De Nachtmerrie van elke Vrouw: Het Verband tussen Sekse. en Nachtmerries gemedieerd door Angstklachten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nachtmerrie van elke Vrouw: Het Verband tussen Sekse. en Nachtmerries gemedieerd door Angstklachten."

Transcriptie

1 De Nachtmerrie van elke : Het Verband tussen Sekse en Nachtmerries gemedieerd door Angstklachten. Britt Vollebergh Studentnummer: Begeleider: Jaap Lancee Universiteit van Amsterdam Aantal woorden abstract: 154 Aantal woorden: 5523 Datum: Inhoudsopgave Abstract 3 1

2 Inleiding 4 Methoden 10 Deelnemers 10 Materialen 10 Procedure 12 Statistische analyse 12 Resultaten 14 Hypothese 1 16 Hypothese 2 17 Hypothese 3 18 Hypothese 4 18 Conclusie en Discussie 20 Literatuurlijst 24 Abstract Uit voorgaande literatuur blijkt dat vrouwen meer last hebben van nachtmerries dan mannen. In het huidige onderzoek werd gekeken of dit sekseverschil gemedieerd wordt door angst- 2

3 klachten. Er werden 233 vrouwen en 45 mannen met minstens één nachtmerrie per maand met elkaar vergeleken. De variabelen nachtmerrie frequentie, nachtmerrie distress en angstklachten werden gemeten. en hadden gemiddeld meer nachtmerries per maand (M = 3.29) dan mannen (M = 2.13), dit bleek echter niet significant. Ook hadden vrouwen meer distress dan mannen, dit bleek significant bij beide vragenlijsten die dit maten. Daarnaast hadden vrouwen gemiddeld meer angstklachten (M = 9.03) dan mannen (M = 6.71), dit bleek significant en het effect is middelgroot (d =.52). Ten slotte bleken sekse en nachtmerrie distress gemedieerd te worden door angstklachten. Het effect kan echter ook andersom zijn: distress is een mediator tussen sekse en angstklachten. Daarnaast bleken angstklachten maar een deel van het sekseverschil te verklaren, een andere verklaring zou kunnen zijn depressieve klachten. Inleiding Nachtmerries zijn dromen met een emotionele lading waaruit je wakker kan schrikken, hierna vindt snelle oriëntatie plaats en er is een heldere herinnering aan de droom, dit is de officiële definitie volgens de Diagnostic and Statistic ual of Mental Disorders (5th ed.; DSM-5; American 3

4 Psychiatric Association, 2013). In deze nieuwste versie van de DSM wordt een breder spectrum aan emoties gehanteerd die voorkomen in een nachtmerrie dan in de voorgaande versies. Terwijl nachtmerries voorheen enkel werden gezien als dromen met veel angst worden nu ook emoties zoals verdriet of boosheid meegenomen in de definitie. Nachtmerries komen veel voor, uit onderzoek van Hublin, Kaprio, Partinen en Koskenvuo (1999) blijkt dat in de algemene populatie ongeveer 70% van de mensen wel eens last heeft van nachtmerries. Uit onderzoek van Schredl (2013) blijkt dat 1.75% van de gezonde Duitse populatie minstens één keer per week een nachtmerrie heeft. Volgens Bjorvatn, Grønli en Pallesen (2010) ligt de prevalentie op 2.8% bij de inwoners van Noorwegen. Daarnaast deden Li, Zhang, Li en Wing (2010) onderzoek naar de gezonde Chinese populatie en vinden hier een nachtmerrie prevalentie van 5.1% met minstens één nachtmerrie per week. Op basis van deze gegevens concluderen Sandman, Valli, Kronholm, Revonsuo, Laatikainen en Paunio (2015) dat de prevalentie in de algemene populatie op 2-5% ligt. Onder de psychiatrische populatie komen nachtmerries nog frequenter voor, zo blijkt uit onderzoek van Swart, van Schagen, Lancee en van den Bout (2013) dat 29.9% van de deelnemers met een psychiatrische stoornis aan de diagnose van een nachtmerrie stoornis voldoet en dus minstens één keer per week een nachtmerrie hebben. Er blijkt een sekseverschil in het rapporteren van nachtmerries, zo komt uit onderzoek van Li, Zhang, Li en Wing (2010) dat vrouwen frequenter (6.2%) dan mannen (3.8%) nachtmerries hebben. Dit sekseverschil wat betreft nachtmerrie frequentie wordt ook in een studie van Sandman, Valli, Kronholm, Revonsuo, Laatikainen en Paunio (2015) gevonden, hieruit blijkt dat Finse vrouwen frequenter (4.8%) dan Finse mannen (2.9%) nachtmerries rapporteren. Uit dit artikel blijkt naast een verschil in sekse ook een verschil in leeftijd: vooral kinderen en adolescenten geven aan nachtmerries te hebben. Het blijkt dus dat er duidelijke verschillen zijn in de prevalentie van nachtmerries tussen mannen en vrouwen. In de volgende alinea s wordt besproken hoe het zit met de gevolgen van nachtmerries overdag en s nachts. 4

5 Naast dat nachtmerries veel voorkomen hangen ze ook samen met verschillende klachten overdag. Zo blijkt uit onderzoek van Bixler, Kales, Soldatos, Kales en Healey (1979) dat mensen met nachtmerries niet alleen vaker een probleem met hun gezondheid hebben dan mensen zonder nachtmerries, maar ook dat zij meerdere gezondheidsproblemen naast elkaar hebben. Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat zij vaak emotionele problemen hebben en problemen in de familie. Onderzoek van Sandman, Valli, Kronholm, Revonsuo, Laatikainen, en Paunio (2015) bevestigt dit: mensen met nachtmerries zijn meer ontevreden over hun leven en familie. Ook hieruit blijkt een sekseverschil, dit effect is namelijk groter bij vrouwen (31.5%) dan bij mannen (7%). Niet alleen overdag maar ook s nachts komen problemen voor als gevolg van de nachtmerries. Uit onderzoek van Krakow, Tandberg, Scriggins en Barey (1995) blijkt dat nachtmerries geassocieerd zijn met verschillende slaapklachten. In dit onderzoek zijn deelnemers met nachtmerries angstiger om weer te gaan slapen, ook worden ze vaker wakker en hebben ze meer moeite om weer in slaap te vallen dan mensen zonder nachtmerries. Door al deze aspecten krijgt iemand met nachtmerries vaak te weinig (kwalitatieve) slaap en daardoor uiteindelijk een slaaptekort. Slaaptekort hangt samen met angstige en depressieve gevoelens overdag (Fuligni en Hardway, 2006). Wat betreft de kwaliteit van slaap blijkt dat vrouwen met nachtmerries meer problemen met het in slaap vallen hebben dan mannen met nachtmerries. Ook hebben vrouwen met nachtmerries meer problemen met het in slaap blijven dan vrouwen zonder nachtmerries (Ohayon, Morselli en Guilleminault, 1997). De klachten die s nachts ontstaan kunnen de klachten die overdag optreden in stand houden en kunnen elkaar ook wederzijds beïnvloeden of verergeren. Het is een vicieuze cirkel: een nacht met nachtmerries zorgt voor slaapproblemen en uiteindelijk een slaaptekort waardoor er overdag meer emotionele problemen en angstige gevoelens komen, die dan weer voor nachtmerries zorgen. Uit onderzoek van Bixler, Kales, Soldatos, Kales en Healey (1979) blijkt dit ook, hierin hebben de mensen met nachtmerries naast slaapproblemen vaak emotionele problemen, deze klachten kunnen elkaar verergeren. 5

