Huisvesting voor AWBZ-zorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Huisvesting voor AWBZ-zorg"

Transcriptie

1 Huisvesting voor AWBZ-zorg

2 Dit cahier geeft informatie over het bouwregime en het doorlopen van een vergunningsprocedure op basis van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) voor de bouw van voorzieningen van care-instellingen. De WTZi heeft op 1 januari 2006 de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) vervangen. Care-instellingen zijn kortweg instellingen voor verpleging en verzorging en gehandicaptenzorg. Geeft uw organisatie één van deze vormen van zorg, dan is deze uitgave van het Bouwcollege voor u van belang. Het cahier geeft antwoorden op vragen als welke instellingen vallen wel en welke niet onder het bouwregime van de WTZi? voor welke bouwinitiatieven is een vergunningprocedure noodzakelijk? als geen vergunning nodig is, hoe wordt de bouw dan gefinancierd? In 2006 hebben zorgvragers nog aanspraak op geestelijke gezondheidszorg op basis van de AWBZ. Op 1 januari 2007 zal dit veranderen. Naar verwachting wordt vanaf die datum een groot deel van deze zorg bekostigd op basis van de Zorgverzekeringswet. De regelgeving en de procedures rondom de uitvoering van de WTZi zijn nog in ontwikkeling en zullen naar verwachting in de loop van 2006 worden aangepast. Dit cahier heeft mede daarom het karakter van een voorlopige publicatie; in de loop van het jaar zal naar verwachting een aan de nieuwste ontwikkelingen aangepaste editie worden gepubliceerd. EERDER VERSCHENEN Good practice cahier Gewoon als het kan, bijzonder als het moet verblijfsconcepten binnen de AWBZ (december 2005) [ 5,-] Cahiers Toegankelijk bouwen voor mensen met een zintuiglijke handicap of een allergie (februari 2005) [ 5,-] Flexibel bouwen in de zorg IFD-bouwen in de praktijk (november 2004) [ 5,-] Qind een nieuw evaluatieinstrument voor integrale gebouwkwaliteit (juni 2004) [ 10,-] Multifunctioneel bouwen in de ouderenzorg (februari 2004) [ 5,-] Het aanbesteden van werken (juni 2003) [ 5,-] 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 5 Hoofdstuk 1 Bouwaanvragen in het kort De AWBZ als leidraad De zorgaanspraken De voorzieningen Bouwen via de WTZi Toelating-vergunning Bouwbegeleiding Toelating zonder bouw Overgangssituaties van WZV/TVWMD naar WTZi 9 Stroomschema procedures 10 Hoofdstuk 2 Vraag en antwoord Waar moet een bouwaanvraag worden ingediend? Waaruit bestaat een bouwaanvraag? Wat is de rol van het zorgkantoor bij bouwaanvragen? Moet een instelling een LTHP hebben? Hoe wordt beoordeeld of een bouwplan aansluit bij het overheidsbeleid? en het leefwensenonderzoek en de cliëntenraad? Aan welke functionele en bouwkundige eisen moet een bouwplan voldoen? Hoe worden de kosten beoordeeld? Wordt het huur of eigendom? Moet een concept-huurcontract worden meegestuurd? en als mijn bouwplan bedoeld is voor zowel verblijvende als externe cliënten? Zonder interimvoorzieningen lukt het niet Wat is budgettair bouwen? Moet dat, aanbesteden? Kan ik ook meerwerk indienen? en de eindverantwoording? 16 Hoofdstuk 3 Een aantal aanbevelingen 17 Bijlage Bekostiging van niet-vergunningplichtige AWBZ-voorzieningen 18 Afkortingenlijst 20 3

4

5 Inleiding Dit cahier is bedoeld als praktische handreiking, die inzicht geeft in de regelgeving voor huisvesting waar of van waaruit AWBZ-zorg wordt aangeboden, voor zover die regelgeving is ingegeven door wetgeving op het gebied van de gezondheidszorg. Deze regelgeving vloeit voornamelijk voort uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) zelf, de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en de Wet tarieven gezondheidszorg (WTG). Ook worden aanbevelingen gedaan om de procedures in het kader van de WTZi zo soepel mogelijk te laten verlopen. De WTZi heeft op 1 januari 2006 de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) en de Tijdelijke verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening (TVWMD) vervangen. De WTZi bestrijkt voornamelijk de huisvesting van zorgfuncties waarbij tevens de AWBZ-functie verblijf aan de orde is (voorzieningen voor intramurale zorg). Het College bouw zorginstellingen (het Bouwcollege) voelt zich mede verantwoordelijk voor een optimaal stelsel van zorgvoorzieningen in Nederland. Van een optimaal stelsel van zorgvoorzieningen is sprake wanneer kwantitatief, kwalitatief en functioneel goede voorzieningen op de juiste plek staan, gerealiseerd tegen een verantwoorde prijs, die immers uit collectieve middelen betaald wordt. Het zo snel mogelijk realiseren van bouwinitiatieven die daarvoor nodig zijn is dus niet alleen in het belang van zorgvragers en aanbieders, maar ook van de overheid en het Bouwcollege. Veel AWBZ-instellingen bieden tevens zorg aan cliënten die niet in de eigen instelling verblijven/wonen ( extramurale zorg). De goedkeuring en bekostiging van voorzieningen voor extramurale zorg vindt voornamelijk plaats op basis van beleidsregels ex WTG. Te denken valt bijvoorbeeld aan voorzieningen voor zorginfrastructuur bij scheiden van wonen en zorg en voorzieningen voor dagbehandeling, dagactiviteiten en dagbesteding voor cliënten die in een andere instelling wonen. Achtereenvolgens wordt in hoofdstuk 1 ingegaan op regelgeving en procedures. In hoofdstuk 2 worden vragen beantwoord, waarmee de goedkeuringsprocedures van de WTZi worden verduidelijkt. Hoofdstuk 3 geeft een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen voor de indiening van bouwaanvragen. Tenslotte wordt in een bijlage aandacht besteed aan de beleidsregels voor de bekostiging van voorzieningen voor extramurale AWBZ-zorg. Wat betreft de wet- en regelgeving voor huisvesting van AWBZ-zorg kan voor meer informatie een aantal andere bronnen bij het Bouwcollege ( en andere instanties geraadpleegd worden. Naar deze bronnen wordt in de tekst zoveel mogelijk verwezen. Op het moment van schrijven bereidt het Ministerie van VWS enkele wijzigingen voor in de tekst van het Uitvoeringsbesluit WTZi. Om deze redenen én omdat deze tekst een parafrase is van de regelgeving, kunnen aan dit cahier geen rechten worden ontleend. Vragen, opmerkingen of suggesties naar aanleiding van de inhoud van dit document horen wij graag. U kunt daarvoor gebruikmaken van het adres: bouwaanvragencare@bouwcollege.nl. Utrecht, maart

6 1 Regelgeving voor huisvesting in het kort 1.1 De AWBZ als leidraad De zorgaanspraken Sinds 1 april 2003 worden zorgvragers voor AWBZ-zorg door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) geïndiceerd voor één of meer AWBZ-zorgaanspraken. Met deze indicatie kan een zorgvrager vervolgens kiezen voor een persoonsgebonden budget (niet bestemd voor de functies verblijf en behandeling) of voor zorg in natura. Om de indicatie te verzilveren kan een zorgvrager zich naar keuze wenden tot één of meer zorgaanbieders. Het onderscheid in verschillende AWBZsectoren (verpleging en verzorging, geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg) is formeel verdwenen, zodat zorgvragers en aanbieders AWBZ-breed zorg kunnen inkopen respectievelijk leveren. Om AWBZ-zorg te mogen leveren moet de zorgaanbieder wel beschikken over een toelating in het kader van de WTZi. Een zorgvrager kan worden geïndiceerd voor één of meer van de volgende zeven functies. 1. Huishoudelijke verzorging 2. Persoonlijke verzorging 3. Verpleging 4. Ondersteunende begeleiding 5. Activerende begeleiding 6. Behandeling 7. Verblijf De functie verblijf kan alleen worden aangeboden in combinatie met minimaal één van de andere zes functies (met uitzondering van huishoudelijke verzorging) en betreft niet de dagzorg of de dag- en nachtopvang. Verblijf, in combinatie met andere functies, kan worden aangeboden aan mensen met één of meer van de volgende aandoeningen of beperkingen: een somatische aandoening of beperking; een psychogeriatrische aandoening of beperking; een psychiatrische aandoening; een verstandelijke handicap; een lichamelijke handicap; een zintuiglijke handicap; een psychosociaal probleem. Voor het aanbieden van verblijf heeft de zorgaanbieder per doelgroep een toelating nodig, voor de andere AWBZ-functies is een doelgroepspecificatie niet vereist. De toelating kan worden verleend indien het zorgkantoor de behoefte aan deze zorg onderschrijft en bevestigt dat de aanvragende zorgaanbieder deze zorg verantwoord kan leveren. Zo kunnen zorgaanbieders die verblijf aanbieden aan bijvoorbeeld mensen met een somatische en/of psychogeriatrische aandoening (vooral voormalige verpleeghuizen) ook een toelating aanvragen voor het bieden van verblijf (en andere functies) aan bijvoorbeeld mensen met een verstandelijke handicap. Hierdoor worden de AWBZ-sectoren ontschot. Ook nieuwe of voorheen niet als WTZi-instelling aangewezen aanbieders kunnen een toelating voor verblijf aanvragen De voorzieningen Aanbieders van AWBZ-zorg verlenen die zorg veelal in of vanuit gebouwen die met collectieve middelen worden gefinancierd. Omdat het om collectieve middelen gaat en omdat de overheid in Nederland verantwoordelijk is voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorginfrastructuur, is het realiseren en aanpassen van zorgvoorzieningen aan regels gebonden. Voor het bouwen, kopen, huren, (zonder kosten) in gebruik nemen, renoveren en verbouwen van (delen van) gebouwen voor AWBZ-functies is in een aantal gevallen een vorm van toestemming nodig. In een aantal andere gevallen is die toestemming niet nodig, maar moet wel een aanvraag worden ingediend om een beroep te kunnen doen op een (normatieve) vergoeding van de huisvestinglasten. Om te weten hoe en waar dergelijke huisvestingskwesties geregeld moet worden, zijn de eerder genoemde zeven functionele zorgaanspraken essentieel. Daarnaast is van belang aan welke doelgroep van zorgvragers de zorg wordt aangeboden. Ervan uitgaande dat u als instelling een toelating heeft of vraagt voor het verlenen van AWBZ-zorg, is de eerste vraag die beantwoord moet worden of de functies in het betreffende gebouw(deel) bedoeld zijn voor zorgvragers die bij u tevens de functie verblijf (gaan) afnemen. Is dat het geval dan is de volgende vraag of het bouwregime van toepassing is. Als dat zo is, dan is een toelating met bouw en vervolgens een vergunning nodig om te mogen bouwen. Worden in het gebouw uitsluitend functies uitgeoefend voor externe zorgvragers, dan is per definitie geen vergunning in het kader van de WTZi nodig. Externe zorgvragers zijn alle cliënten die niet bij de aanbieder verblijven en dus zelfstandig (al dan niet via de formule van scheiden van wonen en zorg), bij familie of verzorgers, of in een andere instelling wonen. Vaak kan in dat geval voor de verrekening van de huisvestingslasten een beroep worden gedaan op beleidsregels van het College tarieven gezondheidszorg (CTG/ZAio) 1, dat bepaalde huisves- 1 CTG/ZAio gaat wanneer de Wet marktordening gezondheidszorg in werking treedt Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heten; waar in dit cahier over CTG/ZAio gesproken wordt kan vanaf die datum Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gelezen worden. 6

7 tingslasten op basis van normbedragen vergoedt. Voor een beroep op enkele van deze beleidsregels is een standpunt van het zorgkantoor nodig. In veel gevallen speelt het Bouwcollege hierbij een adviserende rol richting CTG/ZAio. In het Stroomschema procedures is een en ander schematisch (en in versimpelde vorm) weergegeven. Het kan bij de huisvestingsmaatregelen uiteraard ook gaan om gebouwen met zorgfuncties voor zowel externe als bij de aanbieder verblijvende zorgvragers. Als sprake is van deze combinatie, zal aan de hand van gegevens over het zorgvolume (productiecijfers, inzet van medewerkers / fte s, aantallen zorgvragers) verduidelijkt moeten worden welke delen van de vloeroppervlakte en de kosten betrekking hebben op elk van beide categorieën cliënten. Hoewel een dergelijke verdeling meestal virtueel zal zijn, is hieraan onder de huidige regelgeving helaas voorlopig niet te ontkomen. 1.2 Bouwen via de WTZi De WTZi is per 1 januari 2006 in werking getreden en vervangt de Wet ziekenhuisvoorzieningen (WZV) en de Tijdelijke verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening (TVWMD). De WTZi beoogt de overgang van een centraal aanbod gestuurd naar een decentraal vraaggericht zorgstelsel te bevorderen. Om dit te bereiken zijn de regels voor de bouw en toelating van zorginstellingen vereenvoudigd en samengevoegd. De minister van VWS stelt ten minste eens in de vier jaar een beleidsvisie op; daarnaast stelt hij beleidsregels vast voor de beoordeling van aanvragen. Deze visie en regels gaan over het realiseren van een kwalitatief goed, doelmatig, evenwichtig en voor iedereen toegankelijk aanbod van zorgvoorzieningen. Tevens stelt de minister eens per twee jaar het financieel kader vast voor de toelatingen met bouw. Het Bouwcollege adviseert de minister of bouwaanvragen voldoen aan de in de wet genoemde beleidsregels en prestatie-eisen en verleent de uiteindelijke vergunning voor de uitvoering van een bouwplan. De prestatie-eisen hebben betrekking op de bouwkundig-functionele en financiële randvoorwaarden die aan bouwplannen worden gesteld en zijn weergegeven in de Bouwmaatstaven voor nieuwbouw van AWBZ-voorzieningen en de Bouwkostennota Beide documenten zijn door het Bouwcollege opgesteld en vastgesteld en door de minister goedgekeurd. Is duidelijk dat voor de huisvestingsmaatregelen toestemming (toelating) in het kader van de WTZi nodig is, dan moet daarvoor een goedkeuringsprocedure worden doorlopen. Deze procedure verschilt voor toelating met bouw en toelating zonder bouw Toelating en vergunning Voor alle bouwplannen die vallen onder het bouwregime (zie Stroomschema procedures), moet de zorgaanbieder de procedure volgens de WTZi volgen. Deze procedure kent als verplichte goedkeuringsfasen de toelating met bouw en de vergunning. De minister en het Bouwcollege kunnen respectievelijk in de toelating of de vergunning als voorschrift opnemen dat nadat de vergunning is verleend nog sprake van verplichte goedkeuring door het Bouwcollege van de aanbestedingsresultaten en eventueel meer- en minderwerk. Ook wordt in de toelating met bouw of in de vergunning aangegeven of een eindverantwoording ter goedkeuring aan het Bouwcollege dient te worden voorgelegd. Toelating met bouw Het verkrijgen van toestemming voor de realisatie van een bouwplan dat valt binnen het bouwregime begint met het aanvragen van een toelating. Toelatingsaanvragen, al dan niet gecombineerd met aanvragen voor verlening van de vergunning, worden ingediend bij het Ministerie van VWS (GHZ en GGZ) of bij het Bouwcollege (ouderenzorg). De toelating wordt door het Ministerie van VWS afgegeven als de aanvraag voldoet aan de beleidsregels en het financieel kader (het bouwkader) niet overschreden wordt. Tevens wordt gekeken naar de bestuursstructuur en bedrijfsvoering van de zorgverlenende instantie, die moeten aan de eisen van de WTZi (transparantie-eisen) voldoen. Meer informatie over de beleidsregels waaraan een aanvraag moet voldoen is te vinden in hoofdstuk 2 van deze folder en op de internetsite van het ministerie van VWS, in het dossier WTZi. In dat dossier staat ook meer informatie over de transparantie-eisen. Als onderdeel van de procedure beoordeling toelating met bouw vraagt de Minister het Bouwcollege om advies. In dit advies wordt vooral gelet op de vraag of het bouwplan voldoet aan de prestatie-eisen (voorheen de Bouwmaatstaven). Het gaat dus in feite om een toetsing aan het pakket van basiskwaliteitseisen en de kostennormen. Die toetsing wordt in meer detail herhaald voor de afgifte van de vergunning. Het bouwplan hoeft daarom bij het aanvragen van een toelating nog niet volledig bekend en uitgewerkt te zijn. Wel wordt in de toelating de oplossing van het huisvestingsprobleem in grote lijnen vastgelegd, evenals het budget in termen van investeringskosten en/of huurlasten. Zodoende is het beslag op het financiële kader bekend. Ook kunnen in de toelating allerlei uitgangspunten voor de verdere uitwerking van het bouwplan worden opgenomen, bijvoorbeeld over locatie, vormgeving en schaalgrootte van de te realiseren of te renoveren voorzieningen. Om de bouwinitiatieven onderling te 7

8 kunnen vergelijken op urgentie en noodzaak hanteert de wet voor de beoordeling van aanvragen een cyclus van twee jaar. Om die urgentie en noodzaak te kunnen vaststellen worden prioriteitscriteria gebruikt die zijn vastgelegd in de Beleidsregels. Toelatingsaanvragen mét bouw kunnen gedurende de eerste 16 maanden van die cyclus bij het Ministerie van VWS worden ingediend. De resterende acht maanden gebruikt de minister om te komen tot een afweging of de aanvraag wordt goedgekeurd. Als dat inderdaad het geval is wordt de prioriteit aangegeven. Worden aanvragen niet geprioriteerd, dan kan de aanvrager verzoeken het bouwplan mee te nemen naar de volgende cyclus. Aanvragen die na de genoemde 16 maanden binnenkomen worden automatisch in de volgende cyclus meegenomen. Het wachten op de prioriteitsafweging geldt niet voor plannen die al zijn opgenomen op een vastgestelde prioriteitenlijst ex WZV. Voor deze bouwinitiatieven wordt de toelating na goedkeuring direct afgegeven. Waar het Bouwcollege op let bij de advisering over de toelating met bouw komt in hoofdstuk 2 aan de orde. Vergunning Na afgifte van de toelating kan de vergunning worden aangevraagd. De aanvraag voor een vergunning kan worden ingediend op het moment dat voldoende gegevens voorhanden zijn om het Bouwcollege een oordeel te kunnen laten geven. Het Bouwcollege beoordeelt of het bouwinitiatief past binnen de toelating en of voldaan is aan de prestatieeisen, met name de basiskwaliteitseisen en de kostennormen. Indien gewenst kan op elk moment tijdens de planontwikkeling gebruik worden gemaakt van de expertise van het Bouwcollege. Zo is het mogelijk om kort na de afgifte van de toelating met het Bouwcollege te overleggen over de uitwerking en kwaliteit van het bouwplan. De instelling kan daarvoor contact opnemen met de desbetreffende sector van het Bouwcollege. Het Bouwcollege verleent de vergunning voorzover het ontwerp overeenkomt met hetgeen waarvoor de toelating is verleend en, zoals gezegd, voldoet aan de prestatie-eisen. In de vergunning kunnen afhankelijk van de aard van het project (nieuwbouw, renovatie, sloop, huur of koop) voorschriften opgenomen zijn waaraan moet worden voldaan. Ook concrete aandachtspunten bij de beoordeling in de vergunningsfase komen in het volgende hoofdstuk aan de orde. Combinatie: toelating met bouw en vergunning Om het goedkeuringstraject niet onnodig lang en ingewikkeld te maken worden de genoemde goedkeuringsfasen in de praktijk zoveel mogelijk gecombineerd. Dat is vooral mogelijk als sprake is van relatief kleine (ook in termen van investerings- of huurkosten) en eenvoudige bouwplannen. Voor de keuze voor goedkeuring in één fase (toelating/vergunning) bestaan geen bindende criteria. Naarmate een project concreter is uitgewerkt ligt de keuze voor een gecombineerde toelating/vergunning meer voor de hand. De kosten en moeite voor de uitwerking zijn in dat geval al geïnvesteerd voordat de toelating is afgegeven. Mocht het ministerie echter, al dan niet daartoe geadviseerd door het Bouwcollege, besluiten de toelating niet af te geven, dan worden deze kosten niet vergoed. Er is dus sprake van een risico bij de keuze voor één goedkeuringsfase. Naarmate de onzekerheid over afgifte van de toelating groter is, de complexiteit van projecten toeneemt en de kosten stijgen, ligt de keuze voor twee fasen meer in de rede. De tijd en kosten van de voorbereiding blijven dan in eerste instantie beperkt tot de toelatingsfase. Wordt de toelating afgegeven, dan kan daarna zonder risico de verdere uitwerking voor de vergunningsaanvraag ter hand worden genomen Bouwbegeleiding Het proces van bouwbegeleiding start na het afgeven van de vergunning. Hierin zijn afhankelijk van de aard van het project (nieuwbouw, renovatie, sloop, huur of koop) voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan. De verleende vergunning is uniek voor het desbetreffende project en heeft een beperkte houdbaarheid. Binnen een jaar dient te worden gestart met de uitvoering en binnen vier jaar wordt het initiatief geacht te zijn voltooid. Desgevraagd kan verlenging worden verleend. Bouwbegeleiding valt uiteen in de volgende fasen: het beoordelen van de aanbestedingsresultaten, eventuele meer- en minderwerken, bouwkostenbewaking in de vorm van het indienen van kwartaalen bouwverslagen en het beoordelen van de eindafrekening ( zie ook hoofdstuk 2). Voor meer informatie over bouwbegeleiding wordt verwezen naar de circulaire Bouwbegeleiding en de circulaire Aanbesteden, te vinden op /Wet en regelgeving/regelingen en circulaires Toelating zonder bouw Voor bouwplannen die niet onder het bouwregime vallen (instandhouding, renovatie, kleinschalige woonvoorzieningen) en overige plannen is geen toelating met bouw nodig. Om zorg te kunnen verlenen waarop aanspraak bestaat inge- 8

9 volge de AWBZ of de Zorgverzekeringswet dient een instelling over een toelating te beschikken voor die zorg. Wanneer het initiatief niet onder het bouwregime valt, is dat een toelating zonder bouw. Wordt een nieuwe functie aangeboden, dan moet voor die functie een toelating worden aangevraagd. Voor aanvragen buiten het bouwregime geldt geen financieel kader. Wel toetst het ministerie of de aanvragen passen binnen de beleidsregels en of voldaan wordt aan de transparantie-eisen voor bestuursstructuur en bedrijfsvoering Overgangssituaties van WZV/TVWMD naar WTZi De komende jaren zal het nogal eens voorkomen dat een procedure gestart is onder de WZV of TVWMD en eindigt onder de WTZi. Voor dergelijke situaties zijn overgangsregels opgesteld. In het algemeen geldt dat beschikkingen afgegeven onder de WZV automatisch worden omgezet in overeenkomstige beschikkingen onder de WTZi. De aan de beschikking verbonden voorschriften en beperkingen blijven van kracht. Bestaande instellingen dienen uiterlijk op 1 januari 2007 aan de door de WTZi gestelde transparantie-eisen te voldoen. Het voert te ver om in dit cahier alle mogelijk overgangssituaties te beschrijven. Voor individuele situaties is op de website van het ministerie een toegankelijk overzicht beschikbaar. Aan de hand van de meest gestelde vragen worden in hoofdstuk 2 de belangrijkste aandachtspunten in de procesgang van bouwaanvragen ex WTZi nader toegelicht. 2 Vraag en antwoord 2.1 Waar moet een (bouw)aanvraag worden ingediend? Bij het ministerie van VWS, bij het Bouwcollege, of bij CTG/ZAio. In de leeswijzer en het vorige hoofdstuk is hier reeds aandacht aan besteed. In het schema op pagina 12 is nogmaals weergegeven bij welke instantie de meest voorkomende aanvragen moeten worden ingediend. Het verdient aanbeveling gecombineerde aanvragen, die betrekking hebben op voorzieningen die onder verschillende wet- en regelgeving vallen, bij alle betrokken instanties in te dienen en op de aanvraag te vermelden bij welke instantie(s) deze is ingediend. 2.2 Waaruit bestaat een bouwaanvraag ex WTZi? a)aanvraagformulieren De formulieren waarmee de verschillende WTZI-aanvragen kunnen worden ingediend zijn te vinden op de website of zijn bij het bureau van het Bouwcollege te bestellen. Deze formulieren zijn intelligent en kunnen de aanvrager tot steun zijn bij het indienen van een volledige aanvraag. In de formulieren wordt onder meer een toelichting op het bouwplan gevraagd. Benadrukt wordt dat een uitgebreide toelichting met een kop en een staart vaak doorslaggevend is voor de snelheid van de procesgang. Kortom: wie bent u, wat is uw (huisvestings)probleem, hoe denkt u dat probleem op te lossen, zijn alternatieven bestudeerd, welke cliënten/medewerkers/functies/activiteiten moeten worden ge(her)huisvest en welke ruimten, m 2 en aanvullende voorzieningen zijn daarvoor nodig. b)standpunt zorgkantoor Een ander verplicht onderdeel van een bouwaanvraag in de toelatingsfase is een schriftelijk standpunt van het zorgkantoor. Dit geldt ongeacht of het gaat om uitbreiding met nieuwe voorzieningen dan wel om vervangende huisvesting voor AANDACHTSPUNTEN: Aanvragers gebruiken in de ingediende stukken vaak afwisselend de naam van de rechtspersoon, de instellingsnaam, de locatienaam, of nog andere namen (straat, wijk, woon-/vestigingsplaats of gemeente) om de betreffende zorgaanbieder aan te duiden. Consequent gebruik van naamgeving conform de AWBZ-toelating voorkomt verwarring over de instelling waarop het bouwplan betrekking heeft. Kopieën van de meest recente toelating en van eventuele eerder afgegeven goedkeuringsdocumenten rond het bouwplan scheppen duidelijkheid over de context van de aanvraag. Bij indiening van de vergunningsaanvraag voor een planonderdeel van een omvangrijke toelating, is een overzicht van planonderdelen die inmiddels zijn of worden gerealiseerd op basis van verleende vergunningen verhelderend. 9

10 uw instelling heeft / vraagt een toelating voor het verlenen van AWBZ-zorg, uw bouwplan betreft... het bouwregime is van toepassing een kinderdagcentrum (KDC) voor gehandicapten en voorzieningen voor functies voor verblijfscliënten en *verblijfscliënten? Van de AWBZ-functie verblijf is sprake als een zorgvrager minimaal een etmaal in de eigen instelling is opgenomen. het betreft instandhouding * bouwregime? Daarvan is sprake bij - uitbreiding van capaciteit (bedden / plaat - uitbreiding m2 bij instandhouding indien onvo trekkingsrechten - renovatie verzorgings-/verpleeghuis bij onvold trekkingsrechten - oprichting van een nieuwe instellin - ingebruikname van ruimte voor zorgfunct - vervangende nieuwbouw. het betreft een kleinschalige woonvoorziening voorzieningen voor extramurale AWBZ-zorg *instandhouding? Dat zijn renovatie, aanpassing en andere vormen van instandhouding die niet onder het bouwregime en niet onder het begrip onderhoud vallen. u kunt waarschijnlijk een beroep doen op een van deze WTGbeleidsregels u kunt voor de instandhouding een beroep doen op deze WTGbeleidsregel huisves doen op WTG-beleidsregels Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen (CA-6 / CI-848) k Beleidsregel overgangsregeling kapitaalslasten extramurale zorgverlening (CA-74) Beleidsregel zorginfrastructuur (CA-70) kap 10

11 uw instelling vraagt een toelating voor het verlenen van nieuwe AWBZ-functies, er is geen srpake van bouw *... sen) ldoende u heeft een WTZi-toelating met bouw en een vergunning nodig u heeft een WTZitoelating zonder bouw nodig oende g ies WTZigoedkeuringsdocumenten *kleinschalige woonvoorziening? Daarvan is sprake als maximaal 25 plaatsen verblijf, waarvan maximaal 12 plaatsen categorie zwaar, op een postcode zijn/worden gehuisvest, met maximaal 6 personen per woning. WTZi-toelating met bouw als het aantal verblijfsplaatsen wijzigt is toelating zonder bouw nodig; adreswijziging of - toevoeging - CVZ. WTZi-vergunning u kunt voor de tingslasten een beroep deze WTG-beleidsregel WTZi-goedkeuring - aanbestedingsresultaten WTZi-goedkeuring - meeraanbestedingsresultaten WTZi-goedkeuring en minderwerk --meer- aanbestedingsresultaten - eindafrekening en minderwerk --meer- eindafrekening en minderwerk - eindafrekening Beleidsregel einschalig wonen (CA-73) WTZi-toelating zonder bouw Beleidsregel itaalslasten RIAGG (III-927) * voor exacte definities van deze begrippen wordt verwezen naar het Uitvoeringsbesluit WTZi en genoemde WTG-beleidsregels. 11

12 bestaande voorzieningen. (N.b. de aanvrager is verantwoordelijk voor het aanleveren van dit schriftelijke standpunt.) c)capaciteit(swijziging) Een aanvraag moet een opgave bevatten van de (wijziging van de) capaciteit voor verblijf die met de aanvraag is gemoeid, en van de uiteindelijke verblijfscapaciteit bij honorering van de aanvraag. Deze gegevens moeten worden uitgesplitst in licht, zwaar of beveiligd verblijf en in capaciteit in klein- en/of grootschalige woonvoorzieningen. Ook moet gemotiveerd worden waarom voor de gevraagde omvang gekozen is. d) Langetermijnhuisvestingsplan (LTHP) Bij een aanvraag moet een LTHP worden ingediend waarin het betreffende bouwinitiatief is opgenomen. (Zie verder vraag 2.4.) e)prestatie-eisen Een aanvraag om (wijziging van) een toelating moet worden opgesteld met inachtneming van de door het Bouwcollege vastgestelde prestatieeisen. (Deze prestatie-eisen zijn opgenomen in de Bouwmaatstaven voor nieuwbouw van AWBZ-voorzieningen en de Bouwkostennota 2005 en omvatten dus zowel de basiskwaliteitseisen als de kostennormen). Om te kunnen beoordelen of aan de prestatie-eisen wordt voldaan, zijn tenminste ramingen van de beoogde bruto vloeroppervlakte en de kosten vereist (die overigens ook in de indieningsformulieren aan de orde komen). In de toelatingsfase, waarin een bouwplan nog niet concreet hoeft te zijn uitgewerkt, kunnen ramingen nog indicatief zijn, op basis van een (globaal) programma van eisen en de prestatie-eisen. In de vergunningsfase is de daadwerkelijke bruto vloeroppervlakte van het totale plan nodig, alsmede een uitsplitsing daarvan over de ruimten in het plan. Deze toets is essentieel om te bepalen of een minimale kwaliteit van zorg kan worden geboden en om te weten of reële uitgangspunten zijn gehanteerd om tot aanvaardbare kosten te komen. Ook tekeningen van plattegronden, doorsneden, gevels en de terreinsituatie na uitvoering van het bouwplan zijn in de vergunningsfase absolute vereisten. SCHEMA: BOUWAANVRAGEN EN ADRESSANTEN type aanvraag, document of regeling wet- en regelgeving instantie toelating zonder bouw WTZi College voor zorgverzekeringen 2 ) toelating WTZi Ministerie van VWS (GGZ en GHZ) toelating/vergunning Bouwcollege (ouderenzorg) vergunning Bouwcollege (ouderenzorg) Bouwcollege goedkeuring aanbestedingsresultaten 1 ) goedkeuring meer- en minderwerk 1 ) goedkeuring eindafrekening 1 ) Beleidsregel kleinschalig wonen WTG CTG/ZAio 3 ) Beleidsregel zorginfrastructuur WTG Bouwcollege, vervolgens CTG/ZAio 3 ) Beleidsregel overgangsregeling WTG CTG/ZAio 3 ) of Bouwcollege kapitaalslasten extramurale zorgverlening Beleidsregel kapitaalslasten bij uitbesteding WTG CTG/ZAio 3 ) of Bouwcollege Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen WTG CTG/ZAio 3 ) 1 ) alleen van toepassing indien dit vermeld staat in de toelating of de vergunning 2 ) Op dit moment wordt de toelating zonder bouw verleend door het College voor zorgverzekeringen (CvZ), maar er is een wetswijziging in behandeling waardoor deze bevoegdheid aan het Ministerie van VWS toevalt 3 ) Dit wordt bij het van kracht worden van de Wet marktordening gezondheidszorg de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) 12

13 AANDACHTSPUNTEN: Zorg tijdig voor schriftelijke instemming van het zorgkantoor, zodat deze bij indiening van een bouwplan kan worden meegestuurd. Bouwplannen worden niet beadviseerd en goedgekeurd zonder schriftelijk standpunt van het zorgkantoor, al zijn ze verder nog zo duidelijk en volledig uitgewerkt. Het ontbreken/uitblijven van deze brief of een onvoldoende genuanceerde inhoud van de brief blijkt in de praktijk vaak een (sterk) vertragende factor te zijn. Uiteindelijk zijn, naast de kwaliteit, de kosten (zie ook de indieningsformulieren) van doorslaggevende betekenis bij de beoordeling van de doelmatigheid. Daarbij is tevens van belang of sprake is van (het verwerven van) voorzieningen in eigendom of in huur, en of het om nieuwe of bestaande bouw gaat. Verder is inzicht in de opbouw van de kosten belangrijk, zeker daar waar sprake is van aanvullende voorzieningen die het standaard kostenkader te boven gaan. Bij huurprojecten moet duidelijk zijn waaruit de huurkosten bestaan (slechts de kapitaallastencomponent van de huur wordt beoordeeld, de variabele kosten niet) en welke (afschrijvings)methode is gebruikt voor de huurberekening. Bij huur is in principe altijd inzicht nodig in de achterliggende investeringskosten. Ook is van belang welke eventuele bijkomende investeringskosten, al dan niet verrekend in de huur, er zijn. f)standpunt (toekomstige) cliënten Een aanvraag om (wijziging van) een toelating dient informatie te bevatten waaruit blijkt dat de zorgaanbieder zich heeft vergewist van het standpunt van de (toekomstige) cliënten. (Zie verder vraag 2.6.) 2.3 Wat is de rol van het zorgkantoor bij WTZI-aanvragen? Het zorgkantoor bepaalt of en hoe dringend behoefte bestaat aan de realisatie van het beoogde bouwplan. Daarom is, zoals hiervoor reeds genoemd, in alle gevallen een schriftelijk standpunt van het zorgkantoor nodig bij het indienen van toelatingsaanvragen met bouw. Zolang de contracteerplicht voor de intramurale AWBZ-zorg van kracht is, is ook bij bouwplannen (kleinschalige woonvoorzieningen) die vallen onder de toelatingsaanvragen zonder bouw een standpunt van het zorgkantoor nodig. Het zorgkantoor wijst de zorg toe op basis van de indicatiestelling en de wensen van de zorgvragers. Als zodanig heeft het zorgkantoor zicht op de behoefte aan zorg en kan het bepalen door welke zorgaanbieder en op welke wijze het best aan de zorgvraag kan worden beantwoord. De infrastructuur die daarvoor nodig is, is daarvan een afgeleide. AANDACHTSPUNTEN: De beoordeling van plattegronden wordt vergemakkelijkt als daarop tenminste de naam of het adres van het betreffende gebouw staat vermeld en als is aangegeven of het de bestaande of de beoogde situatie betreft. Verder zijn gegevens relevant als maten en afmetingen, de oppervlakte en functie per ruimte en duidelijke begrenzingen van woongroepen, functiegroepen en gebouwdelen die wel of geen onderwerp van de aanvraag zijn. Gebouwen en locaties worden in de praktijk regelmatig aangeduid met verschillende benamingen zoals gebouwnaam, functie, gebouwnummer, locatienaam, straatnaam, wijk, vestigings-/woonplaats of gemeente. Consequent naamgebruik binnen een aanvraag en bij verwijzing naar het LTHP voorkomt veel verwarring over de onderwerpen van het bouwplan. 2.4 Moet een instelling een LTHP hebben? Ja, iedere instelling die valt onder de WTZI is verplicht een langetermijnhuisvestingsplan (LTHP) te hebben en dat eens in de vier jaar te actualiseren. Het (actuele) LTHP moet meegestuurd worden met iedere aanvraag voor een toelating met bouw. Het betreffende bouwplan moet in het LTHP zijn opgenomen. Los van de wettelijke verplichting kan een LTHP een belangrijk houvast zijn bij het uitvoeren van de zorgvisie en bij het voeren van een strategisch vastgoedbeleid door zorgaanbieders. De opvattingen over zorg veranderen voortdurend, evenals de omvang, aard en locatie van het zorgaanbod. De infrastructuur is een afgeleide die mee verandert. Om op tijd over de juiste voorzieningen te kunnen beschikken, in goede conditie en op geschikte locaties, is een planning van huisvesting en de bijbehorende financiën welhaast onontkoombaar. Zowel ingrijpende als kleinere individuele bouwplannen worden geacht onderdeel te vormen van, of tenminste te passen in, een huisvestingsbeleid op middellange termijn, weergegeven in een LTHP. Een LTHP bevat doorgaans een beschrijving van de instelling of organisatie, een visie op de zorg die wordt verleend, een typering van de huidige en verwachte zorgvragers, een planning van activiteiten en capaciteiten in de toekomst, een inventarisatie van het bestaande gebouwenbestand, een programma van eisen voor het benodigde gebouwenbestand, een planning van bouwactiviteiten inclusief te volgen goedkeuringsprocedures, een tijdpad voor realisatie van bouw, en een financiële planning en verantwoording van de bouw. 13

14 2.5 Hoe wordt beoordeeld of een bouwplan aansluit bij het overheidsbeleid? Het overheidsbeleid ten aanzien van de AWBZ-zorg is verwoord in de Beleidsvisie en de Beleidsregels als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de WTZi, te vinden op en regelgeving/richtlijnen/beleidsregels WTZi. Daarnaast bestaan diverse beleidsbrieven, circulaires en dergelijke, waarin beleid op onderdelen nader is toegelicht of uitgewerkt. Maar de beleidsvisie en de beleidsregels vormen de basis. Het ministerie van Volksgezondheid toetst of een bouwplan past binnen de beleidsregels. Het Bouwcollege adviseert de minister daarover en het leefwensenonderzoek en de cliëntenraad? De beleidsregels stellen dat een bouwaanvraag informatie moet bevatten waaruit blijkt dat de zorgaanbieder zich heeft vergewist van het standpunt van de (toekomstige) cliënten. Het standpunt van de (toekomstige) cliënten moet bij de aanvraag zijn gevoegd. Voor zorg- BIJVOORBEELD: Vanzelfsprekend, maar toch: om fatsoenlijk met een bed de kamers en andere ruimten in een verpleeghuis in en uit te kunnen, moet de deurbreedte minimaal 1,1 meter zijn. Om in sanitaire ruimten voldoende hulp te kunnen bieden zijn bepaalde afmetingen en indelingsmogelijkheden vereist. Bovendien moet de privacy van de zorgvrager gegarandeerd zijn, waartoe eisen aan het aantal sanitaire ruimten worden gesteld. En om een zorgvrager veilig in en uit een separeer- of afzonderingsruimte te kunnen begeleiden, moet de toegangsdeur niet naar binnen, maar naar buiten draaien. aanbieders van verpleeghuis- en verzorgingshuiszorg blijkt dit uit het standpunt van de cliëntenraad. Deze moet zonodig door de zorgaanbieder worden gefaciliteerd bij het innemen van een standpunt. Voor aanbieders van gehandicaptenzorg blijkt het standpunt uit een leefwoonwensenonderzoek. De resultaten van een dergelijk onderzoek moeten dus bij de aanvraag zijn gevoegd. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de beleidsregels /Wet en regelgeving/richtlijnen/beleidsregels WTZi. 2.7 Aan welke functionele en bouwkundige eisen moet een bouwplan voldoen? Deze eisen zijn opgenomen in de prestatie-eisen, zoals weergegeven in de Bouwmaatstaven voor nieuwbouw van AWBZ-voorzieningen, te raadplegen en downloaden via Publicaties/Bouwmaatstaven en referentiekaders en te bestellen bij het Bouwcollege. Deze eisen zijn vastgesteld door het Bouwcollege en goedgekeurd door de minister van VWS. De prestatieeisen bevatten onder meer basiskwaliteitseisen, bouwkundige modules en financiële uitgangspunten. Er zijn eisen voor bestaande bouw en voor nieuwbouwprojecten. De basiskwaliteitseisen beschrijven het minimaal noodzakelijke kwaliteitsniveau van voorzieningen, bij voorbeeld tot uitdrukking komend in minimale afmetingen van zit-/slaapkamers, vereiste aantallen toiletten en douches, minimale deur- en gangbreedtes voor rolstoelgebruik e.d. De term basiskwaliteitseis illustreert al dat projecten die niet aan deze eisen voldoen in principe niet worden goedgekeurd. De bouwkundige modules bevatten de in de praktijk meest voorkomende voorzieningen en accommodaties, opgebouwd uit clusters van functies en ruimten, en kunnen behulpzaam zijn bij het ontwerpen van voorzieningen. De financiële uitgangspunten zijn bepaald op basis van datgene wat aan ruimtelijke voorzieningen voor bepaalde bouwkundige concepten nodig wordt geacht. Doelmatigheid, ofwel een goede kwaliteit voor een redelijke prijs, vormt daarbij het uitgangspunt. 2.8 Hoe worden de kosten beoordeeld? Ook de kostennormen vormen onderdeel van de prestatie-eisen. Deze normen zijn opgenomen in de Bouwkostennota die is te raadplegen en downloaden via tennota 2005 of bij het Bouwcollege kan worden besteld. Deze nota wordt jaarlijks geactualiseerd en vastgesteld door het Bouwcollege, en goedgekeurd door de minister van VWS. De Bouwkostennota bevat maximale kostennormen voor bijna alle denkbare onderdelen van bouw die onder de WTZI vallen. Te denken valt uiteraard aan bouwen investeringskosten, huurnormen en grondkosten, maar ook aan kosten van sloop, interimvoorzieningen en renovatie. Startkosten en grondkosten Voor gebruikelijke startkosten, waaronder droogstoken, bewaking en verhuiskosten, gelden vaste maximale percentages van de bouwkosten. Daarnaast kan sprake zijn van specifieke startkosten zoals interimvoorzieningen en oude plankosten, waarvan de maximale hoogte niet vooraf is vastgesteld. Welke kosten onder de startkosten kunnen worden opgevoerd is vermeld in de Bouwkostennota. Hoewel voor de verwerving van grond en voor enkele andere onder grondkosten vallende kostenposten wel (maximale) kostennormen bestaan, geldt ook voor grondkosten dat honorering plaatsvindt op basis van een concrete opgave en 14

15 onderbouwing van de geraamde daadwerkelijke kosten. Ook op dit punt wordt voor nadere informatie verwezen naar de Bouwkostennota. 2.9 Wordt het huur of eigendom? Wat u wilt. Het Bouwcollege heeft op voorhand geen uitgesproken voorkeur. Het overheidsbeleid is op dit punt op basis van diverse ontwikkelingen en argumenten enkele keren gewijzigd, zowel huur als eigendom is toegestaan, voor formele standpunten hierover wordt verwezen naar de Circulaire eigendomsverhouding, te vinden op en regelgeving/regelingen & circulaires Moet een concept-huurcontract worden meegestuurd? Ja, uiteraard alleen als sprake is van een huurproject. Een concept-huurcontract biedt bijvoorbeeld duidelijkheid over de termijn waarvoor de huur wordt aangegaan; huurcontracten kunnen voor bepaalde of onbepaalde tijd worden aangegaan, en optionele bepalingen bevatten. Dat is van belang voor de afschrijving van bijkomende investeringskosten. Verder biedt het concept-huurcontract uitsluitsel over welke kostenposten wel en niet in de huur zitten. Te denken valt aan servicekosten, energie, onderhoud en dergelijke. Overigens beoordeelt het Bouwcollege alleen de kapitaallasten als onderdeel van de huur. Meestal bestaat de huur uit meer componenten. Voor nadere informatie over de beoordeling van huur wordt verwezen naar Publicaties/Bouwkostennota en als mijn bouwplan bedoeld is voor zowel verblijvende als externe cliënten? Dan is helaas niet te ontkomen aan een, meestal virtuele, splitsing en toedeling van zowel oppervlakte als kosten aan WTZi-functies enerzijds en aan functies die onder andere regelgeving vallen anderzijds (zie daarvoor hoofdstuk 4). Deze splitsing en toedeling geldt ook voor posten als grond- en startkosten Zonder interimvoorzieningen lukt het niet Als dat zo is, dan valt daar helaas niet aan te ontkomen. Het Bouwcollege is in principe geen voorstander van interimvoorzieningen. Daarbij kan nog een verschil worden gemaakt in tijdelijke huur van bestaande voorzieningen (met aanpassingen), dus zonder grote kapitaalvernietiging, en koop of huur van (nieuwe) container- of systeembouw. De kwaliteit is vaak minder dan die van permanente voorzieningen, terwijl er veelal hoge extra kosten mee gemoeid zijn. Het is dus belangrijk goede afwegingen te maken bij de beslissing om interimvoorzieningen te realiseren. Daarbij kunnen de volgende vragen aan de orde komen. Is in het proces van planvorming en voorbereiding op tijd nagedacht over de vermijdbaarheid of de noodzaak van interimvoorzieningen? Is de uitvoering van het eigenlijke bouwplan niet zodanig te plannen en te faseren dat interimvoorzieningen te vermijden zijn? Zo nee, hoe kan de uitvoering van het eigenlijk plan zo worden gepland en gefaseerd dat de omvang van de interimvoorzieningen tot een minimum beperkt blijft? Kunnen reeds aanwezige voorzieningen in de maatschappij of bij collega-zorgaanbieders worden gebruikt, zodat de (huur)kosten beperkt blijven en accommodaties optimaal worden benut? Als interimvoorzieningen onontkoombaar zijn, moeten ze bij voorkeur onderdeel uitmaken van de aanvraag voor het eigenlijke bouwplan. Op de website van het Bouwcollege, /Meldpunten/- Interimhuisvesting zijn vraag naar en aanbod van interimvoorzieningen te matchen Wat is budgettair bouwen? Budgettair bouwen betekent dat de in de WTZi-vergunning genoemde huur- en investeringsbedragen taakstellend zijn, met uitzondering van de post loon- en prijsstijgingen voor de start van de bouw en tijdens de bouw. Als, verplicht of op verzoek, sprake is van budgettair bouwen dan is dat in de vergunning vermeld. Bij budgettair bouwen is er minder toezicht en dus meer vrijheid bij de uitvoering van het bouwplan, en mogen meevallers bij de aanbesteding en tijdens de bouw benut worden om de kwaliteit van het project te verhogen. Daarentegen komen tegenvallers bij de aanbesteding of in de vorm van meerwerk tijdens de bouw voor eigen rekening van de instelling. Budgettair bouwen is in de volgende situaties verplicht van toepassing. 1. Bij projecten van instellingen die zijn toegelaten om verzorgingshuiszorg aan te bieden. 2. Bij woningbouw en grondverwerving en voor projecten die daarmee qua bouwproces of verschijningsvorm vergelijkbaar zijn. 3. Bij projecten waarvan het investeringsbedrag lager ligt dan 1,5 mln. 4. Bij huurprojecten. In andere gevallen is budgettair bouwen een mogelijkheid waarvoor op verzoek van de zorgaanbieder toestemming kan worden gegeven. Meer daarover is te lezen in de Circulaire budgettair bouwen van 26 juli 2004, zoals te vinden op en regelgeving/regelingen en circulaires. Een bijzondere situatie kan zich voordoen bij gecombineerde projecten in de ouderenzorg die door een verpleeghuis en een verzorgingshuis gezamenlijk worden gerealiseerd. Op het projectdeel van het verzorgingshuis is, zoals hiervoor aangegeven, per definitie budgettair bouwen van toepassing, voor het andere 15

16 projectdeel zal het verpleeghuis een verzoek moeten indienen om budgettair te mogen bouwen Moet dat, aanbesteden? Ja. In veel gevallen gaat het om hoge investeringsbedragen, ten aanzien waarvan in de vergunning is bepaald dat in concurrentie moet worden aanbesteed. Uitgangspunt is openbare aanbesteding of aanbesteding met voorgaande selectie. Verplicht Europees aanbesteden is (nog) niet aan de orde. Verwezen wordt ook naar het door het Bouwcollege uitgebrachte cahier Het aanbesteden van werken en de circulaire Aanbesteding van werken WZV. Ontheffing van de plicht in concurrentie aan te besteden kan worden verleend op basis van een aantal overwegingen. Uitgangspunt is altijd dat ontheffing een aantoonbaar voordeel oplevert (doelmatig) voor de instelling. De aanbestedingsresultaten worden ter goedkeuring aan het College voorgelegd. Pas na goedkeuring kan tot opdrachtverstrekking worden overgegaan. Bij Budgettair bouwen ligt dat anders. In dat geval worden de aanbestedingsresultaten ter kennis gebracht van het Bouwcollege. Goedkeuring is niet aan de orde. Bij de beoordeling van de aanbestedingsresultaten worden deze vergeleken met de in de vergunning vermelde bouwkosten. Bij overschrijdingen ten opzichte van de vergunningbedragen worden, mede op basis van een verschillenanalyse-, en in overleg met de laagste inschrijver, bezuinigingen doorgevoerd. Bij een voordelig resultaat kan het voordeel (deels) ten goede komen aan het initiatief Kan ik ook meerwerk indienen? Ja, indien er geen sprake is van budgettair bouwen kan een aanvraag voor meerwerk bij het Bouwcollege worden ingediend, voorzover het meerwerk betreft dat niet kan worden gedekt door minderwerk. Bij de beoordeling wordt gekeken naar de onvoorzienbaarheid, de onvermijdbaarheid. Uiteraard wordt ook getoetst of de kosten voldoende zijn onderbouwd en niet te hoog zijn. Veelal worden de meerkosten afgeboekt op de post onvoorzien, in een aantal gevallen vindt budgetverhoging plaats. Als er sprake is van meerwerk van een uitzonderlijke omvang is een aanvullende aanvraag toelating/vergunning noodzakelijk en de eindverantwoording? In de toelating met bouw of eventueel in de vergunning wordt bepaald of een eindverantwoording aan het Bouwcollege moet worden voorgelegd. Deze moet in dat geval zijn voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring en/of een getekende definitieve huurovereenkomst en de revisietekeningen. Als sprake is van een uitzondering op deze verplichting is dat aangegeven in de vergunning. Het Bouwcollege verifieert in deze fase of de in gebruik genomen voorziening en de gemaakte kosten overeenkomen met het bouwplan en de in de goedkeuringsdocumenten vermelde bedragen. Steekproefsgewijs vinden inspecties plaats van het opgeleverde werk. Bij projecten die hiervoor in aanmerking komen, wordt in de beschikking over de eindverantwoording ook de definitieve inbrengverplichting vastgesteld. Met de goedkeuring van de eindverantwoording bepaalt het Bouwcollege het bedrag dat voor nacalculatie ex WTZI in aanmerking komt. Voor meer informatie over deze materie kunt u terecht op Wet en regelgeving/regelingen en circulaires. De indieningsformulieren staan op 16

17 3 Een aantal aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de belangrijkste aanbevelingen voor de indiening van bouwaanvragen voor toelatingen en vergunningen ex WTZi nogmaals beknopt weergegeven. 1. Stuur de juiste aanvraag naar de juiste instantie. 7. Zorg voor duidelijke tekeningen en plattegronden (wat staat er op de tekening, is het de bestaande of de beoogde situatie, welke maten, oppervlakten en functies hebben de ruimten, welke gebouwen of gebouwdelen van (grotere) tekeningen horen wel en niet bij de bouwaanvraag). 2. Zorg voor duidelijke en volledige informatie. Naast de verplichte onderdelen als de indieningsformulieren en het standpunt van het zorgkantoor is een toelichting met een kop en een staart vaak doorslaggevend voor de snelheid van de procesgang. Kortom: wie bent u, wat is uw (huisvestings)probleem, hoe denkt u dat probleem op te lossen, zijn alternatieven bestudeerd, welke cliënten/medewerkers/functies/activiteiten moeten worden ge(her)huisvest, welke ruimten, oppervlakte en aanvullende voorzieningen zijn daarvoor nodig en hoeveel kost dat. 8. Maak kosten inzichtelijk, met name die voor aanvullende voorzieningen die het standaard kostenkader te boven gaan. 3. Zorg voor consequente informatie. Aanvragen bestaan soms uit tal van stukken, zoals formulieren, brieven, toelichtende notities, tekeningen, verwijzingen naar LTHP s etc. Als namen, aantallen, oppervlakte en kosten in al deze stukken consequent worden gehanteerd kan veel (mis)communicatie, en daarmee veel vertraging, worden voorkomen. 4. Vul indieningsformulieren zo volledig mogelijk in. 5. Denk aan de brief van het zorgkantoor. 6. Denk aan het concept-huurcontract. 17

18 Bijlage: Bekostiging van niet-vergunningplichtige AWBZ-voorzieningen Worden in de voorzieningen die onderwerp van uw bouwplan zijn functies uitgeoefend voor externe zorgvragers, of is sprake van een kleinschalige woonvoorziening, dan is per definitie geen vergunning in het kader van de WTZi nodig. Externe zorgvragers zijn alle cliënten die niet in uw instelling verblijven, maar zelfstandig (al dan niet via de formule van scheiden van wonen en zorg), bij familie of verzorgers, of in een andere instelling wonen. Vaak kan in dat geval voor de verrekening van de huisvestingslasten een beroep worden gedaan op beleidsregels van het CTG/ZAio, dat bepaalde huisvestingslasten op basis van normbedragen vergoedt. De voornaamste beleidsregels in het kader van huisvesting voor AWBZ-zorg worden hierna besproken. Voor meer uitgebreide informatie over deze beleidsregels wordt verwezen naar (de website van) het CTG/ZAio. Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen (CA-6 / CI-848) AWBZ-instellingen kunnen voor intramurale huisvesting (voorzieningen waar of van waaruit AWBZ-zorg voor in de instelling verblijvende cliënten geleverd wordt) die onder het bouwregime valt op grond van deze beleidsregel gebruik maken van jaarlijkse en incidentele instandhoudingmiddelen. De toegang tot deze middelen is onder de WTZi anders dan onder de WZV, aangezien de meldingsregeling is komen te vervallen. Het activeren van deze zogenaamde trekkingsrechten vindt plaats door een mededeling aan het CTG/ZAio. Dat kan door opname in het financieel jaarverslag (na gereedkomen van de bouw) of met een afzonderlijke mededeling op het gewenste moment van activering. Beleidsregel kleinschalig wonen (CA-73) Voor het realiseren, vervangen of instandhouden van kleinschalige woonvoorzieningen is geen vergunning in het kader van de WTZi nodig. Voor een exacte definitie van een kleinschalige woonvoorziening wordt verwezen naar het uitvoeringsbesluit van de WTZi. In grote lijnen is van een kleinschalige woonvoorziening sprake wanneer maximaal 25 plaatsen verblijf op een postcode (vier cijfers en twee letters) zijn/worden gehuisvest, waarvan maximaal 12 plaatsen qua bouw in de categorie zwaar vallen. Een kleinschalige woonvoorziening biedt huisvesting aan ten hoogste zes personen per woning en is niet gelegen op het terrein van een nietkleinschalige instelling. Verder mogen kleinschalige woonvoorzieningen in verschillende postcodegebieden geen feitelijke clusters van meer dan 25 personen opleveren. Bestaande regionale instellingen voor beschermd wonen (RIBW en) zijn per definitie kleinschalige woonvoorzieningen (dus ook als voorzieningen groter dan 25 plaatsen zijn). Voor nieuwe projecten (ook voor herhuisvesting van bestaande RIBW) gelden na de aangekondigde aanpassing van het Uitvoeringsbesluit de eisen voor kleinschaligheid zoals hierboven omschreven. Waar kleinschalige woonvoorzieningen tot voor kort alleen voor gehandicapten waren bestemd, kunnen ze sinds de inwerkingtreding van de WTZi voor alle AWBZdoelgroepen worden gerealiseerd. Om de kapitaallasten en huisvestingskosten van kleinschalige woonvoorzieningen opgenomen te krijgen in het instellingsbudget, kan bij het CTG/ZAio een beroep worden gedaan op de Beleidsregel kleinschalig wonen. Het gaat daarbij om normatieve vergoedingen, inclusief componenten voor bijvoorbeeld onderhoud en een steunpunt. Of u de voorziening zelf bouwt, koopt of huurt doet niet ter zake, net zo min als de vraag of u in werkelijkheid hogere of lagere kosten heeft dan de normatieve vergoeding. Indien een bouwplan voor een kleinschalige woonvoorziening gepaard gaat met een wijziging van de capaciteit in termen van het aantal verblijfsplaatsen, is wel een (wijziging van de) toelating ex WTZi nodig, aan te vragen bij het ministerie van VWS. Zolang sprake is van een contracteerplicht voor AWBZ-zorg met verblijf is bij een dergelijke aanvraag een standpunt van het zorgkantoor noodzakelijk. Beleidsregel overgangsregeling kapitaalslasten extramurale zorgverlening (CA-74) Sinds de invoering van de modernisering van de AWBZ per 1 april 2003 is de huisvesting voor een aantal zorgaanspraken buiten de WZV en de TVWMD gebracht. Voor de huisvestingslasten van deze voorzieningen, die alleen betrekking hebben op functies voor externe zorgvragers, kan bij het CTG/ZAio een beroep worden gedaan op de Beleidsregel overgangsregeling kapitaalslasten extramurale zorgverlening. De zorgaanbieder krijgt dan een genormeerd bedrag in het exploitatiebudget op basis van aantallen zorgvragers, medewerkers en geleverde/verwachte productie (verrichtingen, consulten, cliëntcontacten en dergelijke). Instemming van het zorgkantoor is sinds enige tijd niet meer nodig. CTG/ZAio wint bij het Bouwcollege advies in over deze aanvragen en zal op basis van het door het Bouwcollege berekende kostenkader de huisvestingslasten nacalculeren. Het is aan de zorgaanbieder om voor deze huisvestingscomponent kwalitatief goede huisvesting te realiseren in de vereiste omvang en op de juiste locatie. 18

19 Beleidsregel zorginfrastructuur (CA-70) In de verwachting dat de hiervoor genoemde beleidsregel CA-74 in 2006 zou komen te vervallen en om in dat geval het scheiden van wonen en zorg te blijven stimuleren, is de beleidsregel zorginfrastructuur opgesteld. Met een beroep op deze beleidsregel kunnen kosten van bepaalde ruimtelijke en technologische voorzieningen voor extramurale zorgverlening (dus AWBZ-zorgverlening aan niet voor verblijf geïndiceerde cliënten) worden nagecalculeerd. Voor wat precies wordt verstaan onder dergelijke ruimten en technologische voorzieningen wordt verwezen naar de beleidsregel zelf. Een aanvraag in het kader van deze beleidsregel kan alleen door een instelling gezamenlijk met het zorgkantoor worden gedaan. Bovendien moet een dergelijke aanvraag bij indiening bij het CTG/ZAio c.q. de NZa vergezeld gaan van een advies van het Bouwcollege. Op de website van het Bouwcollege zijn aanvraagformulieren te vinden. Beleidsregel kapitaalslasten ambulante behandeling (III-927) De beleidsregel is van toepassing op de huisvesting van zelfstandige RIAGG s en de huisvesting van de poliklinische zorg van een psychiatrisch ziekenhuis. De beleidsregel gaat uit van het aantal m 2 per fte medewerker. Deze oppervlakte varieert per product. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen kinder- en jeugdpsychiatrie, extramurale zorgproducten (namelijk behandel- en begeleidingscontacten buiten de instelling, psychiatrische thuiszorg, zorgcoördinatie en gespecialiseerde begeleiding) en de overige producten. Het gereedkomen van de bouw dient te worden gemeld bij het CTG/ZAio. teampost / slaapwacht / pantry / sanitair / 24 - uurs zorgverlening sociaal restaurant technologische voorzieningen dagbehandeling / dagverzorging in de verpleging & verzorging dagactiviteiten / dagbesteding in de gehandicaptenzorg (exclusief kinderdagcentra (KDC s) & geestelijke gezondheidszorg ambulante en deeltijdbehandeling in de gehandicaptenzorg & geestelijke gezondheidszorg poliklinische en thuiszorg door RIAGG s volledigheidshalve: kinderdagcentra (KDC s)in de gehandicaptenzorg weergegeven voor welk type voorzieningen een beroep op elk van de beleidsregel gedaan kan worden. Volledigheidshalve: in het algemeen geldt uiteraard dat kosten slechts een maal voor vergoeding in aanmerking komen. Een beroep op een van de beleidsregels sluit dus uit dat voor diezelfde voorzieningen of kosten nog een beroep op een andere beleidsregel gedaan kan worden. Bij twijfel adviseren wij contact op te nemen met het CTG/ZAio of het Bouwcollege. Beleidsregel zorginfrastructuur (CA - 70) Beleidsregel overgangsregeling kapitaalslasten extramurale zorgverlening (CA - 74) Beleidsregel kapitaalslasten RIAGG (III - 927) WTZi - toelating met bouw en vergunning Omdat het onderscheid tussen de drie hiervoor genoemde beleidsregels verwarrend kan zijn is in nevenstaand schema 19

20 Afkortingenlijst AWBZ Algemene wet bijzondere ziektekosten BKW Beleidsregel kleinschalig wonen CBZ College bouw zorginstelling (Bouwcollege) CIZ Centrum indicatiestelling zorg CTG/ZAio College tarieven gezondheidszorg/zorgautoriteit in oprichting CvZ College voor zorgverzekeringen GGZ Geestelijke gezondheidszorg (en de gelijknamige sector bij het Bouwcollege) GHZ Gehandicaptenzorg (en de gelijknamige sector bij het Bouwcollege) GVT Gezinsvervangend tehuis KDC Kinder dagcentrum voor gehandicapte kinderen LTHP Langetermijn huisvestingsplan MCG Meervoudig complex gehandicapt NZa RIBW RIAGG SGLVG TVWMD VH VKP VWS VZH WTG WTZi Nederlandse zorgautoriteit Regionale instelling voor beschermd wonen Regionale instelling voor ambulante geestelijke gezondheidszorg Sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt Tijdelijke verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening Verpleeghuis (en de sector verpleeghuizen bij het Bouwcollege) Verkorte procedure Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Verzorgingshuis (en de sector verzorgingshuizen bij het Bouwcollege) Wet tarieven gezondheidszorg Wet toelating zorginstellingen COLOFON Huisvesting voor AWBZ-zorg College bouw zorginstellingen, 2006 Vormgeving en druk Twin Design bv, Culemborg ISBN-10: ISBN-13: Prijs: 2,50 Deze publicatie kan worden besteld door overmaking van 2,50 per exemplaar op rekening t.n.v. Bouwcollege, Utrecht, o.v.v. Cahier AWBZ-zorg. College bouw zorginstellingen (Cbz) Postbus GB Utrecht tel fax W 20

Bouwbegeleiding: wat, hoe en wanneer?

Bouwbegeleiding: wat, hoe en wanneer? Bouwbegeleiding: wat, hoe en wanneer? Het Bouwcollege krijgt regelmatig vragen van zorginstellingen over het proces van bouwbegeleiding. Deze brochure biedt wellicht een houvast, maar geeft zeker een indruk

Nadere informatie

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil d. De Beleidsregel kleinschalig wonen met nummer CA-336 wordt ingetrokken.

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil d. De Beleidsregel kleinschalig wonen met nummer CA-336 wordt ingetrokken. Bijlage 5 bij circulaire Care/AWBZ/09/23c BELEIDSREGEL Kleinschalig wonen 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere

Nadere informatie

Regeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg

Regeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg Catergorie Geestelijke gezondheidszorg: verslavingszorg Regeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg Regeling College bouw ziekenhuisvoorzieningen tot wijziging

Nadere informatie

Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen

Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Aan bestuur en directie van de bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) aangesloten stichtingen en verenigingen Datum 14 juni 2006 Ons Kenmerk B140606PVE1458 Onderwerp wijziging wet toelating

Nadere informatie

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2008.

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2008. BELEIDREGEL Instandhoudingsinvesteringen AWBZ 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en wordt

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CI-995/CA-180

BELEIDSREGEL CI-995/CA-180 Bijlage 2 bij circulaire Care/AWBZ//07/24c BELEIDSREGEL Instandhoudingsinvesteringen 1. Algemeen Kenmerk a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zvw

Nadere informatie

Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden

Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden BELEIDSREGEL Stimulering Kleinschalige Zorg voor dementerenden 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Nadere informatie

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011 BELEIDSREGEL Beleidsregel Overgangsregime kapitaallastenvergoeding () 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw),

Nadere informatie

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2010.

c. De onderstaande bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2010. Bijlage 1 bij circulaire AWBZ/Care/10/13c BELEIDSREGEL Instandhoudingsinvesteringen AWBZ (niet verzorgingshuizen) 1. Algemeen Kenmerk a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven

Nadere informatie

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'. BELEIDSREGEL CI-923/CA-102 Bijlage 20 bij circulaire ATUN/jprn/CI/06/34c-CARE/AWBZ/06/11c Instandhoudingsinvesteringen 1. ALGEMEEN a. Deze beleidsregel is van toepassing op de organen voor gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2051

BELEIDSREGEL BR/CU-2051 BELEIDSREGEL Instandhoudingsinvesteringen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

College bouw zorginstellingen

College bouw zorginstellingen College bouw zorginstellingen Het College bouw zorginstellingen, kortweg het Bouwcollege genoemd, houdt zich bezig met de huisvesting van de intramurale gezondheidszorg. Daarbij gaat het om ziekenhuizen,

Nadere informatie

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 BOUWMAATSTAF inzake BEREKENINGSMETHODE INBRENGVERPLICHTING WET ZIEKENHUISVOORZIENINGEN Gelet op artikel

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

BELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden. Bijlage 2 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2014 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Het formulier 'Budget 2005 en voorlopige nacalculatie 2004' is vanaf heden te downloaden van onze website (www.ctg-zaio.nl) 1.

Het formulier 'Budget 2005 en voorlopige nacalculatie 2004' is vanaf heden te downloaden van onze website (www.ctg-zaio.nl) 1. Aan de besturen van de AWBZ-instellingen sector V&V en de zorgkantoren Utrecht, 14 januari 2005 Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: CSTS/CWIT/ihot/CARE/650/05/1c Behandeld door: mevr. C.F.C. Steennis

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 19 Besluit van 28 november 2008, houdende derde wijziging van het Uitvoeringsbesluit WTZi Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA Aanvaardbare kosten AWBZ 2012

BELEIDSREGEL CA Aanvaardbare kosten AWBZ 2012 BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2012 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit. Bijlage 12 bij circulaire Care/AWBZ/09/17c REGELING Declaratie AWBZ-zorg Gelet op artikel 37 en artikel 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende

Nadere informatie

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit.

1.3 CIZ Het Centrum Indicatiestelling Zorg als bedoeld in artikel 1 onder b van het Zorgindicatiebesluit. REGELING Declaratie AWBZ-zorg Gelet op artikel 37 en artikel 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vastgesteld; Artikel 1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

REGELING CA/NR-100.045

REGELING CA/NR-100.045 Bijlage 1 bij ACON/khes/Care/AWBZ/06/23c REGELING Aanlevering en verspreiding scoregegevens zorgzwaartepakketten (ZZP's) ten behoeve van de Nederlandse Zorgautoriteit Gelet op artikel 68, eerste lid, Wet

Nadere informatie

RAPPORT. PRESTATIE-EIS BEREKENINGSMETHODE INBRENGVERPLICHTING WTZi 1) Definitie

RAPPORT. PRESTATIE-EIS BEREKENINGSMETHODE INBRENGVERPLICHTING WTZi 1) Definitie RAPPORT PRESTATIE-EIS BEREKENINGSMETHODE INBRENGVERPLICHTING WTZi 1) Definitie De inbrengverplichting houdt in dat instellingen ten aanzien van bouwinitiatieven die betrekking hebben op de instandhouding

Nadere informatie

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa. Bijlage 8 bij circulaire AWBZ/Care/11/9c BELEIDSREGEL Definities AWBZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt loopt tot en met 31 december 2011.

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt loopt tot en met 31 december 2011. Bijlage 25 bij circulaire AWBZ/Care/10/10c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis (VPT) 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Algemene Wet

Nadere informatie

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015 Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking Wat verandert er in de zorg in 2015 De zorg in beweging Wat verandert er in 2015? In 2015 verandert er veel in de zorg. Via een aantal

Nadere informatie

FAQ Update enquête inventarisatie boekwaarde AWBZ

FAQ Update enquête inventarisatie boekwaarde AWBZ FAQ Update enquête inventarisatie boekwaarde AWBZ Met deze vraag en antwoord geven wij een nadere toelichting op het formulier enquête inventarisatie boekwaarde AWBZ. Dit is een update van de FAQ die 26

Nadere informatie

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa. Bijlage 1 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Definities AWBZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie

Compensatieregeling AWBZ/GGZ versus Compensatieregeling Ziekenhuizen

Compensatieregeling AWBZ/GGZ versus Compensatieregeling Ziekenhuizen Compensatieregeling AWBZ/GGZ versus Compensatieregeling Ziekenhuizen Onderdeel AWBZ/GGZ Algemene/ Academische Ziekenhuizen Commentaar 1. Beleidsregel CA 300 493 Compensatie vaste activa AWBZ en GGZ in

Nadere informatie

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E cbz@bouwcollege.nl I www.bouwcollege.nl SIGNALERINGSRAPPORT inzake WONEN EN ZORG OP MAAT Uitgebracht

Nadere informatie

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels. Bijlage 6 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten Wlz 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Onderwerp: Samenvatting: Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Het onderwerp van dit geschil is of en zo ja, in welke situaties, een verzekerde aangewezen kan zijn op

Nadere informatie

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding Geldig tot en met TB/FZ-0003 6 november 2012 1 januari 2013 31 december 2013 De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'. BELEIDSREGEL I-674/II-656/III-836 Bijlage 3 bij circulaire PTYN/masr/III/04/GGZ-04c/GHZ-07c Instandhoudingsinvesteringen 1. ALGEMEEN a. Deze beleidsregel is van toepassing op de organen voor gezondheidszorg

Nadere informatie

Toelichting aanvraag nieuwe toelating

Toelichting aanvraag nieuwe toelating Deze toelichting hoort bij het formulier waarmee een aanvraag voor een nieuwe instelling in het kader van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) wordt ingediend. Nieuwe zorgaanbieders De Inspectie voor

Nadere informatie

als omschreven in artikel 34 van het Besluit Zorgaanspraken

als omschreven in artikel 34 van het Besluit Zorgaanspraken BELEIDSREGEL Tijdelijke regeling ADL-assistentie Ingevolge artikel 59 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Minister van VWS met brieven van 25 oktober 2011, kenmerk MC-U-3088155 en

Nadere informatie

SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S. Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0

SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S. Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0 SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S Eigenaar: Gereviewd door: Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0 Betrokken beleidsregels NZA: Laura Mostert Saskia Hartendorp CA-392 Invoering Zorgzwaartepakketten CA-437

Nadere informatie

3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder

3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder Bijlage 9 bij circulaire AWBZ/Care/11/9c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-578. Zorginfrastructuur. Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

BELEIDSREGEL CA-300-578. Zorginfrastructuur. Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Zorginfrastructuur Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'.

f. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als 'Beleidsregel instandhoudingsinvesteringen'. BELEIDSREGEL I-618 / II-608 / III-771 Bijlage 1 bij circulaire GA/yb/III/03/GGZ/05c Instandhoudingsinvesteringen 1. ALGEMEEN a. Deze beleidsregel is van toepassing op organen voor gezondheidszorg als vermeld

Nadere informatie

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Bijlage 3 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden. BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie

Toelichting aanvraag wijziging bestaande toelating

Toelichting aanvraag wijziging bestaande toelating Postadres: Postbus 16114 2500 BC DEN HAAG T 070 340 51 78 F 070 340 71 23 www.wtzi.nl infowtzi@minvws.nl Deze toelichting hoort bij het formulier waarmee een aanvraag voor een wijziging van een bestaande

Nadere informatie

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001 REFERENTIEKADER ten behoeve van een bestaand REGIONAAL GGZ-CENTRUM Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door

Nadere informatie

Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ januari september 2014 n.v.t.

Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ januari september 2014 n.v.t. TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ-0006 1 januari 2014 10 september 2014 n.v.t. Volgnr. Geldig tot Behandeld door 01 1 januari

Nadere informatie

Rolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ

Rolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ Onderzoeksrapport Rolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ Op 19 juni 2006 uitgebracht aan het hoofd van de afdeling Geschillen van het College voor zorgverzekeringen Uitgave College voor zorgverzekeringen

Nadere informatie

Het Nederlandse Zorgstelsel

Het Nederlandse Zorgstelsel Het Nederlandse Zorgstelsel Een heldere blik op de regels in de gezondheidszorg Corné Adriaansen 12 september 2012 Door de bomen het bos niet meer te zien? Zorgstelsel Nederland 2012 Financieringsstromen

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Wet toelating zorginstellingen

Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Tweede, herziene druk Mr. dr. J.J.M Linders Gezondheidswetgeving in de praktijk Redactie: Mr. R.N. van Donk Mr. dr. H.E.G.M. Hermans Mr. dr.

Nadere informatie

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1 REGELING Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende

Nadere informatie

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave

Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave REGELING Gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave Regeling gezamenlijke aanlevering ZZP-opgave Gelet op de artikelen 61, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk l / Ervaringen invoering Wlz 16 september 2015 Aan alle Wlz-uitvoerders Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres l Onderwerp Datum

Nadere informatie

Budgetten en vergoedingen wat betreft zorgboerderijen

Budgetten en vergoedingen wat betreft zorgboerderijen Budgetten en vergoedingen wat betreft zorgboerderijen Deze notitie is bedoeld om meer inzicht te geven over de budgetten en vergoedingen die op zorgboerderijen betrekking kunnen hebben als het gaat om

Nadere informatie

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg. Bijlage 23 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg AWBZ Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening

Nadere informatie

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001

aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 oktober 2001 REFERENTIEKADER ten behoeve van bestaande voorzieningen voor KINDER- EN JEUGDPSYCHIATRIE Gelet op artikel 15a van de Wet ziekenhuisvoorzieningen Aangeboden aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ BELEIDSREGEL Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 2, vierde lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 2, vierde lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26775 21 december 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 december 2012, Z-3145524,

Nadere informatie

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6 Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 Wat is de Wet langdurige zorg (Wlz)?... 2 Vanuit de Wlz worden de volgende zorg- en hulpvormen geregeld:... 2 Wlz aanvragen... 2 1. Aanvraag bij het CIZ... 4 2. CIZ

Nadere informatie

Achtergrondinformatie geldstromen en wetten

Achtergrondinformatie geldstromen en wetten Achtergrondinformatie geldstromen en wetten Tot stand gekomen in het kader van het project RAAK-MKB Ontwerpen voor zorgverleners Auteurs Dr. F. Verhoeven; onderzoeker lectoraat Co-design (HU) Ing. K. Voortman-Overbeek;

Nadere informatie

AWBZ-voorzieningen. Prestatie-eisen voor nieuwbouw. Vastgesteld door het College bouw zorginstellingen op 18 december 2006.

AWBZ-voorzieningen. Prestatie-eisen voor nieuwbouw. Vastgesteld door het College bouw zorginstellingen op 18 december 2006. College bouw zorginstellingen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E cbz@bouwcollege.nl I http://www.bouwcollege.nl AWBZ-voorzieningen Prestatie-eisen voor nieuwbouw Vastgesteld

Nadere informatie

BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S

BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S BELEIDSREGEL BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D Aan de besturen van AWBZ-instellingen en de zorgkantoren Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld door Telefoonnummer

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5052

BELEIDSREGEL BR/CU-5052 BELEIDSREGEL BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008).

d. Met deze beleidsregel vervalt Artikel 9.4 lid b van de beleidsregel Extramurale zorg CA-289 (2008). Bijlage bij circulaire Care/AWBZ/09/22c Beleidsregel Lumpsum Zintuiglijk Gehandicapten 2009 1. Algemeen Kenmerk a. Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens

Nadere informatie

Verpleging en verzorging (V&V)

Verpleging en verzorging (V&V) Bijlage 1 : Aanscherping ZZP-omschrijvingen en algoritmen Op verzoek van VWS zijn de zorgzwaartepakketten (ZZP s) voor de AWBZ inhoudelijk aangescherpt en de algoritmen in het ZZP-registratieprogramma

Nadere informatie

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit CiZ_A5_WLZ_WT_15-06-15_def#2.indd 1 19-06-15 10:58 Als u blijvend intensieve zorg nodig heeft, dan kan het zijn dat u in aanmerking komt voor zorg vanuit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014 BELEIDSREGEL Nationaal Programma Ouderenzorg 2014 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

De Beleidsregel nacalculatie bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie.

De Beleidsregel nacalculatie bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie. Bijlage 1 bij circulaire Care/AWBZ/10/17c BELEIDSREGEL NACALCULATIE Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Ik woon in een zorginstelling

Ik woon in een zorginstelling Ik woon in een zorginstelling Wat verandert er voor mij in 2015? In deze folder leest u over de veranderingen in de zorg. Wat dat betekent voor mensen die wonen in een woonzorgcentrum of een andere zorg

Nadere informatie

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Bijlage 19 bij circulaire AWBZ/Care/11/9c BELEIDSREGEL Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

College bouw ziekenhuisvoorzieningen

College bouw ziekenhuisvoorzieningen College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EA DEN HAAG Datum 17 januari 2005

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR 35284-50728

BESLISSING OP BEZWAAR 35284-50728 BESLISSING OP BEZWAAR 35284-50728 Met een brief van 21 maart 2013 die is ingekomen bij de NZa op 25 maart 2013 heeft Stichting Pergamijn (Pergamijn) bezwaar gemaakt tegen een tariefbeschikking van de Nederlandse

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR 34709-49699

BESLISSING OP BEZWAAR 34709-49699 BESLISSING OP BEZWAAR 34709-49699 Met een brief van 19 maart 2013 heeft Stichting Osira Amstelring (hierna te noemen: Osira) tijdig bezwaar gemaakt tegen een tariefbeschikking van de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Bijlage 16 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Wegwijzer naar de AWBZ

Wegwijzer naar de AWBZ Wegwijzer naar de AWBZ Kinderen met een psychiatrische stoornis hebben soms veel zorg nodig. Als dat bij uw kind het geval is, dan kunt u gebruikmaken van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Deze

Nadere informatie

Factsheet AWBZ, 24 februari 2014. AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

Factsheet AWBZ, 24 februari 2014. AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten Factsheet AWBZ, 24 februari 2014 AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten Het Rijk draagt op 1 januari 2015 een deel van de zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten

Nadere informatie

Beleidsregels ex artikel 4 Wet toelating zorginstellingen

Beleidsregels ex artikel 4 Wet toelating zorginstellingen Beleidsregels ex artikel 4 Wet toelating zorginstellingen Versie 31 oktober 2005 1. Inleiding Op grond van artikel 4 van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) stelt de minister van Volksgezondheid,

Nadere informatie

De wereld van de zorg en haar NHC s voor MKW. Bram Baselmans senior adviseur

De wereld van de zorg en haar NHC s voor MKW. Bram Baselmans senior adviseur De NHC s en Woningcorporaties De wereld van de zorg en haar NHC s voor MKW Bram Baselmans senior adviseur Bram Baselmans Bouwkunde TU Eindhoven Vastgoedmanagement AAG vanaf 2002 Financiële vraagstukken

Nadere informatie

Onderwerpen. Relevante zorgwetgeving. Wonen in stijl en baden in luxe Mr. P.H.A. Boshouwers Medilex 26 april 2011

Onderwerpen. Relevante zorgwetgeving. Wonen in stijl en baden in luxe Mr. P.H.A. Boshouwers Medilex 26 april 2011 Wonen in stijl en baden in luxe Mr. P.H.A. Boshouwers Medilex 26 april 2011 Onderwerpen 1. Relevante wetgeving a. AWBZ b. WTZi c. WMG 2. Rechtsvormen zorgonderneming a. Stichting b. Besloten vennootschap

Nadere informatie

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015? Factsheet Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015? De overheid gaat de langdurige zorg anders organiseren. Hoe is de overgang van de ene wet naar de andere geregeld? Vanaf 1 januari 2015 verandert

Nadere informatie

Decentralisatie begeleiding

Decentralisatie begeleiding Decentralisatie begeleiding Zorgkantoor Delft Westland Oostland / Nieuwe Waterweg Noord 31 januari 2012 Inhoudsopgave pagina Inleiding 3 Leeswijzer 4 Bijlage: rapportage per gemeente Rapport decentralisatie

Nadere informatie

Scheiden van wonen en zorg

Scheiden van wonen en zorg Scheiden van wonen en zorg de exploitatie van de zorg en dienstverlening drs. J.H.M. van Ginneken 25 oktober 2012 Overheidsbeleid SWZ Beleidsstukken 24 juni 2012: Voortgangsrapportage Hervorming Langdurige

Nadere informatie

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa. Bijlage 4 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Definities Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Voordat wordt ingegaan op de gronden van het bezwaar zal eerst de achtergrond van het toepasselijke beleid worden weergegeven.

Voordat wordt ingegaan op de gronden van het bezwaar zal eerst de achtergrond van het toepasselijke beleid worden weergegeven. BESLISSING OP BEZWAAR Met een ongedateerde brief die is ingekomen bij de NZa op 20 december 2012 is door Stichting Joods Bejaardencentrum s-gravenhage (hierna ook: belanghebbende) tijdig bezwaar gemaakt

Nadere informatie

3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder

3.2 Prestatie extreme kosten van geneesmiddelen (NZa-code M002) Het leveren van geneesmiddelen noodzakelijk voor de zorg, onder Bijlage 7 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Bijlage 15 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Informatieverstrekking definitieve vaststelling aanvaardbare kosten AWBZ 2013

Informatieverstrekking definitieve vaststelling aanvaardbare kosten AWBZ 2013 REGELING Informatieverstrekking definitieve vaststelling aanvaardbare kosten AWBZ 2013 Ingevolge de artikelen 61, 62 en 68, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Nader door Bureau Jeugdzorg (BJz) uit te voeren onderzoek.

Nader door Bureau Jeugdzorg (BJz) uit te voeren onderzoek. Onderwerp: Samenvatting: Soort uitspraak: Nader door Bureau Jeugdzorg (BJz) uit te voeren onderzoek. Bij verzekerde is sprake van de grondslagen verstandelijke handicap en psychiatrische aandoening. Zowel

Nadere informatie

Aan de besturen van - verzorgingshuizen - overige instellingen voor ouderenzorg en de zorgkantoren. Geachte heer/mevrouw

Aan de besturen van - verzorgingshuizen - overige instellingen voor ouderenzorg en de zorgkantoren. Geachte heer/mevrouw Aan de besturen van - verzorgingshuizen - overige instellingen voor ouderenzorg en de zorgkantoren Utrecht, 23 november 2000 Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk: LA/ih/II/145/146/147/00/4c Behandeld

Nadere informatie

Wet Zorg & Dwang FACTSHEET. April 2014

Wet Zorg & Dwang FACTSHEET. April 2014 Wet Zorg & Dwang Dit factsheet beschrijft het wetsvoorstel Zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna afgekort als: wetsvoorstel Zorg & Dwang). In 15 vragen en antwoorden

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5105

BELEIDSREGEL BR/CU-5105 BELEIDSREGEL Beleidsregel Beschikbaarheidbijdrage curatieve zorgfuncties GGZ 2014 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/12c 11D

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/12c 11D Aan besturen van AWBZ-instellingen alle GGZ-instellingen (Care en Cure) de zorgkantoren en de zorgverzekeraars Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 030 296 81 11 F 030 296 82

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ BELEIDSREGEL Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Berekeningsmethodiek NHC in de Care

Berekeningsmethodiek NHC in de Care TNO-rapport - TNO-060-UTC-2011-00078 Berekeningsmethodiek NHC in de Care Datum 4 mei 2011 Auteur(s) Norman Egter van Wissekerke Oscar Verhoeff Henk Sijsling Aantal pagina's 8 Opdrachtgever Projectnaam

Nadere informatie

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk

Nadere informatie

Circulaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum 10/01 AWBZ 23 december 2010

Circulaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum 10/01 AWBZ 23 december 2010 Aan de uitvoeringsorganen Zorgverzekeringswet en/of AWBZ Circulaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum 10/01 AWBZ 23 december 2010 Onderwerp Wijzigingen Besluit zorgaanspraken AWBZ 2011 Ingangsdatum

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

De Beleidsregel nacalculatie 2011 bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie 2011.

De Beleidsregel nacalculatie 2011 bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie 2011. BELEIDSREGEL Nacalculatie 2011 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie