Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs"

Transcriptie

1 W O R K I N G P A P E R Hanneke Potters, Patricia Poelmans Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs Bevindingen van 7 pilots Ruud de Moor Centrum

2

3 WORKING PAPER Hanneke Potters, Patricia Poelmans Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs Bevindingen van 7 pilots

4 Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door de financiële ondersteuning van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan het programma Zij-instroom van de Open Universiteit Nederland. Copyright Ruud de Moor Centrum, 2008 All right reserved. No part of this publication may reproduced, stored, in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of the publishers. Printed in The Netherlands. 2 OUN

5 Ruud de Moor Centrum De Open Universiteit Nederland ontwikkelt en verzorgt open hoger afstandsonderwijs en is tevens een partner voor lerarenopleidingen en scholen voor de professionalisering van onderwijsgevenden. Bij deze professionalisering gaat het om de bestrijding van de tekorten aan leraren door middel van: - flexibilisering van opleiding en nascholing door afstandsonderwijs; - competentiegericht onderwijs en leren op de werkplek. Binnen de Open Universiteit Nederland is de expertise met betrekking tot deze professionalisering samengebracht in het Ruud de Moor Centrum. Dit centrum vervult taken in het kader van ontwikkeling, vernieuwing en verspreiding van instrumenten. Daarnaast wordt praktijkgericht onderzoek en evaluatie van de professionaliseringsactiviteiten ten behoeve van onderwijsgevenden verricht. Deze taken worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met scholen voor primair en voortgezet onderwijs, lerarenopleidingen en andere afdelingen en organisatieonderdelen van de Open Universiteit Nederland. De werkzaamheden van het Ruud de Moor Centrum leiden regelmatig tot producten en diensten, die ondersteunend kunnen zijn voor bijvoorbeeld flexibilisering of leren op de werkplek. In de delen van de Ruud de Moor Centrum reeks worden de schriftelijke resultaten hiervan, die een geformaliseerd of afgerond karakter hebben, vastgelegd. Daarbij kan gedacht worden aan praktisch gerichte publicaties voor het onderwijsveld, resultaten van onderzoek zoals dissertaties, oraties, achtergrondinformatie, stateof-the-art overzichten en dergelijke. De publicaties van het Ruud de Moor Centrum zijn bedoeld voor alle geïnteresseerden in het onderwijs. Het Ruud de Moor Centrum geeft daarnaast working papers (als het voorliggende paper) uit, met voorlopige onderzoeksresultaten van pilots, interessante best practices, beschrijvingen van innovaties, beschrijvingen van implementaties, evaluatiegegevens, exploitatiebevindingen, weergaven van discussies en overwegingen, voorlopige stellingnames, rapportages van voorstudies, prototypen en voorlopige ontwerpen, haalbaarheidsstudies, analyses, praktische documenten en dergelijke. Deze working papers zijn gericht op zij-instromers, beginnende leraren, opleiders en begeleiders (in lerarenopleidingen en in scholen) en beleidsmakers, media en alle anderen die op basis van belangstelling en/of professionele activiteiten betrokken zijn bij de innovatie van trajecten die bijdragen aan de professionalisering van onderwijsgevenden. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 3

6 4 OUN

7 Inhoudsopgave 1 Inleiding 7 2 Schets van de context en achtergrondtheorie 8 3 Onderzoeksvragen 12 4 Evaluatieopzet 15 5 De Cops; beschrijving en ervaringen CoP Utwente CoP Samen Opleidingen CoP Fontys Folie CoP KPZwolle CoP Domstad Pabo CoP VMBO assistentenopleiding CoP PO 42 6 Conclusies en aanbevelingen 46 7 Dankwoord 53 8 Bronnen 54 Bijlage 1: Succesfactoren 57 Bijlage 2: Observatieprotocol 59 Bijlage 3: Vragenlijsten 60 Bijlage 4: Checklist succesfactoren voor moderatoren en tabel succesfactoren 67 Bijlage 5: Het 5-fasen model van Gilly Salmon 68 Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 5

8 6 OUN

9 1 Inleiding Met de opkomst van digitale samenwerkingsomgevingen en elektronische communicatiemedia, zoals bijvoorbeeld en MSN, is het gemakkelijk ervaringen uit te wisselen en kennis te delen op grote afstand. De fysieke afstand maakt immers niet veel meer uit. Dit delen van kennis en ervaringen via internet verloopt ook steeds meer door middel van virtuele gemeenschappen, zogenaamde Virtuele Communities of Practice. In hoofdstuk 2 wordt beschreven wat een CoP nu precies is. Tevens wordt ingegaan op de vragen om welke kennis het gaat en hoe (virtuele) communities in een onderwijscontext ingezet kunnen worden. In het bedrijfsleven zijn CoP s al een bekend fenomeen. In het onderwijs is nog weinig ervaring opgedaan met Communities of Practices. Daarom is het Ruud de Moor Centrum, in samenwerking met scholen en lerarenopleidingen, een zevental pilots gestart. Om het concept CoP te toetsen in de onderwijspraktijk zijn vooraf twee onderzoeksvragen gesteld: 1. Kunnen de succesfactoren van een Community of Practice vormgegeven worden? 2. Is de CoP ook interessant als instrument voor (opleidings)scholen en lerarenopleidingen? In hoofdstuk 3 staan deze onderzoeksvragen verder uitgewerkt. In hoofdstuk 4 komt de evaluatieopzet aan de orde. De pilots zijn zeer divers. Ze hebben niet gelijktijdig gelopen en zijn bovendien uitgevoerd door verschillende personen. Om de pilots toch met elkaar te kunnen vergelijken is, voor zover mogelijk, dezelfde onderzoeksmethodiek gehanteerd. In hoofdstuk 5 staan de bevindingen van zeven pilots beschreven. 1. CoP Universiteit Twente; 2. CoP Samen Opleiden Hogeschool Rotterdam; 3. CoP Fontys Folie Fontys lerarenopleiding ; 4. CoP Katholieke Pabo Zwolle; 5. Een alumnicop Domstad Pabo; 6. Een CoP voor VMBO-assistenenopleiding; 7. Een landelijke CoP voor docenten werkzaam in het primair onderwijs. Per Community of Practice wordt ingegaan op de aanleiding en de opzet. Vervolgens komen de evaluatie en de resultaten aan de hand van de beschreven onderzoeksvragen aan bod. Tot slot volgt een conclusie over de desbetreffende CoP. Hoofdstuk 6 gaat nader in op de eindconclusies en de aanbevelingen. Ondanks het feit dat aan elke Community of Practice een gedegen voorbereiding vooraf gaat, lukt het niet altijd een succesvolle CoP in het leven te roepen. Door middel van vele gesprekken met de betrokkenen en het leggen van dwarsverbanden met zowel de theorie als de praktijk, is het toch mogelijk waardevolle conclusies te trekken. Het Ruud de Moor Centrum gaat ervan uit, dat docenten en managementleden die overwegen een Community of Practice in hun onderwijspraktijk op te starten, met deze aanbevelingen aan de slag kunnen. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 7

10 2 Schets van de context en achtergrondtheorie 2.1 Wat is een Community of Practice? Een Community of Practice is een groep mensen die een zorg, probleem of passie met betrekking tot een bepaald domein delen en die hun kennis en vaardigheden willen verdiepen door middel van een continue uitwisseling hierover (Wenger, McDermott en Snyder, 2002; Smith, 2003). Er zijn verschillende soorten CoP s (Nickols, 2003). CoP s kunnen als het ware zelf ontstaan en zelfregulerend zijn, andere CoP s zijn meer georganiseerd. In deze workingpaper wordt uitgegaan van het eerder georganiseerde type. Iedere CoP heeft bijvoorbeeld een moderator die de discussie in goede banen tracht te leiden. Communities zijn geen nieuw fenomeen. Ze ontstaan op het werk, op school en tijdens onze vrijetijdsbesteding. Door de opkomst van ict wordt tegenwoordig vaak gebruik gemaakt van een virtueel platvorm waar mensen elkaar ontmoeten en informatie uitwisselen (Filius, 2007). Het virtueel platform is hierbij het instrument, niet meer en niet minder. Een goed Nederlands voorbeeld van een levendige Community is het reumadorp: Dit is een virtueel dorp waar mensen met reumatische aandoeningen op een spontane manier met elkaar in contact kunnen komen. Het belangrijkste doel van de Community is het faciliteren van lotgenotencontact. Aan dit laatste is veel behoefte omdat reumapatiënten minder mobiel zijn, niet (meer) aan het arbeidsproces kunnen deelnemen en vaak geen lid kunnen zijn van (sport)verenigingen. Het fenomeen samen activiteiten doen, samen communiceren, samen iets delen, wordt mogelijk gemaakt op momenten en plaatsen waar fysiek bij elkaar komen onmogelijk is. Deelnemers bezoeken deze Community bijvoorbeeld vaak s nachts wanneer men niet kan slapen van de pijn. Het is vrijwel zeker dat je op dat tijdstip anderen ontmoet. 2.2 Waarom inzet van Virtuele Communities voor de professionalisering van Leraren? Uitwisselen van impliciete, tacit knowledge Het uitwisselen van kennis en ervaringen is belangrijk voor zowel beginnende als ervaren leraren. Het gaat in Communities of Practice vooral om de ervaringskennis die in de hoofden van docenten zit en daardoor vaak impliciet blijft. Deze kennis wordt ook wel aangeduid als tacit knowledge. Het gaat om inzichten en vaardigheden die in de praktijk zijn opgedaan en relevant zijn gebleken (Dieleman, 2007). Meestal wordt dit soort kennis in de lerarenkamer uitgewisseld. Juist vanwege het feit dat algemeen erkend wordt dat tacit knowledge het best in de authentieke omgeving geleerd kan worden, brengen aankomende leraren meer tijd door op de stageschool, of liever gezegd de opleidingsschool. Deze tendens wordt aangeduid met de term Samen Opleiden. Ook ervaren leraren moeten zich bekwamen in allerlei nieuwe inzichten en zich richten op maatschappelijke ontwikkelingen die belangrijk zijn voor hun onderwijs. Hoe ga je bijvoorbeeld om met ADHD leerlingen en hoogbegaafde leerlingen? Meestal stuurt men een docent naar een cursus of scholingsdag waar een expert aan het woord wordt gelaten. Soms beklijven nieuwe inzichten beter door het delen van ervaringen over het onderwerp. Dit kan uitstekend in een face-to-face setting. Het is echter 8 OUN

11 ook denkbaar dat een virtuele omgeving hierbij ondersteunend kan zijn. Voorwaarde is dan wel dat deze op de juiste wijze wordt gemodereerd. Een Virtuele Community of Practice is het instrument bij uitstek om juist die impliciete kennis expliciet te maken. Het gaat immers om een digitale omgeving waarbinnen ervaringen worden uitgewisseld en gedeeld. Daarnaast bestaat natuurlijk ook de zogeheten boekenkennis of boekenwijsheid. Dieleman (2007) spreekt in dit verband ook wel van Modus 1 kennis. Ook deze kennis blijft belangrijk, maar is in eerste instantie niet bedoeld om uit te wisselen in een Virtuele Community of Practice. Mocht men deze formele kennis toch digitaal willen delen, dan spreekt men eerder van kennisbanken, een Community of Learners of een samenwerkingsomgeving Plaats- en tijdsonafhankelijk Communities of Practice kunnen, mede door de mogelijkheid tot plaats- en tijdsonafhankelijke communicatie, een vernieuwende bijdrage aan de professionalisering van onderwijsgevenden bieden. Scholen en opleidingen beschikken over een uitgebreid netwerk aan begeleiding van leraren. In de meeste gevallen werkt dit, soms ook niet. Er zijn scholen waar de begeleiding onvoldoende is. Begeleiding valt vaak helemaal weg na het afstuderen, terwijl dan het praktijkleerproces in alle hevigheid losbarst. Nieuwe leraren kunnen behoefte hebben aan een klankbord in de vorm van een Community. Dit steuntje in de rug kan hen behoeden voor een gevoel er alleen voor te staan of in het ergste geval het gevoel toch de verkeerde beroepskeuze te hebben gemaakt. Door inzet van virtuele communities wordt de inner circle van (beginnende) docenten groter en is informatie-uitwisseling niet meer tot een bepaalde afstand of een bepaald tijdsmoment beperkt Sociale competenties van de leraar Sociale interactie alleen moet niet gezien worden als een noodzakelijke voorwaarde voor het verkrijgen van kennis en vaardigheden ten aanzien van didactiek en vakgebied. Sociale competenties van docenten zijn belangrijke vaardigheden binnen het profiel van aanstaande, beginnende en ervaren docenten (Lockhorst & Admiraal, 2007) en zijn noodzakelijk voor de ontwikkeling van de beroepsgroep als geheel. Dit is het derde argument voor de inzet van Communities of Practice voor de professionalisering van onderwijsgevenden. Docenten die in staat zijn en bereid zijn samen te werken met collega s leren niet alleen zelf, maar stimuleren ook het ontstaan van een professionele leer- en werkcultuur. CoP s kunnen de sociale competentieontwikkeling tussen onderwijsgevenden ondersteunen. In het onderwijs is nog maar weinig ervaring opgedaan met de CoP als instrument voor professionalisering. In Nederland zijn de Communities voor docenten op Digischool ( een voorbeeld. Verder zijn er voorbeelden in onder meer de Verenigde Staten, Australië en Canada, zoals Novice Teacher Support Project ( Survive and Thrive Virtual Conference for Beginning Teachers ( of Beginning and Establishing Succesful Teachers ( Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 9

12 2.3 Toepassingsmogelijkheden van een Community of Practice voor Leraren Iedere Community is uniek en heeft een specifiek doel. Hieronder volgen diverse toepassingsmogelijkheden van een Virtuele Community. De opsomming is niet uitputtend en het is ook mogelijk dat een Community meerdere doelen tegelijk nastreeft. In dit geval is uitgegaan van de vragen die het Ruud de Moor Centrum vanuit het onderwijsveld heeft gekregen. Een Community kan een rol spelen in de verschillende loopbaanfasen die een docent doormaakt: tijdens de opleiding, als alumnus van de opleiding en als beginnende en ervaren leerkracht. Volgens deze fasen kan een onderscheid worden gemaakt in: Communities die zich binnen het curriculum van een lerarenopleiding afspelen; Communities ten behoeve van de alumni van een lerarenopleiding; Communities ten behoeve van de professionalisering van beginnende en ervaren docenten. Communities binnen het curriculum van een lerarenopleiding Communities kunnen binnen het curriculum van een lerarenopleiding ingezet worden. Bijvoorbeeld bij het begeleiden op afstand, of in het kader van (de ontwikkeling) van een product. Voor de inzet van begeleiden op afstand zijn diverse lerarenopleidingen met de vraag gekomen een CoP op te zetten die studenten op afstand kunnen begeleiden op hun stage. Deze paper beschrijft de ervaringen die zijn opgedaan met vier van dergelijke Communities: 1. Op de Universiteit Twente is de CoP een middel om ervaringen uit te wisselen tussen studenten tijdens hun stage (zie 5.1). 2. Samenscholing.Nu is een duaal lerarenopleidingproject in Rotterdam. Studenten volgen een duaal opleidingstraject waarbij ze direct werken op een (vmbo)school. Ze zien elkaar een keer per week op de lerarenopleiding. De aanleiding voor de CoP is studenten een platform te bieden waar ze tussentijds ervaringen met elkaar kunnen uitwisselen, even 'stoom kunnen afblazen' en elkaar kunnen informeren over het 'schoolleven' (zie 5.2). 3. Op de Fontys lerarenopleiding te Tilburg (FLOT) is een CoP ingericht voor studenten die niet in de gelegenheid zijn regelmatig intervisiebijeenkomsten bij te wonen, bijvoorbeeld voor studenten die stage lopen in het buitenland of studenten die stage lopen op een nietopleidingsschool (zie 5.3). Daarnaast is een CoP opgezet rondom een te ontwikkelen Product voor deeltijdstudenten vakdidactiek Frans (eveneens 5.3). 4. De studenten van de Katholieke Pabo Zwolle gebruiken een CoP om een onderzoek op te zetten en uit te voeren op de school waar ze stage lopen (zie 5.4). Communities ten behoeve van alumnibeleid Opleidingen streven naar een alumnibeleid. Ze moeten dit ook vanuit accreditatie-eisen, maar hebben vaak geen idee hoe te beginnen. Door een CoP te koppelen aan een alumnisite realiseert de lerarenopleiding een vaak door alumni bezochte alumniportaal. Op deze manier blijven contacten met de alumni actief. Hogeschool Domstad heeft een CoP ingezet in het kader van het alumnibeleid (zie 5.5). 10 OUN

13 Communities ten behoeve van de professionalisering van beginnende en ervaren docenten Als laatste mogelijkheid komt de CoP als middel om beginnende en ervaren docenten te professionaliseren aan bod. Via twee verschillende pilots is hiermee ervaring opgedaan: 1. via een Community of Practice voor docenten van de nieuwe assistentenopleiding VMBO (zie 5.6). 2. een landelijke CoP voor docenten primair onderwijs (zie 5.7). In hoofdstuk zes, waarin de conclusies en de aanbevelingen staan beschreven, zal nader ingegaan worden op deze fasenindeling van de Communities of Practice. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 11

14 3 Onderzoeksvragen Zoals in de inleiding is vermeld, gaat het Ruud de Moor Centrum in deze paper uit van twee onderzoeksvragen: 1. Kunnen de succesfactoren van een Community of Practice vormgegeven worden? 2. Is de CoP ook interessant als instrument voor (opleidings)scholen en lerarenopleidingen? 3.1 Succesfactoren van een CoP In de literatuur wordt veel aandacht besteed aan de mogelijke succesfactoren van een CoP. Zo beschrijft Rick Blunt acht communitybuilding foundations, namelijk: 1. Purpose: een CoP moet een fundamentele rede van bestaan hebben rond een gedeelde doelstelling 2. Shared Space: er moet een gedeelde plek zijn die mensen bij elkaar brengt 3. Group Identity: groepsidentiteit geeft duidelijke grenzen aan wie tot de Community behoort en wie niet 4. Membership Profiles: deelnameprofielen zijn niet alleen belangrijk om de reputatie van een Community te bouwen en te verbeteren, maar ook voor relaties zelf 5. Sharing Culture: een cultuur van bereidheid tot kennisdeling is belangrijk 6. Negotiated/self Governance: hoe gedragen we ons in de Community 7. Feedback: er moeten regelmatige momenten van feedback zijn, zodat duidelijk wordt of al dan niet aan de behoeftes van de Community wordt voldaan 8. Technology: technologie is een middel De Digitale Universiteit (Beijering, 2002) hanteert vijf gouden regels: 1. De Community moet een individueel belang dienen, maar inhoudelijk een gemeenschappelijk domein bestrijken. 2. De rol van de moderator wordt bepaald door doelen, werkwijze en activiteiten van de Community. 3. De digitale omgeving moet gebruikersvriendelijk zijn (simpel, etc.). 4. Een combinatie van virtueel en fysiek contact is essentieel. Door de fysieke afstand is de noodzaak tot digitale communicatie groter. Een Community kan echter alleen maar functioneren als de deelnemers elkaar kennen en regelmatig ontmoeten. 5. Een CoP kost tijd, geld en stafinzet. Hezemans en Ritzen (2003) noemen zeven succesfactoren: 1. Organiseer voorbereidende activiteiten zodat professionals de mogelijkheid hebben elkaar te ontmoeten en gezamenlijke belangstelling voor bepaalde thema s of onderwerpen uit te spreken. 2. Start met een kleine groep mensen (bestaande informele clubjes). 3. Benoem een coördinator in de groep. 4. Geef CoP s een plaats in de instelling. 12 OUN

15 5. Organiseer een coördinerende Community, die expertise bezit en ontwikkelt met betrekking tot het belang van CoP s voor organisatie en individu, kennismanagement en het coachen van Communities. 6. Stel in de CoP regelmatig de opbrengstvraag aan de orde. 7. Sluit als Community aan bij de werksituatie en problemen van de deelnemers. Hanraets, Potters & Jansen (2006) spreken van lagen in een CoP (doel, inhoud en werkwijze). Een succesvolle CoP koerst op haar doelstellingen, werkt aan relevante thematiek uit het beroepsveld en hanteert een eigen werkwijze. Doel heeft heldere doelstellingen; is verankerd in de organisatie(s) en heeft een draagvlak; Inhoud heeft haar eigen inhoud namelijk datgene wat de deelnemers en de organisatie willen inbrengen in de Community; Werkwijze kiest haar eigen inrichting en werkvormen; heeft een identiteit, een eigen profiel; heeft voortdurend zorg voor haar sociale weefsel. De literatuurverwijzing naar succesfactoren van CoP s is exemplarisch en zeker niet volledig. Bij de operationalisatie van de succesfactoren is voornamelijk van het gedachtegoed van Wenger (2002) uitgegaan. Volgens Wenger is het, om een CoP succesvol in te zetten, van belang aandacht te besteden aan drie dimensies, namelijk: 1. Domein (waar het over gaat). Het domein creëert een gezamenlijk perspectief en gevoel van een gezamenlijke identiteit. Het domein inspireert leden om bij te dragen en te participeren. Het creëert ook een gevoel van verantwoordelijkheid en het brengt mensen bij elkaar. Zonder betrokkenheid bij het domein is een CoP gewoon een groep vrienden. Voor de dimensie Domein is de vaststelling van het initieel domein van belang. De leden moeten het domein regelmatig herdefiniëren. De Community moet een individueel belang dienen, maar inhoudelijk een gemeenschappelijk domein bestrijken. De grenzen van het domein kunnen continu verschuiven. Verder is de afbakening van de leeragenda belangrijk. De deelnemers moeten regelmatig stilstaan bij de vraag wat er tot nu toe geleerd is. Tevens moeten zij zich afvragen of de leeragenda nog steeds een breed gedragen agenda is. 2. Gemeenschap (wederzijdse betrokkenheid). De Community creëert een sociale verbondenheid voor en door leren. Een sterke Community koestert en voedt interacties en relaties, gebaseerd op wederzijds respect en vertrouwen. In de loop van de tijd ontstaat een gevoel van een gezamenlijke geschiedenis en een gezamenlijke identiteit. Voor de dimensie Gemeenschap moet er een gemeenschapsgevoel zijn en worden onderhouden om in vertrouwen te kunnen Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 13

16 delen. Dit wordt ook wel cohesie of sociaal weefsel genoemd. Men moet het gevoel hebben erbij te horen en graag terug willen keren naar de CoP. 3. Praktijk (gedeelde handelingsrepertoire). De handelingspraktijk is een set van kaders, ideeën, hulpmiddelen, informatie, stijlen, taal, verhalen en documenten die de leden van de Community delen. De praktijk is de specifieke kennis die de groep ontwikkelt, deelt en behoudt. Er moet steeds een uitwisseling zijn met de praktijk. Anders kan de CoP in een geïsoleerde positie geraken. Vragen en probleemstellingen moeten steeds getoetst worden aan de praktijk en de leeragenda van de deelnemers moet ook regelmatig bijgesteld worden. Hieraan ontleent de CoP zijn identiteit. Bij de evaluatie van de CoP s blijft één van de vragen dus voortdurend of de succesfactoren Domein, Gemeenschap en Praktijk van de CoP vormgegeven kunnen worden. Bovenstaande succesfactoren zijn samengevat in een schema (bijlage 1). 3.2 Is de CoP ook interessant als instrument voor (opleidings)scholen en lerarenopleidingen? Niet alleen voor de deelnemers, maar ook voor (opleidings)scholen en lerarenopleidingen kan een CoP een interessant (opleidings-/begeleidings-) instrument zijn. Bij de CoP s waarbij (opleidings)scholen en/of lerarenopleidingen betrokken zijn, worden de betrokkenen geïnterviewd. 14 OUN

17 4 Evaluatieopzet 4.1 Evaluatie van de pilot-cop s Om de evaluatie van pilots beheersbaar en uitvoerbaar te houden, is een algemeen evaluatieplan opgesteld waarin een stramien voor de evaluatie van CoP s voor Nieuwe Leraren wordt beschreven (Poelmans, 2005). De bedoeling is tot een generieke opzet te komen voor de evaluatie van CoP s die door het Ruud de Moor Centrum worden opgezet en/of gefaciliteerd. Zo worden de verschillende pilots zoveel mogelijk op dezelfde manier en volgens dezelfde methodiek geëvalueerd. Daarnaast bestaat de mogelijkheid via iedere pilot specifieke evaluatievragen te formuleren die, voor zover mogelijk, worden meegenomen. In hoofdstuk 5 volgt een beschrijving van de verschillende CoP s. De gehanteerde evaluatiemethode per pilot zal kort worden aangeduid. 4.2 Methode van dataverzameling Informatie wordt verzameld bij zowel de communitydeelnemers als bij de moderatoren. De doelgroep van de Communities bestaat uit docenten met weinig tijd. Dit laatste heeft al invloed op de deelname aan de Community. Voor de evaluatie betekent dit, dat de evaluatieactiviteiten van de deelnemers zo weinig mogelijk tijd vragen. Data worden als volgt verzameld: 1. Er worden logginggegevens verzameld. Loggings geven inzicht in de kwantitatieve deelname aan de CoP. 2. De CoP wordt geobserveerd aan de hand van een observatieprotocol (zie bijlage 2). Er kan vanuit twee invalshoeken geobserveerd worden: a. kwantitatief, wie neemt hoe vaak deel? (de participatiegraad) b. kwalitatief, wat is de aard van de reacties die gepost worden? 3. De communitydeelnemers krijgen tussentijds en na afloop van de pilot een vragenlijst voorgelegd: a. tussentijdse bevraging: vragen over succesfactoren en usability b. eindbevraging: vragen over succesfactoren, meerwaarde en usability In bijlage 3 zijn twee voorbeelden van vragenlijsten opgenomen. 4. De moderator van de CoP vult een checklist over succesfactoren in. Bij de checklist is de indeling van Wenger (2002) Domein, Gemeenschap en Praktijk gebruikt. In bijlage 4 is de checklist opgenomen. 5. De moderator houdt vaak ook nog een eindgesprek met de deelnemers. Enkele moderatoren worden tussentijds en na afloop door de auteurs geïnterviewd. Uiteindelijk leveren de vragenlijst voor de deelnemers en de checklist over succesfactoren voor de moderatoren de meeste input op voor de resultaten van de zeven pilots. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 15

