Algemene regelgeving: dagelijkse werking

Transcriptie

1 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Centrumreglement van CVO Elishout COOVI I Algemene regelgeving: dagelijkse werking Inschrijving - Toelatingsvoorwaarden Inschrijvingsvoorwaarden - Een inschrijving voor een CVO cursus is pas geldig nadat aan alle inschrijvingsvoorwaarden voldaan is. De inschrijvingsvoorwaarden omvatten volgende elementen: 1. aan de toelatingsvoorwaarden voldoen 2. het inschrijvingsgeld betaald hebben of hiervan rechtmatig vrijgesteld zijn 3. zich akkoord verklaard hebben met het centrumreglement 4. zich akkoord verklaard hebben met het eigen agogisch project van het centrum Inschrijvingsgeld verbruikskosten - De prijs van elke cursus is samengesteld uit: een deel wettelijk inschrijvingsgeld een deel bijdrage in de verbruikskosten m.b.t. grondstoffen en materialen. - Een raming voor elke cursus van de bijdrage in de verbruikskosten staat ter beschikking van de cursisten. - De eventuele bijdrage in de verbruikskosten dient uiteraard steeds betaald te worden. - Achteraf terugvorderen van inschrijvingsgeld/bijdrage verbruikskosten of overheveling ervan naar een ander semester of een ander schooljaar is niet mogelijk. - Het centrum behoudt zich het recht voor om cursussen te annuleren: in dit geval wordt de volledige cursusprijs teruggestort. 1

2 Volledige en gedeeltelijke vrijstelling van inschrijvingsgeld - Er geldt een volledige vrijstelling van het inschrijvingsgeld voor die cursisten die: 1. ingeschreven zijn voor een opleiding in het studiegebied algemene vorming; 2. als asielzoekers of bepaalde andere categorieën van vreemdelingen materiële hulp genieten; 3. op het moment van hun inschrijving een inkomen verwerven via maatschappelijke dienstverlening of een leefloon of die ten laste zijn van één van de voormelde categorieën; 4. op het moment van hun inschrijving als gedetineerden verblijven in één van de Belgische strafinrichtingen; 5. inburgeraar zijn en een inburgeringscontract hebben ondertekend of een attest van inburgering hebben behaald voor een opleiding Nederlands tweede taal richtgraad 1 en 2 in het studiegebied Nederlands tweede taal; 6. op het moment van hun inschrijving nog niet voldaan hebben aan de voltijdse leerplicht; 7. op het moment van hun inschrijving een inkomen verwerven via een wachtuitkering of een werkloosheidsuitkering voor een opleiding die gevolgd wordt in het kader van een door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding erkend traject naar werk; 8. niet-werkende, verplicht ingeschreven werkzoekenden die op het moment van hun inschrijving nog geen recht op een wachtuitkering hebben verworven. - Er geldt een verminderd inschrijvingsgeld van 0,25 euro voor cursisten die op het moment van hun inschrijving: 1. een inkomen verwerven via een wachtuitkering of een werkloosheidsuitkering voor alle opleidingen die niet gevolgd worden in een door de VDAB erkend traject naar werk of ten laste zijn van één van deze categorieën; 2. in het bezit zijn van een van de volgende attesten of die ten laste zijn van een persoon die in het bezit is van een van de volgende attesten: a) een attest, uitgereikt door de bevoegde overheid, waaruit een arbeidsongeschiktheid van ten minste 66 percent blijkt; b) een attest waaruit het recht blijkt op een integratietegemoetkoming aan gehandicapten; 2

3 c) een attest waaruit de inschrijving bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap blijkt; 3. gedurende twee opeenvolgende schooljaren opleiding gevolgd hebben in een Centrum voor Basiseducatie gedurende ten minste 120 lestijden en dit voorafgaand aan het schooljaar van inschrijving in het Centrum voor Volwassenenonderwijs - De attesten die aanleiding kunnen geven tot vrijstelling van het inschrijvingsgeld mogen, om aanvaard te worden, op het ogenblik van inschrijving niet ouder zijn dan 1 maand. Wie vrijgesteld is van cursusgeld, dient de vereiste attesten voor te leggen op het ogenblik van de inschrijving, zoniet betaalt hij/zij het cursusgeld. Plafonnering van inschrijvingsgeld - Begrenzing op 400 euro inschrijvingsgeld per schooljaar en per opleiding Een cursist betaalt per schooljaar een maximum van 400 euro per opleiding. Wanneer de cursist tijdens een bepaald schooljaar meerdere opleidingen volgt, dan betaalt hij per gevolgde opleiding een maximum van 400 euro. De plafonnering per schooljaar is niet overdraagbaar naar een ander centrum. - Begrenzing op 1200 euro inschrijvingsgeld per opleiding Een cursist betaalt per opleiding een maximum van 1200 euro. Deze plafonnering is geldig gedurende 4 schooljaren. De opleiding moet met andere woorden binnen een periode van 4 schooljaren worden afgerond, in het andere geval is enkel nog de begrenzing van 400 euro per opleiding per schooljaar van toepassing. Indien de cursist tijdens een periode van 4 schooljaren meerdere opleidingen volgt, dan betaalt hij per gevolgde opleiding een maximum van euro. De plafonnering per opleiding is overdraagbaar naar een ander centrum. - Begrenzing strikt afgerekend op 400 of 1200 euro Het plafond van 400 euro per opleiding per schooljaar en 1200 euro per opleiding gedurende maximum 4 schooljaren kan niet overschreden worden. - De bewijslast voor de toepassing van de plafonnering per schooljaar en per opleiding ligt bij de cursist. De cursist moet aantonen welk bedrag aan inschrijvingsgeld hij reeds betaald heeft voor een bepaalde opleiding. Het centrum is daarentegen gehouden bij betaling van het inschrijvingsgeld steeds een betalingsbewijs aan de cursist te overhandigen. 3

4 Afwijking van de geldende toelatingsvoorwaarden - Het centrum kan enkel afwijken van de geldende toelatingsvoorwaarden in het Hoger Beroepsonderwijs omwille van: 1. humanitaire redenen 2. medische, psychische of sociale redenen 3. het algemeen niveau van de cursist, getoetst met een door het centrumbestuur georganiseerde toelatingsproef. De toelatingsproef, vermeld in punt 3, wordt uiterlijk de vijfde dag voor het einde van de inschrijvingsperiode georganiseerd en gaat na of de cursist over de kennis en vaardigheden beschikt die vereist zijn om de module in kwestie aan te vangen. De directeur oordeelt op basis van de toelatingsproef dat de cursist de nodige ervaring heeft verworven die hem toelaat de module te volgen. Groepswijzigingen - Het centrum gaat niet in op verzoeken tot groepsverandering. Structuurschema s en volgorderelaties - Voor iedere opleiding worden de door het Departement Onderwijs goedgekeurde structuurschema s gevolgd. Deze modellen met de bijhorende volgorderelaties van modules worden als algemeen geldend beschouwd en dienen door alle cursisten gevolgd te worden. Voorrangsregeling bij inschrijving - De cursisten worden ingeschreven in de volgorde dat ze zich bij het centrum in orde stellen met de inschrijvingsvoorwaarden, voor zover het maximum aantal inschrijvingen nog niet werd bereikt. Indien nodig kunnen wachtlijsten worden aangelegd. Weigering - De cursist zal worden geweigerd indien hij niet voldoet aan de wettelijke toelatings- en/of overgangsvoorwaarden. 4

5 II Gedragsreglement Agogisch project en missie van het centrum - Een inschrijving van een cursist is pas geldig nadat hij/ zij zich akkoord verklaard heeft met het eigen agogisch project van het centrum. - Het pedagogisch/ agogisch project van CVO Elishout COOVI sluit aan bij de missie van het volwassenenonderwijs en de algemene en specifieke uitgangspunten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de onderwijsinstellingen en diensten. (zie brochure: Missie CVO Elishout COOVI of website van het centrum). - CVO Elishout COOVI is een erkend en gesubsidieerd Centrum voor Volwassenenonderwijs. De wet bepaalt dat de voertaal Nederlands is. - Er wordt verwacht dat de cursisten elkaars cultuur en mening eerbiedigen en het Nederlandstalige karakter van het centrum respecteren. Gedragsregels Algemeen - Het directieteam is belast met de algemene leiding, organisatie en tucht in het centrum. - Eten of dranken nuttigen is niet toegestaan tijdens de lessen. - Tijdens de lessen worden gsm s uitgezet teneinde de les niet te storen. - De cursisten zijn gehouden hun voertuig te parkeren op de daartoe voorziene plaatsen. - De lessen zijn niet toegankelijk voor derden. Gebruik van infrastructuur - De cursisten gebruiken alle infrastructuur als "goede huisvaders" met respect voor gebouwen, toestellen en meubilair. Alle schade, door een cursist berokkend aan het lokaal, de meubelen, didactisch materiaal, apparatuur of andere zaken, wordt op zijn/haar kosten hersteld, onverminderd de tuchtstraffen die hem/haar om dezelfde reden mogen worden opgelegd. - Apparaten en producten moeten met zorg behandeld worden. Apparaten en producten dienen na gebruik weer zuiver gemaakt te worden en op hun plaats gezet. 5

6 - De cursist is te allen tijde verantwoordelijk voor zijn/haar persoonlijke apparaten en/of producten. Kledij, veiligheid en hygiëne - Voor een aantal opleidingen, modules en/of eenheden wordt de cursist verondersteld zijn/haar kledij aan te passen of werkkledij te dragen, dit omwille van hygiëne, pedagogische of veiligheidsredenen. In dat geval brengt de lesgever de cursisten bij aanvang van de cursus daarvan op de hoogte. - In de schoolgebouwen geldt een algemeen rookverbod (KB van 15 mei 1990). - In de verschillende klaslokalen en in de gangen staan vuilcontainers: afval dient daarin gedeponeerd te worden. - Sluikstorten is verboden en strafbaar op de campus. Eigen huisvuil mag niet in de vuilcontainers van de campus worden gegooid. - Cursisten dienen de veiligheidsvoorschriften na te leven. Ook alle afdelingsspecifieke afspraken dienen door de cursist toegepast te worden. Deze afspraken worden bij aanvang van de cursus meegedeeld. Diefstal of beschadiging van materiële bezittingen - Waardevolle voorwerpen (gsm, juwelen, tassen ) achterlaten tijdens de pauzes in de klassen of elders op de campus moet vermeden worden. Het Centrum kan nooit aansprakelijk gesteld worden bij eventuele diefstal of beschadiging. Ook voor gestalde/ geparkeerde fietsen, bromfietsen en auto s kan noch de VGC, noch het Centrum voor Volwassenenonderwijs verantwoordelijk gesteld worden. Initiatieven van cursisten - Alle teksten die cursisten wensen te verspreiden in het centrum, moeten vooraf ter goedkeuring aan de directeur worden voorgelegd. - Een geldomhaling in het centrum door cursisten kan slechts gebeuren na schriftelijke goedkeuring door de directeur. - Cursisten die deelnemen aan wedstrijden of manifestaties buiten het centrum en daarbij de naam van het centrum willen gebruiken, moeten daarvoor de schriftelijke toestemming van de directeur bekomen. - Activiteiten die personeelsleden, cursisten of derden op eigen initiatief organiseren voor een bepaalde cursistengroep, vallen niet onder de verantwoordelijkheid van het centrum. 6

7 Reglement van orde Ordemaatregelen - Indien een cursist dit centrumreglement overtreedt of door zijn gedrag de goede orde in het centrum in het gedrang brengt kan een ordemaatregel worden genomen. Een ordemaatregel heeft als bedoeling de cursist te helpen zijn gedrag te verbeteren en aan te passen zodat een goede samenwerking met alle personeelsleden en medecursisten van het centrum opnieuw mogelijk wordt. - Ordemaatregelen worden genomen door elk personeelslid onder het gezag van de directeur. Ordemaatregelen kunnen onder meer zijn: een verwittiging; een gesprek tussen de directie en de betrokken cursist waarbij concrete afspraken kunnen gemaakt worden (individueel begeleidingsplan); de verwijdering van de cursist uit de les indien het gedrag van de cursist de les erg stoort; een klasverandering. - De directeur kan een cursist preventief schorsen in afwachting van een tuchtmaatregel definitieve uitsluiting. De preventieve schorsing wordt opgelegd wanneer het gedrag of aanwezigheid van de cursist de goede werking van het centrum of het lesverloop in het gedrang brengt. De directeur moet vooraf het advies inwinnen van de betrokken leerkrachten en de cursist horen. De beslissing van de directeur moet met redenen zijn omkleed. Ten laatste de werkdag volgend op het nemen van de beslissing wordt deze aangetekend aan de cursist meegedeeld. Ingeval van preventieve schorsing wordt de cursist de toegang tot het centrum ontzegd. - Tegen geen enkele ordemaatregel is er beroep mogelijk. Tuchtmaatregelen - De directeur kan uitzonderlijk een tuchtmaatregel nemen indien het gedrag van de cursist: Het normale lesverloop werkelijk in gevaar brengt de maatregelen van orde hebben geen effect of het betreft zeer ernstige overtredingen; de veiligheid of hygiëne in het gedrang brengt; de verwezenlijking van het agogisch project van het centrum in het gedrang brengt; ernstige of wettelijk strafbare feiten uitmaakt; bij het niet naleven van de gemaakte afspraken in het kader van een ordemaatregel; de naam van de instelling of de waardigheid van het personeel en de medecursisten aantast; de instelling materiële schade toebrengt. - Tuchtmaatregelen kunnen onder meer zijn: 7

8 de schorsing; Een schorsing betekent dat een cursist gedurende een bepaalde periode de toegang tot het centrum ontzegd wordt; de uitsluiting; Uitsluiting betekent dat de cursist definitief uit het centrum wordt verwijderd. - Zowel schorsing als uitsluiting kunnen slechts nadat de tuchtprocedure werd gevolgd. - Er is geen mogelijkheid tot collectieve uitsluiting: elke cursist moet afzonderlijk worden behandeld. Tuchtprocedure - Tuchtmaatregelen worden genomen door de directeur. - Hij/ zij volgt daarbij volgende procedure: 1 Hij vraagt advies aan de evaluatiecommissie die het tuchtdossier beoordeelt. De evaluatiecommissie stelt een gemotiveerd advies op. Indien de evaluatiecommissie adviseert om de cursist te schorsen of uit te sluiten, deelt de directeur aan de cursist mee dat een tuchtprocedure wordt ingezet. Deze beslissing en het gemotiveerd advies worden binnen de drie werkdagen na de bijeenkomst van de evaluatiecommissie aangetekend verstuurd aan de cursist. In dit schrijven wordt deze opgeroepen tot een onderhoud met de directeur over de vastgestelde feiten en de voorgestelde maatregel. 2 De cursist kan vóór het onderhoud kennis nemen van het tuchtdossier in het bureau van de directeur na afspraak. Het onderhoud moet uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de kennisgeving plaatsvinden. Van dit onderhoud wordt een verslag gemaakt dat wordt ondertekend voor kennisneming. 3 Het onderhoud tussen directeur en cursist gebeurt enkel op basis van elementen uit het tuchtdossier. Bij de uiteindelijke beslissing kan geen rekening worden gehouden met gegevens die niet vooraf zijn bekendgemaakt en/of die geen deel uitmaken van het tuchtdossier. 4 Na dit onderhoud neemt de directeur een gemotiveerde beslissing omtrent de tuchtmaatregel die aangetekend, binnen de drie werkdagen na het onderhoud meegedeeld wordt aan de cursist. 8

9 5 Tegen een definitieve uitsluiting kan beroep worden aangetekend. Dit beroep dient aangetekend te worden ingesteld bij de beroepscommissie Volwassenenonderwijs VGC (p/a Technologiestraat 1, 3 e verd, 1082 Brussel) binnen de 5 werkdagen na ontvangst van de mededeling. Dit beroep schorst de sanctie niet op. Binnen de 5 werkdagen na het instellen van het beroep wordt de beslissing van het beroepsorgaan aangetekend aan de cursist meegedeeld. Tuchtdossier - Een tuchtdossier van een cursist wordt opgesteld en bijgehouden door de directeur. - Het tuchtdossier omvat een opsomming van: de gedragingen van de cursist zoals omschreven in de tuchtmaatregelen de reeds genomen ordemaatregelen; de gedragingen die niet overeenstemmen met het individueel begeleidingsplan; de reacties van de cursist op eerder genomen maatregelen; het gemotiveerd advies van de leden van de evaluatiecommissie; het tuchtvoorstel en de bewijsvoering ter zake. Welzijn en privacy Genotsmiddelen - Binnen de volledige instelling, met inbegrip van zowel de gebouwen als de ontspanningsruimten en andere open ruimten is het verboden: o te roken; o alcohol te gebruiken; o drugs te gebruiken EHBO - Indien je in het centrum een ongeval hebt zal de leraar je doorverwijzen naar de eerste hulpverlener, die je de eerste zorgen zal geven of desgevallend een arts zal contacteren. Schoolongevallen - De inrichtende macht, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, is verzekerd voor schoolongevallen (lichamelijk letsel). De nodige documenten dienen ingevuld te worden de dag van het ongeval zelf, of uiterlijk de dag nadien. Niet naleven van de termijn kan tot gevolg hebben dat het schoolongeval niet aanvaard wordt. De documenten zelf kunnen op het secretariaat afgehaald worden. 9

10 Privacy - Het centrumbestuur leeft de verplichtingen na die voortvloeien uit de privacywetgeving. - Het centrum zal geen cursistengegevens meedelen aan derden, tenzij voor de toepassing van een wettelijke of reglementaire bepaling. - Afbeeldingen van cursisten kunnen worden gepubliceerd. De betrokken cursisten kunnen schriftelijk hun toestemming weigeren. - Het is belangrijk dat de cursistendatabank op ieder ogenblik de actuele gegevens weergeeft. Iedere wijziging van persoonlijke gegevens in de loop van het schooljaar, dient dan ook onmiddellijk aan het secretariaat te worden gemeld. Indien de cursist dit nalaat, is hij/zij verantwoordelijk, als per post verstuurde of telefonisch gemelde info hem/haar niet bereikt. 10

11 III Evaluatiereglement 1 Inleiding Het evaluatiereglement maakt deel uit van het centrumreglement en heeft tot doel, conform artikel 38 van het decreet volwassenenonderwijs van 15 juni 2007, duidelijke regels inzake de organisatie en het verloop van de evaluaties te bepalen. Het evaluatiereglement wordt op toegankelijke wijze ter beschikking van de cursisten gesteld. Een evaluatie is een deskundige beoordeling van de mate waarin de cursist de doelstellingen uit het goedgekeurde leerplan heeft bereikt. Over alle in dit evaluatiereglement niet expliciet weergegeven gevallen beslist de evaluatiecommissie autonoom en soeverein. 2 De evaluatieperioden Algemeen De directeur stelt jaarlijks de data van de evaluaties vast. Het evaluatierooster maakt integraal deel uit van dit evaluatiereglement, wordt vastgelegd door de directeur en wordt binnen een redelijke termijn ad valvas bekendgemaakt. Secundair onderwijs In het modulair georganiseerd onderwijs organiseert het CVO per eenheid een evaluatie. Hoger beroepsonderwijs In het lineair georganiseerd onderwijs worden binnen één schooljaar twee evaluatieperioden georganiseerd. De directeur bepaalt jaarlijks de data van de evaluatieperioden per opleiding en per leerjaar. In het modulair georganiseerd onderwijs kan per organisatieperiode van een eenheid of module een tweede evaluatieperiode georganiseerd worden. 3 De evaluatievorm De evaluatievorm wordt bepaald door de directeur, na raadpleging van de evaluatoren. Per onderwijsactiviteit wordt de manier van evalueren vastgesteld en via het evaluatierooster, ad valvas, meegedeeld. 11

12 Elke lesgever informeert de cursisten bij aanvang van een onderwijsactiviteit over: - de doelstellingen van de onderwijsactiviteit - de evaluatievorm(en) De volgende evaluatievormen zijn mogelijk: 1. mondeling examen (ME) 2. schriftelijk examen (SE) 3. mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (MESV) 4. permanente evaluatie (PE) 5. praktisch examen (PrE) 6. jaarwerk: evaluatie aan de hand van een werk of project, de cursist verdedigt dit jaarwerk mondeling (JW) 7. een combinatie van bovenstaande mogelijkheden ( en ) De schriftelijke neerslag van evaluaties wordt door het CVO bewaard gedurende een termijn van drie jaar na datum van de deliberatie. De directeur kan, om ernstige redenen, individuele afwijkingen toestaan op de vastgestelde evaluatievorm. 4 Deelname aan de evaluaties Algemeen In het Hoger beroepsonderwijs mag niemand zich in de loop van eenzelfde organisatieperiode meer dan tweemaal aanmelden voor een evaluatie over dezelfde eenheid/ vak. Niemand mag over een eenheid/ vak een tweede keer evaluatie afleggen vóór de eerste deliberatie heeft plaatsgevonden. Een cursist moet zich met het oog op deelname aan de evaluaties aanmelden op de in het evaluatierooster vastgestelde en ad valvas bekendgemaakte tijdstippen en plaatsen. Inschrijving evaluaties Om te worden toegelaten tot een evaluatie moet een cursist: - voldoen aan de toelatingsvoorwaarden voor het schooljaar, de eenheid of module en regelmatig zijn ingeschreven - het inschrijvingsgeld vereffend hebben of hiervan vrijgesteld zijn - deelgenomen hebben aan het geheel van de vorming (onderwijsactiviteiten regelmatig volgen, voldoen aan de door het studieprogramma opgelegde verplichtingen zoals bv. stage, practica, gecombineerd onderwijs enz ). Een cursist die te dikwijls zonder geldige reden afwezig is geweest in de lessen of onvoldoende heeft geparticipeerd aan het geheel van de vorming, kan het recht verliezen om geëvalueerd te worden. Het verlies van dit recht wordt uitgesproken door de directeur na de cursist gehoord te hebben. 12

13 Onder bovenstaande voorwaarden zijn cursisten automatisch ingeschreven voor de eerste evaluatieperiode. Cursisten schrijven zich in op het secretariaat om deel te nemen aan een tweede evaluatieperiode. Deze inschrijving is verplicht en wordt gedaan binnen de door de directeur van het CVO vastgestelde termijn. 5 Niet-deelname aan evaluaties, inhaalevaluaties Secundair onderwijs Een cursist dient aan alle evaluaties van de eenheden of module(s) waarvoor hij/zij is ingeschreven deel te nemen ongeacht het resultaat. Een cursist die tijdens een evaluatieperiode/evaluatie afwezig is, of niet verder deelneemt aan de evaluaties, deelt dit onmiddellijk mee aan het secretariaat. Een cursist die niet deelneemt aan een evaluatie en dit niet onmiddellijk meldt en wettigt, is onwettig afwezig. Deze cursist wordt dan automatisch als niet-geslaagd beschouwd voor de eenheid of module. Een cursist kan een wettige reden hebben om op een evaluatie afwezig te zijn. Hij/ zij moet dit staven door het secretariaat een medisch attest of andere bewijsstukken te bezorgen. Onder deze voorwaarden kan de directeur beslissen een inhaalevaluatie toe te staan. Een gewettigde afwezigheid houdt niet automatisch het recht op een inhaalevaluatie in. De directeur oordeelt in overleg met de betrokken lesgever over een mogelijke verplaatsing van de evaluatie binnen eenzelfde evaluatieperiode, vóór de deliberatie van de desbetreffende evaluatieperiode. Hoger beroepsonderwijs 1. Lineair georganiseerd onderwijs Een cursist dient aan alle evaluaties deel te nemen ongeacht het resultaat. Een cursist die tijdens een evaluatie/ evaluatieperiode afwezig is, of niet verder deelneemt aan de evaluaties, deelt dit onmiddellijk mee aan het secretariaat. Een cursist die niet deelneemt aan een evaluatie en dit niet onmiddellijk meldt en wettigt, is onwettig afwezig. Deze cursist wordt dan automatisch als niet-geslaagd beschouwd. In de eerste evaluatieperiode kan de evaluatiecommissie hem/ haar verwijzen naar de tweede evaluatieperiode die voor hem/ haar geldt als enige evaluatieperiode. In de tweede evaluatieperiode wordt hij/ zij als afgewezen beschouwd. Een cursist kan een wettige reden hebben om op een evaluatie afwezig te zijn. Hij/zij moet dit staven door het secretariaat een medisch attest of andere bewijsstukken te bezorgen. Onder deze voorwaarden kan de directeur beslissen een inhaalevaluatie toe te staan. Een gewettigde afwezigheid houdt niet automatisch het recht op een inhaalevaluatie in. De directeur oordeelt in overleg met de betrokken lesgever over een mogelijke verplaatsing van de evaluatie binnen eenzelfde evaluatieperiode, vóór de deliberatie van de betreffende zittijd. 13

14 Ingeval een inhaalevaluatie niet (meer) mogelijk is, kan een cursist die gewettigd afwezig is tijdens de eerste evaluatieperiode, de reeds behaalde resultaten overdragen naar de tweede evaluatieperiode. Tijdens de tweede evaluatieperiode kan een cursist met gewettigde afwezigheid reeds behaalde resultaten overzetten naar een nieuw schooljaar. Overzetting is slechts geldig voor het volgend schooljaar. Ingeval de cursist zijn studies stopzet en zich later opnieuw inschrijft, kan de directeur na overleg met de betrokken lesgever beslissen om opnieuw een overzetting van evaluatieresultaten toe te kennen. 2. Modulair georganiseerd onderwijs Een cursist dient aan alle evaluaties van de module(s) waarvoor hij/zij is ingeschreven deel te nemen ongeacht het resultaat. Een cursist die afwezig is op een evaluatie of niet verder deelneemt aan de evaluaties, deelt dit onmiddellijk mee aan het secretariaat. In de eerste evaluatieperiode kan de directeur aan een cursist de toelating verlenen om niet deel te nemen aan een evaluatie. De cursist verliest hierbij het recht op deelname aan twee evaluaties (twee kansen) per organisatieperiode van een eenheid. De cursist moet hiertoe ten laatste één week voor de aanvang van de evaluatieperiode een schriftelijke, gemotiveerde aanvraag indienen. Een cursist die niet deelneemt aan een evaluatie en dit niet onmiddellijk meldt en wettigt, is onwettig afwezig. Tijdens een eerste evaluatieperiode wordt deze cursist automatisch als niet-geslaagd beschouwd voor deze evaluatie. In de eerste evaluatieperiode kan de evaluatiecommissie hem verwijzen naar de tweede evaluatieperiode die voor hem/ haar geldt als enige evaluatieperiode. Onwettige afwezigheid tijdens de tweede evaluatieperiode brengt met zich dat de cursist als niet-geslaagd wordt beschouwd. Een cursist kan een wettige reden hebben om op een evaluatie afwezig te zijn. Hij/zij moet dit staven door het secretariaat een medisch attest of andere bewijsstukken te bezorgen. Onder deze voorwaarden kan de directeur beslissen een inhaalevaluatie toe te staan. Een gewettigde afwezigheid houdt niet automatisch het recht op een inhaalevaluatie in. De directeur oordeelt in overleg met de betrokken lesgever over een mogelijke verplaatsing van de evaluatie binnen eenzelfde evaluatieperiode, vóór de deliberatie van de betreffende evaluatieperiode. 14

15 6 Lineaire opleidingen van het Hoger beroepsonderwijs: overdrachten en overzettingen De evaluatiecommissie kan onder bepaalde voorwaarden een nietgeslaagde cursist toestaan een evaluatiecijfer over een afgelegde evaluatie te behouden in een tweede evaluatieperiode van hetzelfde leerjaar (overdracht), of bij een nieuwe inschrijving voor hetzelfde leerjaar in het volgend schooljaar (overzetting). Voorwaarden voor overdracht van evaluatiecijfer naar een volgende evaluatieperiode: o voor het betrokken theorievak een evaluatiecijfer van tenminste 50% behaald hebben. Voorwaarden voor overzetting van evaluatiecijfers naar het volgend schooljaar: o voor het betrokken vak een evaluatiecijfer van tenminste 50% behaald hebben. Voor vakken die in het volgende schooljaar duidelijk wijzigen naar inhoud of omvang wordt overzetting van evaluatiecijfers niet toegestaan. 7 Vrijstellingen De directeur van het CVO kan vrijstelling van opleidingsonderdelen verlenen. Bepaalde opleidingsonderdelen kunnen door de directeur worden uitgesloten van de mogelijkheid tot vrijstelling. Grond voor vrijstelling: 1. Vooropleiding (een door de Vlaamse Gemeenschap erkend studiebewijs) de cursist heeft een vooropleiding die naar niveau, inhoud, omvang voldoende overeenstemt met het opleidingsonderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd 2. Kennis (attest uitgereikt door een andere opleidings- of vormingsinstelling) de cursist heeft een vooropleiding die voldoende overeenstemt met het vrij te stellen opleidingsonderdeel 3. Beroepservaring de cursist heeft beroepservaring die voldoende overeenstemt met het vrij te stellen opleidingsonderdeel 15

16 4. Vrijstellingsproef De proef bepaalt of de cursist de nodige kennis en vaardigheden heeft om een vrijstelling te bekomen. Procedure aanvraag vrijstelling: 1. Aanvraag de cursist richt bij inschrijving via het aanvraagformulier van het centrum een gemotiveerde aanvraag aan de directeur van het CVO 2. Stavingsdocumenten: 1. Studiebewijzen a) diploma van de gevolgde opleiding b) lessentabel van de gevolgde opleiding c) behaalde evaluatieresultaten d) beknopte inhoud van de opleidingsonderdelen die als basis dienen voor de vrijstelling 2. Kennis a) attest van de gevolgde opleiding b) inhoud en duur van de opleiding 3. Beroepservaring a) attest van de werkgever b) motivatie over de relevantie van de beroepservaring 4. Vrijstellingsproef Uiterlijk de vijfde dag na het einde van de aanvraagtermijn richt de directeur van het CVO een vrijstellingsproef in; de directeur van het CVO oordeelt of de cursist over de vereiste kennis en vaardigheden beschikt om de eenheid, module of het leerjaar aan te vatten. De directeur bepaalt in overleg met de betrokken leerkracht(en) of, en indien zo, wanneer en waar de vrijstellingsproef plaatsvindt, evenals de vorm ervan. Een vrijstellingsproef kan bestaan uit een praktische proef en/of mondeling en/of schriftelijke evaluatie. 3. De genomen beslissing De genomen beslissing betreffende de aanvraag tot vrijstelling wordt meegedeeld aan de cursist, de gemotiveerde beslissing van de directeur wordt opgenomen in het dossier van de cursist. In afwachting van de genomen beslissing volgt de cursist de les. 16

17 Beroepsprocedure: In geval van betwisting van de beslissing richt de cursist zich tot de directeur uiterlijk binnen de twee werkdagen. Als de betwisting na dit onderhoud blijft bestaan, dan kan tegen de beslissing van de directeur beroep aangetekend worden bij de beroepscommissie van de inrichtende macht. Het beroep moet aangetekend ingediend worden binnen vijf werkdagen na de ontvangst van de beslissing. De beroepscommissie wordt op onderstaand adres aangeschreven: Beroepscommissie Volwassenenonderwijs VGC p/a Technologiestraat 1, 3 e verdieping 1082 Brussel Niet tijdig ingediende bezwaarschriften worden onontvankelijk verklaard door de algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het voorzitterschap van de beroepscommissie Volwassenenonderwijs wordt waargenomen door de algemeen directeur Onderwijs en Vorming of zijn/ haar afgevaardigde. Bij betwistingen over vrijstellingen zijn daarenboven volgende leden aangeduid: vier lesgevers van het CVO die niet rechtstreeks bij de door de directeur genomen beslissing betrokken waren. De beraadslaging is geldig als vier leden aanwezig zijn. De beroepscommissie onderzoekt de klacht grondig en beslist binnen de vijf werkdagen na ontvangst van het beroep. Indien nodig, beslist de commissie voorafgaandelijk de cursist te horen. In dat geval kan de cursist zich laten bijstaan door een raadsman. De beroepscommissie bevestigt of herziet de beslissing van de directeur van het CVO. De gemotiveerde beslissing van de beroepscommissie wordt door middel van een aangetekend schrijven aan de cursist meegedeeld. 8 De evaluatiecommissie De samenstelling De directeur van het CVO richt per opleiding, per leerjaar, per module en/of eenheid een evaluatiecommissie op. De directeur regelt de werking van het evaluatiesecretariaat en duidt de secretaris aan. Iedere evaluatiecommissie bestaat uit volgende stemgerechtigde leden: o o de directeur, hij/zij neemt het voorzitterschap waar of, bij diens afwezigheid, een door hem/haar aangewezen lid van de evaluatiecommissie; de leden van het onderwijzend personeel, belast met de onderwijsen andere studieactiviteiten van de cursist. 17

18 Iedere evaluatiecommissie kan bestaan uit de volgende nietstemgerechtigde leden: o o o de secretaris van de evaluatiecommissie externe commissieleden ombudsman/vrouw Externe commissieleden kunnen deel uitmaken van de evaluatiecommissie bij de beoordeling van de eindevaluaties van het lineair georganiseerd onderwijs en bij het modulair georganiseerd onderwijs van het secundair onderwijs en hoger beroepsonderwijs. Bevoegdheden De evaluatiecommissie beoordeelt het geheel van de examenresultaten van de regelmatig ingeschreven cursist. Ingeval van fraude gepleegd door de cursist, beslist de evaluatiecommissie over de mogelijke gevolgen (cf. hoofdstuk 10). De evaluatiecommissie is bevoegd voor het toestaan van overdrachten en overzettingen van evaluatiecijfers. De evaluatiecommissie ziet bij de uitreiking van studiebewijzen toe op de regelmatigheid van eventueel buiten het centrum verleende vrijstellingen, de regelmatigheid van de uitgereikte deelcertificaten van modulaire opleidingen en overtuigt er zich van dat het geheel van de verworven studiebewijzen voldoet voor de studiebekrachtiging. Wijze van beraadslaging De stemgerechtigde leden van de evaluatiecommissie hebben de plicht de beraadslaging bij te wonen. Van deze regel kan enkel in geval van heirkracht worden afgeweken. Een lid van de evaluatiecommissie kan niet deelnemen aan de beraadslaging van de evaluatiecommissie voor de evaluaties van een bloed of aanverwant tot en met de vierde graad. De evaluatiecommissie kan slechts geldige beslissingen nemen indien voor elke cursist twee derde van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Zijn om gewettigde redenen niet twee derde van de stemgerechtigde leden van de evaluatiecommissie aanwezig, dan wordt de evaluatiecommissie op een later tijdstip door de voorzitter bijeen geroepen. Op deze vergadering wordt rechtsgeldig beslist, als tenminste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Het om gewettigde redenen afwezig lid van de evaluatiecommissie kan zijn bevindingen schriftelijk meedelen aan de evaluatiecommissie. 18

19 De lesgevers stellen de punten van de evaluatie voor, maar deze worden slechts toegekend na overleg en zo nodig met stemming, door de evaluatiecommissie. De evaluatiecommissie neemt haar beslissingen bij unanimiteit van de stemgerechtigde leden. Ingeval er geen unanimiteit is, legt de voorzitter de stemming op. De leden van de evaluatiecommissie stemmen bij handopsteken. Ingeval ten minste twee stemgerechtigde leden zich hiertegen verzetten, gebeurt de stemming schriftelijk en geheim. Dit verzet dient telkens opnieuw te worden geformuleerd. Bij geheime stemmingen zijn blanco stemmen gelijkgesteld met onthouding. Elk stemgerechtigd lid van de evaluatiecommissie heeft per cursist slechts één stem, ongeacht het aantal opleidingsonderdelen waarover het in het betreffende leerjaar heeft geëvalueerd. Wanneer in een opleidingsonderdeel meerdere lesgevers fungeren, wordt voor de beraadslaging een stemgerechtigde van dat opleidingsonderdeel aangeduid. Indien een cursist overdracht of overzetting van een evaluatiecijfer geniet, heeft de lesgever geen stemrecht voor de betrokken cursist. De voorzitter van de evaluatiecommissie formuleert het voorstel waarover de leden zullen stemmen. Geldig stemmen gebeurt door zich, volgens de afgesproken procedure, ondubbelzinnig voor of tegen het voorstel van de voorzitter uit te spreken of door zich te onthouden. Het voorstel van de voorzitter is aanvaard als het meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen behaalt. Een onthouding wordt beschouwd als een niet-uitgebrachte stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. De beraadslaging van de evaluatiecommissie is geheim. Dit betekent dat de leden van de evaluatiecommissie tot geheimhouding verplicht zijn over de beraadslaging en over de stemming. Het proces-verbaal vermeldt de samenstelling van de evaluatiecommissie en de aanwezigen bij de beraadslagingen. Het bevat per cursist het globale evaluatieresultaat, de genomen beslissingen over het slagen, het niet slagen, overdracht of overzetting van evaluatiecijfers en motivatie van de afwijzing. Ten minste de voorzitter en de secretaris van de evaluatiecommissie ondertekenen het proces-verbaal. Het proces-verbaal van de beraadslaging door de evaluatiecommissie wordt door het CVO bewaard gedurende een termijn van dertig jaar. 19

20 Beslissing van de examencommissie a) Secundair onderwijs De beslissing van de evaluatiecommissie betreft de leerstof van de ganse organisatieperiode en betreft alle eenheden /modules waarvoor de cursist is ingeschreven. De evaluatiecommissie verklaart een cursist geslaagd of niet-geslaagd. Een cursist die 50% per eenheid/module behaalt is geslaagd. b) Hoger beroepsonderwijs De evaluatiecommissie verklaart, in de eerste evaluatieperiode, een cursist geslaagd of niet-geslaagd. - Een cursist die per vak/eenheid/module 50% behaalt, en 50% voor het geheel van de evaluaties is geslaagd. - Een niet-geslaagde cursist wordt uitgesteld of afgewezen. - Een uitgestelde cursist kan zich inschrijven voor een tweede evaluatieperiode. De evaluatiecommissie kan eventueel overdracht van evaluatieresultaten toestaan (zie hoofdstuk 6). Een afgewezen cursist wordt niet toegelaten tot de tweede evaluatieperiode. Een cursist wordt afgewezen bij een onvoldoende voor onderwijsactiviteiten waarvoor een cursist permanent geëvalueerd werd en waarvoor een nieuwe beoordeling onmogelijk is. Een cursist wordt eventueel afgewezen in geval van fraude (zie hoofdstuk 10). In de tweede evaluatieperiode verklaart de evaluatiecommissie een cursist geslaagd of niet-geslaagd onder dezelfde voorwaarden als in de eerste evaluatieperiode. Voor de lineaire opleidingen van het hoger niveau kan de evaluatiecommissie aan een niet-geslaagde cursist overzetting van evaluatieresultaten toestaan (zie hoofdstuk 6). Bekendmaking van de evaluatieresultaten De beslissing van de evaluatiecommissie wordt ten laatste acht werkdagen na de beraadslaging meegedeeld in termen van geslaagd, niet-geslaagd: uitgesteld of niet-geslaagd: afgewezen. Individuele, gedetailleerde evaluatieresultaten worden vanaf dat ogenblik ter beschikking gesteld van de cursisten. In geval van deliberatie voor een vak wordt een D vermeld. Er worden telefonisch geen evaluatieresultaten meegedeeld. De cursist heeft inzagerecht in de door hem/haar afgelegde examens en kan toelichting krijgen over de documenten die geleid hebben tot de evaluatie door de evaluatiecommissie, na afspraak met de directie. De aanvraag tot inkijken van verbeterde examens moet gebeuren binnen een termijn van 2 werkdagen na de bekendmaking van de resultaten. De cursist kan enkel documenten inkijken die hem/haar rechtstreeks aanbelangen. 20

21 9 Ombudsman- of vrouw De directeur kan ieder schooljaar onder de personeelsleden van het CVO één of meerdere personen aanduiden voor de ombudstaak. De namen van de met een ombudstaak belaste personen worden op het einde van de inschrijvingsperiode ad valvas bekendgemaakt, evenals waar en wanneer ze bereikbaar zijn. De betrokkenen voeren hun opdracht uit voor de cursisten waarvoor zij aangewezen zijn. De ombudsman/vrouw kan in geen geval een stemgerechtigd lid van de evaluatiecommissie zijn. De ombudsman/vrouw treedt op als bemiddelaar tussen de cursist en directeur en/of de evaluatiecommissie. Hij/zij onderzoekt alle klachten in verband met de evaluatieregeling, het verloop van de evaluaties en de deliberatie. Om zijn/haar taak zo goed mogelijk te vervullen heeft de ombudsman/vrouw het recht zowel vóór als tijdens de deliberatie, aan de leden van de evaluatiecommissie inlichtingen te vragen over de evaluaties. Hij/ zij is tot geheimhouding verplicht. De ombudsman/vrouw bezorgt op het einde van het schooljaar/organisatieperiode een verslag over zijn/haar activiteiten aan de directeur van het CVO. 10 Fraude Wie wordt betrapt op bedrog tijdens een evaluatie, wordt gehoord door de directeur of zijn/haar vervanger, in aanwezigheid van de toezichthouder. Ingeval de fraude bewezen wordt geacht door de directeur of zijn/haar vervanger, krijgt de cursist voor de desbetreffende evaluatie een nul toegewezen. De evaluatiecommissie beslist of aan de betrokken cursist de kans geboden zal worden om een tweede evaluatie af te leggen. Bij bewezen fraude tijdens een tweede evaluatieperiode (hoger beroepsonderwijs) wordt de betrokken cursist als afgewezen beschouwd voor dit examen. 11 Conflictbehandeling Voor klachten in verband met de toepassing of de naleving van het evaluatiereglement richt de betrokkene zich tot de directeur. De directeur hoort de betrokken personeelsleden en tracht een oplossing te vinden. Bij betwisting kan de cursist een beroep doen op de bemiddeling van de ombudsman/vrouw. Deze procedure moet binnen de vijf werkdagen na de indiening van de klacht afgehandeld zijn. 21