6 Nachtmerries brengen veel klachten met zich mee, ze blijken zelfs geassocieerd te zijn met verschillende soorten psychopathologie. Zo blijkt dat er associaties zijn tussen nachtmerries en depressie (Germain en Nielsen, 2003), angst (Zadra en Donderi, 2000), algemene psychopathologie (Berquier en Ashton, 1992) en welzijn (Levin en Fireman 2002; Kales et al. 1980). Meer specifiek op angst gericht blijkt dat angstklachten geassocieerd zijn met nachtmerrie frequentie (Levin en Fireman 2002). Zo blijken state en trait anxiety, oftewel situatie-specifieke en meer algemene angst na het hebben van nachtmerries hoger te zijn (Köthe en Pietrowsky, 2001). Maar ook nachtmerrie distress is geassocieerd met angst (Lancee en Schrijnemaekers, 2013; Levin en Fireman, 2002). Nachtmerrie distress is een belangrijk concept, dit houdt in de last die men ervaart naar aanleiding van een nachtmerrie en de impact die het heeft op het dagelijks functioneren (Böckermann, Gieselmann en Pietrowsky, 2014). Nachtmerrie distress blijkt echter meer dan nachtmerrie frequentie verband te houden met psychopathologie (Belicki, 1992). Wederom blijkt hier een sekseverschil: vrouwen met nachtmerries rapporteren, net zoals vrouwen in het algemeen, vaker dan mannen angst naast hun nachtmerries (Ohayon, Morselli en Guilleminault, 1997). Niet alleen in verband met nachtmerries, maar ook over het algemeen blijken vrouwen meer angstklachten te hebben dan mannen. Zo blijkt uit onderzoek dat de prevalentie angststoornissen bij vrouwen twee keer zo hoog is dan bij mannen (Benthem, Andrea en van der Meer, 2004). Uit onderzoek van Weiss, Simeonova, Kimmel, Battle, Maki en Flynn (2015) blijkt zelfs dat zij een drie keer zo hoog risico hebben om een angststoornis te ontwikkelen. Persoonlijkheidskenmerken die samenhangen met angststoornissen zijn neuroticisme en extraversie, vrouwen scoren vaak hoger op neuroticisme en lager op extraversie dan mannen (Miró en Martínez, 2005). Samenvattend blijkt uit de literatuur dat vrouwen niet alleen vaker nachtmerries rapporteren maar ook meer distress en angstklachten. Dit roept de vraag op: is er een verband tussen het sekseverschil in nachtmerrie frequentie, distress en angst? Om dit verder toe te lichten wordt eerst de continuïteitshypothese van Schredl en Hofmann (2003) en daarna het neurocognitieve model van 6

7 Nielsen en Levin (2007) besproken om uiteindelijk een link te leggen tussen het sekseverschil, angstklachten en nachtmerries. Volgens de continuïteitshypothese van Schredl en Hoffmann zijn de onderwerpen van nachtmerries vaak een reflectie van wat men overdag bezighoudt. Bijvoorbeeld emoties, zorgen en ervaringen van overdag komen vaak terug in nachtmerries. Ook blijkt dat welzijn gerelateerd is aan nachtmerries, zodra het minder goed met iemand gaat zal diegene wellicht meer angstig zijn en meer nachtmerries hebben (Zadra en Donderi, 2000). Zo blijkt dat de inhoud van de dromen van mensen met psychopathologie verschilt van gezonde mensen (Kramer, 2000), dit kan te maken hebben met dat zij bijvoorbeeld anders omgaan met emoties. Dingen die overdag gebeuren hebben dus invloed op de inhoud van dromen en deze kunnen ook veranderen in nachtmerries. Het zou dus kunnen dat mensen met veel angst zich meer zorgen maken en dat deze zorgen doorzetten in de nacht en hierdoor nachtmerries ontstaan. Uit onderzoek van Levin en Fireman (2002) blijkt daarnaast ook dat een persoonlijkheidsstijl, gekenmerkt door een intensieve manier van reageren op emotionele distress, voor meer nachtmerries kan zorgen. en reageren meer intensief en emotioneler, ook reageren zij sneller op angst-gerelateerd stimuli (Bradley, Codispoti, Sabetinelli en Lang, 2001) en kunnen ze zich emotionele gebeurtenissen beter herinneren (Canli, Desmond, Zhao en Gabrieli, 2002) daarnaast hebben ze ook vaker angstklachten dan mannen. Vanuit de continuïteitshypothese wordt dus gesteld dat waar men zich overdag zorgen over maakt terugkomt in een droom of nachtmerrie. Toegespitst op de huidige onderzoeksvraag kan gesteld worden dat vrouwen meer angstig zijn overdag en daarom s nachts meer nachtmerries hebben en distress vertonen dan mannen. Naast de continuïteitshypothese, die een link legt tussen angst en zorgen maken overdag en nachtmerries s nachts, wordt hier ook nog het neurocognitieve model van Nielsen en Levin besproken (2007). Zij stellen dat dromen een functie hebben, namelijk het reguleren van emoties. In een droom komen allerlei onverwachtse en steeds veranderende elementen voorbij zoals herinneringen en emoties. Tijdens een droom wordt een verhaal gemaakt van deze herinneringen en emo- 7

8 ties, op die manier wordt een herinnering uitgedoofd. Nare dromen worden gezien als dromen waarbij deze angst uitdoving goed heeft plaatsgevonden, de angstige herinnering is geneutraliseerd. Dit in tegenstelling tot een nachtmerrie, hierbij is de uitdoving van een angstige herinnering niet volbracht, dit komt doordat het proces is verstoord doordat de persoon wakker wordt of door te intense emotionele distress. Vanuit het neurocognitieve model blijkt angst dus ook een belangrijke factor. Toegespitst op de huidige onderzoeksvraag kan gesteld worden dat bij vrouwen tijdens hun nachtmerrie de angst minder goed uitgedoofd wordt dan bij mannen en dat zij daarom vaker nachtmerries hebben en hier overdag ook meer distress aan ondervinden. Door de continuiteitshypothese en het neurocognitieve model samen te nemen kan theoretisch worden uitgelegd hoe het sekseverschil in nachtmerries wellicht gemedieerd wordt door angst. en zijn angstiger, emotioneler en maken zich overdag meer zorgen dan mannen waardoor dit haar dromen kan beïnvloeden. Uiteindelijk kunnen hier nachtmerries uit ontstaan waarin mislukte angstextinctie plaatsvindt. Door het ontwaken na een nachtmerrie kunnen slaapproblemen en uiteindelijk een slaaptekort ontstaan, hieruit kunnen weer emotionele problemen voortkomen waar men overdag last van heeft. Uiteindelijk komt de vrouw in een vicieuze cirkel terecht waarin de angst steeds erger wordt en nachtmerries blijven komen, waar zij steeds meer last van ondervindt. Er is al eerder onderzoek gedaan waaruit een sekseverschil bij nachtmerries blijkt maar er is nog niet eerder onderzocht of het verband tussen sekse en nachtmerrie frequentie en distress verklaard kunnen worden door angstklachten. In het huidige onderzoek wordt gekeken of er een medieërend effect van angstklachten bestaat tussen sekse en nachtmerrie frequentie of distress. Wanneer er een verband blijkt kan in behandeling wellicht eerst worden ingespeeld op de angstklachten. Op dit moment worden nachtmerries vooral behandeld met Imaginaire Rescripting Therapy (IRT). Dit is een therapievorm waarbij de inhoud van de nachtmerrie positief wordt veranderd, hierna wordt de droom met deze positieve verandering geoefend waardoor het nieuwe script en de positieve emotie wordt versterkt (Lancee, van Schagen, Swart en Spoormaker, 2011). IRT is echter niet mogelijk als behandeling wanneer er acute stress of hoge angstniveau s zijn vastgesteld (Van Scha- 8

