inhoud 1 ACCOUNTANCY Beroep Interne controle Inkoop blz. 31 Voorwoord EU-strategie inzake financiële rapportering blz. 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "inhoud 1 ACCOUNTANCY Beroep Interne controle Inkoop blz. 31 Voorwoord EU-strategie inzake financiële rapportering blz. 3"

Transcriptie

1 inhoud Voorwoord EU-strategie inzake financiële rapportering blz. 3 Interview De euro : een munt met een imagoprobleem blz. 4 Relaas van een gesprek met de Heer Guy Quaden, Gouverneur van de Nationale Bank van België. Boekhoudrecht Europese Unie gewonnen voor International Accounting Standards blz. 9 Verslag van de IAB-VBO-Seminaries op 25/10 en 28/11/2000. Fiscaliteit Administratief bezwaar en gerechtelijk verhaal inzake douane en accijnzen blz. 11 Beknopt overzicht van beide luiken van de procedure inzake douane en accijnzen. Vennootschapsrecht Normen inzake het verslag op te stellen bij de omzetting van een vennootschap blz. 17 De nieuwe normen zoals goedgekeurd door de Raad van het IAB op 5 juni Strafrecht Hoe het strafrechtelijk risico in de onderneming vermijden? blz. 27 De strafrechtelijke aansprakelijkheid van bedrijfsleiders wordt steeds vaker ingeroepen. Dit artikel bekijkt een van de technieken om dit strafrechtelijk risico te vermijden van dichterbij. Beroep Interne controle Inkoop blz. 31 Het eerste van een artikelenreeks waarin de IAB-Subcommissie de toepasbaarheid van de interne controle op een drietal fundamentele bedrijfsprocessen van een onderneming onderzoekt. Samengevat blz. 43 Een overzicht vol nuttige beroepsinformatie. Voor u gelezen Vakliteratuur blz. 46 Een greep uit recent verschenen publicaties. Uw kantoor Tips voor een beter tijdsbeheer blz. 48 E-news Even geduld bezig met zoeken blz. 50 Een overzicht van de meest interessante zoekinstrumenten: uw persoonlijke gids om het web te doorgronden! Te gast Jean-Paul Servais: Werken aan een betere profilering van de economische beroepsbeoefenaars blz. 56 De visie van de nieuwe Voorzitter van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen op de toekomst van de economische beroepsbeoefenaars. Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) Opgericht bij Wetten van 21 februari 1985 en 22 april 1999 Uitvoerend Comité Voorzitter : Johan De Leenheer Ondervoorzitter : Gérard Delvaux Secretaris-penningmeester : André Prinz Secretaris : André Bert Vertegenwoordiger van de belastingconsulenten : Patrick Carlier Secretaris-Generaal Philip Van Eeckhoute Directie-attaché Isabelle Hamerlinck Samenstelling van de Raad Voorzitter : Johan De Leenheer Ondervoorzitter : Gérard Delvaux Leden : Bert André Claes Micheline Colson Jacques Deliege Dominique De Wilde Ruddy Funken Michel Jaillot Patrick Prinz André Sambaere Raymond Vander Auwera Maurice Van Wemmel Josef Verschelden Marcel Vertegenwoordigers van de belastingconsulenten : Balligand Henri Carlier Patrick Lambrechts François Maeckelbergh Willy Accountancy & Tax, driemaandelijks tijdschrift van het IAB n 4/2000 Administratie en redactie IAB, Livornostraat Brussel Tel : 02/ Fax : 02/ info@iec-iab.be Redactiecomité Philip Van Eeckhoute Roger Lassaux Maggy Talboom Amid Faljaoui Adviescomité J. De Leenheer G. Delvaux R. Krockaert M. Claes I. Hamerlinck K. Peeters B. Tilleman J. Van Wemmel Realisatie IAB Corporate Copyright n.v. V.U. : J. De Leenheer, Livornostraat, 41, 1050 Brussel ISSN De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. 1 ACCOUNTANCY & TAX

2

3 E en belangrijke doelstelling die in de conclusies van de Europese Raad van Lissabon wordt genoemd, is de verbetering van de vergelijkbaarheid van ondernemingen. Al wie actief betrokken is bij het ondernemingsgebeuren en wordt geconfronteerd met de groeiende mondialisering van de financiële markten, ervaart inderdaad meer en meer de noodzaak van vergelijkbare ondernemingsinformatie. Ik denk onder meer aan beursoverheden en investeerders, belastingoverheden, kredietverstrekkers en uiteraard ook ondernemingen en hun raadgevers, met name de accountants en de belastingconsulenten. Om dit doel te bereiken heeft Europa gemeenschappelijke standaarden nodig, die bovendien transparant zijn en waarvan de naleving op een efficiënte wijze kan worden verzekerd. In de Europese Unie wordt sinds de jaren zeventig al aan de harmonisering van de financiële rapporteringssystemen gewerkt. Harmonisering krijgt in dit kader een bijzondere dimensie : zij wordt beschouwd als conditio sine qua non voor het bewerkstelligen van een eengemaakte markt voor financiële diensten. België heeft vlot ingespeeld op de Europese harmoniseringstendens ; zo heeft ons land o.m. de Vierde en de Zevende EU- Richtlijnen bijzonder snel in de nationale wetgeving geïmplementeerd. Ook toen de Europese Commissie in 1995 haar " new accounting strategy " lanceerde en Europa aanbeval zich aan te sluiten bij de werkzaamheden van het International Accounting Standards Committee (IASC), is dat het geval geweest. In haar mededeling van 13 juni 2000 aan de Raad en het Europees Parlement kondigde de Commissie verdere stappen aan in de strategie van de EU m.b.t. financiële rapportering. Vóór eind 2000 zal de Commissie een formeel voorstel indienen waarbij alle beursgenoteerde EU-ondernemingen worden verplicht om hun geconsolideerde jaarrekeningen op te stellen overeenkomstig één enkel normenstelsel, namelijk de door de IASC vastgestelde Internationale Standaarden voor de Jaarrekeningen (IAS). Deze verplichting geldt met ingang van Het staat de lidstaten vrij om de toepassing van de IASC-standaarden uit te breiden naar niet ter beurs genoteerde ondernemingen en naar individuele jaarrekeningen. Er wordt een zogeheten endorsement mechanism in het leven geroepen dat Europa inspraak moet geven in de ontwikkeling van de IAS-normen en dat deze normen vervolgens kan goed- of afkeuren. Op deze manier is de rechtszekerheid en het democratisch gehalte van de regelgevende procedure gewaarborgd. Er wordt ook een infrastructuur opgezet waarbinnen kan worden toe- voorwoord gezien op de naleving van de IAS door de beursgenoteerde EU-ondernemingen. Vóór eind 2001 wil de Commissie verder een voorstel indienen tot modernisering van de bestaande jaarrekeningrichtlijnen. Via deze weg zullen mogelijke strijdigheden met de IAS worden weggewerkt. De Commissie zal daarnaast advies inwinnen m.b.t. de vraag of de nieuwe communicatie- en informatietechnologieën, in het bijzonder het internet, waardoor het elektronisch opstellen en doorsturen van de jaarrekeningen meer en meer ingang zal vinden, een wettelijke regeling vereisen. Ik wil graag benadrukken dat ons Instituut zich van bij het begin bij deze ontwikkelingen heeft aangesloten. Er moet zeker ook gewezen worden op de impulsen die inzake harmonisatie van de financiële rapportering zijn uitgegaan van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen. Ik verwijs ter EU-strategie inzake financiële rapportering Johan De Leenheer Voorzitter zake naar het global player afwijkingsbeleid van de CBN. Om onze confraters en de ondernemingen nu reeds voor te bereiden op de introductie van de IAS, heeft het Instituut, in samenwerking met het Verbond van Belgische Ondernemingen, twee studiedagen georganiseerd. De eerste vond plaats op 25 oktober en kende in die mate succes dat wij op 28 november 2000 een tweede seminarie hebben georganiseerd. Het succes van deze informatievergaderingen toont duidelijk aan dat onze confraters terecht - veel belang hechten aan deze nieuwe Europese strategie. Alleen wanneer de IAS-standaarden naar behoren en op stringente wijze worden nageleefd, zullen ze de werking van de eengemaakte markt ten goede komen en dus ook het ondernemings- en maatschappelijk gebeuren positief beïnvloeden. De inbreng van de accountant en de belastingconsulent is hierbij van cruciaal belang. Het Instituut zal in nauwe samenwerking met de betrokken overlegorganen en de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, alle ontwikkelingen op dit vlak verder ondersteunen. 3 ACCOUNTANCY & TAX

4 interview O Ondanks de eerder positieve economische vooruitzichten voor Europa, slagen de Europese politieke en monetaire leiders er niet in de financiële markten te beïnvloeden. Resultaat: de Europese munt heeft sedert haar invoering op 1 januari 1999 meer dan 30 % van haar waarde verloren ten opzichte van de dollar. Volgens de Heer Guy Quaden, Gouverneur van de Nationale Bank van België, is deze daling - ook al is ze niet gerechtvaardigd op economisch vlak - grotendeels te wijten aan het gebrekkig imago, niet alleen van de euro maar ook van Europa op internationaal vlak. Zo verklaarde hij althans aan een delegatie van het IAB bestaande uit Johan De Leenheer (voorzitter), Gérard Delvaux (ondervoorzitter) en Philip Van Eeckhoute (secretaris-generaal). De euro: een munt met een imago IAB : De euro is, sinds zijn introductie, bijna constant blijven verzwakken ten opzichte van de dollar. De mensen stellen zich vragen, maken zich zorgen, GUY QUADEN Guy QUADEN : Ik twijfel er niet aan dat de mensen, bij het lezen en horen van de alarmerende berichten in bepaalde media, zich vragen stellen en zelfs ongerust worden. Maar ik denk niet dat de daling van de euro tegenover de dollar hun grootste kopzorg is. Uit de vele contacten met de Belgische bevolking weet ik dat, als het op economie aankomt, de mensen vooral het volgende willen weten: Zal de groei in ons land en in Europa aanhouden? Zal de werkloosheid blijven dalen? Is de koopkracht van de gezinnen bedreigd door een eventuele terugkeer van een sterkere inflatie? Dààr liggen de bekommernissen van onze medeburgers. Begrijp me niet verkeerd: ik zeg niet dat de externe waarde van een munt zonder belang is, maar ik begrijp 4

