S S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw
|
|
- Christiana ten Wolde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle Hoofdstuk 1 Atoombouw Theorie 19 b 78,99 23, ,00 24, ,01 25, , c molecuulmassa = 3 1, , ,00 = 97,99 u +30 c Na verhitting over 18,22 17,64 = 0,58 g koolstof. Massapercentage C = 0,58/1,84 100% = 32%. e Een gedeelte van de koolstof is als gasvormig reactieproduct verdwenen, bijvoorbeeld als CH e Totale massa = (2 24,31) + 28,09 + (4 16,00) = 140,71 u Massapercentage is 28,09 100% 19,96%. 140,71 Hoofdstuk 2 Bindingstypen Theorie +2 b 20 g 12 g = 8 g restant, waarvan de helft zilver en de helft koper is. De geelgouden ring bevat dus 12 g goud en 4 g zilver en 4 g koper. 22 e Bij S 2 vallen het centrum van δ + en δ niet samen, bij S 3 juist wel. Dus S 2 is een dipoolmolecuul, S 3 niet. S S 1
2 28 c 800 L vloeibaar ammoniak: dichtheid 0,6 g cm -3, dus 800 L = ,6 = g ammoniak = /17,03 = mol. Er lost bij 298 K 27,8 mol ammoniak per L water op dus /27,8 = 1014 L water nodig. Met de juiste significantie (1 cijfer) is dit L water. +29 a b 2
3 Hoofdstuk 3 Rekenen aan reacties Juist in dit hoofdstuk is veel gecorrigeerd ten gevolge van andere waarden in de 6 e editie van Binas. Bij sommige uitwerkingen zijn extra stapjes uitgeschreven om de leerlingen te helpen. Praktijk +9 c Benzine heeft een dichtheid van 0, kg m -3 (Binas tabel 11) = 0,72 kg L -1. Dus L heeft een massa van ,72 = 7800 kg. Molaire massa van C 8 H 18 is (8 12,01) + (18 1,008) = 114,224 g mol kg = 7, g C 8 H 18. Dit bevat 7, / 114,242 = = 6, mol C 8 H 18. d Uit de reactievergelijking volgt dat 2 mol C 8 H 18 bij verbranding 16 mol C 2 levert. Dus bij verbranding van 6, mol C 8 H 18 ontstaat = mol C 2. Dit komt overeen met ,015 = 2, g C 2 = 24 ton C 2. Theorie 4 b 6,1 mol CH 4 bevat 4 6,1 = 24,4 mol H = 24,4 6, = 1, H-atomen en 6,1 mol = 6,1 6, = 3, atomen. +7 De molverhouding van CuBr 2 : Cu : Br 2 = 1 : 1 : 1 en niet 1 : 0,5 : 0,5. Bij de ontleding van 1 mol koperbromide ontstaan dus 1 mol koper en 1 mol broom. De deeltjesverhouding in de reactievergelijking is tevens de molverhouding. 9 b 58 ton = 5, g Fe en dit bevat 5, / 55,85 = 1, mol. c De dichtheid is 0, kg m -3 = 0,80 g ml ml ethanol heeft een massa van 328 0,80 = 262,4 g. Dus 262,4 / 46,069 = 5,7 mol. e 0, kg m -3 = 0, g L -1 = 998 g L -1. 1,0 L water heeft een massa van 1,0 998 = 998 g. Dus 998 / 18,015 = 55 mol. 10 a 0,74 mol BaS 4 heeft een massa van 0,74 233,39 = 1, g b 6,9 mmol Cl 2 = 6, mol en komt overeen met 6, ,90 = 4, g c 0, kg m -3 = 0, g L L olijfolie heeft een massa van 600 0, = 5, g d 8, moleculen = 8, / 6, = 0,1478 mol C 2. Dit komt overeen met 0, ,010 = 6,5 g e 4, mol C 12 H komt overeen met 4, ,30 = 1, g 11 a 0,867 mol CH 4 komt overeen met 0,867 16,043 = 13,91 g. De dichtheid is 0,72 kg m -3 = 0,72 g L -1. Het volume is 13,91 / 0,72 = 19,3 L = 1, ml. b 36 kmol water = mol. Dit komt overeen met ,015 = 6, g. De dichtheid is 0, kg m -3 = 0, g L -1 = 0,998 g ml -1. Het volume is 6, / 0,998 = 6, ml. c 50 mg kwik = 5, g. De dichtheid van kwik is 13, kg m -3 = 13, g L -1 = 13,546 g ml -1. Het volume is 5, / 13,546 = 3, ml. d 3, moleculen = 3, / 6, = 6,578 mol C 3 H 6. De molaire massa is (3 12,01) + (6 1,008) + (1 16,00) = 58,087g mol -1. 6,578 mol C 3 H 6 komt overeen met 6,578 58,078 = 382,0 g. De dichtheid is 0, kg m -3 = 0, g L -1 = 0,79 g ml -1. Het volume is 382,0 / 0,79 = 4, ml. e 6,0 µmol = 6, mol CS 2. Dit komt overeen met 6, ,141 = 4, g. De dichtheid is 1, kg m -3 = 1, g L -1 = 1,26 g ml -1. Het volume is 4, / 1,26 = 3, ml. 12 2,60 mol komt overeen met 908 g, dus 1 mol komt overeen met 908 / 2,60 = 349 g. De molaire massa is dus 349 g mol -1. 3
4 14 a 10,0 ml = 0,0100 L en 0,0100 1, = 1,2 g suiker. Hieraan wordt 4,0 g suiker toegevoegd, dus 4,0 + 1,2 = 5,2 g suiker in 10,0 ml. Nieuwe concentratie = 5,2 / 0,0100 = 5, g L d Melk heeft volgens Binas een dichtheid van 1,02-1, kg m -3. Schatting dichtheid chocomel is 1, kg m -3 = 1, g L -1 = 1,04 g ml -1. Dus 100 ml heeft een massa van 100 1,04 = 104 g. Dan is het massapercentage: 12,2 / % = 11,7%. 16 Gegeven: 5,60 µg vitamine B12 per 100 g zalm, dus 5, g per 100 g. fwel (5, / 100) 10 6 = 5, massappm. 17 a De dichtheid van aceton is 0, kg m -3 = 0, g L -1 = 0,79 g ml -1. Dus 1,3 ml heeft een massa van 1,3 0,79 = 1,0 g = 1, mg. 18 a Gegeven is dat maximaal 1200 volume-ppm koolstofdioxide aanwezig mag zijn, dus 1200 ml per m 3, ofwel 1,2 ml per L. b De inhoud van het lokaal is = 162 m volume-ppm betekent 1200 ml per m 3, dus maximaal = ml. c ml = L. De dichtheid van koolstofdioxide is 1,986 kg m -3 = 1,986 g dm -3, dus ,986 = g +19 b De adem bevat 1, ml = 1, L per 0,50 L adem ofwel (1, / 0,50) 10 6 = 0,32 volume-ppm. c Gemeten is 1, ml alcohol per 0,50 L, ofwel 1, / 0,50 = 3, ml per L adem. De dichtheid van alcohol is 0, kg m -3 = 0, g L -1 = 0,80 g ml -1. Dit heeft een massa van 3, ,80 = 2, g = 2, mg. Dit is minder dan de grens van 22 mg L -1, dus er is niet teveel alcohol genuttigd. +20 b 1,0 L liter lucht bevat 20,9 / 100 1,0 L = 2, L = 2, ml. c Dichtheid zuurstof is 1,43 kg m -3 = 1,43 g L -1 dus 2, L heeft een massa van 2, ,43 = 0,30 g. 21 c 2 C 6 H 6 (g) (g) 12 C 2 (g) + 6 H 2 (l) 2 mol 15 mol 12 mol 6 mol 23 c De dichtheid is 0, kg m -3 = 0, g L ,21 L benzine heeft een massa van 13,21 0, = 9, g. Molaire massa van C 8 H 18 is (8 12,01) + (18 1,008) = 114,224 g mol -1. Dus 9, / 114,224 = 83,27 = 83 mol. d Uit de reactievergelijking volgt dat 2 mol benzine 18 mol water oplevert. Dus 83,27 mol benzine levert 83,27 18 / 2 = 749,4 mol H 2 dus 749,4 18,015 = 1, g. 24 c Er ontstaat 0,3330 mol zuurstof. Dit komt overeen met 0, ,00 =10,656 g. De dichtheid is 1,43 kg m -3 = 1,43 g L -1. Het volume is dus 10,656 / 1,43 = 7,45 L. 4
5 +25 c 0,1666 mol H 2 2 komt overeen met 0, ,015 = 5,667 g en dit is 3,0 massa%. Dus nodig 100 / 3,0 5,667 g = 1, g. Neem aan dat de dichtheid 1,0 g ml -1 is, dan is dit 1, ml H 2 2 -oplossing. 26 b 5,0 g K bevat 5,0 / 39,10 = 0,1279 mol K. 10,0 g Br 2 bevat 10,0 / 159,80 = 0,06258 mol. 0,06258 mol Br 2 reageert met 2 0,06258 = 0,1252 mol K. Dus een overmaat 0,1279-0,1252 = 2, mol K. Dus 2, ,10 = 0,1 g K. 27 b 38 g Cu bevat 38 / 79,545 = 0,4778 mol Cu. 69 g C bevat 69 / 12,01 = 5,745 mol C. 0,4778 mol Cu reageert met 0,4778/2 = 0,2389 mol C. Dus een overmaat van 5,745 0,2389 = 5,506 mol C. Dus 5,506 12,01 = 66 g C. c Er ontstaat maximaal 0,4778 mol Cu. Dus 0, ,55 = 30 g Cu. d Er ontstaat 0,2389 mol C 2 wat overeenkomt met 0, ,01 = 10,54 g. Dichtheid is 1,986 kg m -3 = 1,986 g L -1. Dit is dus 10,54 / 1,986 = 5,3 L. +28 c 10 L lucht bevat 20,9 / = 2,1 L zuurstof. De dichtheid is 1,43 kg m -3 = 1,43 g L -1. Het volume is dus 2,1 1,43 = 3,0 g. Dit komt overeen met 3,0 / 32,00 = 9, mol. d Je verbrandt 1,7 g Al. Dit bevat 1,7 / 26,98 = 0,06301 mol Al. Hieruit ontstaat 0,06301/2 = 0,03150 mol Al 2 3 = 0, ,96 = 3,2 g. +29 b 7 kg glucose = 7000 g glucose en dit komt overeen met 7000 / 180,16 = 38,9 mol glucose. Hieruit ontstaat 2 38,9 = 77,7 mol ethanol. Dit komt overeen met 77,7 46,069 = 3580 g. De dichtheid is 0, kg m -3 = 0, g L -1. Dus 3580 / 0, = 4 L ethanol. c p een kerstboom van 10 kg kun je 40 km rijden. Met 2,5 miljoen kerstbomen kun je 40 2, = 1, km rijden. +30 b De luchtkolom bevat 3, = 4, µg N 2 = 4,5 g N 2. Dit bevat 4,5 / 46,006 = 9, mol. Dit levert 9, / 2 = 4, mol N 2. Dit komt overeen met 4, ,02 = 1,4 g. Hoofdstuk 4 Zouten Praktijk Beton 2 c 1,0 kg kalksteen = 1, g. Dit bevat 1, /100,09 = 9,99 = 10 mol CaC 3. Dit levert 10 mol C 2. d 9,99 24 = 2, dm 3 C 2. 6 e Totale massa van 1 mol = (3 40,08) + (2 28,09) + (7 16,00) + (3 18,015) = 342,465 g. Hierin is 3 mol H 2 wat overeenkomt met 3 18,015 = 54,045 g. Massapercentage water = (54,045 / 342,465) 100% = 15,781%. 9 d 2 Fe(H) 3 bestaat uit 2 Fe, 6 en 6H. Fe 2 3 3H 2 bestaat uit 2 Fe, 6 en 6 H. Dus ze bevatten dezelfde atomen in dezelfde verhouding. 5
6 Theorie 2 g koper(ii)nitriet 4 d natriumoxide alleen in vloeibare fase, distikstofmonooxide helemaal niet +6 d Molaire massa is (2 200,6) + (2 121,8) + (7 16,00) = 756,8 g.mol -1. 1,0 g rood kwik komt overeen met 1,0 / 756,8 = 1, mol. Dit is gevormd uit 2 1, mol Hg = 2, mol Hg. Dit komt overeen met 2, ,59 = 0,57 g Hg. +11 d 5,0 g KH levert 5,0 / 56,106 = 8, mol KH in oplossing. 5,0 g K 2 levert 5,0 / 94,196 = 5, mol. Dit levert 2 5, = 1, mol KH in oplossing. 5,0 g K levert 5,0 / 39,10 = 1, mol. Dit levert 2 1, = 2, mol KH in oplossing. Alle drie evenveel water, dus Noah (die K laat reageren) krijgt de hoogste concentratie kaliloog. 16 a een neerslag van koper(ii)hydroxide: 2+ Cu (aq) + 2 H (aq) b Het residu is het neerslag van koper(ii)hydroxide. c Koper(II)hydroxide is blauw van kleur. Cu(H) (s) 2 20 Algemeen werkplan: voeg een oplossing van een zout aan de oplossing toe waarbij een neerslag ontstaat. Na afloop het neerslag verwijderen via filtratie. d Voeg bijvoorbeeld een natriumfosfaatoplossing toe: neerslag van calciumfosfaat en magnesiumfosfaat. Reacties: 3 Mg (aq) + 2 P (aq) Mg (P ) (s) Ca (aq) + 2 P (aq) Ca (P ) (s) en Algemeen werkplan: los een weinig van het onbekende zout op en voeg een zoutoplossing toe aan de onbekende zoutoplossing (keuze uit twee) waarbij slechts met één van beide een neerslagreactie optreedt. d plosvergelijkingen ammoniumsulfiet en zilvernitraat: (NH 4 )S 3 (s) 2 NH 4 + (aq) + S 3 2- (aq) en AgN 3 (s) Ag + (aq) + N 3 - (aq). Voeg bijvoorbeeld een natriumchlorideoplossing toe: bij neerslag heb je zilverionen aangetoond, bij geen neerslag sulfietionen. Reactie: Ag + (aq) + Cl - (aq) AgCl(s). 26 c 15 g NH 4 Cl komt overeen met 15 / 53,491 = 0,29 mol L a 3,0 g NaCl komt overeen met 3,0 / 58,443 = 0,0513 mol in 50 ml, dus 0,0513 / 0,050 = 1,0 mol L -1 b 5,69 kg = 5690 g NaCl en komt overeen met 5690 / 58,443 = 97,36 mol in 8,5 m 3 = 8500 dm 3, dus 97,36 / 8500 = 0,0115 mol L -1 = 1, mol L ,0 L zoutoplossing = 1000 g. Hiervan is 0,90 % = 0,90/ = 9,0 g natriumchloride. 9,0 g NaCl = 9,0 / 58,443 = 0,15 mol. Dus de molariteit van NaCl is 0,15 mol L b 0,16 M = 0,16 mol L -1 dus 0,16 171,34 = 27,4 g Ba(H) 2. 1,0 L = 1000 g. Massapercentage = 27,4 / % = 2,7%. c Voor 500 ml heb je 27,4 0,500 = 14 g Ba(H) 2 nodig. +31 d 3,2 mmol P 4 3- (aq) reageert tot 1,6 mmol Fe 3 (P 4 ) 2. Molaire massa is (3 55,85) + (2 30,97) + (8 16,00) = 357,49 g.mol -1. Dus 1,6 357,49 = 572 mg = 0,57 g. 6
7 +32 c Je hebt 1,2 M AgCH 3 C-oplossing, dus nodig 0,03626 / 1,2 = 0,030 L = 30 ml. Je hebt 1,8 M K 2 C 3 -oplossing, dus nodig 0,01813 / 1,8 = 0,010 L = 10 ml. +34 b CoCl 2 6H2(s) 2 Co (aq) + 2 Cl (aq) + 6 H 2 (l) c Molaire massa is 129,84 + (6 18,015) = 237,93 g.mol ,015 Massapercentage water = 100% 45,429% 237,93 d 5,0 g = 5,0 / 237,93 = 0,02101 mol. Dit levert 0,02101 mol Co 2+ (aq) en 2 0,2101 = 0,04202 mol Cl - (aq) in 300 ml = 0,300 L. [Co 2+ ] = 0,02101 / 0,300 = 0,070 M en [Cl - ] = 0,04202 / 0,300 = 0,14 M. 36 a 450 g CaCl 2 komt overeen met 450 / 110,98 = 4,055 mol CaCl 2. Dit bindt 2 4,055 = 8,110 mol H 2, wat overeenkomt met 8,110 18,015 = 146 g water. 37 g Molaire massa is (1 24,31) + (1 14,01) + (4 1,008) + (1 30,97) + (4 16,00) + (6 18,015) = 245,412 g.mol ton struviet = g en komt overeen met /245,412 = 2, mol struviet, dus ook 2, mol P. Dus dan 2, ,97 = 6, g P per 1500 m 3 urine. Per L dan 6, /1, = 0,4 g P per L urine. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Malmberg s-hertogenbosch 7
SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN
SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN Auteurs Tessa Lodewijks Toon de Valk Eindredactie Aonne Kerkstra Eerste editie Malmberg s-hertogenbosch www.nova-malmberg.nl 3 Rekenen aan reacties Praktijk Zorgen voor morgen
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatieSCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.
OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje
Nadere informatiegroep Computerprogramma woordenschat
Taal actief G e b r u i k e r si n st r u c t i e C o m pu te rpro gra m m a w o o rde n s c ha t 214088_OM.indd 1 gro ep 6 22-06-2009 12:22:50 telefoon: 073-628 87 22 e-mail: helpdesk.bao@malmberg.nl
Nadere informatiewoensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd
INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren?
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 6 HAVO 4
Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12
Nadere informatieOefenopgaven BEREKENINGEN
Oefenopgaven BEREKENINGEN havo Inleiding De oefenopgaven over berekeningen zijn onderverdeeld in groepen. Vet gedrukt staat aangegeven om wat voor soort berekeningen het gaat. Kies uit wat het beste past
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieOefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1
Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieUitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4
Uitwerkingen 4.3.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieHet is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.
Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO
UITWERKING TOELICTING OP DE ANTWOORDEN VAN ET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: SCEIKUNDE AVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieUitwerkingen 3.7.1. Uitwerkingen 3.7.4
Uitwerkingen 3.7.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10
Nadere informatieChemisch rekenen, zo doe je dat!
1 Chemisch rekenen, zo doe je dat! GOE Opmerkingen vooraf: 1. Belangrijke schrijfwijzen: 100 = 10 2 ; 1000 = 10 3, enz. 0,1 = 1/10 = 10-1 ; 0,001 = 1/1000 = 10-3 ; 0,000.000.1 = 10-7, enz. gram/kg = gram
Nadere informatieHoofdstuk 3-5. Reacties. Klas
Hoofdstuk 3-5 Reacties Klas 3 MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2O C 2H 6 C C 2H 6O D CO 2 E F C 4H 8O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3H 6O C C 2H 2 D C 6H 5NO
Nadere informatieRekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016
Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE
SKILL TREE MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2 O C 2 H 6 C C 2 H 6 O D CO 2 E F C 4 H 8 O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3 H 6 O C C 2 H 2 D C 6 H 5 NO E C 5 H
Nadere informatieAntwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.
Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat
Nadere informatieRekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week
Rekenen aan reacties Scheikunde iveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3 Deze les Molair volume Reactievergelijkingen kloppend maken Samenvatting Vragen uiswerk voor volgende week Bestuderen oofdstuk 4: Chemische
Nadere informatieOefenopgaven BEREKENINGEN Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven.
Oefenopgaven BEREKENINGEN vwo Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven. OPGAVE 1 In tabel 7 van BINAS staan twee waarden
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VWO
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: SCHEIKUNDE 1 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieChemisch rekenen versie 22-03-2016
Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieChemisch rekenen versie
Chemisch rekenen versie 27-01-2017 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieWeet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?
Hoofdstuk 21 Chemisch rekenen (4) bladzijde 1 Opgave 1 Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan? Opgave 2 We lossen op: 25,0 g NaCl in een maatkolf tot 100 ml. De
Nadere informatie3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO
3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO 3.7.1 Tellen met grote getallen In het dagelijks leven tellen we regelmatig het aantal van bepaalde voorwerpen. Vaak bepalen we dan hoeveel voorwerpen er precies
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatieRekenen Groep 7-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatieBollen, kolommen, platen en achtvlakken
Bollen, kolommen, platen en achtvlakken 1 D (het aantal moleculen is evenredig met de dichtheid gedeeld door de molecuulmassa) C (De loopsnelheid van Q is hier in beide proeven groter dan die van P) 3
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-II
Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: NIVEAU: SCHEIKUNDE HAVO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met
Nadere informatieBasiskennis schei- en natuurkunde
Basiskennis schei- en natuurkunde Basiskennis schei- en natuurkunde M. Zwamborn Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden.
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2006-II
4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een
Nadere informatieAluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.
RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef
Nadere informatieZelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie
Zelfstandig werken Ajodakt Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie 9 789074 080705 Informatieverwerking Groep 7 Antwoorden Auteur P. Nagtegaal ajodakt COLOFON Illustraties
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatie2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen
2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen Theorie pgave 1 20 g kaliumsulfaat wordt opgelost in 150 ml water. De oplossing wordt vervolgens geëlektrolyseerd. Na elektrolyse bevat de oplossing
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Ademtest 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Een ureummolecuul bevat NH 2 groepen / N-H bindingen, zodat er waterstbruggen (met watermoleculen) gevormd kunnen worden. (Dus ureum is
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieRekenen aan reacties 4. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Hulp: kennisclips. Zelfstudieopdrachten voor volgende week
4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Volume) Afronding voor volgende week (Rekenen met volumes) Hulp: kennisclips www.patricklogister.nl of www.youtube.com/pgjlogister
Nadere informatieCursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)
Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Opgave 1 Bereken met behulp van het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid (g/l) in zuiver water bij kamertemperatuur, van: a CuBr K s = 5,2 x 10-9 CuBr Cu + + Br
Nadere informatieEén mol vrachtauto s wegen ook meer dan één mol zandkorrels en nemen ook veel meer ruimte in. Maar het aantal vrachtauto s in een mol is exact evengro
Hoofstuk 13: rekenen met mol 13.1 De eenheid mol en de molaire massa Er zijn allerlei manieren om aan te geven hoeveel je van een stof hebt. Je kunt de massa van een stof geven (in g of kg of...). Je kunt
Nadere informatie4 e Internationale Chemieolympiade, Moskou, 1972, Sovjet Unie
4 e Internationale Chemieolympiade, Moskou, 1972, Sovjet Unie Theorie pgave 1 1,52 g mengsel van twee vaste elementen reageert met een overmaat zoutzuur. ierbij komt 0,896 L gas vrij en 0,56 g van een
Nadere informatieSEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE
SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen
Nadere informatieMetalen & opfris molberekeningen. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week
1842016 Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2 Zelfstudieopdrachten Deze les Metalen Opfrissen molberekeningen Zelfstudieopdrachten Samenvatting Vragen Huiswerk Zelfstudieopdrachten
Nadere informatieOplossingen oefeningenreeks 1
Oplossingen oefeningenreeks 1 4. Door diffractie van X-stralen in natriumchloride-kristallen stelt men vast dat de eenheidscel van dit zout een kubus is waarvan de ribbe een lengte heeft van 5.64 10-10
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Reacties
Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische
Nadere informatieFrank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN havo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatieHoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000
Nadere informatieStenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7
Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Tandarts Geel 21 juli 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 De samenstelling van een oplossing wordt in volgende tabel weergegeven: Ionsoort
Nadere informatieStenvert. Taalmeesters 2. Antwoorden. Taalmeesters 2. Zelfstandig werken. Antwoorden. Groep 4. Taal COLOFON COLOFON
Taalmeesters 2 Antwoorden COLOFON Taalmeesters 2 Stenvert Zelfstandig werken Taal Groep 4 Antwoorden Auteurs Evelien Klok, Michelle Kraak, Hans Vermeer Conceptontwerp omslag: Metamorfose ontwerpers BNO,
Nadere informatieOefenopgaven REDOX vwo
Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in
Nadere informatieHoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,
Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieSchool en echtscheiding
School en echtscheiding Alledaagse begeleiding binnen een schoolbreed beleid Angelique van der Pluijm en Margit Grevelt School en echtscheiding Alledaagse begeleiding binnen een schoolbreed beleid Angelique
Nadere informatie6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14
6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende
Nadere informatieStenvert. Taalmeesters 6. Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Taal Taalmeesters 6 Antwoorden Groep 8
Zelfstandig werken Taal Groep 8 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieDenken + Doen = Durven
1 Denken + Doen = Durven Werkboek voor jezelf Dit werkboek is van: Houten Bohn Stafleu van Loghum, 2008 2 Denken + Doen = Durven Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Denken + Doen = Durven, Werkboek voor
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatieHypertensie en 24-uursbloeddrukmeting
Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting Een toegevoegde waarde voor de praktijk F.T.J. BOEREBOOM, INTERNIST-NEFROLOOG D. TAVENIER, HUISARTS Houten 2010 2010 Bohn Stafleu
Nadere informatieHet smelten van tin is géén reactie.
3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II
4 Beoordelingsmodel Alcoholtest 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de werking van het enzym aldehydedehydrogenase wordt geblokkeerd. (misselijkheid betekent) aceetaldehyde wordt niet omgezet
Nadere informatieHet ecg en het angiogram bij een acuut hartinfarct. Onder redactie van W.A. Dijk B.M.A. Munstra M. Munstra F. Zijlstra
Het ecg en het angiogram bij een acuut hartinfarct Onder redactie van W.A. Dijk B.M.A. Munstra M. Munstra F. Zijlstra Het ecg en het angiogram bij een acuut hartinfarct Het ecg en het angiogram bij een
Nadere informatiePbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl
Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende
Nadere informatieRekenen Groep 4-1e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm
Nadere informatiescheikunde havo 2017-I
Contrastmiddel voor MRI-scans 1 maximumscore 3 aantal protonen: 64 aantal neutronen: 94 aantal elektronen: 61 aantal protonen juist 1 aantal neutronen: 158 verminderd met het aantal protonen 1 aantal elektronen:
Nadere informatieVraag Antwoord Scores 34 S
Zwaveleter 1 maximumscore 2 32 S 34 S aantal protonen 16 16 aantal neutronen 16 18 aantal elektronen 16 16 het aantal protonen en het aantal elektronen juist 1 het aantal neutronen juist: het massagetal
Nadere informatieVoeding, uitscheiding en diagnostiek
Voeding, uitscheiding en diagnostiek Werkcahier Kwalificatieniveau Geerard Siereveld Cees van Stipdonk Johan van t Wout Skillslab-serie voor verpleegkundige en verzorgende beroepsvaardigheden Houten 2008
Nadere informatieLUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007
LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007 docent: drs. Ruben E. A. Musson Het gebruik van uitsluitend BINAS is toegestaan. 1. Welk van de volgende processen
Nadere informatieLeidraad Diabetes mellitus type 2 glucoseregulatie
Leidraad Diabetes mellitus type 2 glucoseregulatie Leidraad Diabetes mellitus type 2 glucoseregulatie Onder redactie van: Dr. A.G. Lieverse internist-vasculair geneeskundige Maxima Medisch Centrum, Eindhoven
Nadere informatieChemisch rekenen versie 22-03-2016
Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieOpdracht Scheikunde Scheikundige wereldreis en proefjes per continent
Opdracht Scheikunde Scheikundige wereldreis en proefjes per continent Opdracht door C. 1119 woorden 20 januari 2017 6,7 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Scheikunde overal De reis start in Veenendaal,
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II
Beoordelingsmodel Brons 1 maximumscore 4 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 78,3(%). berekening van het aantal mmol S 2 3 2 : 18,3 (ml) vermenigvuldigen met 0,101 (mmol ml 1 ) 1 omrekening van
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieEen reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?
Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:
Nadere informatieGezond eten: Daar heb je een leven lang lol van!
Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! Opgedragen aan Julia, Floris en Maurits. Gezond eten: Daar heb je een leven lang lol van! EEN VROLIJK BOEK VOOR KINDEREN WAARMEE ZIJ HUN OUDERS KUNNEN LEREN
Nadere informatieChemisch rekenen antwoordmodel versie
Chemisch rekenen antwoordmodel versie 27-01-2017 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2
Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Opgave 2.1 Opgave 2.2 Elementen leren Maak met de afbeeldingen 2.1A en 2.1B kaartjes met aan de ene kant de naam van het element en aan de andere kant het symbool en
Nadere informatieRekenen Groep 6-2e helft schooljaar.
Sweelinck & De Boer B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,
Nadere informatieDenken + Doen = Durven
1 Denken + Doen = Durven Werkboek voor ouders Houten Bohn Stafleu van Loghum, 2008 2 Denken + Doen = Durven Kind en Adolescent Praktijkreeks Dit Denken + Doen = Durven, Werkboek voor ouders, is onderdeel
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2008-I
Beoordelingsmodel Vrije vetzuren in olijfolie 1 maximumscore 1 hydrolyse Indien het antwoord verzeping of ontleding of evenwichtsreactie is gegeven 0 2 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel
Oefenvraagstukken 5 AVO oofdstuk 13 Antwoordmodel Reactieomstandigheden 1 + 2 et zuur was in overmaat aanwezig dus de hoeveelheid O 2 is afhankelijk van de hoeveelheid ao 3. Alle drie gaan uit van dezelfde
Nadere informatie