9 gen, Lancee en Spoormaker, 2012). Daarnaast werkt het niet bij iedereen omdat het bijvoorbeeld afhangt van de ernst van nachtmerries. Ondanks dat IRT een bewezen effectieve behandeling is (Moore & Krakow, 2010), is het dus niet goed toepasbaar bij mensen met angstklachten. In het huidige onderzoek wordt verwacht dat het verband tussen sekse en nachtmerries gemedieerd wordt door angstklachten, wanneer dit blijkt kan deze specifieke groep mensen ook op een specifieke manier behandeld worden. Dit kan gedaan worden door deze mensen eerst te behandelen voor hun angstklachten. Behandeling van angstklachten wordt vaak gedaan met Cognitieve Gedragstherapie (CGT) en wordt ook als bewezen effectief gezien (Butler, Fennell, Robson en Gelder, 1991). Ook het monitoren van nachtmerries, relaxatie-therapie en exposure kunnen worden toegepast en verminderen angst (Neihardt, Krakow, Kellner en Pathak, 1992). Met informatie uit het huidige onderzoek kan dus wellicht een specifieke behandeling worden opgesteld voor vrouwen met angstklachten en nachtmerries welke elkaar in stand houden. In het huidige onderzoek wordt gekeken of vrouwen met nachtmerries deze frequenter hebben dan mannen, met de Nightmare Frequency Questionnaire worden vrouwen en mannen vergeleken. De hypothese hierbij is dat vrouwen frequenter dan mannen nachtmerries hebben. Daarnaast wordt er gekeken of vrouwen met nachtmerries er meer last van hebben dan mannen. Om dit te onderzoeken worden vrouwen en mannen vergeleken op de Nightmare Distress Questionnaire en een nieuwere versie hiervan, namelijk de Nightmare Distress and Impact Questionnaire. De hypothese die hierbij hoort is dat vrouwen meer distress vertonen dan mannen. Ook wordt onderzocht of vrouwen meer angst hebben dan mannen, hiervoor wordt de Hospital Anxiety and Depression Schale gebruikt. De bijbehorende hypothese is dat vrouwen meer angstklachten hebben dan mannen. Ten slotte wordt onderzocht of het verband tussen sekse en nachtmerrie frequentie en distress gemedieerd wordt door angstklachten. De hypothese hierbij is dat vrouwen meer angstklachten hebben en hierdoor hogere nachtmerrie frequentie en distress. Methode 9

10 Deelnemers Aan het onderzoek doen 630 deelnemers mee, na exclusie blijven er nog 278 deelnemers over, dit zijn 233 vrouwen (83.8%) en 45 (16.2%) mannen. De deelnemers worden op verschillende plekken geworven, namelijk via een Facebook-pagina voor psychologie, economie en bouwkunde, via een autobedrijf, een food-keten, studentenvereniging en woningbouwvereniging en ten slotte in de omgeving van de onderzoekers. De deelnemers die aan het onderzoek meedoen zijn minstens 18 jaar oud. Ook zijn de deelnemers allemaal Nederlands sprekend. De deelnemers krijgen geen direct beloning wanneer zij participeren aan het onderzoek, wel kunnen zij kans maken op een boekenbon ter waarde van 50 euro, dit is goedgekeurd door de commissie ethiek. Materialen Het huidige onderzoek is van redelijke grootte, er werden acht vragenlijsten afgenomen. Deze vragenlijsten zijn: Nightmare Distress Questionnaire (NDQ), Nightmare Effect Survey (NES), Nightmare Frequency Questionnaire (NFQ), Insomnia Severity Index (ISI), Center for Epidemiologic Studies Depression (CES-D), Hospital Anxiety and Depression Schale (HADS), Nightmare Distress and Impact Questionnaire (NIDQ) en de Nightmare Beliefs Questionnaire (NBQ). Voor de onderzoeksvraag zijn echter een aantal vragenlijsten niet van belang, deze worden niet verder toegelicht. De vragenlijsten die wel van belang zijn worden hieronder beschreven. De NFQ is een zelfrapportage vragenlijst die de frequentie van nachtmerries meet. Dit wordt gedaan met twee vragen waarmee het aantal nachten waarin nachtmerries voorkomen jaarlijks, maandelijks, wekelijks of nachtelijk worden geschat. Ook wordt ingevuld hoeveel nachtmerries er zijn bij deze tijdsintervallen. Op deze vragenlijst kunnen de deelnemers antwoorden door te kiezen uit opties die aflopen in frequentie, deze gaan van minimaal 1 keer per week tot minder dan 1 keer per jaar. In het huidige onderzoek wordt enkel het antwoord op de vraag hoe vaak de deelnemer in de afgelopen maand gemiddeld per week nachtmerries had meegenomen in de analyse. Een 10

11 voorbeelditem is hoe vaak heb je in de afgelopen week nachtmerries gehad. De test-hertest betrouwbaarheid van de NFQ heeft correlatiecoëfficiënten en gewogen kappa s groter dan.85. De NDQ wordt het meest gebruikt om de distress die voortkomt uit nachtmerries te meten. Met deze vragenlijst wordt emotioneel lijden als gevolg van nachtmerries gemeten. Bij deze vragenlijst worden de 12 items op een Likert schaal gescoord die varieert van 0 (helemaal niet) tot 4 (zeer veel). De minimale score die behaald kan worden is 0 en de maximale score is 48. Hoe hoger de score is hoe meer last iemand van nachtmerries heeft. Een voorbeelditem van deze vragenlijst is hebben nachtmerries invloed op je welzijn?. De interne consistentie van de NDQ varieert tussen de.83 en.88 (Belicki, 1992). De NDIQ is een vragenlijst die uit de NDQ en de Nightmare Effect Survey is ontstaan, het is een nieuwe vragenlijst die de impact van nachtmerries op het dagelijks leven en de distress die het s nachts veroorzaakt meet (Kunze, Lancee, Morina, Kindt en Arntz, 2016). Bij deze vragenlijst worden de 12 items op een Likert schaal gescoord die varieert van 0 (niet van toepassing) tot 3 (totaal van toepassing). De minimale score die kan worden behaald is 0 en de maximale score is 36. Hoe hoger de score is hoe meer impact nachtmerries op het dagelijks leven en s nachts hebben. Een voorbeelditem van deze vragenlijst is geef aan in hoeverre dit van toepassing is in de afgelopen week: mijn nachtmerries verstoren mijn slaap. Er is nog niets bekend over de psychometrische kwaliteiten van deze vragenlijst. De HADS is een vragenlijst die angst en depressie meet, in dit onderzoek wordt enkel de subschaal die over angst gaat meegenomen in de analyse. Bij deze vragenlijst worden de 7 items die worden gebruikt op een Likert schaal gescoord die varieert van 0 (bijna nooit) tot 3 (bijna altijd). De minimale score die kan worden behaald is hier 0 en de maximale score is 21. Hoe hoger de score hoe meer angstklachten iemand heeft. Een voorbeelditem is ik krijg de laatste tijd het angstige gevoel alsof er elk moment iets vreselijks zal gebeuren. De interne consistentie van de HADS ligt ongeveer op.8 en de test-hertest betrouwbaarheid blijkt erg hoog uit het artikel van Spinhoven, Ormel, Sloekers, Kempen, Speckens en Hemert (1997). 11