5 niet waarom sommigen zo halsstarrig enkel dat aspect naar voor blijven schuiven. In de Verenigde Staten en de eurozone is voortaan een even grote economie, - is het debat hierover vrijwel onbestaand en ondervragen de journalisten de verantwoordelijken van de Amerikaanse Centrale Bank niet constant over de evolutie van de wisselkoers van de dollar. Voor de Amerikanen is een dollar een dollar; zijn waarde, dat is wat ze ermee kunnen kopen. En vanuit dat opzicht is de euro een stabiele munt en zal dat ook blijven, vermits de Europese Centrale Bank, die instaat voor het beheer van de euro, in het Verdrag van Maastricht het beperken van de inflatie als grondwettelijke opdracht heeft gekregen. De euro gaat gebukt onder een dubbel gebrek aan imago. Eerst en vooral heeft de euro, gedurende de overgangsperiode, geen gezicht en blijft in de ogen van velen een virtuele munt. Daarenboven heeft Europa zelf geen imago: ons continent geeft nog altijd de indruk een conglomeraat van landen te zijn, niet in staat om met één stem te spreken. IAB : Voor u is dus eerst en vooral het goed economisch nieuws op het Europees front van belang probleem IAB : Maar heeft de verzwakking van de euro ten opzichte van de dollar dan geen nadelen? Guy QUADEN : Toch wel. Die verzwakking heeft natuurlijk de Europese export wel bevorderd; dit is evenwel een voordeel op korte termijn want de competitiviteit van een economie moet op andere factoren berusten dan een zwakke munt. Anderzijds maakt ze de import duurder. Sinds de stijging van de olieprijzen zijn we ons daar meer van bewust. Verzwakking kan dus een factor van inflatie zijn. Bovendien zou een voortdurende verzwakking op termijn het vertrouwen van de spaarder in de nieuwe munt kunnen ondermijnen, en dit zowel binnen als buiten Europa. De dollar is nu 2, 30 Mark waard. Er is een tijd geweest dat het meer dan 3 Mark was. De Mark is dus, tegenover de dollar, zwakker geweest dan de euro en het is toen bij niemand opgekomen om de Mark een slechte munt te noemen. De Mark had natuurlijk al een lange geschiedenis achter zich en niemand twijfelde er toen aan dat de internationale muntschommelingen op een mooie dag zouden omslaan in het voordeel van de Mark. Dat is wat er ook met de euro zal gebeuren. Guy QUADEN : Zeer zeker. In vergelijking met het moment waarop de euro werd ingevoerd, begin 1999, is in Europa de groei sterker en de werkloosheid lager terwijl de inflatie onder controle blijft. Op vandaag wordt de economische groei in de eurozone voor dit jaar op ongeveer 3,5 % geschat; dat is het beste cijfer sedert 10 jaar. En de Belgische economie draait zelfs nog beter: voor 2000 benadert de groei 4%. Op twee jaar tijd werden in België ongeveer jobs gecreëerd, zodat de werkloosheid eindelijk gevoelig begint te dalen. Dat is het belangrijkste en de euro is daar niet vreemd aan. IAB : Maar al dat goede nieuws is toch niet alleen te danken aan de komst van de euro? Guy QUADEN : Neen, natuurlijk niet. De internationale conjunctuur is verbeterd. Zo is er de heropleving van Azië en het feit dat de Amerikaanse economie op volle toeren is blijven draaien. Maar de invoering van de euro heeft bijgedragen tot een vernieuwde groei in onze landen door hen een veel stabielere economische omgeving te verschaffen, met name door het onherroepelijk vastleggen van de wisselpariteiten tussen elf munten, de vermindering van de inflatie en de beperking van de budgettaire tekorten. Er wordt veel gepraat over de wisselkoers van de euro tegenover de dollar. Maar er zijn andere wisselkoersen waarover gelukkig niet meer hoeft gepraat te worden, bijvoorbeeld die van de Belgische frank tegenover de Duitse Mark, de Italiaanse lire of 5 ACCOUNTANCY & TAX

6 interview de Franse frank. Dit type van monetaire onstabiliteit is volledig en definitief verdwenen met de invoering van de euro. Welnu, het was meteen ook de ergste onzekerheid voor onze economie, omdat onze ondernemingen het grootste deel van hun buitenlandse handel voeren met andere Europese landen. Onze buitenlandse handel met de overige landen van de eurozone is nu binnenlandse handel geworden die wordt georganiseerd in onze gemeenschappelijke munt, de euro. IAB : De euro is dus niet alleen onvermijdelijk, maar ook wenselijk voor het welzijn van de burgers en de bedrijven? Guy QUADEN : De euro was niet onvermijdelijk. Het is een project dat uiteindelijk geslaagd is omdat een aantal regeringen er hardnekkig aan zijn blijven werken. De euro was wenselijk, misschien vanuit politiek en psychologisch oogpunt, maar zeker vanuit economisch perspectief. De ene munt is het complement van de eengemaakte markt. Belgische bedrijven, om ons geval te nemen, participeren evenzeer aan de intra-europese handel als bedrijven uit New York dat aan de intraamerikaanse handel doen. Kan je je voorstellen dat een bedrijf uit New York zijn grondstoffen koopt in Texas en in Florida, zijn producten verkoopt in Illinois en in Californië en daarvoor vijf of zelfs vijftig verschillende soorten schommelende dollars zou moeten gebruiken? In het Belgische geval is de extra stabiliteit waarvoor de euro heeft gezorgd, bijzonder duidelijk. Denk maar terug aan de specifieke economische crisis die ons land heeft dooreengeschud: de dioxinecrisis. Als de macro-economische kosten Geen enkele lidstaat van de Europese Unie mag worden verplicht verder te gaan dan hij kan of wil, maar hij mag diegenen die dat wél willen, niet tegenhouden. daarvan binnen de perken zijn gebleven, dan is dat te danken aan de euro. Zonder euro zou de wisselkoers van de Belgische frank meer dan waarschijnlijk onder druk zijn komen te staan en zou de Nationale Bank de rentevoeten hebben moeten verhogen. De gevolgen van de crisis zouden dan ver buiten de onmiddellijk betrokken sectoren te voelen zijn geweest. IAB : Maar was het niet beter geweest, naar het voorbeeld van de Verenigde Staten, eerst een politieke unie op te richten alvorens op economisch vlak te gaan samenwerken? De lange overgangsperiode heeft onverschilligheid teweeggebracht. Maar de voorbereidingsinspanning moet terug aangezwengeld worden... De bijdrage van de beroepsinstituten, en meer bepaald van het IAB, is op dit vlak van zeer groot belang want de accountants en de belastingconsulenten zijn de natuurlijke bemiddelaars tussen de overheid en de vele ondernemingen. Guy QUADEN : Dat is een goede vraag, - of beter gezegd: was een goede vraag, want ze is intussen overbodig geworden. Het is inderdaad zo dat in de jaren 70 en 80 de monetaire unie werd beschouwd als het complement, niet alleen van de economische unie maar ook van een politieke unie. Men heeft de uitzonderlijke situatie aan het einde van de jaren 80 te baat genomen om zonder dralen de stap te zetten naar de monetaire unie die, zoals ik het al zei, onmisbaar was voor de eengemaakte markt: in ruil voor zijn hereniging heeft Duitsland aanvaard om de feitelijke monetaire macht die het in Europa uitoefende, te delen. Zo is het: van bij het begin beantwoordt de Europese constructie aan geen enkel vooraf opgesteld schema; het is een mooi en groots avontuur waarin de oprichting van de Centrale Bank en de invoering van de euro historische bakens zijn. De sterkte van de euro en de kracht van de Europese economie, het eerste handelsblok in de wereld, gaan hand in hand. De monetaire unie kan functioneren in de huidige institutionele configuratie, dat bewijst ze van dag tot dag. Maar het is geen optimaal functioneren. De euro gaat in zekere zin gebukt onder een dubbel gebrek aan imago. Eerst en vooral heeft de euro momenteel geen gezicht: gedurende een overgangsperiode van drie jaar, -

7 interview De heren Philip VAN EECKHOUTE, Johan DE LEENHEER, Guy QUADEN en Gérard DELVAUX. te lang - maar nodig voor de fabricatie van de munten en de biljetten, is hij niet tastbaar en blijft hij in de ogen van velen een virtuele munt. Dit probleem zal weldra opgelost zijn. Maar daarenboven heeft Europa zelf geen imago. Gezien vanuit Hong-Kong of Mexico, geeft ze nog altijd vooral de indruk een conglomeraat van landen te zijn die vaak niet in staat zijn om met één stem te spreken. De landen van de eurozone staan vandaag voor een nieuwe uitdaging: de komende jaren zullen zij, indien niet een politieke unie, dan toch minstens een zichtbaar en samenhangend politiek project moeten definiëren en gestalte geven. IAB : U wijt de externe zwakheid van de euro dus hoofdzakelijk aan politieke factoren? Guy QUADEN : Neen, deze factoren spelen enkel in de marge. Toen men van start ging met de euro, wist men dat er in lange tijd nog geen politieke unie zou komen, zelfs al kon men een snellere voortgang in die richting verwachten. De doorslaggevende factoren, als die er zijn, zijn van economische aard. De eonomische groei was sterker in de Verenigde Staten; kapitalen werden aangezogen door hogere rentevoeten en vooral, wanneer het de aankoop van aandelen of rechtstreekse investeringen betrof, door winstverwachtingen die hoger leken. Maar het groeiverschil wordt kleiner. De groei is op gang gekomen in Europa en zou, op een of andere dag, ietwat moeten vertragen in de Verenigde Staten. Tot op heden lijken deze laatste ook het enige land van de nieuwe economie te zijn. Maar de structurele hervormingen winnen terrein in Europa: nieuwe technologieën vinden er meer en meer hun weg; de concurrentie op de markten is toegenomen en de arbeidsmarkten worden flexibeler, zelfs al is zulke uitspraak taboe. Nu er ook orde op zaken wordt gesteld in de overheidsfinanciën, komt er geleidelijk aan ruimte om de fiscale en parafiscale druk in Europa te verminderen. Dat is belangrijk want die druk ligt momenteel in Europa veel hoger dan in de Verenigde Staten. IAB : U meent dus dat de markten de euro slecht inschatten? Guy QUADEN : Ja. De waardevermindering is bovenmaats geworden en niet langer gerechtvaardigd. De financiële markten zijn het beste middel dat men tot nog heeft gevonden om een economie te reguleren. Maar men moet ze ook niet tot in het extreme bewieroken. Het is altijd al zo geweest dat markten, - zowel de aandelen- als de deviezenmarkten, - op een bepaald ogenblik geneigd zijn tot overdrijven. Door hun recente tussenkomsten hebben de centrale banken hen dan ook een signaal willen geven. Maar de versterking van de externe waarde van de euro zal fundamenteel afhangen van de voortzetting van de consolidatie van de Europese economie en de ondernomen hervormingen. IAB : Heeft het Deense neen ook niet bijgedragen tot de daling van de euro? Guy QUADEN : Nee, want de laatste weken was dat neen voorspelbaar geworden. Anderzijds is Denemarken een sympathiek land met een doeltreffende economie. Maar het is ook een klein land, nog kleiner dan het onze en vijf miljoen personen méér of minder in de eurozone, dat zal de zaken niet fundamenteel veranderen. IAB : Ook de Britten lopen niet erg warm voor aanhechting bij de monetaire unie. Dat blijkt tenminste uit de peilingen. Guy QUADEN : Dat klopt, - momenteel althans. De meerderheid van de werkgevers en de syndicalisten zijn vóór aansluiting. Maar niet de meerderheid van de bevolking, en wel, naar het schijnt, omdat ze net als in Denemarken ten onrechte meent dat de monetaire unie sowieso naar de politieke unie leidt en daarvan wil ze niet weten. Ik betreur die keuze maar het is nu zo. En dus is er voor hen die vooruit willen met de Europese constructie, - de twaalf landen van de monetaire unie, - geen reden om nog langer te wachten. 7

