Scoresleutels en beoordelingsmodellen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Scoresleutels en beoordelingsmodellen"

Transcriptie

1 Scoresleutels en beoordelingsmodellen VERSIE

2 L U I S T E R T O E T S E N. Klas Violeta 3 André Rosa 4 Gor 2 Mohammed 6 5 Anna 7 Indira OPGELET! - nummer scoor je niet ( = om te oefenen). JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als de nummers op de personen zelf staan. - als de juiste namen in plaats van nummers bij de personen staan. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als er 2 nummers bij een persoon staan, ook al is één van de nummers juist. score score per juist antwoord: score per fout antwoord: MAXIMUMSCORE 6 sleutel versie

3 3. Handen score juist fout. DUIM 2. WIJSVINGER 3. BESCHERMEN ZENUWEN / STEUN AAN VINGERS JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als er spelfouten instaan of als de zinsbouw niet correct is. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - 'om te beschermen jou sien (=zenuwen)' - 'zonder nagels zou jou vinger zeer minder sterk zijn' - 'want zonder nagels kan je minder sterk' - 'nagels is steuntje' - 'om de vingertop te beschermen' - 'het zit daar want zonder nagels zijn de vingers heel zwak' 4. 3 OPGELET! - De pijl waarbij geen nummer staat, scoor je niet. 3. LOTSLIJN - Elk juist nummer levert punt op met een maximum van 3 punten. 2. HARTLIJN. HOOFDLIJN JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als de juiste namen in plaats van nummers bij de lijnen staan. 5. TEKENING 2 JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als een leerling bij meer dan tekening een kruisje zet. MAXIMUMSCORE 7 2 sleutel versie

4 5. Lessenrooster Wanneer Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag AAR () GES (2) BIO (6) WIS (8) NED FRA NED WIS (8) WIS WIS (4) ENG BIO COM (5) ENG (7) BIO FRA MUZ (3) COM (5) NED SPO/TEK () MUZ (3) (ENG) oefenopdracht SPO (9) SPO (9) OPGELET! - Om juist te antwoorden moeten de leerlingen soms (bij opdracht 3, 5, 8 en 9) iets invullen op 2 of 4 plaatsen in het rooster. De leerlingen moeten op al die plaatsen het juiste vak invullen om punt te krijgen. Vullen ze slechts op plaats iets in, dan reken je het antwoord fout. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als een leerling het woord voluit schrijft of een andere afkorting gebruikt (zolang de afkorting er duidelijk één is van het bedoelde vak). Bijvoorbeeld: - computer in plaats van COM - M.O. in plaats van MUZ - als er spelfouten instaan. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als een leerling 2 vakken opschrijft in antwoordvakje. Behalve bij opdracht! - als de leerling een antwoordvakje invult dat leeg moet blijven. Bijvoorbeeld: een leerling schrijft bij opdracht 7 ENG op de juiste plaats, maar ook in het antwoordvakje erboven. In dat geval reken je opdracht 7 fout. score per juist antwoord: score per fout antwoord: MAXIMUMSCORE 3 sleutel versie score

5 L E E S T O E T S E N score 2. Verzorgers juist fout. DIMITRI 2. KARIM 3. JUDITH 4. MARCEL 5. GIRAF-OLIFANT / JUDITH-ROBERTO 2 6. NEDERLAND-DUITSLAND / ROBERTO-DIMITRI / OLIFANTEN-KOALA'S 2 7. ERIK-KARIM / een omschrijving als 'reptielverzorger'- een omschrijving als 'verzorger bij de roofvogels' 2 OPGELET! - bij vraag 5-7: elke juiste persoonsnaam, dierennaam, naam van een land... levert punt op met een maximum van 2 punten per vraag. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - bij vraag 5-7: - als een leerling bij het antwoorden nu eens een persoonsnaam geeft en dan weer een dierennaam of een land. Bijvoorbeeld bij vraag 5: 'giraf en Roberto' - als een leerling behalve de bovenstaande antwoorden (persoonsnamen, dieren, landen,...) overbodige woorden of delen van een zin opschrijft. Bijvoorbeeld bij vraag 5: 'Roberto werkt 8 jaar in een circus. Hij heeft daar veel geleerd.' (reken je juist omdat de naam Roberto erin staat) - als er spelfouten instaan of de zinsbouw niet correct is. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - bij vraag - 4: als een leerling meer dan naam per vraag opschrijft. - bij vraag 5-7: als een leerling meer dan 3 dieren, namen of landen opschrijft per vraag (want als een leerling er 3 opschrijft, waarvan 2 correct, dan kan je er wel vanuit gaan dat hij de tekst globaal begrepen heeft en reken je het antwoord juist. Geeft hij er meer dan 3, dan is de kans groter dat hij maar wat gokt. In dat geval reken je het antwoord fout). MAXIMUMSCORE 4 sleutel versie

6 7. Hoe communiceren dieren? goed score. GEUREN / TRILLINGEN / LICHT 3 OPGELET! - Elk juist antwoord levert punt op met een maximum van 3 punten. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als een leerling behalve de bovenstaande antwoorden overbodige woorden of delen van een zin opschrijft. - als een leerling een concreet voorbeeld uit de tekst geeft van de drie manieren die hierboven vermeld staan. Bijvoorbeeld: 'olifanten stampen' als voorbeeld van trilling of 'de kat brengt met speeksel een geursignaal op het been van haar baasje aan' als voorbeeld van geuren. BIJ VRAAG, 2, 4 EN 6 REKEN JE HET ANTWOORD OOK JUIST... - als er spelfouten instaan of de zinsbouw niet correct is. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als het inhoudelijk juist is, maar niet in de tekst staat: Bijvoorbeeld: 'geluid' 2. ANTWOORD DRIE: om te tonen waar er voedsel ligt. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als een leerling bij meer dan antwoord een kruisje zet. 3. OMDAT DIEREN SOMS OP EEN ANDERE MANIER COMMUNICEREN DAN MENSEN VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - 'Dieren communiceren in dierentaal.' - 'Het is voor ons niet altijd duidelijk wat dieren bedoelen.' - 'Omdat dieren in dierentaal spreken en mensen in mensentaal.' - 'Omdat mensen geen dierentaal kunnen.' 4. 'AFBLIJVEN! DEZE MENS IS VAN MIJ.' 'DIT IS MIJN BAASJE.' VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - Dat doet ze niet om te tonen dat ze hem aardig vindt. - Ze brengt eigenlijk een geursignaal op zijn been aan. 5. TEKENING JE REKENT HET ANTWOORD FOUT: - als een leerling bij meer dan tekening een kruisje zet. fout 6. DOOR VEEL NAAR DIEREN TE KIJKEN VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - 'Om veel naar dieren te kijken.' - 'Meer naar dieren zien.' - 'Door ze te bestuderen.' MAXIMUMSCORE 8 5 sleutel versie

7 S C H R I J F T O E T S E N Toelichting bij de beoordeling van de schrijftoetsen TASAN Na slechts één jaar onderwijs Nederlands kan je van anderstalige nieuwkomers moeilijk verwachten dat ze over een perfecte schrijfvaardigheid beschikken. Nochtans zullen de leerlingen wel enige schrijfvaardigheid nodig hebben om de lessen in de reguliere klas te kunnen volgen. Wanneer hebben ex-onthaalklassers vooral schrijfvaardigheid nodig? Wat kan je aan het einde van het onthaalonderwijs van anderstalige nieuwkomers verwachten op vlak van schrijfvaardigheid en wat nog niet? Hoe moet je een schrijfproduct van deze leerlingen beoordelen? Waarvoor hebben de ex-onthaalklassers hun schrijfvaardigheid vooral nodig? Tijdens de meeste vakken moeten ze in staat zijn om iets over te schrijven van het bord, om notities te maken of te noteren wat gedicteerd wordt, om vragen te beantwoorden bij een behandelde tekst, om vragen op te lossen over een bepaald lesonderwerp, om toetsen en examens op te lossen. Daarbij zal het vooral belangrijk zijn dat de inhoud van wat ze opschrijven duidelijk is voor henzelf en voor de leerkracht. Schrijven dient dus in de eerste plaats om een inhoudelijke boodschap over te brengen. Dit is ook in essentie de doelstelling van het schrijfvaardigheidsonderwijs: leerlingen moeten op begrijpelijke wijze een boodschap kunnen overbrengen aan een bekend of onbekend persoon. De eindtermen Nederlands voor het basisonderwijs en de eerste graad secundair onderwijs onderstrepen dit eveneens. Wat wordt minimaal van een anderstalige nieuwkomer verwacht op vlak van schrijfvaardigheid? Anderstalige nieuwkomers hebben slechts één jaar onderwijs Nederlands achter de rug. Het is daarom belangrijk de prioriteit van het schrijfvaardigheidsonderwijs niet uit het oog te verliezen: al te vaak wordt eenzijdig aandacht besteed aan vormelijke correctheid bij schrijven, terwijl leerlingen in de eerste plaats moeten leren om een idee, een inhoudelijke boodschap op begrijpelijke wijze te formuleren. Het heeft weinig zin om stil te staan bij vormelijke aspecten van een schrijfproduct wanneer leerlingen zich nog volop moeten concentreren op de inhoud van de boodschap. Je kan van anderstalige nieuwkomers dus moeilijk verwachten dat ze al correct kunnen spellen in het Nederlands en geen vormelijke fouten meer maken. Wat niet wegneemt dat spelling en vorm belangrijk kunnen zijn, zeker als er betekenisverwarring optreedt door spelfouten of doordat een boodschap niet aan een aantal minimale vormelijke eisen voldoet. Wat heeft dit als gevolgen voor de beoordeling van de schrijftoetsen?. Bij de beoordeling van de schrijftoetsen neem je bij voorkeur de houding aan van een 'welwillende lezer'. Dit wil zeggen dat je je als een goede verstaander opstelt, niet verwacht dat alles perfect en correct geformuleerd wordt, maar een zekere mildheid aan de dag legt. Je houdt er met andere woorden rekening mee dat de tekst geschreven is door een leerling die slechts één jaar of minder de tijd heeft gehad om te leren schrijven in een andere taal en vaak zelfs in een ander alfabet. Je probeert dus om globaal de essentie van de boodschap te begrijpen. 6 sleutel versie