12 Procedure De deelnemers worden tussen 18 oktober 2016 en 4 november 2016 benaderd via Facebook, mail en Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van data uit het onderzoek van Anna Kunze uit Alle deelnemers zijn minstens 18 jaar en hebben allerlei verschillende opleidingsniveaus. In het bericht dat zij ontvangen wordt een link bijgevoegd naar het programma Qualtrics ( Qualtrics 2015) waarin de vragenlijsten aan worden geboden. De deelnemers worden voor het invullen van de vragenlijsten ingelicht over het doel van het onderzoek, dit wordt gedaan door middel van een informatiebrochure en informed consent. Wanneer zij dit hebben ingevuld worden wat persoonlijke gegevens verzameld zoals sekse, leeftijd, hoogst-genoten opleiding, hebben van een partner en ook de manier waarop de deelnemer bij het onderzoek terecht is gekomen. Hierna worden alle vragenlijsten in willekeurige volgorde achter elkaar aangeboden. Ten slotte worden ook twee vragen gesteld die gaan over de emotie die het meest voorkomen tijdens de nachtmerries. Het onderzoek duurt ongeveer 25 minuten. Nadat het onderzoek door genoeg deelnemers is ingevuld worden de statistische analyses uitgevoerd. Statistische Analyse Voor de hypothesen dat vrouwen frequenter nachtmerries, meer nachtmerrie distress en angstklachten dan mannen hebben werd een independent t-test uitgevoerd. Er is één continue uitkomst variabele (nachtmerrie frequentie of nachtmerrie distress of angstklachten) en één categoriale predictor variabele (sekse). Wanneer het verschil in nachtmerrie frequentie, nachtmerrie distress of angstklachten tussen de geslachten niet significant afwijkt scoorden de beide geslachten ongeveer gelijk. Er werd verwacht dat vrouwen hoger op nachtmerrie frequentie, distress en angstklachten scoren dan mannen. Omdat nachtmerrie frequentie geen significant verband met sekse aantoonde werd deze niet meegenomen in de verdere mediatie-analyse. Voor de hypothese dat het verband tussen sekse en nachtmerrie distress gemedieerd wordt door angstklachten werd een mediatie-analyse uitgevoerd. Deze mediatie is gebaseerd op een theo- 12

13 retisch idee en het kan evengoed andersom zijn, daarom kunnen geen causale interpretaties worden gedaan aan de hand van deze analyse. In de mediatie-analyse is er één continue uitkomst variabele (nachtmerrie distress) en één categoriale predictor variabele (sekse) en één mediator variabele (angstklachten). Omdat er twee vragenlijsten zijn die nachtmerrie distress meten (NDQ en NDIQ) werden deze ook beiden in een mediatie-analyse uitgevoerd. Zie figuur 1 voor de mediatie-analyse. Figuur 1. (a) Pad c is het totale effect van sekse op nachtmerrie frequentie of nachtmerrie distress zonder de invloed van angstklachten. (b) Pad a is het effect van sekse op angstklachten, pad b is het effect van de angstklachten op nachtmerrie frequentie of nachtmerrie distress. Pad ab is het indirecte effect (mediatie effect). Pad c is het effect van sekse gecontroleerd voor angstklachten. 13

14 Resultaten De vragenlijsten werden in totaal door 630 deelnemers ingevuld. Na exclusie van 108 deelnemers welke niet hebben aangegeven wat hun geslacht is bleven er nog 522 deelnemers over. Drie deelnemers hebben niet ingevuld hoe vaak zij nachtmerries hebben, deze werden verwijderd waarna er nog 519 deelnemers overbleven. Ook werden alle 179 deelnemers die minder dan één keer per maand een nachtmerrie hebben uit het onderzoek verwijderd, er bleven nog 343 deelnemers over. Vier deelnemers hebben de wekelijkse nachtmerrie frequentie niet ingevuld en werden ook geëxcludeerd, er waren nog 339 deelnemers over. Ook hebben zeven deelnemers niets ingevuld bij de vraag hoeveel nachten met nachtmerries zij hebben gehad, na verwijdering bleven er nog 332 deelnemers over. Drie deelnemers die jonger dan 18 jaar waren werden verwijderd, zo bleven nog 329 deelnemers over. Daarnaast waren er 51 deelnemers die niets of weinig invulden bij de vier belangrijkste vragenlijsten voor dit onderzoek (NFQ, NDQ, NDIQ en HADS) na verwijdering bleven nog 278 deelnemers over. Na het berekenen van de z-scores bleek dat er vier deelnemers een score groter dan 3.29 hadden op de NFQ. Het blijkt dat zij inderdaad opvallend hoge scores hebben (70, 35, 30 en 25). Omdat deze deelnemers wellicht voor vertekende resultaten kunnen zorgen worden de analyses met en zonder hen gedaan. Echter blijkt dat er geen grote verschillen in de resultaten worden gevonden wanneer de uitbijters wel worden meegenomen vergeleken met wanneer zij verwijderd zijn. Daarom worden de uiteindelijke analyses uitgevoerd zonder verwijdering van deze deelnemers. In totaal bleven 278 deelnemers over, waarvan 233 vrouwen (83.8%) en 45 mannen (16.2%). In Tabel 1 zijn demografische gegevens van de deelnemers weergegeven. Allereerst blijkt dat vrouwen significant jonger zijn dan mannen in het onderzoek en daarnaast blijkt dat bij vrouwen angst de meest-voorkomende emotie is tijdens hun nachtmerrie terwijl dit bij mannen niet zo is. Tabel 1. Beschrijvende statistieken van de deelnemers (N = 278): leeftijd (M en SD), werk, opleiding, partner, meestvoorkomende emotie in nachtmerrie. 14

15 Tabel 1. Beschrijvende statistieken van de deelnemers (N = 278): leeftijd (M en SD), werk, opleiding, partner, meestvoorkomende emotie in nachtmerrie. M SD Test Leeftijd 32,10 40,56 14,45 19,95 t(276) = -3.59, p =.001. N % Test Werk Ja Nee ,4% 9,7% 24,5% 6,5% χ2(1) = 2.07, p =.151. Opleiding Lagere school Middelbare school LBO MBO HBO WO ,4% 0,4% 12,6% 2,5% 0,7% 0,4% 18% 4% 26,6% 5,4% 25,5% 3,6% χ2(5) = 3.41, p =.638. Partner Ja Nee ,3% 9,7% 29,5% 6,5% χ2(1) =.38, p =.538. Emotie Angst Woede Verdriet Schuld Schaamte Walging Overig ,6% 11,1% 1,4% 2,1% 17,4% 0% 3,5% 0,7% 0,7% 2,1% 1,4% 0% 0,7% 1,4% χ2(6) = 26.46, p <

