DE GRONDWET - ARTIKEL 51 - EERSTE EN TWEEDE KAMER
|
|
- Rosa Peters
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DE GRONDWET - ARTIKEL 51 - EERSTE EN TWEEDE KAMER 1. De Staten-Generaal bestaan uit de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. 2. De Tweede Kamer bestaat uit honderdvijftig leden. 3. De Eerste Kamer bestaat uit vijfenzeventig leden. 4. Bij een verenigde vergadering worden de kamers als één beschouwd. WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR Inhoudsopgave 1. Het tweekamerstelsel 2. Kritiek op het tweekamerstelsel 3. Het primaat van de Tweede Kamer 4. De ledenaantallen van de Kamers 5. De verenigde vergadering 6. Literatuur 7. Historische versies Versie januari 2016 [1] 1. HET TWEEKAMERSTELSEL Veel maar lang niet alle moderne parlementen bestaan uit meerdere kamers of huizen. Een tweekamerstelsel kan uiteenlopende doelen dienen. Sommige Europese tweekamerparlementen bestonden oorspronkelijk uit een afzonderlijke adelskamer, een vertegenwoordiging van de aristocratie, en een kamer voor het gewone volk, zoals in het Britse stelsel respectievelijk het House of Lords en het House of Commons. [2] In de loop van de negentiende eeuw, onder invloed van processen van democratisering en het ontstaan van een sociaal economische middenklasse, verliezen veel van dergelijke hogerhuizen geleidelijk hun aristocratische karakter en is het niet langer legitiem alleen daarvoor een tweekamerstelsel te behouden. Een andere reden om een tweekamerstelsel te hebben, is gelegen in een federale staatsvorm. In een federale senaat zijn steeds op een of andere wijze de deelstaten binnen de federatie vertegenwoordigd, waardoor die betrokken zijn bij de vaststelling van federale wetgeving, zoals onder meer in Duitsland, Oostenrijk en PAGINA 1 VAN 12
2 Zwitserland. Ook een senaat in een eenheidsstaat kan de regio s binnen dat land op nationaal niveau vertegenwoordigen, zoals in Spanje het geval is. De Ierse senaat kent onder meer vertegenwoordigers die worden gekozen door de afgestudeerden van twee universiteiten en leden die de belangrijkste sociaal economische sectoren representeren. [3] Verder kan een senaat ook bedoeld zijn om een zeker evenwicht in het politieke bestel te waarborgen. Zo rekent onze Eerste Kamer het tot haar taak om wetsvoorstellen die door de Tweede Kamer zijn aangenomen, te beoordelen op hun legislatieve en rechtsstatelijke kwaliteiten. Ook kan de Eerste Kamer een tegenkracht vormen tegen het overheersende monisme in de verhouding tussen regering en Tweede Kamer. Senaten die vooral fungeren als chambre de réflexion krijgen soms als kritiek dat ze het wetgevingsproces onnodig ophouden en een behoudzuchtige inslag hebben. In een aantal landen, waaronder Denemarken en Zweden, leidden dergelijke overwegingen uiteindelijk tot afschaffing van het tweekamerstelsel. [4] Aan de inrichting en het behoud van het Nederlandse tweekamerstelsel hebben in de periode na 1815 uiteenlopende motieven ten grondslag gelegen. De Grondwet van 1814 introduceerde een Staten Generaal, bestaande uit één kamer met 55 volksvertegenwoordigers. Deze werden benoemd door de Staten van de provinciën, waarbij het aantal vertegenwoordigers uit elke provincie was gerelateerd aan hun bevolkingsomvang. Zo koos Holland 22 leden, Drenthe één. [5] Toen die Grondwet in 1815 moest worden herzien bij gelegenheid van de aansluiting van de zuidelijke Nederlanden voor de zuidelijke gewesten betrof het de vaststelling van een nieuwe Grondwet werd onder aandrang van de Belgische vertegenwoordigers in de grondwetscommissie een tweekamerstelsel in het leven geroepen. [6] Vooral de adel in de zuidelijke provincies wenste een dergelijk instituut, dat hun rol in het bestuur van het nieuwe koninkrijk zou verzekeren. Tot een echte adelskamer naar Brits model kwam het niet; wel werd naast de bestaande kamer, waarvan het ledental werd verdubbeld en die voortaan Tweede Kamer zou heten, een door de Koning samengestelde Eerste Kamer gevormd. Door deze wijze van samenstellen waren de leden in de praktijk toch vrijwel steeds van adel. Na de afscheiding van de zuidelijke provincies, bij gelegenheid van de grondwetsherziening van 1840 die mede daardoor noodzakelijk was geworden, werd de Eerste Kamer ondanks kritiek op haar functioneren in de voorafgaande periode [7] (zie paragraaf 2) gehandhaafd. Deze keuze werd verdedigd met het argument dat het instituut een overwicht van democratische elementen kon voorkomen en dat het nodig was de troon te omringen met een bolwerk waartegen alle partijen afstuiten. [8] Kennelijk bestond de vrees dat de toen nog door provinciale staten gekozen volksvertegen woordigers in de Tweede Kamer een te sterke dadendrang zouden kunnen hebben en dat een door de Koning samengesteld PAGINA 2 VAN 12
3 instituut nodig zou zijn dat corrigerend en matigend kon optreden. Daarnaast werd de Eerste Kamer ook een functie toegedacht als bemiddelaar tussen de vorst en de natie, ter voorkoming van dwingelandij. Na de grondwetsherziening van 1848, toen niet langer de Koning, maar de leden van de provinciale staten de Eerste Kamer gingen samenstellen, verloor de klassieke bolwerktheorie haar betekenis als bestaansgrond. De Eerste Kamer werd voortaan in de eerste plaats gezien als een chambre de réflexion, waar wetsvoorstellen van regering en Tweede Kamer op basis van deskundigheid en ervaring zouden worden heroverwogen alvorens ze in werking konden treden. Dat is nog steeds de voornaamste functie van de Eerste Kamer. De beide zijden van het Binnenhof: rechts de Tweede Kamer, links de Eerste. In het midden de Ridderzaal, waar elke derde dinsdag van september de beide