18 5 De CoP s: beschrijving en ervaringen In dit hoofdstuk wordt per pilot een beschrijving gegeven van de aanleiding en opzet van de Community of Practice. De evaluatie en resultaten ten aanzien van de twee onderzoeksvragen komen aan bod en tot slot worden, voor zover mogelijk, al één of meerdere conclusies getrokken. Hoofdstuk 6 is geheel gewijd aan alle conclusies en aanbevelingen. Bij alle CoP s wordt volgens hetzelfde stramien gewerkt. Naar aanleiding van een vraag vanuit de onderwijspraktijk (vraaggestuurd) wordt eerst een analysedocument gemaakt. In dit analysedocument, ook wel startnotitie genoemd, is vastgelegd wie de betrokken partijen zijn, wie waar verantwoordelijk voor is en de doelstellingen die partijen willen bereiken met de inzet van een Community of Practice. Vervolgens wordt een evaluatieplan opgesteld en de CoP-omgeving ontworpen en gerealiseerd. Het ontwerpen van de omgeving vindt niet altijd door het Ruud de Moor Centrum plaats. Indien een school of lerarenopleiding zelf de beschikking heeft over een digitale leeromgeving, wordt meestal de voorkeur gegeven aan het gebruik hiervan. Hoewel Communities ook zonder ict gerealiseerd kunnen worden, zijn de pilots die beschreven worden in deze workingpaper allen toegespitst op Communities die ook een ict component hebben. De desbetreffende Communities zijn allemaal gerealiseerd in Microsoft Sharepoint. Voordat de Community of Practice van start gaat, zijn er meestal nog voorbereidende bijeenkomsten met de betrokken docenten en/of studenten. De evaluatie vindt plaats volgens de in hoofdstuk 4 geschetste methodieken. 5.1 CoP ELAN Utwente Aanleiding voor de CoP Studenten van diverse vakken (Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde, Informatica, Economie, Maatschappijleer, Verzorging) van de eerstegraads lerarenopleiding ELAN van de Universiteit Twente volgen een minor Schoolprakticum 1. Vakdidactiek 1 en Schoolpracticum 1 (stage in het Voortgezet Onderwijs) worden naast elkaar gevolgd. Deze periode wordt voorafgegaan door een tijdspanne waarin oriënterende vakken (Onderwijskunde 1, Inleiding Vakdidactiek en Oriëntatie Schoolpracticum) gevolgd worden. Onderdeel van Schoolpracticum 1 betekent dat de studenten stage gaan lopen in het middelbaar onderwijs. Tijdens de stage komen de studenten wekelijks bijeen in een setting per vak (vakdidactiek), maar de studenten komen niet gezamenlijk bijeen. Ook worden de studenten begeleid op de stagescholen door een SPD (Stage Practicum Docent). De vakdocenten gaan gemiddeld één keer op stagebezoek. De studenten maken bij vakdidactiek gebruik van TeleTOP, het platform van de Universiteit Twente, waarin vooral aanbodgericht gewerkt wordt. Cursussen en opdrachten kunnen hierin worden klaargezet. Het is ook mogelijk om via dit platform te communiceren met de vakdocent. Een CoP is in dit geval ingericht als extra ondersteuningsmiddel in de begeleiding en als middel tot uitwisseling tussen studenten van de diverse vakken onderling Opzet Vooraf houden de vakdocenten van ELAN een bijeenkomst waarin de doelstelling van deze Community wordt gepresenteerd en bediscussieerd. Het uitgangspunt is dat deze Community een overstijgende CoP moet zijn, waarin studenten van de verschillende vakken dus vooral over de vakoverstijgende thema s 16 OUN

19 kunnen discussiëren. Het gaat hierbij dus om een aanvulling op de bijeenkomsten van het eigen vak. In de CoP kunnen deelnemers in vier discussiegroepen hun bijdragen plaatsen en discussiëren, namelijk: 1. communiceren en pedagogiek; 2. klassenorganisatie en didactiek; 3. samenwerken in de school; 4. reflectie en ontwikkeling. FIGUUR 1 Openingspagina CoP Utwente Ter introductie van de CoP wordt een startbijeenkomst voor de studenten georganiseerd en geleid door de coördinator van de pilot vanuit ELAN. Daarin worden de achtergronden belicht, wordt hands-on kennisgemaakt met de CoP en vindt discussie plaats. Daarna is het de bedoeling dat de studenten in de omgeving de eigen ervaringen kunnen inbrengen. Een moderator vanuit ELAN is aangesteld om te modereren. Deze moderator is tevens de onderwijskundige docent van de module waarbinnen de virtuele CoP gaat draaien. In totaal zijn 35 studenten van diverse vakken (natuurkunde, scheikunde, wiskunde, informatica, economie, maatschappijleer en verzorging) en 8 lerarenopleiders uitgenodigd om gebruik te maken van de CoP. Evaluatie en resultaten De communitydeelnemers krijgen na afloop van de pilot een vragenlijst voorgelegd met vragen over succesfactoren, meerwaarde en usability. Negen deelnemers vullen de vragenlijst in. Daarnaast wordt de CoP ook geobserveerd aan de hand van een observatieprotocol. Er vindt een eindgesprek plaats met alle betrokkenen (studenten en docenten). Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 17

20 Deelname In totaal worden 26 berichten in de 4 fora geplaatst, waarvan 14 door de moderator. Dit betekent dat de bijdrage van de deelnemers bestaat uit slechts 12 berichten. Acht verschillende deelnemers hebben meestal maar één bijdrage geleverd. Dit betekent niet dat de andere studenten de CoP niet bezoeken. Aan de hand van logginggegevens van de CoP blijkt, dat negen andere deelnemers de CoP wel bezoeken, maar geen bijdrage aan de discussies leveren. Succesfactoren Domein De doelstellingen van de CoP en de vragen waarop men binnen de CoP antwoorden krijgt, blijken niet voor alle deelnemers even duidelijk. Volgens de studenten heeft de CoP geen toegevoegde waarde ten opzichte van de bijeenkomsten voor vakdidactiek en de informatieuitwisseling via Teletop. Gemeenschap Van een gemeenschap is binnen deze CoP niet echt sprake. Deelnemers vertrouwen elkaar wel, maar ze hebben niet echt het gevoel erbij te horen of de wens graag terug te keren naar de CoP. Ondanks het feit dat de deelnemers redelijk tevreden zijn over de moderator, kan deze de discussie in de CoP niet aanzwengelen. Praktijk Gezien de geringe interactie functioneert de CoP niet goed. Het gevolg is dat weinig prakijkverhalen worden ingebracht en dat vragen via andere communicatiekanalen worden beantwoord. CoP interessant als instrument voor (opleidings)scholen en lerarenopleidingen? Alhoewel de CoP Utwente niet echt een succes genoemd kan worden, komt uit het eindgesprek met studenten en docenten naar voren dat een virtuele community een welkome aanvulling binnen het curriculum van vooral de educatieve master kan zijn. Een digitale omgeving, mits deze deel uitmaakt van het gangbare webplatform en een vanzelfsprekend en integraal onderdeel is van het geheel, maakt het dan mogelijk samen te werken zonder in elkaars onmiddellijke nabijheid te zijn. Samenwerkend leren en actief participeren in een community zijn activiteiten die geschaard zouden kunnen worden onder leerdoelen van het curriculum van de lerarenopleiding gericht op het verwerven van de 5 e en 7 e SBLcompetentie: samenwerken met collega s en persoonlijke ontwikkeling. Met name de studenten geven aan dat exclusieve aandacht voor deze competenties in het curriculum noodzakelijk is je leert dat niet zomaar!. Alle betrokkenen zien in dit perspectief mogelijkheden voor een Community of Practice in het tweede deel van de educatieve master. Conclusie Van een levendige virtuele community is bij de CoP Utwente slechts in beperkte mate sprake. De beschikbaarheid van andere communicatiekanalen en vormen van begeleiding dragen ertoe bij dat de studenten deze vakoverstijgende CoP als overbodig beschouwen. Een deelnemer verwoordt als volgt hoe hij/zij de virtuele CoP ervaren heeft: 18 OUN

21 De CoP is niet bepaald tot leven gekomen. Dit is niet zo vreemd omdat de CoP één van de vele contactmanieren is die wij studenten hebben met elkaar. Ten eerste zien wij elkaar minimaal een keer per week, ten tweede is daar Teletop, waar die onderdelen uit CoP die nuttig kunnen zijn (vraag en antwoord, discussieboard, uitwisseling documenten) ook geplaatst kunnen worden en ten derde heb ik gemerkt dat ik de meeste problemen die ik op de CoP zou willen zetten toch vooral met aankomende docenten uit mijn eigen vakgebied wil bespreken omdat die het beste snappen hoe mijn lessen in elkaar zitten. Ten derde was er bij het vak onderwijskunde 2 ook nog sprake van een gezamenlijke website waarop nieuws en discussies geplaatst konden worden. De deelnemers ervaren niet echt meerwaarde bij participatie in de CoP. Toch wordt een CoP als interessant instrument voor (opleidings)scholen en lerarenopleidingen gezien. Dat geldt dan vooral in de educatieve master. In een vraaggesprek met de moderator geeft deze aan dat juist de masterstudenten meer bezig zijn met vakoverstijgende problemen die ze tegenkomen in de praktijk. Echter, de virtuele community moet integraal onderdeel uitmaken van het programma en de vakdocenten zullen zich dan ook moeten conformeren en niet alle vragen in de vaklessen beantwoorden. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 19

22 5.2 CoP Samen Opleiden Aanleiding voor de CoP Samenscholing.Nu is een duaal lerarenopleidingproject in Rotterdam. Studenten volgen een duaal opleidingstraject waarbij ze direct werken op een (vmbo)school. Ze zijn verdeeld over zes scholen in Rotterdam. Ze zien elkaar een keer per week op de lerarenopleiding. De aanleiding voor de virtuele communityomgeving is studenten een platform te bieden waar ze tussentijds ervaringen kunnen uitwisselen met elkaar, even 'stoom kunnen afblazen' en elkaar kunnen informeren over het 'schoolleven' Opzet De CoP Samen Opleiden start in december Er vindt een startbijeenkomst plaats met de deelnemende studenten. In de virtuele communityomgeving begeleidt de moderator de discussies en maakt deelnemers waar nodig wegwijs in het gebruik van de CoP. Experts (de werkplekcoaches) kunnen antwoord geven op (vak)inhoudelijke vragen waar de studenten niet uitkomen. FIGUUR 2 Openingspagina CoP Samen Opleiden 20 OUN

23 5.2.3 Evaluatie en resultaten Omdat de CoP Samen Opleiden niet goed functioneert, wordt deze virtuele community niet via de standaardprocedure, maar via een eindinterview met de moderator van de CoP geëvalueerd. Deelname Studenten maken er geen gebruik van. Slechts twee studenten plaatsen een bericht in het forum. Studenten starten zelf een MSN-groep waarin ze ervaringen uitwisselen. Daarnaast hebben de studenten nog verschillende andere communicatiemogelijkheden: website van de praktijkschool\website van de projectgroep; ELO op de hogeschool; websites van de vaksecties. FIGUUR 3 Student en ict De student kan op verschillende manieren zijn praktijkervaringen bespreken en verwerken, namelijk via: besprekingen met de coach in de school; vakdocent praktijkschool; besprekingen met bezoeker hogeschool (ambassadeur); tutorbesprekingen op de hogeschool in mentorgroep; helpdesk van de vaksectie; virtuele community. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 21

24 FIGUUR 4 Student en Praktijk Succesfactoren Uit het interview met de moderator komt naar voren dat er onvoldoende draagvlak voor de virtuele communityomgeving is, zowel bij de studenten als vanuit de hogeschool (tutoren en coaches). Studenten hebben geen behoefte aan nog een extra platform voor communicatie met medestudenten. Ze willen wel communicatie met de Hogeschool. Zowel bij studenten als tutoren bestaat een zekere weerstand tegen ict. De coaches (docenten van de Hogeschool) zijn niet overtuigd van de CoP. Wanneer studenten dan toch de CoP bezoeken, roept een eenvoudige handeling als het toegangswachtwoord niet kunnen aanpassen, weerstand op. Bovendien zijn naast de Sharepointomgeving heel wat andere informatiekanalen (zie schema hierboven) beschikbaar. Om het gebruik van de CoP te bevorderen, worden veel acties ondernomen. De studenten krijgen het verzoek de virtuele omgeving twee weken te gebruiken in plaats van de MSN-groep. Hieraan wordt geen gehoor gegeven. Ook de plaatsing van foto s, video-opnames en mededelingen in de CoP levert geen reacties op. Het polsen van belangstelling voor contact via een Community met andere duale opleidingen blijft eveneens zonder resultaat Conclusies De door het Ruud de Moor Centrum opgezette communityomgeving functioneert niet volgens de verwachtingen. Studenten vormen zelf een eigen Community door het starten van een MSN-groep. Bovendien zijn er heel wat andere kanalen om de praktijkervaringen te bespreken en te verwerken. De belangrijkste conclusie naar aanleiding van deze pilot is dat vooraf een grondige analyse plaats moet vinden om het draagvlak voor en de behoefte aan (de digitale omgeving voor) een Community of Practice te meten. 22 OUN

25 Tevens is het van belang voor aanvang vast te stellen wat de gebruikelijke manier van communiceren is. Anders gezegd: wat is de groepsnorm? De groepsnorm of groepscultuur blijkt bij deze pilot een significante factor bij de mediakeuze (Haythornthwaite, 1997). Ondanks de behoefte aan het uitwisselen van informatie en ervaringen prefereren de studenten MSN. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 23

26 5.3 CoP Fontys Foli(e) / Fontys Online Intervisie De Fontys LerarenOpleiding Tilburg (FLOT) wil een virtuele communityomgeving inrichten voor de inzet van begeleiding van studenten op afstand oftewel een Community rondom de stage (a). Daarnaast is er belangstelling voor de opzet van een CoP rondom een product. Eerst zal de pilot rondom de stages (a) beschreven worden. Deze pilot valt in twee periodes uiteen. Daarna komt de pilot rondom een product (b) aan de orde a Aanleiding CoP: rondom de stage Op de FLOT lopen studenten stage op stagescholen. Vaak zijn deze stageplaatsen tevens opleidingsscholen. Dat wil zeggen dat minimaal één dag in de week een FCD er (Fontys Contact Docent) op de stageschool aanwezig is om de studenten te begeleiden door middel van intervisie. Er zijn echter twee groepen studenten die niet in de gelegenheid zijn regelmatig intervisiebijeenkomsten bij te wonen: 1. Studenten die stage lopen of werken op niet-opleidingsscholen; 2. Studenten die stage lopen in het buitenland (Suriname, Nederlandse Antillen, Zuid Afrika en Frankrijk). Voor beide groepen is een begeleiding deels op afstand en vooral een flexibelere begeleiding gewenst a Opzet eerste periode Van november 2005 tot de zomervakantie in 2006 loopt de eerste periode van deze pilot. Na evaluatie komt er een vervolg (zie verderop pilot rondom stage van augustus 2006 tot juni 2007). Het betreft een pilot rondom het begeleiden van stages van drie groepen. Een groepje LIO s die stage lopen op Curaçao, een groepje LIO s geschiedenis, techniek en scheikunde in Nederland en een groepje 1 e jaars Spaans. Per groepje zijn drie studenten betrokken. De keuze voor dit kleine aantal heeft te maken met het feit dat de docenten dit medium eerst willen uitproberen en deze nieuwe manier van online begeleiden willen uittesten. Drie docenten van Fontys zijn betrokken bij de uitvoer van de pilot. Het Ruud de Moor Centrum faciliteert deze pilot onder anderen met een digitale omgeving gebouwd in Sharepoint. Er is een gemeenschappelijk portal voor de studenten en docenten, maar ieder intervisiegroepje heeft een eigen besloten omgeving. 24 OUN

27 FIGUUR 5 Schermafdruk van de omgeving voor de 1 e jaars Spaanse studenten De docenten zetten materialen en handleidingen klaar die betrekking hebben op de stages. Er is ruimte voor de docenten mededelingen en informatie te plaatsen, zoals bijvoorbeeld een sjabloon van het stagewerkplan. Deelnemers hebben de mogelijkheid aankondigingen te plaatsen en er is een forum opgezet. De studenten beschikken ieder over een eigen site waarop ze een digitaal portfolio kunnen opbouwen. De student bepalen zelf of medestudenten en/of de Stage Practicum Docent (SPD) toegang krijgen tot hun digitaal portfolio. De FCD (Fontys Contact Docent) heeft toegang tot het portfoliogedeelte van de student a Evaluatie en Resultaten eerste periode De studenten krijgen geen vragenlijst en er is geen sprake van het bijhouden van een observatieprotocol zoals beschreven in hoofdstuk 4. De reden hiervoor is dat de intensiteit van de CoP achterblijft bij de verwachtingen. De docenten en studenten houden wel een mondelinge evaluatie. De betrokken docenten (moderatoren) voeren zelf een eindgesprek met de studenten; Eén moderator vult de checklist voor moderatoren in. De doelstellingen van deze CoP zijn vooral het leren omgaan met de omgeving Sharepoint door zowel de docenten als studenten, het uitproberen van deze online omgeving en het opdoen van ervaring met online intervisie. De groep 1 e -jaars studenten Spaans ervaren de omgeving prettig als het gaat om informatievoorziening en het opbouwen van een eigen digitaal portfolio. De forumsite wordt gebruikt als een soort chatomgeving. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 25

28 Voor 1 e -jaars studenten is het een uitstekende digitale samenwerkingsomgeving waarin alle documenten rondom de stage keurig overzichtelijk terug te vinden zijn. Ook de eigen producten kunnen de studenten kwijt in het digitaal portfolio. Echter, van echte intervisie online is geen sprake. De docent vermoedt dat de studenten nog niet voldoende beschikken over reflectieve vaardigheden. Afspraken over de wijze van gebruik van de digitale omgeving en wijze van reageren van en op elkaar kan wellicht meer vruchten afwerpen (zie het voorbeeld van de LIO-studenten hieronder beschreven). Bovendien ontmoeten deze studenten elkaar regelmatig op de opleiding, waardoor de online intervisie via de ict omgeving minder relevant wordt. Het groepje LIO-studenten geschiedenis, techniek en scheikunde doet zes weken online aan intervisie. De docent (moderator) structureert voor dat ieder in een periode van twee weken een case aandraagt. De anderen kunnen daarop dan reageren. De moderator heeft een sturende en observerende rol. Als gevolg van duidelijke afspraken over de wijze van inbreng (case) en de tijdspanne waarbinnen de online intervisie plaatsvindt, is het mogelijk meer diepgang te bereiken dan wanneer op een vrijblijvende manier wordt geopereerd. De studenten zijn duidelijk gemotiveerd. Met deze vorm van online intervisie kan ook een dove student meedoen. Het derde groepje dat stage loopt in het buitenland kan de verwachtingen niet waarmaken. Dit ligt deels aan de lastige toegang tot internet in Curaçao en één student haakt af. Vervolg van de pilot rondom de stage van augustus 2006 tot en met juni 2007 Aanleiding en Opzet tweede periode Met de ervaringen van de eerste periode willen de docenten van Fontys doorgaan met het uitbouwen van een digitale omgeving voor het gebruik van online intervisie. Deze keer bouwen de docenten zelf in de eigen Sharepointomgeving van FLOT een digitale omgeving en ze noemen de site Digistage. De functies van deze site zijn weer in principe: informatieverstrekking, online intervisie door middel van discussieforum en de opbouw van een individuele digitale portfolio. Een uitdrukkelijk doel van de CoP is het digitaal samenwerken. Dit keer zijn de deelnemers studenten die stage lopen in het buitenland en studenten die stage lopen op scholen in West-Brabant maar géén opleidingsschool (meer) zijn van de lerarenopleiding Tilburg. Op deze scholen is dus geen begeleiding van FCD waardoor de studenten, naar verwachting, extra (digitale) begeleiding nodig zullen hebben. Evaluatie en Resultaten tweede periode Ook voor de tweede periode blijven de vragenlijst voor de deelnemers en het observatieprotocol achterwege. De moderator vult een checklist van succesfactoren (bijlage 4) in en er is een eindgesprek met de studenten. Verder wordt gebruik gemaakt van informatie uit gesprekken tussen de RdMC-coach en de Fontys-docent. Succesfactoren Domein Er vinden eerst individuele intakegesprekken met de deelnemers plaats. Alle CoP-leden moeten het stagewerkplan invullen. Dit stagewerkplan dient ingevuld te worden op basis van de zeven SBLcompetenties. Binnen dat kader kunnen de studenten de prioriteit leggen op de (deel)competenties die ze nog moeten verwerven. Men spreekt daarom van individuele trajecten. 26 OUN

29 Er is geen sprake van een gemeenschappelijke startbijeenkomst. De moderator stelt wel steeds reflectieve vragen aan de individuele student. Gemeenschappelijke leervragen worden niet geformuleerd. Gemeenschap De studenten kennen elkaar nog niet. De moderator maakt in Sharepoint subsites aan op basis van schoollocaties en laat de studenten in de ict omgeving zich aan elkaar voorstellen. Verder zijn er duidelijke afspraken gemaakt in het gebruik van de virtuele communityomgeving en in het stageprotocol ligt ook heel duidelijk vast wat er van de studenten verwacht wordt. Eén groep studenten geeft aan fysieke intervisie te willen doen met elkaar. Dat doen ze volgens de Balint methode. Dit is een methode gericht op gestructureerde fases. Bij het hanteren van de Balint-methode ontstaan oplossingen van problemen door de fases van probleemstelling, beeldvorming, oordeelvorming en besluitvorming strak van elkaar te scheiden. Volgens de Fontys docent verloopt dit goed. Daarnaast houden de studentenveelvuldig 1 op 1 contact met de Fontysdocent via de Fontys mail. De studenten hebben onderling contact buiten de ict omgeving om, maar dit is niet structureel. Praktijk De inbreng van de studenten komt allemaal uit de dagelijkse schoolpraktijk a Conclusies rondom de stage voor beide periodes: Er is veel ervaring opgedaan met de Sharepoint omgeving. In de tweede periode is de Sharepointomgeving door de docenten zelf gebouwd. Hierdoor krijgen de docenten meer mogelijkheden veranderingen aan te brengen, hetgeen het eigenaarschap van de omgeving verhoogt. De digitale omgeving als informatievoorziening en mogelijkheid tot het opbouwen van een portfolio functioneert goed bij alle groepjes. Bij één groepje is wel daadwerkelijk sprake van online intervisie. Dit komt mede, doordat in dit groepje duidelijke afspraken worden gemaakt over de wijze van inbreng en reactie volgens een duidelijke structuur. Studenten die stage lopen op een school waar geen opleidingsdocent van Fontys komt of een stage in het buitenland lopen, bevestigen dat de online vorm van extra begeleiden en ervaringen uitwisselen waardevol is. Wil de digitale omgeving tot een echte Community of Practice kunnen uitgroeien, moeten studenten al over een zekere vaardigheid in reflecteren beschikken. Daarnaast zal het onderwijs zo ingericht moeten worden dat er een gemeenschapsgevoel ontstaat waarbij studenten hun gezamenlijke leervragen kunnen oppakken. Succes van online intervisie staat of valt bij een regelmatige reactie van de deelnemers. Daardoor vereist deze vorm enige discipline en motivatie. Volgens de docenten van Fontys komen hierdoor eerder de LIO-stagaires én de deeltijdstagiaires in aanmerking voor online intervisie, dan de 1 e -jaars studenten die meer begeleiding nodig hebben. Althans dat is voorlopig een eerste conclusie. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 27

30 De studenten ervaren de online intervisie als zinvol. De eerstejaars roemen met name het feit dat het prettig is dat alles zo goed gestructureerd is en dat men een plek heeft voor een eigen (groeiend) portfolio. De vraag is natuurlijk of hier sprake is van een Community of Practice, men kan eerder van een Community of Learners of een digitale werkomgeving spreken. In de eindgesprekken geeft iets meer dan de helft van de deelnemende studenten aan, dat deze vorm van begeleiding tot hun verrassing niet onder doet voor een gewone begeleiding. Het is wel noodzakelijk dat een moderator het proces goed ondersteunt b Aanleiding van CoP rondom een product Deeltijdstudenten hebben in de regel een behoorlijk volle agenda. Naast hun reguliere baan, runnen ze vaak nog een gezin en de studie komt erbij. Om de contacturen terug te brengen rondom het vak Producerend Leren van Vakdidactiek, wordt een virtuele communityomgeving ingezet. De deeltijdstudenten komen de helft van de geplande bijeenkomsten fysiek bij elkaar op de opleiding en tussentijds houden ze middels de ict omgeving contact en werken ze daar gezamenlijk aan hun product b Opzet Het gaat hier, zoals hierboven al vermeld, om een groep deeltijdstudenten. Bij producerend leren ontwikkelen de studenten vakdidactisch materiaal in opdracht van de school. De Fontys docent draagt een gemeenschappelijk kader aan: het materiaal moet innovatief zijn en aspecten van gedeelde of leerlingensturing bevatten. Die sturing door CoP-deelnemers zelf is een belangrijke succesfactor voor een Community. In de startbijeenkomsten stelt men met elkaar vast wat het innovatief aspect kan inhouden. Vervolgens dient ieder lid een projectplan in dat goedgekeurd moet worden door de Fontys docent en door de overige leden van de CoP. De moderator stimuleert verder regelmatige reflectie door de studenten te laten werken volgens de principes van Critical Friends (Petra Ponte). Zij moeten elkaars doelstellingen en werkwijzen bewaken en voorzien van inhoudelijke feedback. Zij moeten tevens het gemeenschappelijk kader niet uit het oog verliezen. Tijdens de bijeenkomsten en via de eigen site doen de studenten dat. Studenten werken zelfstandig aan een opdracht, voor ongeveer tien credits; De meeste studenten zijn digital immigrants; De stageschool is de opdrachtgever en dat betekent dat geen enkele opdracht gelijk is; De studenten werken samen waarbij zij elkaar feedback geven als Critical Friends; Studenten ontmoeten elkaar fysiek drie keer. De rest van de tijd werken ze via de digitale omgeving b Evaluatie en Resultaten De moderator vult de checklist voor moderatoren in. De docent/moderator houdt tevens een eindgesprek met de studenten. De studenten vullen geen vragenlijst in. Deelname Alle studenten doen vol enthousiasme mee. Er is sprake van veel uitwisseling. Het gaat dus om een levendige Community. 28 OUN

31 Succesfactoren Domein In het jaar voorafgaand aan deze CoP is al aandacht besteed aan mogelijke onderwerpen die voor dit onderdeel Producerend Leren ontwikkeld zouden kunnen worden. Hierdoor is voor de deelnemers al vrij snel duidelijk waarover de ontwikkelde producten moeten gaan. Gemeenschap De studenten hebben samen een jaar lang de basiscursus Vakdidactiek gevolgd. De terminologie, de manier van omgaan met elkaar is daardoor aanwezig vóór het starten van de CoP. Er is derhalve sprake van een gemeenschappelijke taal en omgangscodes voor aanvang. Praktijk De opdrachten komen rechtstreeks van de scholen. De rol van de moderator Op de vraag wat volgens de moderator onmisbare eigenschappen en kwaliteiten van de moderator zijn, komen de volgende antwoorden: openstaan voor onverwachte ontwikkelingen; niet meteen de schuld geven aan deelnemers als het niet loopt, maar kunnen analyseren wat er aan de hand is: zelfreflectie dus; kennis van boeiende digitale omgevingen hebben; individuele en flexibelere leertrajecten begeleiden en respecteren (bij deeltijdstudenten met zeer diverse achtergronden); online groepsproces kunnen volgen en analyseren, voor de juiste interventie. Het model van Gilly Salmon geeft hieraan een belangrijke bijdrage. In hoofdstuk 6 staat meer uitleg over het vijffasenmodel van Gilly Salmon en ook in bijlage 5 staat het model gepresenteerd. Deze laatste twee punten zijn ook voor fysieke begeleiding van belang, maar het loopt toch net anders bij een online begeleiding. Op de vraag hoe de moderator zich heeft voorbereid op de rol van moderator komen de volgende antwoorden: brochures van het Ruud de Moor Centrum (RdMC); gesprekken met de RdMC Coach; deelname aan studiedagen en workshops van het RdMC; lidmaatschap Digitale Didactiek; studiedagen intern en bij vak Frans. Als voorbereiding op een bijdrage voor een studiedag van de HBO-raad bekijkt de moderator, samen met de RdMC-coach, de ontwikkeling van de CoP aan de hand van het vijf-fasenmodel van Gilly Salmon (2002). Hierdoor wordt de moderator zich bewust van de fase waarin de studenten zitten in de Community. Het wordt derhalve gemakkelijker de juiste interventie als moderator te plegen. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 29

32 5.3.4b Conclusies De studenten overtreffen zichzelf. Van digibeet ontwikkelen ze zich tot actieve Communitydeelnemers. FIGUUR 6 Deelnemers Veel randvoorwaarden zijn aanwezig om daadwerkelijk tot een levende Community te komen. De studenten en de docent kennen elkaar al goed, de onderwerpen (domein) zijn helder vastgesteld en de praktijk is optimaal betrokken. De wijze van feedback geven is bekend en geoefend. 30 OUN

33 5.4 CoP KPZwolle Aanleiding voor de CoP Voor studenten van de Katholieke Pabo Zwolle is in het derde en vierde jaar een zeer groot deel van de studietijd ingeruimd voor stages als onderwijsgevende op basisscholen. Eén van de activiteiten tijdens de stage is het uitvoeren van praktijkonderzoek op de school of scholen. Uit de ervaringen van docenten en studenten blijkt, dat onderzoek leren doen een lastig onderdeel is. Regelmatige en individuele begeleiding van de docent is hierbij onmisbaar. Gedurende het derde en vierde jaar is het aantal contactbijeenkomsten echter noodgedwongen beperkt omdat studenten door hun stagewerkzaamheden weinig meer op de opleidingslocatie zijn. Het gevolg is dat de individuele begeleiding afneemt. Een omgeving op internet waar studenten en docenten plaats- en tijdonafhankelijk over met name de opzet van de verschillende onderzoeken kunnen communiceren, lijkt een uitstekend hulpmiddel. Wat geldt voor de begeleiding door docenten speelt ook bij studenten onderling. Een omgeving op internet geeft studenten de gelegenheid plaats- en tijdonafhankelijk elkaars werk in te zien en te becommentariëren. De CoP Leervragen heeft tot doel de opstartfase van het praktijkonderzoek te faciliteren. Het gaat hierbij om het formuleren van een onderzoekbare leervraag oftewel een hypothese. Studenten krijgen eerder en vaker commentaar op hun leervragen van medestudenten en begeleidende docenten Opzet De vierjarige opleiding aan de KPZ is opgedeeld in acht semesters waarbij per leerjaar de semesters een vast nummer hebben. Zo wordt met semester 5 en 6 in deze terminologie het derde leerjaar aangeduid. Studenten leren werken met leervragen in semester 5 bij drie vakken: pedagogiek, Nederlands en rekenen. In semester 6 werken ze met een leervraag binnen een zogenaamde stroom, bijvoorbeeld de bijzondere leerling, vernieuwingsonderwijs zoals Jenaplan of Dalton en een stage in het buitenland. In semester 7/8 betreft het een specialisatiegebied, bijvoorbeeld het oudere kind, bewegingsonderwijs en drama. De CoP s dienen alleen voor het opstarten van de praktijkonderzoeken die beginnen met de leervraag. Studenten worden begeleid of geven elkaar feedback om een goede leervraag te formuleren. Dat wil zeggen, een leervraag die bruikbaar is voor het uitvoeren van onderzoek. Het onderzoek zelf voeren studenten individueel uit. In het cursusjaar functioneert in semester 5 een CoP bij de KPZ. Door organisatorische problemen is de voor semester 6 ingerichte CoP niet gebruikt. Studenten zijn in deze CoP s ingedeeld als groep (klas) waarbinnen elke student de beschikking heeft over een eigen documentenpagina. De ervaringen met deze indeling zijn niet gunstig omdat de gebruikte software (SharePoint) bij het openen van een document elke keer doorschakelt naar de tekstverwerker MSWord op de computer van de gebruiker. Bovendien zijn de begeleidende docenten genoodzaakt langs de groepen te reizen op zoek naar studenten die voor hun vak bezig zijn met een leervraag. Voor het cursusjaar is daarom gekozen voor een andere opzet van de CoP s, namelijk de webbased forums met discussieplatforms van Sharepoint om het overschakelen naar MSWord te vermijden. De forums worden bovendien niet per groep maar naar vakinhoud ingedeeld en gekoppeld aan een begeleidende docent. Studenten plaatsen hun bijdragen in de forums met de juiste koppeling Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 31

34 van vak of specialisatie en docent. Het aantal CoP s wordt uitgebreid naar drie in totaal: een CoP voor semester 5, eentje voor semester 6 en een CoP voor semester 7 & 8. In totaal worden bij KPZwolle vier verschillende CoP s ondersteund: 1. CoP KPZ Leervragen semester 5 ( ); 2. CoP KPZ Leervragen semester 5 ( ); 3. CoP KPZ Leervragen Stromenland semester 6; 4. CoP KPZ Leervragen semester 7 en 8 ( ). FIGUUR 7 Forum CoP KPZ Leervragen semester 7 en Evaluatie en resultaten Evaluatie van de CoP s Pabo Zwolle vindt plaats door een vragenlijst aan studenten en docenten voor te leggen. Hieronder worden de resultaten voor de verschillende CoP s Pabo Zwolle gezamenlijk gerapporteerd, omdat de bevindingen in dezelfde lijn liggen. Deelname In principe plaatst iedere student zijn/haar leervraag in de CoP en krijgt hierop een reactie van medestudenten en docenten. Studenten plaatsen hun leervragen en docenten geven meestal wel commentaar. De reacties van medestudenten blijken in de praktijk nogal tegen te vallen. Het gaat hierbij zowel om de omvang als het niveau van het commentaar. Succesfactoren Domein De start van de CoP s vindt plaats door een introductie in contactbijeenkomsten van de betrokken docenten over het doel van de CoP s: te weten een hulpmiddel voor het begeleiden en voor samenwerking bij het onderdeel leervragen van het curriculum. De inhoud ligt voor de start reeds vast en is voor deze CoP dan ook helder, namelijk de leervragen van de studenten. Het bezig zijn met leervragen 32 OUN

35 is het domein van deze CoP. Een leervraag formuleren studenten naar aanleiding van een situatie of een gegeven dat ze signaleren in de beroepspraktijk, hun stages. Voor studenten van de Pabo Zwolle is een virtuele CoP een nieuw instrument dat ze ter beschikking krijgen naast andere communicatievormen. Studenten en docenten moeten wennen aan en leren omgaan met deze communicatievorm. De interactie tussen studenten en begeleidende docenten blijkt in ongeveer de helft van de CoP-forums naar tevredenheid van de deelnemers te verlopen. Gemeenschap De studenten en de docenten kennen elkaar van de opleiding en tijdens het functioneren van de CoP s in de contactbijeenkomsten. Het aantal contactbijeenkomsten dat met een forum gepaard gaat, wisselt van een keer per week voor deeltijdstudenten tot om de drie à vier weken voor voltijdstudenten. Bij een deel van de forums fungeren de contactbijeenkomsten als rode draad en is het forum flankerend. Van een gemeenschap binnen de CoP s is niet echt sprake. Niet alle studenten geven consequent feedback. Ook het feit dat men elkaars werk kan kopiëren speelt hierbij een rol. Feedback van medestudenten blijkt niet altijd direct toepasbaar. Zelfs het commentaar van docenten vindt men niet altijd direct toepasbaar, mede ook omdat docenten niet altijd (snel) reageren. Praktijk In principe is de link met de beroepspraktijk aanwezig in deze CoP, omdat de studenten de voorstellen voor hun leervragen ontlenen aan hun ervaringen tijdens schoolstages. In de praktijk blijkt echter dat studenten soms oppervlakkig naar elkaar reageren en vooral met hun eigen leervragen bezig zijn. Rol van Moderator Er is sprake van een meertrapsmoderatie. Extern door een samenwerkende ict deskundige en een inhoudelijk medewerker van het RdMC, intern door twee jaarcoördinatoren en vervolgens door de begeleidende docenten per forum. De moderator bereidt zich voor met behulp van de handleiding voor moderatoren en via praktijkervaring bij andere CoP s van het RdMC. De volgende eigenschappen zijn volgens de RdMC-moderator onmisbaar: dienstbaar opstellen naar de gebruikers; geduld en alertheid bij het opstarten van een CoP; vasthoudendheid bij het volgen en waar nodig activeren van de CoP; zakelijk kunnen beslissen, bijvoorbeeld over benodigde koerswijzigingen, opheffen van een rubriek, inbouwen van nieuwe faciliteiten en het stoppen met de CoP; de autonomie van de gebruikers erkennen: een CoP een eigen koers laten vinden. De RdMC-moderator geeft verder aan dat hij veel heeft gehad aan de documentatie en de discussies binnen het RdMC-team zodat reflectie op de positie van en het handelen als moderator sneller is verlopen. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 33

36 5.4.4 Conclusies De CoP s bij KP Zwolle zijn een voorbeeld van hoe CoP s binnen het curriculum van een lerarenopleiding kunnen worden ingezet. De terminologie Community of Practice kan bij de toepassing binnen een curriculum wellicht beter vervangen worden door het begrip Community of Learners. Zeker ook omdat er sprake is van een afhankelijke relatie tussen de CoP-leden: begeleidende docenten en studenten. Wanneer het geven van feedback aan medestudenten een onderdeel uitmaakt van een CoP binnen een curriculum, valt het te overwegen studenten daarin te trainen en op zijn minst hulpmiddelen (bijvoorbeeld checklists met criteria) hiervoor ter beschikking te stellen. Het geven van feedback aan medestudenten is een vaardigheid op zich waarvan je niet mag veronderstellen dat studenten dit kunnen. Over de meerwaarde van de CoP s, zoals die bij de KP Zwolle gefunctioneerd hebben, lopen de meningen uiteen. Voor sommige docenten betekent het een meerwaarde omdat ze tijdens de contactbijeenkomsten weinig tijd hebben voor leervragen. Er wordt ook geponeerd dat studenten beter op de rails kunnen worden gezet bij de formulering van hun leervragen. Voor andere docenten heeft de CoP minder toegevoegde waarde. Ze vinden dat er teveel tijd in gaat zitten, dat het moeilijk is korte feedback te geven en ze missen de snelle interactie die bij persoonlijk contact aanwezig is. Ook blijkt dat er zelfs voor de deeltijdstudenten in de meeste gevallen voldoende contactbijeenkomsten zijn, zodat de CoP in een aantal gevallen niet nodig is. Het is opvallend dat de meeste docenten ook in de toekomst het inzetten van CoP s binnen het curriculum van KP Zwolle zinvol vinden. Voorwaarden zijn dan wel dat de CoP uitdrukkelijk meerwaarde biedt naast contactbijeenkomsten, dat er goed wordt nagedacht over doelstellingen en dat er voldoende faciliteiten zijn. 34 OUN

37 5.5 CoP Domstad Pabo Aanleiding voor de CoP De CoP Domstad Pabo is een community voor de alumni van de Pabo Domstad. Hogeschool Domstad wil door middel van een virtuele communityomgeving het contact behouden met de afstudeerders en eerste ervaringen opdoen in een digitale communicatieomgeving met alumni. Het verzoek komt dan ook vanuit het management om een Community of Practice rondom de alumni op te zetten Opzet De CoP Domstad Pabo is gestart in september In de communityomgeving kunnen deelnemers allerlei informatie uitwisselen. Dit kunnen gewoon de vakantiebelevingen zijn, de foto's van het afstuderen enz. Daarnaast is de omgeving bedoeld om onderling contact te onderhouden en de eerste ervaringen op school en met het zoeken naar een baan met elkaar uit te wisselen. FIGUUR 8 De Community of Practice Domstad Evaluatie en resultaten De vragenlijst voor de deelnemers levert in het najaar van 2006 geen enkele respondent op. De moderator vult wel de vragenlijst met betrekking tot Succesfactoren in. Deelname Er zijn weinig bijdragen. De CoP wordt wel bezocht met pieken in juli 2005 en Het gaat hierbij om momenten waarop afgestudeerden voor het eerst de Community of Practice bekijken. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 35