16 Hypothese 1 Voor de hypothese dat vrouwen frequenter nachtmerries hebben dan mannen werd een independent t-test uitgevoerd waarbij de afhankelijk variabele nachtmerrie frequentie is en de onafhankelijke variabele sekse. Eerst werden de assumpties gecheckt: de afhankelijke variabele nachtmerrie frequentie is continu, de onafhankelijke variabele sekse is categorisch, de observaties zijn onafhankelijk en alle deelnemers zitten in enkel één groep. Wel bleken er outliers te zijn maar deze hadden geen invloed op de resultaten. De assumptie van normaliteit werd gecheckt met de Kolmogorov-Smirnov test, er werd niet aan voldaan omdat de resultaten significant bleken. Er is echter besloten alsnog parametrisch te toetsen. De assumptie van homogeniteit werd gecheckt met Levene s test, er werd wel aan voldaan omdat de resultaten niet significant bleken. en (M = 3.29, SD = 6.10) verschillen van mannen (M = 2.13, SD = 2.61) wat betreft nachtmerrie frequentie. Uit de test bleek dat dit verschil niet significant is t(276) = 1.25, p =.21. en hebben dus niet frequenter nachtmerries dan mannen, deze hypothese werd verworpen. Hypothese 2 Voor de hypothese dat vrouwen hoger scoren op nachtmerrie distress hebben dan mannen werd een independent t-test uitgevoerd waarbij de afhankelijk variabele nachtmerrie distress is en de onafhankelijke variabele geslacht. Aangezien er in het onderzoek gebruik wordt gemaakt van twee nachtmerrie distress vragenlijsten (NDQ en NDIQ) werden deze beide bekeken. Eerst werden de assumpties gecheckt: de afhankelijke variabele nachtmerrie frequentie is continu, de onafhankelijke variabele sekse is categorisch, de observaties zijn onafhankelijk en alle deelnemers zitten in enkel één groep en er bleken geen outliers te zijn. De assumptie van normaliteit werd gecheckt met de Kolmogorov-Smirnov test, er werd bij beide vragenlijsten niet aan voldaan omdat de resultaten significant bleken. Er is echter besloten alsnog parametrisch te toetsen. De assumptie van homogeniteit werd gecheckt met Levene s test, er werd wel aan voldaan omdat de resultaten niet significant 16

17 bleken. en bleken significant hoger te scoren dan mannen op zowel de NDQ (M = 19.95, SD = 10.05, vs. M = 14.71, SD = 11.12, t(272) = 3.14, p =.002) als de NDIQ (M = 15.82, SD = 7.92, vs. M = 11.22, SD = 7.84, t(273) = 3.57, p = <.001). De hypothese dat vrouwen hoger op nachtmerrie distress scoren dan mannen werd niet verworpen. Hypothese 3 Voor de hypothese dat vrouwen hoger scoren op angstklachten dan mannen werd een independent t-test uitgevoerd waarbij de afhankelijk variabele angstklachten zijn en de onafhankelijke variabele geslacht. Eerst werden de assumpties gecheckt: de afhankelijke variabele nachtmerrie frequentie is continu, de onafhankelijke variabele sekse is categorisch, de observaties zijn onafhankelijk en alle deelnemers zitten in enkel één groep en er bleken geen outliers te zijn. De assumptie van normaliteit werd gecheckt met de Kolmogorov-Smirnov test, er werd niet aan voldaan omdat de resultaten significant bleken. De assumptie van homogeniteit werd gecheckt met Levene s test, er werd wel aan voldaan omdat de resultaten niet significant bleken. Het bleek dat vrouwen (M = 9.03, SD = 4.65) hoger scoren dan mannen op deze vragenlijst (M = 6.71, SD = 4.23). Uit de test bleek dat deze verschillen significant zijn t(276) = 3.11, p =.002. De hypothese dat vrouwen hoger scoren op angstklachten dan mannen werd niet verworpen. Hypothese 4 Enkel over de hypothese dat vrouwen meer angstklachten hebben dan mannen en daarom meer nachtmerrie distress werd een mediatie-analyse uitgevoerd, dit werd gedaan voor de twee distress vragenlijsten. In de eerste mediatie-analyse is er één predictor variabelen sekse, één continue uitkomst variabele namelijk nachtmerrie distress gemeten met NDQ en een mediator variabele angstklachten. In Figuur 2 wordt dit weergegeven. In het model (a) is er een significant totaal effect van sekse op nachtmerrie distress, b = -5.24, t = -3.24, p = <.001. Zodra angstklachten wordt meegenomen (b) is dit effect kleiner maar nog steeds significant, b = -3.04, t = -1.97, p =.05. Het 17

18 indirecte effect van angstklachten b = -2.19, 95% BI [-3.86, -.78] is significant omdat de betrouwbaarheidsintervallen hier niet het getal 0 bevatten. Er is dus partiële mediatie, dit is een groot effect κ² =.08, 95% BI [.03,.14] Figuur 2. (a) Pad c is het totale effect van sekse op nachtmerrie distress zonder de invloed van angstklachten. (b) Pad a is het effect van sekse op angstklachten, pad b is het effect van de angstklachten op nachtmerrie distress. Pad ab is het indirecte effect (mediatie effect). Pad c is het effect van sekse gecontroleerd voor angstklachten. Ook over de tweede vragenlijst wordt een mediatie-analyse uitgevoerd met één continue uitkomst variabele namelijk nachtmerrie distress gemeten met NDIQ, één predictor variabelen sekse, en een mediator variabele angstklachten. Dit wordt weergegeven in Figuur 3. In het model (a) is er een significant totaal effect van sekse op nachtmerrie distress, b = -4.60, t = -3.57, p = <.001. Zodra de mediator wordt meegenomen (b) is dit effect kleiner maar nog steeds significant, b = , t = -2.39, p =.02. Het indirecte effect van angstklachten b = -1.79, 95% BI [-3.15, -.69 is significant omdat de betrouwbaarheidsintervallen hier niet het getal 0 bevatten. Dit houdt in dat er dus partiële mediatie plaatsvindt, dit effect is groot κ² =.09, 95% BI [.03,.15]. 18

19 Figuur 3. (a) Pad c is het totale effect van sekse op nachtmerrie distress zonder de invloed van angstklachten. (b) Pad a is het effect van sekse op angstklachten, pad b is het effect van de angstklachten op nachtmerrie distress. Pad ab is het indirecte effect (mediatie effect). Pad c is het effect van sekse gecontroleerd voor angstklachten Uit beide mediatie-analyses bleek dus een effect van sekse op nachtmerrie distress wat gemedieerd wordt door angstklachten, dit is in lijn met de verwachtingen en de hypothese wordt daarom niet verworpen. Echter is er geen volledige mediatie maar enkel partiële meditatie. Conclusie en Discussie In dit onderzoek werd onderzocht of er een verband is tussen sekse en nachtmerries. Er werd gekeken naar nachtmerrie frequentie en nachtmerrie distress. Uit het onderzoek bleek dat vrouwen niet frequenter nachtmerries hebben dan mannen, in tegenstelling tot wat verwacht werd. Wel bleek 19

20 dat vrouwen meer distress ervaren dan mannen, dit is in lijn met de verwachtingen. Daarnaast werd er in het onderzoek gekeken of er ook in angstklachten een sekseverschil bestaat, dit bleek inderdaad zo: vrouwen hebben meer angstklachten dan mannen. Vanuit theoretisch oogpunt werd voorspeld dat vrouwen met meer angstklachten ook meer nachtmerries en meer last zullen ervaren. Uiteindelijk bleek er inderdaad een verband tussen sekse, angstklachten en nachtmerrie distress, echter is dit effect tussen sekse en angstklachten maar gedeeltelijk te verklaren door angstklachten. Uit eerder onderzoek bleek wel een verband tussen sekse en nachtmerrie frequentie. De resultaten uit het huidige onderzoek wijken dus af van eerder onderzoek. In het huidige onderzoek werd echter wel gevonden dat vrouwen gemiddeld meer nachtmerrie frequentie hebben dan mannen, maar dit verschil bleek niet significant. Dit zou kunnen komen doordat er in het huidige onderzoek gebruik is gemaakt van een niet-representatieve mannelijke steekproef. Het zou kunnen zijn dat de mannen in dit onderzoek vaker nachtmerries rapporteren dan mannen in de algemene populatie. Daarom scoren zij hoger op nachtmerrie frequentie dan ze normaal gesproken zouden doen en blijkt er hier dus geen significant verschil tussen mannen en vrouwen. Verder zijn de resultaten van het huidige onderzoek in lijn met eerder onderzoek: vrouwen vertonen meer nachtmerrie distress dan mannen. Ook is bekend uit veel onderzoek dat vrouwen meer angstklachten vertonen dan mannen, dit werd ook in het huidige onderzoek gevonden. Nieuw aan dit onderzoek is dat een mogelijke mediatie van angstklachten op het verband tussen sekse en nachtmerries werd onderzocht. Vanuit twee modellen wordt het aannemelijk gesteld dat angst mogelijk een verklaring is voor hogere nachtmerrie distress. Zo stelt de continuïteitshypothese dat angstige mensen zich veel zorgen maken overdag waardoor zij hier s nachts nachtmerries over kunnen krijgen. Het neurocognitieve model stelt dat bij mensen met nachtmerries angst niet volledig uitgedoofd wordt tijdens hun nachtmerrie. Wanneer zij wakker worden door de hoge emotionele distress, is de angst uit de nachtmerrie niet volledig uitgedoofd. Dit is geen direct verband maar het zou kunnen dat de zorgen overdag en de daaruit ontstane nachtmerries in stand of verergerd worden door de mislukte angst uitdoving. De bevindingen uit deze studie die aangeven dat mensen met meer angstklachten ook 20

21 meer nachtmerrie distress hebben bevestigen deze aanname. Naast angstklachten kunnen er nog andere verklaringen voor het sekseverschil zijn. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat sekse en unieke invloed heeft op nachtmerrie distress, maar ook zouden bijvoorbeeld depressieklachten een deel van het sekseverschil kunnen verklaren. Naast angstklachten houden depressie klachten namelijk ook verband met nachtmerries en blijkt ook hier een sekseverschil. In vervolgonderzoek kan worden gekeken of er volledige mediatie bestaat wanneer naast angstklachten ook depressie klachten worden meegenomen in het model. Dit zou gedaan kunnen worden door bijvoorbeeld de volledige HADS af te nemen in plaats van enkel de subschaal over angst. Op die manier worden angst- en depressieklachten in één vragenlijst afgenomen en kan er opnieuw een mediatie-analyse worden gedaan met deze totaalscore. Naast dat er ook andere verklaringen zijn voor het verschil is het ook van belang dat er niet over een causaal verband tussen angstklachten en nachtmerrie distress gesproken kan worden. Het effect zou namelijk ook precies andersom kunnen zijn: nachtmerrie distress is de mediator tussen sekse en angstklachten. Doordat vrouwen meer nachtmerrie distress hebben lijden zij hier overdag aan en kunnen er angstklachten uit ontstaan. Vanuit theoretisch oogpunt is wel besproken dat dit effect mogelijk andersom is, maar in de analyses is dit niet uitgevoerd. Het zou kunnen dat nachtmerrie distress juist zorgt voor angstklachten. In vervolgonderzoek kan daarom ook een mediatieanalyse worden gedaan waarbij nachtmerrie distress de mediator is. De resultaten geven aan dat er een verband is tussen sekse, angstklachten en nachtmerrie distress maar er is nog niet duidelijk welke kant dit effect op gaat. Naast deze belangrijke beperking is het ook belangrijk om te letten op de nietrepresentatieve mannelijke steekproef die in het onderzoek wordt gebruikt. Zo hebben de mannen in dit sample veel minder vaak werk dan in de algemene bevolking het geval is. Daarnaast blijken de mannen in dit onderzoek gemiddeld significant ouder te zijn dan vrouwen, en rapporteren zij ongeveer even vaak nachtmerries als de vrouwen in het onderzoek. Uit onderzoek van Sandman, Valli, 21

22 Kronholm, Revonsuo, Laatikainen en Paunio (2015) bleek dat nachtmerrie frequentie toeneemt bij mannen naarmate ze ouder worden en bij vrouwen juist afneemt. Het zou kunnen dat de mannen hier een gemiddeld hoge leeftijd hebben en daarom meer nachtmerries rapporteren dan wanneer een steekproef wordt getrokken van vrouwen en mannen met gemiddeld dezelfde leeftijd. In vervolgonderzoek moet daarom worden gelet op een grotere steekproef mannen zodat de leeftijd meer verdeeld is en het gemiddelde dichter bij dat van vrouwen komt te liggen. Los van de beperkingen in dit onderzoek bleek er uit het onderzoek toch een verband tussen sekse, angstklachten en nachtmerrie distress. Hier was nog geen eerder onderzoek naar gedaan en het is vooral voor de behandeling van nachtmerries nuttige informatie. In vervolgonderzoek zou vooral onderzocht kunnen worden welke kant het effect op gaat: hebben de vrouwen eerst angstklachten en ontstaan hier nachtmerries uit of is dit andersom? Wanneer er in vervolgonderzoek wel een volledige mediatie wordt gevonden door bijvoorbeeld depressieklachten toe te voegen als mediator en duidelijk is welke kant het effect op gaat kunnen mensen met deze klachten en nachtmerries behandeld worden op hun primaire klacht waardoor eventuele verdere klachten worden voorkomen. Literatuurlijst American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders DSM-5. (5th ed.). Arlington, VA: American Psychiatric Association. 22

23 Belicki, K (1992). Nightmare frequency versus nightmare distress: relations to psychopathology and cognitive style. Journal of Abnormal Psychology, 101, 3, Belicki, K. (1992). The relationship of nightmare frequency to nightmare suffering with implications for treatment and research. Dreaming, 2, 3, Benthem, G., Andrea, H., & Van der Meer, K. (2004). Angstklachten. Huisartsen en Wetenschap, 47, Berquier, A. & Ashton, R. Characteristics of the frequent nightmare sufferer (1992). Journal of Abnormal Psychology, 101, Bixler, E. O., Kales, A., Soldatos, C. R., Kales, J. D., & Healey, S. (1979). Prevalence of sleep disorders in the los angeles metropolitan area. American Journal of Psychiatry, 136, 10, Bjorvatn, B., Grønli, J., & Pallesen, S (2010). Prevalence of different parasomnias in the general population. Sleep Medicine, 11, 10, Böckermann, M., Gieselmann, A., & Pietrowsky, R. (2014). What does nightmare distress mean? Factorial structure and psychometric properties of the nightmare distress questionnaire (NDQ). Dreaming, 24, 4, Bradley, M. M., Codispoti, M., Sabatinelli, D., & Lang, P. J. (2001). Emotion and motivation II: Sex differences in picture processing. Emotion, 1, Canli, T., Desmond, J. E., Zhao, Z., & Gabrieli, J. D. (2002). Sex differences in the neural basis of emotional memories. Proceedings of the National Academy of Sciences, 99, Fuligni, A. J., & Hardway, C. (2006). Daily variation in adolescents sleep activities and psychological wellbeing. Journal of Research on Adolescence, 16, Hublin, C., Kaprio, J., Partinen, M., & Koskenvuo, M. (1999). Nightmares: familial aggregation and association with psychiatric disorders in an nationwide twin cohort. American Journal of Medical Genetics (neuropsychiatric genetics), 88,