kamers in verenigde vergadering bijeen zijn. Foto: NRC.nl. De benamingen Tweede Kamer en Eerste Kamer dateren overigens al uit de tijd van de Bataafse Republiek. De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798 bepaalde dat het Vertegenwoordigend Lichaam bestond uit zoveel leden als er twintigduizendtallen zielen in de Bataafse Republiek werden gevonden. Deze vergadering werd in haar geheel ineens gekozen, maar splitste zichzelf daarna in een Eerste Kamer (dertig leden) en een Tweede Kamer (de overige leden, ongeveer het dubbele aantal). Daarbij vormde de Eerste Kamer de wetgevende vergadering; de Tweede Kamer kon de voorstellen van de Eerste bekrachtigen, of die bekrachtiging weigeren. [9] 2. KRITIEK OP HET TWEEKAMERSTELSEL Al ten tijde van de grondwetsherziening van 1840 werd het bestaansrecht van de Eerste Kamer ter discussie gesteld. Doordat haar leden werden benoemd door Koning, bestond de Eerste Kamer bijna uitsluitend uit hoge adel, die loyaal was aan de Koning. Spottend werd de Eerste Kamer daarom wel la ménagerie du Roi, ofwel de koninklijke diergaarde, genoemd. [10] Bij de grondwetsherziening van 1840 PAGINA 3 VAN 12
4 stelde de regering desondanks geen wijzigingen voor ten aanzien van het tweekamerstelsel. Het bestaansrecht van de Eerste Kamer motiveerde de regering slechts terloops met de verklaring dat het behoud van die kamer `eene der fundamentele verordeningen van het Nederlandsche Staatsregt' was. [11] Thorbecke keerde zich in zijn geschriften over de Grondwet echter tegen het bestaansrecht van de Eerste Kamer; hij noemde haar zonder grond en zonder doel. [12] Ook de conservatief Van Hall bepleitte in een memorie aan Koning Willem II in 1841 de afschaffing van de Eerste Kamer, omdat die overbodig zou zijn: De verdeeling der vertegenwoordiging in twee Kamers, bij de Grondwet van 1815 ingevoerd, bij die van 1814 onbekend, levert in ons land eene nuttelooze complicatie en kostbaarheid op'. [13] Bij de grondwetsherziening van 1848 overleefde de Eerste Kamer opnieuw de twijfel aan haar bestaansrecht. De regering verdedigde dat bestaansrecht door te stellen dat deze kamer overijling diende te voorkomen van hare driftige zuster bedoeld werd de Tweede Kamer. [14] Na 1848 ontwikkelde de Eerste Kamer zich geleidelijk tot een kamer van heroverweging; bij de grondwetsherziening van 1887 werd haar bestaan zonder enig protest van betekenis gecontinueerd. [15] Het in tweede instantie op basis van degelijkheid en onafhankelijkheid nogmaals beoordelen van voorstellen van wet werd en is nog steeds de voornaamste taak van de Eerste Kamer. [16] Bij gelegenheid van de grondwetsherziening van 1922 werd wel aandacht besteed aan het bestaansrecht van de senaat. Doordat werd voorgesteld de verkiesbaarheidsvereisten voor de beide Kamers gelijk te stellen, zou de senaat nog meer een loutere doublure van de Tweede kamer lijken. [17] Een voorstel om de Eerste Kamer dan maar af te schaffen [18] haalde het echter niet. Haar behoud werd, opnieuw, vooral gerechtvaardigd met de revisiegedachte. [19] Ook bij de grondwetsherziening van 1983 werd enige aandacht besteed aan de positie van de Eerste Kamer. De regering was van opvatting dat de heroverweging van door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen als een waardevol element van het wetgevingsproces was. Daarnaast erkende de regering niettemin dat de Eerste Kamer wat haar niet wetgevende activiteiten betreft tot op zekere hoogte kon worden gezien als een overbodige doublure van de Tweede Kamer. [20] De laatste decennia is er vrijwel voortdurend kritiek op het functioneren van de Eerste Kamer te horen: zij zou te activistisch en te weinig terughoudend zijn, voornamelijk vertragend werken bij de totstandkoming van wetgeving en daarbij over een zwakke democratische legitimatie beschikken door haar indirecte, archaïsche manier van verkiezen. [21] Het huidige kabinet Rutte II kan zelfs niet rekenen op een gunstig gezinde politieke meerderheid in de senaat, wat het soms moeilijk maakt in het regeerakkoord aangekondigde wetgeving en beleid tot stand te brengen. [22] Begin 2016 is besloten dat een staatscommissie de werking van ons PAGINA 4 VAN 12
5 parlementaire stelsel zal gaan onderzoeken, waarbij ook de positie van de Eerste Kamer aan de orde zal komen. [23] 3. HET PRIMAAT VAN DE TWEEDE KAMER De volgorde waarin artikel 51 de beide Kamers noemt eerst de Tweede, dan de Eerste is niet toevallig: de grondwetgever heeft hiermee tot uitdrukking willen brengen dat het politieke primaat binnen de Staten Generaal aan de Tweede Kamer toekomt. [24] De grotere betekenis van de Tweede Kamer in ons parlementaire stelsel hangt samen met de zwakkere democratische legitimatie van de indirect gekozen Eerste Kamer, de beperktere bevoegdheden van de Eerste Kamer, met name in de wetgevingsproce dure, en de praktijk rond de totstandkoming van regeerakkoorden en de vorming van kabinetten. [25] De formulering van artikel 51, eerste lid, weerspiegelt deze verhouding tussen de kamers. Dit betekent echter niet dat er in het werk van de Eerste Kamer geen plaats kan zijn voor politieke overtuigingen. De wijze van samenstelling van de Eerste Kamer verkiezing door de leden van de Provinciale Staten en de politieke achtergrond en belangstelling die veel van haar leden gewoonlijk hebben, leiden ertoe dat ook in de Eerste Kamer politiek wordt bedreven. Daarbij dient zij terughoudendheid te betrachten jegens Tweede Kamer en regering in de zin dat zij geacht wordt de hoofdlijnen van de reeds gemaakte politieke keuzen, zeker als die behoren tot de kern van het regeringsbeleid en zijn neergelegd in een regeerakkoord, te respecteren. Een