WATERTOETS HERONTWIKKELING VOORMALIGE VUILSTORT TE GROENLO

Transcriptie

1 WATERTOETS HERONTWIKKELING VOORMALIGE VUILSTORT TE GROENLO IN OPDRACHT VAN GEMEENTE OOST GELRE Projectleider/ auteur ing. N.Hoekman Projectnummer Bestandsnaam Datum Status Definitief, versie 1 Colofon (P) Civicon BV Luimesweg AS Breedenbroek (T) (F) (M) n.hoekman@civicon.nl (I)

2 2

3 Inhoud 1 Inleiding Algemeen Opbouw rapport Status 6 2 Huidige situatie Algemeen Plangebied en -hoogten Regionaal bodemopbouw/geohydrologie Regionaal bodemopbouw/geohydrologie Plaatselijke bodemopbouw Oppervlaktewater Infiltratiekansen Inleiding Infiltratiemogelijkheden Haalbaarheid van infiltreren Grondwater Peilbuizen TNO-NITG gemeentelijk peilbuizen Conclusie maatgevende grondwaterstanden Riolering 12 3 Waterhuishoudkundige doelen en maatstaven Algemeen Relevante waterhuishoudkundige aspecten 14 4 Ruimtelijke consequenties, knelpunten Algemeen Beschrijving inrichtingsplan Het plan Afstromend verhard oppervlak Toetsing waterhuishoudkundige zaken met voorlopig plan Toelichting riolering en afvalwaterketen Toelichting Wateroverlast Toelichting Oppervlakte waterkwaliteit Toelichting Volksgezondheid Toelichting natte natuur Toelichting inrichting en beheer Ruimtelijke consequenties waterhuishoudkundige zaken 20 5 Toekomstig watersysteem 21 3

4 5.1 Algemeen Ontwatering behandeling afvalwater Behandeling hemelwater Algemeen Systeemkeuze Bergingseisen Uitgangspunten toekomstige infiltratievoorziening 23 6 Conclusies en aanbevelingen 25 Bijlagen 27 1 Hoogtemeting 29 2 Bodemonderzoek 31 3 Wateraspectenkaart 33 4 Het nieuwe hoogteplan 35 5 Afkoppelbeslisboom 37 4

5 1Inleiding 1.1 ALGEMEEN Voor de herontwikkeling van de voormalige vuilstort te Groenlo, gemeente Oost Gelre, is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Momenteel is de locatie met uitzondering van de Halve Maanweg braakliggend. In opdracht van gemeente Oost Gelre voert Civicon b.v. een onderzoek uit ten behoeve van het bestemmingsplan. Door middel van een watertoets dient te worden aangegeven wat de ruimtelijke gevolgen van het bouwplan zijn met betrekking tot het onderdeel water. Voorliggend onderzoek heeft betrekking op de watertoets. Figuur 1 In figuur 1 is het plangebied weergegeven. Globaal beschreven ligt het plangebied aan de noordwestzijde van het historisch centrum van Groenlo. Het plangebied is gelegen ten oosten van de Borculoseweg en ten noorden van de Halve Maanweg. Het plangebied (bron: Dinoloket) 5

6 1.2 OPBOUW RAPPORT In hoofdstuk 2 is de huidige situatie ter plaatse beschreven. In hoofdstuk 3 zijn de waterhuishoudkundige doelen en maatstaven benoemd. De ruimtelijke consequenties, knelpunten en oplossingsrichtingen worden in hoofdstuk 4 beschreven. Hoofdstuk 5 gaat in op het toekomstig watersysteem. Tenslotte worden in hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen opgesomd. 1.3 STATUS De conceptrapportage is in december 2010 voor advies en ter goedkeuring aangeboden aan de opdrachtgever gemeente Oost Gelre en het waterschap Rijn en IJssel. Eventuele opmerkingen zijn verwerkt in de voorliggende definitieve rapportage. 6

7 2Huidige situatie 2.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk worden de gebiedskenmerken die betrekking hebben op het functioneren van het watersysteem ter plaatse beschreven. Dit betreft de beschrijving van de maaiveldhoogten, bodemopbouw, grondwaterstanden, oppervlaktewater en de riolering. De geïnventariseerde gegevens van de maaiveldhoogten, bodemopbouw, grondwaterstanden en oppervlaktewater zijn afkomstig van de volgende bronnen: Wateratlas, provincie Gelderland; Meerjarige meetgegevens peilbuizen, gemeente Oost Gelre, d.d. mei 2010; Meetjarige meetgegevens peilbuizen, DINO-Loket; Hoogtemeting, LBA, d.d. 11 december 2007; Hoogtemeting, LBA, d.d. 18 oktober 2010; Documenten Watertoets, waterschap Rijn en IJssel, d.d. september 2009; Inventarisatie document, DHV, d.d. 4 juni 2007; Sleuvenonderzoek, DHV, d.d. 18 mei 2010; Memo peilen Heuzelsgoot, waterschap Rijn IJssel, d.d. 19 januari 2010; Wateraspectenkaart, waterschap Rijn en IJssel, d.d. juni 2010; Rioleringsgegevens, gemeente Oost Gelre; Inrichtingsplan, Civicon, d.d. 16 november

8 2.2 PLANGEBIED EN -HOOGTEN Figuur 2 Globaal beschreven ligt het plangebied aan de noordwestzijde van het historische centrum van Groenlo. Het plangebied is gelegen ten oosten van de Borculoseweg en ten noorden van de Halve Maanweg. Het plangebied betreft de voormalige vuilstort van de kern Groenlo, de Halve Maanweg en de gronden tussen de voormalige vuilstort en de Heuzelsgoot. De voormalige vuilstort was in bedrijf van 1940 tot In figuur 2 is de begrenzing van het plangebied inclusief de begrenzing van de voormalige vuilstort en de begrenzing van de waterschapsgronden aan de Heuzelsgoot weergegeven. Plangebied (bron: Gemeente Oost Gelre/Civicon) Voor de bepaling van de maaiveldhoogten is er een hoogtemeting uitgevoerd, in december 2007 en oktober 2010, door LBA. Op basis van deze gegevens is geconcludeerd dat het bestaande maaiveld varieert in hoogte van 22,02 m +NAP tot 24,22 m +NAP. De hoogtemeting is bijgevoegd als bijlage REGIONAAL BODEMOPBOUW/GEOHYDROLOGIE REGIONAAL BODEMOPBOUW/GEOHYDROLOGIE Globaal kan geconcludeerd worden dat de diepere bodemopbouw complex is en dat het plangebied gelegen is op een zogeheten terrasrand. Deze terrasrand vormt de overgang tussen het Oost-Nederlandse plateau en het Pleistoceen bekken. Bekend is dat de tertiaire afzettingen vanaf de terrasrand naar het oosten tot op geringe diepte voorkomen. Tertiaire afzettingen vormen in de meeste gevallen de slecht doorlatende basis van het eerste watervoerend pakket en kunnen dus de grondwaterspiegel sterk beïnvloeden. Variatie in de dikte van het watervoerend pakket kan er toe leiden dat op een relatief korte afstand een sterke variatie in de grondwaterspiegel ontstaat. In figuur 3 is de bodemkaart weergegeven. 8

9 Figuur 3 Bodemkaart (bron: TNO) PLAATSELIJKE BODEMOPBOUW De bodemopbouw van het plangebied hangt nauw samen met de historische functie van het plangebied. Tussen 1940 en 1948 deed een groot gedeelte van het plangebied dienst als vuilstort voor o.a. huishoudelijk-, sloop- en bedrijfsafval. Dit is terug te vinden in de bodem van het plangebied. Door DHV is in mei 2010 een sleuvenonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek is gebleken dat de bodem heterogeen is opgebouwd en overwegend bestaat uit grond met in meer of mindere mate (gebroken) baksteenpuin. Tevens is in de bodem relatief veel glas, ijzer, sintels en kalk aangetroffen. In de noord-oosthoek van de voormalige vuilstort is een relatief grote hoeveelheid huisraad aangetroffen. De vuilstort heeft een maximale dikte van 3 meter, met variërend over het plangebied een deklaag van 0,1 tot 0,5 meter. De ondergrond van de vuilstort bestaat hoofdzakelijk uit matig fijn leemarm zand. De resultaten van het sleuvenonderzoek zijn in bijlage 2 weergegeven. 9

10 2.4 OPPERVLAKTEWATER Direct aan de oostzijde van het plangebied is de Heuzelsgoot gelegen. Deze is in beheer en eigendom van waterschap Rijn en IJssel. Het streefpeil van de Heuzelsgoot is 20,90 m +NAP (en heeft een ontwaterende functie met betrekking tot het plangebied. De Heuzelsgoot heeft geen bijzondere ecologische status. Aan de zuidoostzijde van het plangebied is de Stadsgracht gelegen, ook deze is in het beheer en eigendom van het waterschap Rijn en IJssel. De Stadsgracht heeft een streefpeil van 21,80 m +NAP. De Heuzelsgoot vormt de verbinding tussen de Stadsgracht en de Groenlose Slinge om het overtollige water van de Stadsgracht af te kunnen voeren. 2.5 INFILTRATIEKANSEN INLEIDING Het landelijk, gemeentelijk- en waterschapsbeleid is erop gericht dat hemelwater in eerste instantie zo veel mogelijk vastgehouden moet worden door infiltratie in de bodem. Daar waar dat onvoldoende mogelijk is, dient het water zo veel mogelijk geborgen te worden in retentievoorzieningen(bijvoorbeeld oppervlaktewater). Pas als ook dat niet toereikend is, komt het afvoeren van hemelwater in beeld. Met name voor het vasthouden en bergen van water is ruimte noodzakelijk en ligt er een sterk verband met het stedenbouwkundig plan INFILTRATIEMOGELIJKHEDEN De infiltratiemogelijkheden worden op hoofdlijnen bepaald door: Doorlatendheid van de bodem; De optredende grondwaterstanden. 2.6 HAALBAARHEID VAN INFILTREREN De haalbaarheid van het infiltreren van hemelwater is afhankelijk van de doorlatendheid van de bodem en de mate van vervuiling van de bodem. Het plangebied betreft voor een groot deel een voormalige vuilstort. Uit onderzoek (ref: inventarisatiedocument Aldi-terrein, DHV, d.d. 4 juni 2007) blijkt dat de vuilstort matig tot sterk verontreinigd is met o.a. PAK, zware metalen en cyanide. Infiltreren van hemelwater in de ondergrond van de voormalige vuilstort (zie begrenzing vuilstort figuur 2) is dan ook niet wenselijk. Door het wel infiltreren in de ondergrond wordt de kans op uitloging en het mobiel worden van schadelijke stoffen vergroot, dit is een ongewenste situatie. Op basis van bovenstaande informatie is besloten om geen K- waarde onderzoek uit te laten voeren. 10

11 2.7 GRONDWATER PEILBUIZEN TNO-NITG Figuur 4 Isohypsenkaart (Bron: Wateratlas, prv. Gelderland) In het kader van dit onderzoek zijn in het grondwaterarchief van TNO-NITG de gegevens van de peilbuizen in de omgeving van het plangebied opgevraagd. De locaties van de peilbuizen zijn aangegeven in figuur 4. B34D0115 Plangebied B34D0289 Tabel A Maatgevende grondwaterstanden peilbuizen TNO-NITG De peilbuizen B34D0115 en B34D0289 bevinden zich op relatief korte afstand van het plangebied en bevatten representatieve gegevens. In tabel A zijn de statistische grootheden van de gemeten grondwaterstanden opgenomen. Locatie Mv HG GHG GWS GLG LG B34D ,35+ 22,02+ 21,30+ 20,68+ 20,23+ 19,93+ B34D ,38+ 24,32+ 24,25+ 23,80+ 23,21+ 22,94+ Het freatisch grondwater (regionaal) stroomt in westelijke richting en is ter hoogte van het plangebied gelegen op een diepte van 21,00 m +NAP tot 21,50 m +NAP GEMEENTELIJK PEILBUIZEN Naast de peilbuizen van TNO-NITG zijn tevens de peilbuizen van de gemeente geanalyseerd. In figuur 5 is een overzicht gegeven van de gemeentelijke peilbuizen en in tabel B zijn de statische hoeveelheden van de gemeten grondwaterstanden weergegeven. 11

12 Figuur 5 Overzichtskaart gemeentelijke peilbuizen Bron: gemeente Oost-Gelre G13 Plangebied G12 Tabel B Maatgevende grondwaterstanden gemeentelijke peilbuizen Locatie Mv HG GHG GWS GLG LG G13 23,01+ 22,11+ 21,95+ 21,52+ 21,01+ 20,46+ G12 22,65+ 22,00+ 21,76+ 21,66+ 21,37+ 21, CONCLUSIE MAATGEVENDE GRONDWATERSTANDEN Op basis van de gegevens uit tabel A, tabel B, de isohypsenkaart, de waterstanden van de Stadsgracht en Heuzelsgoot en een interpolatie wordt geadviseerd om uit te gaan van een GHG van 21,87 m +NAP, een GWS van 21,57 m +NAP en een GLG 21,14 m +NAP. De werkelijke GHG, GWS en GLG liggen mogelijk lager vanwege de ontwaterende functie van de Heuzelsgoot. De Heuzelsgoot heeft een streefpeil ter plaatse van het plangebied van 20,90 m +NAP (ref: memo Waterschap Rijn IJssel peilen Heuzelsgoot, d.d. 19 januari 2010) en ligt hiermee dan ook lager dan de GHG. 2.8 RIOLERING In de bestaande situatie is het plangebied niet aangesloten op het gemengde riool in de Borculoseweg. In de bestaande situatie is het plangebied met uitzondering van de Halve Maanweg onverhard. De Halve Maanweg is niet aangesloten op het bestaande stelsel. 12

13 3Waterhuishoudkundige doelen en maatstaven 3.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk zijn de relevante waterhuishoudkundige aspecten met bijbehorende doelen en maatstaven voor het te ontwikkelen gebied beschreven. Een en ander is gebaseerd op de hydrologische verkenning van de huidige situatie en het vigerende beleid van de betrokken partijen. De watertoets heeft betrekking op alle waterhuishoudkundige aspecten. Hierbij kan gedacht worden aan: veiligheid, wateroverlast, riolering, watervoorziening, volksgezondheid, bodemdaling, grondwateroverlast, oppervlaktewater- en grondwaterkwaliteit, natte natuur en beheer en onderhoud. De waterbeheerder stelt criteria in overleg met de initiatiefnemer vast. Het doel van dit hoofdstuk is het vroegtijdig en gezamenlijk vastleggen van de waterhuishoudkundige doelen en maatstaven (criteria). Hier opvolgend worden eerst de relevante waterhuishoudkundige aspecten onderscheiden. Vervolgens worden voor de relevante aspecten de specifieke doelen en maatstaven uitgewerkt in hoofdstuk 4. 13

14 3.2 RELEVANTE WATERHUISHOUDKUNDIGE ASPECTEN Tabel C Watertoetstabel In tabel C is weergegeven welke waterhuishoudkundige aspecten voor het plangebied relevant zijn (zie ook bijlage 3). Thema Toetsvraag Relevant? HOOFDTHEMA S Veiligheid 1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of Nee regionale waterkering? 2. Ligt in of nabij het plangebied een kade? Nee Riolering en Afvalwaterketen 1. Is er toename van het afvalwater (DWA)? 2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ? 3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap? Ja Nee Nee Wateroverlast (oppervlaktewater) 1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak? 2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak? 3. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes? Ja Nee Nee 1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van de Rijn of IJssel? 3. Is in het plangebied sprake van kwel? 4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren? Nee Nee Nee Nee Grondwateroverlast Oppervlaktewaterkwaliteit 1. Wordt vanuit het plangebied water op oppervlaktewater geloosd? 2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water? 3. Ligt het plangebied geheel of gedeeltelijk in een Strategisch actiegebied? Ja Nee Nee Grondwaterkwaliteit 1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking? Nee 14

15 Volksgezondheid 1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde of verbeterde gescheiden stelsel? 2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico s met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)? Nee Ja Verdroging 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur? Nee Natte natuur 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ? 2. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur? Ja Ja Inrichting en beheer 1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel? AANDACHTSTHEMA S Recreatie 1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? Ja Nee Nee Cultuurhistorie 1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig? Nee 15

16 16

17 4Ruimtelijke consequenties, knelpunten 4.1 ALGEMEEN In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ruimtelijke consequenties van de, in hoofdstuk 3, genoemde relevante waterhuishoudkundige aspecten en de mogelijke knelpunten die dat kunnen opleveren bij de planopzet. Hiervoor wordt allereerst de planopzet beschreven. 4.2 BESCHRIJVING INRICHTINGSPLAN Figuur 6 Inrichtingsplan voormalige stort te Groenlo (Bron: Civicon ) HET PLAN De gemeente Oost Gelre is voornemens om de voormalige vuilstort aan de Borculoseweg te Groenlo te herontwikkelen. De ontwikkeling omvat de bouw van een supermarkt (Aldi) en de aanleg van een toegangsweg, parkeerplaatsen, fietsen wandelpaden en openbaar groen. Een compleet beeld is weergegeven in figuur 6. 17

18 De gemeente Oost Gelre wil de bovenstaande ontwikkeling realiseren met behulp van een gesloten grondbalans. Dit heeft tot gevolg dat de vrijkomende (vervuilde) gronden binnen de grenzen van de vuilstort verwerkt dienen te worden. In het plan is hier vorm aangegeven door het aanbrengen van een grondwal aan de noordoost-, oost- en zuidzijde van het plangebied. De vervuilde vrijkomende gronden worden op deze manier binnen de grenzen van de voormalige vuilstort verwerkt en voorzien van een schone leeflaag. De grondwal wordt, zoals aangegeven in figuur 6, beplant met diverse bomen/struiken. Naast het beplanten van de grondwal wordt ook de strook aan de oostzijde van het plangebied tussen de grondwal en de Heuzelsgoot aangeplant (dit betreft voor een deel gronden die in het beheer zijn van het waterschap, zie figuur 2). De Halve Maanweg komt in de toekomstige situatie te vervallen en wordt vervangen door een fietspad. Tevens wordt er een extra laad- en losmogelijkheid gecreëerd voor de bestaande supermarkt (Em-Té) die zuidelijk gelegen is AFSTROMEND VERHARD OPPERVLAK In de bestaande situatie is het plangebied onverhard, met uitzondering van de Halve Maanweg. Na voltooiing van het plan zoals beschreven in par wordt het plangebied deels verhard. Het nieuw verhard oppervlak bestaat uit een supermarkt (Aldi), rijbaan, trottoir en parkeerplaatsen. Op basis van het inrichtingsplan (ref: inrichtingsplan voormalige vuilstort Groenlo, Civicon, d.d ) is het toekomstig verhard oppervlak bepaald op een grootte van m². 18

19 4.3 TOETSING WATERHUISHOUDKUNDIGE ZAKEN MET VOORLOPIG PLAN In de onderstaande tekst wordt gekeken welke effecten de relevante waterhuishoudkundige aspecten hebben op het plan TOELICHTING RIOLERING EN AFVALWATERKETEN Ten gevolge van de ontwikkeling, de nieuwbouw van de supermarkt (Aldi), is er sprake van een toename van het afvalwater. Het afvalwater wordt aangesloten op het bestaande rioleringsstelsel in de Borculoseweg Er is sprake van een toename van de afvoer van vuilwater met de komst van de supermarkt (Aldi). Er worden echter geen problemen verwacht ten aanzien van het hydraulisch functioneren van het bestaande gemengd stelsel TOELICHTING WATEROVERLAST Door de ontwikkelingen in het plangebied neemt het verhard oppervlak toe met m 2. Het streven is om het verhard oppervlak niet aan te sluiten, maar te behandelen volgens de trits vasthouden - bergen afvoeren conform de afkoppelbeslisboom (bijlage 4) TOELICHTING OPPERVLAKTE WATERKWALITEIT In de toekomstige situatie wordt het hemelwater geborgen in een wadi. Bij extreme regenval zal er geloosd worden op het oppervlaktesysteem ( Heuzelsgoot ). Het plan maakt geen functies mogelijk die tot extra belasting van de waterkwaliteit leiden TOELICHTING VOLKSGEZONDHEID Als bergingsvoorziening wordt in de toekomstige situatie een wadi aangelegd binnen de grenzen van het plangebied. Voor het beperken van het risico tot verdrinking wordt geadviseerd om flauwe taluds te creëren, of andere maatregelen te treffen TOELICHTING NATTE NATUUR Ten noorden van het plangebied is een Ecologische Verbindingszone gelegen. Deze is benedenstrooms van de Heuzelsgoot gelegen. De beoogde ontwikkeling heeft geen negatieve invloed op de waterkwantiteit en kwaliteit in relatie tot de natte natuurgebieden TOELICHTING INRICHTING EN BEHEER Nabij het plangebied is de Heuzelsgoot gelegen. Het plan omvat de herinrichting (aanplanten van vegetatie) van een deel van de gronden van het waterschap langs de Heuzelsgoot ter hoogte van het plangebied. 19

20 4.4 RUIMTELIJKE CONSEQUENTIES WATERHUISHOUDKUNDIGE ZAKEN Op basis van de bovenstaande paragrafen worden de volgende ruimtelijke consequenties benoemd met betrekking tot watergerelateerde zaken. Voor het bergen van het hemelwater dat afstroomt van het verhard oppervlak binnen het plangebied wordt een wadi aangelegd. De wadi krijgt een overstort voorziening op de Heuzelsgoot om het hemelwater geleidelijk af te voeren. 20

21 5Toekomstig watersysteem 5.1 ALGEMEEN In de navolgende paragrafen wordt aangegeven hoe concreet inhoud kan worden gegeven aan het voornemen een duurzaam watersysteem op de locatie te realiseren. 5.2 ONTWATERING Gangbare normen voor de ontwateringsdiepte (verschil tussen maaiveld en gemiddeld hoogste grondwaterstand, GHG), waarbij het vloerpeil van de woningen 0,20 tot 0,30 boven het omringend maaiveld wordt aangelegd, zijn: 1,00 m voor woningen met kruipruimten (bouwpeil t.o.v. GHG); 0,60 m voor woningen zonder kruipruimten (bouwpeil t.o.v. GHG); 0,50 m voor particulier groen; 0,90-1,10 m voor primaire wegen; 0,70 m voor secundaire wegen. De GHG bedraagt 21,87 m +NAP. Hiermee dienen de bouwpeilen minimaal gelijk te zijn aan 22,87 m +NAP. Het wegpeil dient minimaal 22,57 m +NAP te zijn. In de toekomstige situatie wordt het plangebied opgehoogd. De maaiveldhoogten variëren in toekomstige situatie van 22,65 tot 23,05 m +NAP. Het nieuwe hoogteplan is bijgevoegd als bijlage 4. Op basis van het nieuwe hoogteplan worden de normen voor de ontwateringsdiepte behaald. 5.3 BEHANDELING AFVALWATER De te realiseren supermarkt (Aldi) kan worden aangesloten op het bestaande stelsel in de Borculoseweg. Er kan verondersteld worden dat het gemengde stelsel de extra DWA-toevoer kan verwerken, aangezien de toename nihil te noemen is. 21

22 5.4 BEHANDELING HEMELWATER ALGEMEEN Als uitgangspunt geldt dat het nieuw verhard oppervlak niet wordt aangekoppeld op het rioleringsstelsel. Het hemelwater dient te worden vastgehouden en geborgen binnen het plangebied. Zie ook de afkoppelbeslisboom in bijlage SYSTEEMKEUZE Infiltreren ter plaatse van de voormalige vuilstort is, vanwege de aangetroffen bodemverontreiniging, niet gewenst. Het hemelwater dient echter wel geborgen te worden binnen de grenzen van het plangebied. De voormalige vuilstort omvat niet het gehele plangebied, zie figuur 2. Dit is de reden dat wordt geadviseerd om de bergingsvoorziening te situeren buiten de grenzen van de voormalige vuilstort aan de noord- oostzijde van het plangebied. Als bergingsvoorziening is gekozen voor een wadi met een bodempassage (grondverbetering). De bodempassage dient goed doorlatend te zijn en geschikt te zijn voor vegetatie. De wadi dient te worden voorzien van drainage. De drainage dient direct onder de bodempassage te worden aangelegd. De drainage dient vrij te kunnen lozen op de Heuzelsgoot door middel van een geknepen afvoer, gedimensioneerd op de zogenoemde landbouwafvoernorm. Op deze manier wordt de wadi gebruikt als bodempassage, waardoor de oppervlaktewaterkwaliteit van de Heuzelsgoot gegarandeerd is. Door het aanbrengen van een bovengrondse overlaat wordt de wadi voorzien van een overstort. De bovengrondse overlaat vormt de (overstort) verbinding tussen de wadi en de Heuzelsgoot. Voor het behandelen van het hemelwater dat afstroomt van de grondwal wordt geadviseerd een greppel aan te brengen aan de noord- westzijde van grondwal. Het afstromende hemelwater kan onder afschot, door middel van de greppel, afstromen richting de wadi BERGINGSEISEN Waterschap Rijn en IJssel schrijft voor bouwplannen binnen het stedelijk gebied de eis voor dat een infiltratievoorziening een normbui van T= % moeten kunnen verwerken (verhard voor groen). Vanwege de bijzondere situatie ter plekke van de planlocatie wordt, in overleg met het waterschap, uitgegaan van een bergingseis van 10 mm. 22

23 5.4.4 UITGANGSPUNTEN TOEKOMSTIGE INFILTRATIEVOORZIENING De wadi dient te worden ingepast aan de noordoostzijde van het plangebied, buiten de grenzen van de voormalige vuilstort, maar binnen de grenzen van het plangebied; De wadi dient te worden gedimensioneerd op bovenstaande bergingseis van 10 mm; De GHG binnen het plangebied is gelegen op 21,87 m +NAP; De GWS binnen het plangebied is gelegen op 21,57 m +NAP; De Stadsgracht heeft een stuwpeil van 21,80 m +NAP; De Heuzelsgoot heeft een stuwpeil van 20,90 m +NAP; Het bodempeil van de wadi dient minimaal 0,30 m boven de GHG te liggen, in verband met toekomstige begroeiing. Dit komt neer op een hoogte van 22,17 m +NAP; De minimale drooglegging (maaiveld maximale waterstand) van de wadi dient 0,10 m te zijn; Als maximale waterstand voor de wadi dient uitgegaan te worden van 0,30 m; De wadi dient een minimale berging te hebben van 55,5 m³; De wadi dient binnen 24 uur weer beschikbaar te zijn voor een volgende bui; De wadi dient te worden aangelegd met een minimaal talud van 1:3; De wadi dient te worden voorzien van drainage die vrij kan lozen op de Heuzelsgoot ; De wadi dient bij extreme regenval over te kunnen storten op de Heuzelsgoot, middels een bovengrondse overstort. 23

24 24

25 6Conclusies en aanbevelingen Globaal beschreven ligt het plangebied aan de noordwestzijde van het historische centrum van Groenlo. Het plangebied is gelegen ten oosten van de Borculoseweg en ten noorden van de Halve Maanweg; De GHG voor het plangebied bevindt zich op circa 21,87 m +NAP en de GLG op 21,14 m +NAP; De minimale ontwateringsdiepte voor de diverse onderdelen in het plangebied worden behaald; Het bouwpeil van de nieuwe supermarkt komt te liggen op 23,30 m +NAP; De maatgevende bergingseis is een statische berging van 10 mm; De bodem van het plangebied is vervuild met o.a. PAK en zware metalen; Infiltratie in de bodem is niet wenselijk vanwege uitloging en/of mobiel maken van schadelijke stoffen; De bergingsvoorziening is als volgt opgebouwd: o Een wadi met een bovengrondse overstort voorziening (verlaging in het landschap) op de Heuzelsgoot ; o De wadi dient te worden voorzien van een bodempassage en drains; o De maximale waterdiepte in de wadi bedraagt 0,30 m; De waterhuishoudkundige en civieltechnische uitwerking dient nog plaats te vinden; Voor de te realiseren overstort/ verlaging in het landschap van de wadi op de Heuzelsgoot dient een watervergunning aangevraagd te worden bij waterschap Rijn en IJssel; Door het aanbrengen van de verhogingen wordt de kans op uitspoeling, door regenval, van vervuilende stoffen richting de Heuzelsgoot vergroot. Nader onderzoek moet uitwijzen of het toepassen van een waterdichte folie tussen de leeflaag en de verontreinigde grond gewenst is. Dit nader onderzoek wordt uitgevoerd door de gemeente in het kader van het opgestelde Saneringsplan. De onderzoeksresultaten worden verwerkt in het nog definitief te maken Waterhuishoudingsplan; Er is sprake van toename van de afvoer van vuilwater. Er worden echter geen problemen verwacht ten aanzien van het hydraulisch functioneren van het bestaande gemengd stelsel. Aangezien de toename van het vuilwater nihil is. 25

26 26

27 Bijlagen 27

28 28

29 BIJLAGE 1 Hoogtemeting 29

30 30

31

32

33 BIJLAGE 2 Bodemonderzoek 31

34 32

35 Gemeente Oost Gelre T.a.v. de heer H. Luesink Postbus AA LICHTENVOORDE DHV B.V. Ruimte en Mobiliteit Verlengde Kazernestraat ZA Deventer Postbus AX Deventer T (0570) F (0570) E deventer@dhv.com Deventer, 18 mei 2010 ons kenmerk dossier project betreft behandeld door telefoon, GO-DE : A : Stortplaats Borculoseweg te Groenlo : Briefrapportage sleuvenonderzoek : M. Blokhuis : (0570) , marc.blokhuis@dhv.com Geachte heer Luesink, Ten behoeve van de geplande ontwikkeling op de voormalige stortlocatie gelegen aan de Borculoseweg te Groenlo heeft DHV B.V. in opdracht van de gemeente Oost Gelre een sleuvenonderzoek uitgevoerd naar de opbouw en omvang van de voormalige stortlocatie. In onderhavige brief zijn onze bevindingen ten aanzien van de samenstelling en draagkracht van het stort beschreven. Het onderzoek heeft plaatsgevonden op 22 en 23 maart jl. waarbij door Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek onder begeleiding van de heer M. de Jonge (MKB er) van DHV B.V. diverse proefsleuven zijn gegraven, de situering van de proefsleuven is weergegeven in bijlage 1. De bevindingen van de heer De Jonge zijn in tabelvorm weergegeven in bijlage 2. Algemene bevindingen Uit het sleuvenonderzoek is gebleken dat het stort heterogeen van opbouw is en vooral bestaat uit grond met in meer of mindere mate (gebroken) baksteenpuin. Tevens is relatief veel glas, ijzer, sintels en kalk aangetroffen. In de noordoostelijke hoek is een significante hoeveelheid huisraad aangetroffen. Tijdens het onderzoek is gebleken dat het stort qua samenstelling, over het overgrote deel van het stort, grote gelijkenissen vertoont. Dit is tevens één van de redenen om naast de in dit kader gegraven proefsleuven geen aanvullende proefsleuven te graven. Een andere reden is dat door het graven van aanvullende proefsleuven de thans redelijk goed verdichte stort wordt verstoort. Het graven van meer proefsleuven zal geen ander beeld op leveren. Voor de beeldvorming zijn de foto s van de uitgevoerde werkzaamheden en het aangetroffen stortmateriaal opgenomen als bijlage 3. Tijdens het onderzoek zijn op verschillende plaatsen ook asbestverdachte materialen door onze begeleider aangetroffen. Het gehalte aan asbest in het stort is niet analytisch bepaald echter op basis van de ervaringen van onze begeleider is de verwachting dat de interventiewaarde voor asbest, behoudens mogelijk locale spots, niet wordt overschreden. Wij zijn van mening dat ten aanzien van het aantreffen van de asbestverdachte materialen er tijdens de uitvoering / sanering voor gekozen dient te worden om de werkzaamheden onder asbestcondities uit te voeren (veiligheidsklasse 3T) dan wel het DHV B.V. is onderdeel van de DHV Groep, een advies- en ingenieursbureau dat wereldwijd actief is en kantoren heeft in Europa, Afrika, Azië en Noord-Amerika. Het hoofdkantoor is gevestigd in Nederland. Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland nr Het kwaliteitssysteem van DHV B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.

36 werk zodanig in te richten dat de veiligheidsmaatregelen gemakkelijk kunnen worden opgeschaald naar 3T. Tijdens de saneringswerkzaamheden zijn zo wie zo altijd veiligheidsmaatregelen noodzakelijk. Op deze manier leidt het aantreffen van eventuele asbestnesten (met gehalten boven de interventiewaarde) niet tot het stilleggen van het werk, dan wel tot meerwerk voor het opschalen van het werk onder asbestcondities. In het saneringsplan en bestek zullen de maatregelen hiervoor nader worden beschreven. De potentiële tweede bouwlocatie bevindt zich op de rand van het stort. Uit het onderzoek is gebleken dat de dikte van het stort daar circa 3 m is. Opvallend is de relatieve grote hoeveelheid aangetroffen huisraad ter plaatse. Op basis van het verrichte onderzoek is de horizontale omvang van het stort wel goed in beeld gebracht, zie bijlage 1. De oppervlakte van het stort bedraagt circa m². Conclusie en advisering Op basis van het uitgevoerde sleuvenonderzoek kan worden geconcludeerd dat het stort, met uitzondering van het noord en noordoostelijk deel van het stort, voor een aanzienlijk deel bestaat uit grond vermengd met, in meer of mindere mate, (gebroken) baksteenpuin. Wij zijn van mening dat het stort met deze samenstelling qua draagkracht voldoende basis is om hierop een wegcunet op aan te brengen. Dit wegcunet dient wel van voldoende body te zijn. Gedacht wordt aan een wegcunet van minimaal 0,5 à 0,6 m zand en circa 0,25 m puingranulaat. Wat betreft de aanleg van het Aldi-gebouw kan gedacht worden aan de volgende funderingswijze: o Funderen op grondverdringende palen (vibro). Hiermee krijg je geen stort vrij. o Funderen op een betonplaat Echter een en ander is afhankelijk van de specifieke bouwspecificaties. Mocht de gemeente besluiten om de potentiële bouwlocatie op de noord- en noordoostzijde van de stortlocatie te willen ontwikkelen, dan adviseren wij u om ter plaatse van de bebouwing het stort volledig te verwijderen dan wel het gebouw op grondverdringende palen te funderen. Mochten er naar aanleiding van onderhavige briefrapportage vragen en of onduidelijkheden zijn omtrent het uitgevoerde sleuvenonderzoek, vragen wij u contact op te nemen met ondergetekende (0570) of met de heer Waaijenberg (0570) Met vriendelijke groeten, DHV B.V. ing. M. Blokhuis projectleider Bijlagen: - Situering proefsleuven; - Tabel met bevindingen; - Foto s. GO-DE mei

37

38

39 Aangetroffen Sleuf Lengte Breedte Diepte Toplaag tot baksteenpuin asbest glas ijzer oer botten kalk scherven sintels huisraad Hout (wortel) Kans op zetting A 7 0,6 280 matig fijn X X X X X X bovenin klein B 7 0, matig fijn X X bovenin klein C 7 0, matig fijn X X X bovenin klein D 7 0, matig fijn / grof X bovenin klein E 7 0, X X X X X bovenin middelmatig F-1 4 0,6 90 geen stortmateriaal aangetroffen bovenin klein F-2 9 0,6 180 matig fijn X X X X X bovenin klein 1 7 0,6 380 matig fijn / grof X X X X bovenin klein 2 7 0, matig fijn / grof X X bovenin klein 3 9 0, matig fijn / grof X X X X X bovenin redelijk 4 9 0, matig fijn X X bovenin klein 5 7 0,6 380 matig fijn X X X bovenin redelijk 6 7 0, grof X X X X bovenin klein ,6 250 matig fijn X X X bovenin redelijk , redelijk grof X X bovenin klein ,6 180 matig fijn X X X bovenin klein ,6 200 bovenin klein ,6 200 grof bovenin klein ,6 200 grof bovenin klein ,6 200 bovenin klein ,6 200 grof X bovenin klein ,6 200 grof bovenin klein ,6 200 grof X X bovenin veel klein ,6 200 matig fijn X X X bovenin veel redelijk ,6 250 redelijk grof X X X bovenin klein , redelijk grof X X X X bovenin klein , X X X bovenin veel klein ,6 380 matig fijn / grof X X bovenin redelijk

40

41 BIJLAGE 3 Wateraspectenkaart 33

42 34

43 broe traa t M eg Halve Maanweg S0 rm ee Kl vit -., lze np ad Ma rh u Els h Glo_g011 we g Ou de Wi nte rsw ijks t paw eg ds ew eg Eur o Li ch te nv oo r S4 GR Ni 5 Slatmansweg Nieu we W GRS aterleid ing 05 g we ks Rij S5 GR answ eg dijk ijen inters wijkse 8 N1 ew eg Oude Win tersw ijksew eg Oude Afw. d.d. Ev GRS3 erinkbrug Kie De 8 N1 e oll Zw 000. v. w. 32 Af R S G eu w G eh R e S3 u 0. zel 03 sg 5 oo ndij k ape ep te GR S4 rst O ud emp (N47) Glo_g213 er Bo Ho Bu lte De n Sn ied De er Sn ied er eg ew rds o n vo hte Lic Slatm af ek te stoten leiding be 00 en 4.0 e St S3leiding in voorbereiding GR eg ew g HENwater Marhulzenpad De eg sw e rw SEDwater hu lz en pa d ijks an tm GRS ev Li de el Watergangen ijk nd Bu lte n De B ld te rsw a Sl Eefselerweg Ho g e we g Ga rst en ve Be mp Waterwingebieden 2007 je eri Bo r endijk eg ) n te Wi Oude Pap Glo_g5169 De hu Grondwaterbescherming ijk nd pe Pa De Snie de 196 GRS ei di ng sw eg $ ar bestaande leiding (N47) 7 (N4 Rioolgemaal Rioolwaterzuivering 4 GRS4 e ud O Oude Papendijk De de r Snie a Glo_g054 Glo_g236 Bo s g we Tooms ch Oude Aaltenseweg k aa br n De au Em ns ns ma n n ee St -517 m. B Voor GRS 7) ite Bu! H Zwolse Weg M Natte ecologische verbindingszone ofw eg Be er g in 518 GRS er ak ne nw ev ijd vr Kwantiteitsgemaal ad M ar Zijtak GRS an sla ) J G R np lze Verbeterd gescheiden ad eg Glo_g5211 Sc h Gemengde S np Ecologische Hoofdstructuur lze w en Glo_g004 Ruurloseweg Scheidingsw G F F G G R dijk hu ar M lz rhu Ma Glo_g007 k r aa en b Ste Vispassage Glo_g002 Glo_g015 npeter Afw. v.d. Botte GRS w eg Lozingspunt rechts ijen Glo_g003 Groenlo (N 4 M r Boe Glo_g001 Glo_g10a Overlaat beneden brug Hartebroeksweg at ma o u 15 R v w. Af GRS hu ar en links Lozingspunt arhulz Bo eri jen dijk kse w Glo_g014 Lin ijk Boerijend en lz Oude W roe Slinge 47 ) Brug vast Af w GR. l. B S3 o m 6. er 00 s 0 eg eb Glo_g008 (N Gelink Brug beweegbaar Gr en Kl Antink gemaal Groenlo enweg Veldpap Stuw vast # Eibergseweg S R lin S 0 ge ens g we en Stuw regelbaar G hov Stuw cascade en di jk 0 Glo_g009 Afw. b.d. Nieuwe Brug GRS GR S 3 oot lsg 0 0 uze H e S GR overlaat bij brug Beltrumseweg Harte Bo er ij ijk nd g e ksv Vredens ewegafsluitbaar Duikers Nwe Brug se we ksew eg m Bo Duikers je eri Bo tru gemaal Den Sliem g 0 Kunstwe Afw. b. Lasondervonder GRS Bee t Ha rt Rin gw eg Glo_g76120 g Ringw Bumptmansgoot GRS Deventer we er st Be l eg dsw Koelink g we e Av r Na l kve Vrakkinkw eg Vredensewe / nk kki Vra ot go 00 oi.0 Ko S48 R G Gr ols ew eg Legenda 223 GRS m Slie Den 96 GRS g Afw. v.d. Vredenseweg GRS rw e g Av es te 130 GRS Winte rswij ksew eg

44

45 BIJLAGE 4 Het nieuwe hoogteplan 35

46 36

47 bos 22.60m +NAP N 22.70m +NAP 22.87m +NAP 1,00m 0,25m 0,25m 0,25m 0,25m 0,25m 0,25m 0,25m 0,25m 0,25m 0,12m Gemiddelde afwerkhoogte: 22,65m +NAP maximale hoogte 26.07m +NAP Dwarsprofiel m +NAP 22.90m +NAP Emmasingel 22.98m +NAP 22.95m +NAP Heuzelsgoot Borculoseweg Aldi Bouwpeil 23.30m +NAP Beatrixstraat 23.05m +NAP 23.03m +NAP 23.20m +NAP Gemiddelde afwerkhoogte: 23.10m +NAP 1,00m 0,25m 0,25m 0,25m 0,25m Gemiddelde afwerkhoogte: 22.90m +NAP maximale hoogte 25.20m +NAP 23.05m +NAP Dwarsprofiel m +NAP D C B A Wijz. Get. Acc. Datum Omschrijving Project: Grondbalans Aldi-terrein te Groenlo Omschrijving: Deelgebieden Opdrachtgever: Gemeente Oost-Gelre Getekend: NHN Datum: Gezien: RFS Formaat: A3 Fase: N.V.T Besteknr.: N.V.T Aantal bladen: N.V.T Bladnummer: N.V.T Schaal Status DEFINITIEF Projektnummer Tekeningnummer 100

48

49 BIJLAGE 5 Afkoppelbeslisboom 37

50 38

51

52