Inleiding. EMMA gazet nr. 3, Partners :
|
|
- Gerda de Wit
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Partners : Inleiding Telers worden aan beiden zijden van de Frans-Vlaamse grens geconfronteerd met strenger wordende eisen op vlak van gewasbescherming. Zo wordt bijvoorbeeld het gebruik van middelen die een impact hebben op de bijenpopulaties aan strengere restricties onderworpen en eisen warenhuizen lagere residuwaarden op groenten dan de wettelijke toegelaten normen. In onze grensoverschrijdende regio worden dezelfde tendensen vastgesteld: een significante daling van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Sinds 2014 zijn telers verplicht vanuit de Vlaamse Overheid om al hun gewassen te telen volgens de regels van IPM (Integrated Pest Management, of geïntegreerde gewasbescherming). In Frankrijk geldt het Ecophyto plan dat streeft naar Bloemenrand een vermindering en verbetering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Voor telers aan beide zijden van de grens betekent dit dat ze eerst voorrang moeten verlenen aan alternatieve bestrijdingsmethoden vooraleer een chemische bestrijding toe te passen. Bij het toepassen van IPM zijn alle systemen van waarnemingen en waarschuwingen hierbij onontbeerlijk. Dit volstaat echter niet om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voldoende te laten dalen. Nieuwe technieken zijn noodzakelijk om deze ommezwaai mogelijk te maken en om de talrijke uitdagingen op vlak van milieu, die zich in de toekomst zullen stellen, te kunnen beantwoorden. Dit Europees Interreg IV-project werd uitgevoerd met als hoofddoel het promoten van een geïntegreerde duurzame groente- en aardbeiteelt in Oost- en West- Vlaanderen en Nord Pas-de-Calais. De teelt van groenten en aardbei stelt zeer hoge eisen wat betreft uiterlijke kenmerken en veiligheid naar de consument. Het EMMA-project werd uitgevoerd door 5 complementaire partners: FREDON NPDC (Fédération Régionale de Défense contre les Organismes Nuisibles Nord Pas-de-Calais), PLRN (Pôle Légumes Région Nord), CAR (Chambre d Agriculture de Région Nord Pas-de-Calais), Inagro (Innovatief en Duurzaam Agrarisch Ondernemen) en PCG (Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen) die coördinator is van het project. In het grensoverschrijdend project werd gestreefd om een reeks technieken op punt te stellen om tegemoet te komen aan de vraag naar reductie van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (door een compilatie te maken van reeds bestaande methodes) en het ontwikkelen van nieuwe technieken die voldoen aan de verwachtingen naar innovatie en aan talrijke onbeantwoorde vragen. In dit project werd daarom zowel een beroep gedaan op de competenties en de complementariteit van de projectpartners, als op de ervaringen van de telers uit beide productieregio s. Het doel is om de kennisuitwisseling en -verspreiding over de grenzen heen te verbeteren en nieuwe technieken te introduceren door het uitvoeren van onderzoek. Insectengaas 1
2 Onderzoek naar geïntegreerde gewasbescherming tegen trips in de beschutte teelt van aardbeien S. QUENNESSON (1), F. DUMORTIER (2), T. DE MAREZ (3), V. DAHINGER (1), K. PETIT (1) en S. OSTE (1) (1) (2) Chambre d Agriculture Régionale Nord Pas-de-Calais (3) INAGRO Trips op bloem Sinds 2012 wordt de problematiek van trips op aardbeien bestudeerd in het kader van het programma EMMA. Er werden opvolgingen en proeven uitgevoerd bij beschutte teelten van doordragers in Nord Pas-de-Calais en van junidragers in Vlaanderen (België). De eerste resultaten hebben aangetoond dat de Californische trips Frankliniella occidentalis de soort is die in grote getale aanwezig is in onze productieserres. Het onderzoek naar de dynamiek van de populaties heeft aangetoond dat de insecten zich vroeg op het seizoen en snel kunnen ontwikkelen, in het bijzonder bij doordragers. Vervolgens werden in 2013 en serres waarin voordien conventioneel geteeld werd, omgeschakeld naargeïntegreerde gewasbescherming (Integrated Pest Management of IPM), in het kader van proeven die op de 3 sites plaatsvonden. De experimentele sites voor de IPM-proeven Site nr.1 : proef opgevolgd door FREDON Nord Pas-de- Calais, variëteit Charlotte (serres van 672 m²) Site nr.2 : proef opgevolgd door de Chambre Régionale d Agriculture Nord Pas-de-Calais, variëteiten Mara des Bois en Anabelle (serre van m²) Site nr.3 : proef opgevolgd door INAGRO, variëteit Elsanta (serres van 300 m²) Op sites nr. 1 en 3 was er een tweede aanpalende serre waar er op conventionele manier gekweekt werd om zo een controlegroep te bekomen. De IPM-strategieën die in 2013 en 2014 getest werden Schade van trips op aardbei maand tussen twee teelten, en een beheer van het onkruid dat mogelijk schadelijke insecten kan herbergen. Bovendien werd er geprobeerd om de volwassen trips met behulp van blauwe plakvallen massaal weg te vangen. Hiermee werd begonnen ongeveer 2 weken na planten, met één val om de 4 strekkende meter, later om de 2 strekkende meter (concentratie van het systeem van zodra de trips in aanzienlijke hoeveelheid opgespoord wordt). Ten slotte werden er nuttige organismen uitgezet : Site nr. 1: Neoseiulus cucumeris in het begin van het seizoen en daarna Amblyseius swirskii tijdens de warme periode Site nr. 2: Neoseiulus cucumeris in het begin van het seizoen en daarna Neoseiulus cucumeris en Amblyseius swirskii tijdens de warme periode Site nr. 3: Amblyseius swirskii en Orius laevigatus in de zomerteelt (Er wordt een detail van de introductie van de nuttige organismen weergegeven in figuren 2 tot 7). Neoseiulus cucumeris en Amblyseius swirskii zijn roofmijten die van tripslarven leven. De eerste is een soort die in een gematigd klimaat leeft en die buiten spontaan geobserveerd kan worden in Frankrijk. De tweede komt uit de regio van de Middellandse Zee en gedijt dus goed in onze zomerse omstandigheden onder beschutting. Deze allround predatoren voeden zich met trips maar ook met andere geleedpotigen en pollen. Ze worden vaak gebruikt in beschutte teelten, ook ter preventie. De IPM-strategieën zijn gebaseerd op preventie in de serres, met een sanitaire leegstand van ten minste één 2
3 Orius laevigatus is een roofwants die zich voedt met larven maar ook met volwassen trips, wat zorgt voor een aanvullende werking op de roofmijten. De eerste roofmijten werden vroegtijdig losgelaten, als de planten voldoende bladvolume hadden. Op de doordragers werd de N. cucumeris vanaf eind maart of begin april geïntroduceerd. A. swirskii werd geïntroduceerd vanaf juni of juli, of zelfs mei op doordragers en in de zomerteelt werd. Resultaten van de IPM-proeven: een mogelijke verhoging van het rendement In de seizoensteelt kon met de proef die in Vlaanderen uitgevoerd werd het voordeel van IPM niet geëvalueerd worden omdat de populaties van trips van nature klein gebleven zijn. Na het vrijlaten van de nuttige organismen is er dus geen zichtbare daling opgetreden in de populatie trips, in vergelijking met de aanpalende serre waar er op conventionele manier gekweekt werd (figuur 1). Foto : Roofmijt In Nord Pas-de-Calais werden 2 proeven uitgevoerd op doordragers. Op site nr. 1 kon de trips met de gehanteerde strategie naar tevredenheid onder controle gehouden worden, want de populatie kwam niet hoger dan 1 individu/bloem, terwijl er in de conventionele serre ernaast maximum 10 en 11 individuen bereikt werden in 2013 en 2014 (figuren 2 en 3). De schadedrempel die momenteel gebruikt wordt door producenten en voorlichters is vastgesteld op 2 tot 5 trips/bloem. Bij de proef op site nr. 1 waren de symptomen op het fruit ook aanzienlijk kleiner: 71 % intact fruit dat geen enkel symptoom van trips vertoont in de serre met IPM, tegenover amper 5 % in de conventionele serre (voorbeeld van waarneming van 13/07/2013). Figuur 1: evolutie van het aantal trips op bloemen en op plakvallen (site nr. 3, 2014) Tijdens het teeltseizoen heeft de producent een opmerkelijke stijging van het rendement vastgesteld, in vergelijking met de serres waar er op de conventionele manier geteeld werd. Figuren 2 en 3: Evolutie van het aantal trips op bloemen (site nr. 1, 2013 en 2014) * De toepassing van insecticiden of mijtenverdelgende middelen werd uitgevoerd binnen een experimenteel kader en vormt dus geen aanbeveling. Op site nr. 2 kon er met de wijziging van de praktijken en de overgang naar IPM, binnen de omstandigheden van de proef, geen verbetering van de tripsdruk naar een aanvaardbaar niveau opgetekend worden. Er zullen wijzigingen in het programma overwogen moeten worden om de efficiëntie van de bescherming nog te verbeteren. 3
4 OPVOLGING VAN DE POPULATIE TRIPS EN NUTTIGE ORGANISMEN OP BLOEMEN, OP AARDBEIPLANTEN IN IPM Op site nr. 1 konden de roofmijten, na de vroege introductie, hun activiteit opstarten vanaf het verschijnen van de trips (figuren 4 en 5). Tijdens het volledige eerste deel van de teelt, was de ratio tussen de nuttige organismen en de trips het vaakst positief. Daarna werd de dichtheid van de roofmijten ingehaald door die van de trips, maar het bleef voldoende om de tripspopulatie op een laag niveau te houden. Figuren 4 en 5: Evolutie van het aantal trips en fytoseiidae op bloemen in de serre met GBB (site nr 1, 2013 en 2014) * De toepassing van insecticiden of mijtenverdelgende middelen werd uitgevoerd binnen een experimenteel kader en vormt dus geen aanbeveling. Figuren 6 en 7: Evolutie van het aantal trips en fytoseiidae op bloemen in de serre met GBB (site nr. 2, 2013 en 2014) * De toepassing van insecticiden of mijtenverdelgende middelen werd uitgevoerd binnen een experimenteel kader en vormt dus geen aanbeveling. Op site nr. 2 was de opstart van de nuttige organismen veel trager en bleek de installatie van de roofmijten onvoldoende om de populatie trips onder controle te krijgen (figuren 6 en 7): bij een snelle en aanzienlijke vermenigvuldiging van de trips moet de strategie van het vrijlaten wellicht versterkt worden waarbij de frequentie ten minste om de 2 weken behouden wordt en waarbij de geïntroduceerde hoeveelheden indien nodig verhoogd worden. Bovendien is het nodig om na te denken over de keuze om tegelijk N. cucumeris en A. swirskii te gebruiken. Volgens bepaalde onderzoeken is er namelijk een wederzijdse predatie mogelijk tussen die twee soorten, die echter wel afgezwakt wordt door de aanwezigheid van pollen. Die vraag inzake mogelijke interactie tussen roofmijten als ze samen gebruikt worden, moet nader onderzocht worden. 4
5 Die vraag inzake mogelijke interactie tussen roofmijten als ze samen gebruikt worden, moet nader onderzocht worden. Tijdens onze IPM-proeven op doorbloeiende aardbeien werden er bij het uitkloppen van de bloemen (half augustus tot begin september op site nr. 1) af en toe spontaan aanwezige roofwantsen uit de familie van de Anthocoridae opgespoord. Ze werden ook soms waargenomen in conventioneel geteelde serres. Over het algemeen bevordert het stopzetten of het sterk verminderen van behandelingen hun aanwezigheid. Roofwants voor trips CONCLUSIE EN VOORUITZICHTEN Het programma EMMA toont het belang van geïntegreerde gewasbescherming (IPM) tegen trips in de beschutte teelt van aardbeienaan, in het grensoverschrijdend bekken Frankrijk-België, in het bijzonder voor doordragers waar de grootste populaties opgetekend werden. Het opzetten van de IPM kan zorgen voor een verbetering van de rendementen waarbij de verliezen door schade van trips aan het fruit aanzienlijk beperkt worden. Op een van de experimentele sites kon de producent dankzij het slagen van de IPM in de referentieserre beslissen om over te schakelen naar een veralgemening van de alternatieve strategie voor al zijn serres vanaf het tweede jaar. Het is nodig om het onderzoek naar de strategieën voor het introduceren van nuttige organismen voort te zetten en daarbij moeten de frequentie en de doses bij het vrijlaten zo goed mogelijk aangepast worden aan de specifieke situatie van die teelt. Het zou ook interessant zijn om rekening te houden met de mogelijke uitwisselingen van trips en nuttige organismen tussen de teelten en hun plantaardige omgeving. In de serres zou er ook overwogen kunnen worden om de vermenigvuldiging van de nuttige organismen die spontaan aanwezig zijn of geïntroduceerd werden te bevorderen door tussenplanten te plaatsen of door gebruik te maken van pollen als aanvullende voeding. Bovendien worden er vandaag andere roofmijten gecommercialiseerd in Frankrijk en België, zoals Amblydromalus limonicus die mogelijk interessant kan zijn voor de bescherming tegen trips en witte vliegen. 5