38 Succesfactoren Domein Het domein van de CoP voor alumni van Hogeschool Domstad wordt vastgesteld. De alumni van Domstad geven aan, dat zij op de hoogte willen blijven van de ontwikkelingen op Domstad. Zij willen informatie over de opleiding en de posthbo-opleidingen en informatie over vacatures. Enige sociale uitwisseling is wenselijk. Ze voelen zich een club. Er worden geen echte leervragen geformuleerd. Het is het begin van een nieuwe ontmoeting tussen studenten die net afgestudeerd zijn en derhalve gaan starten in de praktijk. De verwachting is dat er beginnersvragen zullen opkomen. In een eerste face-to-face bijeenkomst worden die vragen wel geïnventariseerd. Het gaat vooral om arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Gemeenschap De leden van de gemeenschap zijn oud-studenten van Hogeschool Domstad. Zij hebben de opleiding leerkracht basisonderwijs gevolgd en zijn via het Domstadsignatuur aan elkaar verbonden. De samenhang is verder uitgezet door de kleur van de CoP en door enkele terugkomdagen. De leden bezoeken de CoP vooral om informatie op te halen over vacatures, foto s van de opleiding en informatie over de opleiding. Praktijk De leden zijn allemaal leerkrachten basisonderwijs. Deze praktijk levert de vragen op. De rol van de Moderator De moderator vertelt dat haar bijdrage aan de voorbereiding minimaal is vanwege de vliegende start. De bedoeling is dat de alumni direct toegang krijgen na hun afstuderen. Dit wordt binnen twee weken gecommuniceerd en gerealiseerd. De moderator probeert vragen aan te wakkeren en te stimuleren. Ook doet ze veel pogingen leden te betrekken via het forum, mededelingen in de CoP, via de telefoon, mail tijdens bezoeken al dan niet formeel. In een latere fase worden, vanuit het RdMC, tijdens een expertmeeting aanbevelingen geformuleerd ter verbetering van het functioneren van de CoP Domstad. In schema 1 staat een overzicht van de genoemde suggesties die per dimensie Domein, Gemeenschap en Praktijk worden gedaan. 36 OUN

39 Domein uitbreiden van het domein; versterken van het netwerk; werken vanuit de didactische en onderwijsvisie; voortborduren, met de signatuur van Domstad; Dit betekent in uitvoering: werken vanuit het bekende; zo waren we het gewend werken aan nieuwe ontwikkelingen; dit zijn de nieuwste weetjes, trends handhaven van mijn eigen Domstadstijl; waar ligt mijn kern en kernkwaliteit die ik bij Domstad ontwikkeld heb?! sluiten van de kwaliteitscyclus: wat we van de alumni horen ook integreren in het curriculum. Gemeenschap Opleidingsbreed alumnibeleid is noodzakelijk. Doelen formuleren. Domstadgevoel definiëren. Kijk eens naar hoe andere WO-/HBO-instellingen dat hebben gedaan. Verdere suggesties: nieuwsbrief; terugkomdagen; ledenlijst activeren: profiel opschalen; succes-story s rolmodellen; portretten; relateren aan de RdMC-producten; buddyschap; duo s vormen, mentorschap ervaren afgestudeerde en nieuwkomer. Praktijk foto s van de afstudeerders; digitale groepsfoto van de groep afstudeerders; kaartje invullen interesses; mails sturen; stage, banen, nieuwsbrief. SCHEMA 1 Actiepunten naar aanleiding van een expertmeeting van moderatoren Conclusies en aanbevelingen Bovenstaande aanbevelingen zijn allemaal geformuleerd vanuit het gezichtspunt van de moderator en de Hogeschool Domstad. Wat kan allemaal gedaan en georganiseerd worden om de Community tot leven te brengen? Echter wat van tevoren niet goed geïnventariseerd is, is een behoeftepeiling onder de alumnileden. Hierdoor voelen de leden zich niet aangesproken tot Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 37

40 de Community of Practice. Als gevolg van de vliegende start ontbreekt de tijd om de wensen en behoeften van de potentiële deelnemers in kaart te brengen. Verder geeft de moderator aan, dat het noodzakelijk is vooraf de leeromgeving of CoP als instrument goed te leren kennen. Ook kennis van hoe je online moet modereren is van essentieel belang, alhoewel face-to-face contact ook belangrijk blijft. De moderator vindt het een voordeel dat ze alle leden persoonlijk kent. Door gebrek aan duidelijke gedragsregels met betrekking tot de communicatie blijven veel oud-studenten de moderator per telefoon of mail benaderen omdat ze dat gewend zijn. Het is belangrijk de deelnemers te laten wennen aan de nieuwe omgeving. Er moeten afspraken gemaakt worden en gedragsregels dienen geformuleerd te worden. Het kan helpen al voor het afstuderen (als LIO) te werken met deze vorm van begeleiden, zodat studenten gewend zijn aan het medium. Een derde obstakel is verder dat de toegankelijkheid tot de omgeving niet optimaal is. Er zijn ingewikkelde inlogcodes nodig en de procedure om inlogcodes te krijgen voor nieuwe aanmelders is ook niet gemakkelijk. De moderator moet de ict omgeving gemakkelijk zelf kunnen aanpassen. In de onderwijssetting op Domstad moet een CoP nog een plaats krijgen. Langzaam maar zeker wordt het common sense om via een forum te communiceren en kennis te delen. Als bovenstaande aanbevelingen worden opgevolgd, ziet de moderator zeker wél een toekomst voor de CoP in de opleiding én voor de alumni. 38 OUN

41 5.6 CoP Vmbo assistentopleiding Aanleiding De Vmbo-assistentopleiding is een maatwerkopleiding voor vmbo-leerlingen. Het is een opleiding voor vmbo-leerlingen die geen startkwalificatie kunnen halen via de bestaande leerroutes. Het betreft groepen van zorgleerlingen waarvoor speciale regelingen kunnen worden getroffen. De route biedt een programma op maat waarmee de leerlingen een mbo-nivo 1 kwalificatie kunnen halen. De route wordt opgezet met een ROC in de regio. Voor leraren is het een nieuw traject met veel onduidelijkheden. De leraren die deze leerroutes op maat moeten verzorgen, staan voor de taak om een aangepast programma te bieden. Scholen hanteren verschillende modellen om voornoemde routes op maat aan te bieden. Namelijk: leerlingen blijven in de bestaande groepen; er worden - bij voldoende aantallen - aparte groepen gevormd; integratie met leerwerktrajecten. Plusminus 110 scholen hebben op 1 januari 2006, via een goedgekeurde aanvraag bij het Ministerie van OC&W, de intentie te starten met de assistentenopleiding. Het gaat daarbij om opleidingen door alle sectoren heen. Bij het ontwikkelen van deze nieuwe vorm van onderwijs rijzen voor leraren veel vragen en onduidelijkheden. Verwacht wordt dat zij zeer gebaat zullen zijn bij een digitaal overlegplatform. De pilot CoP Vmbo-assistentopleiding ontstaat door de samenwerking van het RdMC, de projectgroep leerlingenzorg, SLO en CPS. Aan het RdMC is gevraagd een landelijk virtueel overlegplatform voor de leraren Vmbo-assistentopleidingen te creëren. Een CoP is opgezet om een bovenschools overleg tussen leraren Vmbo-assistentopleidingen te ondersteunen met als doelstellingen: uitwisselen van ervaring en expertise met maatwerktrajecten assistentopleidingen; verzamelen en ondersteunen van expertise m.b.t. het ontwerpen en aanbieden van dit type onderwijs; ervaring opdoen met dit instrument in het vmbo Opzet De CoP Vmbo-assistentopleiding start in het voorjaar van In februari 2006 vindt de werving van de deelnemers plaats. In totaal melden zich 36 deelnemers. In maart 2006 is de startbijeenkomst waarbij 13 van de 36 aanmelders aanwezig zijn. Bij SLO wordt de moderatorfunctie belegd en bij CPS de expertfunctie. De deelnemers kunnen in het forum (zie figuur 9) rond de volgende onderwerpen bijdragen plaatsen: algemeen; AKA; didactiek; organisatie; doelgroep en determinatie; relatie vmbo-mbo; Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 39

42 BPV/stage; diplomering en examinering. FIGUUR 9 Openingspagina CoP Vmbo-assistentopleiding Evaluatie en resultaten Deelname Het aantal deelnemers bij start is 36. Bij het afsluiten van de CoP staan 42 deelnemers ingeschreven. In totaal wordt gedurende de looptijd van de pilot (16 maart november 2006) 23 keer gereageerd tussen de deelnemers onderling. Elf docenten plaatsen (een) bijdrage(s). Alhoewel het aantal deelnemers aangeeft dat er in principe veel animo is voor deelname aan de CoP, blijft de intensiteit van de onderlinge communicatie achter bij de verwachtingen. 40 OUN

43 Het heeft, gezien de geringe participatie, geen zin de standaard evaluatievragenlijst (zie 3.2) voor deelnemers af te nemen. In plaats daarvan ontvangen de deelnemers een met de vraag wat de reden is van het beperkte gebruik. In totaal reageren negen deelnemers op de . Door deze respondenten worden de volgende redenen voor beperkte deelname genoemd: tijdgebrek: 6; (nog) geen ervaringen met de Vmbo-assistentopleiding: 5; wennen aan het medium CoP: 1. Succesfactoren Domein De vaststelling van het initiële domein is veelbelovend. Tijdens de startbijeenkomst worden direct een aantal vragen op het forum gesteld, allen van informatieve aard, bijvoorbeeld: Hoe wordt het vak Nederlands zo praktisch mogelijk aangeboden? Welke methoden worden hiervoor gebruikt? Hoe is de invulling hiervan? Hoe ziet de lessentabel eruit met oog op de activiteiten die op school plaatsvinden? Wanneer bepaal je als school welke leerling niveau 1 gaat doen? En hoe bepaal je dat? Welke instrumenten gebruik je hierbij? Na de bijeenkomst blijft het stil op het forum. Gemeenschap Over de succesfactor Gemeenschap is weinig te melden. Na de startfase zijn er geen bijdragen meer. Zonder deelnemers is er geen gemeenschap of sociale cohesie. Praktijk Vragen moeten uit de praktijk komen. In deze pilot is de intentie om te beginnen aanwezig bij inschrijving, maar tal van scholen blijken het jaar 2006 (in ieder geval de eerste zeven maanden) als voorbereidingsjaar te zien. Dat staat uitwisseling in de praktijk in de weg. Blijkbaar is het gegeven dat de grote tijdspanne tussen het besluit van een school met de assistentopleiding te beginnen en de daadwerkelijke start met leerlingen een groot risico vormt voor de voortgang van zowel de CoP Assistentopleiding als schoolinterne ontwikkeling. Een te lange voorbereidingstijd zonder leerlingen kan makkelijk leiden tot afname van prioriteitenstelling, beperking van beschikbare tijd van de functionaris en isolering van diezelfde functionaris Conclusie Ondanks het oorspronkelijke draagvlak voor een CoP is de Community niet succesvol. De oorzaak is gelegen in het feit dat het draagvlak na verloop van tijd afneemt. Het ontbreken van de praktijkfactor heeft in belangrijke mate bijgedragen aan het minder succesvolle resultaat. Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 41

44 5.7 CoP PO Aanleiding voor de CoP De CoP PO is een landelijke CoP voor startende of meer ervaren leraren in het primair onderwijs. In de community kunnen leraren ervaringen uitwisselen en kennis delen met andere leraren primair onderwijs uit andere regio s in Nederland. Ze kunnen elkaar vragen stellen over concrete zaken die ze op school tegenkomen en ervaringen uitwisselen die hoog zitten. Uit onderzoek (van Kuijk et al., 2003) blijkt, dat tussen de 5 en 10% van de zij-instromers voortijdig uitstroomt doordat ze zich vaak eenzaam voelen en weinig steun ervaren bij collega s. Deze landelijke CoP zou daar verandering in kunnen brengen Opzet De CoP PO start in het voorjaar van Een belangrijk kenmerk van deze CoP is haar besloten karakter. Alleen leraren primair onderwijs kunnen lid worden door zich persoonlijk aan te melden bij de moderator. Ze ontvangen dan een persoonlijke login en wachtwoord en worden door de moderator voorgesteld aan de andere leden. De communicatie in deze CoP wordt ondersteund door twee moderatoren, beiden ervaren docenten. Daarnaast zijn er twee experts. Een verzorgt de Tip van de week en de ander brengt nieuws uit de actualiteit om de discussie in de forums nieuwe impulsen te geven of te verdiepen. De online omgeving van de CoP heeft de volgende onderdelen: forum: hier wisselen deelnemers hun ervaringen uit en gaan ze met elkaar in discussie. Er zijn vier subfora: leerkracht, groep, school en omgeving; tip van de week; expert aan het woord; lesideeën en werkbladen; cursussen en congressen; interessante links. Om deelnemers voor de CoP PO te werven, zijn verschillende acties ondernomen: organisatie van drie startbijeenkomsten voor nieuwe deelnemers (Alumni van Pabo Utrecht en Meppel); presentaties voor vierdejaars Pabostudenten; verspreiding van nieuwsbrieven op een aantal Pabo s en bij schoolbesturen; verstrekking van flyers op congressen, studiedagen e.d. 42 OUN

45 FIGUUR 10 Deel openingspagina CoP PO Evaluatie en resultaten De deelnemers hebben twee keer een vragenlijst ontvangen, te weten in juni 2005 en in het najaar van In de tussentijd vindt regelmatig observatie plaats. De deelname aan de CoP is gelogd. De moderatoren van de CoP hebben de checklist succesfactoren ingevuld. De moderator heeft tussentijds regelmatig telefonisch de ervaringen van enkele deelnemers gepeild. Deelname Het project start iedere keer met een klein aantal deelnemers, maar na enkele maanden haken deze mensen af. De deelnemers geloven in de communitygedachte en willen zich ervoor inzetten. Hun startmotivatie is hoog. Maar ondanks de inspanningen van moderatoren en experts komt de participatie niet echt van de grond. De deelname piekt in de periode mei-juli 2006 met rond de 15 deelnemers. In de zomer van 2006 worden 5 leden geworven (in het kader van het RdMC-product Palet) die tegen betaling participeren van april tot augustus Dit leidt tijdelijk tot een sterke kwantitatieve en kwalitatieve intensivering van de interactie. Succesfactoren Domein Voor de meeste deelnemers zijn de doelstellingen voldoende duidelijk bij aanvang. Voor de grote meerderheid van de deelnemers is het ook duidelijk op welke vragen ze binnen de CoP antwoord kunnen krijgen en op welke vragen niet. Het blijkt dat de startbijeenkomsten daarin een belangrijke rol spelen. Tijdens de startbijeenkomsten wordt het domein vastgesteld. De leervragen zijn op de startbijeenkomst geformuleerd en de overlap en verschillen zijn benoemd. De vaststelling van het initiële domein krijgt vorm. Tijdens de startbijeenkomst worden de volgende onderwerpen genoemd: Virtuele Communities of Practice in het Onderwijs: Bevindingen van 7 pilots 43

4 Een webbased Community of Learners (CoL) voor beroepsvaardigheden

4 Een webbased Community of Learners (CoL) voor beroepsvaardigheden 4 Een webbased Community of Learners (CoL) voor beroepsvaardigheden H.K. Slettenhaar, C.B. Vaneker, C. Terlouw (Universiteit Twente) J.M.C. Potters, P. Poelmans (Open Universiteit /Ruud de Moor Centrum)

Nadere informatie

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs Tijdschrift voor Didactiek der β-wetenschappen 22 (2005) nr. 1 & 2 53 Oratie, uitgesproken op 11 maart 2005, bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Professionalisering in het bijzonder in het onderwijs

Nadere informatie

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT Meerwaarde voor onderwijs De Pijlers en de Plus van FLOT De vijf Pijlers: Cruciale factoren voor goed leraarschap Wat maakt een leraar tot een goede leraar? Het antwoord op deze vraag is niet objectief

Nadere informatie

Hbo tweedegraadslerarenopleiding

Hbo tweedegraadslerarenopleiding Hbo tweedegraadslerarenopleiding Verkort traject www.saxionnext.nl Inhoudsopgave Inleiding 3 Een bijzondere opleiding 4 Opbouw 5 Toelating en inschrijving 7 Beste student, Je hebt een afgeronde hbo- of

Nadere informatie

master leraar voortgezet onderwijs

master leraar voortgezet onderwijs DEEL JE KENNIS! master leraar voortgezet onderwijs JOUW PROGRAMMA IN EEN NOTENDOP De master Leraar voortgezet onderwijs van de VU is een eenjarige master (voltijd*) waarin je een eerstegraads onderwijsbevoegdheid

Nadere informatie

Fase 1. Analyse van onderwijs In kaart brengen behoeftes. Kennis over de praktijk

Fase 1. Analyse van onderwijs In kaart brengen behoeftes. Kennis over de praktijk Fase 1 1 Analyse van onderwijs In kaart brengen behoeftes Kennis over de praktijk De school heeft een wens of behoefte en deze is gebaseerd op gezamenlijke data-analyse, op schoolontwikkeling of op visie-aspecten.

Nadere informatie

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan Juni 2013 Erica de Bruïne (Hogeschool Windesheim) Hans van Huijgevoort (Fontys OSO) Hettie Siemons (Hogeschool Utrecht, Seminarium

Nadere informatie

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept Dit document beschrijft het model dat binnen het netwerk ontwikkeld wordt om: Aan de ene kant te dienen als een leidraad om

Nadere informatie

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie. Rapportageformat Instrument Keurmerk HAN ILS en samenwerkingsscholen Versie VO, oktober 2014 Standaard 1. De samenwerkingsschool in relatie tot de kwaliteit van de leerwerkomgeving van de lerende Deze

Nadere informatie

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding Inleiding Het LEOZ (Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg) is een samenwerkingsproject van: Fontys Hogescholen, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg,

Nadere informatie

Training. Vergaderen

Training. Vergaderen Training Vergaderen Halide Temel 1-5-2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 4 Deelnemers 4 Werkvormen 4 Programma 4 Voorstellen & introductie 5 Opdracht Luciferspel 6 Theorie 7 Opdracht - Vergaderen 12

Nadere informatie

A. Persoonlijke gegevens

A. Persoonlijke gegevens Windesheim, Gesprek op afstand Zelfevalutie/feedbackformulier Beste (aankomende) student, Hartelijk dank voor het invullen en versturen van het Intakeformulier Afstandsleren School of Education. Per e-mail

Nadere informatie

Plan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: 151027 EXPEDITIE 2015-2016

Plan van Aanpak. <naam school> en Edutrainers samen op weg. Versie: 151027 EXPEDITIE 2015-2016 Plan van Aanpak en samen op weg Versie: 151027 EXPEDITIE 2015-2016 De Expeditie Er gaan 85 docenten samen op pad. Doel: De docenten en leerlingen ervaren dat de inzet van ICT een meerwaarde

Nadere informatie

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012 N W O Fase A Z Jij de Baas Gids voor de Starter Versie 1.2: november 2012 2012 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 School De school Inleiding 2 Doelen 3 Middelen 4 Invoering 5 Uitvoering 6 Jij de Baas:

Nadere informatie

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding portfolio handleiding Werkgroep portfolio & coaching 1 De plaats van portfolio in het leren op het VMBO. In enkele notities en werkdocumenten is het kader voor het nieuwe onderwijs geschetst. Dit komt

Nadere informatie

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen Professionaliseringsaanbod Pabo 2010 2011 OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen Inleiding Nieuw in ons aanbod! Een vervolg op de Post-HBO Coach en opleider in de school!

Nadere informatie

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap in de reflectie zie je de bron Effectief Leiderschap.. een persoonlijke audit U geeft leiding aan een team, een project of een afdeling. U hebt veel kennis, u

Nadere informatie

Alle ondersteuning is voor deelnemende scholen aan het BSL project gratis. Fase Activiteit Betrokkenen Ondersteuning

Alle ondersteuning is voor deelnemende scholen aan het BSL project gratis. Fase Activiteit Betrokkenen Ondersteuning In het kader van de BSL-projecten in opdracht van OC&W heeft Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) samen met Tilburg University (TiU) een programma samengesteld om scholen te ondersteunen bij het vormgeven

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 8, 9 en 0 juni 017 te Antwerpen Melline Huiskamp (Iselinge Hogeschool), Emmy Vrieling (Open Universiteit) en Iwan Wopereis (Open Universiteit) Titel: Waardevol

Nadere informatie

Feedback conceptvisie BEWEGEN & SPORT

Feedback conceptvisie BEWEGEN & SPORT Feedback conceptvisie BEWEGEN & SPORT Reactieformulier Curriculum.nu visie Negen ontwikkelteams, leraren en schoolleiders werken aan de actualisatie van het curriculum voor alle leerlingen in het primair

Nadere informatie

Praktijkopleider agrotechniek

Praktijkopleider agrotechniek Associate degree Deeltijd 2018-2019 Praktijkopleider agrotechniek Ontwikkel uw vaardigheden als praktijkopleider in de agrotechnische sector met deze tweejarige opleiding 2 De agrarische sector is continu

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1

Samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting Dit proefschrift onderzocht manieren om community ontwikkeling in opleidingsscholen te stimuleren. De vier studies leverden inzichten op in de manier waarop docentenin-opleiding (dio s) samenwerken

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Jannetta van Campenhout-Timmer, school opleider, is het gezicht van het Samen Opleiden voor de locatie Harderwijk-A van Landstede.

Jannetta van Campenhout-Timmer, school opleider, is het gezicht van het Samen Opleiden voor de locatie Harderwijk-A van Landstede. Jannetta van Campenhout-Timmer, school opleider, is het gezicht van het Samen Opleiden voor de locatie Harderwijk-A van Landstede. 34 Intervisiebijeenkomsten op de stageschool Werken en verwerken op de

Nadere informatie

Overzicht curriculum VU

Overzicht curriculum VU Overzicht curriculum VU Opbouw van de opleiding Ter realisatie van de gedefinieerde eindkwalificaties biedt de VU een daarbij passend samenhangend onderwijsprogramma aan. Het onderwijsprogramma bestaat

Nadere informatie

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan oktober 2011 Erica de Bruïne (Hogeschool Windesheim) Hans van Huijgevoort (Fontys OSO) Hettie Siemons (Hogeschool Utrecht, Seminarium

Nadere informatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Velon-congres, Breda, 19 maart 2019 Rob Moggré, r.moggre@ipabo.nl Ronald Keijzer, r.keijzer@ipabo.nl https://kenniscentrum.ipabo.nl Hogeschool ipabo We zoomen in

Nadere informatie

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer Contact bezoekadres Handelskade 75 postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer telefoon 0570-60 30 83 fax 0570-60 37 05 e-mail info.next@saxion.nl particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs Hbo Tweedegraadslerarenopleiding

Nadere informatie

Evaluatierapport Social Media Professional opleiding Juni 2015 www.mediaenmaatschappij.nl

Evaluatierapport Social Media Professional opleiding Juni 2015 www.mediaenmaatschappij.nl Evaluatierapport Social Media Professional opleiding Juni 15 www.mediaenmaatschappij.nl De Social Media Professional opleiding wordt als goed en zelfs uitstekend beoordeeld, door enthousiasme en duidelijkheid

Nadere informatie

Wat leren docenten in een community of practice? Hoe leren ze?

Wat leren docenten in een community of practice? Hoe leren ze? stti / mei 2012, v2 Opzet Vragen: Wat leren docenten in een community of practice? Hoe leren ze? 1. Beschrijving van de werkwijze: Wat is een community of practice; hoe hebben we deze community ingericht;

Nadere informatie

Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po. Bijlage 11. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po. Bijlage 11. Kenniscentrum Talentontwikkeling Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po Bijlage 11 Kenniscentrum Talentontwikkeling Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po De werkplekbegeleider De werkplekbegeleider begeleidt de student bij

Nadere informatie

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids Wat? Internationale stages worden steeds belangrijker in de context van de internationalisering van hoger onderwijs en

Nadere informatie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Rapport Docent i360. Test Kandidaat Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het

Nadere informatie

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Veloncongres 2015 & Over het programma Promotiebeurs - doel Initiator Ministerie van OCW Loopt sinds 2011, inmiddels structureel

Nadere informatie

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling Professionaliseren in Netwerken Emmy Vrieling emmy.vrieling@ou.nl ü WAAROM? ü WAT? ü FACILITEREN ü AANBEVELINGEN Het Nieuwe Leren Wat is netwerkleren? Een vorm van professionalisering waarbij leraren

Nadere informatie

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen?

Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen? Gaan we professionaliseren of aan onderzoek (mee)doen? Sanneke Bolhuis emeritus lector Fontys Lerarenopleiding senior onderzoeker Radboudumc zetel praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek Stuurgroep

Nadere informatie

Dossier opdracht 12. Vakproject 2: Vakdidactiek

Dossier opdracht 12. Vakproject 2: Vakdidactiek Dossier opdracht 12 Vakproject 2: Vakdidactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 12 november, 2007 Samenvatting Dit document is onderdeel van mijn

Nadere informatie

1 Leren op de werkplek

1 Leren op de werkplek 1 Leren op de werkplek Wat is leren op de werkplek? Om dit te verduidelijken onderscheiden we in dit hoofdstuk twee vormen van leren: formeel en informeel leren. Ook laten we zien welke vormen van leren

Nadere informatie

21st Century Skills Training

21st Century Skills Training Ontwikkeling van competenties voor de 21 e eeuw - Vernieuwend - Voor werknemers van nu - Met inzet van moderne en digitale technieken - - Integratie van social media - Toekomstgericht - Inleiding De manier

Nadere informatie

Communities in het Onderwijs

Communities in het Onderwijs HANDLEID ING Irene Hanraets, Hanneke Potters en Darco Jansen Communities in het Onderwijs adviezen en tips, een handreiking voor moderatoren Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door de financiële

Nadere informatie

Functieprofiel Young Expert

Functieprofiel Young Expert 1 Laatst gewijzigd: 20-7-2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Ervaringen opdoen... 3 1.1 Internationale ervaring in Ontwikkelingssamenwerkingsproject (OS)... 3 1.2 Nieuwe vaardigheden... 3 1.3 Intercultureel

Nadere informatie

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding.

Onderwerp Opdracht. 1. Competentiescan. Ondersteun een cursist bij het opstellen van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de opleiding. Onderwerp 1. Competentiescan Geef met behulp van de competentiescan aan wat u als leercoach-in-opleiding al beheerst en wat u wilt leren. 2. Intake Bespreek met een cursist de competentiescan. 3. Persoonlijk

Nadere informatie

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) en netwerk-leren (De Laat, 2012) verhogen de kans op succesvol leren in het kader van een

Nadere informatie

Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen. Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek

Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen. Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek Tijdschema Inleiding Anje (15 minuten) Praktijk casus Anja (10

Nadere informatie

Al lid van een kennisgemeenschap?