24 Kales, A., Soldatos, C. R., Caldwell, A. B., Charney, D. S., Kales, J. D., Markel, D., & Cadieux, R. (1980). Nightmares: clinical characteristics and personality patterns. The American Journal of Psychiatry, 137, Krakow, B., Kellner, R., Pathak, D., & Lambert, L. (1995). Imagery rehearsal treatment for chronic nightmares. Behaviour Research and Therapy, 33, 7, Krakow, B., Tandberg, D., Scriggins, L., & Barey, M. (1995). A controlled comparison of self-related sleep complaints in acute and chronic nightmare sufferers. The Journal of nervous and mental disease, 183, 10, Kramer, M. (2000). Dreaming has content and meaning not just form. Behavioral and Brain Sciences, 23, 6, Köthe, M., & Pietrowsky, R. (2001). Behavioral effects of nightmares and their correlations to personality patterns. Dreaming, 11, 1, Kunze, A. E., Lancee, J., Morina, N., Kindt, M., & Arntz, A. (2016). Efficacy and mechanisms of imaginary rescripting and imaginal exposure for nightmares: study protocol for a randomized controlled trial. Kunze et al. Trials, 17, 469. Lancee, J., van Schagen, A. M., Swart, M. L., & Spoormaker, V. L. (2011). Cognitieve gedragstherapie bij nachtmerries. Gedragstherapie, 44, Lancee, J., & Schrijnemaekers, N. (2013). The association between nightmares and daily distress. Sleep and Biological Rhythms, 11, Levin, R., & Fireman, G. (2002). Nightmare prevalence, nightmare distress and self-reported psychological disturbance. SLEEP-NEW YORK, 25, 2, Li, S. X., Zhang, B., Li, A. M., & Wing, Y. K. (2010). Prevalence and correlates of frequent nightmares: a community-based 2-phase study. Sleep, 33, 6, Miró, E., & Martínez, M. P. (2005). Affective and Personality Characteristics in Function of Nightmare Prevalence, Nightmare Distress, and Interference Due to Nightmares. Dreaming, 15, 2,

25 Moore, B. A., & Krakow, B. (2010). Imagery rehearsal therapy: An emerging treatment for post traumatic nightmares in veterans. Psychological Trauma: Theory, Research, Practice, and Policy, 2, 3, Nielsen, T., & Levin, R. (2007). Nightmares: a new neurocognitive model. Sleep Medicine Reviews, 11, 4, Nielsen, T. A., Laberge, L., Paquet, J., Tremblay, R. E., Vitaro, F., & Montplaisir, J. (2000). Development of disturbing dreams during adolescence and their reaction to anxiety symptoms. SLEEP-NEW YORK, 23, 6, Neidhardt, E. J., Krakow, B. J., Kellner, R., & Pathak, D. (1992). The beneficial effects of one treatment session and recording of night- mares on chronic nightmare sufferers. Sleep: Journal of Sleep Research & Sleep Medicine, 15, Ohayon, M. M., Morselli, P. L., & Guilleminault, C. (1997). Prevalence of nightmares and their relationship to psychopathology and daytime functioning in insomnia subjects. Sleep: Journal of Sleep Research & Sleep Medicine, 20, 5, Sandman, N., Valli, K., Kronholm, E., Revonsuo, A., Laatikainen, T., & Paunio, T. (2015). Nightmares: risk factors among the Finnish general adult population. Sleep, 38, 4, Schredl, M. (2013). Nightmare frequency in a representative German sample. International Journal of Dream Research, 6, 2, Schredl, M., & Hofmann, F. (2003). Continuity between waking activities and dream activities. Consciousness and cognition, 12, 2, Spinhoven, P. H., Ormel, J., Sloekers, P. P. A., Kempen, G. I. J. M., Speckens, A. E. M., & Van Hemert, A. M. (1997). A validation study of the Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS) in different groups of Dutch subjects. Psychological medicine, 27, 2, Swart, M. L., van Schagen, A. M., Lancee, J., & van den Bout, J. (2013). Prevalence of nightmare disorder in psychiatric outpatients. Psychotherapy and Psychosomatics, 82, 4,

26 Van Schagen, A., Lancee, J., & Spoormaker, V. (2012). Imaginatie- en rescripting therapie voor nachtmerries. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media. Weiss, S. J., Simeonova, D. I., Kimmel, M. C., Battle, C. L., Maki, P. M., & Flynn, H. A. (2015) Anxiety and physical health problems increase the odds of women having more severe symptoms of depression. Arch Womens Ment Health,1-9. doi: /s Zadra, A., & Donderi, D., C. (2000). Nightmares and bad dreams: their prevalence and relationship to well-being. Journal of Abnormal Psychology, 109,

66 Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries

66 Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries Literatuur American Psychiatric Association (2000 text revision). Diagnostic and Statistic Manual of Mental Disorders (4th ed.). Washington DC: American Psychiatric Press. Belicki, K. (1992). The relationship

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 7. 1 Inleiding 8

Inhoud. Voorwoord 7. 1 Inleiding 8 Inhoud Voorwoord 7 1 Inleiding 8 2 Sessies 15 1 Slapen en nachtmerries 15 2 Het ontstaan van nachtmerries 20 3 De veilige plek 36 4 Een nieuw einde aan de nachtmerrie 39 5 Oefenen met de nieuwe droom 48

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

De invloed van nachtmerries op het functioneren de volgende dag.

De invloed van nachtmerries op het functioneren de volgende dag. De invloed van nachtmerries op het functioneren de volgende dag. N.C.M.L. Schrijnemaekers 3174549 Onder begeleiding van Dhr. Drs. J. Lancee Afstudeeronderzoek Master Klinische en Gezondheidspsychologie

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Behandeling van Nachtmerries: een Randomized Controlled Trial naar de Invloed van Imagery Rescripting op Nachtmerries en Mastery.

Behandeling van Nachtmerries: een Randomized Controlled Trial naar de Invloed van Imagery Rescripting op Nachtmerries en Mastery. Behandeling van Nachtmerries: een Randomized Controlled Trial naar de Invloed van Imagery Rescripting op Nachtmerries en Mastery. Student: Laura Gerritsen Studentnummer:10196188 Begeleiding: Jaap Lancee

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

VAN NACHTMERRIE TOT NACHTRUST: IMAGINATIE- EN RESCRIPTINGTHERAPIE VOOR NACHTMERRIES

VAN NACHTMERRIE TOT NACHTRUST: IMAGINATIE- EN RESCRIPTINGTHERAPIE VOOR NACHTMERRIES VAN NACHTMERRIE TOT NACHTRUST: IMAGINATIE- EN RESCRIPTINGTHERAPIE VOOR NACHTMERRIES WORKSHOP NTVP CONGRESS 27 NOVEMBER 2014 ANNETTE VAN SCHAGEN & JAAP LANCEE NACHTMERRIE Betekenis van nachtmerrie Merrie

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Dagvoorzitter at Jaarcongres Klinisch Psychologen & Klinisch Neuropsychologen