6 Evaluatie van de efficiëntie van natuurlijke substanties tegen trips in prei (Thrips tabaci) L. DURLIN en A. TACK Let op: de resultaten die hieronder voorgesteld worden, werden bekomen in het kader van onderzoeken die uitgevoerd werden onder gecontroleerde omstandigheden of op proefpercelen. Ze vormen in geen enkel geval een aanbeveling of rechtstreekse vulgarisatie. Wij wijzen elke verantwoordelijkheid af inzake verkeerde interpretatie van dit artikel. Context Bij gunstige klimatologische omstandigheden (hoge temperaturen, weinig neerslag) kan de trips (Thrips tabaci) zich snel vermenigvuldigen en zware schade toebrengen, voornamelijk op prei. Die schade uit zich op het gebladerte in de vorm van kleine witte puntjes die overeenstemmen met cellen die leeggezogen werden door zowel de larven als de adulten van de trips en met schade veroorzaakt door het leggen van eitjes (de eitjes worden in het weefsel van de bladeren gelegd). In die context hebben FREDON en PCG beslist om op zoek te gaan naar substanties die een alternatief vormen op de conventionele substanties. Zo werden er twee proeven opgezet om het insectendodend effect van natuurlijke substanties te meten in de strijd tegen trips. Figuur 1: Schade door trips Figuur 2: Kweek van trips in klimaatkamer De eerste proef vond plaats onder gecontroleerde omstandigheden om zo te bepalen wat de meest veelbelovende substanties zijn die dan tijdens de tweede proef in volle grond getest zouden worden. Met een derde proef kon het repulsieve effect van diverse natuurlijke substanties getest worden in gecontroleerde omstandigheden. Voor de proeven in gecontroleerde omstandigheden werd er een massakweek Thrips tabaci op punt gezet in een klimaatkamer. De trips zijn afkomstig van individuen die verzameld werden op een productieperceel van Inagro en daar opgekweekt werden. De kweek werd daarna bewaard in een klimaatkamer op biologische preiplanten bij een temperatuur van 20 C en met een fotoperiode 16/8 (dag / nacht). Evaluatie van het belang van natuurlijke substanties in de strijd tegen trips onder gecontroleerde omstandigheden Materiaal en methodes Het belang van 5 substanties werd geëvalueerd door het sterftecijfer van de trips te vergelijken op diverse data na het verstuiven van de natuurlijke substanties. Het gaat om een substantie die goedgekeurd werd in de biologische landbouw («referentie bio» genoemd in het vervolg van dit artikel), essentiële olie van zachte sinaasappel, natuurlijke pyrethra + koolzaadolie, essentiële olie van marjolein en kaolien). Voor elke opstelling werden er 8 petrischaaltjes met elk ongeveer 20 Thrips tabaci klaargemaakt. In de schaaltjes werden er stukjes van preibladeren gelegd om de trips te voeden. De trips werd afgenomen uit de massakweek en ze werden met een erg fijn pincet in elk schaaltje geplaatst (alles samen trips). De afgenomen individuen bestonden uit larven en adulten. 6
7 Figuur 3: Verzamelen van de trips met de mondzuiger Figuur 4: Tellen van de trips en overbrengen naar de schaaltjes De beoordelingen werden genoteerd op T +24u, T +48u, T +72u en T +7d. Resultaten en bespreking De dode trips en de levende trips werden geteld om vervolgens het sterftepercentage te berekenen. De resultaten staan in de tabel hieronder. Vierentwintig uur na het verstuiven was er geen statistisch verschil tussen de verschillende behandelingen. Na 48 uur vertoonde «referentie bio» al resultaat want bij deze behandeling werd er 75 % dode trips teruggevonden. De efficiëntie van de andere behandelingen is hoger dan de controlegroep «water» maar hun onmiddellijke actie is lager in vergelijking met «referentie bio» Na 72 uur zijn de resultaten meer uitgesproken: de «referentie bio» is bijzonder efficiënt want in de schaaltjes is meer dan 90 % van de trips dood. De essentiële olie van marjolein en de natuurlijke pyrethra met koolzaadolie zijn aanzienlijk efficiënter dan de controlegroep, maar het percentage dode trips is amper hoger dan 50 %, wat niet voldoende is in volle grond waar de populaties groter zijn. Na 7 dagen zijn bijna alle trips voor de behandeling «referentie bio» dood. De andere behandelingen zijn aanzienlijk beter dan de controlegroep «water», maar het rechtstreeks effect lijkt onvoldoende. Figuur 5: Resultaten van de evaluatie van de efficiëntie van natuurlijke substanties tegen Thrips tabaci 7
8 Evaluatie van het belang van natuurlijke substanties in de strijd tegen trips in vollegrond Materiaal en methodes Het belang van 6 substanties werd geëvalueerd door de schade veroorzaakt door de trips op prei in vollegrond te vergelijken. De natuurlijke substanties werden verstoven op verschillende data die in de tabel hieronder aangeduid staan. De proef werd in blokken (Fisher) uitgevoerd met 3 herhalingen. De elementaire percelen waren 15 m² groot. De prei werd op 22 mei geplant. De behandelingen gingen op 17 juli van start. Voor de behandeling «Referentie bio» werden de behandelingen om de 2 weken uitgevoerd. Voor de andere natuurlijke substanties werden de behandelingen wekelijks uitgevoerd. De beoordelingen werden uitgevoerd op verschillende data om het percentage bladschade door trips te evalueren en dus de efficiëntie van de verschillende natuurlijke substanties te beoordelen in vollegrond. Resultaten en bespreking De algemene resultaten van deze proef tonen aan dat enkel «Referentie bio» een effect heeft dat aanzienlijk hoger is dan de controlegroep. De resultaten van de andere behandelingen zijn gelijkaardig aan die van de controlegroep. Figuur 12: Resultaten van de evaluatie van de efficiëntie van natuurlijke substanties tegen Thrips tabaci in vollegrond 8
9 Proef onder gecontroleerde omstandigheden over het repulsief effect van natuurlijke substanties in de strijd tegen trips Materiaal en methodes Met behulp van een olfactometer werd het repulsieve effect van verschillende producten op trips getest. Met die meter kan het geteste insect (hier trips) kiezen tussen twee verschillende geuren. Na een bibliografisch onderzoek werden er drie substanties geselecteerd: essentiële olie van rozemarijn (Rosmarinus officinalis), sap van look en essentiële olie van marjolein (Origanum majorana). De Y-vormige olfactometer is gebaseerd op deze die gebruikt wordt door DIAZ-MONTANO, Hij bestaat uit een Y-vormige buis met een interne diameter van 0,5 cm. Elk uiteinde van de Y-vormige buis is verbonden met een erlenmeyer van 250 ml. De erlenmeyers zijn aangesloten op een luchtpomp. De luchtstroom wordt aan elk uiteinde geregeld op ongeveer 0,2 l/min met behulp van een debietmeter. De lucht wordt gezuiverd door middel van passage door een koolfilter. Figuur 6: experimentele opstelling voor de test met de olfactometer De trips uit de massakweek onder gecontroleerde omstandigheden worden ongeveer 4 uur voor de test met de olfactometer afgenomen. Ze worden individueel in kleine buisjes geplaatst. Figuur 7: Afname van trips in de kweek De natuurlijke substanties worden rechtstreeks aangebracht op de prei, die vooraf gespoeld werd met regenwater. Het regenwater werd ook gebruikt voor de voorbereiding van de oplossingen op basis van natuurlijke substanties. De ph van het water werd herleid tot 6 en werd gecontroleerd met een colorimetrische test. De preiplanten werden individueel in de Erlenmeyers geplaatst (een niet-behandelde plant versus een behandelde plant of controlegroep 1 versus controlegroep 2). De luchtpomp wordt opgestart. De trips die getest moet worden, wordt daarna vrijgelaten in de eerste centimeter van de basis van de Y-vormige buis van de olfactometer. Als de trips, nadat die werd vrijgelaten, geen keuze maakt in de eerstvolgende 3 minuten, dan is het resultaat: «geen keuze». Als er binnen de 3 minuten een keuze gemaakt wordt, dan wordt dat opgetekend. Om fouten te vermijden: - De richting van de Y-vormige buis werd gewijzigd na elke reagerende trips, - De plaats van de erlenmeyer van de controlegroep (rechts/links) in vergelijking met de erlenmeyer van de Figuur 8: Afzondering van trips in een Eppendorf buisje FREDON Nord Pas-de-Calais Figuur 9: prei in opstelling voor de test met de olfactometer andere geteste opstelling wordt om de 2 reagerende trips gewijzigd. - De controlegroep (prei 1 of prei 2) wordt om de 4 reagerende trips gewijzigd. - De volgorde van de geteste behandelingen wordt bij elke herhaling gewijzigd waarbij de controlegroep als eerste behouden blijft om te controleren dat er geen fouten optreden. Het experiment werd uitgevoerd op 40 trips per opstelling. De tests verliepen over 5 dagen met 32 reagerende trips die per dag getest werden (8 reagerende trips per behandeling en per dag). Dat is in totaal 160 geteste reagerende trips. 