8 interview Geen enkele lidstaat van de Europese Unie mag worden verplicht verder te gaan dan hij kan of wil, maar hij mag diegenen die dat wél willen, niet tegenhouden. IAB : De eurobiljetten en -muntstukken zullen beschikbaar zijn op 1 januari 2002, dat is ongeveer binnen een jaar. Denkt u dat de bedrijven en de burgers klaar zijn voor deze verandering? Guy QUADEN : Ze zullen er klaar voor moeten zijn en naarmate de beslissende datum dichterbij komt, zullen de voorbereidingen intensiever moeten worden. De invoering van de girale euro werd zeer goed voorbereid en de omschakeling van de banken en de financiële markten, begin 1999, is perfect verlopen. Daar staat tegenover dat nietfinanciële ondernemingen met uitzondering van de grote en particulieren de euro tot nog zeer weinig gebruiken. Het moet gezegd worden: er is ook geen stimulans toe aangezien de banken de conversie tussen de Europese munt en de nationale valuta automatisch en gratis uitvoeren. Bovendien heeft de lange overgangsperiode onverschilligheid teweeggebracht. Maar de voorbereidingsinspanning moet terug aangezwengeld worden want dit keer is heel de bevolking direct betrokken partij, evenals alle ondernemingen, met inbegrip van degene die enkel voor de binnenlandse markt werken. De bijdrage van de De invoering van de euro heeft bijgedragen tot een vernieuwde groei in onze landen door hen een veel stabielere economische omgeving te verschaffen, met name door het onherroepelijk vastleggen van de wisselpariteiten tussen elf munten, de vermindering van de inflatie en de beperking van de budgettaire tekorten. beroepsinstituten is op dit vlak van zeer groot belang. Ik reken in het bijzonder op de medewerking van het IAB. Uw Instituut heeft met het project Eurochallenger een erg positieve rol gespeeld in de vorige fase; ik ben het daar zeer dankbaar voor. De accountants en de belastingconsulenten zijn de natuurlijke bemiddelaars tussen de overheid en de vele ondernemingen. Ik twijfel er niet aan dat het De externe waarde van een munt is niet zonder belang, maar het is niet de grootste bekommernis van de Belgen. Zij willen vooral weten of de groei in ons land en in Europa zal aanhouden. IAB nogmaals zorg zal dragen voor het informeren van zijn leden en hun cliënten. IAB : De Europese Commissie heeft op 13 juni jongstleden haar toekomstige strategie met betrekking tot financiële informatie in Europa aangekondigd. De voornaamste pijler van deze strategie is erop gericht de boekhoudkundige harmonisering binnen de lidstaten te verhogen, door onder andere vanaf 2005 het gebruik van de IAS-normen op te leggen aan alle beursgenoteerde bedrijven voor hun geconsolideerde rekeningen. Denkt u niet dat de euro deze beweging zal versnellen door het gebruik van gemeenschappelijke boekhoudkundige normen bij alle bedrijven te bevorderen? Guy QUADEN : De euro is een hefboom waardoor Europese bedrijven hun competitiviteit kunnen verbeteren en hun investeerders een hogere return kunnen bieden. Maar het is noodzakelijk om de euro aan te vullen met een harmonisering van de normen, in het bijzonder van de boekhoudnormen en meer in het algemeen van alle spelregels. Dit alleen vermag een écht eengemaakte markt te realiseren, gekenmerkt door loyale concurrentie en waarbinnen het ontstaan van échte Europese ondernemingen wordt bevorderd. Het is overigens betreurenswaardig dat er nog geen statuut van Europese vennootschap bestaat. 8 ACCOUNTANCY & TAX

9 boekhoudrecht EUROPESE UNIE GEWONNEN VOOR INTERNATIONAL ACCOUNTING STANDARDS Verslag van de IAB-VBO Seminaries 25/10 en 28/11/2000 Op 13 juni 2000 publiceerde de Europese Commissie een Mededeling * aan de Raad en aan het Europees Parlement, waarin zij de verdere maatregelen belicht die in het kader van de EUstrategie inzake financiële verslaggeving zullen worden genomen. Gezien het belang van de aangekondigde maatregelen voor onze leden én voor de ondernemingen die zij adviseren, organiseerde het Instituut hierover, in samenwerking met het Verbond van Belgische Ondernemingen, op 25 oktober een seminarie. De grote belangstelling noopte ons tot een tweede sessie, die op 28 november werd georganiseerd. Een verslag... Na de inleiding van het seminarie door de heer Guy KEUT- GEN, bestuurder-secretaris-generaal van het VBO, kreeg de heer Karel VAN HULLE het woord om de Mededeling van de Europese Commissie toe te lichten. Vanuit zijn functie als Head of Unit-Financial Information and Company Law bij de Commissie is de heer Van Hulle één van de hoofdrolspelers in het hele project bijzonder goed geplaatst om aanleiding, achtergrond en concrete inhoud van de strategie ter zake te schetsen. In zijn betoog stelde hij dat dringende maatregelen nodig zijn teneinde de vergelijkbaarheid van de jaarrekeningen in de EU te verbeteren. Efficiënte en transparante financiële markten zijn immers van kapitaal belang voor de bevordering van groei en werkgelegenheid in de EU. De Vierde en Zevende Europese jaarrekeningrichtlijn (van respectievelijk 1978 en 1983), die de basis vormen voor het Belgisch boekhoud- en jaarrekeningrecht, blijken niet langer volledig te beantwoorden aan de behoeften van diegenen die de rekeningen opstellen en gebruiken, met name beursoverheden en investeerders, belastingoverheden, kredietverstrekkers en uiteraard ook ondernemingen en hun raadgevers, met name de accountants en de belastingconsulenten. * COM (2000) 359 def. Daarom zal de Commissie volgende stappen ondernemen: Vóór eind 2000 zal een formeel voorstel ter tafel liggen waarbij alle beursgenoteerde EU-ondernemingen worden verplicht om vanaf 2005 hun geconsolideerde jaarrekeningen op te stellen overeenkomstig de International Accounting Standards (IAS). Belangrijk is dat de Lidstaten de mogelijkheid zullen krijgen om het gebruik van de IAS ook op te leggen aan niet-beursgenoteerde ondernemingen en individuele jaarrekeningen. Dit wordt gekoppeld aan de invoering van een goedkeuringsmechanisme van de betrokken IAS-normen door de EU, het zogenaamde endorsement mechanism. Het betreft immers boekhoudkundige normen (op dit moment veertig in totaal, over uiteenlopende onderwerpen) die door een privé-organisatie, het International Accounting Standards Committee, worden opgesteld en bijgevolg vooraf geofficialiseerd dienen te worden teneinde ze verplicht te kunnen opleggen aan de betrokken ondernemingen. Bovendien zal werk worden gemaakt van een enforcement mechanism, een infrastructuur voor de waarborging van een strikte naleving van de IAS door de ondernemingen. Een ander belangrijk voornemen van de Commissie is dat vóór eind 2001 tevens een voorstel zal worden ingediend voor de modernisering van de Vierde en Zevende Richtlijn, dat met zekerheid gevolgen zal hebben voor alle Europese onderne- 9 ACCOUNTANCY & TAX

10 boekhoudrecht mingen die er via de nationale wetgeving inzake boekhouding en jaarrekening aan onderworpen zijn. Na dit globaal overzicht door de heer VAN HULLE, lichtte mevrouw Christine DARVILLE, juridisch adviseur VBO, de enquête toe die bij een representatief staal van beursgenoteerde ondernemingen peilde naar hun verwachtingen inzake deze Europese ontwikkelingen. Uit de enquêteresultaten blijkt vooreerst dat bij de vennootschappen onzekerheid heerst over de evolutie van buitenlandse boekhoudreferenties. Heel wat ondernemingen zitten met de essentiële vraag of de IAS-normen in het bijzonder door de Amerikaanse beurs zullen worden erkend. Gebeurt dat niet, dan zou het gebruik van de IAS-normen vennootschappen die op de Amerikaanse markt kapitaal willen ophalen, verplichten twee soorten boekhouding op te maken. Bovendien vertonen de IAS-normen op een aantal punten leemtes, en zouden deze niet aangepast zijn aan bepaalde bedrijfssectoren. Voor nagenoeg alle Belgische genoteerde vennootschappen impliceert het gebruik van een buitenlandse of internationale boekhoudkundige referentie de toepassing van de referentie als zodanig, zonder dat de Europese richtlijnen dienen in acht te worden genomen. Laatste vaststelling: mocht men naar een verplicht gebruik van de IAS-normen evolueren, dan koppelt een meerderheid van de ondervraagden het gebruik van de IAS-normen aan de mogelijkheid om een gerechtvaardigde afwijking te verkrijgen om van de US-GAAP * - referentie gebruik te maken. De heer Jean-Pierre MAES, Voorzitter van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen, deelde het aanwezige publiek mee dat de gesprekken over deze materie binnen de CBN nog niet Het panel met v.l.n.r. : Mevr. C. DARVILLE, Dhrn. J. DE LEENHEER, G. KEUTGEN, K. VAN HULLE, J. VERHOEYE en, in het spreekgestoelte, J.-P. MAES. werden afgerond, en dat hij bijgevolg geen definitief standpunt van de Commissie kon meedelen. Hij gaf aan de hand van een aantal -al dan niet persoonlijke- bedenkingen wel aan dat één en ander op Europees vlak nog verdere uitwerking behoeft. Zo stelt zich o.m. de vraag naar de aanpassing van het vennootschapsrecht aan de IAS- boekhoudnormen. Minstens even belangrijk is de overweging dat in de totstandkoming van de IAS-normen terdege rekening dient te worden gehouden met de Europese belangen en met een Europese visie. Dit vanuit de wetenschap dat een Europese invloed binnen het IASC op dit moment nagenoeg onbestaand is. Voorts zal ook de taakinhoud van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen zelf wijzigen, indien men meer en meer naar een Europees uniform boekhoudkader evolueert. De heer Jan VERHOEYE, accountant en docent aan de Hogeschool Gent, had het in zijn uiteenzetting over, enerzijds, enkele opvallende verschillen tussen IAS en de actuele Belgische boekhoudregels en, anderzijds, wat de mogelijke invloed zou kunnen zijn op de KMO-boekhouding, die - minstens in eerste instantie - niet door de Europese Commissie lijkt te worden geviseerd. Samenvattend kan worden gesteld dat deze spreker er van overtuigd is dat de nauwe verwantschap tussen de boekhoudregels en het fiscaal winstbegrip zal verminderen, waardoor wij voor eenzelfde onderneming geleidelijk zullen evolueren in de richting van twee jaarrekeningen, een fiscale en een economische. Voorts moet te allen prijze worden vermeden dat de IAS-gebruikers zich zouden beperken tot een soort "pick and go", waarbij enkel die elementen die de onderneming kunnen dienen zouden worden gehanteerd, maar andere - minder positieve - IAS-regels zouden worden 'vergeten'. Het staat vast, zo besloot de heer VERHOEYE, dat de accountants en belastingconsulenten voor een periode van belangrijke wijzigingen staan, hetgeen betekent dat ook een doorgedreven opleiding in deze materie zich opdringt. Het slotwoord werd gegeven door de heer Johan DE LEENHEER, Voorzitter IAB. Hoezeer ook wij de idee van een coherente, gemeenschappelijke boekhoudkundige taal genegen zijn, hoe groot ook de voordelen zijn van meer transparantie en betere internationale vergelijkbaarheid, we moeten toegeven dat de switch naar de IAS een ware cultuurschok betekent, aldus de voorzitter. Eén en ander wordt nog meer bemoeilijkt door de taalbarrière. De affiniteit met de Engelse taal, waarin de IAS-normen zijn opgesteld, ligt niet in alle economische sectoren voor de hand. Bovendien laten de Engelse termen zich niet altijd zomaar vertalen naar het Nederlands of het Frans: de inhoud ervan wil nogal eens verschillen van land tot land. Een Franse vertaling van de IASnomen is reeds voorhanden, een Nederlandse niet. Met betrekking tot dit punt onderneemt het IAB overigens nù al concreet actie, en dit in samenwerking met CBN, IBR en de respectievelijke Nederlandse zusterorganisaties. Het staat vast dat de omschakeling naar de IAS op een degelijke manier moet worden begeleid, en hiervoor ziet de voorzitter een belangrijke taak weggelegd voor de ondernemingsorganisaties, de CBN en de beroepsinstituten. Een belangrijke opdracht van het IAB is de informatieverstrekking aan en de vorming van de accountants en de belastingconsulenten. Het IAB zal de leden systematisch op de hoogte houden over de ontwikkelingen op het vlak van de IAS via zijn website en andere informatiekanalen. Het is immers de stellige bedoeling van het Instituut om in het licht van de verdere ontwikkelingen in te spelen op nieuwe vragen en behoeften die bij de leden zouden ontstaan. 'De informatievergadering, die het resultaat is van een vruchtbare samenwerking tussen het Instituut en het VBO, is reeds een stap in de goede richting', aldus nog de Voorzitter. * United States Generally Accepted Accounting Principles 10

11 fiscaliteit ADMINISTRATIEF BEZWAAR EN GERECHTELIJK VERHAAL INZAKE DOUANE EN ACCIJNZEN Luc GHEYSENS Advocaat aan de Balie van Kortrijk Gheysens Soetaert & Partners - Wevelgem Professor aan de FHS, VLEKHO en UIA De Wet van 30 juni 2000 tot wijziging van de Algemene Wet inzake Douane en Accijnzen (AWDA) en tot instelling van een administratief recht van bezwaar (B.S., 12 augustus 2000) regelt het administratief luik van de procedure inzake douane en accijnzen (administratief bezwaar/beroep). Hiermee voldoet België aan de verplichting die vervat ligt in artikel 243 van het Communautair Douanewetboek, dat in België zoals in de andere lidstaten van de Europese Unie, van kracht is sinds 1 januari Het gerechtelijk luik van de procedure inzake douane en accijnzen (verhaal voor de rechter) werd eerder al geregeld door de Wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, de Wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken en het K.B. tot uitvoering van artikel 7 van de Wet van 23 maart 1999 (B.S., 27 maart 1999). In de hierna volgende bijdrage brengen we een beknopt overzicht van beide luiken van de procedure inzake douane en accijnzen. 1. DRAAGWIJDTE A. Artikel 243 van het Communautair Douanewetboek stelt dat iedere persoon het recht heeft beroep in te stellen tegen beschikkingen van de douaneautoriteiten die betrekking hebben op de toepassing van de douanewetgeving en die hem rechtstreeks en individueel raken. Dit recht wordt ook toegekend aan personen die de douaneautoriteiten om een beschikking hebben verzocht maar niet hebben verkregen binnen de in artikel 6, lid 2, bedoelde termijn. Het Communautair Douanewetboek legt iedere lidstaat op een douaneautoriteit aan te wijzen waarbij dit administratief recht op beroep kan worden uitgeoefend. B. De Wet van 30 juni 2000 tot wijziging van de AWDA en tot instelling van een administratief recht van bezwaar wijst de directeur-generaal van de Administratie der douane en accijnzen in Brussel aan als bevoegde autoriteit om het administratief beroep te ontvangen en te beoordelen. De wet zegt ook in welke gevallen en binnen welke termijnen dit administratief beroep (bezwaar) moet worden aangetekend en voorziet, overeenkomstig artikel 243 van het Communautair Douanewetboek, zowel in het geval er een beslissing wordt genomen als wanneer er geen beslissing wordt genomen, in een administratief verhaal. C. Het verhaal voor de rechter werd, zoals gesteld in de inleiding, geregeld door de Wetten van 15 maart 1999 en 23 maart 1999 en het uitvoeringsk.b. Dergelijk verhaal vanwege de belastingplichtige moet bij verzoekschrift (met de aangevochten beslissing aangehecht) worden ingesteld voor de bijzondere fiscale rechtbank die in elke hoofdplaats van elke provincie werd georganiseerd (+ Eupen voor de Oostkantons). Ook het verzet tegen een dwangbevel van de Administratie moet voortaan worden ingeleid bij verzoekschrift voor de fiscale rechtbank (art. 313 en 314 AWDA). Duitstalige procedures worden verplicht ingeleid voor de fiscale rechtbank in Eupen. Alle fiscale rechtbanken vormen een onderdeel van de rechtbank van eerste aanleg. 11

12 fiscaliteit Als de Staat (Ministerie van Financiën departement douane en accijnzen) een gerechtelijke vordering wil inleiden, moet zij dit doen bij dagvaarding voor de burgerlijke rechtbank of voor de strafrechtbank (correctionele rechtbank) als zij ook straffen vordert. Zij kan ook een dwangbevel uitvaardigen dat aan de Administratie een uitvoerbare titel verleent en definitief wordt als de belastingplichtige binnen de 3 maanden daartegen geen verzet inleidt bij de fiscale rechtbank. 2. BESPREKING a. Het recht op beroep titel VIII artikelen 243 t.e.m. 246 Communautair Douanewetboek Er staat een administratief recht op beroep bij de directeur-generaal van de Belgische Administratie der douane en accijnzen open voor elke persoon die door een beschikking van de Belgische douaneautoriteiten rechtstreeks en individueel geraakt wordt op het gebied van douane en accijnzen en de met accijnzen gelijkgestelde indirecte belastingen (milieutaksen, openingsbelasting, vergunningsrecht en energiebijdragen). Het administratief beroep staat open tegen een beschikking en tegen het feit van een niet-beschikking. Krachtens artikel 6 van het Communautair Douanewetboek moeten de bevoegde douaneautoriteiten, indien zij daartoe verzocht worden, binnen een op nationaal niveau vastgestelde termijn, een beschikking omtrent de toepassing van de douanewetgeving nemen. Deze termijn mag worden overschreden als de douaneautoriteiten hem niet in acht kunnen nemen. Zij moeten de verzoeker hiervan vóór het verstrijken van betreffende termijn kennisgeven met vermelding van de redenen van de overschrijding en van de nieuwe termijn die zij nodig achten om een beslissing te nemen. De douane mag dus zelf de duur van de nieuwe termijn bepalen. Artikel 243 stelt een dubbel beroep in, nl. : in een eerste fase : bezwaar bij de nationale douaneautoriteit (in België : de directeur-generaal van douane en accijnzen) in een tweede fase : beroep bij de rechtbanken. Het beroep heeft t.a.v. de tenuitvoerlegging van de aangevochten beschikking geen schorsende werking, maar de douane kan de tenuitvoerlegging toch opschorten (geheel of gedeeltelijk) als zij gegronde redenen heeft om te twijfelen aan de overeenstemming van de aangevochten beschikking met de douanewetgeving, of nog indien de belanghebbende onherstelbare schade dreigt te lijden. Als er rechten bij in- of uitvoer in het spel zijn, moet er principieel een zekerheid worden gesteld bij opschorting, maar de douane kan ook van deze zekerheid afzien als het stellen van dergelijke zekerheid ernstige economische of sociale moeilijkheden zou kunnen veroorzaken bij de schuldenaar. Concreet betekent dit dat de douane - en/of accijnsschuldenaar recht heeft op het feit dat er geen zekerheid wordt gesteld als hij de mogelijkheid van deze moeilijkheden kan aantonen. Artikel 246 stelt dat het hierboven uiteengezet recht op beroep niet van toepassing is in strafzaken. Het verzoekschrift is tegensprekelijk, bijgevolg moet het in zoveel exemplaren worden neergelegd als er partijen zijn, met daarnaast nog een exemplaar voor de rechtbank en één voor de procureur. Aan elk verzoekschrift moet een exemplaar van de bestreden beslissing worden gehecht of een kopie van de beroepsakte met het ontvangstbewijs van neerlegging. Op de mogelijkheid tot het horen van de accountant, erkend boekhouder of bedrijfsrevisor komen we hierna terug (c. Vordering in rechte, B, 4 4❷ Rechtstreekse dagvaarding door de Administratie). Beroep is ingevolge het nieuw ingevoegde 32 in artikel 576, eerste lid, Gerechtelijk Wetboek ook mogelijk voor procedures met een inzet van minder dan BEF. b. Het administratief bezwaar (beroep) van de Wet van 30 juni 2000 (B.S., 12 augustus 2000) Het is van groot belang dat de belastingplichtige die zich tekortgedaan voelt, het artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd door de Wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, niet uit het oog verliest. Doet hij dat toch, dan kost hem dit zijn rechterlijk verhaal. Dit artikel bepaalt uitdrukkelijk dat de belastingplichtige niet naar de rechtbank kan als hij niet vooraf het door de wet georganiseerd administratief beroep heeft ingesteld. Het verzoekschrift voor de fiscale rechtbank moet op straffe van verval binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing m.b.t. het administratief verhaal uitgeoefend worden of, als er over het administratief beroep geen uitspraak is gedaan, ten vroegste na verloop van 6 maanden vanaf de datum van ontvangst van het administratief beroep. De termijn van 6 maand kan nog eens met drie maanden worden verlengd als de betwiste aanslag van ambtswege door de Administratie is gevestigd. Het administratief verhaal (beroep) kan slechts worden ingesteld tegen beschikkingen van de gewestelijk directeur der douane en accijnzen of van een ambtenaar met een gelijkwaardige graad (i.e. de graad van directeur) aangesteld door de minister (art. 212 AWDA) Het M.B. van 14 oktober 2000 (B.S. 20 oktober 2000) heeft de directeurs (diensthoofden van een departement) en inspecteurs-generaal geassimileerd met de gewestelijk directeur. 12

13 fiscaliteit Een beschikking is elke beslissing van de Administratie der douane en accijnzen die voor een of meer personen rechtsgevolgen heeft. Als de beschikking uitgaat van andere dan de hierboven vermelde ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen moet hun beslissing eerst worden voorgelegd aan de gewestelijk directeur der douane en accijnzen of zijn equivalent die een beschikking moet treffen alvorens daartegen administratief verhaal kan ingesteld worden. Tegen een transactiebeschikking kan men geen administratief verhaal instellen. Administratief verhaal is, in theorie, ook niet mogelijk in strafzaken (dit zijn douane en accijnszaken waarin strafrechtelijk beteugelde inbreuken zijn begaan). Niets belet evenwel de douane om op een ingesteld administratief verhaal een beschikking voor het burgerlijk gedeelte te nemen. Het administratief verhaal wordt ingesteld bij de directeur-generaal van de Administratie der douane en accijnzen bij wijze van een gemotiveerd verzoekschrift dat op straffe van verval moet worden ingediend bij een ter post aangetekende brief binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de datum van verzending van de aangevochten beschikking of te rekenen vanaf het verstrijken van de wetteljk vastgestelde termijn waarbinnen de Administratie een beschikking kan treffen of, als er geen wettelijke termijn is bepaald voor het treffen van een beslissing, binnen de 2 maanden vanaf de dag volgend op de dag van de afgifte ter post van de aangetekende brief waarbij de Administratie wordt aangemaand een beschikking te nemen. Artikel 215 (nieuw) van de AWDA, dat behoort tot het hoofdstuk XXIII (recht van administratief beroep) verplicht de directeur-generaal om een ontvangstbewijs uit te reiken met daarop de datum van ontvangst van het verzoekschrift. Deze datum is belangrijk; hij is immers bepalend voor de vervaltermijn waarbinnen de rechtsvordering vervolgens moet worden ingesteld. Als de belastingplichtige in zijn verzoek vraagt om gehoord te worden, moet hij uitgenodigd worden binnen een termijn van 30 dagen (art. 217 AWDA). Tot aan de beslissing van de directeur-generaal mag de belastingplichtige nieuwe middelen aanwenden. Krachtens de Wet op de openbaarheid van bestuur (11 april 1994, B.S., 30 juni 1994) heeft de belastingplichtige recht op inzage van de administratieve dossierstukken. De directeur-generaal of de daartoe gemachtigde ambtenaar moet zijn beschikking behoorlijk motiveren. Doet hij dit niet, dan schendt hij de Wet van 29 juli motivering bestuurshandelingen (B.S., 12 september 1991) en zal zijn beslissing vernietigd worden door de opvolgende rechtbank. Wie niet gehoord wordt niettegenstaande zijn verzoek, kan met succes eveneens de nietigheid van de beslissing inroepen voor de rechtbank. Een directeur-generaal die niet binnen een redelijke termijn beschikt, schendt niet alleen de beginselen van behoorlijk bestuur die in fiscalibus sinds het cassatiearrest van 27 maart 1992 onvoorwaardelijk van toepassing zijn en die uitdrukkelijk bevestigd werden door de Minister van Financiën in een nieuwe circulaire m.b.t. de beginselen van behoorlijk bestuur * maar kan ook buitenspel worden gezet door een rechtsvordering die men kan instellen ten vroegste 6 maanden nadat bij de directeur-generaal beroep werd ingesteld (eventueel te verlengen met 3 maanden als de betwiste vordering van ambtswege door de Administratie is gevestigd). Het formeel bezwaar, zoals geregeld bij de Wet van 30 juni 2000, heeft het informeel administratief bezwaar/beroep niet opgeheven. Bij een geschil met verifiërende ambtenaren nopens het toe te passen tarief inzake de douanewaarde, etc. kan men nog steeds de zaak aanhangig maken bij de gewestelijk directeur of direct bij het hoofdbestuur. Pas als de gewestelijk directeur een beslissing neemt, loopt de termijn van formeel administratief bezwaar. Wij zijn van oordeel dat zelfs indien de centrale Administratie een beslissing neemt (zelfs indien dit gebeurt door een ambtenaar die de graad van directeur heeft), men hiertegen slechts formeel bezwaar kan aantekenen als deze beslissing al dan niet gewijzigd wordt overgenomen door een gewestelijk directeur. In België is er een gewestelijk directeur in Gent voor Oost- en West-Vlaanderen, in Antwerpen voor een deel van de provincie Antwerpen, in Hasselt voor de provincie Limburg met het arrondissement Turnhout, in Brussel voor Brabant, in Bergen voor Henegouwen en Namen en in Luik voor de provincies Luik en Luxemburg. c. Vordering in rechte Ingevolge de Wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken (B.S., 27 maart 1999) moeten alle fiscale vorderingen gebracht worden voor de fiscale rechtbanken die in de hoofdstad van iedere * Circulaire van 18 september 2000 (Ci.RH 863/ ) : de directeursbeslissing moet niet enkel in feite en in rechte gemotiveerd zijn, maar de motivatie moet bovendien voldoende adequaat en draagkrachtig zijn in de zin van de Wet-Motivering Bestuurshandelingen van 29 juli

14 fiscaliteit provincie zijn ingesteld : Brugge, Gent, Antwerpen, Hasselt, Luik, Aarlen, Namen, Nijvel, Leuven, Brussel (voor het Hoofdstedelijk Gewest) en Eupen (voor de duitstalige procedures. Zoals gezegd, zijn de fiscale rechtbanken een onderdeel van de rechtbanken van eerste aanleg. Tegen een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg in fiscalibus is steeds hoger beroep mogelijk bij het Hof van Beroep. De bevoegde fiscale rechtbank is deze in wiens rechtsgebied het kantoor gelegen is waar de belasting is of moet worden geïnd of indien de vordering niet slaat op de inning van rechten, in wiens gebied de belastingdienst is gevestigd die de bestreden beschikking heeft getroffen. A. Als de belastingplichtige eiser is, moet hij zijn vordering aanhangig maken bij verzoekschrift op tegenspraak, waarbij, op straffe van nietigheid, een exemplaar van de bestreden beslissing gevoegd wordt. De volgende situaties zijn denkbaar: als er nog niet is beschikt op administratief beroep, dan moet in de plaats van de niet-bestaande beslissing, een afschrift van het administratief beroep en van de ontvangstmelding van dit beroep worden bijgevoegd (eveneens op straffe van nietigheid); als er (nog) niet is beschikt, dan kan de belastingplichtige zijn vordering slechts inleiden vanaf de eerste dag van de zevende maand volgend op de datum van ontvangst van het administratief beroep (termijn die verlengd wordt met drie maanden als de Administratie de vordering vestigde van ambtswege); als er uitspraak is gedaan op het ingesteld administratief beroep, dan moet de belastingplichtige, op straffe van verval uiterlijk binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing op het administratief verhaal, het verzoekschrift hebben neergelegd bij de griffie van de fiscale rechtbank (met afschrift van de beschikking). In dit verband verwijzen we naar de gewijzigde artikelen van het Gerechtelijk Wetboek 632, en de nieuw ingevoegde artikelen 1385decies en 1385undecies. B. Als de Administratie eiseres is, kan zij 3 zaken doen: ofwel een dwangbevel uitsturen 4 4➊ ofwel rechtstreeks dagvaarden voor de burgerlijke (fiscale) rechtbank4 4❷ ofwel dagvaarden voor de correctionele rechtbank. 4 4❸ ➊ De Administratie beschikt, net als vroeger, over de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen als zij kiest voor de weg van dadelijke uitwinning (art. 314 AWDA, zoals gewijzigd in zijn paragrafen 3 en 4 door de Wet van 30 juni 2000 tot wijziging van de AWDA). De dadelijke uitwinning geschiedt door middel van een dwangbevel, gegeven door de ontvanger en uitvoerbaar verklaard door de gewestelijk directeur van de woonplaats van de schuldenaar of diens borg en moet door de Administratie ter kennis gebracht worden van de belastingplichtige. Van zodra het dwangbevel betekend is (dit kan met een aangetekende brief of met deurwaardersexploot) kan de dadelijke uitwinning alleen worden opgeschort door een vordering in rechte (gewijzigd art. 314, 3 AWDA). De vroegere tekst luidde als volgt: "Als van het dwangbevel eenmaal kennis is gegeven kan de dadelijke uitwinning alleen worden opgeschort door verzet van de partij, betekend aan de vervolgende ontvanger. Het verzet moet met redenen zijn omkleed en tevens voor de ontvanger dagvaarding bevatten om binnen de 10 dagen na het verzet voor de rechter te verschijnen, overeenkomstig de regels door het Gerechtelijk Wetboek voorgeschreven inzake bevoegdheid en rechtspleging." In de nieuwe regeling moet de belastingplichtige o.i. zijn vordering in rechte instellen door een verzoekschrift dat binnen de 3 maanden vanaf de datum van betekening/kennisgeving moet worden neergelegd op de griffie van de fiscale rechtbank, samen met een afschrift van het dwangbevel (op straffe van nietigheid). O.i. kan er geen dwangbevel noch andere uitvoering worden opgestart zolang de administratieve formele procedure en de gerechtelijke procedure lopen. Wij raden de belastingplichtige evenwel aan om het verzoekschrift neer te leggen van zodra hem een dwangbevel betekend wordt, zo mogelijk binnen de (oude) termijn van 10 dagen. Beroep tegen het vonnis van de fiscale rechtbank, gewezen op verzet tegen een dwangbevel, geschiedt binnen de maand vanaf de betekening van het verzetsvonnis. Vroeger (tot vóór 12 augustus 2000) was de belastingplichtige verplicht om vooraf de som, waartoe hij veroordeeld was, te consigneren. De oude paragraaf 4 van artikel 314 AWDA luidde: "geen rechtsmiddel tegen het vonnis dat over het verzet uitspraak doet, ontvankelijk is als het bedrag van de veroordeling niet vooraf in bewaring is gegeven." Deze consignatieverplichting werd in de nieuwe 4 versoepeld. Zo is de ontvanger vrij al dan niet een consignatie te vragen. Als hij dat doet, dan moet hij in een aangetekende brief daartoe een verzoek richten aan de belastingplichtige. Rekeninghoudend met de financiële toestand van de schuldenaar, kan hij zijn verzoek beperken tot een gedeelte van de verschuldigde bedragen. De belastingplichtige die het voorwerp is van een dergelijk verzoek, heeft het recht de consignatie te vervangen door een zakelijke of persoonlijke zekerheid. De Administratie der douane en accijnzen moet deze zakelijke of persoonlijke zekerheid dan wel nog aanvaarden; wij menen evenwel dat ze de aangeboden zekerheid niet willekeurig kan weigeren. Dergelijke consignatie of zekerheid moet worden gesteld binnen de twee maanden vanaf de kennisgeving van het verzoek. 14

15 fiscaliteit Het Hof van Beroep, gevat door de belastingplichtige, moet in geval van niet-betaling van de consignatiesom/het niet stellen van de gevraagde zekerheid, binnen de drie maanden vanaf het verstrijken van de termijn waarbinnen er moest geconsigneerd worden/ zekerheid moest gesteld worden, de vordering niet-ontvankelijk verklaren. Dit is niet het geval wanneer de belastingplichtige binnen de twee maanden vanaf het verstrijken van genoemde termijn een behoorlijk gemotiveerd verzoekschrift indient bij het Hof en een arrest bekomt binnen de drie maanden waarbij het verzoek tot consignatie/zekerheid ongegrond werd verklaard. Vraag is wanneer de hierboven gestelde termijn van drie maanden begint te lopen en welke de sanctie is als er geen arrest volgt binnen de drie maanden. Het is duidelijk dat een verzoek tot ontheffing van de consignatie/zekerheidsverplichting zal moeten gemotiveerd worden door financiële redenen en/of redenen die doen blijken dat de onderneming, als zij dergelijke consignatie/zekerheid moet stellen, in gevaar kan komen (cf. art. 243 e.v. van het Communautair Douanewetboek). Een consignatie/zekerheid kan slechts gevraagd worden als het vonnis de door de schuldenaar ingestelde eis heeft verworpen. De gevorderde bedragen moeten in consignatie worden gegeven/de zekerheid moet gesteld worden binnen de 2 maanden vanaf de kennisgeving. De Wet van 30 juni 2000 heeft als het ware geruisloos de paragrafen 4 en 5 van artikel 313 van de AWDA opgeheven. Een en ander is niet zonder belang. Het vroegere artikel 313 bepaalde in zijn vierde paragraaf: "het voorrecht en de wettelijke hypotheek (dat de Administratie nog steeds heeft krachtens art ,2 en 3) gaan in met de dag dat de schuld is aangegaan en eindigen drie jaar nadat dezelfde invorderbaar is geworden." en in zijn vijfde paragraaf: "het recht van dadelijke uitwinning strekt zich uit tot de borgen der belastingschuldige en eindigt, zo ten aanzien van de enen als van de anderen, drie jaar nadat de schuld invorderbaar is geworden. Na die tijd behoudt de ontvanger echter, namens de administratie, de gewone personele actie tegen de debiteur, behalve in die gevallen, in welke een kortere termijn van verjaring is bepaald." Wat de concrete gevolgen van deze afschaffing zullen zijn, is nog niet duidelijk. O.i. speelt de afschaffing ervan in het nadeel van de belastingplichtige, die vroeger de klem van drie jaar kon gebruiken. Verder menen wij dat het genomen voorrecht en de gevestigde wettelijke hypotheek geldig blijven, zelfs na verloop van de vroegere termijn van 3 jaar. Ook de borgen kunnen langer dan drie jaar gehouden zijn. Ter zake blijven natuurlijk de verjaringsregels in burgerlijke zaken van toepassing. Het voorrecht van de Administratie dat bepaald is in artikel 313, is zeer ruim en slaat bv. ook op alle werktuigen en gereedschappen die in "de fabrieken en trafieken van de belastingschuldige gevonden worden" zonder onderscheid aan wie zij in eigendom toebehoren. Verder is de Administratie boven alle andere crediteuren bevoorrecht op de goederen die ten name van de debiteur in entrepot zijn. Dit zeer ruime voorrecht werd onlangs nog bevestigd in een arrest van het Hof van Beroep te Gent. Ook op de goederen van "onschuldige" eigenaars kan de Administratie uitvoeren. De wettelijke hypotheek zal kosteloos worden ingeschreven door de bewaarders van de hypotheken met inachtneming van de formaliteiten opgesomd door artikel 89 van de Wet van 16 december Voorrecht en hypotheek kunnen slechts omzeild worden door een borgtocht in geld, in onroerende goederen of een inschrijving in het "groot boek". ❷ Rechtstreekse dagvaarding door de Administratie der douane en accijnzen voor de fiscale rechtbank De douane is o.i. niet verplicht om een dwangbevel uit te sturen: zij zou nog steeds te allen tijde een dagvaarding kunnen uitsturen voor de fiscale rechtbank (als men nog niet in het keurslijf zit van het formele administratieve verhaal). Artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zegt enkel dat als de belastingplichtige vooraf niet zijn administratief beroep heeft uitgeput, diens vordering tegen de belastingadministratie niet toegelaten is. Dit artikel spreekt niet over de vordering van de Administratie. Uit het tweede en derde lid van artikel 1385undecies zou men kunnen afleiden dat de Administratie haar dagvaarding zou kunnen inleiden ten vroegste 6 maanden (eventueel te vermeerderen met 3 maanden) vanaf de datum van ontvangst van het administratief beroep, zo over dit beroep geen uitspraak is gedaan. In geval van rechtstreekse dagvaarding bestaat er geen consignatieverplichting/verplichting tot zekerheidstelling als de belastingplichtige tegen dit vonnis hoger beroep aantekent en hij veroordeeld is tot het betalen van rechten of accijnzen. Zowel in het geval van een rechtstreekse dagvaarding als in het geval van een verzoekschrift kan de belastingplichtige, bij conclusie, de rechter vragen om zijn accountant, erkend boekhouder of bedrijfsrevisor te horen. Dit "horen" kan zowel schriftelijk als mondeling zijn. De rechter is niet verplicht op de vraag in te gaan. Het "horen" heeft alleen betrekking op feitelijke elementen of op rechtsvragen in verband met de toepassing van het boekhoudrecht. Niet elke accountant, erkend boekhouder of bedrijfsrevisor moet gehoord worden: enkel de persoon die zich gewoonlijk bezighoudt met de boekhouding of die heeft meegewerkt aan het opstellen van de belastingsaangifte of die de belastingplichtige heeft bijgestaan in de administratieve bezwaarprocedure. Voorziening in cassatie is mogelijk tegen een arrest van het Hof van Beroep, rechtsprekend in burgerlijke zaken en moet gebeuren door een advocaat binnen de drie maanden vanaf de betekening door de gerechtsdeurwaarder van het arrest van het Hof van Beroep. Het moet binnen deze termijn samen met het exploot van betekening aan de tegenpartij ter griffie van het Hof van Cassatie worden neergelegd. Cassatieberoep schort de uitvoering van het arrest van het Hof van Beroep niet op. 15

