEDEDELING

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

AEG deel 3 Naam:. Klas:. AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.

Nadere informatie

NOTA "A"-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers

NOTA A-PUNT het Comité van permanente vertegenwoordigers Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2002 (07.06) (OR. fr,en,de) 9628/02 PUBLIC LIMITE ELARG 201 NOTA "A"-PUNT van: het Comité van permanente vertegenwoordigers aan: de Raad Betreft: UITBREIDING

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN Er zijn specifieke maatregelen van kracht ter ondersteuning van de ontwikkeling van de verst afgelegen regio's van de Europese Unie, bekend als de ultraperifere gebieden: Guadeloupe,

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3 RESULTAAT BESPREKINGEN van: Groep civiele bescherming d.d.: 16 april 2002 nr. vorig doc.: 7573/02 prociv

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Seminar. Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden? Brussel 3 en 4 maart 2003

Seminar. Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden? Brussel 3 en 4 maart 2003 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID Concipiëring, impact, coördinatie en evaluatie Seminar Toekomstig beheer van de Structuurfondsen: welke verdeling van de verantwoordelijkheden?

Nadere informatie

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0186 (COD) 10329/17 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad CODEC 1059 CULT

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs 7.3.2008 EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie cultuur en onderwijs 2009 7.3.2008 WERKDOCUMENT inzake het voorstel voor het besluit van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een actieprogramma ter verhoging

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers Brussel, 23 november 2011 - Tot 5 miljoen mensen, bijna tweemaal zo veel als nu, krijgen de kans om in het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...] NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2007) WORDT NIET GEPUBLICEERD Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van [...] tot goedkeuring van het operationeel programma voor bijstand van

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE GELIJKTIJDIGE UITBREIDING VAN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE ECONOMISCHE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.8.2017 C(2017) 5825 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2195 van de Commissie tot

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.6.2017 COM(2017) 299 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds Europees Ontwikkelingsfonds (EOF): prognoses

Nadere informatie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers Velden met een zijn verplicht. Persoonlijke gegevens In welk land bent u gevestigd? België Bulgarije

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 27 oktober 2004 (OR. en) 2003/0245 (COD) LEX 583 PE-CONS 3673/1/04 REV 1 ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 VERORDENING (EG) Nr..../2004 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00) Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juli 2019 (OR. en) 10824/19 OJ CRP2 25 VOORLOPIGE AGENDA HET COMITÉ VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGERS (2e deel) Europagebouw, Brussel 3 en 4 juli 2019 (10.00, 9.00)

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese. Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.1.2004 COM(2004) 32 definitief 2004/0009 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD over de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX COM(2012) 386 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief EU-burgers kunnen de EU binnenkort vragen nieuwe wetgeving in te voeren indien zij daarvoor een miljoen handtekeningen kunnen verzamelen. Dit nieuwe instrument

Nadere informatie

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2016 (OR. en) 8792/1/16 REV 1 FISC 73 ECOFIN 383 NOTA I/A-PUNT van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 404 der Beilagen XXII. GP - Beschluss NR - S-Erklärung Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 13 GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD Brussel, 17.5.2010 COM(2010)233 definitief 2010/0125 (NLE) betreffende de sluiting van een protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst

Nadere informatie

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2015 14129/15 SOC 668 EMPL 438 ECOFIN 853 POLGEN 166 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169 ONTWERP-NOTULEN - ADDENDUM Betreft: 3002e zitting van de Raad van de Europese Unie (MILIEU), gehouden

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

11562/08 CS/lg DG H 1 A

11562/08 CS/lg DG H 1 A RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 22 juli 2008 (OR. en) 11562/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0074 (C S) VISA 239 COMIX 554 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD

Nadere informatie

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.2.28 COM(28) 86 final ANNEXES to 3 BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE

Nadere informatie

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 19 maart 2013 Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer Het aantal

Nadere informatie

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale

Nadere informatie

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening. L 219/4 25.7.2014 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 799/2014 VAN DE COMMISSIE van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering overeenkomstig Verordening

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 13 december 2011 (OR. en) 2011/0209 (COD) PE-CO S 70/11 CODEC 2165 AGRI 804 AGRISTR 74 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 1.7.2014 COM(2014) 447 final 2014/0208 (NLE) This document was downgraded/declassified Date 23.7.2014 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2015 COM(2015) 295 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL 1. VOORWOORD Het elfde Europees Ontwikkelingsfonds

Nadere informatie

... /... Samenvatting door de Voorzitter van de vverkzaamheden. van de Europese Raad Maastricht - 23/24 maart 1981

... /... Samenvatting door de Voorzitter van de vverkzaamheden. van de Europese Raad Maastricht - 23/24 maart 1981 1, maatregelen. Ivionetair Stelsel. van de Europese Raad Maastricht - 23/24 maart 1981... /... gebied van het monetair beleid en de rentevoeten. De Europese Raad heeft de Raad Ministers van Financien)

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.2.2017 COM(2017) 61 final 2017/0018 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Estland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen

Nadere informatie

VERKLARING VAN EUSKADI

VERKLARING VAN EUSKADI VERKLARING VAN EUSKADI De voorzitsters en voorzitters die deelnemen aan de XII Conferentie van de Europese Regionale Wetgevende Parlementen gehouden in Euskadi/Baskenland op 3 en 4 november (Lijst met

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 70 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 18.11.2013 A7-0381/2013/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep. Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden

Nadere informatie

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 november 2016 (OR. en) 13617/16 JEUN 84 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 13344/16 JEUN 76 Betreft: Na raadpleging van de Groep jeugdzaken heeft het voorzitterschap bijgaande

Nadere informatie

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I); RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 oktober 2003 (07.10) (OR. en) 13164/03 EEE 40 NOTA I/A-PUNT van: de Groep Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) d.d.: 2 oktober 2003 aan: COREPER II/de Raad Betreft:

Nadere informatie

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 mei 2018 (OR. en) 8301/18 NOTA van: aan: JEUN 48 MIGR 51 SOC 213 EDUC 134 het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) Raad nr. vorig doc.: 7831/1/18 JEUN

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 49 (1994) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. A. TITEL Overeenkomst inzake Partnerschap en Samen waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 69 final 2016/0041 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol bij de

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 66 (1991) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 39 A. TITEL Overeenkomst betreffende samenwerking en een douane-unie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) 8642/03 ADD 1 EDUC 79 CODEC 518 OC 348 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Voorstel voor

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.6.2011 COM(2011) 352 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tweede

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0018 (NLE) 6080/17 FISC 37 VOORSTEL van: ingekomen: 7 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie