Uitwerkingen Uitwerkingen 3.7.4
|
|
- Albert Christiaens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Uitwerkingen ,5 12 = 18 eieren 2 3, = 468 figuurzaagjes = 600 bierflesjes 4 3, = korrels hagelslag 5 2, = zoutkorrels 6 1, = watermoleculen 7 0, = 1, ijzeratomen / 12 = 12 dozijn eieren / 144 = 6,94 gros punaises / = 5 pakken hagelslag / = = pakken zout / ( ) = 10 mol moleculen / ( ) = mol atomen ijzer / ( ) = 1, mol watermoleculen Uitwerkingen m waterstofperoxide = 2 1, ,00 = 34,01 u (Let op de eenheid!!!) 16 M koperoxide = 63, ,00 = 79,54 g/mol 17 M natriumchloride = 22, ,45 = 58,44 g/mol 18 m koolstofdioxide = 12, ,00 = 44,01 u (Let op de eenheid!!!) 19 m zwaveltrioxide = 32, ,00 = 80,06 u (Let op de eenheid!!!) 20 M glucose = 6 12, , ,00 = 180,16 g/mol Uitwerkingen ,14 g / 58,44 g/mol = 0,0024 mol NaCl 22 5, g / 158,3 g/mol = 3, mol K 2 SO g / 58,12 g/mol = 2,15 mol C 4 H , mol 180,2 g/mol = 0,0022 g C 6 H 12 O mol 32,00 g/mol =9600 g O , mol 18,02 g/mol = 5, mol H 2 O 27 3,0 g / 64,06 g/mol = 0,0468 mol SO g / 86,17 g/mol = 2, mol C 6 H , g / 159,7 g/mol = 21 mol Fe 2 O , mol 48,00 g/mol = 6, g O , g / 61,98 = 246,85 mol Na 2 O 32 3, g / 53,49 g/mol = 60 mol NH 4 Cl 33 0,125 mol 34,01 g/mol = 4,25 g H 2 O ,28 mol 163,94 g/mol = 373,78 g Na 3 PO g / 342,3 g/mol = 6, mol C 12 H 22 O 11 Pagina 1 van 11
2 Uitwerkingen a 2C 4 H 10 (g) + 13O 2 (g) 8CO 2 (g) + 10H 2 O (l) b 2 mol C 4 H mol O 2 1 mol C 4 H 10 13/2 mol O 2 5,0 mol C 4 H 10 5,0 13/2 mol O 2 = 32,5 mol O 2 c 2 mol C 4 H mol H 2 O 1 mol C 4 H 10 10/2 mol H 2 O 5,0 mol C 4 H 10 5,0 10/2 mol H 2 O = 25 mol H 2 O 37 a 2Fe 2 O 3 (s) + 3C (s) 4Fe (l) + 3CO 2 (g) b 2 mol Fe 2 O 3 4 mol Fe 1 mol Fe 2 O 3 4/2 mol Fe 100 mol Fe 2 O /2 mol Fe = 200 mol Fe c 4 mol Fe 3 mol C 1 mol Fe 3/4 mol C 300 mol Fe 300 3/4 mol C = 225 mol C 38 a 2KClO 3 (s) 2KCl (s) + 3O 2 (g) b 3 mol O 2 2 mol KClO 3 1 mol O 2 2/3 mol KClO 3 10,0 mol O 2 10,0 2/3 mol KClO 3 = 6,67 mol KClO 3 c 2 mol KClO 3 2 mol KCl 1 mol KClO 3 1 mol KCl 6,67mol KClO 3 6,67mol KCl 39 a SO 2 (g) + 2H 2 S (g) 3S (s) + 2H 2 O (g) b 1 mol SO 2 3 mol S 20 mol SO mol S = 60 mol S c 1 mol SO 2 2 mol H 2 S 20 mol SO mol H 2 S = 40 mol H 2 S 40 a 2NaCl (s) 2Na (s) + Cl 2 (g) b 1 mol Cl 2 2 mol NaCl 0,15 mol Cl 2 0,15 2 mol NaCl = 0,30 mol NaCl c 1 mol NaCl 1 mol Na 0,50 mol NaCl 0,50 mol Na Pagina 2 van 11
3 Uitwerkingen a 2Mg (s) + O 2 (g) 2MgO (s) b gegeven/gevraagd 2,00 g Mg /? g O 2 2,00 g / 24,31 g/mol = 0,0823 mol Mg 2 mol Mg 1 mol O 2 0,0823 mol Mg 0,0823 1/2 mol O 2 = 0,0411 mol O 2 0,0411 mol 32,00 g/mol = 1,32 g O 2 c gevraagd? g MgO 2 mol Mg 2 mol MgO 0,0823 mol Mg 0,0823 mol MgO 0,0823 mol 40,31 g/mol = 3,36 g MgO 42 a C 12 H 22 O 11 (aq) + H 2 O (l) 2C 6 H 12 O 6 (aq) b gegeven/gevraagd 5,0 g C 12 H 22 O 11? g C 6 H 12 O 6 5,0 g / 342,3 g/mol = 0,01461 mol C 12 H 22 O 11 1 mol C 12 H 22 O 11 2 mol C 6 H 12 O 6 0,01461 mol C 12 H 22 O 11 0, mol C 6 H 12 O 6 = 0,02921 mol C 6 H 12 O 6 0,02921 mol 180,2 g/mol = 5,3 g C 6 H 12 O 6 43 a C 6 H 12 O 6 (aq) 2C 2 H 6 O (aq) + 2CO 2 (g) b gegeven/gevraagd 1,2 g C 6 H 12 O 6 /? mol C 2 H 6 O 1,2 g / 180,2 g/mol = 0, mol C 6 H 12 O 6 1 mol C 6 H 12 O 6 2 mol C 2 H 6 O 0, mol C 6 H 12 O 6 0, mol C 2 H 6 O = 0,01332 mol C 2 H 6 O c Gevraagd? g CO 2 1 mol C 6 H 12 O 6 2 mol CO 2 0, mol C 6 H 12 O 6 0,006659*2 mol CO 2 = 0,01332 mol CO 2 0,01332 mol 44,01 g/mol = 0,59 g CO 2 Pagina 3 van 11