garantie dat de Eerste Kamer zich dan steeds zal neerleggen bij de wens van de Tweede Kamer en de regering, biedt de Grondwet echter niet. In de nacht van 18 en 19 mei 1999 verwierp de Eerste Kamer met één stem verschil [26] een wetsvoorstel dat behoorde tot de kern van het regeerakkoord voor het kabinet Kok II, aangaande de invoering van het correctief wetgevingsreferendum. Deze Nacht van Wiegel bracht het kabinet ertoe zijn ontslag aan te bieden; de crisis kon echter worden bezworen en na enkele dagen trok het kabinet zijn ontslagaanvrage weer in. [27] Omdat de verkiezingen voor de Eerste Kamer en de Tweede Kamer op verschillende momenten plaatsvinden, en ook de wijze van verkiezen verschilt, kan het voorkomen dat de politieke samenstelling van de beide Kamers flink verschilt. Een gevolg kan zijn dat een kabinet dat wel steunt op een meerderheid in de Tweede Kamer, geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. In zo n situatie kan de Eerste Kamer een nog prominentere politieke factor zijn. Het huidige kabinet Rutte II, dat zich in die situatie bevindt, dient voor de realisatie van zijn plannen terdege rekening te houden met de verlangens van de oppositie, die de meerderheid vormt in de Eerste Kamer. Enigszins in strijd met de gedachte van het politieke primaat van de Tweede Kamer PAGINA 5 VAN 12
6 komt het voorzitterschap van de verenigde vergadering toe aan de voorzitter van de Eerste Kamer (artikel 62 Grondwet). Dit is sinds 1815 steeds zo geweest. Pogingen om bij gelegenheid van de grondwetsherziening van 1983 verandering in deze zaak te brengen, strandden tot tweemaal toe doordat de betreffende wetsvoorstellen door de Eerste Kamer werden verworpen. [28] 4. DE LEDENAANTALLEN VAN DE KAMERS De Grondwet van 1814 riep een Staten Generaal in het leven die bestond uit één kamer met 55 leden. Al in 1815 kwam daarin grondig verandering, doordat de zuidelijke Nederlanden ruwweg het huidige België bij het koninkrijk werden gevoegd. Het ledental van de bestaande Staten Generaal, voortaan de Tweede Kamer, werd verdubbeld om ook vertegenwoordigers van de zuidelijke provincies te huisvesten. De nieuwe Eerste Kamer had geen vast ledental, maar bestond uit ten minste 40 en ten hoogste 60 leden, door de Koning te benoemen. In 1840 was weer een grondwetswijziging nodig, onder meer als gevolg van de erkenning door Nederland van de afsplitsing van België. Feitelijk was dat al gebeurd in het najaar van 1830, waardoor de Staten Generaal al langere tijd niet konden functioneren overeenkomstig de Grondwet van 1815 de vertegenwoordigers van de zuidelijke provincies ontbraken immers. Het aantal leden van de Tweede Kamer werd in het kleinere koninkrijk teruggebracht naar 58; in de Eerste Kamer benoemde de Koning ten minste twintig en ten hoogste dertig leden. De Grondwetswijziging van 1848 bracht de rechtstreekse verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, en als grondslag voor die verkiezing het districtenstelsel. Dat had opnieuw gevolgen voor de ledentallen van de Tweede Kamer: het aantal kamerzetels werd gerelateerd aan het inwonertal van het koninkrijk en aan de daarop gebaseerde kiesdistricten; daarmee kon het ledental variëren. In de Grondwet van 1887 werd het aantal Tweede Kamerleden toch vastgelegd op 100, onder meer omdat het steeds aanpassen van districtsgrenzen aan verschuivingen in de bevolkingsaantallen omslachtig was. Ook bleek het bepalen van districtsgrenzen gevoelig voor misbruik: door bepaalde gebieden in een district te sluiten of juist erbuiten te houden, was het mogelijk de uitkomst van verkiezingen in dat district te beïnvloeden (het fenomeen gerrymandering ). In 1848 werd het ledental van de Eerste Kamer, die voortaan werd verkozen door de leden van de Provinciale Staten, op 39 gesteld; in 1887 werd dat verhoogd tot 50. In 1956 werden de huidige aantallen vastgelegd: 150 en 75 leden voor respectievelijk de Tweede en de Eerste Kamer. De voornaamste aanleiding voor deze verhogingen van de ledentallen was dat de omvang van het takenpakket van de overheid aan het einde van de negentiende eeuw en vooral na de Tweede Wereldoorlog sterk toenam. Die ontwikkeling maakte ook de taken van de volksvertegenwoordigers complexer en omvangrijker. In 1983, bij de algehele grondwetsherziening, zijn geen wijzigingen aangebracht, PAGINA 6 VAN 12
7 hoewel de ledenaantallen wel voorwerp van discussie waren. Enkele leden van de staatscommissie die de herziening voorbereidde, stelden een vermindering van het aantal leden voor; de meerderheid van de commissie en de regering achtten dit echter geen reële optie, onder meer omdat het aantal leden van beide kamers in relatie tot de omvang van de bevolking klein was in vergelijking met andere landen en bovendien de omvang en complexiteit van het werk van de volksvertegenwoordiging gestaag toenamen.!29!#{noot} Uitbreiding van de ledenaantallen werd door de regering eveneens van de hand gewezen, met als belangrijkste argument dat in de periode sinds 1956 niet was gebleken dat een groter aantal Kamerleden duidelijke voordelen zou bieden. [30] In 1990 leidde een onderzoek naar de doorstroming van leden van de Tweede Kamer tot de constatering dat de werkdruk van Kamerleden erg hoog was geworden. Om dit probleem te ondervangen zou uitbreiding van het aantal Tweede Kamerleden kunnen worden overwogen. [31] Een concreet voorstel daartoe werd echter niet gedaan en sindsdien is uitbreiding van de ledentallen niet meer serieus overwogen. 