RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. SKJ Stichting EduPartners St. Eustatius

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN Kwaliteitsonderzoek bij SKJ Stichting EduPartners St. Eustatius Plaats : St. Eustatius BRIN-nummer : 30LC Datum schoolbezoek : 12 november 2012 Rapport vastgesteld te Tilburg op 5 februari 2013

2

3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Bevindingen 6 3 Conclusie en vervolgafspraken 9 Pagina 3 van 9

4

5 1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs heeft op 12 november 2012 een onderzoek uitgevoerd bij de Stichting Edupartners op St. Eustatius naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Het betreft een eerste kwaliteitsonderzoek sinds de instellingen in Caribisch Nederland op 10 oktober 2010 onder toezicht zijn gesteld van de Inspectie van het Onderwijs. De conclusies van dit onderzoek kunnen daarom worden beschouwd als een eerste beoordeling op basis waarvan de instellingen en hun besturen kunnen werken aan het consolideren en borgen van bestaande kwaliteit, alsmede gerichte maatregelen kunnen treffen om geconstateerde tekortkomingen op te heffen. De inspectie beoordeelt in de periode jaarlijks op alle instellingen (aspecten van) de kwaliteit van het onderwijs en volgt de verbeteractiviteiten nauwgezet. In 2016 dient de school te voldoen aan de basiskwaliteit. Toezichthistorie Na een kennismakingsbezoek in mei 2011 heeft de inspectie een eerste kwaliteitsonderzoek uitgevoerd in november Vervolgens zijn in mei 2012 gesprekken gevoerd tussen de inspectie en de scholen over de voortgang van het verbetertraject. In het huidige kwaliteitsonderzoek is de kwaliteit van het onderwijs opnieuw beoordeeld. Ze is vergeleken met de kwaliteit die in 2011 werd vastgesteld. Op deze wijze wordt in beeld gebracht in hoeverre de verbeteractiviteiten tot zichtbare resultaten leiden. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Een controle op de aanwezigheid van de wettelijke documenten Analyse van documenten van de instelling tijdens het bezoek, bijvoorbeeld studentendossiers met gegevens over intake, begeleiding en zorg. Schoolbezoek, waarbij de onderwijspraktijk in verschillende lessituaties is geobserveerd. Gesprekken met een vertegenwoordiging van het management. Omdat het management niet in staat was aanwezig te zijn werd het vertegenwoordigd door de guidance counselor en de maatschappelijk werker. De gesprekken gingen over de kwaliteit van verschillende aspecten waaronder kwaliteitszorg en leerlingenzorg. Een gesprek met docenten. Een gesprek met het bestuurscollege van het eiland in haar rol van bevoegd gezag, na afloop van het schoolbezoek. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie de kwaliteit van de volgende aspecten: Programma, Leren in de onderwijsinstelling, Begeleiding, Leren in de beroepspraktijk, Rendement, Kwaliteitsborging. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op de WEB BES en het document basiskwaliteit MBO/SKJ. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten. Hoofdstuk 3 geeft de conclusie en afspraken met de school weer. Pagina 5 van 9