4 44 a 4NH 3 (g) + 3O 2 (g) 2N 2 (g) + 6H 2 O (l) b 10,0 g H 2 O /? g NH 3 10,0 g / 18,02 g/mol = 0,5549 mol H 2 O 6 mol H 2 O 4 mol NH 3 0,5549 mol H 2 O 0,5549 4/6 mol NH 3 = 0,36996 mol NH 3 0,36996 mol 17,03 g/mol = 6,30 g NH 3 c Gevraagd? g O 2 6 mol H 2 O 3 mol O 2 0,5549 mol H 2 O 0,5549 3/6 mol O 2 = 0,27745 mol O 2 0,27745 mol 32,00 g/mol = 8,88 g O 2 45 a CuCl 2 (aq) Cu (s) + Cl 2 (g) b 0,54 g CuCl 2 /? g Cu 0,54 g / 134,4 g/mol = 0, mol CuCl 2 1 mol CuCl 2 1 mol Cu 0, mol CuCl 2 0, mol Cu 0, mol 63,55 g/mol = 0,26 g Cu c Gevraagd? mol Cl 2 1 mol CuCl 2 1 mol Cl 2 0, mol CuCl 2 0, mol Cl 2 Pagina 4 van 11
5 Uitwerkingen (Extra oefenopgaven) 46 a M (C 2 H 4 ) = 2 12, ,008 = 28,05 g/mol M (H 2 O) = 2 1, ,00 = 18,02 g/mol M(C 2 H 6 O) = 2 12, , ,00 = 46,07 g/mol b C 2 H 4 (g) + H 2 O (l) C 2 H 6 O (l) 1500 g etheen /? g ethanol 1500 g / 28,05 g/mol = 53,476 mol etheen 1 mol etheen 1 mol ethanol 53,476 mol etheen 53,476 mol ethanol 53,476 mol 46,07 g/mol = 2463,64 g ethanol c C 2 H 4 (g) + H 2 O (l) C 2 H 6 O (l) 1500 g etheen /? g water 1500 g / 28,05 g/mol = 53,476 mol etheen 1 mol etheen 1 mol water 53,476 mol etheen 53,476 mol water 53,476 mol 18,02 g/mol = 963,64 g water 47 a M (Fe 2 O 3 ) = 2 55, ,00 = 159,70 g/mol M (CO) = 12, ,00 = 28,01 g/mol M (Fe) = 55,85 g/mol M(CO 2 ) = 12, ,00 = 44,01 g/mol b Fe 2 O 3 (s) + 3 CO (g) 2 Fe (s) + 3 CO 2 (g) 1000 g ijzeroxide /? g ijzer 1000 g / 159,70 g/mol = 6,2617 mol ijzeroxide 1 mol ijzeroxide 2 mol ijzer 6,2617 mol ijzeroxide 12,5234 mol ijzer 12,5234 mol 55,85 g/mol = 699,43 g ijzer c Fe 2 O 3 (s) + 3 CO (g) 2 Fe (s) + 3 CO 2 (g) 1000 g ijzeroxide /? g koolstofmono-oxide 1000 g / 159,70 g/mol = 6,2617 mol ijzeroxide 1 mol ijzeroxide 3 mol koolstofmono-oxide 6,2617 mol ijzeroxide 18,7851 mol koolstofmono-oxide Pagina 5 van 11
6 18,7851 mol 28,01 g/mol = 526,17 g koolstofmono-oxide d Fe 2 O 3 (s) + 3 CO (g) 2 Fe (s) + 3 CO 2 (g) 1,00 ton ijzer /? ton ijzeroxide 1 ton = g = g 1, g / 55,85 g/mol = 1, mol ijzer 1 mol ijzeroxide 2 mol ijzer 1, mol ijzer ½ 1, mol ijzeroxide = 8, mol ijzeroxide 8, mol 159,70 g/mol = 1, g ijzeroxide = 1,43 ton ijzeroxide e Fe 2 O 3 (s) + 3 CO (g) 2 Fe (s) + 3 CO 2 (g) 1,50 ton ijzererts, 1,00 ton ijzer /? ton ijzeroxide Verhouding: 1,50 ton ijzererts 1,00 ton ijzer 1,43 ton ijzeroxide (zie opgave 2c) 1,00 ton ijzererts 1,43 / 1,50 = 0,953 ton ijzeroxide 48 a M (Al 2 O 3 ) = 2 26, ,00 = 101,96 g/mol M (Al) = 26,98 g/mol b 2 Al 2 O 3 (s) 4 Al (s) + 3 O 2 (g) 1,00 kg aluminiumoxide /? g aluminium 1000 g / 101,96 g/mol = 9,8078 mol aluminiumoxide 2 mol aluminiumoxide 4 mol aluminium Dus: 1 mol aluminiumoxide 2 mol aluminium 9,8078 mol aluminiumoxide 19,6156 mol aluminium 19,6156 