Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 6
|
|
- Hendrik Bogaerts
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 6 Samenvatting door een scholier 2236 woorden 3 april ,6 41 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 Atoombouw Ionen ontstaan uit atomen. Atomen zijn ongeladen deeltjes. Ionen hebben een positieve of negatieve lading. Atomen bestaan uit: protonen, elektronen, neutronen. Atoommodel van Rutherford: - een atoom bestaat uit een positief geladen kern en een negatief geladen elektronenwolk. - de atoomkern bestaat uit positief geladen protonen en ongeladen neutronen. - de elektronenwolk bestaat uit negatief geladen elektronen. - het aantal protonen in een atoom is gelijk aan het aantal elektronen. -elk atoom heeft een atoomnummer. Alle atomen van dezelfde soort hebben hetzelfde atoomnummer. Het atoomnummer = aantal protonen= aantal elektronen. - elk atoom heeft een massagetal. Atomen van dezelfde soort kunnen verschillende massagetallen hebben. Het massagetal= aantal protonen + aantal neutronen. Een ion is een atoom of atoomgroep met een positieve of negatieve lading. De grootte van de lading is meestal 1, 2, 3 of 4. De lading van een ion wordt altijd rechtsboven het symbool of de symbolen van het desbetreffende deeltje genoteerd. Massa s van atomen, ionen en moleculen worden uitgedrukt in atomaire massa-eenheden (u). de massa van een ion (ionmassa) is gelijk aan de massa van het atoom of de aromen waaruit het bestaat. De massa van een molecuul (molecuulmassa, M) is gelijk aan de massa s van de atomen waaruit het bestaat. Element= stof die uit één atoomsoort bestaat. In het periodiek systeem zijn alle atoomsoorten gerangschikt naar opklimmend aroomnummer. Atoomsoorten van elementen waarvan de stofeigenschappen op elkaar lijken, staan in één groep. Elektrovalentie= de lading van een enkelvoudig ion. Metaalatomen hebben positieve elektrovalenties. Atomen van niet- metalen hebben meestal negatieve elektrovalenties. Hoofdstuk 2 Moleculaire stoffen Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit moleculen. Dat zijn ongeladen deeltjes die bestaan uit atomen. Zijn de atomen hetzelfde dan is de moleculaire stof een element. Zijn de atomen van verschillende soorten dan Pagina 1 van 7
2 is de moleculaire stof een verbinding. Moleculaire stoffen geleiden geen elektrische stroom. In de formules kom alleen symbolen van niet- metalen voor. Moleculen bestaan dus altijd uit atomen van niet- metalen. Naamgeving moleculaire stoffen (triviale namen) 1 mono, 2 di, 3 tri, 4 tetra, 5 penta, 6 hexa, 7 hepta, 8 octa, Binding tussen 2 atomen= atoombinding= 2 elektronen, van ieder atoom een. Polaire atoombinding= de twee bindingselektronen liggen korter bij het ene atoom dan het andere. Aantal bindingsmogelijkheden= covalentie. Atoomsoort covalentie H, F, Cl, Br, I 1 O, S 2 N, P 3 C, Si 4 Atoombindingen worden pas verbroken bij chemische reacties. 3 fasen: vast(s), vloeibaar(l) of gas(g) Binding tussen moleculen: vanderwaalsbinding. Die is er niet meer in de gasfase. Hoe groter de molecuulmassa, hoe sterker de vanderwaalsbinding des te hoger het kookpunt. In de vaste fase en vloeibare fase worden moleculen bijeengehouden door vanderwaalsbindingen. Als een stof verdampt of oplost worden de vanderwaalsbindingen verbroken. Tussen moleculen waarin OH- groepen of NH- groepen voorkomen, treedt behalve de vanderwaalsbinding nog een extra binding op, waterstofbrug of H- brug. Hoe meer OH- of NH- groepen in een molecuul hoe hoger het