8 2. Vorm en inhoud scoor je los van elkaar. Voor vorm kijk je of de leerling rekening houdt met een aantal vormelijke basisregels (Gebruikt de leerling een onderwerp en een persoonsvorm? Bakent hij zijn zinnen af?). Voor inhoud kijk je enkel en alleen naar de inhoud van de boodschap en maak je abstractie van de vorm. Bij het beoordelen van de inhoud probeer je dus over bepaalde vormelijke fouten heen te lezen. 7 sleutel versie

9 4. Misdadiger score VORM De beschrijving moet aan 4 eisen voldoen. Om te scoren, ga je na wat het antwoord is op volgende vragen:. Telt de beschrijving meer dan 3 zinnen en/of regels? 2. Is meer dan 8% van de zinnen begrijpelijk? 3. Bevat meer dan 8% van de zinnen onderwerp en persoonsvorm? 4. Is meer dan 8% van de zinnen afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en/of een hoofdletter aan het begin van een zin en/of leesteken aan het einde van de zin? ( van de 3 manieren volstaat.) Als je op alle vragen JA kan antwoorden, dan krijgt de leerling punt. JE REKENT DE VORM OOK JUIST... - als de informatie die erin staat niet correct is of niet uit de tekening af te leiden valt. - als onderwerp en persoonsvorm niet overeenkomen qua getal. Bijvoorbeeld: 'hij heb geen snor' JE REKENT VOOR VORM... als je op van bovenstaande vragen NEEN moet antwoorden. Foto : Donald Wiggs vroeger Foto 2: Donald Wiggs nu 8 sleutel versie

10 score INHOUD Hieronder vind je een lijstje met de kenmerken waaraan de persoon op foto 2 beantwoordt. Tel hoeveel van deze kenmerken de leerling in zijn beschrijving op een begrijpelijke manier verwoord heeft. Let daarbij enkel op de inhoud en stel jezelf bij de beoordeling op als een welwillende lezer. OPGELET! - Per juist en begrijpelijk kenmerk geef je de leerling punt met een maximum van 5 punten. - Het kenmerk 'hij zit in een rolstoel' scoor je niet mee, omdat het wordt gegeven bij de instructies. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST ALS... - het niet vormelijk correct is, m.a.w. lees over fouten in spelling, woordvolgorde, verbuigingen enzovoort heen en kijk enkel naar de inhoud. JUISTE KENMERKEN - MAGER - KORT, BLOND HAAR - GEEN SNOR - GEEN OORBEL - GEEN BRIL - GEEN TATOUAGE - ZWARTE SCHOENEN - DEFTIGE KLEREN - ZIEK, ZWAK - GEEN HAAR OP ZIJN ARMEN JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als de leerling enkel de persoon op foto beschrijft (Donald vroeger). - als de leerling zowel foto als 2 beschrijft zonder te verduidelijken over wie hij het heeft. - als de uiting onbegrijpelijk is. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - vroeger was hij dik, nu is hij dun/ niet meer dik/ dun/... - kort haar/ haar is geknipt/ zijn haar is grijs/ blond/ wit haar/ weinig haar/ haar niet zwart en lang/... - hij heeft geen snor/ vroeger had Donald een snor. Nu niet/ gein snor/... - hij heeft geen oorbel/ geen ring in oor/ - hij draagt geen bril/ heeft geen brillen/ vroeger hebt een bril, nu niet/... - hij heeft geen tatou/... - hij draagt zwarte schoenen/... - hij ziet eruit zoals een zakenman/ hij draagt hemd en das/ kravat an/... - hij is andicap/ kan niet lopen/ is ziek/ er is accident gebeurd/ niet meer sterk/ stoer/... - hij heeft geen haar op zijn arm/... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - hij heeft tshirt met doodskop/ hij is jong/ hij heeft snor en bril/... - en orbel gen orbel/... - Zijn haar is nu veel gewonlijk/... 5 MAXIMUMSCORE (vorm + inhoud) 6 9 sleutel versie

11 Enkele voorbeelden van schrijftoetsen 'Misdadiger' en hoe je ze scoort. Voor je aan het scoren van de toetsen van je eigen leerlingen begint, raden we je aan de volgende voorbeelden uit te proberen als opwarmer. Op die manier raak je vertrouwd met de beoordelingssleutels voor de schrijftoetsen die je vindt op blz. 9- en kan je ook de grenzen van het aanvaardbare en niet aanvaardbare aftasten. Je kan je eigen manier van scoren vergelijken met de bespreking op blz Tip: doe deze oefening samen met een collega en vergelijk jullie beoordeling. VOORBEELD VOORBEELD 2 sleutel versie

12 VOORBEELD 3 VOORBEELD 4 sleutel versie

13 Bespreking van de scoring van bovenstaande schrijftoetsen vorm inhoud TOTAAL VOORBEELD - De beschrijving telt meer dan 3 regels. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin. 4 begrijpelijke en juiste kenmerken:. Hij heeft blondje haar. 2. Hij heeft zwaarte schoenen. 3. Hij heeft geen bril. 4. Hij heeft een das. De uiting 'Hij heeft witte T-shirt.' is niet helemaal juist (het is eigenlijk een wit hemd') en slaat eigenlijk ook op het kenmerk 'deftige kleren' wat al gescoord werd bij de vierde uiting. score 4 5 VOORBEELD 2 vorm - De beschrijving telt meer dan 3 zinnen. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel. inhoud 4 begrijpelijke en juiste kenmerken:. De haren kort 2. das is zwart en hemd is wit en brik (broek) is wit (= deftige kleren) 3. de sgunen (schoenen) zwart 4. De handen gen har op handen. Bij de volgende uiting 'en orbel gen orbel' beschrijft de leerling beide tekeningen tegelijk, zonder voldoende te verduidelijken op wie de beschrijving slaat. Daarom levert dit geen punt op. score 4 TOTAAL 4 2 sleutel versie

14 vorm inhoud VOORBEELD 3 - De beschrijving telt meer dan 3 regels. - Minder dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm, zelfs al zou je met bijzonder veel goeie wil besluiten dat 'de hift' staat voor 'die heeft'. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel. begrijpelijk kenmerk en juist: wit haar score TOTAAL vorm inhoud VOORBEELD 4 - De beschrijving telt meer dan 3 regels. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het beginnen van een nieuwe regel en het gebruik van een hoofdletter en leestekens. 5 begrijpelijke en juiste kenmerken:. Nu is Donald niet zo stoer als vroeger. 2. Zijn haar heeft ook veranderd: blond en kort. 3. Hij draagt de bril niet meer. 4. Hij draagt de ring niet meer. 5. Maar nu draagt hij een hemd en een das. score 5 TOTAAL 6 3 sleutel versie

15 6. Bloemen kleuren VORM score De beschrijving moet aan 4 eisen voldoen. Om te scoren, ga je na wat het antwoord is op volgende vragen: a. Telt de beschrijving meer dan 5 zinnen en/of regels? b. Is meer dan 8% van de zinnen begrijpelijk? c. Bevat meer dan 8% van de zinnen onderwerp en persoonsvorm of een imperatief? d. Is meer dan 8% van de zinnen afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en/of hoofdletter aan het begin van de zin, en/of een leesteken aan het einde van de zin ( van de 3 manieren volstaat)? Als je op alle vragen JA kan antwoorden, dan krijgt de leerling punt. JE REKENT DE VORM OOK JUIST... - als de informatie die erin staat inhoudelijk niet klopt of niet uit de tekening af te leiden valt. Bijvoorbeeld: 'Bovenste van deze bloemen is veel groter' - als onderwerp en persoonsvorm niet in getal overeenkomen. Bijvoorbeeld: 'ik doet andere kant van de stengel weg' - als een leerling infinitieven gebruikt binnen een kader (bv. opsomming) waarin dat past. Bijvoorbeeld: 'Je moet water halen en bloemen, glas, inkt, mes. Dan water in de glas doen. In de glas water en inkt doen. Daarna stengel bloemen knippen. De bloemen in de glas laten voor de venster voor middag, nacht en nog één keer middag. Laatste dag de bloemen is donker.' JE REKENT VOOR VORM... als je op van bovenstaande vragen NEEN moet antwoorden. 4 sleutel versie

16 score INHOUD Hieronder vind je de instructies die de leerlingen moeten proberen te formuleren. Tel hoeveel van deze instructies de leerling in zijn beschrijving op een begrijpelijke manier verwoord heeft. Let daarbij enkel op de inhoud en stel jezelf bij de beoordeling op als een welwillend lezer. De vraag die je jezelf bij het beoordelen van de inhoud moet stellen is: begrijp ik als (welwillende) lezer welke handeling ik moet uitvoeren als ik de tekeningen niet voor ogen zou hebben? OPGELET! Per juiste en begrijpelijke instructie scoort de leerling punt. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... het niet vormelijk correct is, m.a.w. lees over fouten in spelling, woordvolgorde, verbuigingen enzovoort heen en kijk enkel naar de inhoud.. NEEM HET MATERIAAL DAT JE NODIG HEBT OM DE PROEF UIT TE VOEREN. OPGELET! - de leerlingen moeten hierbij niet al het materiaal benoemen; dit komt nog aan bod in de volgende instructies. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als de leerling louter beschrijft wat hij op de tekening ziet. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is of niet klopt. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: Neem.../ er is nodig.../ er moet zijn.../ je gebruikt.../ je moet hebben.../ we hebben voor dit proef een paar dingen nodig.../ hij pakt.../ we hebben.../ voor deze experiment moet voorbereiden.../... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - ik zie handdoek, bloem, pan/ bloem, pan/ op de eerste tekening staat... - alle het materiaal (niet: is nodig)/eerst moet je kopen (wat?)/ VUL EEN GLAS MET WATER. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: Vul een glas met water/ je vult glas met water/ glas met water vullen/ met gieter je doet de glas vol/ ge giet water in bekker/ hij pakt glasje en giet het water in de glasje/ ik moet water in de glas/ water in de glas/ ze dut de glas vol met water/ je moet water in de glasje liggen /... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - glas water - naar bekker water liggen/ met hiter met glas/... 5 sleutel versie

17 score 3. DOE INKT IN HET GLAS WATER. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als de handeling impliciet blijft, maar de lezer toch wordt aangezet om iets te doen. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt. 4. SNIJ EEN STUK VAN DE STEN- GEL. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - Giet inkt in het glas/ giet de inktbuisjes in het water/ inkt in de glas/ Ik doe 3 inkt ook in water/ Ik ingschinken inks in de water/... - Daarna mag je inkt in de water. VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - inkt ligt in de water/ je moet drie inkt/... - gieten buisje inkt (waarin?)/ en dan alle drie inkten met water menen/... VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - Snij een stuk van de stengel eraf/ een stuk van de stengel afsnijden/ je nemt plus minus 5 cm en andere kant van de stengel die nit nodig is doet je weg/ snijd de stengel tot 5 cm/ Ik knip de stengel van bloem 5 cm/ Daarna meet je op een bloem +/- 5 cm en snijd de stengel af/ snijd de bloem van +/- 5 cm/ je snijdt het latste van de stengel uit de bloem/ En dan nem jij bloem en met jij de 5 cm in de stengel. Andere moet jij knipen met jouw mes. Bloem knippen 5 cm/ Knip uit van stengel maar niet zo lang met de mes/... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - stengel mes/... - knip bloemen (hoe?)/ knippen tot half bloem (wat?)/ knip stengel/ ik bloemen messen (onbegrijpelijk)/ Knep een stengel moet 5 cm/... 6 sleutel versie

18 5. STEEK DE BLOEM IN HET GLAS MET WATER EN INKT. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt. 6. LAAT DE BLOEM GEDURENDE ÉÉN DAG STAAN. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als de leerling niet aanzet tot een handeling of niet zegt wat er moet gebeuren. - als de informatie onvolledig of onbegrijpelijk is, of niet klopt. 7. BESCHRIJVING VAN HET RE- SULTAAT, ALGEMENE AFRON- DING, OF HET CREËEREN VAN EEN VERWACHTING BIJ DE LEZER. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als er geen afronding is of de informatie die erin staat, niet klopt of niet ter zake doet. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: Steek de bloem in het glas met inkt/ de bloem in het water met inkt doen/ hij zet de bloem in het glasje/ steek de stengel in het glas/ bloem staat in het glas met inkt/ bloem staat in het water met inkt/ roos in de glas/ leg die bloem in het glas met het water/... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - De bloem is water/... - zet het in het water/ staat in de glas/ bloem glas /... VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: Laat de bloem dag en nacht staan/ 24 uur wachten/ na 24 uur neem je plant uit water/ bloem staat dag/ zet de bloem op raam voor 24 uren/ dan wachten dag/ hij laat tot morgen/ en dan dag en avond bloem is naast de raam/... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - Sit op son en nacht/ de middag, de nachts, de morgen/... - bloem staat voor raam/ blom tegenover zon (geen tijdsaanduidingen) /... VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - De bloem is zwart/ bloem heeft kleur van inkt/ bloem is gekleurd/ En 's morgens zie je de bloem helemaal goed. En zie je dat de bloem heeft half water uit het glas afnemen/... - De bloem is klaar/ het proefje is klaar/ gelukt!/... - Je ziet een prachtig resultaat/... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - en dan bloem leeft/ en dan kan je blem kan lang leven/... score MAXIMUMSCORE (vorm + inhoud) 8 7 sleutel versie

19 Enkele voorbeelden van schrijftoetsen 'Bloemen kleuren' en hoe je ze scoort. Voor je aan het scoren van de toetsen van je eigen leerlingen begint, raden we je aan de volgende voorbeelden uit te proberen als opwarmer. Op die manier raak je vertrouwd met de beoordelingssleutels voor de schrijftoetsen die je vindt op blz.5-8 en kan je ook de grenzen van het aanvaardbare en niet aanvaardbare aftasten. Je kan je eigen manier van scoren vergelijken met de bespreking op blz Tip: doe deze oefening samen met een collega en vergelijk jullie beoordeling. VOORBEELD VOORBEELD 2 8 sleutel versie

20 VOORBEELD 3 VOORBEELD 4 9 sleutel versie

21 Bespreking van de scoring van bovenstaande schrijftoetsen vorm inhoud - De beschrijving telt meer dan 5 regels. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm of imperatief. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin.. De leerling somt wel enkele voorwerpen op die hij op de tekening ziet, maar geeft niet aan dat je die moet nemen of dat je ze nodig hebt. 2. Een welwillende lezer begrijpt dat met het woord 'ingschinken' eigenlijk inschenken bedoeld wordt. De instructie is inhoudelijk te begrijpen. 3. Zelfde opmerking als bij de tweede instructie. Bij het begin van de toets heeft de leerling blijkbaar 'inks' verstaan in plaats van 'inkt'. Deze fout brengen we niet in rekening. 4. De eerste zin is een beetje verwarrend, omdat de leerling 'bloem' en 'stengel' heeft verwisseld. Bovendien zou je uit de tweede zin kunnen afleiden dat je de hele stengel van de bloem zou moeten afknippen, waardoor je de proef niet meer kan uitvoeren. Daarom reken we dit fout. 5. Voor de welwillende lezer is het wel duidelijk dat de bloem op een of andere manier in het glas moet komen te staan. 6. Niet duidelijk en onvolledig. VOORBEELD 7. Geen beschrijving van resultaat. score TOTAAL 4 2 sleutel versie

22 VOORBEELD 2 vorm - De beschrijving telt meer dan 5 regels. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin en een leesteken aan het einde. inhoud TOTAAL. De leerling geeft aan dat je een aantal dingen nodig hebt voor de proef. 2. Duidelijke instructie. 3. De handeling is impliciet gebleven, maar toch is het duidelijk dat je de inkt moet samenvoegen met het water. 4. Een welwillende lezer begrijpt hier toch wel dat er een stuk van de stengel moet geknipt worden, ook al is de informatie die je hier krijgt zeer beperkt. 5. 'Steike' herken je gemakkelijk als 'steken'. De instructie is voldoende duidelijk. 6. Uit de drie volgende zinnen blijkt onvoldoende duidelijk dat je de bloem een dag moet laten staan. 7. De afronding is niet begrijpelijk genoeg. score 5 vorm inhoud TOTAAL VOORBEELD 3 - De beschrijving telt meer dan 5 zinnen. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin en een leesteken aan het einde.. Zeer begrijpelijk. 2. Zeer begrijpelijk. 3. Zeer begrijpelijk. 4. Het feit dat de leerling 'strengel' schrijft, belet niet dat de instructie duidelijk is. 5. Zeer begrijpelijk. 6. Zeer begrijpelijk. 7. Leuke afsluiting. score 8 2 sleutel versie

23 vorm inhoud VOORBEELD 4 - De beschrijving telt meer dan 5 regels. - Minder dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel aan het begin van de zin.. De leerling geeft niet aan dat je iets nodig hebt of moet nemen. 2. Als je spellingsfouten weglaat lees je hier: 'water in de glas'. 3. 'prodoekt' is een te vage omschrijving: het is niet duidelijk wat de leerling bedoelt. 4. de leerling heeft de woorden 'stengel' en 'inkt' die aan het begin van de toets gegeven worden, met elkaar verward. Daardoor wordt de uiting onbegrijpelijk. 5. Als je als milde lezer 'glas' leest in plaats van 'glans', is deze uiting begrijpelijk. 6. Uit de drie volgende zinnen blijkt onvoldoende duidelijk dat je de bloem een dag moet laten staan. 7. Er is geen afronding. score TOTAAL 2 22 sleutel versie

24 Scorebladen VERSIE

25 SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE Leerling Klas:... datum:.... Klas 3. Handen 5. Lessenrooster Subscore nr2 nr3 nr4 nr5 nr6 nr7 duim 2 wijsv /3 2 /3 3 /3 4 /3 5 /3 6 /3 7 /3 8 /3 9 /3 /3 /3 2 /3 3 /3 4 /3 5 /3 6 /3 7 /3 8 /3 9 /3 2 /3 2 /3 22 /3 23 /3 24 /3 25 /3 aar 2 ges 3 muz 4 wis 5 com 6 bio 7 eng 8 wis 9 spo spo/ tek Luisteren Scorebladen versie

26 SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE Klas:... datum:... Leerling Dimi 2 Karim 3 Judith 4 Marcel 2. Verzorgers 7. Hoe communiceren dieren? Subscore 5 giraf-olifant/ Judith- Roberto 6 Nedl. - Duitsl./ Rob - Dimi/ olifant - koala 7 Erik & Karim/ reptiel & roofvogel geur, trilling, licht /2 /2 /2 /3 2 /2 /2 /2 /3 3 /2 /2 /2 /3 4 /2 /2 /2 /3 5 /2 /2 /2 /3 6 /2 /2 /2 /3 7 /2 /2 /2 /3 8 /2 /2 /2 /3 9 /2 /2 /2 /3 /2 /2 /2 /3 /2 /2 /2 /3 2 /2 /2 /2 /3 3 /2 /2 /2 /3 4 /2 /2 /2 /3 5 /2 /2 /2 /3 6 /2 /2 /2 /3 7 /2 /2 /2 /3 8 /2 /2 /2 /3 9 /2 /2 /2 /3 2 /2 /2 /2 /3 2 /2 /2 /2 /3 22 /2 /2 /2 /3 23 /2 /2 /2 /3 24 /2 /2 /2 /3 25 /2 /2 /2 / anders communiceren 4 van mij 5 6 kijken Lezen Scorebladen versie

27 SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE Klas:... datum:... Leerling 4. Misdadiger 6. Bloemen kleuren Subscore vorm kenmerken vorm /5 2 /5 3 /5 4 /5 5 /5 6 /5 7 /5 8 /5 9 /5 /5 /5 2 /5 3 /5 4 /5 5 /5 6 /5 7 /5 8 /5 9 /5 2 /5 2 /5 22 /5 23 /5 24 /5 25 /5 dit heb je nodig 2 glas water vullen 3 inkt in water gieten 4 stengel inkorten 5 bloem in glas zetten 6 bloem dag laten staan 7 resultaat, afronding,... Schrijven Scorebladen versie

28 VERWERKING VAN DE SCORES VAN DE TASAN. Met het Excel-programma Achteraan de Sleutels zit een cd-rom voor het automatisch verwerken van de scores. Als je geen cdromspeler op je computer hebt, kan je vragen aan iemand die wel zo'n computer heeft, om de bestanden te kopiëren op een gewone diskette. De programma's nemen immers niet veel plaats in beslag. Op de cd-rom staat voor elke toetsversie een programma. Hebben de leerlingen bijvoorbeeld versie afgelegd, dan klik je het programma voor versie aan. Je ziet dan een tabel waarin je de scores van de toets kan invoeren. Links vul je eerst de naam van de leerling in en dan tik je in de kolommen rechts daarvan per vraag de scores. Dat doe je zo voor alle leerlingen. Meestal moet je een of een ingegeven, maar voor sommige toetsvragen kan dat ook een cijfer van 2 tot 5 zijn. Bij taak 4, de schrijftoets Misdadiger, bijvoorbeeld, moet je voor inhoud een cijfer van tot 5 ingeven. Als je een 2 zou willen invullen in een kolom waar enkel een of een mag staan, dan geeft de computer dit aan. Wil je nu zien welke subscores de leerling behaald heeft en in welke categorie hij zich telkens per subscore situeert, dan kijk je onderaan de tabel. Als je op het cijfer klikt, dan zie je de subscores van leerling. Wil je de subscores van leerling 2, dan klik je op 2 enzovoort. Je kan deze resultaten ook afprinten. De subscores worden visueel voorgesteld aan de hand van staafdiagrammen. Dit blad kan je gebruiken om het rapport van de anderstalige nieuwkomer in te vullen.je kan het blad zelf ook gebruiken als rapport, maar vergeet dan niet om aan de vervolgschool volgende gegevens door te geven: de naam van jullie school, een contactpersoon met telefoonnummer en de datum van de afname. 2. Manueel Als je om één of andere reden het computerprogramma niet zou kunnen gebruiken, kan je de subscores ook manueel gebruiken. Daarvoor kan je de scorebladen gebruiken en de sheets. Eerst en vooral vul je alle scores op de scorebladen in. De toetsen zijn per vaardigheid op de scorebladen gegroepeerd om de berekening van de subscores gemakkelijker te maken. Berekening van de subscores A: Vaardigheid Om de subscore luisteren te berekenen, tel je de scores die de leerling behaald heeft op de 3 luistertoetsen bij elkaar op. De subscore lezen is de som van de scores van de 2 leestoetsen. De subscore schrijven is de som van de scores van de 2 schrijftoetsen. Berekening van de subscores B: Receptie/productie De subscore receptie bereken je door de subscore luisteren en lezen bij elkaar op te tellen. De subscore productie is dezelfde als de subscore schrijven. Berekening van de subscores C: Verwerkingsniveau De subscore beschrijvend verwerkingsniveau bereken je door de sheets van beschrijvend verwerkingsniveau op een slide (doorzichtig plastic blad) te kopiëren en over de scorebladen te leggen. De scores die nog zichtbaar zijn, tel je bij elkaar op. Voor de subscores structurerend verwerkingsniveau neem je de sheets van structurerend verwerkingsniveau en ga je op dezelfde manier te werk. Berekening van de subscores D: Ondersteuning Hier heb je de sheets veel ondersteuning en weinig ondersteuning voor nodig en ga je opnieuw op dezelfde manier te werk. verwerking van de scores versie

29 subscore beschrijvend verwerkingsniveau SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

30 subscore beschrijvend verwerkingsniveau SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

31 subscore beschrijvend verwerkingsniveau SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

32 subscore structurerend verwerkingsniveau SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

33 subscore structurerend verwerkingsniveau SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

34 subscore structurerend verwerkingsniveau SCOREBLAD SCHRIJFTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

35 subscore veel ondersteuning SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

36 subscore veel ondersteuning SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

37 subscore weinig ondersteuning SCOREBLAD LUISTERTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

38 subscore weinig ondersteuning SCOREBLAD LEESTOETSEN TASAN VERSIE sheets versie

39 Rapport VERSIE

40 Referentiepunten Versie Subscores A: Vaardigheden Luisteren Lezen Schrijven scores categorie score categorie score categorie 2-23 sterk 5 8 sterk 2 4 sterk 5-2 middelmatig sterk 9 4 middelmatig sterk 8 middelmatig sterk 9-4 middelmatig zwak 4 8 middelmatig zwak 3 7 middelmatig zwak - 8 zwak 3 zwak 2 zwak Subscores B: Receptie / productie Receptief Productief score categorie score categorie 34 4 sterk 2-4 sterk middelmatig sterk 8 middelmatig sterk 4 23 middelmatig zwak 3 7 middelmatig zwak 3 zwak 2 zwak Subscores C: Verwerkingsniveau Beschrijvend Structurerend score categorie score categorie 4-5 sterk 29 4 sterk 3 middelmatig sterk 2 28 middelmatig sterk 7 9 middelmatig zwak 3 2 middelmatig zwak 6 zwak 2 zwak Subscores D: Ondersteuning Veel Weinig score categorie score categorie 2-2 sterk 6 2 sterk 4 9 middelmatig sterk 5 middelmatig sterk 8 3 middelmatig zwak 4 9 middelmatig zwak 7 zwak 8 zwak referentiepunten versie

41 Resultaten Taalvaardigheidstoets Aanvang Secundair onderwijs Anderstalige Nieuwkomers (TASAN) Versie Naam leerling:... Datum afname:... Onthaalschool:... Handtekening directie: Contactpersoon:... Tel.:... Dit rapport is bestemd voor de vervolgschool. Het is in het belang voor de ex-onthaalklasser dat zowel de leerkracht Nederlands als de niet-taalleerkrachten van zijn of haar klas een kopie krijgen. Subscores A: Vaardigheden Luisteren Lezen Schrijven score categorie score categorie score categorie.../23 sterk sterk sterk middelmatig sterk middelmatig sterk middelmatig sterk middelmatig zwak.../8 middelmatig zwak.../4 middelmatig zwak zwak zwak zwak Subscores B: Receptie / productie Receptief Productief score categorie score categorie.../4 sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak.../4 Subscores C: Verwerkingsniveau Beschrijvend Structurerend sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak score categorie score categorie.../5 sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak Subscores D: Ondersteuning Veel.../4 Weinig sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak score categorie score categorie.../2 sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak.../2 sterk middelmatig sterk middelmatig zwak zwak rapport versie

42 Scoresleutels en beoordelingsmodellen VERSIE 2

43 L U I S T E R T O E T S E N. Klas Violeta 3 André Rosa 4 Gor 2 Mohammed 6 5 Anna 7 Indira OPGELET! - Nummer scoor je niet ( = om te oefenen). JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als de nummers op de personen zelf staan. - als de juiste namen in plaats van nummers bij de personen staan. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als er 2 nummers bij een persoon staan, ook al is één van de nummers juist. score score per juist antwoord: score per fout antwoord: MAXIMUMSCORE 6 sleutel versie 2

44 score 3. Smaak juist fout. HET VOORSTE GEDEELTE/PUNTJE VAN DE TONG. x 2. BITTER/3 ZUUR/2... /ZOET 2/ZUUR OPGELET! - Elk nummer dat juist ingevuld is, levert punt op met een maximum van 4 punten. - De pijl waarbij geen nummer staat (in het midden van de tong), scoor je niet. 4 JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als de leerling bitter, zuur en zoet op de juiste plaats heeft ingevuld in plaats van nummers. BIJ VRAAG 2, 3 EN 4 REKEN JE HET ANTWOORD OOK JUIST: - als er spelfouten in staan of de zinsbouw niet correct is. 3. SMAAKPAPILLEN DIE BITTER PROEVEN, LIGGEN ACHTERIN DE MOND / JE GAAT OVERGEVEN VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - 'Ga je zelf overgeven zodat lichaam kan niet in je maag gaan' - 'bitter achter de mond' - lichaam geef over' VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - 'achter de mond' - 'water drinken' - 'met de tong proeven' 4. NEUS, OGEN/OOG EN OREN/OOR OPGELET! - Elk juist lichaamsdeel levert punt op met een maximum van 3 punten. - De lichaamsdelen mogen ook in een andere volgorde voorkomen. 5. FOTO JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als leerlingen bij meer dan foto een kruisje zetten. 3 MAXIMUMSCORE 2 sleutel versie 2

45 5. Lessenrooster Wanneer Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag WIS () WIS () FRA (2) WIS () WIS () BIO NED BIO (7) GES (9) Wanneer Maandag Dinsdag MUZ (3) COM (6) GES AAR MUZ (3) FRA (5) COM (6) FRA ENG NED (4) ENG SPO (8) NED ENG (oefenitem) NED FRA/ENG () OPGELET! - Om juist te antwoorden moeten de leerlingen soms (bij opdracht, 3 en 6) iets invullen op 2 of 4 plaatsen in het rooster. De leerlingen moeten op al die plaatsen het juiste vak invullen om punt te krijgen. Vullen ze slechts op plaats iets in, dan reken je het antwoord fout. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - als een leerling het woord voluit schrijft of een andere afkorting gebruikt (zolang de afkorting er duidelijk één is van het bedoelde vak). Bijvoorbeeld: - computer in plaats van COM - M.O. in plaats van MUZ - als er spelfouten instaan JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als een leerling 2 vakken opschrijft in antwoordvakje. Behalve bij opdracht! - als de leerling een antwoordvakje invult dat leeg moet blijven. Bijvoorbeeld: een leerling schrijft bij opdracht 5 FRA op de juiste plaats, maar ook in het antwoordvakje erboven. In dat geval reken je opdracht 7 fout. score per juist antwoord: score per fout antwoord: score MAXIMUMSCORE 3 sleutel versie 2

46 2. Verzorgers L E E S T O E T S E N juist score fout. NATASJA 2. MYRIAM 3. VICTOR 4. LOUIS 5. LEEUWEN-GORILLA'S (APEN) / WELPEN-AAPJES / LOUIS-MYRIAM 2 6. MYRIAM-MOHAMED / GORILLA'S (APEN) / APEN-PINGUÏNS 2 7. VICTOR-MOHAMED 2 OPGELET! - Bij vraag 5-7: elke juiste persoonsnaam, dierennaam,... levert punt op met een maximum van 2 punten per vraag. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST... - bij vraag 5-7: - als een leerling bij het antwoorden nu eens een persoonsnaam geeft en dan weer een dierennaam. Bijvoorbeeld bij vraag 5: 'leeuwen en Myriam' - als een leerling behalve de bovenstaande antwoorden (namen, dieren) overbodige woorden of delen van een zin opschrijft. Bijvoorbeeld bij vraag 6: Daarom voeden Myriam en de andere verzorgers het zelf met een flesje. - als er spelfouten instaan of de zinsbouw niet correct is. JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - bij vraag - 4: als een leerling meer dan naam per vraag opschrijft. - bij vraag 5-7: als een leerling meer dan 3 dieren of namen opschrijft per vraag (want als een leerling er 3 opschrijft, waarvan 2 correct, dan kan je er wel vanuit gaan dat hij de tekst globaal begrepen heeft en reken je het antwoord juist. Geeft hij er meer dan 3, dan is de kans groter dat hij maar wat gokt. In dat geval reken je het antwoord fout). MAXIMUMSCORE 4 sleutel versie 2

47 score juist fout. DE VORM VAN HUN TONG EN MOND IS ER NIET GESCHIKT VOOR. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - 'Omdat de mond niet zoals ons gevormd is.' - 'Hun tong heeft niet de juiste vorm.' - 'De mond van de dieren is niet geschikt om mensentaal te spreken.' BIJ VRAAG, 2, 5 EN 6 REKEN JE HET ANTWOORD OOK JUIST... - als een leerling behalve de bovenstaande antwoorden overbodige woorden of delen van een zin opschrijft. - als er spelfouten in staan of de zinsbouw niet correct is. 2. VOEDSEL / LEIDER / TERREIN/TERRITORIUM 3 OPGELET! - Elke juiste reden levert punt op met een maximum van 3 punten. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - 'wie de leider is/de leider van de groep' - 'welk terrein van wie is' - 'waar voedsel te vinden is' JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als het niet in de tekst staat Bijvoorbeeld: 'om een vrouwtje te vinden' - als het onduidelijk of inhoudelijk onjuist is Bijvoorbeeld: 'daar is iemand anders' 3. TWEEDE ANTWOORD: door de houding van het lichaam 4. TEKENING 2: JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als een leerling bij meer dan tekening een kruisje zet. 5. DAT HET VOGELTJE HONGER HEEFT. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - 'Wanneer ze honger hebben.' - 'Honger in dierentaal: tsilp, tsjilp.' 6. OF DIEREN MENSENTAAL KUNNEN BEGRIJPEN VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - 'Of de hond mensentaal verstaat.' - 'Of dieren mensen verstaan.' JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... als een leerling bij meer dan antwoord een kruisje zet. MAXIMUMSCORE 8 5 sleutel versie 2

48 7. Kunnen dieren praten? S C H R I J F T O E T S E N Toelichting bij de beoordeling van de schrijftoetsen TASAN Na slechts één jaar onderwijs Nederlands kan je van anderstalige nieuwkomers moeilijk verwachten dat ze over een perfecte schrijfvaardigheid beschikken. Nochtans zullen de leerlingen wel enige schrijfvaardigheid nodig hebben om de lessen in de reguliere klas te kunnen volgen. Wanneer hebben ex-onthaalklassers vooral schrijfvaardigheid nodig? Wat kan je aan het einde van het onthaalonderwijs van anderstalige nieuwkomers verwachten op vlak van schrijfvaardigheid en wat nog niet? Hoe moet je een schrijfproduct van deze leerlingen beoordelen? Waarvoor hebben de ex-onthaalklassers hun schrijfvaardigheid vooral nodig? Tijdens de meeste vakken moeten ze in staat zijn om iets over te schrijven van het bord, om vragen te beantwoorden bij een behandelde tekst, om vragen op te lossen over een bepaald lesonderwerp, om toetsen en examens op te lossen, om notities te nemen of te noteren wat gedicteerd wordt. Daarbij zal het vooral belangrijk zijn dat de inhoud van wat ze opschrijven duidelijk is voor henzelf en voor de leerkracht. Schrijven dient dus in de eerste plaats om een inhoudelijke boodschap over te brengen. Dit is ook in essentie de doelstelling van het schrijfvaardigheidsonderwijs: leerlingen moeten op begrijpelijke wijze een boodschap kunnen overbrengen aan een bekend of onbekend persoon. De eindtermen Nederlands voor het basisonderwijs en de eerste graad secundair onderwijs onderstrepen dit eveneens. Wat wordt minimaal van een anderstalige nieuwkomer verwacht op vlak van schrijfvaardigheid? Anderstalige nieuwkomers hebben slechts één jaar onderwijs Nederlands achter de rug. Het is daarom belangrijk de prioriteit van het schrijfvaardigheidsonderwijs niet uit het oog te verliezen: al te vaak wordt eenzijdig aandacht besteed aan vormelijke correctheid bij schrijven, terwijl leerlingen in de eerste plaats moeten leren om een idee, een inhoudelijke boodschap op begrijpelijke wijze te formuleren. Het heeft weinig zin om stil te staan bij vormelijke aspecten van een schrijfproduct wanneer leerlingen zich nog volop moeten concentreren op de inhoud van de boodschap. Je kan van anderstalige nieuwkomers dus moeilijk verwachten dat ze al correct kunnen spellen in het Nederlands en geen vormelijke fouten meer maken. Wat niet wegneemt dat spelling en vorm belangrijk kunnen zijn, en zeker als er betekenisverwarring optreedt door spelfouten of doordat een boodschap niet aan een aantal minimale vormelijke eisen voldoet. Wat heeft dit als gevolgen voor de beoordeling van de schrijftoetsen?. Bij de beoordeling van de schrijftoetsen neem je bij voorkeur de houding aan van een 'welwillende lezer'. Dit wil zeggen dat je je als een goede verstaander opstelt, niet verwacht dat alles perfect en correct geformuleerd wordt, maar een zekere mildheid aan de dag legt. Je houdt er met andere woorden rekening mee dat de tekst geschreven is door een leerling die slechts één jaar of minder de tijd heeft gehad om te leren schrijven in een andere taal en vaak zelfs in een ander alfabet. Je probeert dus om globaal de essentie van de boodschap te begrijpen. 6 sleutel versie 2

49 2. Vorm en inhoud scoor je los van elkaar. Voor vorm kijk je of de leerling rekening houdt met een aantal vormelijke basisregels (gebruikt de leerling onderwerp en persoonsvorm? bakent hij zijn zinnen af?). Voor inhoud kijk je enkel en alleen naar de inhoud van de boodschap en maak je abstractie van de vorm. Bij het beoordelen van de inhoud probeer je dus over bepaalde vormelijke fouten heen te lezen. 7 sleutel versie 2

50 4. Misdadiger score VORM De beschrijving moet aan 4 eisen voldoen. Om te scoren, ga je na wat het antwoord is op volgende vragen:. Telt de beschrijving meer dan 3 zinnen en/of regels? 2. Is meer dan 8% van de zinnen begrijpelijk? 3. Bevat meer dan 8% van de zinnen onderwerp en persoonsvorm? 4. Is meer dan 8% van de zinnen afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en/of een hoofdletter aan het begin van de zin en/of een leesteken aan het einde van de zin? ( van de 3 manieren volstaat.) Als je op alle vragen JA kan antwoorden, dan krijgt de leerling punt. JE REKENT DE VORM OOK JUIST... - als de informatie die erin staat niet correct is of niet uit de tekening af te leiden valt. Bijvoorbeeld: 'hij was in de gevangenis tien jaar' - als onderwerp en persoonsvorm in getal niet overeenkomen. Bijvoorbeeld: 'hij heb ook bard en een briel' JE REKENT VOOR VORM... als je op van bovenstaande vragen NEEN moet antwoorden. Foto : Paul Calone vroeger Foto 2: Paul Calone nu 8 sleutel versie 2

51 score INHOUD Hieronder vind je een lijstje met de kenmerken waaraan de persoon op foto 2 beantwoordt. Tel hoeveel van deze kenmerken de leerling in zijn beschrijving op een begrijpelijke manier verwoord heeft. Let daarbij enkel op de inhoud en stel jezelf bij de beoordeling op als een welwillende lezer. OPGELET! - Per juist en begrijpelijk kenmerk geef je de leerling punt met een maximum van 5 punten. JE REKENT HET ANTWOORD OOK JUIST ALS... - het niet vormelijk correct is, m.a.w. lees over fouten in spelling, woordvolgorde, verbuigingen enzovoort heen en kijk enkel naar de inhoud. JUISTE KENMERKEN - OUD - LANG, SLORDIG HAAR - BLOND OF GRIJS HAAR - BAARD/SNOR - BRIL - (VUILE) KLEREN/ (VUILE) JAS EN/OF SJAAL - DIK - ARM - LELIJK - BOOS JE REKENT HET ANTWOORD FOUT... - als de leerling enkel de persoon op foto beschrijft (Paul Calone vroeger). - als de leerling zowel foto als 2 beschrijft zonder te verduidelijken over wie hij het heeft. - als de uiting onbegrijpelijk is. VOORBEELDEN VAN JUISTE ANTWOORDEN: - hij is oud/ oud/ vroeger was hij jong. Nu niet meer/ nu hij is krom/ niet meer jong/... - lang haar/ haar is niet gekamd/ niet meer kort/ weinig haar/... - zijn haar is grijs/ haar is blond/ wit haar/ haar is niet meer zwart/... - hij heeft baard/... - hij heeft een bril/ heeft brillen/ vroeger hebt geen bril. nu wel/ hij ziet niet goed/... - niet netjes/ kleren zijn niet proper/ vuile jas/ vroeger had kostuum. Nu niet meer/ draagt een sjaal/... - hij is dik/ draagt dikke jas/ vroeger was hij mager, nu niet meer/ niet meer dun /... - hij is arm/ is zwerver/niet meer rijk/... - hij is lelijk/ vroeger was hij mooi, nu niet meer/ niet meer mooi/ hij ziet er niet goed uit/... - hij is boos of droef (hij lijkt zo)/ hij is ongelukkig/... VOORBEELDEN VAN FOUTE ANTWOORDEN: - hij heeft mooi kostuum aan/ hij is jong/ hij heeft geen bril/... - mager niet mager /... - en schaal ook voel/... 5 MAXIMUMSCORE (vorm + inhoud) 6 9 sleutel versie 2

52 Enkele voorbeelden van schrijftoetsen 'Misdadiger' en hoe je ze scoort. Voor je aan het scoren van de toetsen van je eigen leerlingen begint, raden we je aan de volgende voorbeelden uit te proberen als opwarmer: op die manier raak je vertrouwd met de beoordelingssleutels voor de schrijftoetsen die je vindt op blz.8-9 en kan je ook de grenzen van het aanvaardbare en niet aanvaardbare aftasten. Je kan je eigen manier van scoren vergelijken met de bespreking op blz.2-3. Het is ook een goed idee om de oefening samen met een collega te doen en de manier van scoren met elkaar te vergelijken en op elkaar af te stemmen. VOORBEELD VOORBEELD 2 sleutel versie 2

53 VOORBEELD 3 VOORBEELD 4 sleutel versie 2

54 Bespreking van de scoring van bovenstaande schrijftoetsen vorm inhoud TOTAAL VOORBEELD - De beschrijving telt meer dan 3 regels. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Minder dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel aan het begin van de zin. 5 begrijpelijke en juiste kenmerken:. met brillen 2. met dikke jas (= dik) 3. snor, baard 4. lange haar 5. sjaal Deze leerling is bijzonder bondig in de formulering, maar geeft inhoudelijk relevante informatie. score 5 5 VOORBEELD 2 vorm - De beschrijving telt meer dan 3 zinnen. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel en een hoofdletter aan het begin van de zin. score inhoud 2 begrijpelijke en juiste kenmerken:. Paul Calone nu is niet goede kleren aan. 2. Paul Calone nu is nog oud. Het kenmerk Paul Calone nu is bang kan je niet uit de tekening afleiden. Daarom rekenen we het niet juist. 2 TOTAAL 3 2 sleutel versie 2

55 vorm inhoud VOORBEELD 3 - De beschrijving telt meer dan 3 zinnen. - Meer dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm, - Meer dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel aan het begin van de zin en het gebruik van een hoofdletter. 5 begrijpelijke en juiste kenmerken:. Hij is dig (= dik) 2. Hij is oud 3. Hij heeft de brille glas 4. Hij heeft de wite haar 5. Hij heeft de lang haar Bij de beoordeling van de inhoud lezen we over spellingsfouten heen, zolang de begrijpelijkheid niet in het gedrag komt. Het zesde kenmerk Hij heeft niet geld is ondanks de vormelijke fout ook correct, maar de leerling heeft het maximum aantal punten voor inhoud al gehaald. score 5 TOTAAL 6 vorm inhoud VOORBEELD 4 - De beschrijving telt meer dan 3 zinnen. - Minder dan 8% van de zinnen is begrijpelijk. - Meer dan 8% van de zinnen bevat onderwerp en persoonsvorm. - Minder dan 8% van de zinnen is afgebakend door het gebruik van een nieuwe regel of een hoofdletter aan het begin van een zin of een leestekens aan het einde van een zin. 2 begrijpelijke en juiste kenmerken:. Hij is boos. 2. Hij is (heeft) kapot jas. 'Hij is deuk' betekent misschien 'hij is dik', maar de spelling is zo afwijkend dat de zin onbegrijpelijk wordt. Hetzelfde geldt voor 'Hij is brijl', wat misschien wel 'hij heeft een bril' betekent, maar door zowel de afwijkende spelling als het gebruik van het werkwoord 'zijn' in plaats van 'hebben', wordt de uiting onbegrijpelijk. We rekenen als welwillende lezer 'hij is kapot jas' wel juist ondanks het wat vreemde gebruik van het werkwoord 'zijn', omdat we de uiting ook juist zouden gerekend hebben als er alleen 'kapot jas' had gestaan. score 2 TOTAAL 2 3 sleutel versie 2

Toetsbladen. tasan VEEL SUCCES! VERSIE 1. Naam :... Klas :...

Toetsbladen. tasan VEEL SUCCES! VERSIE 1. Naam :... Klas :... Toetsbladen VERSIE 1 Naam :... Klas :... VEEL SUCCES! 1. LUISTEREN Klas 7 minuten Opdracht Luister naar de leerkracht. Zet de nummers van 2 tot 7 bij de juiste leerlingen op de tekening. Je mag de nummers

Nadere informatie

CHECKLIST VOOR KWALITATIEVE BEOORDELING VAN DE SCHRIJFTOETSEN VAN DE TASAN. tasan

CHECKLIST VOOR KWALITATIEVE BEOORDELING VAN DE SCHRIJFTOETSEN VAN DE TASAN. tasan CHECKLIST VOOR KWALITATIEVE BEOORDELING VAN DE SCHRIJFTOETSEN VAN DE TASAN Onderstaande kan je gebruiken om meer informatie te halen uit de schrijftoetsen van de TASAN. Zeker wanneer de scores op de schrijftoetsen

Nadere informatie

Een nieuwkomer onder de toetsen

Een nieuwkomer onder de toetsen Een nieuwkomer onder de toetsen Ricardo is een anderstalige nieuwkomer die in september op school is aangekomen. Hij kwam recht uit Colombia, sprak enkel Spaans, maar bleek al snel een vrij pientere leerling

Nadere informatie

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop

Nadere informatie

2.5!"FAMILIETREKJES. # basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP

2.5!FAMILIETREKJES. # basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP 2.5!"FAMILIETREKJES # basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP - luisteren: begrijpen van instructies voor een zoekopdracht, in dit geval een stamboom samenstellen van een denkbeeldige familie - begrijpen

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Tijdsplanning werkstuk groep 5 Naam: Groep 5 Tijdsplanning werkstuk groep 5 Wat wanneer Aan de juf het onderwerp van maandag 21 januari 2013 mijn werkstuk doorgeven inleveren opdracht 1 maandag 28 januari 2013 inleveren opdracht 2 donderdag

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Beoordelingssleutels en scoretabellen

Beoordelingssleutels en scoretabellen TiSt Beoordelingssleutels en tabellen Hoe moet je de verschillende toetsonderdelen n? De juiste antwoorden en de per juist antwoord staan telkens aangegeven. Hebben leerlingen bij een bepaalde vraag iets

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Gebruiksvriendelijkheid: Gebruiksaanwijzing:

Gebruiksvriendelijkheid: Gebruiksaanwijzing: Gebruiksvriendelijkheid: Elon Education is een tool waarmee online woordjes geleerd kunnen worden voor de vreemde talen. Ook is het mogelijk om met Elon Education de tafels te oefenen, werkwoorden enz.

Nadere informatie

Zintuigen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/58369

Zintuigen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/58369 Auteur Iris Kikkert Laatst gewijzigd 11 March 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/58369 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1)

OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1) OPZOEKEN IN HET WOORDENBOEK (1) In de les leer je vaak nieuwe woorden. Je docent kan je helpen, maar je kan nieuwe woorden ook in het woordenboek opzoeken. Wat moet je doen? 1. Neem een woordenboek en

Nadere informatie

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met

Nadere informatie

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt Lesbrief Blauw water Simone van der Vlugt Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan

Nadere informatie

10.10u Speeltijd. 5de lesuur 12.05u Middagpauze. 14.35u Speeltijd

10.10u Speeltijd. 5de lesuur 12.05u Middagpauze. 14.35u Speeltijd 1P 1ste lesuur Welkom 2de lesuur Zoekspel 10.10u Speeltijd 3de lesuur Zoekspel 4de lesuur Zoekspel 5de lesuur 12.05u Middagpauze 6de lesuur Bezinning kapel 7de lesuur Bundel / schoolagenda 14.35u Speeltijd

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Begrijpend lezen. E i n d s i g n a l e r i n g k e r n 1 1. Inhoud De Eindsignalering bestaat uit de volgende toetsen:

Begrijpend lezen. E i n d s i g n a l e r i n g k e r n 1 1. Inhoud De Eindsignalering bestaat uit de volgende toetsen: Toet s i n s t r u c t i e E i n d s i g n a l e r i n g k e r n 1 1 Inhoud De Eindsignalering bestaat uit de volgende toetsen: Begrijpend lezen Spellingtoets deel 1 en 2 Veilig & vlot kern 11. Materialen

Nadere informatie

plastraining voor kinderen adviezen voor ouders

plastraining voor kinderen adviezen voor ouders plastraining voor kinderen adviezen voor ouders Uw kind start met een plastraining op de polikliniek Kindergeneeskunde van het OLVG. Uw kind volgt de training omdat hij problemen heeft met zijn blaas.

Nadere informatie

Je eigen nieuwjaarsbrief

Je eigen nieuwjaarsbrief Je eigen nieuwjaarsbrief Doelgroep Eerste, tweede, derde graad Aard van de activiteit De leerlingen schrijven zelf een nieuwjaarsbrief voor hun ouders. Vooraf Verzamel allerhande nieuwjaarsbrieven: tekstjes

Nadere informatie

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:

Nadere informatie

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden. CP26 rapporteren Als u in Nederland in de Handel & Dienstverlening werkt, bijvoorbeeld in een winkel of op een kantoor, moet u doorgeven aan uw baas en/of uw collega wat u gedaan heeft en wat er nog moet

Nadere informatie

1B HOU VAN JE LICHAAM!

1B HOU VAN JE LICHAAM! 1B HOU VAN JE LICHAAM! - Verzorging - "ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, maar ik doe en ik begrijp" Naam:... Klas:... Jolijn Torfs & Lore Goossens studenten TO KHL 1 Verzorging van het lichaam

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 2. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Kaya, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?

Nadere informatie

Inknippen van je tongriempje

Inknippen van je tongriempje Wilhelmina Kinderziekenhuis Inknippen van je tongriempje Wat staat er in deze folder Inleiding voor ouders 2 Informatie voor jongeren vanaf 12 jaar 4 Inknippen van het tongriempje 6 Tips 9 Wil je meer

Nadere informatie

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C) TOETSTAAK : NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: afspraken en regelingen. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten 1-24. 4.2 Opdrachten 1-20. 4.

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten 1-24. 4.2 Opdrachten 1-20. 4. 4 Gedrag DO-IT Datum 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? PARAGRAFEN Datum 4.1 Opdrachten 1-24 4.2 Opdrachten 1-20 4.3 Opdrachten 1-16 4.4 Opdrachten 1-16 Samenvatten Test

Nadere informatie

Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Een verzorgingskaart maken voor je huisdier Een verzorgingskaart maken voor je huisdier Taalhandeling: Instrueren Instrueren ervaarles Schrijftaak: Een verzorgingskaart maken voor iemand die jouw huisdier verzorgt. instructieles oefenlesles Lesdoel:

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE Naam: Klas: Bedrijf: Stageperiode: Maak een inhoudsopgave zoals hieronder is afgebeeld. Indien nodig je eigen onderdelen tussen voegen en uiteindelijk de inhoudsopgave

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De huisarts Thema Gezondheid Lesbrief 3. De huisarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de huisarts. Een man, meneer Wong, is aan de beurt. Hij praat met de huisarts over zijn probleem. Wat leert u in deze les?

Nadere informatie

LESBRIEF Aan de slag met Schoolwise

LESBRIEF Aan de slag met Schoolwise LESBRIEF Aan de slag met Schoolwise (document v1.0) INHOUDSOPGAVE Deel 1 Voor je begint 1.1 Wat is Schoolwise 4 1.2 Registreren 6 1.3 Inloggen 10 1.4 Jouw Schoolwise-account 11 1.5 Nieuwe activeringscode

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit

Nadere informatie

Instructies voor de toetsafnemer

Instructies voor de toetsafnemer Instructies voor de toetsafnemer VERSIE 1 1. PRAKTISCHE WENKEN BIJ DE TOETSAFNAME Opbouw De toets bestaat uit 7 onderdelen: 2 leestaken, 3 luistertaken, 2 schrijftaken. De toetsbladen voor de leerlingen

Nadere informatie

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2 Bladzijde negen, Bladzijde tien, Krijg ik het wel ooit te zien? Ander hoofdstuk, Nieuw begin.. Maar niets, Weer dicht, Het heeft geen zin. Dan probeer ik achterin dat dikke boek. Dat ik daar niet vaker

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Verwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3.

Verwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3. Verwerkingsopdrachten bijhet hoofdstuk Mondelinge opdrachten geven Doelstelling 3. 1 OPDRACHT 1 Bekijk hetvolgende lijstje mondelinge opdrachten. Probeer elke opdracht te analyseren: welke soort opdracht

Nadere informatie

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf. Je leest waarschijnlijk dit boekje omdat je mama of papa of iemand anders speciaal in je familie Amyotrofische Lateraal Sclerose heeft. Het is een lang woord en het wordt vaak afgekort tot ALS. Niet veel

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... 1 Gegevens leerling Naam Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon Afdeling/leerweg Gegevens school Naam Schoolbegeleider Adres Plaats Telefoon

Nadere informatie

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hard tegen hard. Vechten voor je leven

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hard tegen hard. Vechten voor je leven Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Hard tegen hard Vechten voor je leven Lees hoofdstuk 1: Capuchon (blz. 5) In de 3de alinea staat: De chauffeur knikt naar hem. Wie is hem? De volgende zin is: Ze kent

Nadere informatie

WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m)

WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m) WIPSI III (2j 6m 3j 11m en 4j 7j 11m)!!! Het woord test vermijden, beter: Ik heb wat spelletjes meegebracht waar we samen mee kunnen spelen. Je mag je intresse en enthousiasme laten blijken door bijvoorbeeld

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF

LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF Omschrijving van de activiteit De leerlingen geven elkaar mondelinge instructies om met hun lichaam letters en korte woordjes te vormen; andere leerlingen moeten

Nadere informatie

Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut

Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut Kern 4: huis-weg-bos-tak-hut In deze kern leert uw kind: Letters: h - w - o - a - u Woorden: huis, weg, bos, tak, hut De letters i - m - r - v - s aa - p e - t ee - n b oo zijn bekende letters geworden.