mol 26,98 g/mol = 529,23 g aluminium c 2 Al 2 O 3 (s) 4 Al (s) + 3 O 2 (g) 12,50 ton aluminium /? ton aluminiumoxide 12, g / 26,98 g/mol = 4, mol aluminium 2 mol aluminiumoxide 4 mol aluminium Dus: 1 mol aluminiumoxide 2 mol aluminium 4, mol aluminium ½ 4, = 2, mol aluminiumoxide 2, mol 101,96 g/mol = 2, g = 23,62 ton aluminiumoxide Percentage Al 2 O 3 = massa Al 2 O 3 / totale massa bauxiet 100% Percentage Al 2 O 3 = 23,62 ton / 25,00 ton 100% = 94,48% Pagina 6 van 11
7 49 a M (NH 3 ) = 14, ,008 = 17,03 g/mol M (HNO 3 ) = 1, , ,00 = 63,02 g/mol M (NH 4 NO 3 ) = 14, , , ,00 = 80,05 g/mol b NH 3 (g) + HNO 3 (l) NH 4 NO 3 (s) 100 g ammoniumnitraat /? g ammoniak 100 g / 80,05 g/mol = 1,2492 mol ammoniumnitraat 1 mol ammoniak 1 mol ammoniumnitraat 1,2492 mol ammoniak 1,2492 mol ammoniumnitraat 1,2492 mol 17,03 g/mol = 21,27 g ammoniak c NH 3 (g) + HNO 3 (l) NH 4 NO 3 (s) 250 g salpeterzuur /? g ammoniumnitraat 250 g / 63,02 g/mol = 3,9670 mol salpeterzuur 1 mol salpeterzuur 1 mol ammoniumnitraat 3,9670 mol salpeterzuur 3,9670 mol ammoniumnitraat 3,9670 mol 80,05 g/mol = 317,58 g ammoniumnitraat 50 a M (H 2 SO 4 ) = 2 1, , ,00 = 98,08 g/mol M (Ca 3 P 2 O 8 ) = 3 40, , ,00 = 310,18 g/mol M (CaSO 4 ) = 40, , ,00 = 136,14 g/mol M (CaH 4 P 2 O 8 ) = 40, , , ,00 = 234,05 g/mol b 2 H 2 SO 4 (l) + Ca 3 P 2 O 8 (s) 2 CaSO 4 (s) + CaH 4 P 2 O 8 (s) 12,5 kg superfosfaat /? kg zwavelzuur,? kg calciumfosfaat g / 234,05 g/mol = 53,4074 mol superfosfaat 1 mol superfosfaat 2 mol zwavelzuur 1 mol calciumfosfaat 53,4074 mol superfosfaat 2 53,4074 = 106,8148 mol zwavelzuur 53,4074 mol calciumfosfaat 106,8148 mol 98,08 g/mol = 10476,40 g = 10,48 kg zwavelzuur 53,4074 mol 310,18 g/mol = 16565,91 g = 16,57 kg calciumfosfaat c 2 H 2 SO 4 (l) + Ca 3 P 2 O 8 (s) 2 CaSO 4 (s) + CaH 4 P 2 O 8 (s) 106,8148 mol zwavelzuur, 53,4074 mol superfosfaat, 53,4074 mol calciumfosfaat /? kg calciumsulfaat Aantal mol is al gegeven (zie opgave 5b) 2 mol zwavelzuur 1 mol calciumfosfaat 2 mol calciumsulfaat 1 mol superfosfaat Pagina 7 van 11
8 d 106,8148 mol zwavelzuur 53,4074 mol calciumfosfaat 2 53,4074 = 106,8148 mol calciumsulfaat 53,4074 mol superfosfaat 106,8148 mol 136,14 g/mol = 14541,77 g = 14,54 kg calciumsulfaat Nee, want gips kan goed in de bouw gebruikt worden. Het kan dus verkocht worden. 51 a 12 vol% van 0,75 L (= 750 ml) wijn is alcohol. Dus aantal ml alcohol = 12 / = 90 ml b 1 ml weegt 0,80 g Dus 90 ml weegt 90 0,80 = 72 g c C 6 H 12 O 6 (s) 2 C 2 H 6 O (l) + 2 CO 2 (g) glucose (s) alcohol (l) koolstofdioxide (g) 141 g glucose per liter /? g alcohol per liter 141 g / 180,16 g/mol = mol glucose 1 mol glucose 2 mol alcohol 0,78264 mol glucose 1,5653 mol alcohol 1,5653 mol 46,07 g/mol = 72,11 g alcohol per liter d C 6 H 12 O 6 (s) 2 C 2 H 6 O (l) + 2 CO 2 (g) glucose (s) alcohol (l) koolstofdioxide (g) 100 g alcohol /? g glucose 100 g / 46,07 g/mol = 2,1706 mol alcohol 2 mol alcohol 1 mol glucose 2,1706 mol alcohol ½ 2,1706 = 1,0853 mol glucose 1,0853 mol 180,16 g/mol = 195,53 g glucose 52 a C 2 H 6 O (l) + O 2 (g) C 2 H 4 O 2 (l) + H 2 O (l) alcohol (l) zuurstof (g) azijnzuur (l) water (l) 80 g alcohol /? g azijnzuur 80 g / 46,07 g/mol = 1,7365 mol alcohol 1 mol alcohol 1 mol azijnzuur 1,7365 mol alcohol 1,7365 mol azijnzuur 1,7365 mol 60,05 g/mol = 104,28 g azijnzuur b C 2 H 6 O (l) + O 2 (g) C 2 H 4 O 2 (l) + H 2 O (l) alcohol (l) zuurstof (g) azijnzuur (l) water (l) Pagina 8 van 11
9 23 g azijnzuur /? g alcohol 23 g / 60,05 g/mol = 0,3830 mol azijnzuur 1 mol azijnzuur 1 mol alcohol 0,3830 mol azijnzuur 0,3830 mol alcohol 0,3830 mol 46,07 g/mol = 17,64 g alcohol 53 a m (C 4 H 2 O 4 Fe) = 4 12, , , ,85 = 169,91 u (let op eenheid!) b m (Fe) = 55,85 u (let op eenheid!) c Massa% ijzer = massa ijzer / massa totaal 100% = Massa% ijzer = 55,85 / 169,91 100% = 32,87% d 65 mg ijzer per pil /? g ijzerfumaraat per pil g / 55,85 g/mol = 1, mol Fe 1 molecuul C 4 H 2 O 4 Fe bevat 1 atoom Fe 1 mol C 4 H 2 O 4 Fe bevat 1 mol Fe 1, mol Fe zit in 1, mol C 4 H 2 O 4 Fe 1, mol 169,91 g/mol = 0,19774 g = 197,74 mg ijzerfumaraat e Er zit 65 mg ijzer in 1 pil. Dit komt overeen met 197,74 mg ijzerfumaraat (zie antwoord bij d). 1 pil weegt 300 mg. Dus de pil bevat ,74 = 37,26 mg aan andere stoffen. 54 a CaCO 3 (s) CaO (s) + CO 2 (g) calciumcarbonaat (s) calciumoxide (s) koolstofdioxide (g) 1500 kg calciumcarbonaat /? kg calciumoxide g / 100,09 g/mol = 14986,51 mol calciumcarbonaat 1 mol calciumcarbonaat 1 mol calciumoxide 14986,51 mol calciumcarbonaat 14986,51 mol calciumoxide 14986,51 mol 56,08 g/mol = ,48 g = 840,44 kg calciumoxide b CaCO 3 (s) CaO (s) + CO 2 (g) calciumcarbonaat (s) calciumoxide (s) koolstofdioxide (g) Wet van Lavoisier: massa calciumcarbonaat = massa calciumoxide + massa koolstofdioxide massa koolstofdioxide = 1500 kg 840,44 kg = 659,56 kg OF: 1500 kg calciumcarbonaat /? kg koolstofdioxide Pagina 9 van 11
10 c g / 100,09 g/mol = 14986,51 mol calciumcarbonaat 1 mol calciumcarbonaat 1 mol koolstofdioxide 14986,51 mol calciumcarbonaat 14986,51 mol koolstofdioxide 14986,51 mol 44,01 g/mol = ,31 g = 659,56 kg koolstofdioxide 1 m 3 koolstofdioxide weegt 1,986 kg x m 3 koolstofdioxide weegt 659,56 kg x = 1 659,56 / 1,986 = 332,10 m 3 koolstofdioxide d CaO (s) + H 2 O (l) CaO 2 H 2 (s) calciumoxide (s) water (l) calciumhydroxide (s) 840,44 kg calciumoxide /? kg calciumhydroxide ,48 g (zie a)/ 56,08 g/mol = 14986,51 mol calciumoxide 1 mol calciumoxide 1 mol calciumhydroxide 14986,51 mol calciumoxide 14986,51 mol calciumhydroxide 14986,51 mol 74,10 g/mol = ,39 g = 1110,50 kg calciumoxide e CaO (s) + H 2 O (l) CaO 2 H 2 (s) calciumoxide (s) water (l) calciumhydroxide (s) Wet van Lavoisier: massa calciumoxide + massa water = massa calciumhydroxide massa water = 1110,50 kg 840,44 kg = 270,06 kg water OF: 840,44 kg calciumoxide /? kg water ,48 g (zie a)/ 56,08 g/mol = 14986,51 mol calciumoxide 1 mol calciumoxide 1 mol water 14986,51 mol calciumoxide 14986,51 mol water 14986,51 mol 18,02 g/mol = ,91 g = 270,06 kg water 55 a C 2 H 4 O 2 (aq) + NaOH (aq) C 2 H 3 O 2 Na (aq) + H 2 O(l) azijnzuur (aq) natriumhydroxide (aq) natriumacetaat (aq) water (l) 0,70 g natriumhydroxide /? g azijnzuur 0,70 g / 40,00 g/mol = 0,0175 mol natriumhydroxide 1 mol natriumhydroxide 1 mol azijnzuur 0,0175 mol natriumhydroxide 0,0175 mol azijnzuur 0,0175 mol 60,05 g/mol = 1,05 g azijnzuur b 1 ml tafelazijn weegt 1,0 g Pagina 10 van 11
11 c 25,00 ml tafelazijn weegt 25,00 g Er moet minstens 4,0% azijnzuur in 25,00 g tafelazijn zitten: Dus 0,040 25,00 = 1,00 g azijnzuur De tafelazijn voldoet aan de Warenwet, want er zit in 25,00 ml tafelazijn meer dan 1,00 g azijnzuur, namelijk 1,05 g azijnzuur (zie a). Pagina 11 van 11
Uitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4
Uitwerkingen 4.3.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10
Nadere informatie3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO
3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO 3.7.1 Tellen met grote getallen In het dagelijks leven tellen we regelmatig het aantal van bepaalde voorwerpen. Vaak bepalen we dan hoeveel voorwerpen er precies
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieHoofdstuk 3-5. Reacties. Klas
Hoofdstuk 3-5 Reacties Klas 3 MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2O C 2H 6 C C 2H 6O D CO 2 E F C 4H 8O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3H 6O C C 2H 2 D C 6H 5NO
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE
SKILL TREE MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2 O C 2 H 6 C C 2 H 6 O D CO 2 E F C 4 H 8 O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3 H 6 O C C 2 H 2 D C 6 H 5 NO E C 5 H
Nadere informatieEén mol vrachtauto s wegen ook meer dan één mol zandkorrels en nemen ook veel meer ruimte in. Maar het aantal vrachtauto s in een mol is exact evengro
Hoofstuk 13: rekenen met mol 13.1 De eenheid mol en de molaire massa Er zijn allerlei manieren om aan te geven hoeveel je van een stof hebt. Je kunt de massa van een stof geven (in g of kg of...). Je kunt
Nadere informatieOefenopgaven BEREKENINGEN
Oefenopgaven BEREKENINGEN havo Inleiding De oefenopgaven over berekeningen zijn onderverdeeld in groepen. Vet gedrukt staat aangegeven om wat voor soort berekeningen het gaat. Kies uit wat het beste past
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2
Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Opgave 2.1 Opgave 2.2 Elementen leren Maak met de afbeeldingen 2.1A en 2.1B kaartjes met aan de ene kant de naam van het element en aan de andere kant het symbool en
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 6 HAVO 4
Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12
Nadere informatieOpgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14
Opgaven zuurgraad (ph) berekenen Met behulp van deze formules dien je berekeningen te kunnen uitvoeren. Deze hoef je niet uit je hoofd te leren, maar je moet ze wel kunnen toepassen. Bij een toets zullen
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN havo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatiewoensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd
INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren?