16 fiscaliteit ❸ Dagvaarding voor de correctionele rechtbank Van zodra de Administratie van plan is om naast de rechten en accijnzen ook boeten en andere straffen te vragen, kan zij sowieso (zonder gebonden te zijn aan termijnen andere dan de verjaringstermijnen) naar de strafrechter stappen en de betrokkenen dagvaarden voor de correctionele rechtbank. De Administratie der douane en accijnzen kan alle feiten ter kennis brengen van de Procureur des Konings. Zij behoeft daartoe geen machtiging van de bevoegde gewestelijk directeur. Andere fiscale administraties hebben deze machtiging wél nodig (art. 10 van de Wet van 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, dat art. 29, 2de lid van het Wetboek van Strafvordering in die zin gewijzigd heeft). Wij menen dat de belastingplichtige ook in het kader van een strafrechtelijke procedure de rechter kan vragen om de door hem "gekozen" accountant, erkend boekhouder of bedrijfsrevisor te horen, hetzij op conclusies en schriftelijke nota s, hetzij mondeling. Deze mogelijkheid staat niet uitdrukkelijk ingeschreven in de Wet van 23 maart 1999 maar anders oordelen zou o.i. de principes van gelijkheid schenden die neergelegd zijn in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Iedere schending van deze principes impliceert het risico van een veroordelend arrest van het Arbitragehof. Enkel feiten of rechtsvragen in verband met de toepassing van het boekhoudrecht kunnen aan bod komen. In strafprocedures is er geen sprake van het stellen van consignatie/zekerheid in geval men zich in hoger beroep voorziet. Integendeel, door het instellen van hoger beroep en ook het cassatieberoep wordt de beslissing die voordien genomen is, tenietgedaan. Strafprocedures bieden het voordeel dat de belastingplichtige nooit kan veroordeeld worden tot het uitvoeren van een vonnis of arrest waartegen respectievelijk beroep of cassatieberoep werd ingesteld. Een tussengekomen en uitgevoerde transactie annuleert een eerder geveld vonnis of arrest in strafzaken en verhindert de verdere behandeling van het hangend verhaal (beroep/cassatieberoep). Zowel hoger beroep als cassatieberoep moeten aangetekend worden binnen de 15 dagen na de tegensprekelijke uitspraak. In geval van veroordeling bij verstek, loopt deze termijn slechts vanaf het ogenblik van de persoonlijke betekening van de verstekuitspraak aan de belanghebbende. Hoger beroep wordt aangetekend op de griffie van de correctionele rechtbank en cassatieberoep op de griffie van het Hof van Beroep. 3. INWERKINGTREDING A. Het Communautair Douanewetboek is in werking getreden sinds 1 januari B. De Wet op het administratief verhaal is in werking getreden op 12 augustus 2000 voor de gevallen van inning van douanerechten en accijnzen waarvan de douaneschuld is ontstaan vanaf 12 augustus 2000 en voor de gevallen waarin een douanebeschikking is genomen vanaf 12 augustus De gewijzigde procedureregels in geval van dadelijke uitwinning (art. 313 en 314 AWDA) zijn eveneens onmiddellijk van toepassing op procedures die hangend zijn/aanhangig worden gemaakt vanaf 12 augustus C. De Wet van 30 juni 2000 heeft het volledige Hoofdstuk XXIII van de AWDA (art. 212 tot 219) vervangen. Het oud Hoofdstuk XXIII droeg als titel: "Geschillen betreffende de waarde van de goederen". De afschaffing hiervan betekent dat de zeer korte procedure waarin destijds voorzien was in geval men niet akkoord ging met de door de verificateur vastgestelde douanewaarde op het ogenblik van de invoer, niet meer bestaat. Indien de afschaffing betekent dat de aangever/andere douaneschuldenaar in afwachting van een beslissing hetzij op informeel, hetzij op formeel administratief verhaal, hetzij van de rechtbank, de volgens de douane ontstane douaneschuld niet moet betalen c.q. niet moet borgen, dan hoeft deze afschaffing geen nadeel te betekenen voor de persoon in kwestie. Maar of dit in werkelijkheid ook zo is, kan lang niet met zekerheid bevestigd worden. In dit verband wensen wij nog de volgende bedenking mee te geven. Het oud artikel 217 verplichtte de aangever te borgen als hij het resultaat van de verificatie betwistte en in hoger beroep ging. Nu artikel 217 is weggevallen, zou men a contrario (niet zonder succes) kunnen verdedigen dat deze verplichting niet meer bestaat. 16

17 vennootschapsrecht NORMEN inzake het verslag op te stellen bij de omzetting van een vennootschap Hierna vindt u de nieuwe normen zoals goedgekeurd door de Raad van het IAB op 5 juni Heel algemeen kan gesteld worden dat het nieuwe Wetboek van Vennootschappen deze materie sterk heeft beïnvloed. Het is niet de bedoeling de concrete wijzigingen die de normen hebben ondergaan, hier in extenso te becommentariëren, - dat zal gebeuren in een volgend nummer van Accountancy & Tax. Het meest fundamentele verschil met de vroegere normen stippen we nu evenwel al aan. Het betreft de herformulering van de opdracht van de beroepsbeoefenaar bij omzetting van een vennootschap, zoals die voorvloeit uit het artikel 777 van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen. Voortaan zal de commissaris-revisor, de bedrijfsrevisor of de externe accountant moeten aangeven of er enige overwaardering van het nettoactief heeft plaats gehad. Het oude artikel 167 van de Vennootschappenwet daarentegen vereiste van de beroepsbeoefenaar een verklaring dat "de toestand van de vennootschap op volledige, getrouwe en juiste wijze" was weergegeven. De nieuwe normen treden, net als het Wetboek van Vennootschappen, in werking op 6 februari Tot zolang blijven de normen, goedgekeurd door de Raad van het IAB op 7 juni 1999 (zie De Belgische Accountant & Belastingconsulent, okt.-nov.-dec. 1999, 17 e.v.) van toepassing. Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Begripsbepalingen De boekhoudreglementering 8 Inzake het voeren van de boekhouding : de Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen (Boekhoudwet) en haar uitvoeringsbesluiten van 12 september 1983; het Wetboek van Vennootschappen 8 Inzake het opstellen van de jaarrekening : het Wetboek van Vennootschappen (artikel 92) en uitvoeringsbesluit. De betrokken vennootschap kan ook onderworpen zijn aan de toepassing van een specifieke boekhoudreglementering. De beroepsbeoefenaar Onder de beroepsbeoefenaar wordt in deze normen verstaan, de bedrijfsrevisor of de externe accountant Toepassingsgebied Deze normen zijn van toepassing op de opdracht door de beroepsbeoefenaar verricht in het kader van artikel 777 van het Wetboek van Vennootschappen (Wetboek Venn.) Deze normen zijn van toepassing op de omzetting van een vennootschap, opgericht in één van de rechtsvormen genoemd in artikel 2, 2 Wetboek Venn., in een vennootschap met een andere rechtsvorm (artikel 774 Wetboek Venn.). 17

18 vennootschapsrecht Deze normen zijn niet van toepassing op : de omzetting van een coöperatieve vennootschap met onbeperkte naar beperkte aansprakelijkheid (art. 436 Wetboek Venn.); 1 de omzetting van een onderlinge verzekeringsvereniging in een vennootschap met handelsvorm (Hfdst. V quinquies van de Wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen); De omzetting van een vereniging zonder winstoogmerk in een vennootschap met sociaal oogmerk (art. 26ter van de Wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend); De wijziging van rechtsvorm van een landbouwvennootschap, een economisch samenwerkingsverband, een Europees economisch samenwerkingsverband, in een vennootschap of vereniging met een andere rechtsvorm (art. 774 Wetboek Venn.) Is geen wijziging van rechtsvorm, de wijziging van een handelsvennootschap naar een burgerlijke vennootschap die dezelfde vorm van handelsvennootschap aanneemt en omgekeerd, en het aannemen of opgeven van een sociaal oogmerk door een vennootschap Boekhoudkundige aspecten De staat van activa en passiva is de staat die bestaat uit de balans of een gelijkaardige tussentijdse situatie en in beide gevallen een verklarende bijlage, die onder meer een samenvatting van rechten en verplichtingen kan bevatten. De staat van activa en passiva moet zonder toevoeging noch weglating voortvloeien uit de balans van de rekeningen. De staat van activa en passiva moet worden afgesloten op een datum die niet meer dan drie maanden teruggaat voor de datum van de algemene vergadering, bijeengeroepen om zich uit te spreken over de omzetting van de vennootschap Onder een gelijkaardige tussentijdse situatie wordt verstaan, een staat van activa en passiva, opgesteld volgens de principes en omvattende tenminste de rubrieken zoals weergegeven in de boekhoudreglementering inzake het opstellen van de jaarrekening. De staat van activa en passiva moet zonder toevoeging, noch weglating voortvloeien uit de balans van de rekeningen. De tussentijdse staat moet worden opgemaakt, rekening houdend met de waardecorrecties, de pro rata van de kosten (met inbegrip van de vergoeding van de bedrijfsleiders, 1 In toepassing van artikel Wetboek Venn. dient de beroepsbeoefenaar in zijn verslag over de staat te vermelden of daarin de toestand van de vennootschap op volledige, getrouwe en juiste wijze is weergegeven. De vroegere normen inzake de controle van de toestand van een vennootschap ter gelegenheid van het aannemen van een andere rechtsvorm, goedgekeurd door de Raad op 7 juni 1999, blijven op deze opdracht toepasselijk. 18 de afschrijving, de voorraadwijzigingen, de te betalen vakantiegelden, eindejaarspremies en andere premies, de belastingen, enz.) overeenkomstig de waarderingsregels Het netto-actief omvat het kapitaal, de uitgiftepremies, de herwaarderingsmeerwaarden, de reserves, de overgedragen winst of het overgedragen verlies en de kapitaalsubsidies. Onder het kapitaal moet worden begrepen, de som van het gestorte kapitaal en van het opgevraagde, niet gestorte gedeelte van het geplaatste kapitaal. Het maatschappelijk kapitaal dat in aanmerking moet genomen worden voor de vergelijking met NV s, BVBA s, en CVA s is het kapitaal, zoals dit bepaald wordt in de statuten van de vennootschap op de datum van het opstellen van de staat van activa en passiva; de uitgiftepremies en andere bestanddelen van het eigen vermogen komen niet in aanmerking. Wat de vennootschappen onder firma betreft, dient verwezen te worden naar het kapitaal dat in de statuten van de vennootschap zal zijn vastgesteld na de omzetting (artikel 776, 3de lid Wetboek Venn.). Voor het kapitaal van coöperatieve vennootschappen (bestaande uit het vaste en veranderlijke gedeelte), zal de beroepsbeoefenaar het register van de coöperanten op de datum van het afsluiten van de staat van activa en passiva raadplegen. Het bedrag van de winst over het lopende boekjaar kan niet in aanmerking komen voor een eventuele kapitaalverhoging, tenzij de hierna vermelde procedure (4.2.4.) wordt toegepast. Het resultaat van het lopende boekjaar tot op de datum van de afsluiting van de staat van activa en passiva zal vermeld worden onder een afzonderlijke rubriek van het overgedragen resultaat in het eigen vermogen. Er kan in herinnering worden gebracht dat op gerealiseerde, fiscaal tijdelijk vrijgestelde meerwaarden en op kapitaalsubsidies uitgestelde belastingen worden berekend De termijn van drie maanden moet worden gerekend vanaf de datum van de staat van activa en passiva tot op de datum van de algemene vergadering die zich uitspreekt over de omzetting. Wanneer het vennootschapsrecht in de mogelijkheid voorziet om een tweede algemene vergadering bijeen te roepen (artikel 781, 3 Wetboek Venn. betreffende de commanditaire vennootschappen op aandelen), wordt de termijn van drie maanden hierdoor niet gewijzigd; dit betekent dat deze termijn wordt berekend enkel ten aanzien van de eerste algemene vergadering In de NV, BVBA, CV en Comm.V.A. moet de beroepsbeoefenaar zijn verslag overmaken aan de vennootschap, ten minste 15 dagen voor de algemene vergadering die moet beslissen over de omzetting. Als de beroepsbeoefenaar de documenten niet tijdig heeft ontvangen, en hij niet in de mogelijkheid is om deze wettelijke termijn te eerbiedigen, zal hij dat verantwoorden in zijn verslag aan de algemene vergadering, met melding, in voorkomend geval, van de wijze waarop zijn controles daardoor zijn beïnvloed.

19 vennootschapsrecht 1.4. Voorwerp van de opdracht De opdracht van de beroepsbeoefenaar bestaat erin de staat van activa en passiva opgesteld door het bestuur na te gaan en verslag uit te brengen over deze staat, en inzonderheid te vermelden of er enige overwaardering van het netto-actief heeft plaatsgehad. De procedure beoogt dat de vennoten zich met kennis van zaken kunnen uitspreken over de omzetting van de vennootschap en beoogt in het belang van derden de bescherming van het kapitaal Het verslag over de staat van activa en passiva moet worden opgesteld door de commissaris-revisor van de vennootschap indien er een is. In de vennootschappen waar geen commissaris is benoemd, wordt het verslag opgesteld door een beroepsbeoefenaar die daartoe speciaal wordt aangesteld door het bestuur De opdracht van de beroepsbeoefenaar beoogt na te gaan of: a) het netto-actief van de vennootschap na omzetting hoger is dan het minimum maatschappelijk kapitaal voorgeschreven door het Wetboek van Vennootschappen; b) er enige overwaardering van het netto-actief heeft plaatsgehad. Dit doel is te onderscheiden van wat wordt beoogd door de controle van de jaarrekening, die een financiële staat is die aan de vennoten en derden periodiek informatie verschaft over het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de onderneming De beroepsbeoefenaar zal zijn werkzaamheden aanpassen aan het specifieke doel van zijn opdracht, met name het opsporen van elke overwaardering van het netto-actief. Dienovereenkomstig zal het werkprogramma gericht zijn op de opsporing van eventuele overwaarderingen van rubrieken van het actief, evenals op de onderwaardering van de voorzieningen voor risico s en kosten en de schulden. Hij moet niet alle aspecten in acht nemen die nodig zijn in het kader van de certifiëring van het getrouw beeld van de jaarrekening (structuur van het resultaat, financiële situatie, enz.) Het materialiteitsprincipe is van toepassing bij het verrichten van de verificaties en eventuele aanpassingen aan de rubrieken van het actief, de voorzieningen en de schulden. Voor wat betreft het besluit met betrekking tot het netto-actief daarentegen, dient elke overwaardering, ongeacht het belang ervan, te worden vermeld De doelstelling van deze opdracht kadert in het toepassingsgebied van het artikel 16 van de Wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding van ondernemingen (voorheen artikel 17). Deze bepaling is van toepassing, met dien verstande dat de normale controlewerkzaamheden minder uitgebreid zijn dan deze die vereist zijn voor de certificering van de jaarrekening. De beroepsbeoefenaar die het bestaan vaststelt van een inbreuk op de bepalingen van de Boekhoudwet, is ertoe gehouden om hiervan melding te maken in zijn verslag, behoudens wanneer die inbreuk het voorwerp zou uitmaken van een gepaste correctie Deontologische aspecten Het verdient aanbeveling een opdrachtovereenkomst te laten ondertekenen en daarin de volgende vermeldingen op te nemen : een omschrijving van de opdracht; dat er geen beroepsbeoefenaar belast werd met dezelfde opdracht in de voorafgaande twaalf maanden ; de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan voor het opstellen van een staat van activa en passiva die beantwoordt aan de wettelijke bepalingen en voor de eventuele verklarende bijlage; de verantwoordelijkheid van het bestuur voor het te gepasten tijde ter beschikking stellen van alle nodige documenten en gegevens, inbegrepen het verslag van het bestuur; de termijn voor de afgifte van het verslag; de berekeningswijze en de betalingsvoorwaarden van de honoraria Indien de partijen in verband met deze opdracht reeds voorafgaandelijk een externe accountant of bedrijfsrevisor hebben geraadpleegd, zal de beroepsbeoefenaar, overeenkomstig de algemene deontologische principes, met hem contact moeten opnemen, teneinde : de informatie te bekomen, uiteraard met inachtname van het beroepsgeheim, omtrent de omstandigheden die de cliënt ertoe zouden kunnen aangezet hebben om een andere beroepsbeoefenaar te raadplegen; zich te vergewissen van de betaling van de verschuldigde en niet-betwiste honoraria De beroepsbeoefenaar voert de hem toevertrouwde opdracht uit in volledige onafhankelijkheid, overeenkomstig de algemene deontologische principes. 2 In de vennootschappen zonder commissaris mag de beroepsbeoefenaar niet de gewoonlijke raadgever zijn van de vennootschap waarvoor het verslag moet worden opgesteld. De beroepsbeoefenaar mag geen geregelde opdrachten, andere dan controleopdrachten, hebben uitgevoerd in de vennootschap tijdens de twee voorgaande jaren. Hij mag geen geregelde opdrachten, andere dan controleopdrachten, uitvoeren in de vennootschap tijdens de twee daarop volgende jaren De commissaris-revisor zal de algemene vergadering bijwonen die te beraadslagen heeft op grond van een verslag door hem opgemaakt, tenzij hij om een wettige reden verhinderd zou zijn (art. 272/274, 412, 538/540 Wetboek Venn.). 2 Er dient rekening te worden gehouden met de deontologische aanbeveling van 29 september 1997 inzake de relaties tussen de leden van het IBR en het IAB in het kader van de beroepsuitoefening, IAB-Jaarverslag 1997, p

20 vennootschapsrecht Op uitdrukkelijke vraag van het bestuur en met de toelating van de algemene vergadering, zal de beroepsbeoefenaar, die geen commissaris-revisor is, de beraadslagingen van de algemene vergadering bijwonen. Hoofdstuk 2 : Verificatiewerkzaamheden 2.1 De beroepsbeoefenaar voert zijn opdracht uit volgens een gepast werkprogramma. Zijn verschillende werkzaamheden en het bewijskrachtig materiaal ter ondersteuning ervan worden opgenomen in een werkdossier Het werkprogramma met betrekking tot de verificatie van de staat van activa en passiva opgesteld bij de omzetting van de vennootschap omvat in principe de volgende stappen : de identificatie van de voorgenomen verrichting; de beoordeling van de administratieve en boekhoudkundige organisatie en de bijzondere risico s waaraan zij is blootgesteld; verificatie van de staat van activa en passiva; het nazicht van de naleving van de wettelijke en statutaire bepalingen in verband met de voorgenomen verrichting; het nazicht van het bijzonder verslag van het bestuursorgaan; de opstelling van het verslag Bij de uitvoering van zijn opdracht brengt de beroepsbeoefenaar alle stukken en gegevens samen, die kunnen dienen om de verificaties die hij heeft verricht te verantwoorden. Deze stukken zullen worden bewaard gedurende minstens vijf jaar na de algemene vergadering die heeft beslist tot de wijziging van de rechtsvorm van de vennootschap Het dossier moet minstens de volgende gegevens bevatten : een stuk dat de toekenning van de opdracht bevestigt; een memorandum dat de vaststellingen met betrekking tot de administratieve en boekhoudkundige organisatie samenvat; de laatste jaarrekening en de staat van activa en passiva waarover de beroepsbeoefenaar verslag uitbrengt; het verificatieprogramma bedoeld hierboven in ; het bewijskrachtig materiaal dat de rubrieken van de staat van activa en passiva valideert; het bijzonder verslag van het bestuursorgaan met betrekking tot de omzetting De beroepsbeoefenaar zal contact opnemen met de notaris die zal optreden, teneinde de ontwerpakte inzake de omzetting, alsook het ontwerp van nieuwe statuten te bekomen. 2.2 Wanneer hij de verificatie doet van de staat van activa en passiva van de vennootschap bij het aannemen door deze van een andere rechtsvorm, identificeert de beroepsbeoefenaar in de eerste fase van zijn werkzaamheden de voorgenomen verrichting De beroepsbeoefenaar verzamelt eerst alle nodige informatie met betrekking tot de vennootschap, haar waarderingsregels, de structuur van haar kapitaal, de vennoten en de belangrijkste risico s eigen aan de onderneming of aan haar activiteit die van aard zijn de staat van activa en passiva op betekenisvolle wijze te beïnvloeden De beroepsbeoefenaar bestudeert de modaliteiten voorzien voor het aannemen van een nieuwe juridische vorm en meer bepaald het bijzonder verslag van het bestuursorgaan dat de uiteenzetting bevat van het belang van de verrichting voor de vennootschap. De beroepsbeoefenaar moet een bijzondere aandacht besteden aan de motivatie van de partijen en de eventuele risico s van een inbreuk op de gelijkheid van de vennoten ter gelegenheid van de verrichting van de omzetting. Als het verslag van het bestuursorgaan niet beschikbaar is op het ogenblik waarop de beroepsbeoefenaar zijn werkzaamheden begint, dan zal hij de leiding van de onderneming vragen stellen teneinde een duidelijk beeld te verkrijgen van het nagestreefde doel en de omstandigheden van de omzetting Wanneer de beroepsbeoefenaar de voorgenomen verrichting identificeert, is het aangewezen dat hij aandacht besteedt aan de mogelijke toepassing van andere bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen (bijv. toepassing van de artikelen 332, 431 en 633 Wetboek Venn., kapitaalverhoging door inbreng in natura). 2.3 In de tweede fase van zijn werkzaamheden voert de beroepsbeoefenaar een analyse uit van de administratieve organisatie, hoofdzakelijk met betrekking tot de maatregelen die de betrouwbaarheid verzekeren van de boekhouding De beroepsbeoefenaar moet bestuderen in welke omstandigheden de boekhoudkundige informatie wordt opgesteld. Als hij de commissaris-revisor is van de vennootschap moet hij zich alleen vergewissen van de continuïteit van het systeem van interne controle. Zo niet, dan moet hij de nodige werkzaamheden verrichten om zich te vergewissen van het bestaan van interne procedures, aangepast aan de aard en de omvang van de onderneming, die hem de betrouwbaarheid van de gegevens garanderen Als de beroepsbeoefenaar vaststelt dat de administratieve en boekhoudkundige organisatie aangepast is voor zijn verificatie van de staat van activa en passiva, dan kan hij zijn werkzaamheden gewoon verder zetten. Als hij ernstige leemten vaststelt in de administratieve organisatie, dan moet hij, in functie van deze leemten, de substantieve testen uitbreiden teneinde de saldi opgenomen in de boekhoudkundige staat te kunnen atteste- 20

interview De euro: een munt met een imago GUY QUADEN

interview De euro: een munt met een imago GUY QUADEN O Ondanks de eerder positieve economische vooruitzichten voor Europa, slagen de Europese politieke en monetaire leiders er niet in de financiële markten te beïnvloeden. Resultaat: de Europese munt heeft

Nadere informatie

fiscaliteit ADMINISTRATIEF BEZWAAR EN GERECHTELIJK VERHAAL INZAKE DOUANE EN ACCIJNZEN

fiscaliteit ADMINISTRATIEF BEZWAAR EN GERECHTELIJK VERHAAL INZAKE DOUANE EN ACCIJNZEN ADMINISTRATIEF BEZWAAR EN GERECHTELIJK VERHAAL INZAKE DOUANE EN ACCIJNZEN Luc GHEYSENS Advocaat aan de Balie van Kortrijk Gheysens Soetaert & Partners - Wevelgem Professor aan de FHS, VLEKHO en UIA De

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 De boekhoudkundige ruling Congres IEC - IAB 5 oktober 2017 1 Audio = kanaal: 1 I. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) 3 De CBN - 1/3 1. De CBN is een autonome instelling met rechtspersoonlijkheid

Nadere informatie

Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (B.S. 20.1.2003)

Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (B.S. 20.1.2003) Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (B.S. 20.1.2003) Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk 1.- Toepassingsgebied,

Nadere informatie

Wetgeving. De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art. 116-131)

Wetgeving. De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art. 116-131) Didier Reynders, Vice-premier Ministre et Ministre des Finances Vice-eersteminister en Minister van Financiën Wetgeving De fiscale bemiddelingsdienst: Wet van 25.04.2007 houdende diverse bepalingen (Art.

Nadere informatie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie Nummer 4 16 29 februari 2004 IAB-Info Inhoud 16e jaargang Beroep c Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Deze bijdrage strekt ertoe een overzicht te bieden van zowel de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.05.0190.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0190.N B.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN DE GERINGE VORDERINGEN-Vo. * BINNEN DE RECHTBANK VAN KOOPHANDEL ANTWERPEN

LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN DE GERINGE VORDERINGEN-Vo. * BINNEN DE RECHTBANK VAN KOOPHANDEL ANTWERPEN LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN DE GERINGE VORDERINGEN-Vo. * BINNEN DE RECHTBANK VAN KOOPHANDEL ANTWERPEN * Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010

KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010 KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010 TOT UITVOERING VAN ARTIKEL 68, TWEEDE LID, VAN DE WET VAN 6 AUGUSTUS 1990 BETREFFENDE DE ZIEKENFONDSEN EN DE LANDSBONDEN VAN ZIEKENFONDSEN (B.S, 10/11/2010, p. 67751)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MAART 2014 F.12.0090.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0090.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 14, voor wie optreedt

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD,

ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf DE GEMEENTERAAD, GEMEENTE GRIMBERGEN. Y484.01A UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 21 JANUARI 2009 ONDERWERP: Algemeen reglement inzake al de gemeentelijke belastingen. Aanpassing vanaf 2009.

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN

Nadere informatie

interview IAS-normen: KAREL HULLE VAN 4 ACCOUNTANCY et IAB ontmoet naar gewoonte personaliteiten

interview IAS-normen: KAREL HULLE VAN 4 ACCOUNTANCY et IAB ontmoet naar gewoonte personaliteiten H et IAB ontmoet naar gewoonte personaliteiten uit de economische, politieke en academische wereld. In het kader van die ontmoetingen hadden voorzitter Johan De Leenheer, ondervoorzitter Guy Stevens en

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Inlichtingenformulier

Inlichtingenformulier Inlichtingenformulier SOCIALE VERZEKERING TEN VOORDELE VAN ZELFSTANDIGEN IN MOEILIJKHEDEN, GECONFRONTEERD MET EEN AANZIENLIJKE DALING VAN DE OMZET OF VAN ZIJN INKOMSTEN DIE HEM IN EEN ZODANIGE ECONOMISCHE

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Wijze van conflictoplossing / -benadering

Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Wijze van conflictoplossing / -benadering Een geschil met de federale belastingadministratie? De Fiscale Bemiddelingsdienst helpt u! Federale Overheidsdienst FINANCIEN Geert Callaert Fiscaal Bemiddelaar International Fiscal Association Brussel

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

(B.S, 10/06/2003, p ) Tekst geconsolideerd door het coördinatiebureau: versie toepasselijk vanaf 02/04/2014

(B.S, 10/06/2003, p ) Tekst geconsolideerd door het coördinatiebureau: versie toepasselijk vanaf 02/04/2014 1 KONINKLIJK BESLUIT VAN 15 MEI 2003 TOT REGELING VAN DE VERSNELDE PROCEDURE IN GEVAL VAN BEROEP BIJ DE RAAD VAN STATE TEGEN SOMMIGE BESLISSINGEN VAN DE [AUTORITEIT VOOR FINANCIËLE DIENSTEN EN MARKTEN

Nadere informatie

I. DE AANVRAGER. Voornaam :. . Nationaal nummer :.. Tel :... E-mail : Bankrekening : nr...

I. DE AANVRAGER. Voornaam :. . Nationaal nummer :.. Tel :... E-mail : Bankrekening : nr... Inlichtingenformulier SOCIALE VERZEKERING TEN VOORDELE VAN ZELFSTANDIGEN IN MOEILIJKHEDEN, GECONFRONTEERD MET EEN AANZIENLIJKE DALING VAN DE OMZET OF DE INKOMSTEN DIE HEM IN EEN ZODANIGE ECONOMISCHE SITUATIE

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 19 december 2014 Rolnummer op JGR 2014/AB/890 Arbeidshof te Brussel vijfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/890 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 19 oktober 2009 ADVIES 2009-76 over de weigering om toegang te geven in een fiscaal dossier (CTB/2009/81)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2015 F.14.0021.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0021.N RENT AND VENDING nv, met zetel te 9930 Zomergem, Oude Staatsbaan 10/A, eiseres, met als raadsman mr. Bart Coopman, advocaat

Nadere informatie

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011 Beslissing nr. 2011 - V/M 11 van 7 april 2011 Zaak MEDE-V/M-08/0021: UGC Belgium NV / Kinepolis Group NV I. Overzicht van de relevante procedurevoorgaanden 1. De procedurele voorgaanden zijn weergegeven

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 F.14.0007.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0007.F 1. J. B. en 2. M. D., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

Rolnummer 4967. Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T

Rolnummer 4967. Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T Rolnummer 4967 Arrest nr. 68/2011 van 5 mei 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 3, eerste lid, 3, van het decreet van het Waalse Gewest van 27 mei 2004 tot invoering van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JANUARI 2014 F.12.0173.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0173.N 1. FRANS MAAS INTERNATIONALE ZOLL AGENTUR GmbH, vennootschap naar Duits recht, met zetel te 41334 Nettetal 2 (Duitsland),

Nadere informatie

ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN

ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN ORDINANTIE 12 DE BEHANDELING VAN BEZWAREN EN GESCHILLEN Artikel 1. Algemeen 1. De behandeling van bezwaren en geschillen geschiedt ter onderhouding van het recht, met inachtneming van de rechtvaardigheid

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE C 326/266 Publicatieblad van de Europese Unie 26.10.2012 PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN, OVERWEGENDE dat krachtens de

Nadere informatie

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014

Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014 GEMEENTE UKKEL Algemeen reglement betreffende de vestiging en de invordering van gemeentebelastingen. Datum van de beraadslaging van de gemeenteraad: 26 juni 2014 De raad, Gelet op artikel 117 van de nieuwe

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T Rolnummer 5401 Arrest nr. 27/2013 van 28 februari 2013 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 6 van de wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR)

Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR) Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR) Openbare terechtzitting van 14 maart 2013 In de zaak 424/11/( )/N De Raad

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Kanselarij Boudewijnlaan 30 1000 Brussel T. secretariaat:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België. Arrest

Hof van Cassatie van België. Arrest 16 NOVEMBER 2009 C.09.0135.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0135.N LANDSBOND DER CHRISTELIJKE MUTUALITEITEN, met zetel te 1031 Brussel, Haachtsesteenweg 579, eiser, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4 INITIATIEF van: de Sloveense, de Franse, de Tsjechische, de Zweedse, de Slowaakse, de Britse en de Duitse delegatie d.d.:

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Reglement bezwaarprocedure SVWN

Reglement bezwaarprocedure SVWN Reglement bezwaarprocedure SVWN Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Versie 1.0, vastgesteld 15 december 2015 1/10 Inhoud Begripsbepalingen... 3 De bezwaarcommissie... 3 Procedure... 4 Voorbereiden

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T Rolnummer 1144 Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de gecoördineerde wetten van 12 juli 1978 betreffende het accijnsregime van alcohol, gesteld door de Correctionele

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 APRIL 2012 P.11.1403.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1403.N M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Mounir Souidi, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen O.V. IMEA bv, Intercommunale

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.13.1000.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1000.N D R C V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Anne De Clerck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Van deze beschikking werd aan de partijen kennis gegeven.

Van deze beschikking werd aan de partijen kennis gegeven. Rolnummer : 18 Arrest nr. 25 van 26 juni 1986 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 DECEMBER 2014 F.13.0134.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0134.N R.S., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000 Leuven, Koning

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 622 Wet van 13 december 2001 tot uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 Samenvatting van het advies met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die het bedrag beperkt

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 21 final 2015/0013 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Verenigde Naties

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL

BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL Toelichting: Zie artikel 459 Ger.W. Onderafdeling 5. Ereloongeschillen 1. Algemene

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 SEPTEMBER 2014 C.13.0232.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0232.N SYRAL BELGIUM nv, met zetel te 9300 Aalst, Burchtstraat 10, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 MAART 2015 P.14.1677.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1677.F E. B., Mr. Patrick Thevissen, advocaat bij de balie te Eupen en mr. Melissa Sayeh, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JUNI 2014 C.10.0482.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0482.F M.-M.-K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO, vertegenwoordigd

Nadere informatie

hebbende als raadsman Mr. J. VdE, advocaat te 1050 Brussel,

hebbende als raadsman Mr. J. VdE, advocaat te 1050 Brussel, AFSCHRIFT MINUTEN BERUSTENDE TER GRIFFIE VAN DE RECHT BANK VAN KOOPHANDEL TE LEUVEN RECHTBANK VAN KOOPHANDEL TE LEUVEN ZITTING VAN DINSDAG 22 MEI 2007 A.R. nr. 07. 39 VONNIS In de zaak van: De NV NH, met

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer 14 _ 2026 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen gehoord de Ondernemingsraad gelet op de bepalingen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Arbeidsrechtbank Brugge Onderwerp Handvest van de sociaal verzekerde. Beroepsziekten Datum 01 februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 NOVEMBER 2010 S.09.0062.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0062.F REPUBLIEK ZUID-AFRIKA, eiseres, Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. N., verweerster. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MAART 2015 F.14.0086.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0086.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELG IE EN DE REPUBLIEK TURKIJE TOT HET VERMIJDENVAN DUBBELE BELASTING INZAKE BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN, ONDERTEKEND TE ANKARA OP 2 JUNI

Nadere informatie

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002 REGLEMENT van de Commissie van Toezicht en het College van Beroep van de Stichting Gedragscode Farmaceutische Bedrijfstak (Stichting GFB) I ALGEMEEN 1. De behandeling van klachten wegens niet naleving

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 DECEMBER 2014 F.13.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0122.N FP HOLDINGS nv, met zetel te 8210 Zedelgem, Torhoutsesteenweg 154, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger,

Nadere informatie

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T

Rolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2012 C.10.0135.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0135.F BELGISCHE STAAT, minister van Landsverdediging, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ENTREPRISE ANDRE

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -

Nadere informatie

Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN

Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN Contractnummer: VERTROUWELIJKHEIDSCONTRACT TUSSEN DE ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK STATISTICS BELGIUM EN.. Tussen De Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium van de FOD Economie, KMO, Middenstand

Nadere informatie

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, EN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING INZAKE BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen Art. 9:1. 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 748 Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 30.5.2000 COM (2000) 346 definitief 2000/0137 (CNS) 2000/0134 (CNS) 2000/0138 (CNB) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN

Nadere informatie