Kennisbank Stedelijk Water Inhoudsopgave

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennisbank Stedelijk Water Inhoudsopgave"

Transcriptie

1 Inhoudsopgave 1 Beleid Zorgvuldigheidseisen bij overheidsbesluiten Milieubeleid Rijk Provincie Gemeente Historie van de aanpak van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied Waterbeleid Europa (EU) Rijk Beleidsbrief regenwater en riolering Deltaprogramma en deltabeslissingen Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie Stresstest Provincie Waterschap Ruimtelijk ordeningsbeleid Rijk Provincie Gemeente Samenwerking in stedelijk (afval)waterbeheer Pagina 1/38

2 1 Beleid Voor het stedelijke waterbeheer zijn drie beleidsterreinen relevant: het milieubeleid, en waterbeleid en het ruimtelijk ordeningsbeleid. In de tabel hieronder staan de plannen en andere beleidsnota's op het gebied van milieu, water en ruimtelijke ordening die voor stedelijk (afval)waterbeheer van belang zijn. Deze beleidsvormen hebben een verschillende zwaarte. Sommige plannen zijn wettelijk voorgeschreven (zoals het GRP of het waterbeheerplan van een waterschap), andere plannen of beleidsnota's zijn vrijwillig en verwoorden eerder een visie (zoals een gemeentelijk waterplan). Belangrijk is dat u als rioleringsbeheerder niet afwacht tot de plannen zijn vastgesteld, maar zo veel mogelijk vanuit uw expertise en taakveld input probeert te leveren. Alleen dan zijn rioleringszorg en andere beleidsvelden goed op elkaar af te stemmen. Idealiter werkt u bijvoorbeeld echt samen met het waterschap aan het GRP en het waterbeheerplan. En echt samenwerken is duidelijk meer dan elkaar een ontwerpplan toesturen waar nauwelijks meer iets aan te veranderen is (zie Samenwerking in stedelijk (afval)waterbeheer ). Milieu Water Ruimtelijke ordening en bouwen Richtlijn stedelijk afvalwater Kaderrichtlijn Water Europa Stroomgebiedbeheerplannen voor de Rijn, Schelde, Eems en Maas (SGBP's) Beleid Pagina 2/38

3 - Nationaal Waterplan (incl. de 4 SGBP's) - Beheerplan Rijkswateren (RWS) - Nationaal Bestuursakkoord Water (2003) - Nationaal - Nationaal Bestuursakkoord Water Rijk Milieubeleidsplan 4 - Beleidsbrief Actueel (2008) - Bestuursakkoord Water Structuurvisie (Nota Ruimte ) regenwater en riolering - Aanvullende afspraken Bestuursakkoord Water (november 2018) - Deltaprogramma, inclusief Deltabeslissingen en Deltaplan ruimtelijke adaptatie - Rijksvisie waterketen (2003) - Provinciaal milieubeleidsplan of Provincie omgevingsplan - Provinciaal milieuprogramma - Regionaal waterplan - Structuurvisie Gemeente - Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) - Gemeentelijk milieubeleidsplan - Gemeentelijk milieuprogramma - Afvalwaterakkoord - Bestuurlijke afspraken Waterschap - Afvalwaterakkoord - Gemeentelijk waterplan - Grondwater- en/of afkoppelplan (kan onderdeel zijn van waterplan of GRP) - Waterbeheerplan - Bestuurlijke afspraken (Waterwet) - Structuurvisie - Bestemmingsplan - Waterparagraaf als toelichting bij bestemmingsplan (uitkomst watertoets) Tabel A Plannen en andere beleidsnota's milieu, water en ruimtelijke ordening Beleid Pagina 3/38

4 N.B. De plannen die in de tabel cursief staan, zijn wettelijk voorgeschreven. De overige hebben een vrijwillig karakter. Alle genoemde plannen en beleidsnota's zijn via de websites van de betrokken overheidsorganisaties te downloaden. Verschil plannen en nota's Bedenk wel dat plannen en beleidsnota s van elkaar verschillen. Plannen zijn meestal veel concreter en vaak een vertaling van eerdere beleidsnota s. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen het Bestuursakkoord Water 2011 en de al oude Beleidsbrief regenwater en riolering aan de ene kant (met globale beleidslijnen) en het GRP aan de andere kant (met concreter beleid en maatregelen). Plannen (zeker de wettelijk voorgeschreven plannen) zijn ook meer bindend. Het gaat dan om zogenoemde zelfbinding: alleen het bestuursorgaan dat het plan heeft vastgesteld, is hieraan gebonden. Derden kunnen ook geen rechten aan de plannen ontlenen. Het bestuur dat een bepaald plan heeft vastgesteld, moet het plan zo goed mogelijk uitvoeren. Beleid Pagina 4/38

5 1.1 Zorgvuldigheidseisen bij overheidsbesluiten Besluitvorming en zorgvuldigheid van bestuur Voor een overheidsbesluit (zoals een GRP, een bestemmingsplan of een omgevings- of water-vergunning) is een zorgvuldige voorbereiding nodig. Voorafgaand aan een besluit of feitelijke maatregelen (zoals de aanleg of vervanging van een riolering) moet een overheidsorgaan alle betrokken belangen in kaart brengen en zorgvuldig tegen elkaar afwegen. Deze eisen volgen uit artikelen 3:2 en 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Art. 3:2 Awb verplicht het bestuursorgaan zich een goed beeld te vormen van de bij het besluit betrokken belangen en houdt een gedeeltelijke vastlegging in van het zogenaamde zorgvuldigheidsbeginsel. Als een gemeente onvoldoende rekening houdt met de belangen van een derde, kan de rechter oordelen dat zij een onjuiste belangenafweging heeft gemaakt. Soms moet zij zelfs onafhankelijk advies van derden inwinnen. Zo kan de door het evenredigheidsbeginsel (art. 3:4, lid 2 Awb) veronderstelde belangenafweging plaatsvinden (art. 3:4, lid 1 Awb). Als bevoegd bestuursorgaan heeft de gemeente nu eenmaal de plicht te beoordelen of het besluit zélf geen onevenredige nadelige gevolgen heeft, en of die eventueel technisch (mitigerend) en/of (aanvullend) financieel te compenseren zijn. Als zij geen compensatiemaatregelen treft, kunnen belanghebbenden betogen dat het besluit onrechtmatig tot stand is gekomen en moet worden vernietigd. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur betekenen overigens niet dat uw gemeente alle problemen van burgers en bedrijven maar moet oplossen. Waar het om gaat, is dat een goed en betrouwbaar beeld bestaat om de in het geding zijnde belangen te wegen. Van belang is ook dat uw gemeente kan motiveren waarom zij bijvoorbeeld niet tot een bepaald besluit of een bepaalde maatregel is gekomen. Praktijkvoorbeeld zorgvuldigheid De gemeente Dordrecht werd aansprakelijk gesteld voor geleden funderingsschade als gevolg van paalrot. De eisers stelden dat de paalrot was ontstaan door lekkende en daardoor drainerende rioleringen. Daardoor zou de gemeente haar verplichtingen als rioleringsbeheerder niet of onvoldoende zijn nagekomen. De rechtbank oordeelde dat niet is gebleken dat de gemeente laks is geweest in haar rioleringsbeleid, dat zij adviezen van deskundigen zou hebben genegeerd of dat zij maatregelen heeft genomen die zij niet had moeten nemen. De gemeente werd geen onzorgvuldigheid verweten. (Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDOR:2009:BJ3034, Bekrachtiging/bevestiging. Cassatie: ECLI:NL:HR:2012:BX7487, Bekrachtiging/bevestiging. Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2012:BX7487. Zie nader over de juridische aspecten van funderingsschade: P. de Putter (2013), Als een paal boven water. Juridische beschouwing over de problematiek van houten paalfunderingen, Vastgoedrecht 2013/5, p ) Beleid» Zorgvuldigheidseisen bij overheidsbesluiten Pagina 5/38

6 Praktijkvoorbeelden waarbij behoorlijk bestuur is getoetst, vindt u in Zorgplichten voor hemel- en grondwater en Zorgvuldigheidseisen bij overheidsbesluiten. Beleid» Zorgvuldigheidseisen bij overheidsbesluiten Pagina 6/38

7 1.2 Milieubeleid Milieubeleid wordt op drie niveau's gemaakt: milieubeleid van het Rijk ; milieubeleid van de provincie ; en milieubeleid van de gemeente. Op ieder onderdeel wordt hierna ingegaan. Daarnaast is een pagina beschikbaar die de historie van de aanpak van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied beschrijft. Inhoud in discussie Beleid» Milieubeleid Pagina 7/38

8 1.2.1 Rijk Het milieubeleid van het Rijk is versnipperd over verschillende programma's, kamerbrieven en andere stukken. Er is geen integraal milieubeleidsplan meer. Het Nationale Milieubeleidsplan 4, dat in 2001 is vastgesteld, was het laatste integrale milieubeleidsplan. Het is echter zo verouderd, dat het in de praktijk nog maar weinig betekenis heeft voor het stedelijke waterbeheer. Het klimaatbeleid is daarentegen wel relevant. Nationaal Milieubeleidsplan 4 Het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4) bevat een doorkijk naar 2030 en benoemt de 7 grote milieuproblemen die dan zullen optreden bij ongewijzigd beleid. Klimaatverandering is een van die problemen, naast bijvoorbeeld verlies aan biodiversiteit en uitputting van natuurlijke hulpbronnen. Het NMP4 beschrijft enkele leidende principes die bij de aanpak van deze problemen worden gehanteerd. Dit zijn: het beginsel van de bestrijding aan de bron (bestrijding van aantasting van het milieu moet aan de bron gebeuren), het beginsel dat de vervuiler betaalt (veroorzakers van milieuproblemen moeten de daarmee gepaard gaande kosten dragen), en het ALARA beginsel (As Low As Reasonably Achievable). Dit betekent dat aan het milieu de grootst mogelijke bescherming geboden wordt tenzij dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden. Deze leidende beginselen mogen geen dode letter zijn. Overheid, bedrijven en burgers zijn daarop aanspreekbaar. Het NMP4 bevat geen specifiek beleid voor de rioleringszorg. Milieuprogramma's In 2013 is voor zowel Rijk, provincies als gemeenten de verplichting om een milieuprogramma vast te stellen vervallen. Aan dit uitvoeringsprogramma bestond geen behoefte meer. In de praktijk is de functie van het milieuprogramma overgenomen door buitenwettelijke werkprogramma s. Volgens de toelichting bij deze wetswijziging zal ook zonder wettelijke verplichting de behoefte blijven bestaan om in de begroting aandacht te besteden aan de uitvoering van milieutaken of daarvoor een werkprogramma op te stellen. Klimaatbeleid Door de klimaatverandering zullen vaker zeer zware regenbuien vallen. Ook zal er vaker sprake zijn van droogte en hittestress. In alle KNMI-scenario s (de meest recente dateren van mei 2014) is de voorspelling van zwaardere buien waarneembaar. Het traditionele rioolstelsel kan deze grote hoeveelheden neerslag niet meteen op alle plaatsen verwerken. Daarvoor is het niet ontworpen. De riolering is bedoeld om bij normale neerslag het water van wegen en daken af te voeren. Om bij hoosbuien schade of overlast te voorkomen, zijn aanvullende maatregelen nodig. Denk Beleid» Milieubeleid» Rijk Pagina 8/38

9 aan afvoer naar open water en kortdurende berging op straat of in de openbare ruimte. Het klimaatbeleid van het Rijk, in samenwerking met de koepelorganisaties, is te vinden in het Deltaprogramma. Beleid» Milieubeleid» Rijk Pagina 9/38

10 1.2.2 Provincie Provinciaal milieubeleidsplan In het provinciaal milieubeleidsplan schetst de provincie haar beleid over onder meer energie, grondstoffen, duurzaam waterbeheer en gewenste bodemkwaliteit. In het plan wijst zij milieubeschermingsgebieden aan, waaronder grondwaterbeschermingsgebieden. De provinciale milieuverordening (PMV) regelt de juridische bescherming hiervan. De provincie stelt het provinciaal milieubeleidsplan in principe vierjaarlijks vast. Provincies hoeven geen milieuprogramma meer op te stellen (zie Milieubeleid Rijk ). Provinciaal omgevingsplan Enkele provincies hebben het provinciaal milieubeleidsplan met het regionale waterplan (op grond van de Waterwet) en de structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening gecombineerd in een provinciaal omgevingsplan (vaak afgekort als POP). Bijvoorbeeld de provincies Overijssel, Drenthe, Flevoland en Limburg. Beleid» Milieubeleid» Provincie Pagina 10/38

11 1.2.3 Gemeente Milieubeleidsplan Gemeenten kunnen een milieubeleidsplan opstellen, maar hoeven dat niet te doen. Als het gemeentebestuur een milieubeleidsplan wenst, is het wel gebonden aan de daarvoor geldende wettelijke regels (zie art t/m art Wm ). Hierbij gaat het vooral om afstemmingsbepalingen. De vorm van het plan is vrij. Een milieubeleidsplan is goed bruikbaar om bijvoorbeeld bronmaatregelen te stimuleren. Denk daarbij aan de toepassing van bouwmaterialen en onkruid- en gladheidsbestrijding. Het milieubeleidsplan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren milieubeleid. Gemeenten hoeven geen milieuprogramma meer op te stellen (zie Milieubeleid Rijk ). Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Op grond van art Wm moet de gemeente een rioleringsplan opstellen. Het GRP bevat in feite ook milieubeleid, maar dan alleen over de rioleringszorg en het stedelijke waterbeheer. Een goede afstemming tussen het GRP en het gemeentelijke milieubeleidsplan is natuurlijk onontbeerlijk, daarom is het wettelijk verplicht om bij het opstellen van het GRP rekening te houden met het gemeentelijke milieubeleidsplan (als dat is vastgesteld). Gemeente en klimaatbeleid Steeds meer gemeenten voeren apart klimaatbeleid, waarin de voornemens en aanpak zijn opgenomen om de klimaatontwikkelingen (wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen) te kunnen opvangen. Anticiperen op klimaatontwikkelingen kan door water op straat te accepteren en de openbare ruimte zodanig in te richten dat water op straat geen schade oplevert. Wat acceptabel is, is niet eenvoudig te bepalen. Per situatie moet de gemeente de meest effectieve en doelmatige maatregel kiezen. Hierin speelt zij als beheerder van de openbare ruimte een centrale rol. Zij zorgt voor alle openbare hemelwatervoorzieningen, zowel het traditionele riool als de andere voorzieningen in het openbare gebied. De waterschappen zorgen voor de afwatering en de perceel- /gebouweigenaren beschermen hun eigendom tegen indringend water. Daarbij is het van belang dat burgers en bedrijven ook zelf een verantwoordelijkheid hebben om overlast en schade op het eigen perceel zo veel mogelijk te voorkomen. Overlast of schade zijn nooit helemaal te voorkomen. Het is aan de gemeenten om binnen hun bevoegdheden en mogelijkheden zelf te bepalen wat nog acceptabel is en welke maatregelen nodig zijn om problemen zo veel mogelijk te voorkomen. Beleid» Milieubeleid» Gemeente Pagina 11/38

12 1.2.4 Historie van de aanpak van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied De jaren Eind jaren zestig van de vorige eeuw begint de politieke bewustwording rond de afvalwaterproblematiek. In 1969 wordt de Wet verontreiniging oppervlaktewateren van kracht en de jaren daarna leggen gemeenten veel riolering aan. Het milieubesef groeit en dat uit zich ook in toenemende milieuregelgeving. De samenleving wil schonere lucht, water en bodem. In 1989 verschijnt het eerste Nationale Milieubeleidsplan (NMP), kamerstukken II , 21137, nr. 1-2) waarin de stand van zaken van het hele milieubeleid staat. Financiele steun aanleg riolering Daarnaast wordt duidelijk dat het afvalwaterprobleem zich niet alleen tot de bebouwde kom beperkt. In het buitengebied komt afvalwater ook ongezuiverd in oppervlaktewater terecht en dat leidt tot of vergroot de problemen met de waterkwaliteit. Grijze sloten zijn eerder regel dan uitzondering. Financieringsregelingen stimuleren de aanleg van riolering in het buitengebied. De Bijdrageregeling Kostbare Rioleringswerken (BKR) en de Verfijningsregeling Riolering (die al in 1967 van kracht werd) zijn daarvan voorbeelden. Gemeenten konden op grond van de laatstgenoemde regeling zo n gulden per aansluiting krijgen. De aangekondigde afschaffing van deze regeling per 1 januari 1987 leidde midden jaren 80 tot een hausse aan aangelegde riolering in het buitengebied. Nut versus kosten In februari 1990 kondigt de minister van VROM aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor aanleg en beheer van riolering wettelijk te gaan vastleggen (TK , nr 11). In dit Tweede Kamerstuk staat ook dat deze vastlegging niet betekent dat de gemeenten alle percelen en objecten moeten aansluiten. Het nut ervan moet elke gemeente afwegen tegen de kosten, waarbij ook het alternatief van een individuele zuivering in beschouwing moet worden genomen. Ook kondigt de minister aan dat de provincies de bevoegdheid tot ontheffing van de zorgplicht voor aanleg en beheer van riolering krijgen. Vanaf 1993 staat in de Wet milieubeheer (voorheen de Wet algemene bepalingen milieuhygiene) de afvalwaterzorgplicht met de ontheffingsbevoegdheid voor de provincies (nu artikel 10.33). Ontheffingsregimes en omslagbedragen Door de provinciale ontheffingsbevoegdheid ontstaan in Nederland twaalf verschillende ontheffingsregimes. Sommige provincies stemmen dat af, zoals in West-Nederland waar in alle provincies een gelijksoortige regeling geldt. Vaak stellen provincies grensbedragen in voor de omslag van rioolaanleg en het verkrijgen van ontheffing. De Beleid» Milieubeleid» Historie van de aanpak van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied Pagina 12/38