Dagvoorzitter at Jaarcongres Klinisch Psychologen & Klinisch Neuropsychologen Annette van Schagen A.van.Schagen@centrum45.nl Ervaring at Stichting Centrum '45 april 2014 - Huidig (4 maanden) Dagvoorzitter at Jaarcongres Klinisch Psychologen & Klinisch Neuropsychologen april 2014

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

De Invloed van Depressieve Klachten, Nachtmerries en Slaapefficiëntie op Dagelijks Functioneren

De Invloed van Depressieve Klachten, Nachtmerries en Slaapefficiëntie op Dagelijks Functioneren Sonderkamp Nachtmerries en dagelijks functioneren 1 De Invloed van Depressieve Klachten, Nachtmerries en Slaapefficiëntie op Dagelijks Functioneren J.A. Sonderkamp 0311413 Februari 2010 In het kader van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De Invloed van Imagery Rehearsal Therapy op Posttraumatische Nachtmerries

De Invloed van Imagery Rehearsal Therapy op Posttraumatische Nachtmerries De Invloed van Imagery Rehearsal Therapy op Posttraumatische Nachtmerries Maud van Muilekom Eindversie Studentnummer: 10202498 Begeleider: Anna Kunze Datum: 19-06-2014 Aantal woorden abstract: 121 Aantal

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen?

Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Heeft positieve affectregulatie invloed op emotionele problemen na ingrijpende gebeurtenissen? Lonneke I.M. Lenferink Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Utrecht Paul A. Boelen Universiteit Utrecht,

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD

Schrik om het hart! CoRPS. Dr. Annelieke Roest. Promotoren: Peter de Jonge, PhD. Johan Denollet, PhD Schrik om het hart! Center of Research on Psychology in Somatic diseases Promotoren: Peter de Jonge, PhD Johan Denollet, PhD Dr. Annelieke Roest Anxiety and Depression In Coronary Heart Disease: Annelieke

Nadere informatie

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten

Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Marij Zuidersma Promotoren: Peter de Jonge, Johan Ormel, Henk Jan Conradi Interdisciplinary center for psychiatric epidemiology University

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD

100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD 100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD ONLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE 2 100% Online CGT E-BOOMING? 3 100% Online CGT MIND THE GAP! 4 100% Online CGT EFFECTEN ONLINE

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Chairman at Dutch annual conference for Clinical Psychologists & Clinical Neuropsychologists

Chairman at Dutch annual conference for Clinical Psychologists & Clinical Neuropsychologists Annette van Schagen Clinical Psychologist, Psychotherapist bij Stichting Centrum '45 A.van.Schagen@centrum45.nl Specialties Nightmares and sleep problems, treatment of nightmares Experience Clinical Psychologist,

Nadere informatie

De stille nacht verstoord: Nachtmerries en andere parasomnieën. Annette van Schagen (PhD), klinisch psycholoog 21 april 2017

De stille nacht verstoord: Nachtmerries en andere parasomnieën. Annette van Schagen (PhD), klinisch psycholoog 21 april 2017 De stille nacht verstoord: Nachtmerries en andere parasomnieën Annette van Schagen (PhD), klinisch psycholoog 21 april 2017 Eerst iets over slaap. Slaap is rustperiode voor lichamelijk en geestelijk herstel

Nadere informatie

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch

Stress en Psychose 59 Noord. Stress and Psychosis 59 North. A.N.M. Busch Stress en Psychose 59 Noord Stress and Psychosis 59 North A.N.M. Busch Prevalentie van Subklinische Psychotische Symptomen en de Associatie Met Stress en Sekse bij Noorse Psychologie Studenten Prevalence

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Effecten en verklarende mechanismen Juliane Menting Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NKCV, Nederlands

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Chronische vermoeidheid:

Nadere informatie

Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid

Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid presentatie ESPRi Symposium 26-11-2015 Michiel Boog, klinisch psycholoog, psychotherapeut Titel:

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Psychologische Predictoren van Peri-Partum-Pelvic-Pain:

Psychologische Predictoren van Peri-Partum-Pelvic-Pain: Psychologische Predictoren van Peri-Partum-Pelvic-Pain: Onderzoek naar de invloed van zwangerschapsgerelateerde angst, psycho-neuroticisme, copingstijl en distress op het ontwikkelen van zwangerschapsgerelateerde

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Multidisciplinaire interventie voor patiënten met systemische sclerose

Multidisciplinaire interventie voor patiënten met systemische sclerose Multidisciplinaire interventie voor patiënten met systemische sclerose Effect op distress, ziektecognities en coping Effect of a multidisciplinary intervention in patients with systemic sclerosis Simone

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten

Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Nachtmerrie. www.kinderneurologie.eu

Kinderneurologie.eu. Nachtmerrie. www.kinderneurologie.eu Nachtmerrie Wat is een nachtmerrie? Een nachtmerrie is een slaapprobleem waarbij kinderen of volwassenen plotseling wakker worden nadat ze heel eng gedroomd hebben en deze droom nog heel goed kunnen herinneren.

Nadere informatie

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst

Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Onbezorgdvliegen SVL- vragenlijst Om uw deelname zo goed mogelijk voor te bereiden en uw kans op een succesvolle deelname te vergroten vinden wij het belangrijk om te weten of u iets heeft meegemaakt dat

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders

Nadere informatie

Multidimensional Fatigue Inventory

Multidimensional Fatigue Inventory Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Smets E.M.A., Garssen B., Bonke B., Dehaes J.C.J.M. (1995) The Multidimensional Fatigue Inventory (MFI) Psychometric properties of an instrument to asses fatigue.

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness bij somatoforme stoornissen Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness-based cognitieve therapie (MBCT) bij somatoforme stoornissen Onverklaarde lichamelijke klachten 20% Persisterende

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten-

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten- Publiekssamenvatting PRISMO - De eerste resultaten- Inleiding In maart 2005 is de WO groep van de Militaire GGZ gestart met een grootschalig longitudinaal prospectief onderzoek onder militairen die werden

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014 Mindfulness binnen de (psycho) oncologie Else Bisseling, 16 mei 2014 (Online) Mindfulness-Based Cognitieve Therapie voor kankerpatiënten. (Cost)effectiveness of Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT)

Nadere informatie

ROM in de ouderenpsychiatrie

ROM in de ouderenpsychiatrie Improving Mental Health by Sharing Knowledge ROM in de ouderenpsychiatrie Marjolein Veerbeek Richard Oude Voshaar, Anne Margriet Pot Financier: Ministerie van VWS 2 Routine Outcome Monitoring Definitie

Nadere informatie

Het belang van goede slaap voor het psychisch welzijn: oorzaken en gevolgen van slaapstoornissen in de psychiatrie

Het belang van goede slaap voor het psychisch welzijn: oorzaken en gevolgen van slaapstoornissen in de psychiatrie Het belang van goede slaap voor het psychisch welzijn: oorzaken en gevolgen van slaapstoornissen in de psychiatrie Prof. dr. Marike Lancel / psycholoog & somnoloog / GGZ Drenthe & RuG Onderwerpen slaaponderzoek,

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn

Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn 9 november 2012 VU Medisch Centrum/GGZinGeest/Amsterdam Patricia van Oppen 1 Presentatie

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Depression and inflammation; a life perspective

Depression and inflammation; a life perspective Depression and inflammation; a life perspective Center of Research on Psychology in Somatic diseases Depression and inflammation a life perspective Hester E. Duivis, PhD H.E.Duivis@tilburguniversity.edu

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie