Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.
|
|
- Esmée van Doorn
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef het reactieschema van deze reactie. RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS D LEVEL 3 mmoniak reageert tot stikstof en waterstof. Geef het reactieschema van deze reactie. Glucose ontleed tot koolstof, zuurstof en waterstof. Geef het reactieschema van deze reactie.
2 R.V. KLOPPEND MKEN EINDS LEVEL 2 R.V. KLOPPEND MKEN EINDS C LEVEL 2 Neem de onderstaande reactievergelijkingen over en maak ze kloppend:... C3H O2... CO H2O... S8 + NaCl... Na2S +... Cl2 Neem de onderstaande reactievergelijkingen over en maak ze kloppend:... C6H O2... CO H2O... P Cl2... PCl3 R.V. KLOPPEND MKEN EINDS LEVEL 2 R.V. KLOPPEND MKEN EINDS D LEVEL 3 Neem de onderstaande reactievergelijkingen over en maak ze kloppend:... C5H O2... CO H2O... lcl NaF... lf NaCl Neem de onderstaande reactievergelijkingen over en maak ze kloppend:... C4H8O +... O2... CO H2O... C7H5N3O6... CO H2O + C + N2
3 R.V. KLOPPEND MKEN EINDS E LEVEL 2 R.V. KLOPPEND MKEN EINDS F LEVEL 2 Neem de onderstaande reactievergelijkingen over en maak ze kloppend:... C2H O2... CO H2O... ZnCl Na2O... ZnO +... NaCl Neem de onderstaande reactievergelijkingen over en maak ze kloppend:... C8H O2... CO H2O... l2o CO... l +... CO2 R.V. KLOPPEND MKEN EINDS G LEVEL 2 R.V. KLOPPEND MKEN EINDS H LEVEL 2 Neem de onderstaande reactievergelijkingen over en maak ze kloppend:... C4H O2... CO H2O... FeCl Na2S... Fe2S NaCl Neem de onderstaande reactievergelijkingen over en maak ze kloppend:... C5H O2... CO H2O... PbO CO... Pb +... CO2
4 R.V. MET GROEPEN EINDS LEVEL 2 R.V. MET GROEPEN EINDS C LEVEL 2 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend. FeSO4 + l l2(so4)3 + Fe FeCl3 + K2CO3 Fe2(CO3)3 + KCl Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend. FeSO4 + l l2(so4)3 + Fe NH4Cl + Fe2S3 (NH4)2S + FeCl3 R.V. MET GROEPEN EINDS LEVEL 2 R.V. MET GROEPEN EINDS D LEVEL 3 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend. Pb(SO4)2 + acl2 aso4 + PbCl4 lcl3 + MgCO3 l2(co3)3 + MgCl2 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend. Pb(SO4)2 + a(no3)2 aso4 + Pb(NO3)4 Fe(OH)3 + Na2CO3 Fe2(CO3)3 + NaOH.
5 VERRNDINGSRECTIES EINDS LEVEL 2 VERRNDINGSRECTIES EINDS C LEVEL 2 Maak de volgende reactievergelijkingen van volledige verbrandingen compleet en kloppend:... C7H14 + O2... C2S2 + O2 Maak de volgende reactievergelijkingen van volledige verbrandingen compleet en kloppend:... C6H10 + O2... H2S2 + O2 VERRNDINGSRECTIES EINDS LEVEL 2 VERRNDINGSRECTIES EINDS D LEVEL 3 Maak de volgende reactievergelijkingen van volledige verbrandingen compleet en kloppend:... C8H14 + O2... C3S2 + O2 Maak de volgende reactievergelijkingen van volledige verbrandingen compleet en kloppend:... C6H12O6 + O2... l2s3 + O2... l2o3
6 R.V. OPSTELLEN EINDS LEVEL 2 R.V. OPSTELLEN EINDS C LEVEL 2 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. De reactie tussen waterstof en chloor waarbij waterstofchloride (HCl) onstaat. De volledige verbranding van octaan (C8H18). De ontleding van ijzer(iii)oxide (Fe2O3) waarbij ijzer en zuurstof ontstaan. De volledige verbranding van methaanthiol (CH4S). R.V. OPSTELLEN EINDS LEVEL 2 R.V. OPSTELLEN EINDS D LEVEL 3 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. De reactie tussen distikstofmonoxide (N2O) en koolstofmonoxide (CO) tot stikstof en koolstofdioxide (CO2). De volledige verbranding van zwavel. De reactie tussen zwavelzuur (H2SO4) en aluminium tot aluminiumsulfaat (l2(so4)3) en waterstof. De volledige verbranding van 1-sulfanylpropaan-2-ol (C4H10SO).
7 MOLECUULFORMULES EINDS LEVEL 2 MOLECUULFORMULES EINDS C LEVEL 2 Geef de molecuulformule van een stof met zes waterstofatomen, twee koolstofatomen, een stikstofatoom en een zuurstofatoom. Geef de molecuulformule van een stof met zes waterstofatomen, twee koolstofatomen, een chlooratoom en vier zuurstofatomen. Geeft aan welke atoomsoorten voorkomen in C3H6S en hoe vaak elke atoomsoort voorkomt. Geeft aan welke atoomsoorten voorkomen in CaCO3 en hoe vaak elke atoomsoort voorkomt. MOLECUULFORMULES EINDS LEVEL 2 MOLECUULFORMULES EINDS D LEVEL 3 Geef de molecuulformule van een stof met vijf waterstofatomen, drie koolstofatomen, een stikstofatoom en drie broomatomen. Geef de molecuulformule van de onderstaande stof: OH F Geeft aan welke atoomsoorten voorkomen in Na2SO4 en hoe vaak elke atoomsoort voorkomt. HN CH CH 2 C H 2 C CH CH CH 2 r
8 MOLECUULMSS EINDS LEVEL 2 MOLECUULMSS EINDS C LEVEL 2 ereken de molecuulmassa s van de onderstaande moleculen. Gebruik hierbij de bijlage in je boek. ereken de molecuulmassa s van de onderstaande moleculen. Gebruik hierbij de bijlage in je boek. C2H4O2 C2H4S2 Na2Si2O5 Ca3Si2O7 MOLECUULMSS EINDS LEVEL 2 MOLECUULMSS EINDS D LEVEL 3 ereken de molecuulmassa s van de onderstaande moleculen. Gebruik hierbij de bijlage in je boek. ereken de molecuulmassa s van de onderstaande moleculen. Gebruik hierbij de bijlage in je boek. C2H8N2 Ca3l2(Si2O7)2 l2si2o7 NH4OH
9 WET VN LVOISIER EINDS LEVEL 2 WET VN LVOISIER EINDS C LEVEL 2 Uit de reactie tussen ijzer(iii)oxide en koolstofmonoxide ontstaan ijzer en koolstofdioxide. ereken hoeveel gram koolstofdioxide en ijzer samen ontstaat als er 79,9 gram ijzer(iii)oxide en 42,0 gram zuurstof reageren. Uit de reactie tussen ijzer(iii)oxide en koolstofmonoxide ontstaan ijzer en koolstofdioxide. ereken hoeveel gram koolstofdioxide en ijzer samen ontstaat als er 159,8 gram ijzer(iii)oxide en 84,0 gram zuurstof reageren. WET VN LVOISIER EINDS LEVEL 2 WET VN LVOISIER EINDS D LEVEL 3 Uit de reactie tussen ijzer(iii)oxide en koolstofmonoxide ontstaan ijzer en koolstofdioxide. ereken hoeveel gram koolstofdioxide en ijzer samen ontstaat als er 40,0 gram ijzer(iii)oxide en 21,0 gram koolstofmonoxide reageren. Uit de ontleding van 180 gram suiker ontstaat 72 gram koolstof, 96 gram zuurstof en een bepaalde hoeveelheid waterstof. ereken hoeveel gram waterstof er ontstaat.
10 EENHEDEN EINDS LEVEL 2 EENHEDEN EINDS C LEVEL 2 Reken de volgende eenheden om: Reken de volgende eenheden om: 2,0 mg = g 7,0 g = kg 2,0 cm 3 = L 6,2 dm 3 = ml C 3,2 kg = mg C 4,2 mg = g D 7,1 ml = dm 3 D 2,1 ml = L EENHEDEN EINDS LEVEL 2 EENHEDEN EINDS D LEVEL 3 Reken de volgende eenheden om: Reken de volgende eenheden om: 5,6 g = mg 7,2 ton = g C 2,2 dm 3 = ml 5,2 g = kg 9,2 ml = m 3 C 3,7 g/l = kg/m 3 D 4,4 L = cm 3 D 1,8 g/cm 3 = g/l
11 MSSVERHOUDING EINDS LEVEL 2 MSSVERHOUDING EINDS C LEVEL 2 Koolstof en zuurstof reageren samen tot koolstofmonoxide. ls er 6,0 gram koolstof reageert, dan reageert er 8,0 gram zuurstof. Wat is de massaverhouding waarin koolstof en zuurstof met elkaar reageren? Koolstofmonoxide en zuurstof reageren samen tot koolstofdioxide. ls er 14,0 gram koolstofmonoxide reageert, dan reageert er 16,0 gram zuurstof. Wat is de massaverhouding waarin koolstofmonoxide en zuurstof met elkaar reageren? MSSVERHOUDING EINDS LEVEL 2 MSSVERHOUDING EINDS D LEVEL 3 Koolstof en zuurstof reageren samen tot koolstofdioxide. ls er 6,0 gram koolstof reageert, dan reageert er 16,0 gram zuurstof. Wat is de massaverhouding waarin koolstof en zuurstof met elkaar reageren? Propaan en zuurstof reageren samen tot koolstofdioxide en water. ls er 22,0 gram propaan reageert, dan reageert er 80,0 gram zuurstof. Uit de reactie ontstaat 66,0 gram koolstofdioxide en 36,0 gram water. Wat is de massaverhouding waarin zuurstof reageert en water ontstaat?
12 DICHTHEID EINDS LEVEL 2 DICHTHEID EINDS C LEVEL 2 3,0 cm 3 koper heeft massa van 23,7 gram. ereken de dichtheid van koper in g/cm 3. lcohol heeft een dichtheid van 800 g/l. ereken de massa van 300 ml alcohol. DICHTHEID EINDS LEVEL 2 DICHTHEID EINDS D LEVEL 3 Koolstofdioxide heeft een dichtheid van 2,0 g/l. ereken het volume in L van 50 gram koolstofdioxide. De dichtheid van koper is 7,9 g/cm 3. De dichtheid van zink is 7,1 g/cm 3. Frits heeft 0,030 L van een legering van 85 volume% zink en 15 volume% koper. ereken de massa van de legering.
13 MSSVERHOUDING ER. EINDS LEVEL 2 MSSVERHOUD ER. EINDS C LEVEL 2 ereken de massaverhouding waarin FeS reageert en Fe2O3 ontstaat. 4 FeS + 7 O2 2 Fe2O3 + 4 SO2 ereken de massaverhouding waarin FeS reageert en SO2 ontstaat. 4 FeS + 7 O2 2 Fe2O3 + 4 SO2 MSSVERHOUDING ER. EINDS LEVEL 2 MSSVERHOUDING ER. EINDS D LEVEL 3 ereken de massaverhouding waarin O2 reageert en Fe2O3 ontstaat. 4 FeS + 7 O2 2 Fe2O3 + 4 SO2 ereken de massaverhouding waarin C4H8 reageert en CO2 ontstaat. Maak eerst de reactievergelijking kloppend. C4H8 + O2 CO2 + H2O
14 REKENEN I EINDS LEVEL 2 REKENEN I EINDS C LEVEL 2 Calcium en zuurstof reageren in een massaverhouding van 20,0 : 16,0 tot calciumoxide. ereken hoeveel gram zuurstof reageert als er 4,5 gram calciumoxide ontstaat. Natrium en zuurstof reageren in een massaverhouding van 23,0 : 8,0 tot natriumoxide. ereken hoeveel gram natriumoxide ontstaat als er 4,2 gram natrium reageert. REKENEN I EINDS LEVEL 2 REKENEN I EINDS D LEVEL 3 Kalium en zuurstof reageren in een massaverhouding van 39,0 : 8,0 tot kaliumoxide. ereken hoeveel gram kalium reageert als er 7,2 gram zuurstof reageert. Kalium en zuurstof reageren tot kaliumoxide. De massaverhouding waarin zuurstof en kalium reageren is 4,0 : 19,6. ereken hoeveel gram kaliumoxide ontstaat als er 3,0 gram kalium reageert.
15 REKENEN II EINDS LEVEL 2 REKENEN II EINDS C LEVEL 2 ereken hoeveel gram H2O ontstaat als er 12,0 gram KOH reageert met voldoende H3PO4. 3 KOH + H3PO4 K3PO4 + 3 H2O ereken hoeveel gram NaOH reageert als er 3,5 g Na2S ontstaat. 2 NaOH + K2S 2 KOH + Na2S REKENEN II EINDS LEVEL 2 REKENEN II EINDS D LEVEL 3 ereken hoeveel gram Fe ontstaat als er 5,3 gram Fe2O3 reageert met voldoende l. 2 l + Fe2O3 l2o3 + 2 Fe ereken hoeveel ml CO2 ontstaat als er 30,0 g C4H4O reageert. De dichtheid van CO2 is 1,98 g/l. 2 C4H4O + 9 O2 8 CO2 + 4 H2O
16 OVERMT EINDS LEVEL 2 OVERMT EINDS C LEVEL 2 7,5 gram KOH en 20,0 gram H3PO4 bevinden zich in een afgesloten ruimte ruimte en reageren volgens de onderstaande reactievergelijking. ereken welke stof in overmaat is en hoe groot deze overmaat is. Probeer de massaverhouding tussen KOH en H3PO4 zelf te berekenen. ls dit niet lukt mag je er vanuit gaan dat deze 14,0 : 24,5 is. 3 KOH + H3PO4 K3PO4 + 3 H2O 70,0 gram KNO3 en 23,0 gram H2CO3 bevinden zich in een afgesloten ruimte ruimte en reageren volgens de onderstaande reactievergelijking. ereken welke stof in overmaat is en hoe groot deze overmaat is. Probeer de massaverhouding tussen KNO3 en H2CO3 zelf te berekenen. ls dit niet lukt mag je er vanuit gaan dat deze 50,6 : 15,5 is. 2 KNO3 + H2CO3 K2CO3 + 2 HNO3 OVERMT EINDS LEVEL 2 OVERMT EINDS D LEVEL 3 32,0 gram SnO2 en 1,5 gram H2 bevinden zich in een afgesloten ruimte en reageren volgens de onderstaande reactievergelijking. ereken welke stof in overmaat is en hoe groot deze overmaat is. Probeer de massaverhouding tussen SnO2 en H2 zelf te berekenen. ls dit niet lukt mag je er vanuit gaan dat deze 66,0 : 1,0 is. SnO2 + 2 H2 Sn + 2 H2O 34,4 g FeS en 70,9 g O2 bevinden zich in een afgesloten ruimte en reageren volgens de onderstaande reactievergelijking. ereken hoeveel gram Fe2O3 en hoeveel gram SO2 uit deze reactie kunnen ontstaan. Houd er rekening mee dat een van de beginstoffen in overmaat aanwezig kan zijn. 4 FeS + 7 O2 2 Fe2O3 + 4 SO2
Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas
Hoofdstuk 3-5 Reacties Klas 3 MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2O C 2H 6 C C 2H 6O D CO 2 E F C 4H 8O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3H 6O C C 2H 2 D C 6H 5NO
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE
SKILL TREE MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2 O C 2 H 6 C C 2 H 6 O D CO 2 E F C 4 H 8 O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3 H 6 O C C 2 H 2 D C 6 H 5 NO E C 5 H
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE
SKILL TREE MOLEUULFORMULES Een molecuulformule geeft precies aan welke atoomsoorten en hoe vaak deze atoomsoorten in een molecuul voorkomen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van indexen. Deze indexen staan
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES
SHEIKUNDE KLS 3 RETIES STRUTUURFORMULES Een structuurformule geeft aan welke atomen in een molecuul aan elkaar gebonden zijn. Dit wordt aangegeven met streepjes tussen de atomen. Het aantal bindingen dat
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieSCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.
OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatieHulpmiddelen: Binas T99, T40A. Hulpmiddelen: Binas T99, T40A
NAAMGEVING IONEN EINDBAAS A LEVEL 2 NAAMGEVING IONEN EINDBAAS C LEVEL 2 A Hoe heet het ion van broom met een lading van 1-? B Wat zijn de namen van de verschillende ijzer-ionen? C Hoe heet het ion van
Nadere informatieRekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016
Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen
Nadere informatieUitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2
Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Opgave 2.1 Opgave 2.2 Elementen leren Maak met de afbeeldingen 2.1A en 2.1B kaartjes met aan de ene kant de naam van het element en aan de andere kant het symbool en
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatie1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:
Antwoorden Bijlage VI Oxidatiegetallen 1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: welke stof wordt er geoxideerd +II +I II +I 0 +III +I +III II II +I +I II C 2 H 5 OH + O 2 CH 3 COOH + H
Nadere informatieModule 2 Chemische berekeningen Antwoorden
2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk
Nadere informatie3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie
3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie
Nadere informatiePbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl
Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende
Nadere informatieHoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)
Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde H3 Reacties
Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische
Nadere informatie07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK
PROCESTECHNIEK Wat leer je? het verschil uitleggen tussen symbolenformules en molecuulformules; molecuulformules opstellen aan de hand van tekeningen van moleculen; het aantal en de soort atomen van een
Nadere informatie3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO
3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO 3.7.1 Tellen met grote getallen In het dagelijks leven tellen we regelmatig het aantal van bepaalde voorwerpen. Vaak bepalen we dan hoeveel voorwerpen er precies
Nadere informatieSamenvatting Chemie Overal 3 havo
Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame
Nadere informatieRekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week
Rekenen aan reacties 3 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Massaverhouding) Afronding voor volgende week Bestuderen (Rekenen met de massa verhouding)
Nadere informatie5-1 Moleculen en atomen
5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen
MVO- C l EXMEN MDDELBR LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1984 MVO-C Vrijdag 4 mei, 9.00-11.00 uur SCHEKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt de volgende
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieUitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4
Uitwerkingen 4.3.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieModule 8 Chemisch Rekenen aan reacties
1 Inleiding In deze module ga je leren hoe je allerlei rekenwerk kunt uitvoeren aan chemische reacties. Dat is van belang omdat in veel bedrijven wordt gerekend aan reacties onder andere om te bepalen
Nadere informatieRekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week
Rekenen aan reacties Scheikunde iveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3 Deze les Molair volume Reactievergelijkingen kloppend maken Samenvatting Vragen uiswerk voor volgende week Bestuderen oofdstuk 4: Chemische
Nadere informatiewoensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd
INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren?
Nadere informatieCurie Hoofdstuk 6 HAVO 4
Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatie1) Stoffen, moleculen en atomen
Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD
SHEIKUNDE KLS TITEL VN HET LD NMGEVING IONEN S LEVEL 2 Hoe heet het ion van broom met een lading van 1-? Wat zijn de namen van de verschillende ijzer-ionen? Hoe heet het ion van platina met een lading
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatie14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK
PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige
Nadere informatieUitwerkingen 3.7.1. Uitwerkingen 3.7.4
Uitwerkingen 3.7.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10
Nadere informatieOefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1
Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde
Nadere informatieUitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-C Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 5 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend: a C 3H 8O 2 4 O 2 3 CO 2 4 H 2O b P 4 5 O 2 6 H 2O 4 H 3PO 4 c 4 Al 3 O 2 2 Al 2O 3 d 2 Fe 3 Cl 2 2
Nadere informatieRekenen aan reacties 4. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Hulp: kennisclips. Zelfstudieopdrachten voor volgende week
4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Volume) Afronding voor volgende week (Rekenen met volumes) Hulp: kennisclips www.patricklogister.nl of www.youtube.com/pgjlogister
Nadere informatieOefenopgaven BEREKENINGEN
Oefenopgaven BEREKENINGEN havo Inleiding De oefenopgaven over berekeningen zijn onderverdeeld in groepen. Vet gedrukt staat aangegeven om wat voor soort berekeningen het gaat. Kies uit wat het beste past
Nadere informatieOplossingen oefeningenreeks 1
Oplossingen oefeningenreeks 1 4. Door diffractie van X-stralen in natriumchloride-kristallen stelt men vast dat de eenheidscel van dit zout een kubus is waarvan de ribbe een lengte heeft van 5.64 10-10
Nadere informatieReactievergelijkingen
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Emiel D 23 maart 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/60504 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieSEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE
SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen
Nadere informatieOefenopgaven BEREKENINGEN Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven.
Oefenopgaven BEREKENINGEN vwo Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven. OPGAVE 1 In tabel 7 van BINAS staan twee waarden
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden
Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort.
Nadere informatieHet smelten van tin is géén reactie.
3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen
MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt
Nadere informatieHoofdstuk 5. Zouten HAVO
Hoofdstuk 5 Zouten HVO 4 SHEIKUNE HVO4 ZOUTEN SKILL TREE SHEIKUNE HVO4 ZOUTEN NMGEVING IONEN OPRHT 1 LEVEL 1 Hoe heet het ion van fluor? Hoe heet het ion van chloor? Hoe heet het ion van zink? Hoe heet
Nadere informatieChemisch rekenen versie 22-03-2016
Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 1 : 1 : 4 2 : 1 : 4 2 : 3 : 12 3 : 2 : 8 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieWat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?
Chemie Vraag 1 Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat? 3 : 2 : 8 2 : 3 : 12 2 : 1 : 4 1 : 1 : 4 Chemie: vraag 1 Chemie Vraag 2 Welke
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatieChemisch rekenen versie 22-03-2016
Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek
Nadere informatieCursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)
Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa
Nadere informatieSCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD
NMGEVING IONEN OPDRHT 1 LEVEL 1 D Fluoride-ion hloride-ion Zinkion Natriumion OPDRHT 2 LEVEL 1 D romide-ion Magnesiumion Zilverion Jodide-ion OPDRHT 3 LEVEL 2 D Fosfide-ion IJzer(II)ion Zilverion Goud(I)ion
Nadere informatieS S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw
Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle Hoofdstuk 1 Atoombouw Theorie 19 b 78,99 23,98504 10,00 24,98584 11,01 25,98259 24, 31 100 20
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieChemie 4: Atoommodellen
Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400
Nadere informatieGegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt:
Chemie Vraag 1 Gegeven is volgende niet-uitgebalanceerde reactievergelijking waarin X de formule van een verbinding voorstelt: CS2 + X + KOH K2SO4 + K2CO3 + KCl + H2O De hoeveelheden (in mol) van de betrokken
Nadere informatieAardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.
Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,
Nadere informatieOefenopgaven REDOX vwo
Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in
Nadere informatie36ste Vlaamse Chemieolympiade
36ste Vlaamse Chemieolympiade 2018-2019 2de ronde 27 februari 2019 Je naam en voornaam: Je adres: De naam van je school: Het adres van je school: Je leerjaar: antal lesuren chemie per week die je dit schooljaar
Nadere informatieScheikundige berekeningen rond bereidingen
Scheikundige berekeningen rond bereidingen 1 Introductie Bereidingsvoorschriften zijn zo opgesteld dat er in het product precies de juiste hoeveelheden stoffen aanwezig zijn. Maar wat te doen als je niet
Nadere informatie5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken
3HV Antwoorden samenvatting onderouw scheikunde 1.6 Scheidingsmethoden 1 a stofnaam voorwerp c voorwerp d stofnaam e voorwerp f stofnaam 2 a goed slecht c goed d slecht e slecht f matig (zuurstof) tot
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatieEindexamen havo scheikunde pilot II
Zelfbruiners 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Bij de reactie reageert de dubbele binding tot een enkele binding / verdwijnt de dubbele binding, dus het is een additiereactie. de
Nadere informatieHoofdstuk 6: Moleculen en Atomen 6.1) (1) Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) Molecuulformules ( (
oofdstuk 6: Moleculen en Atomen Onderwerpen: Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) 6.4) Reactievergelijkingen ( ( 6.5) Moleculen ( ( 6.1) (1) Uitleggen hoe is afgeleid dat moleculen
Nadere informatieSCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN
SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN Auteurs Tessa Lodewijks Toon de Valk Eindredactie Aonne Kerkstra Eerste editie Malmberg s-hertogenbosch www.nova-malmberg.nl 3 Rekenen aan reacties Praktijk Zorgen voor morgen
Nadere informatieChemisch rekenen, zo doe je dat!
1 Chemisch rekenen, zo doe je dat! GOE Opmerkingen vooraf: 1. Belangrijke schrijfwijzen: 100 = 10 2 ; 1000 = 10 3, enz. 0,1 = 1/10 = 10-1 ; 0,001 = 1/1000 = 10-3 ; 0,000.000.1 = 10-7, enz. gram/kg = gram
Nadere informatieEén mol vrachtauto s wegen ook meer dan één mol zandkorrels en nemen ook veel meer ruimte in. Maar het aantal vrachtauto s in een mol is exact evengro
Hoofstuk 13: rekenen met mol 13.1 De eenheid mol en de molaire massa Er zijn allerlei manieren om aan te geven hoeveel je van een stof hebt. Je kunt de massa van een stof geven (in g of kg of...). Je kunt
Nadere informatieSamenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8
Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8 Samenvatting door een scholier 2783 woorden 10 april 2007 5,9 108 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Banas Natuur- scheikunde Hoofdstuk 6 Uittreksel 6.3A Stoffen verhitten
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieAntwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.
Antwoorden 1 Hoeveel protonen, elektronen en neutronen heeft een ion Fe 3+? 26 protonen, 23 elektronen, 30 neutronen 2 Geef de scheikundige namen van Fe 2 S 3 en FeCO 3. ijzer(iii)sulfide en ijzer(ii)carbonaat
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 4 De mol bldzijde 1 Opgve 1 Bereken de formulemss's vn de volgende stoffen: N 3PO 4 b CuSO 4 c (NH 4) 2Fe(SO 4) 2.6H 2O d NNO 2 e MgO f FeBr 3 164,0 u 159,6 u 392,14 u 69,00 u 40,3 u 295,5 u
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieReacties met koper 4.1 (1)
Hoofdstuk 4: ELEMENTEN Onderwerpen: Kringloopschema van koper ( ( 4.1) Kleinste deeltjes van de materie (moleculen en atomen) ( ( 4.2) Reactieschema in symbolen ( ( 4.3) Massaverhouding bij reacties (
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatie4 e Internationale Chemieolympiade, Moskou, 1972, Sovjet Unie
4 e Internationale Chemieolympiade, Moskou, 1972, Sovjet Unie Theorie pgave 1 1,52 g mengsel van twee vaste elementen reageert met een overmaat zoutzuur. ierbij komt 0,896 L gas vrij en 0,56 g van een
Nadere informatieT2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen
T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,
Nadere informatieHOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties
HOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties Nadat je dit hoofdstuk verwerkt heb, kun je de volgende vragen beantwoorden: - Wat is de massa van een molecule H 2 SO 4? Van een Fe 2+ -ion? - Hoeveel
Nadere informatie2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen
2 e Internationale Chemieolympiade, Katowice 1969, Polen Theorie pgave 1 20 g kaliumsulfaat wordt opgelost in 150 ml water. De oplossing wordt vervolgens geëlektrolyseerd. Na elektrolyse bevat de oplossing
Nadere informatieScheikunde Samenvatting H4+H5
Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1
Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1 Opgave 1 rekenformule: c(b) = ------- toepassen: n B V opl. Bereken de analytische concentratie (mol/l) in elk van de volgende oplossingen: a 5,00 mol NaCl in 5,00
Nadere informatieParagraaf 1: Fossiele brandstoffen
Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,
Nadere informatie6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14
6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende
Nadere informatieHoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieI. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.
Basiskennis 5 chemie 3 de graad, 1 ste jaar = 5avv, 5av, 5bv 1 1.1 Opbouw van de materie I. Basiskennis Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische
Nadere informatieOefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.
Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. I. Een houtvuurtje wordt geblust met water. Het vuur
Nadere informatie3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.
3.1 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 2. De pijl in een reactieschema (bijvoorbeeld: A + B C) betekent: - A en B reageren tot C of - Er vindt
Nadere informatieEen reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?
Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:
Nadere informatieBasiskennis 5 chemie 1. I. Basiskennis
Basiskennis 5 chemie 1 1.1 Opbouw van de materie I. Basiskennis Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken. Mengsel*: Is materie
Nadere informatieKaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.
Chemie Vraag 1 Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch. Wat is de juiste formule van dit dubbelzout? KAlSO4 KAl(SO4)2 K3Al(SO4)2
Nadere informatie