1 Er werden twee stukken onbehandelde prei elk in een erlenmeyer geplaatst en daarna werden ze getest. In totaal ging 50 % van de reagerende trips naar de prei «Controlegroep 1» en 50 % naar de prei «Controlegroep 2». Dankzij die resultaten kunnen we veronderstellen dat er geen geurverschil is tussen de verschillende preistalen. Maar als we de resultaten, dag per dag, bestuderen, dan merken we op dat sommige preistalen meer aantrekken dan andere. In de natuur is het volstrekt mogelijk dat de prei op eenzelfde akker, ook al behoort ze allemaal tot hetzelfde ras, verschillende geuren uitzendt en dat ze trips dus op een andere manier aantrekt. Om mogelijke fouten te voorkomen bij de verdere proeven, worden Controlegroep 1 en Controlegroep 2 om de 4 reagerende trips gewisseld. 9
10 Resultaten en bespreking De algemene resultaten van deze proef tonen aan dat 50 % van de reagerende trips zich naar de prei van «Controlegroep 1» beweegt en dat 50 % zich naar de prei van «Controlegroep 2» beweegt. Voor de prei die beschermd wordt met essentiële olie van marjolein zijn de resultaten lichtjes anders: 47,5 % van de reagerende trips beweegt zich naar de prei van «Controlegroep» en 52,5 % kiest voor de prei die behandeld werd met essentiële olie van marjolein. Voor de behandeling met «sap van look», zijn de resultaten iets beter, met 62,5 % van de reagerende trips die kiest voor de prei uit de controlegroep en 37,5 % die kiest voor de prei die beschermd wordt met het sap van de look. Tenslotte beweegt 80 % van de reagerende trips zich voor het object «rozemarijn» naar de prei «Controlegroep» en slechts 20 % kiest voor de prei die beschermd wordt met essentiële olie van rozemarijn. Met behulp van een Anova-analyse hebben we een besluit kunnen trekken wat betreft de homogene groepen (zie tabel hiernaast). Het onderscheidend vermogen van de proef (met een risico van 5 %) bedraagt 73 %. We stellen dus vast dat essentiële olie van marjolein geen repulsief effect heeft in vergelijking met de controlegroep. Conclusie Onder gecontroleerde omstandigheden is het insectendodend effect van de geteste natuurlijke substanties op lange termijn (7 dagen na de behandeling) groter dan dat van de controlegroep. In de volle grond is spinosad (al gehomologeerd tegen trips in prei) efficiënter gebleken dan de controlegroep. Het is trouwens erg waarschijnlijk dat de andere geteste natuurlijke substanties gevoeliger waren voor de milieuomstandigheden in vollegrond (verdamping, afbraak door UV, uitspoeling...). De formulering van die natuurlijke substanties (betere stabiliteit, betere aanhechting van het product...) zou herwerkt moeten worden om de efficiëntie in vollegrond ervan te verbeteren. Het repulsieve effect werd enkel getest in gecontroleerde omstandigheden. De resultaten die behaald werden dankzij de essentiële olie van rozemarijn zijn erg veelbelovend. Het sap van look heeft ook een repulsief Bedanking We willen de volgende personen graag bedanken: Charlotte Cenier, Virginie Dahinger, Peter De Backer, Frederik De Cock, Wouter De Geyter, Martine Deguette, Jolien Depoortere, Mélanie De Roeck, Cyrielle Deswarte, Eric D Haeyere, Jean-Noël Houchat, Ninon Martin, Marie Figuur 11: Algemene resultaten van de proef inzake het repulsieve effect van natuurlijke producten op Thrips tabaci De essentiële olie van rozemarijn heeft een repulsief effect dat aanzienlijk groter is dan de controlegroep en het sap van look heeft een gemiddelde efficiëntie. effect maar minder dan de essentiële olie van rozemarijn. Het zou interessant zijn om de proeven verder te zetten in vollegrond. De combinatie van verschillende efficiënte natuurlijke substanties en opvolgingsmethodes (vangen met blauwe plakvallen, visuele observatie, gebruik van modellen...) voor trips op prei zou het mogelijk kunnen maken om deze plaag in prei op een duurzame manier onder controle te krijgen. Er moet echter nog veel onderzoek gevoerd worden voor er een oplossing gevonden zal worden die gebruikt kan worden door de producenten (kost van de behandelingen, tijdstip van de interventies, behandelingsritme...). Er moet ook onderzoek gevoerd worden om de populatie van bij het begin te verminderen (rotatie, gunstige omgeving...) en om de nuttige organismen te begunstigen (tripspredatoren...). Masschelein, Benjamin Petitbois, Christelle Ponitzki, Thierry Ponitzki, Aurore Porez, Tijl Ryckeboer, Pieter Van Parys, Hannes Van Quickelberghe, Anneleen Volckaert en Robrecht Winnepeninckx voor hun technische bijdragen en al hun advies tijdens dit onderzoek. Waarschuwing: de resultaten van dit artikel mogen niet gebruikt worden als aanbeveling 10
11 Realisatie van een praktijkgids over de geïntegreerde gewasbescherming van groenten en aardbeien. Deze gids, die ontwikkeld werd tijdens het EMMA project, bevat alternatieve methoden en preventieve acties voor de bestrijding van insecten en ziekten in de belangrijkste teelten van het grensoverschrijdend gebied zoals prei, kolen, sla, witloof, aardbei De gids zal verdeeld worden aan alle groente- en aardbeitelers in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Nord Pas-de-Calais. De thema s van de technische fiches zijn: Rasgevoeligheid Biodiversiteit en biologische bestrijding Preventieve maatregelen Mechanische onkruidbestrijding Waarschuwingsmodellen Detectiemethoden Fysische barrières Beredeneerde bemesting Verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmidddelen Zuiverende werking van groenbedekkers/tussenteelten Ook werden teeltkalenders ontwikkeld waarbij deze alternatieve technieken toegepast worden per teelt. 11
12 Partners : Financiers: 12
Invloed van een bloemenrand op trips en zijn natuurlijke vijanden in aardbei (doordragers)
Invloed van een bloemenrand op trips en zijn natuurlijke vijanden in aardbei (doordragers) Project: Waarnemen van tripsen op aardbeien voor de regio Oost-Vlaanderen, naar een duurzame beheersing d.m.v.
