Koolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia

Transcriptie

1 Koolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia 1. Stand van het gewas (observatie 7mei) Op vandaag zijn alle percelen volop in bloei. Op de percelen met een egale gewasstand, behalen we dan ook een zeer mooie egale bloei. Op sommige percelen zien we volop bloei aan de zijkanten van het perceel en een begin van de bloei in het midden van het perceel. Deze laatste percelen zullen dan ook een lange bloei tegemoet gaan. De bijenkasten zijn ook overal geplaatst, wat zal zorgen voor een goede bestuiving met een betere opbrengst als gevolg. Voor een goede bestuiving mogen er gerust een 4-5 tal kasten per ha geplaatst worden. In onze rassenproef te Zande zien we tussen de rassen een goed verschil in de vroegheid van de bloei: Variëteiten met vroege bloei Arsenal Avatar Dynastie Sherpa Sitro Variëteiten met gemiddelde bloei Atenzo Diffusion Dynastie DK Exstorm Genie PR46W21 Safran Variëteiten met late bloei Bonanza Chrome DK Explicit DK Exquisite Bij de vroege rassen zijn de eerste bloemblaadjes gevallen en de eerste 10 hauwtjes gevormd (lengte tussen de 2-4cm). De secundaire bloeiwijzen zijn dan ook in bloei.

2 2. Koolzaadsnuitkever Nu alle percelen volop in bloei zijn, is het gevaar voor de koolzaadglanskever geweken. Daarbij werd de schadedrempel niet gehaald en werd er doorgaans niet behandeld tegen de koolzaadglanskever. De koolzaadsnuitkever daarentegen maakt nu zijn opmars. De grijs/groene kevers zijn moeilijk waarneembaar in de gele vangbakken. Daarom moeten de kleine kevers (speldenkopje groot) goed geobserveerd worden vooral op de hauwtjes en eventueel op de bloemen. Deze kevers prikken de hauwtjes aan voor hun voeding. Ze leggen ook eitjes in de hauwen. Directe schade kan optreden door de larven die zich in de hauwtjes ontwikkelen, deze larven zullen per hauwtje evenwel slechts een beperkt aantal zaadjes vernietigen. Er kan indirecte schade optreden doordat de koolzaadgalmug haar eitjes legt op die plaatsen waar de kevers de hauwtjes hebben aangeprikt. De ontwikkeling van de larven van deze mug in de hauwtjes zorgt ervoor dat de hauwtjes vroegtijdig open springen. Volg de druk van koolzaadsnuitkever op vanaf het moment dat de eerste bloemblaadjes beginnen te vallen.er wordt best behandeld vanaf het ogenblik dat gemiddeld 1 kever per 2 planten (geteld op 50 planten) wordt waargenomen. Vaak situeert de grootste druk zich in de randen van het perceel. Behandeling Voor producten en dosissen verwijzen we naar het vorig koolzaadbericht. De meerderheid van deze producten erkend tegen de koolzaadglanskever worden ook gebruikt voor de behandeling tegen de koolzaadsnuitkever. (gebruik een ander product (andere actieve stof) dan hetgeen gespoten tegen de koolzaadglanskever om geen resistentieopbouw te veroorzaken) Bij de observatie van de verschillende percelen werden er geen snuitkevers waargenomen in de vangbakken en op de planten. In West-Vlaanderen is de druk op vandaag nog beperkt.!!!in Frankrijk en Wallonië daarentegen neemt de druk snel toe, waardoor er op vandaag al wordt ingegrepen. Volg de druk van de koolzaadsnuitkever dus voldoende op in het veld.