22 Bij betwisting over vermoede materiële vergissingen wordt de directeur onmiddellijk en uiterlijk binnen de twee werkdagen na de bekendmaking van de examenresultaten verwittigd. De directeur gaat na in hoeverre de betwisting gegrond is. Ingeval de directeur vaststelt dat de betwisting gegrond is, neemt hij samen met de secretaris en een lid van de evaluatiecommissie een beslissing. Bij eventuele betwisting van een beslissing van de evaluatiecommissie moet de betrokken cursist binnen de twee werkdagen na de bekendmaking van de evaluatieresultaten een persoonlijk onderhoud aanvragen bij de directeur van het CVO. Deze aanvraag kan mondeling gebeuren. Het gesprek tussen de directeur en de betrokken cursist kan ertoe leiden dat: o o o Er geen betwisting meer is. De cursist aanvaardt de gegrondheid van de genomen beslissing. De betwisting blijft bestaan. De directeur oordeelt dat de argumenten van de betrokken cursist onvoldoende zijn om de evaluatiecommissie opnieuw bijeen te roepen. De directeur oordeelt dat de argumenten van de betrokken cursist voldoende zwaar wegen om de evaluatiecommissie samen te roepen. De directeur roept de evaluatiecommissie samen en de beslissing wordt nogmaals overwogen. Het resultaat van deze bijeenkomst wordt schriftelijk per aangetekende zending aan de cursist meegedeeld. Uiterlijk vijf werkdagen nadat blijkt dat de betwisting is blijven bestaan, hetzij na het persoonlijk onderhoud met de directeur, hetzij na de nieuwe bijeenkomst van de betrokken evaluatiecommissie, kan de cursist schriftelijk en aangetekend beroep aantekenen bij de beroepscommissie van de inrichtende macht. De beroepscommissie wordt op onderstaand adres aangeschreven: Beroepscommissie Volwassenenonderwijs VGC p/a Technologiestraat 1, 3 e verdieping 1082 Brussel Niet tijdig ingediende bezwaarschriften worden onontvankelijk verklaard door de algemeen directeur van de algemene directie Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het voorzitterschap van de beroepscommissie Volwassenenonderwijs wordt waargenomen door de algemeen directeur Onderwijs en Vorming of zijn/ haar afgevaardigde. Bij betwistingen over vrijstellingen zijn daarenboven volgende leden aangeduid: vier lesgevers van het CVO die niet rechtstreeks bij de door de directeur genomen beslissing betrokken waren. De beraadslaging is geldig als vier leden aanwezig zijn. 22

23 Indien nodig, beslist de commissie voorafgaandelijk de cursist te horen. In dat geval kan de cursist zich laten bijstaan door een raadsman. De beroepscommissie onderzoekt de klacht en beslist binnen vijf werkdagen na ontvangst van beroep of de betrokken evaluatiecommissie al dan niet opnieuw moet samenkomen. Indien de betrokken evaluatiecommissie niet opnieuw moet samenkomen, deelt de beroepscommissie deze gemotiveerde beslissing schriftelijk aan de cursist mee met een aangetekende brief. Indien de betrokken evaluatiecommissie opnieuw dient samen te komen om een definitieve beslissing te nemen, moet dit gebeuren uiterlijk 20 september van het daaropvolgende schooljaar. De cursist wordt door de beroepscommissie van deze gemotiveerde beslissing per aangetekende brief in kennis gesteld. 23

24 IV Klachtenprocedure Interne klachtenprocedure - Elke cursist kan naar aanleiding van centrumgerelateerde beslissingen of feiten een klacht indienen bij de adjunct-directeur, op voorwaarde dat er geen specifieke klachtenprocedure is voorzien. Deze klacht wordt schriftelijk en op gemotiveerde wijze ingediend uiterlijk binnen de zeven kalenderdagen na kennisneming van de beslissingen of feiten. De adjunct-directeur doet een schriftelijke ontvangstmelding van de klacht na ontvangst. - Vooraleer verder te gaan met de procedure onderneemt de adjunctdirecteur een bemiddelingspoging met alle betrokkenen. Deze bemiddeling kan bestaan uit een overleg tussen de betrokken cursist en de bevoegde perso(o)n(en), al dan niet in aanwezigheid van de adjunct-directeur. Als dit overleg niets oplevert, stuurt de adjunct-directeur de klacht door naar het centrumbestuur. Hij/zij doet dit binnen de tien kalenderdagen na de ontvangst van de klacht. - Het centrumbestuur kan het dossier opvragen en/of inlichtingen inwinnen (indien niet in eigen bezit) bij het betrokken centrum binnen de tien dagen na ontvangst van de klacht. Het centrumbestuur maakt hiervan in voorkomend geval melding aan de betrokken cursist. - Het centrumbestuur behandelt de klacht niet indien de klacht kennelijk ongegrond is of de cursist geen belang heeft. Als de klacht niet in behandeling wordt genomen, wordt de cursist daarvan onverwijld schriftelijk in kennis gesteld. De weigering om een klacht te behandelen, wordt gemotiveerd. - Het centrumbestuur neemt na onderzoek een gemotiveerde beslissing. Deze beslissing wordt binnen de tien kalenderdagen schriftelijk meegedeeld aan de betrokkenen. Desgevallend doet het bestuur betekening van het besluit waarbij de oorspronkelijke beslissing wordt ingetrokken of hervormd. Deze betekening gebeurt binnen de tien dagen na het nemen ervan. - Indien de behandeling van de klacht meerdere weken of maanden in beslag neemt, informeert de directeur regelmatig de betrokken cursist over de stand van het dossier, en dit minstens om de drie maanden. - De klachtenprocedure schorst de beslissingen waartegen klacht wordt ingediend niet op. 24

25 Regionale ombudsdienst - Elk consortium beschikt over een regionale ombudsdienst waar de cursisten terecht kunnen. - De contactgegevens van de regionale ombudsdienst voor ons centrum worden via de website meegedeeld. Gezien om gevoegd te worden bij het collegelidbesluit nr. 08/113 van 2 december 2008 houdende de goedkeuring van het centrumreglement van CVO Elishout COOVI Het Collegelid, Guy VANHENGEL 25