Nadere informatie

DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE!

DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE! 1B DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE! - Tuinbouw - "ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, maar ik doe en ik begrijp" Naam:... Klas:... 1 Probleem Binnen enkele weken is het weer infodag en de directie

Nadere informatie

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau:

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

UITDAGING 5: Justine helpt de buren

UITDAGING 5: Justine helpt de buren Dit werkblaadje is van... UITDAGING 5: Justine helpt de buren Solidariteit in je eigen omgeving Individuele oefening Heb jij al eens iemand geholpen? Schrijf op wat je deed om die persoon te helpen. Voorbeeld:

Nadere informatie

1. Probleemstelling. 1. Staan jou boeken op je kamer ook zo slordig? Hoe lossen we dat op?

1. Probleemstelling. 1. Staan jou boeken op je kamer ook zo slordig? Hoe lossen we dat op? 1. Probleemstelling 1. Staan jou boeken op je kamer ook zo slordig? Hoe lossen we dat op? 2. We gaan tijdens de lessen TO een boekensteun maken, probeer aan de hand van het model in de klas de verschillende

Nadere informatie

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.

Nadere informatie

1AT. 5de lesuur 12.05u Middagpauze

1AT. 5de lesuur 12.05u Middagpauze 1AT 1ste lesuur Welkom 2de lesuur Schoolagenda 10.10u Speeltijd 3de lesuur Bezinning 4de lesuur Afspraken 5de lesuur 12.05u Middagpauze 6de lesuur Zoekspel 7de lesuur Zoekspel 14.35u Speeltijd 8ste lesuur

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een

Nadere informatie

Wat staat er in dit boekje?

Wat staat er in dit boekje? Wat staat er in dit boekje? Informatie voor ouders (scheur t maar uit voor ze!) 7 Even uitleggen 11 Ik & Zo! Dit ben ik! 15 Ik & Zo! Handig om te weten 17 Weekschema co-ouderschap 29 Planning weekenden,

Nadere informatie

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Hoe maak ik een werkstuk?

Hoe maak ik een werkstuk? Hoe maak ik een werkstuk? Stap 1: Onderwerp en vraag Voordat je kunt beginnen met het maken van een werkstuk, moet je natuurlijk een onderwerp kiezen. Als je een onderwerp hebt gekozen ga je bedenken wat

Nadere informatie

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren Ellen van den Ende in samenwerking met Mariëtte Verschure JONG EN HOOGGEVOELIG HOEZO ANDERS?! Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren Uitgeverij Akasha Inhoud Hooggevoelig, hoezo anders?!

Nadere informatie

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet? TIPS VOOR DE EXAMENS De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet? Wat moet je doen? 1. Lees de tekst op

Nadere informatie

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT Omschrijving van de activiteit De leerlingen bedrukken een T-shirt met een eigen tekst op basis van instructies. Fase Overgang fase alfabetisering

Nadere informatie

Oud wit Prins de Vos. Ik wil je.

Oud wit Prins de Vos. Ik wil je. Oud wit Prins de Vos Ik wil je. Het is het eerste berichtje dat ik vandaag van hem ontvang. De uren waarin het stil blijf zijn ondragelijk. Pas als ik de trilling in mijn broekzak voel begint mijn hart

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor? Hoe bereid ik een spreekbeurt voor? Het maken van een spreekbeurt is eigenlijk niets anders dan het schrijven van een informatieve tekst (weettekst). Het is daarom handig om net zo te werk te gaan als

Nadere informatie

Ik ben Stephanie. Ik ben Stephanie

Ik ben Stephanie. Ik ben Stephanie Ik ben Stephanie Sperzieboon. Ik ben lang en dun. Zoek in de klas eens naar allerlei voorwerpen die lang en dun zijn en leg deze in het midden van de kring. Wat hebben we allemaal gevonden? Ik ben Stephanie

Nadere informatie

Denk als een wereldburger en gedraag je als een goede buur

Denk als een wereldburger en gedraag je als een goede buur Beste ouders en verzorgers van onze prachtige leerlingen, Wij vinden het prettig als u de deur sluit bij het verlaten van de school. De deur staat nu te vaak, te lang open. Iedereen is welkom in de school,

Nadere informatie

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels. Doel. Dit spel is een concrete tool dat de dialoog rond eerlijkheid mogelijk maakt. Aan de hand van herkenbare situaties worden 10 tot 12 jarigen uitgenodigd voor zichzelf na te denken over wat eerlijk

Nadere informatie

Stemwerkschrift. Inhoud

Stemwerkschrift. Inhoud Stemwerkschrift Inhoud Allerlei dingen, die slecht zijn voor je stem Schreeuwen Voor je ouders Schreeuwen Schrapen en kuchen Voor je ouders Schrapen en kuchen Gekke stemmetjes nadoen Voor je ouders Gekke

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Les 35. Een nieuw paspoort

Les 35. Een nieuw paspoort http://www.edusom.nl Thema Het stadhuis Les 35. Een nieuw paspoort Wat leert u in deze les? Informatie over het aanvragen en verlengen van uw paspoort of identiteitskaart. Vragen stellen bij het loket.

Nadere informatie

Les 4. De fysiotherapeut.

Les 4. De fysiotherapeut. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 4. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Bashir, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij zegt

Nadere informatie

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST TOETSTAAK 37: TROUWFEEST Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de

Nadere informatie

Bijlage W2 groep 7 1

Bijlage W2 groep 7 1 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding: Waarom ik een werkstuk maak 2 Zo begin ik met mijn werkstuk 3 De onderdelen van het werkstuk 4 Waaraan moet mijn werkstuk voldoen? 4 Beoordelingsschema voor je werkstuk 5 Hoe

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Expeditie Boswachterscode

Expeditie Boswachterscode Boswachterscode Ontdek jij je zesde zintuig? Kinderen tussen de 7 en 10 jaar opgelet! Zet je zintuigen op scherp. Volg het spoor van Benno Buitenpret. Speciaal voor jou heeft hij zijn persoonlijke en buitengewoon

Nadere informatie

Naam van de school: Leerjaar: Naam van de leerling:

Naam van de school: Leerjaar: Naam van de leerling: Naam van de school: Leerjaar: Naam van de leerling: 1.1. Maak je graag groepswerkjes met de computer? 0 ja, want, want 1.2. Vind je het fijn om samen met enkele klasgenootjes met de computer te werken?

Nadere informatie

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,

Nadere informatie

Meten wat je wilt weten

Meten wat je wilt weten ... toetsing team Hoe maak je goede toetsvragen? Meten wat je wilt weten Een goede toets is een middel waarmee kinderen kunnen laten zien over welke vaardigheden ze beschikken. Het kan aan de dag leggen

Nadere informatie

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Integratie van AN in secundair onderwijs Tom Verheyen Filip Paelman Overzicht Omzendbrief Tasan Vervolgonderzoek Referentiekader Een

Nadere informatie

Leren (kan je ) leren!

Leren (kan je ) leren! Leren (kan je ) leren! Leertips op maat van de middenschool Beste leerlingen en ouders, Het begrip leren leren klinkt jullie waarschijnlijk niet onbekend in de oren. We hopen dat er in de basisschool al

Nadere informatie

Praktijkwerkboek AKA. Kopieën maken... 8 In deze opdracht maak je kopieën van documenten.

Praktijkwerkboek AKA. Kopieën maken... 8 In deze opdracht maak je kopieën van documenten. Praktijkwerkboek AKA Secretariaat 1 Inhoud In het onderdeel Secretariaat leer je uitgaande brieven en e-mails verzorgen en verschillende soorten kopieën maken. Je doet de opdrachten die hieronder vetgedrukt

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Sagitta t.b.v. invoer planning werkbegroting 2006

Gebruikershandleiding Sagitta t.b.v. invoer planning werkbegroting 2006 Gebruikershandleiding Sagitta t.b.v. invoer planning werkbegroting 2006 Nicoline Craste 12-10-2005 versie 1.1 1 OPSTARTEN EN AFSLUITEN 1.1 Opstarten Het tijdplannings- en verantwoordingsprogramma Sagitta

Nadere informatie

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt. Manon De muziek dreunt in haar hoofd, haar maag, haar buik. Manon neemt nog een slok uit het glas dat voor haar staat. Wat was het ook alweer? O ja, rum-cola natuurlijk. Een bacootje noemen de jongens

Nadere informatie

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over de sollicitatiebrief en het curriculum vitae (c.v.). Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart kun je: vertellen wat je schrijft in

Nadere informatie