5. DE VERENIGDE VERGADERING Voor bepaalde in de Grondwet genoemde zaken vergaderen en besluiten de beide Kamers gezamenlijk, waarbij ze dan één vergadering vormen. De Grondwet schrijft een verenigde vergadering van de beide Kamers van de Staten Generaal voor in de volgende gevallen: de vaststelling van een toestemmingswet voor het huwelijk van een lid van het Koninklijk Huis (artikel 28); de beslissing om een of meer personen uit te sluiten van de troonerfopvolging (artikel 29); het benoemen van een Koning of troonopvolger (artikel 30); de beëdiging en inhuldiging van een nieuwe Koning, in Amsterdam (artikel 32); het nemen van een besluit over het ouderlijk gezag en de voogdij over een minderjarige Koning (artikel 34); het verklaren dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen (artikel 35); het vaststellen van de wet waarmee de Koning de uitoefening van zijn gezag tijdelijk wenst neer te leggen (artikel 36); het vaststellen van de wet waarmee de regent wordt benoemd en van andere wettelijke regelingen rondom het regentschap, alsmede bij de eedaflegging door de regent (artikel 37, tweede en vierde lid); bij de Troonrede op de derde dinsdag van september (artikel 65); het verlenen van toestemming voor de verklaring dat het Koninkrijk in oorlog is, alsmede voor het beëindigen van die toestand (artikel 96); het besluiten over de voortduring van de uitzonderingstoestand (artikel 103). Een verenigde vergadering van de Staten Generaal is uitsluitend in de genoemde gevallen mogelijk. De beide Kamers kunnen niet op eigen initiatief bijeenkomen om over andere dan de in de Grondwet genoemde zaken in verenigde vergadering te besluiten. [32] De regering onderbouwde deze lezing van artikel 51 bij gelegenheid van de grondwetsherziening van 1983 door te stellen dat de Staten Generaal in onderling overleg niet zouden mogen afwijken van de grondwettelijk PAGINA 7 VAN 12
8 gewaarborgde procedure inzake de wetgeving. Bovendien vreesde de regering een ondermijning van de positie van de Eerste Kamer indien de mogelijkheid van behandeling van wetgeving in één instantie zou worden toegestaan. [33] De leden van de Eerste Kamer zijn in een verenigde vergadering immers veruit in de minderheid ten opzichte van de leden van de Tweede Kamer: zij vormen slechts een derde van het ledental van de verenigde vergadering. Het vierde lid van artikel 51 geeft slechts aan dat in die gevallen de beide Kamers als één orgaan optreden. Volgens de regering betekent dit gezamenlijk bijeenkomen vanzelfsprekend dat het verschil in karakter van de kamers teloor gaat. [34] 6. LITERATUUR P.P.T. Bovend Eert, H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlement, 11de druk, Kluwer: Deventer 2010 B.H. van den Braak, De Eerste Kamer. Geschiedenis, samenstelling en betekenis , diss M.C. Burkens, De huidige Eerste Kamer, RegelMaat 1987, p S.W. Couwenberg, Het tweekamerstelsel als staatsrechtelijk instituut, Namens 1990, p F.A.J.Th. Kalberg, De staatsrechtelijke positie van de Eerste Kamer der Staten Generaal I, II en III, TvO 1990, p ; p en p H. Krabbe, De Eerste Kamer, De Gids 1910, tevens opgenomen in: Staatsrechtelijke Opstellen uitgegeven ter gelegenheid van het aftreden van prof. Krabbe als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, eerste deel, Verspreide opstellen, 's Gravenhage 1927, p R. Kranenburg, De Eerste Kamer, in: Studiën over Recht en Staat, Haarlem 1919, p H.R.B.M. Kummeling, De Eerste Kamer: Chambre de Révolution?, NJB 1990, p A. Postma, L.M. de Rijk, A. Sprey, J.J. Vis, Y.P.W. van der Werff (red.), Aan deze zijde van het Binnenhof. Gedenkboek ter gelegenheid van het 175 jarig bestaan van de Eerste Kamer der Staten Generaal, 's Gravenhage 1990 W.C.D. Olivier, Van de Staten Generaal, 's Gravenhage 1876 A.Ch.M. Rijnen, De Eerste Kamer; op zoek naar de kwadratuur van de cirkel?, AA 1975, p Tweehonderd jaar Eerste Kamer. Veelzijdig in deeltijd. De laatste 25 jaar in het vizier, Bju: Amsterdam, 2015 J. Vis, Wetgeving op de valreep. De Eerste Kamer als medewetgever, Publiek Domein 1990, p Volkeren Vertegenwoordigd. De Interparlementaire Unie 100 jaar, 's Gravenhage P.L. de Vos, De uitgang van het Binnenhof, Arnhem 1990 F. de Vries, De staatsrechtelijke positie van de Eerste Kamer, diss. Groningen, PAGINA 8 VAN 12
9 HISTORISCHE VERSIES Eerste lid: Art. 78 Gw 1815: De Staten Generaal bestaan uit twee kamers (art. 80 Gw 1840). Art. 75 Gw 1848: De Staten Generaal zijn verdeeld in eene Eerste en Tweede Kamer (art. 79 Gw 1887; art. 80 Gw 1922; art. 82 Gw 1938; art. 89 Gw 1953). Tweede lid: Art. 56, eerste volzin, Gw 1814: De vergadering der Staten Generaal bestaat uit vijf en vijftig leden. Art. 79 Gw 1815: Eene dier kamers bestaat uit 110 leden (...). Art. 81 Gw 1840: Eene dier Kamers bestaat uit acht en vijftig leden (...). Art. 77 Gw 1848: Het getal van de leden der Tweede Kamer wordt bepaald naar de bevolking, voor ieder één. Art. 81, eerste lid, Gw 1887: De Tweede Kamer bestaat uit honderd leden (...)(art. 82, eerste lid, Gw 1922; art. 84, eerste lid, Gw 1938; art. 91, eerste lid, Gw 1953). Art. 91, eerste lid, Gw 1956: De Tweede Kamer bestaat uit honderd en vijftig leden (...). Derde lid: Art. 80 Gw 1815: De andere kamer, welke den naam van eerste draagt, is zamengesteld uit niet minder dan veertig en niet meerder dan zestig leden, den vollen ouderdom van veertig jaren bereikt hebbende, (...) (art. 82 Gw 1840, behoudens dat i.p.v. `niet minder dan veertig en niet meerder dan zestig leden' wordt gelezen `niet minder dan twintig en niet meerder dan dertig leden'). Art. 78, eerste lid, Gw 1848: De Eerste Kamer bestaat uit 39 leden. Art. 82, eerste lid, Gw 1887: De Eerste Kamer bestaat uit vijftig leden (art. 83, eerste lid, Gw 1922; art. 85, eerste lid, Gw 1938; art. 92, eerste lid, Gw 1953). Art. 92, eerste lid, Gw 1956: De Eerste Kamer bestaat uit vijf en zeventig leden. Vierde lid: Art. 104, eerste lid, Gw 1815: Wanneer volgens deze grondwet, de beide kamers eene vereenigde zitting houden, het zij de tweede kamer in enkelen of in dubbelen getale zij, zitten de leden zonder onderscheid, tot welke kamer zij behooren (art. 105, eerste lid, Gw 1840). Art. 103, eerste lid, Gw 1848: Bij eene vereenigde zitting worden de beide Kamers als slechts ééne beschouwd en nemen hare leden, naar willekeur, door elkander plaats (art. 108, eerste lid, Gw 1887; art. 109, eerste lid, Gw 1922; art. 111, eerste lid, Gw 1938; art. 118, eerste lid, Gw 1953). NOTEN 1. Dit commentaar is een bewerking en aanvulling van het commentaar bij PAGINA 9 VAN 12
10 dezelfde bepaling in: A.K. Koekkoek (red.), De Grondwet. Een systematisch en artikelsgewijs commentaar, 3de druk, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink, 2000, eveneens van de hand van G. Leenknegt. 2. Erskine May's Treatise on the Law, Privileges, Proceedings and Usage of Parliament, 24th ed., Malcolm Jack, London 2011, p Voor een overzicht van uiteenlopende tweekamerstelsels in de (tegenwoordige) wereld, zie documenten/ rapporten/ 2015/ 11/ 27/ parlementaire tweekamerstelsels een internationalevergelijking. Zie ook: P.P.T. Bovend Eert, H.R.B.M. Kummeling, Het Nederlandse parlement, 11de druk, Kluwer: Deventer 2010, p. 29 e.v. 4. Het Deense parlement werd in 1953 unicameraal, het Zweedse in Artikel 56 van de Grondwet van Uitvoerig hierover: H. de Schepper, De Eerste Kamer in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, in: A. Postma e.a. (red.), Aan deze zijde van het Binnenhof. Gedenkboek ter gelegenheid van het 175 jarig bestaan van de Eerste Kamer der Staten Generaal, Den Haag 1990, p. 15 e.v. 7. Zie hierover uitvoerig De Schepper, a.w. 1992, p en G.A.M. Beekelaar, Tussen twee revolutiejaren. De Eerste Kamer van 1830 tot 1848, in: Gedenkboek 175 jarig bestaan van de Eerste Kamer, Den Haag 1990, p Bovend Eert/ Kummeling, a.w. 2010, p Zie de artikelen van de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van Bovend Eert/ Kummeling, a.w. 2010, p Hand. II , p. 433 en J.R. Thorbecke, Bijdrage tot de herziening der grondwet, Amsterdam 1948, met notities en bijlagen van C.W. de Vries, p F.A. van Hall, Memorie met opdrachtbrief d.d. 23 december 1841, opgenomen in L.C. Suttorp, F.A. Van Hall en Zijne Constitutionele Beginselen, diss. RUL, Amsterdam 1932, p. 188 en W.C.D. Olivier, Van de Staten Generaal, 's Gravenhage 1876, p Over deze periode uitvoerig: J.J. Vis, Van 'Ménagerie du Roi' tot politiek college. De Eerste Kamer van 1849 tot 1887, in: Gedenkboek 175 jarig bestaan van de Eerste Kamer, Den Haag 1990, p J.T. Buijs, De Grondwet. Toelichting en kritiek, deel I, Arnhem: Gouda Quint, 1883, p. 403, 404; H. Krabbe, De Eerste Kamer, in: De Gids 1910, tevens opgenomen in Staatsrechtelijke opstellen uitgegeven ter gelegenheid van het aftreden van Prof. H. Krabbe als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, eerste deel, 's Gravenhage 1927, p Zie o.a. het Verslag van de Staatscommissie ingesteld bij KB van 20 PAGINA 10 VAN 12
11 december 1918, no. 78, aan welke is opgedragen de voorbereiding van eene herziening van de Grondwet. Zie ook Hand. II 1921/ 22, p Bijl. Hand II 1921/ 22, nr. 90, p. 6 en N. Cramer, De Eerste Kamer na 1917 in heroverweging, in: Gedenkboek 175 jarig bestaan van de Eerste Kamer, Den Haag 1990, p Nota inzake het grondwetsherzieningsbeleid, deel I, 's Gravenhage 1977, Bijl. Hand. II 1973/ 74, , nr. 2 (Nng, 12, p ). 21. Een voorbeeld is de kritiek die de VVD fractievoorzitter in de Tweede Kamer Zijlstra uitte in een interview in april 2013: politiek/ zijlstra te politieke eerste kamer beter afschaffen~a /. Zie over de discussie over de rol van de Eerste Kamer gedurende de afgelopen 25 jaar: Tweehonderd jaar Eerste Kamer. Veelzijdig in deeltijd. De laatste 25 jaar in het vizier, Bju: Amsterdam, 2015; zie met name hoofdstuk 5 (p ). 22. Zie bijvoorbeeld: politiek/ eerste kamer tegen wetkamp energieakkoord dreigt te kapseizen~a / nieuws/ 2016/ 01/ 19/ overeenstemming over staatscommissieeerste kamer. 24. Kamerstukken II 1976/ 77, , nr. 3, p. 9 en 1978/ 79, , nr. 7, p. 18 (Nng IIIa, p. 9 en 67). 25. Bovend Eert/ Kummeling, a.w. 2010, p Aangezien het de tweede lezing van een voorstel tot herziening van de Grondwet betrof, was een tweederde meerderheid nodig. 27. Hierover: J. van Merriënboer, Carambole! De nacht van Wiegel in de parlementaire geschiedenis, in: Jaarboek Parlementaire geschiedenis 1999; zie ook id/ vh8lnhrouwxi/ kabinetscrisis_1999_de_nacht_van_wiegel. 28. C.A.J.M. Kortmann, Grondwetsherzieningen 1983 en 1987, 2de druk, Kluwer: Deventer 1987, p ; zie ook het commentaar bij artikel 62 Gw. 29. Kamerstukken II 1976/ 77, , nr. 3, p (Nng IIIa, p. 9 10). 30. Kamerstukken II 1978/ 79, , nr. 7, p. 19 (Nng IIIa, p. 68). Overigens merkt de regering hierbij op dat de ledenaantallen in 1956 betrekkelijk willekeurig waren gekozen. 31. Aldus P.L. de Vos, Uitbreiding aantal Kamerleden gewenst!, in: Namens 1990, p ; zie ook P.L. de Vos, De uitgang van het Binnenhof, Arnhem Kamerstukken II 1976/ 77, , nr. 3, p. 7 en 8 (Nng, IIIa, p. 7 8). 33. Kamerstukken II 1976/ 77, , nr. 3, p. 8 (Nng, IIIa, p. 8) en uitvoeriger de argumenten van de regering in Kamerstukken II 1978/ 79, , nr. 7, p. PAGINA 11 VAN 12
12 10 17 (Nng, IIIa, p ). 34. Kamerstukken II 1978/ 79, , nr. 7, p. 12 (Nng IIIa, p. 61). CITEER SUGGESTIE G. Leenknegt, Commentaar op artikel 51 van de Grondwet, in: E.M.H. Hirsch Ballin en G. Leenknegt (red.), Artikelsgewijs commentaar op de Grondwet, webeditie 2019 ( PAGINA 12 VAN 12 DOWNLOAD OP OM 22:42 UUR.
DE GRONDWET - ARTIKEL 52 - ZITTINGSDUUR
DE GRONDWET - ARTIKEL 52 - ZITTINGSDUUR 1. De zittingsduur van beide kamers is vier jaren. 2. Indien voor de provinciale staten bij de wet een andere zittingsduur dan vier jaren wordt vastgesteld, wordt
Nadere informatiemet ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
DE GRONDWET - ARTIKEL 30 - BENOEMDE KONING 1. Wanneer vooruitzicht bestaat dat een opvolger zal ontbreken, kan deze worden benoemd bij een wet. Het voorstel wordt door of vanwege de Koning ingediend. Na
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING
DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING De wet regelt het ouderlijk gezag en de voogdij over de minderjarige Koning en het toezicht daarop. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 55 - VERKIEZING EERSTE KAMER
DE GRONDWET - ARTIKEL 55 - VERKIEZING EERSTE KAMER De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van provinciale staten en de leden van een kiescollege als bedoeld in artikel 132a, derde lid.
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 65 - TROONREDE
DE GRONDWET - ARTIKEL 65 - TROONREDE Jaarlijks op de derde dinsdag van september of op een bij de wet te bepalen eerder tijdstip wordt door of namens de Koning in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 39 - LIDMAATSCHAP KONINKLIJK HUIS WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR ARTIKEL 39 - LIDMAATSCHAP KONINKLIJK HUIS - G.
DE GRONDWET - ARTIKEL 39 - LIDMAATSCHAP KONINKLIJK HUIS De wet regelt, wie lid is van het koninklijk huis. WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR Inhoudsopgave 1. De leden van het koninklijk huis 2. Titels van de
Nadere informatieDe Eerste Kamer uitgelegd
De Eerste Kamer uitgelegd De rol van de Eerste Kamer In ons land vormen de Eerste Kamer en de Tweede Kamer samen de Staten-Generaal, het Nederlandse parlement. De Eerste Kamer is medewetgever en controleur
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 60 - AMBTSAANVAARDING
DE GRONDWET - ARTIKEL 60 - AMBTSAANVAARDING Op de wijze bij de wet voorgeschreven leggen de leden van de kamers bij de aanvaarding van hun ambt in de vergadering een eed, dan wel verklaring en belofte,
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 50 - VERTEGENWOORDIGING. De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk.
DE GRONDWET - ARTIKEL 50 - VERTEGENWOORDIGING De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR Inhoudsopgave 1. De Staten Generaal 2. Vertegenwoordiging 3.
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING
DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN
DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN 1. De Koning is voorzitter van de Raad van State. De vermoedelijke opvolger van de Koning heeft na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar van rechtswege
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL TOEKENNING BEVOEGDHEDEN
DE GRONDWET - ARTIKEL 128 - TOEKENNING BEVOEGDHEDEN Behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 123, kan de toekenning van bevoegdheden, als bedoeld in artikel 124, eerste lid, aan andere organen dan die,
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR ARTIKEL 45 - MINISTERRAAD - E.J. JANSE DE JONGE
DE GRONDWET - ARTIKEL 45 - MINISTERRAAD 1. De ministers vormen te zamen de ministerraad. 2. De minister-president is voorzitter van de ministerraad. 3. De ministerraad beraadslaagt en besluit over het
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 40 - UITKERING KONINKLIJK HUIS
DE GRONDWET - ARTIKEL 40 - UITKERING KONINKLIJK HUIS 1. De Koning ontvangt jaarlijks ten laste van het Rijk uitkeringen naar regels bij de wet te stellen. Deze wet bepaalt aan welke andere leden van het
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL KIESRECHT GEMEENTERAAD NIET-NEDERLANDERS
DE GRONDWET - ARTIKEL 130 - KIESRECHT GEMEENTERAAD NIET-NEDERLANDERS De wet kan het recht de leden van de gemeenteraad te kiezen en het recht lid van de gemeenteraad te zijn toekennen aan ingezetenen,
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 67 - QUORUM
DE GRONDWET - ARTIKEL 67 - QUORUM 1. De kamers mogen elk afzonderlijk en in verenigde vergadering alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden ter vergadering
Nadere informatie14 ACTUALITEIT Het gebrek aan naleving van parlementaire regels ondergraaft kwaliteit politiek-staatkundig systeem door Rein Jan Hoekstra De auteur is oud-lid van de Raad van State. Het is verbazingwekkend
Nadere informatieBestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid
Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum november 2012 Hoofdstuk 4 Het landsbestuur (regering en parlement) Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 III Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB)
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 oktober 2018
> Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieHERZIENING VAN DE GRONDWET. Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen. (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s.
HERZIENING VAN DE GRONDWET Herziening van de Grondwet, teneinde de Senaat af te schaffen (Voorstel van de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING Dit voorstel moet worden samen gelezen met ons voorstel nr.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 011 01 45 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van bepalingen inzake de inrichting en samenstelling
Nadere informatieSTATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 57 - INCOMPATIBILITEITEN
DE GRONDWET - ARTIKEL 57 - INCOMPATIBILITEITEN 1. Niemand kan lid van beide kamers zijn. 2. Een lid van de Staten-Generaal kan niet tevens zijn minister, staatssecretaris, lid van de Raad van State, lid
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 28 - AFSTAND KONINGSCHAP DOOR HUWELIJK
DE GRONDWET - ARTIKEL 28 - AFSTAND KONINGSCHAP DOOR HUWELIJK 1. De Koning, een huwelijk aangaande buiten bij de wet verleende toestemming, doet daardoor afstand van het koningschap. 2. Gaat iemand die
Nadere informatieBij het beantwoorden van de vragen is de volgorde van het verslag aangehouden.
34 341 Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de
Nadere informatieGemeente Amersfoort BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN. Reglement van orde van de raad (artikel 43)
Gemeente Amersfoort BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN Reglement van orde van de raad (artikel 43) Docs.nr 5904375 Nr. 2018 060 Vragen van raadslid Ralph Langendam / Burger Partij Amersfoort (BPA)
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 26 oktober 2016 Betreft Belastingvrijdom
> Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieConsultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding
Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare
Nadere informatieBeginselen van het Nederlands Staatsrecht
Prof.mr. A.D. Belinfante Mr. J.L. de Reede Beginselen van het Nederlands Staatsrecht druk Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1997 VOORWOORD II AFKORTINGEN 13 I INLEIDING 15 1. Benadering van
Nadere informatiePuzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel
Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 63 - GELDELIJKE VOORZIENINGEN
DE GRONDWET - ARTIKEL 63 - GELDELIJKE VOORZIENINGEN Geldelijke voorzieningen ten behoeve van leden en gewezen leden van de Staten-Generaal en van hun nabestaanden worden bij de wet geregeld. De kamers
Nadere informatieDE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME
Wet van... houdende nadere wijzigingen van de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B. 1987 No.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1992 No.38) ONTWERP DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME In overweging
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 68 - INLICHTINGENPLICHT BEWINDSLIEDEN
DE GRONDWET - ARTIKEL 68 - INLICHTINGENPLICHT BEWINDSLIEDEN De ministers en de staatssecretarissen geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of
Nadere informatieOostenrijk. Staten en kiesstelsels
Staten en kiesstelsels Oostenrijk Oostenrijk is een van de vele landen in Europa waar verkiezingen plaatsvinden volgens het systeem van evenredige vertegenwoordiging. Toch heeft Oostenrijk weer bepaalde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 9 Voorstel van wet van het lid Schouw houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 3 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele
Nadere informatieBeginselen van de democratische rechtsstaat
Beginselen van de democratische rechtsstaat Prof. mr. M.C. Burkens Prof. mr. H.R.B.M. Kummeling Prof. mr. drs. B.P. Vermeulen Prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven Inleiding tot de grondslagen van het Nederlandse
Nadere informatieNederland is helemaal geen representatieve democratie
8 sept 2013 Nederland is helemaal geen representatieve democratie Politici in Nederland zeggen dat Nederland een representatieve democratie is. Dat roept een paar vragen op. Allereerst wat een representatieve
Nadere informatieWat is een constitutie?
Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie
Nadere informatieSamenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014
P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 64 - ONTBINDING KAMERS
DE GRONDWET - ARTIKEL 64 - ONTBINDING KAMERS 1. Elk der kamers kan bij koninklijk besluit worden ontbonden. 2. Het besluit tot ontbinding houdt tevens de last in tot een nieuwe verkiezing voor de ontbonden
Nadere informatieHet bestaansrecht van de Eerste Kamer
912 Ars Aequi december 2014 opinie Het bestaansrecht van de Eerste Kamer Hansko Broeksteeg* De Eerste Kamer ligt onder vuur; zij zou te veel een doublure zijn van de Tweede Kamer. Uit rechtsvergelijkend
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 43 - REGERING EN MINISTERS. De minister-president en de overige ministers worden bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen.
DE GRONDWET - ARTIKEL 43 - REGERING EN MINISTERS De minister-president en de overige ministers worden bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen. WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR Inhoudsopgave 1. Historische
Nadere informatieADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake
ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 158 (R 2048) Voorstel van rijkswet van het lid Taverne tot wijziging van de rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen in verband met het
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 239 Voorstel van wet van het lid Schouw houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet,
Nadere informatieHandboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal
Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben van politiek. Samen met je
Nadere informatiee Kamer Derde Kamer Handboek Politiek 2 der Staten-Generaal
erde Kamer Derde Kamer e Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN
DE GRONDWET - ARTIKEL 135 - GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN De wet geeft regels ter voorziening in zaken waarbij twee of meer openbare lichamen zijn betrokken. Daarbij kan in de instelling van een nieuw
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL 54 - VERKIEZING TWEEDE KAMER
DE GRONDWET - ARTIKEL 54 - VERKIEZING TWEEDE KAMER 1. De leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de Nederlanders die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, behoudens bij de wet
Nadere informatieDE GRONDWET - HOOFDSTUK 7 - DECENTRALISATIE WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR HOOFDSTUK 7 - W. VAN DER WOUDE
DE GRONDWET - HOOFDSTUK 7 - DECENTRALISATIE WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR HOOFDSTUK 7 - W. VAN DER WOUDE 1. Historische ontwikkeling 2. Aard van hoofdstuk 7 Grondwet 3. Hoofdstuk 7 Grondwet en overige regelgeving
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat
Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk
Nadere informatieWat is een constitutie?
Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 854 Intrekking van de Wet raadgevend referendum Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen
Nadere informatieConstitutioneel recht
Constitutioneel recht Prof. mr. C.A.J.M. Kortmann Bewerkt door Prof. mr. P.P.T. Broeksteeg Prof. mr. B.P. Vermeulen Mr. C.N.J. Kortmann Zevende druk Kluwer a Wotters Kluwer business INHOUD AFKORTINGEN
Nadere informatieHandboek Politiek deel 2
Handboek Politiek deel 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid van de Derde Kamer der Staten-Generaal, Gefeliciteerd! Deze week ben jij een politicus. Je gaat samen met je klasgenoten discussiëren
Nadere informatieHet koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.
1. Koning Artikel 24 Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau. Artikel 25 Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning krachtens
Nadere informatieDe Eerste Kamer zegt ja of nee tegen een wetsvoorstel
De Eerste Kamer beoordeelt de wetgeving die voor alle burgers moet gelden. In jongeren taal kun je zeggen dat de Eerste Kamer kijkt of een wet goed in elkaar zit. De Eerste Kamer zegt ja of nee tegen een
Nadere informatieDoe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.
Quiz over politiek, Europa en staatsrechtelijke spelregels Toelichting In de periode 2008-2010 werkte ik als staatsrechtjurist binnen het projectteam versterking Grondwet bij het Miniserie van BZK. Dit
Nadere informatie5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer
Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari 2005 5,9 76 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Democratie bestaat uit 2 basisprincipes: Vrijheid
Nadere informatie6,3. Werkstuk door een scholier 1730 woorden 11 oktober keer beoordeeld
Werkstuk door een scholier 1730 woorden 11 oktober 2005 6,3 85 keer beoordeeld Vak Economie Inhoudsopgave Voorwoord Hfst:1 De stamboom van de koninklijke familie Hfst:2 Wat is prinsjesdag? Hfst:3 De troonrede
Nadere informatieSamenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland
Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 174 Voorstel van wet van de leden Duyvendak, Dubbelboer en Van der Ham houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te
Nadere informatieHet koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.
DE GRONDWET - ARTIKEL 24 - KONINGSCHAP Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau. WETENSCHAPPELIJK COMMENTAAR Inhoudsopgave 1. Historische
Nadere informatieMinisteriele verantwoordelijkheid in Nederland
Ministeriele verantwoordelijkheid in Nederland Onder redactie van: prof.mr. D.J. Elzinga 1994 W.E.J. Tjeenk Willink Zwolle Inhoud Afkortingen XIII Mr.drs. A.H.M. Dölle 1 De geschiedenis van de Nederlandse
Nadere informatieMachte^scheiding. Maarten T. Oosterhagen Gouda Quint. sanderc
Machte^scheiding Maarten T. Oosterhagen sanderc 2000 Gouda Quint Woord vooraf Inhoudsopgave V VII 1. Inleiding 1 Deell Machtenscheiding bij diverse auteurs, nadere vraagstelling 9 2. Locke, Montesquieu
Nadere informatieStrafrechtelijke vervolging van politieke ambtsdragers: naar een normalisering van procedures
148 DE STELLING Strafrechtelijke vervolging van politieke ambtsdragers: naar een normalisering van procedures J.L.W. BROEKSTEEG* * Mr. J.L.W. (Hansko) Broeksteeg is universitair hoofddocent staatsrecht
Nadere informatieDerde Kamer Handboek Politiek 2
Derde Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben van politiek. Samen
Nadere informatieBijlage 6 Achtergrondkenmerken van Tweede en Eerste Kamerleden en het gebruik van parlementaire instrumenten
Bijlage 6 Achtergrondkenmerken van Tweede en Eerste Kamerleden en het gebruik van parlementaire instrumenten Deze bijlage bij het eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel bevat de resultaten
Nadere informatieProcedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten
Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen
Nadere informatieHet nóg vrijere mandaat van een zetelrover
348 DE STELLING De stelling in deze aflevering van TvCR luidt: Maatregelen ter ontmoediging van zetelroof raken niet aan de essentie van het individuele en vrije mandaat Dr. G. Leeknegt is voorstander
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992
10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING
Nadere informatieGrondwet. Wijzigingsvoorstellen
Grondwet Wijzigingsvoorstellen 2014 Beste lezer, Op 29 maart 1814 nodigde de Prins van Oranje de Grote Vergadering van Notabelen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, om hun stem te geven over de grondwet die
Nadere informatieInhoud. Voorwoord XI. 3 Staatshoofd en ministers 46 3.1 De liefde van een crimineel 46 3.2 De Grondwet 47 3.3 Het Statuut 50
Inhoud Voorwoord XI 1 Nederland vergeleken 1 1.1 Bestaat Nederland nog? 1 1.2 De Staat der Nederlanden 3 1.3 Nederland en de wereld 6 1.4 Vragen en perspectieven 8 1.5 Nederland vergeleken 12 Internetadressen
Nadere informatiePolitiek in Nederland
Politiek in Nederland Dit werkboek is van Klas M. VAN SON, DE CSV/ HET PERRON, Spoorlaan 11-13, Veenendaal. Beste leerling, Dit is jouw werkboek Politiek in Nederland. Over een paar jaar mag jij ook stemmen
Nadere informatieWie beslist wat? Duur: 30 45 minuten. Wat doet u?
Wie beslist wat? Korte omschrijving werkvorm: De werkvorm Wie-Beslist-Wat is een variant op het spel Ren je rot. De leerlingen worden ingedeeld in teams. Elk team strijdt om de meeste punten. Er zijn kennisvragen
Nadere informatieHandboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal
Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Plak hier je pasfoto Derde Kamerlid Dit Handboek Politiek is van: Naam Klas Leeftijd Fractie Fotografie & cartoons: - Hans Kouwenhoven - RVD: p. 17 -
Nadere informatieVarianten voor de Eerste Kamer die in Nederland hebben bestaan of ooit zijn voorgesteld
BIJLAGE bij de notitie Vormgeving tweekamerstelsels Varianten voor de Eerste Kamer die in Nederland hebben bestaan of ooit zijn voorgesteld Grondwet 1814 Er werd een Grondwet gemaakt voor de nieuwe monarchale
Nadere informatieStaatsrecht College 2 Wetgevende macht. Prof. dr. Gunter Maes
Staatsrecht College 2 Wetgevende macht Prof. dr. Gunter Maes Aansluitend bij college 1 Grondwetgever van 1831 had - fundamenteel wantrouwen tegenover de uitvoerende macht (art. 159 GW beperkte zelfstandige
Nadere informatieMaatschappijleer par. 1!
Maatschappijleer par. 1 Iets is een maatschappelijk probleem als: 1. Het groepen mensen aangaat 2. Het samenhangt met of het is gevolg is van maatschappelijke verandering 3. Er verschillende meningen zijn
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 422 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van de rechtstreekse
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16 034 (R 1138) Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het koningschap
Nadere informatieDerde Kamer Handboek Politiek 1
Derde Kamer Handboek Politiek 1 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben van politiek. Samen
Nadere informatieEerste Kamer wijst grondwetsherziening rond gekozen burgemeester af
Eerste Kamer wijst grondwetsherziening rond gekozen burgemeester af Dinsdagavond 22 maart heeft de Eerste Kamer de grondwetsherziening rond de gekozen burgemeester afgewezen. Doordat ook de PvdA-fractie
Nadere informatieBeginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980
Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Noot van de editor De beginselprogramma's zijn gescand, en zover nodig gecorrigeerd. Hierdoor is het mogelijk dat de tekst niet meer
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer 1 Politiek
Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek Samenvatting door een scholier 1057 woorden 17 maart 2016 7,8 8 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Hoofdstuk 1 In de politiek gaat het om keuzes maken. Dat
Nadere informatieVerdieping: welke staat past bij jou?
Verdieping: welke staat past bij jou? Korte omschrijving werkvorm Op 6 april houdt Nederland een raadgevend niet-bindend referendum over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Nederland
Nadere informatieSchriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb
> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den
Nadere informatieGeachte medeleden, Wij zijn aan het einde gekomen van de laatste vergadering van de Kamer voor het reces.
1 Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, mr. F. Korthals Altes, ter gelegenheid van de laatste vergadering van de Eerste Kamer voor het zomerreces op 4 juli 2000 Geachte medeleden, Wij zijn aan
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND
Nadere informatieMODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!
MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese
Nadere informatieEr zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd.
Samenvatting door een scholier 2631 woorden 4 november 2002 5,7 21 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Pw Staatsinrichting H1 Rechtsstaat: Kern v. Nederlandse staatsinrichting. Staatsinrichting: Manier waarop
Nadere informatieAdvies gemeentelijke herindelingen
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Inleiding Onderwerp Advies gemeentelijke herindelingen In uw brief van 3 december 2009 hebt u de Kiesraad en
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 495 Besluit van 24 oktober 2011, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad in verband met de opheffing van de Nederlandse
Nadere informatieDE GRONDWET - ARTIKEL INSTELLING PROVINCIES EN GEMEENTEN
DE GRONDWET - ARTIKEL 123 - INSTELLING PROVINCIES EN GEMEENTEN 1. Bij de wet kunnen provincies en gemeenten worden opgeheven en nieuwe ingesteld. 2. De wet regelt de wijziging van provinciale en gemeentelijke
Nadere informatieHC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde
HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee
Nadere informatie