6 2 Bevindingen In dit hoofdstuk beschrijft de inspectie tot welke bevindingen en conclusies het onderzoek heeft geleid. Per kwaliteitsaspect wordt een oordeel gegeven. Deze oordelen worden vooralsnog niet weergegeven in de vorm van een score maar in een beschrijving van de aangetroffen kwaliteit. Een oordeel over het rendement kan niet gegeven worden omdat een definitieve inspectienormering voor de opbrengsten van de sociale kanstrajecten in Caribisch Nederland nog wordt ontwikkeld. Algemeen beeld Sinds het bezoek aan Edupartners in mei 2012 zijn er onvoldoende aantoonbare successen te noemen in de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs. Een duidelijke visie op de wijze waarop de trajecten vormgegeven moeten, worden ontbreekt. Ook van een planmatige aanpak voor de ontwikkeling van het leerplannen, die recht doen aan zowel het gekozen uitstroomprofiel als aan specifieke onderwijsbehoeften van de individuele student, is geen sprake. Daarbij komt dat de programmamanager met pensioen is gegaan en de stafmedewerker met ziekteverlof is, waardoor er risico s zijn voor de continuïteit van de instelling. De kwaliteitsaspecten leertijd, zorg, leeromgeving en beroepspraktijkvorming worden als voldoende beoordeeld. De aspecten samenhang, maatwerk, didactisch handelen, intake en plaatsing en studieloopbaanbegeleiding voldoen niet aan de basiskwaliteit. Het bevoegd gezag heeft tot een ingrijpende wijziging besloten in de opzet van de sociale kanstrajecten, getuige het nieuwe Raamplan 2013, dat inmiddels is vastgesteld. Voorheen bestond het kanstraject uit een voor- en een hoofdtraject. Het hoofdtraject wordt in feite afgeschaft. Het voortraject dat 23 weken zal duren, zal de studenten voorbereiden op een opleiding mbo niveau 1 of 2 of op een betaalde baan. Hieronder volgt een toelichting per kwaliteitsaspect. Toelichting Programma Het programma omvat de kwaliteitsaspecten samenhang en maatwerk. Het voldoet niet aan de basiskwaliteit. Het programma vormt geen consistent geheel van onderwijsactiviteiten, die op elkaar zijn afgestemd. Elke docent bepaalt zelf naar eer en geweten het aanbod van zijn of haar vak. Over de keuze van inhoud, vaardigheden en niveau zijn echter geen afspraken gemaakt. Overleg tussen de docenten hierover ontbreekt. Zo kan het voorkomen dat sommige lessen een te hoog abstractieniveau hebben, waardoor de studenten de stof niet begrijpen. Bovendien is het programma niet afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van de individuele student. Van een instelling voor sociale kanstrajecten mag verwacht worden dat er individuele ontwikkelplannen zijn vastgesteld die enerzijds zijn afgestemd op de baan of de vervolgopleiding die instelling en student voor ogen staan en anderzijds op de specifieke onderwijsbehoeften van de student qua niveau, verworven competenties, leerachterstanden en interesses. Weliswaar zijn er individuele ontwikkelplannen voor elke student per vak, maar die zijn onvoldoende duidelijk geformuleerd en onderbouwd. Bovendien zijn de plannen niet op elkaar afgestemd, zodat van een consistent individueel programma niet kan worden gesproken. Pagina 6 van 9

7 Leren in de onderwijsinstelling Dit domein bestaat uit de kwaliteitaspecten didactisch handelen, leertijd en leeromgeving. Het didactisch handelen voldoet niet aan de basiskwaliteit. Weliswaar lukt het de docenten de studenten goed te betrekken bij de onderwijsactiviteiten, maar het lukt hen niet altijd om de leerstof effectief aan de studenten uit te leggen en hen effectief feedback te geven. Dit heeft ook te maken met de keuze van de stof en het gebrek aan differentiatie. De leertijd is wel voldoende. De studenten benutten de werktijd goed en de afwezigheid ligt op een aanvaardbaar niveau. Ook de leeromgeving voldoet. De omgang tussen student en docent en studenten onderling is prettig en de docenten zijn tevreden over de materiële voorzieningen op de school. Begeleiding De kwaliteitsaspecten van dit domein zijn: intake en plaatsing, studieloopbaanbegeleiding en zorg. De educatieve intake voldoet niet aan de basiskwaliteit. De instelling verzamelt onvoldoende informatie over de cognitieve eigenschappen van nieuwe studenten en stelt zich ook onvoldoende op de hoogte van de, eventueel in het verleden, verleende zorg. Wel worden de maatschappelijke omstandigheden en sociaal-emotionele kenmerken in kaart gebracht. Ook de studieloopbaanbegeleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit. De vorderingen van de studenten bij de afzonderlijke vakken worden onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Er is weinig systematisch overleg tussen docenten over de vorderingen van de studenten. De rapportages bevatten cijfers en scores voor vaardigheden. De onderbouwing en de vervolgacties van die vaardigheidsscores ontbreken echter. De zorg voldoet wel aan de basiskwaliteit. De zogeheten guidance counselor en de maatschappelijk werker overleggen regelmatig met de studenten, weten hen te motiveren en verwijzen hen zo nodig door naar specialisten in de tweede of derde lijn. Leren in de beroepspraktijk De beroepspraktijkvorming voldoet aan de basiskwaliteit. Alle studenten volgen stages bij bedrijven. Zij worden hierop voorbereid bij de lessen projecttaak. Hiervoor zijn werkboeken beschikbaar met opdrachten die in de leerbedrijven uitgevoerd en beoordeeld moeten worden en die besproken worden op de instelling. De leerbedrijven worden regelmatig bezocht door de praktijkbegeleider van de instelling. Rendement Het percentage studenten van het huidige cohort dat voortijdig is gestopt, is hoog. Het betreft 17 van de 23 studenten. 6 studenten zullen het traject afmaken. Van deze 17 studenten hebben er 15 een baan of volgen een opleiding. Dit kan als succes aangemerkt worden omdat het doel van het traject bereikt is. De instelling volgt de uitgestroomde studenten om na te gaan of zij hun baan of studie behouden. Wanneer ze daar mee ophouden worden zij weer benaderd door Edupartners. Het percentage succesvol uitgestroomde deelnemers was volgens de instelling in procent. Al deze deelnemers hadden ook na een jaar nog hun baan of opleiding. De instelling benadrukt dat juist de meest kansrijke studenten voortijdig stoppen. Omdat de vergoeding van de kanstrajecten aanmerkelijk lager is dan die voor een baan, zal een student die de kans krijgt, betaald werk aanvaarden. Pagina 7 van 9

8 Kwaliteitsborging De kwaliteitsborging voldoet niet aan de basiskwaliteit. De instelling kan de kwaliteit van de kanstrajecten niet waarborgen en heeft geen systematische en cyclische aanpak om de kwaliteit te verbeteren. De docenten hebben onvoldoende handvatten voor het vormgeven van het onderwijs aan de specifieke doelgroep. Zo gelden er geen afspraken over de leerdoelen of over hoe goed onderwijs er uitziet voor deze studenten. Er is een begin gemaakt met een beoordeling van de docenten door het management maar de onderbouwing van de oordelingen ontbreekt. Naar het oordeel van de inspectie is er een risico voor de continuïteit. Het is moeilijk om voldoende capabele docenten te vinden voor de skj. Verder is het onduidelijk of de functie van programmamanager zal blijven bestaan en wie de taken van de vertrokken manager zal overnemen. Naleving wettelijke vereisten De volgende tekortkoming is geconstateerd in de naleving van de onderzochte wettelijke vereisten. Er zijn niet de vereiste onderwijsovereenkomsten afgesloten tussen instelling en de studenten. Evenmin zijn er handelingsplannen vastgesteld voor de studenten met speciale zorgbehoeften. Afspraken over het toezichtplan Het management is niet alle afspraken uit het toezichtplan nagekomen. Bovendien is het gevraagde plan ter verbetering niet gemaakt en aan de inspectie toegestuurd. De inspectie stelt voor 2013 een nieuw toezichtplan op, omdat het huidige toezichtplan uitsluitend afspraken bevat tot De afspraken hierin zullen zoveel mogelijk resultaatgericht zijn geformuleerd. De inspectie zal vervolgens nagaan of de verbeteracties adequaat worden uitgevoerd en leiden tot kwaliteitsverbetering. Pagina 8 van 9

9 3 Conclusie en vervolgafspraken Onderwijskwaliteit De verbetering van de onderwijskwaliteit stagneert. Er bestaat op dit moment onduidelijkheid over bij wie de verantwoordelijkheid voor de onderwijskundige aansturing is belegd. Die aansturing is een voorwaarde voor het realiseren van het verbetertraject. Naleving De volgende tekortkomingen zijn geconstateerd in de naleving van de onderzochte wettelijke vereisten: De wettelijk vereiste onderwijsovereenkomsten tussen instelling en student zijn niet afgesloten; Er zijn geen handelingsplannen vastgesteld voor de studenten met speciale zorgbehoeften. Afspraak Op grond van de hierboven beschreven de bevindingen en conclusies heeft de inspectie de volgende afspraak met de school gemaakt: De instelling laat vóór 1 februari 2013 aan de inspectie weten op welke wijze de wettelijke tekortkomingen zijn opgeheven; Op basis van de doelstellingen van de kwaliteitsagenda voor het onderwijs in Caribisch Nederland en aan de hand van de bevindingen van de inspectie stelt het bevoegd gezag een plan ter verbetering vast voor de periode en stuurt dit vóór 1 maart aan de inspectie. In het toezichtplan zijn de onderwerpen uit het verbetertraject opgenomen waaraan de inspectie tijdens de schoolbezoeken in 2013 specifieke aandacht zal schenken. Zo weet de school voor deze periode op welke onderwerpen de nadruk zal liggen in voortgangsgesprekken of kwaliteitsonderzoeken en of zij daarover vooraf informatie aan de inspectie aan moet leveren. In 2016 moeten de sociale kanstrajecten voldoen aan de basiskwaliteit. Pagina 9 van 9