3 3. Sclerotinia Sclerotinia is één van de belangrijkste ziekten in koolzaad. Geen enkele variëteit is resistent. Infectie kan leiden tot grote opbrengst verliezen. De schimmel overleeft in de bodem onder de vorm van scleroten. In het voorjaar worden deze scleroten actief, waarbij er sporen worden geproduceerd die de bloemblaadjes infecteren. Bij het vallen van de bloemblaadjes (bij de hauwvorming, kan wel tot 3 weken duren), blijven de blaadjes kleven aan de bladeren en stengels van de plant. De op de bloemblaadjes aanwezige sporen ontwikkelen zich op die plaatsen tot schimmels, die de bladeren en later de stengel gaan infecteren. In erge situaties kan dit zelf leiden tot opdrogen van plantendelen door het onderbreken van de sapstroom in de stengels. Vooral bij koel, vochtig weer en op percelen waar er ook bonen, erwten, selderij, witloof, wortelen of chicorei wordt geteeld, is er een verhoogde kans op sclerotinia. Éénmaal er sclerotinia aanwezig is geweest op een perceel kan dit zeer lang in de bodem aanwezig blijven. Daarbij kunnen de sporen van sclerotinia zich ver (soms wel 10km) verplaatsen. Vorig jaar (zeer lang nat voorjaar) merkten we op verschillende percelen met bonen in de teeltrotatie en percelen waar er regelmatig met koolzaad wordt terug gekeerd een grote aantasting van sclerotinia. Op die percelen was er dan ook een groot opbrengstverlies. Ontwikkeling van de schimmel op een blad Zware aantasting van de stengel, vorming van scleroten

4 Wanneer behandelen? Behandeling kan enkel preventief. Wanneer men te vroeg behandeld zijn nog onvoldoende bloemknoppen open en dus onvoldoende bloemblaadjes beschermd tegen infectie. Wacht men te lang, dan zijn de bladeren onvoldoende beschermd tegen de mogelijks geïnfecteerde bloemblaadjes. Ideaal is behandelen in stadium G1. Dwz: - Zijstengels beginnen bloeien - Op meer dan de helft van de planten zijn op de hoofdstengel de eerste hauwtjes gevormd - De eerste bloemblaadjes vallen af Waarnemingen in het veld: Op vandaag bevinden een deel van de percelen zich in het stadium G1 (zie hierboven). Van op het ogenblik dat een perceel zich in dit stadium bevindt, adviseren we te behandelen, zeker rekening houdend met het wisselvallig weer dat momenteel voorspeld wordt. Toestand in West-vlaanderen: Bij vele landbouwers waar geen sclerotinia gevoelige teelten worden geteeld en er een teeltrotatie is van minimum 5-7jaar voor koolzaad wordt er doorgaans niet behandeld. Hier wordt een risico genomen. Daar de aantasting onvoorspelbaar is en dit voor een grote opbrengstvermindering kan zorgen, wordt er toch een preventieve behandeling aanbevolen. Enkel bij aanhoudend zeer droog weer tijdens de risico-periode kan overwogen worden de behandeling weg te laten.

5 Met wat behandelen? De behandeling tegen sclerotinia moet preventief gebeuren. Behandelen wanneer de symptomen al optreden, is niet meer effectief. Op vandaag zijn volgende producten/actieve stoffen erkend: Actieve stoffen en concentratie Handelsmiddel en dosis per ha 125g/l Prothioconazool + 125g/l Tebuconazool 1l/ha Prosaro* 50% Boscalid 0,5kg/ha Cantus 500 g/l Iprodine Grisu (nieuw product) 250 g/l Tébuconazole Tebucur 250 EW (nieuw product) 50% Boscalid + 60 g/l METCONAZOOL 0,25 kg/ha Cantus + 0,8kg/ha Caramba** 50% Boscalid g/l TEBUCONAZOOL*** 0,5kg/ha Cantus + 0,5l/ha Horizon EW * werkt ook tegen witziekte en alternaria ** Caramba is ook erkend ter bestrijding van phoma, alternaria en legeren door reductie van de stengelgroei. *** Tebuconazool werkt ook tegen witziekte, alternaria en legeren door reductie van de stengelgroei. Tebuconazool (=Horizon EW, Folicur,Tebusip) Behandeling tegen Snuitkever en Sclerotinia 1x? Vanuit Wallonië wordt er niet aangeraden om een mengeling van een fungicide en insecticide toe te passen. Dit kan zorgen voor agressie bij de bestuivende insecten. Wel zou een mengeling met Boscalid en een insecticide toegestaan zijn. Pas dit steeds s avonds toe, zodat het insecticide nog een nacht kan inwerken vooraleer de bijen terug uitvliegen. Voor meer info of teelttechnische vragen: Inagro Beitem Alain Vandaele 051/ of alain.vandaele@inagro.be Anne-Sophie Vandevoorde 051/ of anne-sophie.vandevoorde@inagro.be