Nadere informatieTripsen. Tripsen TRIPSEN GEÏNTEGREERDE TRIPSBEHEERSING MET MICRO- EN MACRO-ORGANISMEN. Inagro 4/03/2016. Thysanoptera (franjevleugeligen)
Inagro 4/3/216 GEÏNTEGREERDE TRIPSBEHEERSING MET MICRO- EN MACRO-ORGANISMEN Jochen Hanssens Inagro 4/3/216 Studienamiddag gewasbescherming in glasgroenten en aardbei TRIPSEN Tripsen Thysanoptera (franjevleugeligen)
Nadere informatieTeelt van aardbei. Peilers IPM. 1. Preventie 2. Monitoring 3. Interventie 4. Registratie. Inagro 4/03/2016
Inagro 4/3/216 Teelt van aardbei HOE EEN EFFICIËNTE MONITORING EN BIOLOGISCHE BESTRIJDING OPZETTEN IN DE PRAKTIJK Serre, stelling, vollegrond Junidragers & doordragers Diverse klimaatomstandigheden Omschakeling
Nadere informatieBestrijding van trips door middel van functionele agrobiodiversiteit
Bestrijding van trips door middel van functionele agrobiodiversiteit Invloed van een bloemenrand op trips en zijn natuurlijke vijanden in aardbei (doordragers) In het kader van het PWO-project: Waarnemen
Nadere informatieAanleren van monitoringstechnieken, sleutel tot succes van biologische gewasbescherming in aardbei
Aanleren van monitoringstechnieken, sleutel tot succes van biologische gewasbescherming in aardbei Bladluizen, trips en kasspintmijt beheersen Aziatische fruitvlieg monitoren Van gangbare bestrijding naar
Nadere informatieBestrijding van trips door middel van functionele agrobiodiversiteit
Bestrijding van trips door middel van functionele agrobiodiversiteit Invloed van een bloemenrand op trips en zijn natuurlijke vijanden in aardbei (doordragers) In het kader van het PWO-project: Waarnemen
Nadere informatieWAARNEMINGS- EN WAARSCHUWINGSSYSTEMEN
WAARNEMINGS- EN WAARSCHUWINGSSYSTEMEN Els Lapage Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling KVIV-studiedag, 24 april 2014 Inhoud Wat? Financiering en uitvoerders Waarnemingen
Nadere informatieIPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij
IPM Integrated Pest Management: hoe voldoen aan wettelijke verplichtingen? Bart Debussche Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij Overzicht IPM: vanwaar komt het? IPM: wat is dit? IPM: hoe toepassen
Nadere informatieMONITORING EN BIOLOGISCHE BESTRIJDING IN AARDBEI. Eline Braet Inagro 16 januari 2018
MONITORING EN BIOLOGISCHE BESTRIJDING IN AARDBEI Eline Braet Inagro 16 januari 2018 Inleiding Overzicht van plagen en nuttigen Monitoringstechnieken Praktijkvoorbeelden 2 Inleiding Aardbei is een diverse
Nadere informatieTRACER. Een nieuwe aanpak bij de bestrijding van trips in prei
Een nieuwe aanpak bij de bestrijding van trips in prei TRIPSSCHADE DETAIL VOLWASSEN TRIPS een biologisch geproduceerd insecticide met een unieke werkingswijze doodt de schadelijke insecten snel en zeker
Nadere informatieBestrijding van trips in aubergine met roofmijten
Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten Gerben Messelink & Eric de Groot Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Glastuinbouw Business Unit Glastuinbouw juni oktober 2005 2005 2005 Wageningen,
Nadere informatiePraktische ervaringen met eetbare bloemen
Praktische ervaringen met eetbare bloemen Blindeman Liesbet PDPO- project 1 juli 2015 31 december 2017 Eetbare bloemen: sierlijk én smakelijk! 1 Keuze teeltsysteem Open lucht Onder bescherming Keuze in
Nadere informatieRoofwantsen en roofmijten in chrysant
Roofwantsen en roofmijten in chrysant Anton van der Linden, Marieke van der Staaij Kennis is macht in Chrysant, Wageningen UR Glastuinbouw 19 januari 2012 Projecten Roofwantsen in chrysant Orius majusculus
Nadere informatieBouwstenen voor een systeemaanpak voor tripsbestrijding
Bouwstenen voor een systeemaanpak voor tripsbestrijding Anton van der Linden, Marieke van der Staaij, Amir Grosman, Chantal Bloemhard, Gerben Messelink, Informatiebijeenkomst 31 oktober 2013 PT project
Nadere informatieNieuwe ontwikkelingen in de sierteelt
Nieuwe ontwikkelingen in de sierteelt Themadag Gewasgezondheid, Bleiswijk 8 maart 2012 Trends 2012 Woorden: Duurzaamheid! Weerbaarheid! Robuuste systemen! Nieuwe natuurlijke vijanden Spontaan Dit jaar
Nadere informatiePROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT
PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT Beredeneerde gewasbescherming vandaag en morgen 13 & 14 Juni 2017 te Ramillies Met ondersteuning van de Vlaamse en Waalse regio en ontvangst
Nadere informatieTripsbestrijding - W&W prei
Tripsbestrijding - W&W prei Schadebeelden 2017 Prei, ui, venkel, sluit- en spruitkool, ijsbergsla, 2 Trips - Thrips tabaci (120 waardplanten) - Symptoom: zuigschade -> zilverachtige vlekjes - Ontwikkeling:
Nadere informatieVerslag geïntegreerde bestrijding in de teelt van anjer.
Verslag geïntegreerde bestrijding in de teelt van anjer. Onderzoeksperiode 2009 Inhoud Inleiding... 2 Werkwijze... 2 Resultaten... 4 Discussie en conclusie... 8 1 Inleiding De anjerteelt heeft het onderzoeksproject
Nadere informatieTrips in de aardbeienteelt. Rob van den Oever, Vlamings
Trips in de aardbeienteelt Rob van den Oever, Vlamings Programma lezing Toegelaten middelen Hoe groot is het probleem nu eigenlijk? Terugblik 2014 Onderzoeken 2014 Praktijkopdracht Advies 2015 Wat werkt
Nadere informatieOmschakelen naar biologische teelt van aardbeien
Omschakelen naar biologische teelt van aardbeien Hoe aanpakken? Welke stappen zetten? Bepalen waarom je wenst om te schakelen Persoonlijke overtuiging Vraag van consument of afzet In functie van concept
Nadere informatieTrips Fax Project 2006
Trips Fax Project 2006 Uitvoerders: Prei telers H. Biemans, DLV Plant BV J. Hadders, Dacom PLANT Service BV Financiering door Productschap Tuinbouw 1 Inhoudsopgave 1. Problematiek... 3 2. Doelstelling...