13 soms hoge omslag- bedragen en de verschillen per provincie leiden tot veel discussies en vertraging bij de sanering van ongezuiverde lozingen in het buitengebied. Waterbeheerders hebben een grote stem in het geheel; zij bepalen vaak waar nog mechanische riolering moet komen, maar de gemeenten moeten dat betalen. Dat wringt. Aanleg mechanische riolering In 2000 informeert minister Pronk de Tweede Kamer over de stand van zaken van het rioleringsbeleid (TK , nr 21). Voor het buitengebied stelt hij: als de gemeente geen riolering aanlegt, is de lozer zelf verantwoordelijk. Ook geeft de minister aan dat aansluiting op riolering voor de lozer het meest aantrekkelijk is; het geeft minder sores en het is voor de lozer goedkoper ( Grosso modo kan daarom worden gesteld dat de lozer in het buiten- gebied financieel beter af is wanneer hij wordt aangesloten op de riolering ). Dit gevoel leeft ook bij veel lokale bestuurders, waardoor gemeenten nog tot het begin van de 21e eeuw veel mechanische riolering aanleggen. Minister Pronk signaleert ook dat de aanpak van het ontheffingenbeleid per provincie verschilt. Hij zegt een gemeenschappelijk standpunt (motie Klein Molekamp) na te streven. Het idee ontstaat om de aanleg van een iba ook als een publieke taak te beschouwen. De jaren In 2002 komt minister Pronk met de Notitie Afvalwater Buitengebied (TK , nr 23). De kern van die notitie is dat: bestaande afspraken blijven bestaan; van iedere lozer zo veel mogelijk gelijke inspanning wordt gevraagd, ongeacht aansluiting op de riolering of een iba; sprake moet zijn van milieuhygienisch verantwoorde oplossingen; sprake moet zijn van gelijke behandeling van de burgers binnen een gemeente, ook financieel; het beheer van iba s professioneel en doelmatig moet zijn. Aanleg veel drukriolering De centrale regie ligt bij de gemeenten. Zij maken een plan met een afweging tussen mechanische riolering en iba s, waarbij instemming nodig is van waterschap en provincie. Het beheer van iba s moet plaatsvinden door of in opdracht van de gemeente of door de waterbeheerder. Financieel moet het voor de lozer niet uitmaken of hij op riolering is aangesloten of via een iba loost. Dit alles geeft een nieuwe boost aan de aanpak van het buitengebied. iba s worden een volwaardig alternatief, hoewel er nog veel technische problemen zijn. Door die technische problemen kiezen veel gemeenten toch voor de aanleg van relatief dure mechanische riolering. Het gelijkheidsbeginsel heeft hier grote invloed op. Vanuit de gedachte dat de gemeente alle bewoners en bedrijven Beleid» Milieubeleid» Historie van de aanpak van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied Pagina 13/38

14 gelijk moet behandelen, leggen veel gemeenten in hun totale buitengebied drukriolering aan. Iba klasse I voldoende Met de komst van de Wet gemeentelijke watertaken in 2008 en de daarmee samenhangende veranderingen in de lozingenbesluiten, komen de accenten weer anders te liggen. Tenzij het belang van het milieu zich daartegen verzet, is lozing via een verbeterde septic tank voldoende. Alleen bij zwaarwegende argumenten (bijvoorbeeld hoge natuurwaarden van het lozingsgebied), kunnen aanvullende eisen gelden (dus een iba klasse II of III). De jaren De jaren 2011 tot 2015 kenmerken zich door relatieve rust in het buitengebied. Gemeenten voeren het ingezette beleid uit, de nadruk is verschoven van aanleg naar beheer. Sommige waterschappen eisen voor wateren zonder specifieke functie alleen een verbeterde septic tank. Andere waterschappen vinden een niet optimaal functionerende iba altijd nog beter dan een goed werkende verbeterde septic tank. Maar het daadwerkelijke functioneren van deze voorzieningen is niet altijd bekend, waardoor dit vaak meer een gevoel is dan een feit. Op grond van de regelgeving (zoals het Activiteitenbesluit) houden gemeenten en waterschappen waterstromen in het buitengebied vaak opnieuw tegen het licht, zoals het water van spoelplaatsen van agrariers en loonwerkers. Voor sommige waterschappen is dat reden om aansluiting op de riolering te eisen. Samenwerking tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en waterschap komt steeds beter op gang, mede gestimuleerd door de Waterwet (artikel 3.8) en de afspraken in het Bestuursakkoord Water. Zo is afgesproken dat de ontheffingsbevoegdheid van de provincie verdwijnt. In gemeenten en samenwerkingsregio s rijst de vraag wat te doen als grootschalige vervanging aan de orde komt. Dit zal nadrukkelijk een plek moeten krijgen in het gemeentelijke beleid. Beleid» Milieubeleid» Historie van de aanpak van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied Pagina 14/38

15 1.3 Waterbeleid Waterbeleid wordt op vier niveaus gemaakt: Europa ; het Rijk ; de provincie ; het waterschap. Op deze niveaus wordt hierna ingegaan. Het waterbeleid van gemeenten is opgenomen in het gemeentelijk rioleringsplan. Inhoud in discussie Beleid» Waterbeleid Pagina 15/38

16 1.3.1 Europa (EU) Het water(kwaliteits)beleid wordt vooral op Europees niveau vormgegeven. Voor de rioleringswereld zijn met name de volgende Richtlijn stedelijk afvalwater en de Kaderrichtlijn water van belang. Richtlijn stedelijk afvalwater (1991) De Richtlijn stedelijk afvalwater gaat over het inzamelen, opvangen, behandelen en lozen van stedelijk afvalwater én het behandelen en lozen van afvalwater van bepaalde bedrijfstakken. Doel van de richtlijn is het milieu te beschermen tegen de nadelige gevolgen van lozingen van stedelijk afvalwater. De richtlijn heeft aan de basis gestaan van de gemeentelijke rioleringszorgplicht van art Wet milieubeheer (Wm) en de inzamelplicht bij agglomeraties groter dan inwonerequivalenten. Kaderrichtlijn Water (2000) Op basis van de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onder meer de stroomgebiedbeheerplannen (SGBP) vastgesteld. De SGBP s, die gezamenlijk onderdeel zijn van het Nationaal Waterplan (NWP), formuleren het beleid voor de waterkwaliteit, waterkwantiteit en ecologie op het schaalniveau van de internationale stroomgebieden. In Nederland zijn dat de Schelde, Eems, Rijn en Maas. Voor het stedelijke waterbeheer is vooral de doelstelling voor de emissiereductie binnen de stroomgebieden van belang. De waterschappen en Rijkswaterstaat bekijken samen met gemeenten of de emissies vanuit de riolering een substantiële bijdrage leveren aan de totale emissie van onder andere nutriënten in het stroomgebied. Als dat het geval is, moeten zij gezamenlijk bekijken of emissiebeperkende maatregelen genomen kunnen worden. Op grond van de KRW (en de op basis hiervan geldende Grondwaterrichtlijn en Richtlijn Prioritaire Stoffen) moeten oppervlakte- en grondwaterlichamen uiterlijk in 2027 in een goede toestand verkeren. Voor oppervlaktewaterlichamen gelden zowel chemische als ecologische doelstellingen. De grondwaterlichamen moeten een goede chemische én kwantitatieve toestand bereiken. Kwantitatief komt erop neer dat er niet méér grondwater aan de bodem mag worden onttrokken dan wat er via infiltratie in komt. De milieukwaliteitseisen voor chemische stoffen staan in het Besluit kwaliteitseisen monitoring water 2009 (Bkmw 2009). Voor de regionale oppervlaktewateren staan de doelen voor ecologie per waterlichaam in de regionale waterplannen van de provincies. Voor de rijkswateren staan ze in het Beheer- en ontwikkelplan voor de rijkswateren (BPRW). Hierin heeft Rijkswaterstaat ook beschermde gebieden aangewezen, zoals waterwinlocaties. Beleid» Waterbeleid» Europa (EU) Pagina 16/38