Al lid van een kennisgemeenschap? Professionaliseer jezelf en verbeter het onderwijs van onderop Al lid van een kennisgemeenschap? Kennisgemeenschappen zijn in opmars. Binnen schoolbesturen richten deze gemeenschappen zich op de professionalisering

Nadere informatie

Nieuwsbrief December 2018

Nieuwsbrief December 2018 Nieuwsbrief December 2018 Inhoudsopgave 2018 Ook in het afgelopen jaar hebben we weer gemerkt dat het samen opleiden van leerkrachten basisonderwijs ons steeds weer voor nieuwe uitdagingen plaatst. En

Nadere informatie

COLLEGIALE BESTUURLIJKE VISITATIE

COLLEGIALE BESTUURLIJKE VISITATIE COLLEGIALE BESTUURLIJKE VISITATIE Je moet het maar durven collegiale bestuurlijke visitatie Eigenlijk is er maar een ding nodig voor een Collegiale Bestuurlijke Visitatie (CBV). En dat is de durf om het

Nadere informatie

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017 Lerarenopleiding Toke Egberts 10 nov. 2017 1 Even voorstellen Toke Egberts 2 Inhoud Leraar worden? Opleidingsvarianten Curriculum Vakken Praktijk Toelatingseisen en informatie Individuele vragen 3 Waarom

Nadere informatie

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Weblogs 1 Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Iwan Wopereis Open Universiteit Nederland Peter Sloep

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Dennis Boot. ondersteund door Web 2.0. Samenwerken en begeleiden

Dennis Boot. ondersteund door Web 2.0. Samenwerken en begeleiden Samenwerken en begeleiden ondersteund door Web 2.0 Dennis Boot Evaluatie van Google Sites en Google Apps tijdens stages en projecten in het onderwijs. Inhoud Inleiding... 1 Google Sites i.c.m. Google Apps

Nadere informatie

TPACK-NL vragenlijst een toelichting

TPACK-NL vragenlijst een toelichting TPACK-NL vragenlijst een toelichting Petra Fisser & Joke Voogt Universiteit Twente Curriculumontwerp & Onderwijsinnovatie http://www.tpack.nl In dit document is de Nederlandse versie van de TPACK vragenlijst

Nadere informatie

Fontys Educational Designer Mindz (FED Mindz) Projectplan. Visie

Fontys Educational Designer Mindz (FED Mindz) Projectplan. Visie Visie We leven in een wereld die sterk veranderlijk is. Er ligt een grote verantwoordelijkheid bij docenten om de nieuwe generaties als competente rebellen klaar te stomen voor een onbekende toekomst waarin

Nadere informatie

Serie handleidingen. "LbD4All" ("Leren door Ontwikkeling voor iedereen") AUTHENTICITEIT. Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti

Serie handleidingen. LbD4All (Leren door Ontwikkeling voor iedereen) AUTHENTICITEIT. Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti Serie handleidingen "LbD4All" ("Leren door Ontwikkeling voor iedereen") AUTHENTICITEIT Door Kristina Henriksson, Päivi Mantere & Irma Manti Deze publicatie werd gefinancierd door de Europese Commissie.

Nadere informatie

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij Inspiratie voor hbo zorg en welzijn Informele zorg & Social Work aan de hogeschool Inholland Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij Voor onze opleiding geldt: samenwerken

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs.

Onderstaand treft u de resultaten aan van de vragenlijst over ondernemend onderwijs. De behoefte aan het delen van kennis en ervaring is groot! Samenwerking door kennis te delen en ervaringen uit te wisselen is essentieel om de verdere implementatie van ondernemend onderwijs efficiënt

Nadere informatie

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Terugblik masterclasses HAN Pabo Terugblik masterclasses HAN Pabo Het afgelopen jaar 2017 hebben studenten van de HAN Pabo de mogelijkheid gehad zich via masterclasses te verdiepen in W&T. Alle hieronder beschreven masterclasses zijn

Nadere informatie

april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter

april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter april 2019 Stichting leerkracht Elke dag samen een beetje beter Stichting leerkracht Beter onderwijs en meer werkplezier Het Nederlandse onderwijs is goed. Tegelijkertijd leven er ontzettend veel ideeën

Nadere informatie

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3 Kenniscentrum Talentontwikkeling Informatiebulletin voor studenten Inhoud 1. Inleiding: OS Boss po 2 2. Opleiding, begeleiding en beoordeling 2 3. Rollen en

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

Elektronische leeromgeving en didactiek. Wilfred Rubens http://www.slideshare.net/wrubens

Elektronische leeromgeving en didactiek. Wilfred Rubens http://www.slideshare.net/wrubens Elektronische leeromgeving en didactiek Wilfred Rubens http://www.slideshare.net/wrubens Programma Wat is een ELO? Voorbeelden Didactiek en ELO Voorbeelden leeractiviteiten in een ELO Functionaliteiten

Nadere informatie

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Aanleiding voor het symposium Onder de vlag van Curriculum.nu buigen in

Nadere informatie

2. WERKWIJZE IN SUPERVISIE

2. WERKWIJZE IN SUPERVISIE SUPERVISIEGIDS 1. INLEIDING Supervisie is een praktijkgebonden leermethode. In kleine groepen wordt onder begeleiding van een supervisor gewerkt aan persoonlijke leerdoelen die voortkomen uit de werkervaringen

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel

Verantwoordelijke opleidingsonderdeel Specifieke lerarenopleiding ECTS-fiches ECTS-Fiche opleidingsonderdeel: VAKDIDACTISCHE STUDIE Code: 10377 Academiejaar: 2017-2018 Aantal studiepunten: 3 Studietijd: 75 a 90 uur Deliberatie: Mogelijk Vrijstelling:

Nadere informatie

EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Voltijd/Deeltijd/Duaal. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Duaal

EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Voltijd/Deeltijd/Duaal. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Duaal EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Voltijd/Deeltijd/Duaal Gegevens Student: Naam student: Liesbeth Goderie Studentnummer: 2372762 E-mailadres: liesbeth@gastyling.nl Studiejaar+ Klas: Docent

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

ICLON Powerpoint sjabloon

ICLON Powerpoint sjabloon ICLON Powerpoint sjabloon Een voorbeeld van een ICLON presentatie Piet Presentator & Co Copresentator (ICLON) Coby Collega (Leiden University) Max Medewerker (Instituut voor Cooperatie) [Congresnaam, Plaats,

Nadere informatie

Agile Consortium International Agile Master Assessment

Agile Consortium International Agile Master Assessment Agile Consortium International Agile Master Assessment Agile Master Assessment Info & Criteria Page 1 of 5 Version 1.0 Wat is het Agile Master Certificaat Het Agile Master Certificaat is een bewijs van

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Professionalisering door. Bruggen Bouwen

Professionalisering door. Bruggen Bouwen Professionalisering door Bruggen Bouwen Wij presenteren: innoveren onderwijs persoonlijk talent leven lang ontwikkelen Najaar 2018: meerdere nieuwe meerjarenagenda s Strategische agenda digitalisering

Nadere informatie

SOS! Praktijk in zicht: tips voor samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen

SOS! Praktijk in zicht: tips voor samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen SOS! Praktijk in zicht: tips voor samenwerking tussen scholen en lerarenopleidingen Scholen zijn continu in ontwikkeling en steeds meer scholen houden zich bezig met de vernieuwing van hun onderwijs. Voor

Nadere informatie

ET s in het beroepsonderwijs Samen uit, samen thuis?

ET s in het beroepsonderwijs Samen uit, samen thuis? ET s in het beroepsonderwijs Samen uit, samen thuis? Iwan Wopereis (OU) Susan McKenney (OU/UT) Marco Mazereeuw (NHL) THE EXTENDED TEAM ORD 2013 - Brussel 1 Inhoud Introductie Methode Resultaten Discussie

Nadere informatie

De specifieke lerarenopleiding

De specifieke lerarenopleiding geëngageerd onderzoekend communicatief talent ontwikkelend vakdeskundig leerling gericht samenwerkend De specifieke lerarenopleiding dynamisch leergierig master Jij bent... inspirerend creatief toekomstgericht

Nadere informatie

Fase B. Entree. Leerstijlen. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3

Fase B. Entree. Leerstijlen. 2013 Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3 N W Fase B O Z Entree Leerstijlen Versie 0.1: januari 20]3 2013 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 Inleiding 2 Indeling 4 Strategie 6 Leerstijl Ieder mens heeft zijn eigen leerstijl. Deze natuurlijke

Nadere informatie

Checklist Afspraken met elkaar maken voor scholen en stagebieders

Checklist Afspraken met elkaar maken voor scholen en stagebieders Rondom: Hoe werk je samen aan een goed begeleide stage? Checklist Afspraken met elkaar maken voor scholen en stagebieders Deze checklist is voor scholen en (potentiële) stagebieders die elkaar beter willen

Nadere informatie

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE Annemarie Waal & Greet Gevers Hogeschool van Amsterdam, Opleiding tot Oefentherapeut m.h.gevers@hva.nl a.p.waal@hva.nl Uitnodiging tot het kiezen van een plaatje Als

Nadere informatie

Individueel begeleiden van NT2-studenten Presentatie Nederlands Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs 24 april Om te beginnen..

Individueel begeleiden van NT2-studenten Presentatie Nederlands Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs 24 april Om te beginnen.. Individueel begeleiden van NT2-studenten Presentatie Nederlands Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs 24 april 2015 Om te beginnen.. De doelen van ons Platform a. Ontwikkelen van een gemeen- schappelijke

Nadere informatie

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II Protocol Werkplekleren Student ESoE Minor Educatie & Communicatie Variant II Versie juli 2011 1 Protocol Werkplekleren Minor Educatie & Communicatie Variant I Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk

Nadere informatie

Handout PrOfijt. - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Mike Nikkels / Olav van Doorn

Handout PrOfijt. - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Mike Nikkels / Olav van Doorn Handout PrOfijt - Versie 1.1 - Versie: 1.1 Datum: 09-04-2014 Auteur(s): Mike Nikkels / Olav van Doorn 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 2 2 Inleiding... 3 3 Algemeen... 3 4 Visie op PrOfijt... 4 5 Techniek...

Nadere informatie

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen AFSTANDSLEREN EN ICT GECOMBINEERD ONDERWIJS 4 1 Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen Steven De Pauw Coördinator Toll-net Steven Verjans Universitair docent Open Universiteit

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam Toegepaste Psychologie zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden

Nadere informatie

werkwijze PLG werkkaart

werkwijze PLG werkkaart werkwijze PLG werkkaart FOCUS PAS TOE 2 Bepaal het thema, het gewenste resultaat 8 Implementeer en borg de nieuwe aanpak GROEP 1 Formeer de groep TEST KIJK DEEL 5 Probeer uit 3 Onderzoek wat er speelt

Nadere informatie

WERKEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS? je eerste stap is HeT indicatief intakegesprek

WERKEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS? je eerste stap is HeT indicatief intakegesprek WERKEN IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS? je eerste stap is HeT indicatief intakegesprek Je denkt eraan om leraar te worden in het voortgezet onderwijs. Je hebt je georiënteerd, er met anderen over gesproken

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION

UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION LERARENOPLEIDING NATUURKUNDE, WISKUNDE, SCHEIKUNDE, INFORMATICA EN ONTWERPEN Heb jij een technische bachelor gevolgd

Nadere informatie

Enquête stichting Parentes Zoetermeer

Enquête stichting Parentes Zoetermeer Enquête stichting Parentes Zoetermeer In de afgelopen weken hebt u de mogelijkheid gehad om d.m.v. onze enquête uw stem te laten horen over diverse punten die spelen binnen onze stichting Parentes. In

Nadere informatie

2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs :

2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs : 2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs : Onderzoek in de onderwijspraktijk van Fontys Wat doen we? Hoe gaat het? Wat levert het op? KEY NOTE: ANOUKE BAKX & JOS MONTULET Onderzoek binnen de

Nadere informatie

8TING & LABORIJN IN DE SW LABORIJN APP BIEDT GROTE KANSEN IN VERBETEREN INFORMATIEVOORZIENING

8TING & LABORIJN IN DE SW LABORIJN APP BIEDT GROTE KANSEN IN VERBETEREN INFORMATIEVOORZIENING 8TING & LABORIJN IN DE SW LABORIJN APP BIEDT GROTE KANSEN IN VERBETEREN INFORMATIEVOORZIENING INHOUDSOPGAVE 1.0 Digitaal kan bijdragen aan structuur, efficientie en gelijkheid... 3 2.0 Resultaten uit 3

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

Opleiden in het. zorgonderwijs. Modules leergangen master

Opleiden in het. zorgonderwijs. Modules leergangen master het zorgonderwijs Modules leergangen master Kies je eigen professionaliseringstraject Ben je docent of (praktijk)opleider in het zorgonderwijs? Of ben je werkzaam in de zorg en wil je toekomstige zorgprofessionals

Nadere informatie

Samen. stevige. ambities. werken aan. www.schoolaanzet.nl

Samen. stevige. ambities. werken aan. www.schoolaanzet.nl Samen werken aan stevige ambities www.schoolaanzet.nl School aan Zet biedt ons kennis en inspiratie > bestuurder primair onderwijs Maak kennis met School aan Zet School aan Zet is de verbinding tussen

Nadere informatie

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Om de kwaliteit van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde te behouden en te verbeteren worden met ingang van december

Nadere informatie