Nadere informatieDe bietenteelt heeft veel herbiciden nodig
PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT Beredeneerde gewasbescherming vandaag en morgen 13 & 14 Juni 2017 te Ramillies Met ondersteuning van de Vlaamse en Waalse regio en ontvangst
Nadere informatieBiologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,
Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw, 2012-2016 Indicator 16 januari 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieBiologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw,
Biologische bestrijding van plagen in de glastuinbouw, 2000-2012 Indicator 30 maart 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieBIOLOGISCHE EFFICIËNTIE VAN DRIFTREDU- CERENDE DOPPEN TER BESTRIJDING VAN TRIPS EN ZIEKTES IN PREI
BIOLOGISCHE EFFICIËNTIE VAN DRIFTREDU- CERENDE DOPPEN TER BESTRIJDING VAN TRIPS EN ZIEKTES IN PREI Proefcode : OL09 PRGBST Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen
Nadere informatieNieuwsbrief Geïntegreerde Bestrijding Biologische bestrijders (deel 2)
Redactie Nieuwsbrief : PCS, Adviesdienst Gewasbescherming: Marc Vissers, Joachim Audenaert, Bart Haleydt, Ruth Verhoeven Vlaamse Overheid: Frans Goossens Nieuwsbrief Geïntegreerde Bestrijding Biologische
Nadere informatie5.2 Waarnemingen. Figuur 9. Uitzetten van lieveheersbeestjes
Uitzetten natuurlijke vijanden In 2008 werden twee soorten lieveheersbeestjes (Adalia bipunctata en Exochomus quadripustulatus), gaasvliegen (Chrysoperla carnea), galmuggen (Aphidoletes aphidimyza) en
Nadere informatieIntegrated Pest Management 8 Basisprincipes
Integrated Pest Management 8 Basisprincipes Van Haecke Dominique Agriflanders (Sanac) 10/01/2013 Wat is IPM? IPM = Integrated Pest Management = Geïntegreerde bestrijding Geïntegreerde plaagcontrole Het
Nadere informatieGEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER
GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER Marleen Mertens Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) INVLOED VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN Positieve effecten: Bijdrage
Nadere informatieMijten in de kas. Studiedag IPM. Vrijdag 22 november 2013 Joachim Audenaert
Mijten in de kas Studiedag IPM Vrijdag 22 november 2013 Joachim Audenaert IWT-090931 Duurzaam gebruik van roofmijten in de moderne energiezuinige sierteelt onder glas, met steun van IWT Vlaanderen Inleiding
Nadere informatieSLA RASGEVOELIGHEID LUIS EN ZIEKTEN
SLA RASGEVOELIGHEID LUIS EN ZIEKTEN Proefcode : OL13 SLRSLU Uitgevoerd in opdracht van: Interreg IV project EMMA Door: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6 9770
Nadere informatieBIOLOGISCHE ALTERNATIEVEN IN DE AARDBEITEELT. Céline De Baere Crop specialist
BIOLOGISCHE ALTERNATIEVEN IN DE AARDBEITEELT Céline De Baere Crop specialist Inhoudsopgave Wat gaan we bespreken? Trips bestrijding resultaten proef Proefcentrum Hoogstraten Bladluis bestrijding Flying
Nadere informatieTripsbestrijding en -resistentie. Hilde Eelen Dow AgroSciences PCS, 30 november 2011
Tripsbestrijding en -resistentie Hilde Eelen Dow AgroSciences PCS, 30 november 2011 Inhoud Trips Bestrijding Resistentie - Soorten - Schade - Erkende middelen - Tracer - Suiker - Mechanismen - Tripsresistentie
Nadere informatieOnderzoek naar en ontwikkeling van een nieuw bacterieel biopesticide voor de biologische bestrijding van trips en spint.
Onderzoek naar en ontwikkeling van een nieuw bacterieel biopesticide voor de biologische bestrijding van trips en spint. Willem Jan de Kogel, Plant Research International B.V. Willem Ravensberg, Koppert
Nadere informatieHasten Chrysant mineervlieg-spint
ng abamectine/kg blad) Hasten Chrysant mineervlieg-spint Uitgave SURfaPLUS Trading Maart 21 INHOUD: EFFECT HASTEN OP OPNAME ABAMECTINE IN CHRYSANTEN (PAG 1) FYTOTOXICITEIT TEST 25 (2) FYTOTOXICITEIT ONDERZOEK
Nadere informatieNeveneffecten van chemische middelen op roofmijten in komkommer. Gerben Messelink, Sebastiaan van Steenpaal en Marc van Slooten
Neveneffecten van chemische middelen op roofmijten in komkommer Gerben Messelink, Sebastiaan van Steenpaal en Marc van Slooten Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business Unit Glastuinbouw oktober
Nadere informatieIPM als wapen tegen resistentie
IPM als wapen tegen resistentie Verónica Dias - Els Mechant Studiedag potchrysant & perkplanten 10/12/2013 ADLO Demonstratieproject (2013-2015) Geïntegreerde gewasbescherming in de sierteelt Resistentie
Nadere informatieKruip in de huid van trips: invloed van gewas en klimaat op gedrag en bestrijding
Kruip in de huid van trips: invloed van gewas en klimaat op gedrag en bestrijding Gerben Messelink Wageningen University & Research, BU Glastuinbouw Gewasgezondheidsdag, 8 maart 2018 trips adulten eieren
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting 107 Achtergrond van het onderzoek Plaaginsekten kunnen in (fruit)boomgaarden veel schade veroorzaken. Vaak wordt het optreden van plaaginsekten in boomgaarden tegengegaan door
Nadere informatieGreen Challenges project
GREEN CHALLENGES Green Challenges project Uitdaging Het ontwerpen en testen van een systeemaanpak voor (nietchemische) ziekte- en plaagbestrijding > Identificeren van systeemsprongen 3 onderdelen Functionele
Nadere informatieI GEÏNTEGREERDE TEELT
I GEÏNTEGREERDE TEELT Geïntegreerde teelt RICHTLIJN 2009/128/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van
Nadere informatieSNIJBOON ONDER GLAS 2015
SNIJBOON ONDER GLAS 215 1. Snijboon - vergelijking stengelheid en frequentie TOAGLA15SJB_TT1 Doel van de proef Bepalen wat de invloed is van de stengelheid en de frequentie van ken op de arbeidsduur en
Nadere informatieIPM WETGEVING RICHTLIJNEN CHECKLIST Annie Demeyere Dienst Voorlichting
IPM WETGEVING RICHTLIJNEN CHECKLIST Annie Demeyere Dienst Voorlichting IPM-wetgeving-richtlijnen Europese wetgeving Vlaamse implementatie: NAPAN Vlaams Actieplan Duurzaam Gebruik van Pesticiden BVR toepassing
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31324 5 juni 2019 Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 29 mei 2019, nr. 19133310, houdende
Nadere informatieDOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw
DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse
Nadere informatieOPTIMALISATIE WAARSCHUWINGEN TEGEN TRIPS: MODEL VS. W&W
OPTIMALISATIE WAARSCHUWINGEN TEGEN TRIPS: MODEL VS. W&W Proefcode: OL12 PRTR01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6
Nadere informatiehttp://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=rq2m5pop 16/02/2010 Het Nieuwsblad - Gemeente Kruishoutem: 'Tomaten én tilapia houden beide van warmte' 'Tomaten én tilapia houden beide van warmte'
Nadere informatiecopyright Proeftuinnieuws
Thema Duurzame beheersing van Tuta absoluta een feit?! Tuta absoluta is sinds de eerste vaststelling in 2009 uitgegroeid van een zeer gevreesde tot een goed controleerbare plaag. Dat neemt niet weg dat