17 Gevolgen KRW voor rioleringsbeheer De KRW kan voor u als rioleringsbeheerder gevolgen hebben. Denk aan het spanningsveld tussen afkoppelen (de kwaliteit van het af te voeren hemelwater) en de kwaliteitsdoelstellingen uit de richtlijn en het Bkmw Veel hangt af van hoe de waterbeheerders doelen en maatregelen hebben vastgesteld voor de oppervlakte- en grondwaterlichamen die zij in beheer hebben. Gemeenten waren en zijn in de georganiseerde gebiedsprocessen nadrukkelijk betrokken bij de totstandkoming van de waterplannen. Het ligt voor de hand dat gemeenten en waterbeheerders elkaar blijven opzoeken voor de uitvoering van het waterbeheer, zeker bij het opstellen van het GRP, het bestemmingsplan en het waterbeheerplan. Het regionale waterplan van de provincie bevat de ecologische doelen per waterlichaam. De verschillende waterbeheerplannen van de waterschappen beschrijven welke maatregelen de beheerder in de planperiode uitvoert om die doelen te bereiken. Afhankelijk van de doelstellingen is het goed mogelijk dat de waterbeheerder de emissie van stoffen moet verminderen, zoals voor nutriënten. Dat kan leiden tot het plaatsen van zuiverende voorzieningen (voor hemelwater) of aanvullende eisen (in de vorm van maatwerkvoorschriften) voor overstorten van gemengde rioolstelsels. Bij nieuwbouwprojecten zullen de locatiekeuze en bijvoorbeeld de keuze voor de omgang met stedelijk afvalwater en hemel- en grondwater ook een belangrijke factor zijn. Hier moet u de watertoets zorgvuldig uitvoeren, idealiter in nauwe samenwerking met de waterbeheerder. Beleid» Waterbeleid» Europa (EU) Pagina 17/38

18 1.3.2 Rijk Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan (NWP) geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in die periode voert om tot een duurzaam waterbeheer te komen. Het NWP richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water, en diverse vormen van watergebruik. Het plan vindt zijn wettelijke grondslag in hoofdstuk 4 van de Waterwet. Het NWP bouwt voort op eerdere beleidsdocumenten, waaronder het Kabinetsstandpunt Waterbeleid 21e eeuw en de Watervisie Nederland veroveren op de toekomst. De wateroverlast in de bebouwde omgeving wil het kabinet tot een aanvaardbaar minimum terugbrengen. Dit moet gebeuren door de acties uit te voeren die gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk in het kader van de bestuursakkoorden hebben afgesproken. Het kabinet vindt dat partijen maatregelen tegen wateroverlast en droogte zo veel mogelijk moeten combineren met maatregelen op andere terreinen, zoals stedelijke vernieuwing. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het NWP voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie (zie ook Beleid ruimtelijke ordening). Waar het Rijk in het NWP bijvoorbeeld concreet ruimte vraagt voor water, bindt dit het Rijk in het ruimtelijkeordeningsspoor. Het NWP gaf een eerste uitwerking van het Deltaprogramma en de deltabeslissingen (zie Milieubeleid Rijk ). Beheerplan Rijkswateren Op rijksniveau is ook het Beheer- en Ontwikkelplan Rijkswateren (BPRW) van belang. Waar het NWP strategisch van karakter is, staan de operationele maatregelen (om de gestelde doelen te halen voor de rijkswateren) in het BPRW. Op dit moment is het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren van kracht. Rijkswaterstaat is verder soms ook partij bij afvalwaterakkoorden (zie Samenwerking in stedelijk (afval) waterbeheer ) en adviseur bij het opstellen van het GRP. Ook probeert Rijkswaterstaat vanuit zijn waterstaatkundige taak de waterbelangen te borgen in het ruimtelijkeordeningsspoor). Beleid» Waterbeleid» Rijk Pagina 18/38

19 Beleidsbrief regenwater en riolering In de Rijksvisie Waterketen van 2003 is aangekondigd dat het regenwaterbeleid zou worden herijkt. De vernieuwing van het regenwaterbeleid is geland in een kamerbrief van de toenmalige staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (ook wel de Beleidsbrief regenwater en riolering genoemd). Duurzaamheid is het uitgangspunt voor het vernieuwde regenwaterbeleid. Het beleid steunt op vier pijlers: aanpak bij de bron; regenwater vasthouden en bergen; gescheiden afvoeren van regen- en afvalwater; en integrale afweging op lokaal niveau. Aanpak bij de bron Er dient meer aandacht te worden besteed aan het voorkomen van verontreiniging van regenwater: een aanpak bij de bron. Dit betreft enerzijds maatregelen voordat het regenwater de aarde raakt, zoals de aanpak van luchtemissies. Maar het gaat daarnaast ook om het beperken van verontreiniging door uitloging en afspoeling, als het regenwater op verharde oppervlakken terecht komt. Het is echter wel van belang dat niet op een overdreven wijze aandacht wordt besteed aan het voorkomen van verontreinigd regenwater, waardoor een belangenafweging naar de achtergrond verdwijnt. Daarom is de regelgeving zodanig gewijzigd dat regenwater zonder verdere technische maatregelen in de bodem of het oppervlaktewater mag worden geloosd, tenzij uit de lokale afweging blijkt dat lozing op bodem of oppervlaktewater ongewenst is. Ook biedt de regelgeving waarin het regenwaterbeleid is verwerkt (zoals het Besluit lozing afvalwater huishoudens) de mogelijkheid om waar nodig op lokaal niveau preventieve maatregelen te formuleren en vast te leggen. Vasthouden en bergen Vasthouden en bergen van regenwater isnoodzakelijk. Waar mogelijk moet regenwater ter plekke in de bodem geïnfiltreerd worden of in het oppervlaktewater worden gebracht. Van belang is om zo veel mogelijk binnen het gebied water vast te houden, te bergen en dan pas af te voeren. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij degene bij wie het regenwater als gevolg van verharden en overkappen vrijkomt. De overheid grijpt pas in als dat nodig is. Tot het verschijnen van de Beleidsbrief regenwater en riolering werd weinig aandacht besteed aan het vastleggen van maatregelen voor het vasthouden en bergen van regenwater. Lozen op oppervlaktewater of de bodem werd juist ontmoedigd door het vereiste van een individuele vergunning of ontheffing voor elke lozing. Dit vereiste is daarom vervangen door integrale algemene regels. Bij de uitwerking van deze regels is ook aandacht besteed aan Beleid» Waterbeleid» Rijk» Beleidsbrief Regenwater en riolering Pagina 19/38

20 het vasthouden en bergen van regenwater. Hierbij is het uitgangspunt dat van degene bij wie afstromend regenwater vrijkomt, binnen de grenzen van redelijkheid kan worden gevraagd om het regenwater ter plaatse in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. Gescheiden afvoeren De Beleidsbrief regenwater en riolering stimuleert het gescheiden afvoeren van regenwater en ander afvalwater. De transportafstand naar de rioolwaterzuiveringsinrichting is vaak lang, maar door afkoppelen van regenwater van de vuilwaterriolering kunnen de kosten daarvan worden voorkomen. Door afkoppelen kan de inzameling en afvoer van regenwater op een kleinere schaal worden uitgevoerd. Het Rijk heeft daarom de regelgeving aangepast, waarbij het bij de bron gescheiden houden van regenwater en overig afvalwater het uitgangspunt is. Op gemeentelijk niveau kan hieraan nadere invulling worden gegeven, zowel wat betreft techniek als tijdpad. Daarnaast is de gemeentelijke zorgplicht voor inzameling en transport van afvalwater opgesplitst in de zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater enerzijds en de zorgplicht voor het beheer van regenwater en grondwater anderzijds. Ook daarmee wordt het gescheiden houden van regenwater gestimuleerd. Integrale afweging op lokaal niveau Op het niveau van gemeente en waterschap kan het beste worden bepaald op welke wijze het meest doelmatig op middellange en lange termijn en tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten met regenwater kan worden omgegaan. De eerste drie pijlers geven een voorkeursvolgorde aan voor het omgaan met regenwater. Ondanks deze voorkeursvolgorde, kan op basis van de integrale afweging hiervan worden afgeweken. Bij de uitvoering van het regenwaterbeleid is doelmatigheid van maatregelen het uitgangspunt. Hierbij is een pragmatische invulling van groot belang en dienen maatregelen en termijnen goed op elkaar te worden afgestemd. Op deze manier wordt een te groot beslag op maatschappelijke middelen voorkomen. Zo volgt uit het oogpunt van doelmatigheid bijvoorbeeld dat er een verschillende aanpak is voor bestaande situaties en voor nieuwbouw. Bij het maken van rijksregelgeving speelt het doelmatigheidscriterium een rol op rijksniveau, maar op lokaal niveau ligt de verantwoordelijkheid voor de invulling van het criterium bij gemeenten en waterschappen. De gemeente heeft op lokaal niveau een regierol. Er wordt echter wel nauw overleg gevoerd met betrokken partijen en bovendien worden hun verantwoordelijkheden gerespecteerd. Beleid» Waterbeleid» Rijk» Beleidsbrief Regenwater en riolering Pagina 20/38