kookpunt. Hydrofiele stof= stof die oplost in water, hebben minimaal 1 OH- of NH- groep. Ze vormen waterstofbruggen met watermoleculen. Hydrofoob= stof die niet oplost in water. Oplosvergelijking: Alcohol (l) alcohol (aq) C2H6O (l) C2H6O (aq) De oplosbaarheid van een stof geeft aan hoeveel gram van die stof maximaal kan oplossen in 100 gram water van een bepaalde temperatuur. De oplossing is dan verzadigd. De oplosbaarheid van een vaste stof wordt meestal groter als de temperatuur stijgt. De oplosbaarheid van een gas wordt kleiner als de temperatuur stijgt. Hydrofiele stoffen mengen onderling goed. Hydrofobe stoffen mengen onderling goed. Hydrofiele stoffen mengen slecht met hydrofobe stoffen. Emulsies: mengsels van vloeistoffen. Druppeltjes van de ene vloeistof zweven in de andere. Suspensies: mengsels van een vaste stof en een vloeistof. Kleine deeltjes van de vaste stof zweven in de vloeistof. Schuim: mengsel van een gas en een vloeistof. Belletjes van het gas zweven op de vloeistof. Nevel: mengsels van een gas en een vloeistof. Kleine druppels vloeistof zweven in een gas. Rook: mengsels van een vaste stof en een gas. Kleine deeltjes vaste stof zweven in een gas. Hoofdstuk 3 Pagina 2 van 7
3 Rekenen in de chemie Een grootheid is een gegeven of verschijnsel in de natuur dat meetbaar is. Als zo n verschijnsel met een getalwaarde wordt aangegeven, moet achter het getal de eenheid staan waarin het getal is uitgedrukt. Significante cijfers: cijfers die betekenis hebben. Hoe nauwkeuriger de gemeten waarde meer significante cijfers. Bij delen of vermenigvuldigen heeft de uitkomst evenveel significante cijfers als het getal in de berekening met de minste. Bij optellen of aftrekken kijk je naar het aantal decimalen. De uitkomst heeft net zoveel decimalen als het getal in de berekening met de minste heeft. Een reactievergelijking is een verkorte weergave van een reactie in formules. Links en rechts van de pijl moeten evenveel atomen van elke soort voorkomen. H2+O2 H2O 2H2+O2-2H2O De molmassa of molaire massa van een stof is in getalwaarde even groot als de molecuulmassa of atoommassa van die stof. De molmassa is in g, de molecuulmassa of atoommassa is in u. Molverhouding= de coëfficiënten in een reactievergelijking, geven de aantalverhouding weer waarin de deeltjes verdwijnen en ontstaan. De molariteit van een deeltjessoort is het aantal mol van die deeltjessoort in één liter oplossing. De molariteit wordt gegeven in de eenheid mol L-1 of M(olaire). Percentage= per honderd Promillage= per duizend Ppm= parts per million: per 1,0x106 ml of L of m3---volume Ppm : per 1,0x106 mg of g of ton---massa Ppm Hoofdstuk 4 Zouten -Zouten zijn stoffen die hoge smeltpunten hebben. -Ze bestaan uit geladend deeltjes: positieve en negatieve ionen. -In de vaste geleiden ze geen elektrische stroom. Dat komt doordat de ionen in de vaste fase n iet vrij kunnen bewegen. -In de vloeibare fase geleiden ze wel elektrische stroom. Dat komt doordat de ionen in een gesmolten zout wel vrij kunnen bewegen. -Zouten kun je herkennen aan de formule. Daarin wordt het symbool van een metaal gecombineerd met het symbool van een of meer niet-metalen. Behalve als het positieve ion in het zout een ammoniumion is. Enkele toepassingen van zouten: -Natriumfloride in tandpasta. -Kunstmest(kalium-, fosfaat-, ammonium-, en nitraationen)kaliumfosfaat en ammoniumnitraat -Calciumcarbonaat in Druipsteengrotten, schelpen, krijt en marmer. -Natriumchloride is keukenzout. -Glas (natrium-, kalium-, calcium-, carbonaat- en silicaationen). Namen: de naam van het zout bestaat uit de namen van de ionen waaruit het zet bestaat met de naam van het positieve ion voorop. Pagina 3 van 7
4 Formules: Een zout bestaat uit ionen. De formule van een zout is een verhoudingsformule. Daar kun je aan zien in welke verhouding de positieve en negatieve ionen voorkomen. v.b.: Magnesiumchloride: Mg 2+Cl-2. Bestaat uit Mg2+-ionen en Cl ionen. Aantal verhouding: 2:1 Ontstaan van een zout. Metaalatomen worden positief. Niet-metaalatomen negatieve ionen. Alle zouten bestaan uit kristallen waarin de positieve ionen en negatieve ionen volgens een regelmatig patroon zijn gerangschikt. Er is een sterke elektrostatische kracht tussen de ionen daardoor is er weer een binding, die noemen we ionbinding.(elektrovalente binding) Ionbindingen zijn veel sterker dan vanderwaalsbindingen en H-bruggen. Hoe sterker de ionbinding hoe hoger het smelt- en kookpunt. Zouten kunnen alleen elektriciteit geleiden als ze vrij kunnen bewegen die bewegingsvrijheid krijgen zo ook als ze oplossen in water. Als een zout oplost in water laten de ionen elkaar los. In de oplossing bevinden zich gehydrateerde negatieve en positieve ionen. Oplosvergelijking: NaCl(s) Na+(aq)+Cl-(aq). KNO3(s) K+(aq)+NO3-(aq) Na2CO3(s) 2Na+(aq)+CO32-(aq) Indampvergelijking: Na+(aq)+Cl-(aq) NaCl(s) 3Na+(aq)+PO43-(aq) Na3PO4(s) Niet alle zouten zijn oplosbaar kijk daarvoor in je binas tabel 45. -zouten met de positieve ionen; kalium-, natrium- of ammoniumionen zijn goed oplosbaar. -zouten met negatieve ionen; nitraat-,of acetaationen zijn ook goed oplosbaar. Sommige zouten reageren met water. -Na2O -K2O -CaO -BaO O2 ionen veranderen hierbij in OH- ionen. Reactievergelijking:Na2O(s)+H2O(l) 2Na+(aq)+2OH-(aq) CaO(s)+H2O(l) Ca2+(aq)+2OH-(aq) Molariteit van kaliumionen = [K+] Alleen als het gaat om deeltjes die werkelijk aanwezig zijn. [K2SO4] mag niet. Het ontstaan van hardwater: Calciumcarbonaat en magnesiumcarbonaat zijn slecht oplosbaar in water, ze komen veel voor in grond en gesteente. Ze reageren met water waarin koolstofdioxide is opgelost. CaCO3(s)+H2O(l)+CO2(g) Ca2+(aq)+2HCO3-(aq) MgCO3(s)+H2O(l)+CO2(g) Mg2+(aq)+2HCO3-(aq) Bij deze reacties ontstaan oplossingen met calcium- en magnesiumionen. Nadelen van hard water: -Er ontstaat ketelsteen in fluitketen. -Er komt kalkaanslag op verwarmingselementen van wasmachines en afwasmachines. -De gaatjes in een stoomstrijkijzer raken verstopt. Pagina 4 van 7
5 -De tegels en kranen in douche en badkamer krijgen witte kalkaanslag. Die kalk ontstaat als je hardwater verwarmt. De reactie: Ca2+(aq)+2HCO3-(aq) CaCO3(s)+H2O(l)+CO2(g) Kalkzeep reactie: Ca2+(aq)+2C17H35COO-(aq) Ca(C17 H35COO)2(s) Hoe harder het water hoe meer zeep je nodig hebt om te wassen. Het schuimgetal: De stearaationen zorgen ook voor het schuimen van de zeep. Alle ionen die hebben gereageerd met Ca2+-ionen kunnen geen schuim meer vormen. Dus moet je meer zeep toevoegen. De toegevoegde hoeveelheid zeep wordt ook wel het schuimgetal genoemd (een maat voor de hardheid van water). Neerslagreacties en ionvergeijkingen: in de oplosbaarheidtabel in je binas staan combinaties van ionen daar staan letters bij. De letter s betekend niet allen dat ze slecht oplosbaar zijn in water maar dat de desbetreffende ionen kunnen ook niet samen voorkomen in een oplossing dan krijg je neerslag(vaste stof). Een reactie tussen ionen waarbij een vaste stof ontstaat, heet neerslagreactie. De vergelijking die de reactie tussen de ionen weergeeft wordt ionvergelijking genoemd. Lood(II)nitraat Pb(NO3)2 Pb2+(aq)+NO3-(aq) Kaliumjodide KI K+(aq)+I-(aq) Neerslagreactie: Pb2+(aq)+NO3-(aq)+K+(aq)+2I-(aq) KNO3+PbI2 Ionvergelijking: vergelijking met de twee slecht oplosbare stoffen. Ionvergelijking=neerslagvergelijking. Ionvergelijking:Pb2+(aq)+2I-(aq) PbI2(s) Overmaat van ionsoort: Je kunt de ionen die met elkaar reageren in de juiste verhouding bij elkaar doen. Je kunt ook willekeurige hoeveelheden zoutoplossingen bij elkaar doen. Dan is de kans groot dat 1 van de 2 ion soorten in overmaat aanwezig is. Dan reageren niet alle ionen. En zul je de stof in overmaat nog aantreffen in de oplossing. Toepassen neerslag reacties: -ongewenste ionen verwijderen uit een oplossing -je kunt nieuwe zouten maken. -Het is mogelijk om aan te tonen dat een bepaalde ionsoort in een oplossing aanwezig is. Ionen verwijderen uit een oplossing. Er zitten Ag+-ionen in het afvalwater die moeten eruit. Dan moet je een negatieve ion-soort uitzoeken die reageert met zilver-ionen. Als er dan neerslag ontstaat kan er worden gefiltreerd. Zoek in de oplosbaarheidtabel de ion-soort op. We nemen de ionsoort S2+. Dat kannatuurlijk niet zomaar dat kan alleen in molecuulvorm. We nemen natriumsulfide(na2s) Neerslagreactie: 2Ag+(aq)+S2-(aq) Ag2S(s) De Ag+-ionen komen zo terecht in de vaste stof Ag2S. en kan worden gefiltreerd. Nieuwe zouten maken: het is wel eens dat je een bep. Zout wil maken omdat het op is. Het zout koper(ii)sulfaat maken: bestaat uit 2 ionsoorten; Cu2+ en PO43-. Als je die twee in een oplossing samen brengt, vormen ze de vaste stof koper(ii)sulfaat. Je neemt bijv. koper(ii)nitraat:cu(no3)2 en natriumfosfaat: Na3PO4 Pagina 5 van 7
6 Ionvergelijking: 3Cu2+(aq)+2PO43-(aq) Cu3(PO4)2(s) Met de natrium- en nitraationen gebeurd niets. Het koper(ii)fosfaat kun je filtreren en laten drogen. Het filtraat zou je kunnen indampen dan krijg je een 2e zout:natriumnitraat. Ionsoort aantonen: je weet niet of de stof natriumhydroxide of natriumsulfaat is. Dat kun je zo uitzoeken: -in beide stoffen komt dezelfde positieve ionsoort voor; Na+. De negatieve ionsoorten zijn verschillend. De ene bevat OH- en de andere SO42- ionen. -In de oplosbaarheidtabel zoek je een positieve ionsoort die slechts met een van beide stoffen reageert. Cu2+-ionen reageren alleen met OH- ionen. -Je lost een deel van de onbekende stof op in water. Daar voeg je een oplossing met koper(ii)ionen en toe. Met een koper(ii)nitraatoplossing. Volgt er neerslag dan bevatte de stof OH- ionen en was het Natriumhydroxide. Ontstaat er geen neerslag dan weet je dat de witte vaste stof Natriumsulfaat is. Zouthydraten: Wit kopersulfaat is een reagens op water. Het blauwe koper(ii)sulfaat bevat dus water. De temp. Moet boven 200 C uitkomen voordat het vrijkomt. Koper(II)sulfaat bindt het water chemisch. Het is een vorm van hydratie. Er ontstaan bindingen tussen de watermoleculen en de ionen van het zout. -Het gebonden water heet kristalwater. -De zouten die watermoleculen bevatten heten zouthydraten. In het blauw koper(ii)sulfaat komt per mol CuSO4, 5 mol water voor. Dit wordt zo opgeschreven: CuSO4.5H2O. -Indampen van de oplossing: Cu2+(aq)+SO42-(aq)+5H2O(l) CuSO4. 5H2O(s) Blauw Blauw -verhitten van de blauwe, vaste stof: CuSO4. 5H2O(s) CuSO4(s)+5H2O(l) Blauw Wit -water toedruppelen aan de witte vaste stof: CuSO4(s)+5H2O(l) CuSO4. 5H2O(s) Wit Blauw Zouten die water kunnen binden: -Gebruikt als droogmiddel.(zakje silicagel(sio2) beschermt apparaten tegen vocht) -Bouwmaterialen zoals gips, cement en beton ontstaan doordat watervrije zouten, water binden. (gisp=calciumsulfaat gebonden met water(caso4.2h2o) Hoofdstuk 6 Zuren en basen. Zure oplossing: ph< 7 Basische oplossing: ph > 7 Neutrale oplossing: ph= 7 De ph kun je meten met behulp van: universeelindicatorpapier, ph- meter, zuur- base- indicatoren. Een zuur is een deeltje dat H+ -ionen kan afstaan. De H+ -ionen ontstaan als het zuur in contact komt met water. Alle zure oplossingen bevatten dus H+ -ionen. Pagina 6 van 7
7 Meerwaardige zuren: zuren die per molecuul meer dan 1 H+ -ionen kunnen vormen. In de formule van de oplossing van een zuur staan H+ -ionen en negatieve ionen. ph= -log[h+] [H+]=(2nd)log(-pH) Een base is een deeltje dan 1 of meer H+ -ionen kan opnemen. Alle basische oplossingen bevatten OH- - ionen. OH- -ionenontstaan als een base in contact komt met water. 14-pH=pOH poh= -log[oh-] ph + poh= 14,00 Tijdens een zuur- basereactie neemt een base 1 of meer H+ -ionen op. Deze H+ -ionen zijn afkomstig van een zuur of uit een zure oplossing. Zoutzuur en ammoniakoplossing: H+(aq) + Cl-(aq) NH3(aq) H+ reageert met NH3 NH3(aq) + H+ NH4+ Pagina 7 van 7
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 2010 woorden 31 maart 2010 5,5 57 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 1: De bouw van stoffen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,
Nadere informatieStoffen, structuur en bindingen
Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan
Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H6 (Chemie)
Samenvatting Scheikunde H6 (Chemie) Samenvatting door een scholier 892 woorden 18 maart 2004 5,1 73 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Hoofdstuk 6 Twee soorten bindingen bij moleculaire stoffen:
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatie8,1. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 2527 woorden 27 oktober 2014 8,1 129 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 Paragraaf 2 Een zuivere stof is 1 stof met een unieke combinatie stofeigenschappen.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo
Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde
Nadere informatieAtoommodel van Rutherford
Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 2 bouwstenen van stoffen 2.2 de bouw van een atoom Atoommodel val Een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen Dalton afmetingen Ook gaf hij
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatievrijdag 2 maart :26:18 Midden-Europese standaardtijd H4 Zouten
H4 Zouten Vandaag Do Vr 4.1 4.2 theorie Maken t/m 11 Werken aan PO Planning Vragenuur molrekenen, bespreken vragen en opdrachten op aanvraag Zouten Hoge smeltpunten Geladen deeltjes 4.1 Inleiding PosiGeve
Nadere informatieElektrovalentie: geeft aan met welke lading het van het atoom afgeleide ion voorkomt in een zout
Samenvatting door een scholier 1324 woorden 25 juni 2005 5 43 keer beoordeeld Vak Scheikunde Samenvatting Hoofdstuk 2 Scheikunde 2.2 Toepassing van zouten: tandpasta uit natriumfluoride, planten hebben
Nadere informatieHoofdstuk 1: Atoombouw
Samenvatting door M. 3970 woorden 23 oktober 2013 5,6 25 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1: Atoombouw 1.2 De bouw van een atoom: Alles is opgebouwd uit stof. Stoffen bestaan
Nadere informatieAntwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal
Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild
Nadere informatieHoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.
Samenvatting door W. 879 woorden 15 oktober 2012 5,8 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 6 2 De PH van een oplossing De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur
Nadere informatieWednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1
Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof
Nadere informatieSamenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1
Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel
Nadere informatieSamenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar
Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar 2011-2012 Murmellius2014 www.compudo.nl/murmellius2014 Scheikunde H4: Reacties met zoutoplossingen Samenvatting
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof
Nadere informatieAr(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.
5. Chemisch rekenen 1. Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa-eenheid die we voor atomen gebruiken is u (unit). 1 27 1 u 1,66 10 kg m 6 C-nuclide m(h) = 1,0 u m(o) = 16,0 u m(c)
Nadere informatieAntwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal
Antwoorden deel 1 Scheikunde Chemie overal Huiswerk 2. a. Zuivere berglucht is scheikundig gezien geen zuivere stof omdat er in lucht verschillende moleculen zitten (zuurstof, stikstof enz.) b. Niet vervuild
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken
Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo I
pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2
Nadere informatieWATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten
WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)
Nadere informatieScheikunde Samenvatting H4+H5
Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld
Nadere informatieToets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde
Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie)
Samenvatting Scheikunde H6 Water (Chemie) Samenvatting door een scholier 1237 woorden 6 april 2003 5,5 120 keer beoordeeld Vak Scheikunde 1 Inleiding - Water is een heel bekent begrip. De bekende molecuul
Nadere informatieSamenvatting hoofdstuk 2
temperatuur in o Scheikunde hemie op school Samenvatting hoofdstuk 2 De bouw van stoffen Samenvatting hoofdstuk 2 Er zijn verschillende eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen. We noemen deze
Nadere informatieHoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000
Nadere informatievrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal
+ Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?
Nadere informatieScheikunde leerjaar 2
Scheikunde leerjaar 2 De verbranding van suiker. De ontleding van koper(i)jodide. Het vormen van vast ijzer(ii)sulfide. Verbranding van methaan. Bij de reactie van natrium met zwavel ontstaat natriumsulfide.
Nadere informatieHulpmiddelen: Binas T99, T40A. Hulpmiddelen: Binas T99, T40A
NAAMGEVING IONEN EINDBAAS A LEVEL 2 NAAMGEVING IONEN EINDBAAS C LEVEL 2 A Hoe heet het ion van broom met een lading van 1-? B Wat zijn de namen van de verschillende ijzer-ionen? C Hoe heet het ion van
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen
Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen Samenvatting door een scholier 1810 woorden 4 december 2017 4,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde hoofdstuk 8 Zuren
Nadere informatieJe kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.
Boekverslag door Merel 797 woorden 22 januari 2017 6.9 14 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie de bijlage voor de grafiek en alle tabellen. H8 Zuren en en Basen Chemie Overal 8.2 De
Nadere informatieAntwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.
Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-I
4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.
Nadere informatieatomen die we nu kennen kunnen we tientallen miljoenen moleculen maken veel verschillende soorten stoffen.
Samenvatting door F. 2194 woorden 15 november 2014 8 31 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie bijlage voor grafieke en berekeningen! 1.2 zuivere stoffen en mengsels Zuivere stof: één
Nadere informatieMetalen & opfris molberekeningen. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week
1842016 Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2 Zelfstudieopdrachten Deze les Metalen Opfrissen molberekeningen Zelfstudieopdrachten Samenvatting Vragen Huiswerk Zelfstudieopdrachten
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Reacties
Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 580 woorden 27 januari 2014 5,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Rep Hfst. 2 Water is bijzonder, dat komt door
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieHoe herken je een mengsel. Verschillende soorten mengsels
Samenvatting scheikunde havo 4 hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en mengsels Zuivere stoffen Een zuivere stof is één stof en heeft zijn eigen combinatie van stofeigenschappen De meeste
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieBindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11
Bindingen Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 1. Leg uit dat suiker een moleculaire stof is 2. Van suiker is de oplosbaarheid in water zeer hoog. Leg uit waarom suiker zo goed in water
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD
NMGEVING IONEN OPDRHT 1 LEVEL 1 D Fluoride-ion hloride-ion Zinkion Natriumion OPDRHT 2 LEVEL 1 D romide-ion Magnesiumion Zilverion Jodide-ion OPDRHT 3 LEVEL 2 D Fosfide-ion IJzer(II)ion Zilverion Goud(I)ion
Nadere informatieExtra oefenopgaven. Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008
Extra oefenopgaven Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers en operatie-assistenten assistenten i.o. voorjaar 2008 1. Geef van de volgende stoffen de chemische formule; geef ook aan tot welke categorie
Nadere informatie5-1 Moleculen en atomen
5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-I
Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieHet is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.
Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,
Nadere informatieScheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden
Scheikunde Chemie overal Week 1 Kelly van Helden 1.1 Chemie om je heen Scheikunde is overal Scheiden of zuiveren van stoffen Veranderen van grondstoffen in bruikbare stoffen Drinkwater uit zeewater Poetsen
Nadere informatieElementen; atomen en moleculen
Elementen; atomen en moleculen In de natuur komen veel stoffen voor die we niet meer kunnen splitsen in andere stoffen. Ze zijn dus te beschouwen als de grondstoffen. Deze stoffen worden elementen genoemd.
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieWATER. Krachten tussen deeltjes
WATER Krachten tussen deeltjes Krachten tussen deeltjes (1) Atoombinding en molecuulbinding De atomen in een molecuul blijven samen door het gemeenschappelijk gebruik van één of meer elektronenparen (=
Nadere informatie1.3 Periodiek systeem: - Periode = horizontale rij van elementen - Groep = verticale kolom van elementen
Hoofdstuk 1 1.2 Neutronen = massagetal atoomnummer Massagetal = Protonen + Neutronen Atoomnummer = protonen (positief geladen) = elektronen (negatief geladen) Atomaire massa- eenheden Isotopen Atoommassa
Nadere informatieZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.
PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een
Nadere informatie1 De bouw van stoffen
Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen
Nadere informatieHoofdstuk 1. Microstructuren. J.A.W. Faes (2018)
Hoofdstuk 1 Microstructuren J.A.W. Faes (2018) Hoofdstuk 1 Microstructuren Paragrafen 1.1 Atoombouw 1.2 Periodiek systeem 1.3 Metalen 1.4 Moleculen 1.5 Zouten 1.6 Water 1.7 Rekenen aan reacties Practica
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo II
Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide
Nadere informatie1.3 Periodiek systeem: - Periode = horizontale rij van elementen - Groep = verticale kolom van elementen
Hoofdstuk 1 1.2 Neutronen = massagetal atoomnummer Massagetal = Protonen + Neutronen Atoomnummer = protonen (positief geladen) = elektronen (negatief geladen) Atomaire massa- eenheden 1,00 u = 1,66*10-27
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatiescheikunde havo 2017-I
Contrastmiddel voor MRI-scans 1 maximumscore 3 aantal protonen: 64 aantal neutronen: 94 aantal elektronen: 61 aantal protonen juist 1 aantal neutronen: 158 verminderd met het aantal protonen 1 aantal elektronen:
Nadere informatieLater heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.
Atoombouw 1.1 onderwerpen: Elektrische structuur van de materie Atoommodel van Rutherford Elementaire deeltjes Massagetal en atoomnummer Ionen Lading Twee (met een metalen laagje bedekte) balletjes,, die
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieOplossen en mengen. Opdracht 2. Niet.
VW CURIE DSTUK 5 { oofdstuk 5 y plossen en mengen pdracht 1. a alcohol (ethanol), olie, vet, benzine en kwik (amalgamen) b IJzer als element is onoplosbaar, maar als ijzer(ii)- of ijzer(iii)-ionen kunnen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatie6. Oplossingen - Concentratie
6. Oplossingen - Concentratie 1. Opgeloste stof Oplosmiddel Oplossing Een oplossing is een homogeen mengsel (oplossing) van een vloeistof (oplosmiddel of solvent) en een (of meer) andere stoffen (opgeloste
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 6 HAVO 4
Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door A. 4666 woorden 27 oktober 2014 6,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1-2 Zuivere stof -Een soort moleculen -Element: een
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieScheikunde SE2. Hoofdstuk 8
Scheikunde SE2 Hoofdstuk 8 Paragraaf 2 Indicatoren: stoffen waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is. Zuur: als een oplossing een ph heeft van minder dan 7. Basisch: als een oplossing
Nadere informatieAlleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.
Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Ademtest 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Een ureummolecuul bevat NH 2 groepen / N-H bindingen, zodat er waterstbruggen (met watermoleculen) gevormd kunnen worden. (Dus ureum is
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2008-I
Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +
Nadere informatiesysteem staat. Voorbeelden zijn calcium en magnesium.
Begrippenlijst Aardalkalimetaal Absolute nulpunt Aggregatietoestand Alkalimetaal Alliage Amalgaam Apolair Atoom Atoombinding Atoomnummer Atoommassa Atoomrooster Brons Condenseren Damp Een aardalkalimetaal
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-II
Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:
Nadere informatie7.1 Het deeltjesmodel
Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een
Nadere informatieFrank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Basisstof examen
Samenvatting Scheikunde Basisstof examen Samenvatting door M. 1950 woorden 28 juni 2013 7,8 7 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde samenvatting Zuivere stoffen en mengsels Gas
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatie3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het
Nadere informatieFrank Povel. a. Fe + 2H + Fe 2+ + H 2 Er zullen gasbelletjes te zien zijn en de oplossing zal licht groen worden.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 29 november 2016 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieHOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties
HOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties Nadat je dit hoofdstuk verwerkt heb, kun je de volgende vragen beantwoorden: - Wat is de massa van een molecule H 2 SO 4? Van een Fe 2+ -ion? - Hoeveel
Nadere informatieEindexamen vmbo gl/tl nask2 2011 - I
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één scorepunt toegekend. Chemische geesten 1 B 2 maximumscore 1 zoutzuur Wanneer het antwoord 'waterstofchloride-oplossing' is gegeven,
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieStabilisator voor PVC
Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2007-II
Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien
Nadere informatiewoensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd
INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren?
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatie7, Samenvatting door een scholier 3350 woorden 3 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 1: Atoombouw
Samenvatting door een scholier 3350 woorden 3 mei 2005 7,1 86 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1: Atoombouw 1.1 Een atoom bestaat uit negatieve deeltjes (elektronen) en positieve deeltje (protonen)
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Rookmelder 1 aantal protonen: 93 aantal neutronen: 144 naam van element X: neptunium aantal protonen: 93 1 aantal neutronen: 241 verminderen met het genoemde aantal protonen en verminderen
Nadere informatievrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012
H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1
Nadere informatieS S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw
Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle Hoofdstuk 1 Atoombouw Theorie 19 b 78,99 23,98504 10,00 24,98584 11,01 25,98259 24, 31 100 20
Nadere informatie