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18289 2 juli 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken 24 juni 2014 nr. 14099747, houdende tijdelijke
Nadere informatieONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU
ONDERZAAI GRAS IN BLOEMKOOL: EFFECT OP HET NITRAATRESIDU Proefcode : OL13 BKTTZA Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg
Nadere informatieEffect van watergiftmethode en cultivar op biologische tripsbestrijding in alstroemeria
Effect van watergiftmethode en cultivar op biologische tripsbestrijding in alstroemeria Marieke van der Staaij en Amir Grosman Rapport GTB-1256 Referaat Het effect van watergift en cultivar op het verpoppingsgedrag
Nadere informatieOPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKEN IN PREI
OPTIMALISATIE BEHANDELINGEN TEGEN TRIPS, ROEST EN PAPIERVLEKKEN IN PREI Proefcode : OL13 PRTR01 Uitgevoerd in opdracht van: ADLO 4-2012: Integratie van IPM in de vollegrondsgroenteteelt in Vlaanderen Vlaamse
Nadere informatieBESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE
BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE In opdracht van Productschap Tuinbouw April 2004 Ing. C. Oostingh Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56
Nadere informatieRESULTATEN UIT HET ONDERZOEK WORTEL. Bart Declercq, Sofie Darwich & Sabien Pollet 03/03/2016
RESULTATEN UIT HET ONDERZOEK WORTEL Bart Declercq, Sofie Darwich & Sabien Pollet 03/03/2016 INHOUD - MINEERBORSTELMOT - WORTELVLIEG - BLADLUIZEN - ANDERE SCHADEVERWEKKERS Schade Alternaria Mineerborstelmot
Nadere informatieIPM ALS BASIS VOOR EEN MODERNE LANDBOUW VERPLICHT VANAF Annie Demeyere Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling
IPM ALS BASIS VOOR EEN MODERNE LANDBOUW VERPLICHT VANAF 2014 Annie Demeyere Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Wetgeving Richtlijn 2009/128 voor een duurzaam gebruik van pesticiden Hoofdstuk 1 definities
Nadere informatieAdvies - Projecten - Onderzoek - Internationaal
Advies - Projecten - Onderzoek - Internationaal Praktijk schets van IPM in Pot Anthurium Situatie schets van periode 1 januari tot 1 juli 2014 Opgesteld door Eric Kerklaan Gewasbescherming specialist bij
Nadere informatieZwartvruchtrot slaat toe
Zwartvruchtrot slaat toe Wendy van Hemelrijck, Proefcentrum Fruitteelt vzw Matty Polfliet, Henny Balkhoven Fruitconsult Inleiding 2013 zal herinnerd worden als een apart jaar voor de fruitteelt. Het seizoen
Nadere informatieBESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT
BESTRIJDING VAN KASWITTEVLIEG (Trialeurodes vaporariorum) IN TOMAAT 2009 Dit project is gefinancierd via Productschap Tuinbouw Ing. C. Oostingh Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telephone (0228) 56 31 64
Nadere informatieMechanische en andere niet-chemische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector en gewas,
Mechanische en andere niet-chemische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector en gewas, 2012-2016 Indicator 16 januari 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele
Nadere informatieKoolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia
Koolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia 1. Stand van het gewas (observatie 7mei) Op vandaag zijn alle percelen volop in bloei. Op de percelen met een egale gewasstand, behalen we
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44722 2 augustus 2018 Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit d.d. 1 augustus 2018, nr. 18204455,
Nadere informatieINVLOED VAN DIVERSE GROENBEMESTERS OP ZIEKTEDRUK VAN VERSCHILLENDE BODEMGEBONDEN ZIEKTES
INVLOED VAN DIVERSE GROENBEMESTERS OP ZIEKTEDRUK VAN VERSCHILLENDE BODEMGEBONDEN ZIEKTES Proefcode: OL14 GRBMZI In opdracht van: Interreg IV project EMMA Grensoverschrijdende samenwerking rond alternatieve
Nadere informatieSNIJBOON ONDER GLAS 2015
SNIJBOON ONDER GLAS 215 1. Snijboon - vergelijking stengeldichtheid en bladplukfrequentie TOAGLA15SJB_TT1 Doel van de proef Bepalen wat de invloed is van de stengeldichtheid en de frequentie van bladplukken
Nadere informatieIntroductie Batavia. 7 juni 2018 World Horti Center, Naaldwijk
Introductie Batavia 7 juni 2018 World Horti Center, Naaldwijk Spirotetramat Werkzame stof: Formulering: Chemische groep: IRAC code: Spirotetramat 100 g/l SC Keto-enolen 23 Envidor (contact) Oberon (translaminair)
Nadere informatiePlantgezondheidEvent. 23 maart 2017
PlantgezondheidEvent 23 maart 2017 PPS Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid Trekkers: Willem Jan de Kogel (Wageningen University & Research) Helma Verberkt (LTO Glaskracht Nederland) Annet Zweep (ministerie
Nadere informatieNematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa
Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa Spanje, Javea, Cap Sant Antoni december 2013 - februari 2014 Door: Silvia Hellingman-Biocontrole Onderzoek en Advies en Jan van Eijle
Nadere informatieCalifornische trips in lelie
Californische trips in lelie Hans Kok, Cor Conijn en Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen Juni 2004 PPO nr. 330803 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle
Nadere informatieSchadelijke mijten in glastuinbouw
Schadelijke mijten in glastuinbouw Juliette Pijnakker (Biobest) en Ada Leman (WUR) PlantgezondheidEvent 2019 Welke mijtensoorten komen onder glas voor? Spintmijten Kasspintmijt Fruitspintmijt Citrusspintmijt
Nadere informatieCoragen De revolutie in fruitmotbestrijding in de appel- en perenteelt
Coragen De revolutie in fruitmotbestrijding in de appel- en perenteelt ieuwe werkzame stof biedt betere bescherming De schadelijke fruitmot vormt een toenemend probleem in de appel- en perenteelt en zorgt
Nadere informatieNieuwe partner in de strategie tegen perenbladvlo
Nieuwe partner in de strategie tegen perenbladvlo Perenbladvlo: Psylla pyri Atilla Probleem bestrijding Psylla? Volwassen stadium is mobiel Larve beschermd door honingdauwdruppel Meerdere generaties per
Nadere informatieWeekhuidmijten bij azalea:
Weekhuidmijten bij azalea: geïntegreerd bestrijden van de plaag Els Mechant IWT-project (LO: 100859): Plantresistentie tegen Polyphagotarsonemus latus in de sierteelt ADLO-project (2013-15): Geïntegreerde
Nadere informatieDuurzaam en helder naar de toekomst
Duurzaam en helder naar de toekomst De visie en ambitie van Nefyto Visie Voor een productieve en duurzame landen tuinbouw is geïntegreerde gewasbescherming een belangrijke voorwaarde. Deze land- en tuinbouw
Nadere informatieKomkommerbontvirus en overdracht via insecten
Komkommerbontvirus en overdracht via insecten Ineke Stijger, Roel Hamelink Rapport GTB-1275 2012 Wageningen, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) onderzoeksinstituut Wageningen UR Glastuinbouw.
Nadere informatieRASSENPROEF LOSSE TOMAAT
RASSENPROEF LOSSE TOMAAT Proefcode : gb13tors01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost- Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9
Nadere informatieIPM: voorbeelden uit de praktijk. Nathalie Cap & Luc De Reycke
IPM: voorbeelden uit de praktijk Nathalie Cap & Luc De Reycke Nationaal Actie Plan Preventie: biodiversiteit, resistente/tolerante cultivars, rotatie, bemesting, bodem management, irrigatie, hygiëne, Monitoring:
Nadere informatieBESTRIJDING MINEERVLIEG IN CHINESE KOOL
BESTRIJDING MINEERVLIEG IN CHINESE KOOL Proefcode: OL11 CKIN01 Uitgevoerd in opdracht van: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Technisch Comité Karreweg 6 9770 Kruishoutem
Nadere informatieAfwijkingen bestrijden
Afwijkingen bestrijden De ziekte- of schadeveroorzaker is al aanwezig en je bent tot de conclusie gekomen dat er bestreden moet worden. Welke methode ga je dan hanteren? Er zijn verschillende methoden
Nadere informatieBest practices geïntegreerde bestrijding in potplanten: praktijkproef. Bonte de Jong en Adriaan Vermunt
Best practices geïntegreerde bestrijding in potplanten: praktijkproef Bonte de Jong en Adriaan Vermunt 15 oktober 2014 Best practices geïntegreerde bestrijding in potplanten: praktijkproef Opdrachtgever:
Nadere informatieBIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE
BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE 1 e GRAAD 1 LESUUR FICHES VOOR DE LEERLINGEN FICHE 1 - A WORTELEN Biowortelen van een bioboer die kiest voor natuur en milieu. Bio kiest voor natuur en milieu! De biowortelboer(in)
Nadere informatieContext-dependent Chemical Communication, Alarm Pheromones of Thrips Larvae P.J.A. de Bruijn
Context-dependent Chemical Communication, Alarm Pheromones of Thrips Larvae P.J.A. de Bruijn Nederlandse samenvatting Veel diersoorten maken gebruik van alarmsignalen om soortgenoten te waarschuwen voor
Nadere informatieDuurzaam middelengebruik: een gezamenlijke opgave. Ernst van den Ende Algemeen Directeur Plant Sciences Group Wageningen UR
Duurzaam middelengebruik: een gezamenlijke opgave Ernst van den Ende Algemeen Directeur Plant Sciences Group Wageningen UR Toenemende vraag naar voedsel Beschikbaarheid ongelijk verdeeld Malnutrition
Nadere informatieIPM IN DE BIETENTEELT T IS NIE MOEILIJK, T IS GEMAKKELIJK
IPM IN DE BIETENTEELT T IS NIE MOEILIJK, T IS GEMAKKELIJK Januari 2014 Barbara Manderyck KBIVB ADLO project: de weg naar duurzame landbouw verder zetten! www.inagro.be www.lcg.be www.irbab kbivb.be www.pcainfo.be
Nadere informatieGEBRUIKERSHANDLEIDING
Agraphyt NV Torhoutbaan 89 B8480 Ichtegem, België. tel + 32 50 703099 Fax + 32 50 703084 BE 0872 535 289 www.agraphyt.be info@agraphyt.be DOSERING: GEBRUIKERSHANDLEIDING Opdat het product kan binnendringen
Nadere informatieBijlage VMBO-KB biologie CSE KB. tijdvak 1
Bijlage VMBO-KB 2012 tijdvak 1 biologie CSE KB. KB-0191-a-12-1-b Glastuinbouw informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 5 en beantwoord dan vraag 38 tot en met 46. Bij het beantwoorden van die vragen
Nadere informatieSMAAK EN CONSUMENTEN PARTNER VOOR PUBLIEK EN PRIVAAT ONDERZOEK
PCG tot uw dienst HET PCG Het PCG is sinds 1977 actief in onafhankelijk praktijkonderzoek en voorlichting in de groenteteelt en biedt een ruime waaier aan diensten en adviezen voor telers en andere actoren
Nadere informatieV O O R D E S K U N D I G H E I D I N P R O D U C T O N T W I K K E L I N G
BCO-Thrips 03-06-2014 V O O R D E S K U N D I G H E I D I N P R O D U C T O N T W I K K E L I N G Inhoud Doelstelling / Achtergronden Screening Kasproef Praktijkproef Eindconclusies Doelstelling Verhogen
Nadere informatieEen nieuwe roofmijt tegen trips in chrysant
Een nieuwe roofmijt tegen trips in chrysant Verzamelen en kweken van Neoseiulus reductus Anton van der Linden Rapport GTB-1148 Referaat De biologische bestrijding van trips in chrysant is begonnen als
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DG Dier, Plant en Voeding (DG4) DIENST GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN MESTSTOFFEN BAYER CROPSCIENCE SA-NV J. E. MOMMAERTSLAAN
Nadere informatiede biologische bouwsteen in de geïntegreerde teelt.
de biologische bouwsteen in de geïntegreerde teelt. NeemAzal-T/S onmisbaar in de geïntegreerde teelt Geïntegreerde teelt is alleen mogelijk bij een goed evenwicht tussen bestrijdende maatregelen en plagen
Nadere informatieBijlage VMBO-GL en TL
Bijlage VMBO-GL en TL 2012 tijdvak 1 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie GT-0191-a-12-1-b Glastuinbouw informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 6 en beantwoord dan vraag 38 tot en
Nadere informatieMechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas,
Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas, 1995-2012 Indicator 30 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieKetenbenadering voor verlaging milieu-impact sierteelt ( )
Ketenbenadering voor verlaging milieu-impact sierteelt (15-5-2019) World Horti Center Onderzoeksfaciliteiten Demokwekerij Westland Onderdeel van Proeftuin Zwaagdijk 2 onderzoeklocaties in het Westland
Nadere informatieNATUURLIJKE PLAAGBEHEERSING IN DE GRAANTEELT. Femke Temmerman, Inagro
NATUURLIJKE PLAAGBEHEERSING IN DE GRAANTEELT Femke Temmerman, Inagro INHOUD 01_ Natuurlijke vijanden 02_ FAB? 03_ Onderzoek 2009 2012 04_ Besluiten 01_ NATUURLIJKE VIJANDEN IN GRANEN Natuurlijke vijanden
Nadere informatieRasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof
Rasresistentie tegen Phytophthora infestans in het loof - 2013 V. César (CRA-W) Samenvatting Om de aardappelziekte onder controle te houden zijn heel wat fungicidebehandelingen nodig. Het gebruik van rassen
Nadere informatieTripsbestrijding in prei
Tripsbestrijding in prei Trips - Thrips tabaci (120 waardplanten) - Symptoom: zuigschade -> zilverachtige vlekjes - Ontwikkeling: T > 11,5 C overwintert als adult of pop 2 Larvale stadia: kleurloos tot
Nadere informatieVerslag geleide bestrijding wortelvlieg 2016
Verslag geleide bestrijding wortelvlieg 2016 In het kader van IPM ondersteunt Inagro ook dit jaar opnieuw de worteltelers bij de geleide bestrijding van de wortelvlieg. Na de zaai van de wortelen, kwam
Nadere informatieContinuering geïntegreerde bestrijding insectenplagen over teeltwisselingen heen
Continuering geïntegreerde bestrijding insectenplagen over teeltwisselingen heen Gerben Messelink, Sebastiaan van Steenpaal, Wim van Wensveen en Pierre Ramakers Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.
Nadere informatieGuido sterk. Biobest Hoofd registratie en R&D IPM aardbeien Ontwikkeling database nevenwerkingen
IPM Impact Linter Agropolis Kinrooi Guido sterk Origine marien bioloog Opzoekingsstation van Gorsem (nu PCF Velm) 1983-1994 Registratie proeven hard- en zachtfruit insecticiden/acariciden/rodenticiden
Nadere informatieIPM als basis voor een
als basis voor een moderne landbouw Annie Demeyere Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Landbouw en Visserij 1 Integrated Pest Management - Wetgevend kader 1. Verordening 1107/2009/EG voor het op de
Nadere informatielandbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 3
landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 3 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1).
Nadere informatie