21 Deltaprogramma en deltabeslissingen Deltaprogramma Het Deltaprogramma is een nationaal programma dat onder de verantwoordelijkheid valt van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het Deltaprogramma wordt ieder jaar vastgesteld. Nederland is een delta: een laaggelegen land met veel water. Deze ligging maakt Nederland kwetsbaar. In het Deltaprogramma staan plannen om Nederland te beschermen tegen overstromingen, een tekort aan zoetwater of de gevolgen van extreme buien of extreme droogte. Het doel van het Deltaprogramma is: Nederland nu en in de toekomst beschermen tegen overstromingen; zorgen voor voldoende zoetwater; de inrichting van het land klimaatbestendig maken. Rijksoverheid, provincies, waterschappen en gemeenten werken samen in het Deltaprogramma. Ook maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en kennisorganisaties zijn erbij betrokken. Deltabeslissingen In het Deltaprogramma staat een aantal belangrijke beslissingen centraal die het kabinet moet nemen om Nederland veilig en leefbaar te houden. Een daarvan is de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie. Deze bevat voorstellen om de ruimtelijke inrichting van Nederland klimaatbestendig en waterrobuust te maken. Alle overheden en marktpartijen zijn daar samen verantwoordelijk voor. Belangrijk onderdeel van deze deltabeslissing is dat de overheden gezamenlijk de ambitie vastleggen dat Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. De Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie is verder uitgewerkt in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. Belangrijk is steeds weer een goede balans te vinden tussen de algemene belangen die spelen bij de ruimtelijke ordening en het functionele (specifieke) belang van de waterbeheerder. Voor beide belangen moet voldoende ruimte zijn. Dat vraagt om een goede onderlinge afstemming en daarmee om goede instrumenten en een goed gebruik daarvan. Samenwerking, bijvoorbeeld in het watertoetsproces, zorgt ervoor dat Nederland ook in de toekomst veilig en aantrekkelijk blijft. Bij nieuwbouw en (her)inrichting van stedelijke gebieden is het zaak structureel rekening te houden met de eigenschappen van het watersysteem, de ondergrond en de gevolgen van de klimaatverandering. Nu goed en in onderlinge afstemming handelen, kan veel toekomstige schade voorkomen. De deltacommissaris stelt onder meer voor dat de verschillende overheden het klimaatbestendig en waterrobuust Inhoud in discussie Beleid» Waterbeleid» Rijk» Deltaprogramma en deltabeslissingen Pagina 21/38

22 inrichten uiterlijk in 2020 onderdeel hebben gemaakt van hun beleid en handelen. De watertoets is hierbij een belangrijk instrument. Inhoud in discussie Beleid» Waterbeleid» Rijk» Deltaprogramma en deltabeslissingen Pagina 22/38

23 Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie Nederland moet in 2050 zo veel mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust zijn ingericht voor wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen. Dit doel is vastgelegd in de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie. Daarnaast dient er, voor zover dat redelijkerwijs haalbaar is, bij (her)ontwikkelingen geen extra risico op schade en slachtoffers te ontstaan. Om dit doel te realiseren, wordt er van overheden verwacht dat zij bij regionale en lokale afwegingen de klimaatbestendigheid en waterrobuustheid in acht nemen. Hierbij wordt de methode 'weten, willen, werken' gehanteerd. Ten eerste is het, gezien de verschillen tussen gebieden, van belang om te weten welke uitdagingen in een specifiek gebied spelen. Dit wordt inzichtelijk door deze uitdagingen in kaart te brengen, zodat ongewenste effecten op een effectieve manier kunnen worden aangepakt. Ten tweede moeten overheden beslissen welke ambities zij willen bereiken. Ten derde moeten overheden deze ambities invullen met maatregelen, oftewel werken. Ter uitvoering van de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie heft het Rijk het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie vastgesteld. Het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie is een nationaal plan met als doel het proces van ruimtelijke adaptatie te versnellen en minder vrijblijvend te maken. Aan de hand van de in het plan vastgelegde acties en doelen kan het hoofddoel worden bereikt. De aanpak is gericht op de vier thema's van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie: wateroverlast, droogte, hitte en de gevolgbeperking van overstromingen. Wateroverlast Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast toe. Indien burgers en bedrijven hierdoor schade ondervinden, kunnen zij het waterschap of de gemeente niet aansprakelijk stellen. Burgers en bedrijven hebben een eigen verantwoordelijkheid, maar vaak zijn zij zich onvoldoende bewust van het risico van wateroverlast en van de te treffen maatregelen. Overheden werken al geruime tijd aan het voorkomen en beperken van wateroverlast. Onder het motto van 'vasthouden, bergen, afvoeren' hebben gemeenten de riolering ruimer gemaakt, regenwateraansluitingen afgekoppeld en meer ruimte voor water gemaakt in openbaar groen (wadi's) en op straten (verlaagde straatprofielen). Wateroverlast kan veroorzaakt worden door zowel langdurige neerslag, als kortdurende, hevige neerslag. De mate van overlast is, onder andere, afhankelijk van de plaats waar de neerslag valt. Zo is kortdurende, hevige neerslag met name een probleem voor dichtbebouwde en verharde stedelijke gebieden. De neerslag moet grotendeels via de riolering en openbare weg wegstromen, maar het riool is niet geschikt voor het afvoeren van zo veel water in een korte tijd. In plaats van een uitbreiding van de riolering, is het aanleggen van waterberging op daken en in tuinen, straten en parken een kostteneffectieve aanpak. In landelijk gebied is vooral langdurige neerslag problematisch. Door landbouwgronden te laten vernatten, uit productie te nemen of om te vormen in waterbergingsgebieden wordt de overlast beperkt. Inhoud in discussie Beleid» Waterbeleid» Rijk» Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie Pagina 23/38

24 Hittestress en droogte Hittestress kan, volgens het KNMI, op korte termijn grote gevolgen voor mensen met zich mee brengen, maar toch blijkt dat de noodzaak tot het voorkomen van hittestress tot dusver onvoldoende wordt erkend. De gevolgen voor kwetsbare mensen zijn onder andere: meer arbeidsuitval, toename van ziektes en vervroegde sterfte. Hitte in de stad neemt sterk toe bij droogte, daarom is het noodzakelijk om deze in samenhang aan te pakken. Bij droogte verdampen bomen en planten in de stad de helft minder in vergelijking tot normale omstandigheden. Vermindering van het aandeel ondoorlatende verharding, afkoppelen van de regenafvoer van daken en uitbreiding van oppervlaktewater zijn de meeste effectieve maatregelen tegen verdroging. Gevolgbeperking overstromingen Ook met betrekking tot overstromingen voelen veel partijen de urgentie tot het treffen van maatregelen niet. De reden hiervoor is dat de kans op een overstroming klein is en partijen zichzelf niet beschouwen als eigenaar van het probleem. De effectiviteit van aanpassingen om de gevolgen van een overstroming te beperken is afhankelijk van de kenmerken van het gebied. Aan de hand van stresstesten kan in beeld worden gebracht wat de consequenties voor een gebied zijn als een waterkering faalt. Gezien het feit dat de gevolgen locatie-afhankelijk zijn, kunnen doelen voor gevolgenbeperking van overstromingen het best op lokaal of regionaal niveau vastgesteld worden. Bekijk het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. Inhoud in discussie Beleid» Waterbeleid» Rijk» Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie Pagina 24/38

25 Stresstest In het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie is afgesproken dat heel Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig ingericht moet zijn. Als een eerste stap dienen alle overheden uiterlijk in 2019 een stresstest te hebben uitgevoerd voor de vier klimaatthema s wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen. In een stresstest worden de potentiële kwetsbaarheden voor deze klimaatthema s binnen een gebied geïdentificeerd. De test bestaat in de kern uit het verzamelen en creëren van informatie die beschrijft welke effecten klimaatverandering (de stress die op het systeem wordt gezet) in de toekomst kan hebben, en uit het combineren van deze informatie met verzamelde gegevens over de gevoeligheid van objecten en functies voor deze effecten. Er wordt onderzocht waar, wanneer, welke knelpunten hierdoor kunnen ontstaan, onder verschillende mogelijke klimaatontwikkelingen. De stresstest gaat over zowel het stedelijk als landelijk gebied en heeft specifieke aandacht voor vitale en kwetsbare functies. In het Deltaplan is afgesproken dat de stresstest iedere 6 jaar wordt herhaald om het beeld van de kwetsbaarheid te actualiseren. Daarnaast is afgesproken dat overheden de resultaten van de stresstesten openbaar maken, zodat ook burgers en bedrijven inzicht hebben in de kwetsbaarheid van hun gebied. Meer informatie over de stresstest is te vinden op het Kennisportaal ruimtelijke adaptatie. Inhoud in discussie Beleid» Waterbeleid» Rijk» Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie» Stresstest Pagina 25/38