Nadere informatieHoofdstuk 4, paragraaf 1
Antwoorden door een scholier 4088 woorden 14 januari 2010 7,9 47 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 4, paragraaf 1 1.1 Paracetamol is een pijnstiller, rennie wordt gebruikt wanneer men last heeft
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatieS S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw
Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle Hoofdstuk 1 Atoombouw Theorie 19 b 78,99 23,98504 10,00 24,98584 11,01 25,98259 24, 31 100 20
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieSCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.
OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje
Nadere informatieAluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.
RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef
Nadere informatieRekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016
Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen
Nadere informatiePbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl
Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE
SKILL TREE MOLEUULFORMULES Een molecuulformule geeft precies aan welke atoomsoorten en hoe vaak deze atoomsoorten in een molecuul voorkomen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van indexen. Deze indexen staan
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1
Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1 Opgave 1 rekenformule: c(b) = ------- toepassen: n B V opl. Bereken de analytische concentratie (mol/l) in elk van de volgende oplossingen: a 5,00 mol NaCl in 5,00
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1
BASISCHEMIE het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 14 Zouten bladzijde 1 Opgave 1 Van onderstaande zouten worden steeds waterige oplossingen samengevoegd. Welk slecht oplosbare
Nadere informatieWeet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?
Hoofdstuk 21 Chemisch rekenen (4) bladzijde 1 Opgave 1 Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan? Opgave 2 We lossen op: 25,0 g NaCl in een maatkolf tot 100 ml. De
Nadere informatieHoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000
Nadere informatieSCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN
SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN Auteurs Tessa Lodewijks Toon de Valk Eindredactie Aonne Kerkstra Eerste editie Malmberg s-hertogenbosch www.nova-malmberg.nl 3 Rekenen aan reacties Praktijk Zorgen voor morgen
Nadere informatieCursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)
Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa
Nadere informatieChemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten
Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten Teken de structuurformule van salpeterigzuur HNO 2 en van salpeterzuur HNO 3 : Doevoor jezelf telkens ook de controles! Controles HNO 2 : - 2x6 e - (2 O)
Nadere informatieWennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter.
Hoofdstuk 4 Massaconcentratie bladzijde 1 Opgave 1 Wennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter. a 25,0 mg ethanol in 100 ml 0,025
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN vwo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN vwo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieBasis chemie Chemie 6 (2u)
Inhaallessen Basis chemie Chemie 6 (2u) Deze slides voor de inhaallessen worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Alle oefeningen worden
Nadere informatieH4SK-H7. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/67689
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 28 juli 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67689 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs
Nadere informatieAtomen en elementen. Edelgasconfiguratie zouten en verbindingen. Inhaallessen Basis chemie 15/01/2012
Inhaallessen Basis chemie Chemie 6 (2u) Deze slides voor de inhaallessen worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Alle oefeningen worden
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES
SHEIKUNDE KLS 3 RETIES STRUTUURFORMULES Een structuurformule geeft aan welke atomen in een molecuul aan elkaar gebonden zijn. Dit wordt aangegeven met streepjes tussen de atomen. Het aantal bindingen dat
Nadere informatieOplossingen oefeningenreeks 1
Oplossingen oefeningenreeks 1 4. Door diffractie van X-stralen in natriumchloride-kristallen stelt men vast dat de eenheidscel van dit zout een kubus is waarvan de ribbe een lengte heeft van 5.64 10-10
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieChemisch rekenen, zo doe je dat!
1 Chemisch rekenen, zo doe je dat! GOE Opmerkingen vooraf: 1. Belangrijke schrijfwijzen: 100 = 10 2 ; 1000 = 10 3, enz. 0,1 = 1/10 = 10-1 ; 0,001 = 1/1000 = 10-3 ; 0,000.000.1 = 10-7, enz. gram/kg = gram
Nadere informatieHoofdstuk 3: Water, zuren en basen
Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II 1. Bouw van materie 2. Verbranding 3. Water, zuren en basen 4. Basis chemie voor beroep
Nadere informatievrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012
H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1
Nadere informatie13 Evenwichten. Hoofdstuk 13 Evenwichten. 13.1 Omkeerbare reacties. 13.2 Dynamisch evenwicht
13 Evenwichten 13.1 Omkeerbare reacties Hoofdstuk 13 Evenwichten Het is in de praktijk vrijwel onmogelijk om beide reacties tegelijk te laten verlopen. 7 a Roze + n H 2 O Blauw.n H 2 O 3 1 a Schrijf beide
Nadere informatieWie niet waagt, wie niet weet.
Wie niet waagt, wie niet weet. Materiaal 4 pionnen Spel bord Kaarten met vraagjes Dobbelsteen Spelregels: Dit spel is voor 2-4 personen De spelers gooien met de dobbelsteen, degene met het hoogste cijfer
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatieScheikundige berekeningen rond bereidingen
Scheikundige berekeningen rond bereidingen 1 Introductie Bereidingsvoorschriften zijn zo opgesteld dat er in het product precies de juiste hoeveelheden stoffen aanwezig zijn. Maar wat te doen als je niet
Nadere informatieEindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl 2010 - II
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Aardolie 1 C 2 B 3 C Tinnen lepels 4 maximumscore 2 Fe 3+ 1 S 2 1 5 B 6 maximumscore 3 2 Sn + O 2 2 SnO Sn en O
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2001-I
Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens
Nadere informatie7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen
7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen 7.1 Oxiden Vrijwel alle elementen kunnen, min of meer heftig reageren met zuurstof. De gevormde verbindingen worden oxiden genoemd. In een van de voorafgaande
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatie5-1 Moleculen en atomen
5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 5 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend: a C 3H 8O 2 4 O 2 3 CO 2 4 H 2O b P 4 5 O 2 6 H 2O 4 H 3PO 4 c 4 Al 3 O 2 2 Al 2O 3 d 2 Fe 3 Cl 2 2
Nadere informatieProef Scheikunde PH-bepaling
Proef Scheikunde PH-bepaling Proef door een scholier 924 woorden 27 mei 2001 4,9 57 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inleiding De opdracht voor de eerste module was een vaardigheidspracticum. In dit practicum
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatieLUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007
LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007 docent: drs. Ruben E. A. Musson Het gebruik van uitsluitend BINAS is toegestaan. 1. Welk van de volgende processen
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatiescheikunde vwo 2017-II
Kerosine uit zonlicht maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste berekening is: E = ( 2,42 0 5 ) + 0,5 ( 3,935 0 5 ) + 0,5 (,05 0 5 ) = +3,84 0 5 (J mol ). juiste verwerking van de vormingswarmten van
Nadere informatieSchrap wat niet past: Een ionverbinding met grote roosterkrachten heeft een kleine/grote ionstraal en een kleine/grote ionlading.
Welke soort ionverbinding is slecht oplosbaar in water? Schrap wat niet past: Een ionverbinding met grote roosterkrachten heeft een kleine/grote ionstraal en een kleine/grote ionlading. Zijn ionverbindingen
Nadere informatieI. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.
Basiskennis 5 chemie 3 de graad, 1 ste jaar = 5avv, 5av, 5bv 1 1.1 Opbouw van de materie I. Basiskennis Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische
Nadere informatieI. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan.
Basiskennis 4 chemie 2 de graad, 2 de jaar = 4avv & 4bav 1 1. Natuurwetenschappen I. Basiskennis De studie van de natuurverschijnselen kan je ruwweg onderverdelen in: Biologie: Studie van de levende materie.
Nadere informatieSEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE
SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen
Nadere informatieOefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE
Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11
Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 11 Opgave 11.1 Definitie Definitie van een molecuul Een molecuul is het kleinste deeltje van een moleculaire stof dat nog alle chemische eigenschappen
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel
Oefenvraagstukken 5 AVO oofdstuk 13 Antwoordmodel Reactieomstandigheden 1 + 2 et zuur was in overmaat aanwezig dus de hoeveelheid O 2 is afhankelijk van de hoeveelheid ao 3. Alle drie gaan uit van dezelfde
Nadere informatieOefenopgaven TITRATIES
Oefenopgaven TITRATIES vwo ZUURBASE-TITRATIES OPGAVE 1 Tijdens een titratie wordt 10,00 ml 3,00 10-4 M zwavelzuur getitreerd met natronloog van onbekende molariteit. Er is 21,83 ml natronloog nodig om
Nadere informatieHOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties
HOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties Nadat je dit hoofdstuk verwerkt heb, kun je de volgende vragen beantwoorden: - Wat is de massa van een molecule H 2 SO 4? Van een Fe 2+ -ion? - Hoeveel
Nadere informatieOefenopgaven REDOX vwo
Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatieHoofdstuk 17 Redoxreacties
Hoofdstuk 17 Redoxreacties bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal de oxidatiegetallen van alle atomen in: Waterstof H: altijd +1 Zuurstof O: altijd 2 Som ladingen steeds 0 a H 2O H: +1 O: 2 2 x +1 + 2 = 0 b SO 2
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. ijzeroxide 1 III 1
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Hematiet 1 maximumscore 2 ijzer(iii)oxide ijzeroxide 1 III 1 2 B 3 maximumscore 1 (ijzer/het) geleidt stroom (ijzer/het
Nadere informatieWednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1
Chemie Overal Sk Havo deel 1 Website van de methode www.h1.chemieoveral.epn.nl Probeer thuis of het werkt. Aanbevolen browser: internet explorer Neem onderstaande tabel over en rond af Atoomsoort Zuurstof
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatie6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14
6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende
Nadere informatieOefenopgaven BEREKENINGEN Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven.
Oefenopgaven BEREKENINGEN vwo Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven. OPGAVE 1 In tabel 7 van BINAS staan twee waarden
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: NIVEAU: SCHEIKUNDE HAVO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieHoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph
Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph 6.1 Herhaling: zure en basische oplossingen Arrhenius definieerde zuren als volgt: zuren zijn polaire covalente verbindingen die bij het oplossen in water H +
Nadere informatie5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken
3HV Antwoorden samenvatting onderouw scheikunde 1.6 Scheidingsmethoden 1 a stofnaam voorwerp c voorwerp d stofnaam e voorwerp f stofnaam 2 a goed slecht c goed d slecht e slecht f matig (zuurstof) tot
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Oplossingen van 2018 Tandarts Geel 21 juli 2018 Brenda Casteleyn, PhD Vraag 1 De samenstelling van een oplossing wordt in volgende tabel weergegeven: Ionsoort
Nadere informatieVraag Antwoord Scores 34 S
Zwaveleter 1 maximumscore 2 32 S 34 S aantal protonen 16 16 aantal neutronen 16 18 aantal elektronen 16 16 het aantal protonen en het aantal elektronen juist 1 het aantal neutronen juist: het massagetal
Nadere informatieReacties met koper 4.1 (1)
Hoofdstuk 4: ELEMENTEN Onderwerpen: Kringloopschema van koper ( ( 4.1) Kleinste deeltjes van de materie (moleculen en atomen) ( ( 4.2) Reactieschema in symbolen ( ( 4.3) Massaverhouding bij reacties (
Nadere informatieHoofdstuk 8. Opgave 2. Opgave 1. Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO,
Oefenvragen scheikunde, hoofdstuk 8 en 10, 5 VWO, Hoofdstuk 8 Opgave 1 Bruistabletten bevatten onder andere natriumwaterstofcarbonaat. Als je deze tabletten in water brengt, treedt een reactie op waarbij
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1979 MAVO-4 Dinsdag 12 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I SCHEIKUNDE HAVO
UITWERKING TOELICTING OP DE ANTWOORDEN VAN ET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: SCEIKUNDE AVO EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen
Nadere informatievrijdag 2 maart :26:18 Midden-Europese standaardtijd H4 Zouten
H4 Zouten Vandaag Do Vr 4.1 4.2 theorie Maken t/m 11 Werken aan PO Planning Vragenuur molrekenen, bespreken vragen en opdrachten op aanvraag Zouten Hoge smeltpunten Geladen deeltjes 4.1 Inleiding PosiGeve
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieVoorkennis chemie voor 1 Ba Geografie
Onderstaand overzicht geeft in grote lijnen weer welke kennis er van je verwacht wordt bij aanvang van een studie bachelor Geografie. Klik op een onderdeel om een meer gedetailleerde inhoud te krijgen
Nadere informatieCorrectievoorschrift VMBO-GL en TL
Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 4 De mol bldzijde 1 Opgve 1 Bereken de formulemss's vn de volgende stoffen: N 3PO 4 b CuSO 4 c (NH 4) 2Fe(SO 4) 2.6H 2O d NNO 2 e MgO f FeBr 3 164,0 u 159,6 u 392,14 u 69,00 u 40,3 u 295,5 u
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 dinsdag 17 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
Nadere informatiescheikunde pilot vwo 2015-II
Dicoumarol 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: structuurformule van coumarine en H 2 O voor de pijl, structuurformule van 4-hydroxycoumarine en H + na de pijl en C, H en
Nadere informatie