26 1.3.3 Provincie Regionaal waterplan In het regionale waterplan staan de hoofdlijnen van het in de provincie te voeren waterbeleid. Het is een strategisch plan. De provincie moet hierin de volgende onderdelen opnemen: Functies van de verschillende waterlichamen: aan welke maatschappelijke functies levert het betreffende oppervlaktewater een bijdrage? Voorbeelden van functies zijn: scheepvaart, landbouw, recreatiewater, zwemwater en viswater. Gewenste ontwikkelingen. Het plan kan bijvoorbeeld aangeven dat in verband met Europese regelgeving minder grondwater onttrokken moet worden. Werking en bescherming van de regionale waterhuishoudkundige systemen en de termijnen die de provincie daarbij nastreeft. Overige maatregelen. De financiële en economische gevolgen van het beleid. Het te voeren grondwaterbeheer en de financiële middelen die daarvoor nodig zijn. In het regionale waterplan staan in de eerste plaats maatregelen die de provincie zelf neemt om aan de doelstellingen (voor oppervlaktewaterlichamen, grondwaterlichamen en beschermde gebieden) te kunnen voldoen. Naar overige relevante maatregelen (van andere overheden dan de provincie, zoals Rijk, waterschappen of gemeenten) moet het plan verwijzen. Vaak wordt naar de zogeheten KRW-factsheets per waterlichaam verwezen. Daardoor is er een overzicht van alle te nemen maatregelen om de doelstellingen voor regionale wateren te halen. Net als het nationale waterplan (NWP) heeft het regionale waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Waar de provincie concreet ruimte reserveert voor bijvoorbeeld waterberging, bindt dit de provincie direct voor het ruimtelijkeordeningsbeleid. Niet onbelangrijk, omdat gemeenten bij het opstellen en wijzigen van bestemmingsplannen en structuurvisies rekening moeten houden met de structuurvisies van de hogere overheidsorganen. Ontheffingenbeleid buitengebied Het regionale waterplan vormt ook het kader voor het ontheffingenbeleid buitengebied. In het Bestuursakkoord Water 2011 is afgesproken dat provinciale ontheffing op de afvalwaterzorgplicht in het buitengebied komt te vervallen. Deze aangekondigde wetswijziging wordt meegenomen in de Omgevingswet, die naar verwachting in Beleid» Waterbeleid» Provincie Pagina 26/38

27 2021 in werking treedt. Als het zover komt, is geen ontheffingenbeleid meer nodig. Maar zolang de wettelijke bepaling bestaat, moet de provincie een ontheffingsverzoek in behandeling nemen en hierop een besluit nemen. Het is van belang om hierover in overleg te gaan met de provincie, temeer omdat provincies hier nu op verschillende manieren mee omgaan. In de nabije toekomst heeft de provincie op dit beleidsonderdeel waarschijnlijk dus nog nauwelijks betrokkenheid. Uiteraard blijft zij wel betrokken bij het rioleringsbeleid en (daarmee samenhangend) het waterkwaliteitsbeleid. De provincie moet immers het interbestuurlijke toezicht op gemeenten (en waterschappen) vervullen. Dus als de specifieke rol van de provincie bij het gemeentelijke rioleringsbeleid (de ontheffingsbevoegdheid) vervalt, kan zij via het algemene interbestuurlijke toezicht toch bemoeienis blijven houden en zo nodig een toetsende rol blijven vervullen. De provincie bepaalt zelf of zij haar toetsende rol op de riolering wil behouden, dit is een beleidskeuze. Normering regionale wateroverlast Voor het waterkwantiteitsbeheer van de waterschappen zijn met name de normen voor de bergings- en afvoercapaciteit van regionale wateren van belang. Deze zogeheten NBW-normen (de normering is voor het eerst afgesproken in het Nationaal Bestuursakkoord Water uit 2003) zijn opgenomen in de provinciale waterverordening of omgevingsverordening. Samen met de toekenning van bestemmingen in het bestemmingsplan zijn de NBW-normen leidend voor het vaststellen van peilbesluiten. De NBW-normen geven per type gebied de gemiddelde toelaatbare overstromingskans aan. Voor de bebouwde kom is de normering streng (1/100 jaar) en voor graslanden buiten de bebouwde kom ruimer (1/10 jaar). De NBW-normen zijn een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. Het waterschap kan echter wel worden aangesproken als het te weinig inspanningen levert om de normen te halen. Burgers en bedrijven hebben dan een grotere kans dat een rechtszaak over onrechtmatig handelen van het waterschap slaagt. Tot op zekere hoogte moet wateroverlast overigens geaccepteerd worden. Er kan niet van het waterschap worden verwacht dat het alle piekbuien kan opvangen in het regionale watersysteem. Beleid» Waterbeleid» Provincie Pagina 27/38

28 1.3.4 Waterschap Waterbeheerplan De Waterwet verplicht waterschappen als beheerder van de regionale wateren (andere wateren dan de rijkswateren) een waterbeheerplan op te stellen voor hun beheergebied. Hierin concretiseert het waterschap het provinciale waterbeleid. Dit operationele plan maakt concreet waar de strategische plannen van Rijk en provincies ophouden. Het plan geeft aan hoe het waterschap in de planperiode werkt aan de waterkeringstaak, veiligheid en kwaliteit. Ook is er aandacht voor de relaties van waterbeheer met andere beleidssporen. In het waterbeheerplan beschrijft het waterschap onder andere hoe het zijn zorgplicht voor de zuivering van stedelijk afvalwater (art. 3.4 Waterwet (Wtw)) concreet invult. Waterschappen beheren de zuiveringsinstallaties voor stedelijk afvalwater (rwzi s), maar zij kunnen de feitelijke exploitatie van de rwzi uitbesteden aan een andere rechtspersoon. Verder kunnen waterschap en gemeente (volgens artikel 3.4, lid 2 Wtw) onderling overeenkomen dat de gemeente het beheer van een rwzi voor haar rekening neemt. Dit moet dan wel aantoonbaar doelmatiger zijn voor de zuivering van stedelijk afvalwater. Daarnaast staan in het waterbeheerplan de maatregelen om de gestelde beleidsdoelen te halen. Het plan moet de maatregelen per oppervlaktewaterlichaam benoemen en concreet omschrijven. Maatregelen kunnen ook subsidieregelingen of communicatietrajecten zijn, bijvoorbeeld voor het afkoppelen van verhard oppervlak. Het waterschap is verder partij bij afvalwaterakkoorden (zie Samenwerking in stedelijk (afval)waterbeheer ) en wordt betrokken bij het opstellen van het GRP. In het watertoetsproces levert het waterschap vanuit zijn waterstaatkundige taak een bijdrage om de waterbelangen te borgen in het ruimtelijkeordeningsspoor. Beleid» Waterbeleid» Waterschap Pagina 28/38

29 1.4 Ruimtelijk ordeningsbeleid Het ruimtelijke beleid wordt op drie niveaus gemaakt: het Rijk ; de provincie ; de gemeente. Waterschappen maken op grond van de Wet ruimtelijke ordening geen zelfstandig ruimtelijk beleid. Ze worden wel betrokken bij ruimtelijke plannen en structuurvisies via de watertoets. Beleid» Ruimtelijk ordeningsbeleid Pagina 29/38

30 1.4.1 Rijk Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) moeten Rijk, provincies en gemeenten structuurvisies opstellen. De structuurvisie is een strategisch beleidsdocument over de ruimtelijke ontwikkelingen in een bepaald gebied. Voor de rioleringssector is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte het meest relevant. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) heeft als motto "Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig". Het aspect leefbaarheid bevat ruimtelijk beleid voor milieu en water. Voor een goede milieukwaliteit moet de kwaliteit van bodem, water en lucht minimaal voldoen aan de (internationaal) geldende normen. De gezondheid van burgers moet worden beschermd tegen negatieve milieueffecten. Het uitgangspunt is een gelijk beschermingsniveau voor het hele land, maar maatwerk is mogelijk. Het Rijk streeft er naar de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren door aanpak aan de bron. Om toekomstige kosten en maatschappelijke schade te voorkomen, moeten bij ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen de milieueffecten worden afgewogen. Het Rijk is verantwoordelijk voor het integrale beheer van het hoofdwatersysteem en, samen met de waterschappen, verantwoordelijk voor de bescherming van Nederland tegen overstromingen. Het is volgens de SVIR belangrijk dat bij ruimtelijke plannen (waaronder stedelijke (her)ontwikkeling) rekening wordt gehouden met waterhuishoudkundige eisen op korte en lange termijn. Omdat het watersysteem deel uitmaakt van vier internationale stroomgebieden (Rijn, Maas, Eems, Schelde) is het noodzakelijk om op nationale en internationale schaal kaders en normen te stellen en beheer te voeren, zowel als het gaat om waterkwaliteit als om waterkwantiteit. Zo wordt voorkomen dat vervuiling of piekbelasting in een stroomgebied een probleem vormt in een boven- of benedenstrooms gebied. Het hoofdwatersysteem, afgezien van de zoute en brakke wateren, heeft een belangrijke functie voor de zoetwatervoorziening in Nederland. Bij watertekorten of dreigende watertekorten kan het Rijk de Nationale Verdringingsreeks in werking laten treden. Die verdringingsreeks is opgenomen in artikel 2.1 van het Waterbesluit en bepaalt de volgorde van belangen die bij de verdeling van het beschikbare water wordt gehanteerd. Het beheer van het watersysteem is gericht op het meebewegen met natuurlijke processen waar het kan en het bieden van weerstand waar het moet. Naast preventie als primaire pijler bij de bescherming tegen overstromingen, is het waterveiligheidsbeleid ook gericht op het beperken van de gevolgen van een overstroming door keuzes in de ruimtelijke planning en het op orde krijgen en houden van de rampenbeheersing (meerlaagse veiligheid). In het Deltaprogramma (zie Deltaprogramma) werken de gezamenlijke overheden onder regie van de Deltacommissaris Inhoud in discussie Beleid» Ruimtelijk ordeningsbeleid» Rijk Pagina 30/38

Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen. Inhoud

Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen. Inhoud Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Wat is veranderd? 5 1.3 Opstellers en begeleidingscommissie 5 1.4 Leeswijzer 6 2 Rioleringszorg in haar beleidscontext

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische

Nadere informatie

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen B i j l a g e 2 : G e l d e n d w a t e r b e l e i d Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen Inhoudsopgave Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen 1 Inhoudsopgave 1 1 Europees Waterbeleid

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren Water in Tiel Waterbeleid Tiel en Waterschap Rivierenland Water en Nederland zijn onafscheidelijk. Eigenlijk geldt hetzelfde voor water en Tiel, met de ligging langs de Waal, het Amsterdam Rijnkanaal en

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie

Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Een goede kwaliteit van de leefomgeving is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma

Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en gezamenlijk investeringsprogramma Gert Dekker Inhoudsopgave Omgevingswet in vogelvlucht Consequenties stedelijk waterbeheer Hoe anticiperen in organisatie en

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw.

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Nummer Onderwerp : B-3.01.2008 : Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Korte inhoud : Voorgesteld wordt: 1. In te stemmen met de verwoorde

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Antwoorden bij de casus wateroverlast

Antwoorden bij de casus wateroverlast Antwoorden bij de casus wateroverlast Antwoorden bij vraag 1: Nee, om het lokale probleem (6 bedrijven die lozen) op te lossen hoeft gemeente A niet iets op te nemen in haar omgevingsvisie. Door aanpassing

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM-079-01 Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 18 oktober

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Raadsvoorstel nr. : 2002/168 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 19 november 2002 Agendapunt : 5 Steenwijk, 5 november 2002. Onderwerp: Het opheffen van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater.

Nadere informatie

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) ogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) : BA7950-100-100 : Bedrijventerrein Wapenveld Noord : Watertoetsnotitie

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems

De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems De Waterwet en waterbodems De Waterwet en waterbodems Waterbodembeheer Waterbodembeheer onderdeel onderdeel watersysteembeheer watersysteembeheer Een nieuwe, integrale Een nieuwe, integrale Waterwet Waterwet

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Gemeente Nederweert Projectnummer : NDW-041-01 Projectomschrijving : Carpoolplaats Nederweert Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 13 juli

Nadere informatie

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure) datum 14-9-2015 dossiercode 20150914-63-11571 Samenvatting watertoets (korte procedure) In dit document vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens op de website www.dewatertoets.nl. De toets

Nadere informatie

Veiligheid primaire waterkeringen,

Veiligheid primaire waterkeringen, Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met de Verlengde derde toetsing

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL

ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL ONDERZOEK DUURZAME WATERHUISHOUDING DE BOSRUITER SPRUNDEL Inleiding Sinds 1 november 2003 is het wettelijk verplicht, in het kader van het Besluit Ruimtelijke Ordening, een watertoets te verrichten. In

Nadere informatie

Regionale samenwerking en de Omgevingswet. Gert Dekker (VNG)

Regionale samenwerking en de Omgevingswet. Gert Dekker (VNG) Regionale samenwerking en de Omgevingswet Gert Dekker (VNG) Bestuursakkoord Water (2011-2020) We zijn halverwege De rol van het GRP in de regionale samenwerking Ø Vastleggen zorgplichten Ø Planmatige uitvoering

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen. NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Dibema Montfort B.V. Projectnummer : RDL-007-01 Projectomschrijving : Wonen Aan de Kasteeltuinen Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens: UITGANGSPUNTEN NOTITIE Plan: Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: 8 woningen Holtenweg Vries Oppervlakte plangebied: 2185 m2 Toename verharding in plangebied: 400 m2 Kaartlagen geraakt: Ja Aanvrager

Nadere informatie

datum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build

datum dossiercode Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build datum 15-12-2014 dossiercode 20141215-12-10114 Project: Wijzigingsplan Snevert 1a Gemeente: Schagen Aanvrager: Jaap Swan Organisatie: Swan Art & Build Geachte heer/mevrouw Jaap Swan, Voor het plan Wijzigingsplan

Nadere informatie

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland,

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland, ^ PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2011/09 Nummer 1120019 Beleidsregel ontheffing gemeentelijke zorgplicht stedelijk afvalwater 2011 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 136

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

NOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015

NOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015 NOTITIE WATER Project Plaats Sliedrecht Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015 Aanleiding Het voornemen is om op een braakliggend

Nadere informatie

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf datum 2-3-2017 dossiercode 20170302-4-14760 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Programma Water en klimaatveranderingen

Programma Water en klimaatveranderingen Programma Water en klimaatveranderingen Ger Renkens / Luuk Postmes 7 juni 2016 Doel Beschermen van de volksgezondheid en het milieu en het leveren van een bijdrage aan het in stand houden en verbeteren

Nadere informatie

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017

Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Het verbeteren van de waterkwaliteit; de rol van de landbouw Netwerkdag IKN Jan Broos, Adviesbureau Broos Water BV 20 april 2017 Broos Water BV Als praktijkgericht kennis- en adviesbureau werken wij aan

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

Toelichting Watertoets

Toelichting Watertoets Toelichting Watertoets Zorgboerderij Schoolstraat te Dongen projectnr. 203471 revisie 00 21 januari 2010 Opdrachtgever Vieya T.a.v. de heer J.W. Revet Postbus 134 5100 AC Dongen datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Lozingen. Dag 2 9.00-10.00 uur. 60 min

Lozingen. Dag 2 9.00-10.00 uur. 60 min Lozingen Dag 2 9.00-10.00 uur 1 60 min Leerdoelen lozingen Nieuwe structuur lozingsregels Lozingen wel en niet in besluit Diverse soorten lozingen verspreid over hele besluit Relatie zorgplicht en lozingen

Nadere informatie

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade. Doelen Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. 2. Geen (onaanvaardbare) economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast. Bescherm volksgezondheid Beperk overlast

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets

Code: Datum: Samenvatting van de watertoets Code: 20120223-5-4281 Datum: 2012-02-23 Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG T 070-456 00 00 F 070-456 11 11 Datum 4 september 2018 Onderwerp

Nadere informatie

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de normale procedure.

U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de normale procedure. datum 31-3-2014 dossiercode 20140331-63-8729 Geachte heer/mevrouw Jeroen Overbeek, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de normale

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein NOTITIE Onderwerp Waterparagraaf Project voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein Opdrachtgever Mitros Projectcode NGN155-1 Status Definitief Datum 4 mei 2016 Referentie NGN155-1/16-008.001 Auteur(s)

Nadere informatie

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. Landelijk beleid en ontwikkelingen Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Nadere informatie

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem CTF Amsterdam bv Prinsengracht 436 in Amsterdam Datum 21 april 2017 Casecode W-17.00767 Kenmerk 17.070654 Watervergunning het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem Uw kenmerk / projectcode:

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De

Nadere informatie

De Waterwet in het kort De Waterwet. in het kort

De Waterwet in het kort De Waterwet. in het kort De Waterwet in het kort De Waterwet in het kort Waarom een nieuwe Waarom een nieuwe Waterwet? Waterwet? Klimaatverandering Nederland is een waterland. Dat een groot deel van ons land onder de zeespiegel

Nadere informatie

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE Aanleiding Bij de tot standkoming van de eerste stroomgebiedbeheerplannen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW)

Nadere informatie

Juist (nu) aansluiten

Juist (nu) aansluiten Samenvatting aanpak project Juist (nu) aansluiten Opsteller: M.J.M. Wansink Status: definitief Projectfase: initiatie Datum: 9-3-2011 Versie: 0.2 Kopie: Opdrachtgever Projectteam Projectdossier (origineel)

Nadere informatie

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water WATERPARAGRAAF Onderwerp: Rentray Rekken Apeldoorn, Projectnummer: 2 november 2009 C01031.200803 Opgesteld door: M.J.C. Kerkhof Jonkman Gecontroleerd door: M. Swenne ARCADIS NEDERLAND BV Het Rietveld 59a

Nadere informatie

Bijlage 7. Wetgeving en Beleid

Bijlage 7. Wetgeving en Beleid Bijlage 7. Wetgeving en Beleid Wet milieubeheer Aanpassingen op grond van Wet gemeentelijke watertaken (Artikel III) Artikel 1.1 Eerste lid wordt als volgt gewijzigd: de begrippen huishoudelijk afvalwater

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3

BESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3 BESTUURS AKKOORD KLIMAAT ADAPTATIE 20 november 2018 Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3 7 ambities voor een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland Kwetsbaarheid in beeld brengen Uitvoeringsagenda

Nadere informatie

Waterparagraaf Bestemmingsplan Cruquiusgebied fase 1 te Amsterdam Oost

Waterparagraaf Bestemmingsplan Cruquiusgebied fase 1 te Amsterdam Oost Waterparagraaf Bestemmingsplan Cruquiusgebied fase 1 te Amsterdam Oost Algemeen Voor de ontwikkeling van het Cruquiusgebied fase 1 op een van de schiereilanden in het oostelijk havengebied te Amsterdam

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets

BIJLAGE 2. Resultaten watertoets BIJLAGE 2 Resultaten watertoets Watertoets Ter voorbereiding van het actualiseringstraject van de bestemmingsplannen is een Plantoets Omgevingsaspecten 8) uitgevoerd. In het kader van deze plantoets heeft

Nadere informatie

1 Waterparagraaf bij het bestemmingsplan De Ark. 1.1 Inleiding tot de waterparagraaf. 1.2 Beleidskader

1 Waterparagraaf bij het bestemmingsplan De Ark. 1.1 Inleiding tot de waterparagraaf. 1.2 Beleidskader 1 Waterparagraaf bij het bestemmingsplan De Ark 1.1 Inleiding tot de waterparagraaf In de waterparagraaf wordt beschreven hoe het huidige waterhuishoudkundig systeem van De Ark is ingericht, welke fysieke

Nadere informatie

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem Memo DM 1013497 Aan: Marktpartijen uitwerking plannen het Burgje, gemeente Bunnik Van: Beke Romp, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 13 januari 2016 Onderwerp: Notitie gebiedskenmerken (waterthema

Nadere informatie

SONENBREUGEL GEMEENTE

SONENBREUGEL GEMEENTE GEMEENTE SONENBREUGEL De raad der gemeente van de gemeente Son en Breugel. Overwegende, dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater

Nadere informatie

De waterbodems in de Waterwet

De waterbodems in de Waterwet De waterbodems in de Waterwet Platform Toezicht Bodembeheer Ede, 13 oktober 2009 Peter de Putter Sterk Consulting, projectleider Invoering Waterwet i.o.v. V&W/DGW Inhoud presentatie 1. Ontwikkelingen en

Nadere informatie

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging Stedelijke wateropgave (van traditionele rioolvervanging i naar duurzame leefomgeving) Landelijke bijeenkomst waterambassadeurs 21-09-2010 Inhoud: Wettelijk kader en doelen Stand van zaken invulling sted.

Nadere informatie

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Algemene regels en maatwerkbeschikking voor de lozingssituatie van: VOF Hoekstra Lozingsadres: Lisdoddeweg 61 Lelystad Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures Postbus

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland

datum dossiercode STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland datum 14-9-2018 dossiercode 20180913-34-18746 STANDAARD WATERPARAGRAAF Plan: Legalisatie damwanden Garmpoleiland Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: Legalisatie damwanden Garmpoleiland Oppervlakte

Nadere informatie

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee datum 16-5-2013 dossiercode 20130516-34-6989 Tekenen: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Winsum Vragen: 1) Gaat het om een

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

Uitleg deze workshop. Succes! Geschiedenis

Uitleg deze workshop. Succes! Geschiedenis Uitleg deze workshop. Wetgeving wordt vaak als droge kost ervaren. Erg moeilijk door te lezen en soms vrij onbegrijpelijk. Toch hebben we in de procesindustrie ook met wetgeving te maken. In deze workshop

Nadere informatie

Rapportage sanering lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied

Rapportage sanering lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied Rapportage sanering lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Ministerie van Verkeer en Waterstaat Maart 2006 Inleiding

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks

Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid Waterveiligheid buitendijks In ons land wonen ruim 100.000 mensen buitendijks langs de rivieren, de grote meren en de kust. Zij wonen aan de waterzijde

Nadere informatie

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de KRW De Europese Kaderrichtlijn water Een grote kans voor de verbetering van de waterkwaliteit en daarmee ook voor de drinkwatervoorziening. Water nu en... Vereniging van Waterbedrijven in Nederand KRW

Nadere informatie

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring

Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering Intentieverklaring Deltawet (2011) Deltaprogramma met deelprogramma s Deltafonds Een pot geld Deltacommissaris Wim Kuijken Deltabeslissingen Deltaprogramma

Nadere informatie

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid

Project ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid Project ZON Hoofdvraag huidige droogte situatie (2010) gevolgen van de klimaatverandering (2050) zinvolle maatregelen Uitvoering gebied Regio-Oost aansturing vanuit RBO projectgroep Regionale afstemming

Nadere informatie

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de korte

Nadere informatie

Bijlage VI. Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water

Bijlage VI. Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water Bijlage VI Handreiking uitwerking kostenveroorzakingsbeginsel ex Nationaal Bestuursakkoord water 1 Inleiding In het Nationaal Bestuursakkoord Water (medio 2003) zijn de volgende afspraken overeengekomen

Nadere informatie

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure) Notitie Contactpersoon Paul Lammers Datum 10 maart 2016 Kenmerk N002-1233768PTL-evp-V01-NL Watertoets Paleis t Loo Inleiding Eén van de milieuthema s die in het bestemmingsplan voor Paleis t Loo en het

Nadere informatie

UITVOERINGSPLAN AANSLUITEN NIET-GERIOLEERDE PANDEN

UITVOERINGSPLAN AANSLUITEN NIET-GERIOLEERDE PANDEN Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSB/2004.1478 RIS124451_03-FEB-2005 UITVOERINGSPLAN AANSLUITEN NIET-GERIOLEERDE PANDEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Besluit: I. in te stemmen met de invoering

Nadere informatie

Toelichting watertoets

Toelichting watertoets Toelichting watertoets MAB Bekkerveld te Heerlen projectnr. 233035 revisie 01 22 november 2010 Opdrachtgever Croonen Adviseurs Postbus 435 5240 AK Rosmalen datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017. Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl

Nadere informatie

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015 tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015 Voorstellen multifunctionele landbouw functieverandering landschappelijke inpassing gebiedsontwikkeling

Nadere informatie

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6

Nadere informatie

Op figuur 1 is een op een luchtfoto de globale ligging van het plangebied weergegeven.

Op figuur 1 is een op een luchtfoto de globale ligging van het plangebied weergegeven. Memo nummer Water-01 datum 23 mei 2014 aan Gemeente Zundert van Arjan van Beek Antea Group kopie Mike Fransen Antea Group project Klein Zundertseweg 1N te Zundert projectnummer 265546 betreft Waterparagraaf

Nadere informatie

Rapportage watertoets

Rapportage watertoets BIJLAGE 1 Rapportage watertoets Waterparagraaf Herinvulling locatie aan de Wjitteringswei te Aldeboarn projectnr. 176812 revisie D0 augustus 2008 Opdrachtgever Dr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX Tijnje

Nadere informatie

Watervergunning Z43841/O82403

Watervergunning Z43841/O82403 Watervergunning Z43841/O82403 Aanvraag Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel heeft op 24 februari 2017 een aanvraag ontvangen van Ruimte voor Ruimte CV, Magistratenlaan 138, 5223MB te 's-hertogenbosch.

Nadere informatie

Verordening hemelwater en grondwater s-hertogenbosch 2017

Verordening hemelwater en grondwater s-hertogenbosch 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente 's-hertogenbosch Nr. 229214 22 december 2017 Verordening hemelwater en grondwater s-hertogenbosch 2017 De gemeenteraad van s-hertogenbosch heeft op 31 januari

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie