Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2016"

Transcriptie

1 Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2016 F. A. Arts, M.H.J. Hoekstein, S. Lilipaly, K.D. van Straalen, P. A. Wolf en L. Wijnants Delta Project Management Kustbroedvogels in het Deltagebied in

2 Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2016 F. A. Arts, S.J. Lilipaly, M.S.J. Hoekstein, K.D. van Straalen, P. A. Wolf en L. Wijnants Vlissingen, mei 2017 Rapport Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening. Rapport BM Dit rapport is vervaardigd in opdracht van: Postbus AA Lelystad Projectbegeleider RWS-CIV: Mervyn Roos, Projectleider Biologische Meetnetten Delta Project Management Vestiging Culemborg Vestiging Vlissingen Postbus 315 Edisonweg 53D 4100 AH Culemborg 4382 NV Vlissingen Telefoon: Telefoon: Fax: Foto voorkant: Kolonie grote sterns en zwartkopmeeuwen op de Hoge Platen (foto: Pim Wolf). De Centrale Informatievoorziening (RWS), en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben de in deze publicatie opgenomen gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks kunnen er onjuistheden in deze publicatie voorkomen. Het Rijk sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die uit het gebruik van de hierin opgenomen gegevens mocht voortvloeien. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

3 INHOUD SAMENVATTING 3 1. INLEIDING 5 Opzet van dit rapport 5 Doel van de monitoring 5 2. DANKWOORD 6 3. METHODE 8 Uitvoering van de tellingen 8 Begrenzing van het studiegebied 8 Verwerking van de gegevens 8 Volledigheid van de tellingen 9 4. BELANGRIJKE ONTWIKKELINGEN IN BROEDGEBIEDEN 10 Algemeen 10 Voordelta 10 Haringvliet 10 Hollandsch Diep 11 Biesbosch 12 Volkerakmeer 12 Grevelingenmeer 13 Oosterschelde 14 Zoommeer 15 Markiezaat 16 Veerse Meer 16 Westerschelde WEER EN OVERSPOELING 18 Weer 18 Overspoelingen ALGEMENE TRENDS BIJ KUSTBROEDVOGELS LITERATUUR 37 BIJLAGE 1. AANTALLEN KUSTBROEDVOGELS PER GEBIED IN BIJLAGE 2. AANTALLEN KUSTBROEDVOGELS PER SOORT PER DEELGEBIED IN BIJLAGE 3: SCHAARSE KUSTBROEDVOGELS IN BIJLAGE 4. OVERZICHT VAN VERSCHENEN WERKDOCUMENTEN EN RAPPORTEN 64 Kustbroedvogels in het Deltagebied in

4 Samenvatting In het Deltagebied komen van diverse soorten kustbroedvogels nationaal en internationaal belangrijke populaties tot broeden. In internationaal verband zijn vooral kluut, strandplevier, zwartkopmeeuw, kleine mantelmeeuw, grote stern, visdief en dwergstern van belang. Van de Nederlandse populatie herbergt het Deltagebied 84% van de strandplevieren, 62% van de zwartkopmeeuwen, 64% van alle dwergsterns, 41-50% van de kluten, bontbekplevieren, kleine mantelmeeuwen en grote mantelmeeuwen en 30-40% van de grote sterns, zilvermeeuwen en visdieven (tabel 1). Aantalsveranderingen van kustbroedvogels in het Deltagebied kunnen daarmee gevolgen hebben voor de populatie van soorten op nationale of internationale schaal. Gedurende de afgelopen tien jaar zijn bij de meeste soorten veranderingen in de omvang van de broedpopulaties in het Deltagebied vastgesteld. Van de 15 soorten die tot broeden komen zijn er drie stabiel over de periode (kokmeeuw, kleine mantelmeeuw en grote stern). Zes soorten (steltkluut, kleine plevier, zwartkopmeeuw, grote mantelmeeuw, noordse stern en dwergstern) zijn in de periode toegenomen, terwijl vijf soorten (kluut, bontbekplevier, strandplevier, zilvermeeuw en visdief) een afname vertoonden. Van de stormmeeuw is de trend onduidelijk. In hoofdstuk 4 worden per watersysteem de belangrijkste ontwikkelingen beschreven die hebben plaatsgevonden in de broedgebieden. Bij het beschrijven van de ontwikkelingen is vooral aandacht besteed aan beheersmaatregelen die van invloed (kunnen) zijn geweest op de broedplaatskeuze en het broedsucces van kustbroedvogels. In het Haringvliet was het zouteffect op de Scheelhoekeilanden in het broedseizoen van 2016 nog steeds merkbaar. In de Biesbosch werd het project Noordwaard 2 voltooid. Tijdens en na de inrichting van delen van de Noordwaard ontstonden hier grote oppervlakten geschikt broedgebied voor kustbroedvogels. In 2016 werden 280 paar kluten en 33 paar kleine plevieren in de Biesbosch vastgesteld. In de Oosterschelde bleek dat gerichte natuurontwikkeling soms snel kan renderen, het in de Noordpolder op Tholen herstelde eiland werd direct als broedlocatie gebruikt door meer dan 90 paar visdieven. In de Westerschelde blijft de Hooge Platen het belangrijkste broedgebied; met 2470 paar grote sterns (48% van het totaal broedparen in de Delta) en 166 paar dwergstern (38% van het totaal broedparen in de Delta) is het ook landelijk belangrijk. In hoofdstuk 6 wordt voor alle belangrijke soorten kustbroedvogels een korte schets gegeven van de ontwikkelingen van de aantallen broedparen in het Deltagebied in de periode Van alle veertien belangrijke soorten wordt met behulp van figuren het aantalsverloop in en de verspreiding in 2016 weergegeven. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

5 Tabel 1. Aantal broedparen van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2016, het gemiddeld aantal broedparen in de perioden en , trend ( ; - afnemend, =stabiel, +toenemend) en het percentage van de Nederlandse populatie (Boele et al. 2014, 2015, 2016) dat in het Deltagebied broedde waarbij het meest recente landelijke totaal is vergeleken met dat in het Deltagebied in hetzelfde jaar. In de meeste gevallen 2015, maar zie de noten voor opmerkingen. Soort aantal 2016 Gem. aantal Gem. aantal Trend % NL- Populatie Steltkluut Kluut Kleine Plevier Bontbekplevier Strandplevier Zwartkopmeeuw Kokmeeuw = 15 Stormmeeuw ?? Kl.Mantelmeeuw = 42 4 Zilvermeeuw Gr. Mantelmeeuw Grote Stern = 35 Visdief Noordse Stern Dwergstern De trend werd bepaald met behulp van een grafiek met gemiddelden over twee perioden van vijf jaar ( en ) Wanneer het verschil tussen de gemiddelden in deze twe perioden groter is dan 5% van de populatie, is er sprake van een positieve of negatieve trend. 2 Deltagetal 2014 vergeleken met landelijk totaal gemiddeld aantal te laag door onvolledige tellingen in kolonies in Europoort 4 Deltagetal 2013 vergeleken met landelijk totaal gemiddeld aantal te laag door een onvolledige telling in een kolonie in 2010 en gemiddeld aantal te laag door een onvolledige telling in een kolonie in 2013 Kustbroedvogels in het Deltagebied in

6 1. Inleiding Opzet van dit rapport Dit rapport kan worden beschouwd als de jaarlijkse weergave van het sinds 1979 lopende monitoringsprogramma van kustbroedvogels in het Deltagebied. Voor een uitvoerige rapportage over de periode wordt verwezen naar Meininger et al. (1999). De periode wordt gekenmerkt door grote veranderingen in het Deltagebied. In de eerste tien jaar waren dit vooral de effecten van de voltooiing van de Deltawerken, met afdammingen van zeearmen en het droogvallen van grote oppervlakten voormalige slikken en platen. Gedurende de tweede periode van tien jaar waren het vooral inrichtingsmaatregelen die grote effecten hadden op de aantallen en verspreiding van kustbroedvogels. De laatste achttien jaar worden gekenmerkt door de uitvoering van veel natuurontwikkelingsprojecten en het optreden ontzilting gevolgd door vegetatiesuccessie in een groot aantal gebieden. Met ingang van het broedseizoen 2015 is voor de jaarlijkse rapportage gekozen voor een wat andere opzet. Voor alle grote deltawateren wordt een beschrijving gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen die van invloed zijn op de broedplaatskeuze van kustbroedvogels. Indien mogelijk zal ook een verklaring worden gegeven van de ontwikkelingen door koppeling aan interne of externe factoren. De basisgegevens van het aantal broedparen per soort per gebied worden opgenomen in een bijlage. Voorts wordt een tabel en een figuur opgenomen met het aantal broedparen per jaar sinds Het extra hoofdstuk met een uitgebreide beschrijving van een soortgroep is komen te vervallen. Doel van de monitoring Het doel van het monitoren van de populaties van kustbroedvogels in het Deltagebied is het jaarlijks vaststellen van de aantallen en verspreiding van een geselecteerd aantal soorten, om daarmee uitspraken te kunnen doen over de effecten van inrichting en beheer van de Rijkswateren. Onder kustbroedvogels worden hier verstaan kluut, bontbekplevier, kleine plevier, strandplevier en alle soorten meeuwen en sterns. Het deelprogramma kustbroedvogels Delta, gestart in 1979, valt sinds 1990 onder het biologisch monitoringprogramma van de Rijkswateren, uitgevoerd in het kader van MWTL (Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands). Kustbroedvogels in het Deltagebied in

7 2. Dankwoord Tijdens het organiseren en uitvoeren van de broedvogeltellingen in 2016 is een beroep gedaan op diverse vrijwilligers (veelal georganiseerd in vogelwerkgroepen) en medewerkers van terreinbeherende organisaties en overheidsdiensten. Deze personen hebben hun gegevens belangeloos ter beschikking gesteld. De volgende bedrijven/instellingen verleenden in 2016 medewerking of toestemming voor onderzoek op hun terreinen: Havenbedrijf Rotterdam N.V. Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen Provincie Zeeland Rijkswaterstaat Zeeland Rijkswaterstaat Zuid-Holland Shell Nederland Chemie B.V. Moerdijk Staatsbosbeheer regio zuid en west Stichting Het Brabants Landschap Stichting Het Zeeuwse Landschap Stichting Het Zuid-Hollands Landschap Vereniging Natuurmonumenten Waterschap Hollandse Delta Waterschap Scheldestromen Ondersteuning in de vorm van vaartuigen werd geleverd door Rijkswaterstaat Meetdienst Zuid-Holland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, Stichting Het Brabants Landschap, Vereniging Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Het team van aan dit project verbonden veldmedewerkers bestond in 2016 uit Floor Arts, Mark Hoekstein, Sander Lilipaly, Rob Strucker en Pim Wolf met medewerking van Lotte Wijnants. Hierna volgt een lijst van medewerkers en organisaties die in 2016 in enigerlei vorm hebben meegewerkt, en hiervoor hartelijk worden bedankt: R. Beijersbergen, M. Benders, G. Brinkman, B. van Broekhoven, R. Brouwer, B. de Bruin, N. de Bruin, R.-J. Buijs, R. Burgmans, M.A. Buise, H. Castelijns, W. Castelijns, M. Capello, S. Elzerman, G. van den Ende, G. Geertse, A. Hannewijk, R. ter Horst, A. de Jonge, W. Van Kerkhoven, M. Klootwijk, K. de Kraker, A. van der Linden, L. van der Linden, E. Linnartz, L. Linnartz, R. van Loo, P. Maas, J. Maebe, P. L. Meininger, T. Muusse, J. van der Neut, J. Poortvliet, E. Put, F. Schenk, C. Sol, J. Spaargaren, K.D. van Straalen, N. van Swelm, G. Tanis, K. Tanis, R. Teixeira, F.L.L. Tombeur, R. in t Veld, J.W. Vergeer, P. Vermaas, H. Visser, C. Vreugdenhil, B. Vroegindeweij, H. Walbroek, R. van Westrienen, A.P. Wieland. Rijkswaterstaat Meetinformatie Dienst Zeeland, Vogelwerkgroep Bergen op Zoom, Vogelwerkgroep t Duumpje, Vogelwerkgroep Goeree-Overflakkee, Vogelwerkgroep Hoeksche Waards Landschap, Vogelwerkgroep KNNV Voorne, Vogelwerkgroep Ridderkerk/Barendrecht, Vogelwerkgroep Steltkluut, Vogelwerkgroep Schouwen- Duiveland, Vogelwerkgroep Roosendaal, Vogelwerkgroep Walcheren, Staatsbosbeheer regio Zuid en West, Stichting Het Brabants Landschap, Stichting Het Zeeuwse Landschap, Stichting Het Zuid-Hollands Landschap en Vereniging Natuurmonumenten. Een deel van de plevieren, meeuwen en sterns in het Rotterdamse Havengebied, alsmede alle kustbroedvogels van het Krabbe-eiland bij Dordrecht zijn afkomstig uit het rapport Monitoren broedvogels & adviseren broedvrij houden 2016 van Staro Natuur en Buitengebied/Buijs Eco Consult (Benders et al. 2016). Kustbroedvogels in het Deltagebied in

8 Waardevol commentaar op een concept van dit rapport werd ontvangen van Mervin Roos. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

9 3. Methode Uitvoering van de tellingen Voor een gedetailleerde bespreking van de gebruikte methoden bij het vaststellen van de aantallen kustbroedvogels in het Deltagebied wordt verwezen naar Meininger et al. (1999). Een overzicht van inventarisatie-perioden van de verschillende soorten kustbroedvogels staat vermeld in tabel 2. Tabel 2. Overzicht van inventarisatieperioden van kustbroedvogels in het Deltagebied (een maand is verdeeld in decaden). Inventarisatie: grijs =tellingen bruikbaar, zwart =optimale inventarisatieperiode. Maand: April Mei Juni Juli Kluut Kleine Plevier Bontbekplevier Strandplevier Zwartkopmeeuw Kokmeeuw Stormmeeuw Kleine Mantelmeeuw Zilvermeeuw Grote Mantelmeeuw Grote Stern Visdief Noordse Stern Dwergstern April Mei Juni Juli Begrenzing van het studiegebied Het jaarlijks monitoren van de kustbroedvogels vindt plaats in het gehele Deltagebied ( Figuur 3.1). Veel soorten zijn immers zeer mobiel en kunnen soms zelfs binnen één broedseizoen van broedplaats wisselen. Het onderzoeksgebied strekt zich zuidelijk uit tot de Nederlands-Belgische grens, oostelijk tot de lijn Bergen op Zoom - Moerdijk - Biesbosch - Dordrecht en noordelijk tot de Nieuwe Waterweg - Nieuwe Maas. Verwerking van de gegevens Bij het uitvoeren van de kustbroedvogeltellingen in het Deltagebied bestaat een nauwe samenwerking tussen de Centrale Informatievoorziening (RWS), terreinbeherende organisaties, ambtelijke diensten en een groot aantal vrijwilligers. De organisatie, verwerking en deels ook de uitvoering van de tellingen wordt, in opdracht van de Centrale Informatievoorziening (RWS), uitgevoerd door een vijftal medewerkers van Delta ProjectManagement (DPM). Tijdens het broedseizoen worden alle gegevens van kustbroedvogels per bezoek en per gebied door DPM medewerkers genoteerd op formulieren. Na het broedseizoen worden voor elk onderzocht gebied de aantallen vastgesteld, waarbij speciaal gekeken wordt naar de optimale inventarisatieperiodes van elke soort (tabel 2). Om dubbeltellingen als gevolg van hervestigingen zoveel mogelijk te voorkomen, worden (vrijwel) alleen aantallen uit deze voorkeurperiodes gebruikt. Vervolgens wordt er een Kustbroedvogels in het Deltagebied in

10 tabel met voorlopige aantallen gemaakt en deze wordt in de nazomer verstuurd naar alle vrijwilligers met de vraag om deze tabel aan te vullen. De aantallen per gebied worden ingevoerd in een databasebestand om allerlei bewerkingen mogelijk te maken. De database wordt jaarlijks naar SOVON gestuurd voor opname in de landelijke database en voor verwerking in de landelijke rapportage. 1. Voordelta 2. Haringvliet 3. Hollandsch Diep 4. Biesbosch 5. Grevelingenmeer 6. Volkerakmeer 7. Oosterschelde 8. Zoommeer 9. Markiezaat 10. Veerse Meer 11. Westerschelde Figuur 3.1. Het Deltagebied: de belangrijkste watersystemen Volledigheid van de tellingen De kustbroedvogeltellingen in 2016 zijn zonder noemenswaardige problemen verlopen. Van alle bekende gebieden waar recent kustbroedvogels hebben gebroed ontbreken alleen gegevens van de natuurbouw in de Beningerwaard. Voor het aantal broedparen van de Kleine Plevier geldt dat met name buiten de grote deltawateren ongetwijfeld broedparen zijn gemist. In het havengebied van Rotterdam heeft STARO het gebied, dat geinventariseerd werd op meeuwen, in 2015 flink vergroot (Benders et al. 2015). Ook in 2016 bezochten en inventariseerden zij op diverse. (industrie)terreinen die buiten de reguliere monitoring vallen. De belangrijkste verandering ten opzichte van de situatie voor 2015 vond plaats bij de stormmeeuw waarvan in deze nieuwe gebieden in totaal c. 360 nieuwe broedparen geteld werden. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

11 4. Belangrijke ontwikkelingen in broedgebieden Algemeen Per watersysteem worden de belangrijkste ontwikkelingen beschreven die hebben plaatsgevonden in de broedgebieden. Bij het beschrijven van de ontwikkelingen is vooral aandacht besteed aan beheersmaatregelen die van invloed (kunnen) zijn geweest op de broedplaatskeuze en het broedsucces van kustbroedvogels. Voordelta De Voordelta is een belangrijk broedgebied voor kustbroedvogels. In het Rotterdams havengebied en in de Meeuwenduinen op Schouwen bevinden zich grote kolonies meeuwen. Verder komen op de Maasvlakte o.a. Kluten, Bontbekplevieren, Kokmeeuwen, Visdieven en Dwergsterns tot broeden. De Kwade Hoek vormt een belangrijk broedgebied voor Strandplevieren. Op diverse plaatsen vond in de loop der jaren natuurontwikkeling plaats, zoals op het Groene Strand en de Punt van Voorne, het Noordervroon op Walcheren en Waterdunen en de Herdijkte Verdronken Zwarte Polder in Zeeuws-Vlaanderen. In al deze gebieden vestigden zich diverse soorten kustbroedvogels. Delen van de Splitsingsdam bij Rozenburg werden vergraven, inclusief het eerder voor broedvogels aangelegde natuurbouwdeel. Op de Maasvlakte I, Maasvlakte II en in Europoort werden ook in 2016 delen van optieterreinen vrij gehouden van broedende meeuwen. De vervangende broedlokatie voor grote meeuwen ten westen van de Slufter op Maasvlakte II werd deels gemaaid maar is nog niet door meeuwen gekoloniseerd. Door de aanleg van een groot parkeerterrein verdween het broedgebied van de Kleifabriek vrijwel volledig. De Vogelvallei werd volledig opnieuw ingericht en bestaat nu uit vijf eilanden met verschillende grondsoorten zodat diverse habitats ontstaan. Op de Punt van Voorne vonden voor aanvang van het broedseizoen nog kleine werkzaamheden plaats om het gebied aantrekkelijk te houden voor plevieren en dwergsterns. In 2016 kwamen hier bontbek- en strandplevieren tot broeden en een kolonie van tenminste 28 paar dwergsterns. Op het groene strand van de Kwade Hoek en de Oostduinen werden evenals in voorgaande broedseizoenen informatieborden en verbodsborden geplaatst die recreanten erop wijzen dat hier kustbroedvogels tot broeden komen. Het broedgebied werd met een koord afgesloten. In het gebied kwamen in 2016 enkele paren strandplevieren en tientallen paren kluten tot broeden. Het strandje voor het Topshuis op Neeltje Jans werd vanaf 1 april afgesloten. Voor en tijdens het broedseizoen werden wandelaars middels bebording en een laag touw tussen grote keien ontmoedigd om het broedgebied van Dwergsterns te betreden. Voorafgaand aan het broedseizoen werd een strook van c 70 meter met zand opgehoogd om overspoelingsgevaar voor de legsels van plevieren en dwergsterns te verkleinen. Op het Plateau van Noordland werd het broedgebied onder de meest westelijke windmolen ongeschikt gemaakt door het aanbrengen van honderden grote stenen. Enkele tientallen meters ten zuiden hiervan werd een nieuwe broedlokatie voor dwergsterns aangelegd. Ondanks de inzet van metalen Loksterns kwamen hier geen sterns tot broeden. Rond enkele broedeilanden in het Noordervroon van Westkapelle werd een raster geplaatst. Er kwamen in 2016 slechts enkele paren kluten tot broeden en diverse paren Kleine Plevier. In Waterdunen werden in de winter van 2015/2016 diverse werkzaamheden uitgevoerd. In 2016 kwamen er o.a. kluten, kleine plevieren en strandplevieren tot broeden. Haringvliet Kustbroedvogels in het Haringvliet komen vrijwel uitsluitend tot broeden op eilanden. Een groot deel van deze eilanden werd aan het eind van de twintigste eeuw Kustbroedvogels in het Deltagebied in

12 op diverse plaatsen in dit gebied aangelegd, zoals nabij de Scheelhoek, bij het Quackgors en op de Ventjagersplaten. Zonder een gericht beheer raken deze eilanden al na enkele jaren sterk begroeid, waardoor ze voor de meeste kustbroedvogels ongeschikt worden als broedgebied. Doordat zowel Natuurmonumenten als Staatsbosbeheer op een groot deel van de eilanden een beheer voert dat gericht is op het tegengaan van de vegetatiesuccessie, heeft het Haringvliet z n belangrijke functie als broedgebied voor kustbroedvogels kunnen behouden. De meest talrijke kustbroedvogels aan het Haringvliet zijn kokmeeuw (4580 paar), grote stern (2274 paar), kleine mantelmeeuw (2196 paar), visdief (701 paar) en zwartkopmeeuw (524 paar). Op de Scheelhoekeilanden werden in de winter van 2013/2014 drie eilanden bedekt met een laag zout waardoor grote delen van deze eilanden kaal bleven. Dit zouteffect was ook in het broedseizoen van 2016 nog op enkele eilanden merkbaar. Vooral op Groot en Klein Duineiland bleef de vegetatie op eerder met zout behandelde delen lager. Op Groot Duineiland kwamen 2270 paar grote sterns tot broeden. Op Betoneiland leek het zouteffect bescheiden en was de vegetatie in de eerste helft van mei al duidelijk hoger dan in voorgaande jaren en in juni zelfs hoog. Desondanks vestigde een kolonie kokmeeuwen zich op Betoneiland. Op de Slijkplaat werden voorafgaand aan het broedseizoen de bomen en struiken verwijderd en werden (delen van) de beide eilanden gemaaid. De vegetatie was op het grootste deel van de eilanden laag, alleen in de kokmeeuwenkolonie stond de vegetatie beduidend hoger. Er werden diverse rattenkisten geplaatst, maar toch bleken ratten in mei nog aanwezig te zijn getuige de diverse door ratten gepredeerde volwassen kokmeeuwen. De aantallen kokmeeuwen lagen iets hoger dan in 2015, ook de aantallen op de Scheelhoekeilanden lieten een lichte groei zien. In de kokmeeuwkolonie werd veel predatie van jongen vastgesteld (o.a. door kleine mantelmeeuwen). Het aantal broedende visdieven op de Slijkplaat blijft met slechts 76 paren bijzonder klein, In 2012 broedden hier nog ruim 400 paar. Vermoedelijk speelt de hoge predatiedruk van meeuwen (en ratten?) deze soort parten. Op de eilanden bij het Quackgors werden vóór het broedseizoen de struiken weggezaagd, maar niet verwijderd. In het broedseizoen was de vegetatie laag. Het aantal broedende kluten op de eilanden en het nabijgelegen vasteland was met 16 paar vergelijkbaar met Het broedsucces van deze vestiging lijkt echter nihil, begin juni werden geen jongen en slechts enkele adulte kluten opgemerkt. De eilanden van de Ventjagersplaten (Zwarts, Lebret en Ouweneel) werden in het najaar van 2015 gemaaid en struiken werden gekapt (maar niet weggehaald). Zoals ook in eerdere jaren is op Lebret overjarig riet op enkele plaatsen gespaard ten behoeve van de kolonie Lepelaars. Verder werden op alle drie de eilanden de bomen en struiken verwijderd. Op de eilanden Lebret en Ouweneel kwamen wat betreft kustbroedvogels alleen grote meeuwen tot broeden, maar op het eiland Zwarts vestigde zich o.a. een flinke kolonie kokmeeuwen (496 paar) en zwartkopmeeuwen (387 paar) die in deze kolonie een redelijk broedsucces hadden. Het broedsucces van de visdieven (134 paar) en dwergsterns (14 paar).was slecht.er werden 20 vliegvlugge visdieven gezien, maar geen enkele jonge dwergstern. Op de eilanden werden rattenkisten geplaatst maar desondanks werden op Ouweneel in juni rattenholen vastgesteld. Hollandsch Diep Langs het Hollandsch Diep liggen maar enkele terreinen, die geschikt zijn als broedplaats voor kustbroedvogels. Het belangrijkste gebied is het industrieterrein van Moerdijk en de nabijgelegen Sassenplaat. Op het industrieterrein van Moerdijk kwamen in 2016 vele honderden kleine mantelmeeuwen en vele tientallen stormmeeuwen, zilvermeeuwen en visdieven tot broeden. Door de ingebruikname van braakliggende gronden voor industrie en bedrijven is het oppervlakte geschikt broedgebied hier in de loop der jaren flink afgenomen. Verder is het industrieterrein minder geschikt geworden als broedplaats voor kustbroedvogels door de aanwezigheid van vossen. Dit alles resulteerde de laatste jaren in een flinke afname van het aantal broedende kleine mantel- en zilvermeeuwen. De Sassenplaat werd vooral geschikt voor kustbroedvogels, nadat hier in 2008 een groot baggerdepot werd aangelegd. Er vestigde zich een grote meeuwenkolonie met vele honderden paren kleine mantelmeeuwen en enkele tientallen paren zilvermeeuwen. Het betreft hier vooral vogels, die afkomstig zijn van het industrieterrein van Moerdijk (pers. med. R.J. Buijs). Kustbroedvogels in het Deltagebied in

13 Langs de noordrand van het Hollandsch Diep in de Hoeksche Waard zijn in het kader van het project Deltanatuur enkele polders omgevormd tot natuurgebied: de Albert-, Pieter- en Leendertspolder (2005/2006) en de Oosterse Bekade Gorzen (2009). In de eerste jaren na aanleg kwamen hier vele tientallen paren kluten, kokmeeuwen (alleen in APL-polder) en visdieven tot broeden, maar door vegetatiesuccessie zijn de aantallen afgenomen. Biesbosch In het zoetwatergetijdengebied de Biesbosch kwamen tot aan het eind van de jaren negentig van de vorige eeuw slechts kleine aantallen kustbroedvogels tot broeden. De veelal met riet en wilgen begroeide gebieden boden geen geschikt broedbiotoop voor deze soortgroep, die juist een voorkeur heeft voor weinig begroeide terreinen. Deze situatie veranderde, toen er vanaf het eind van de jaren negentig op grote schaal natuurontwikkeling plaatsvond, eerst in de Sliedrechtse Biesbosch en later in de Brabantse Biesbosch. In de Sliedrechtse Biesbosch vestigden zich maximaal enkele tientallen paren Kluten, Kokmeeuwen en Visdieven, maar door vegetatiesuccessie en/of het onder invloed brengen van het getij waren deze broedplaatsen slechts tijdelijk geschikt. In de Brabantse Biesbosch werd in 2006 begonnen met het project Noordwaard 1 (600 ha). Dit project heeft als doel natuurontwikkeling en hiervoor werden in de voormalige landbouwpolder geulen gegraven, bruggen en wegen aangelegd en buitendijken doorgraven om water in het gebied te laten. Met de grond die beschikbaar kwam bij het graafwerk werden eilanden aangelegd. Het gebied zorgt op een natuurlijke wijze voor waterberging (ruimte voor de rivier). Het project Noordwaard 2 heeft als doel om overstromingen te voorkomen door de rivier meer ruimte te geven. De werkzaamheden vinden plaats tussen 2012 en 2016, waarbij van dit deel van de Noordwaard een doorstroomgebied wordt gemaakt. Over een lengte van 2 km wordt de dijk aan de Nieuwe Merwede verlaagd en worden polderdijken landinwaarts verplaatst. Het gebied zal naar verwachting meerdere keren per jaar onder water lopen, met name in de wintermaanden. Tijdens en na de inrichting van delen van de Noordwaard ontstonden hier grote oppervlakten geschikt broedgebied voor kustbroedvogels. Vooral kluten, kleine plevieren, kokmeeuwen en visdieven wisten de nieuwe broedgebieden te vinden. In 2016 kwamen in de Biesbosch 279 paar kluten en 37 paar kleine plevieren tot broeden. Nergens anders in het Deltagebied kwamen zulke hoge aantallen kleine plevieren tot broeden. Voor de kluut is deze kolonie veruit de grootste in het Deltagebied. Ook de kokmeeuw zat met 593 paar flink in de lift. De visdief profiteerde slechts kortstondig van de natuurontwikkeling. Het aantal broedparen bleef steken op 3. Door de grootschalige natuurontwikkeling in de Biesbosch zal het aantal kustbroedvogels de komende jaren naar inschatting nog stabiel blijven of zelfs toenemen. Volkerakmeer Na de afsluiting van het getij in 1987 verzoette het Volkerakmeer in hoog tempo. In het nieuw ontstane meer werden een flink aantal kleine eilanden en stenen oeververdedigingen aangelegd. De successie van de vegetatie is nog volop gaande door de traagheid van de ontzilting van de bodem. Inmiddels is het karakter van het gebied veranderd in dat van een zoetwatermeer met een toenemende weelderige opgaande begroeiing op de eilanden en oevers. Alleen door gericht beheer kunnen bepaalde gebieden open worden gehouden. Dit gebeurd deels ten behoeve van kustbroedvogels. Veranderingen in beheer kunnen daardoor grote invloed hebben op de aantallen kustbroedvogels. Op de Krammersche Slikken broed de grootste diversiteit aan kustbroedvogels in het Krammer-Volkerak. Het gebied is al jaren broedgebied voor soorten als visdief, dwergstern, strandplevier, kleine plevier, kluut, kokmeeuw, stormmeeuw, kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw. De vegetatie wordt kort gehouden door seizoensbegrazing en gefaseerd maaibeheer van het hogere slik. Op de eilanden voor de Krammersche Slikken broeden grote zilverreiger, kleine zilverreiger, blauwe reiger en aalscholvers. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

14 Het Ooltgensplaateiland bij de Hellegatsplaten was net als voorgaande jaren weer gemaaid ten behoeve van de kolonie kokmeeuwen en zwartkopmeeuwen. Ook was het eiland afgezet met schrikdraad om het vee te belemmeren het eiland te betreden. In het verleden bleek het vee soms de nesten te vertrappen. Langs de Philipsdam is een corridor aangelegd waardoor vee zich gemakkelijk kan verplaatsen van de Plaat van de Vliet naar de Slikken van de Heen. Keerzijde van deze verandering is dat nu ook vossen zeer gemakkelijk tot dichtbij het Slaakeiland kunnen komen. Daar bevindt zich een kolonie zilver- en kleine mantelmeeuwen. Tevens broeden er lepelaars, stormmeeuwen, visdieven en diverse soorten ganzen en eenden. Het Slaakeiland was in het voorgaande najaar deels gemaaid omdat er veel opslag was van kruipwilg. Het begrazingsbeheer met geiten werkte onvoldoende tegen de opslag van bomen en struiken en is daarom gestopt. Dit jaar was de begroeiing desondanks weelderiger dan ooit. Op het sluizencomplex bij de Krammersluizen werd een braakliggend terrein net als voorgaande jaren geëgd. Dit gebeurt om het terrein geschikt te houden voor kustbroedvogels. Dat dit succesvol is bewijst het broeden van visdieven en maar liefst zes soorten meeuwen. Op de eilandjes nabij de Dintelse Gorzen vestigen zich al jaren geen kolonies kustbroedvogels. Deze eilandjes zijn door vegetatiesuccesie verruigd en de aanwezigheid van vossen ontmoedigd kustbroedvogels om zich er te vestigen. Grevelingenmeer Het Grevelingenmeer is één van de belangrijkste broedgebieden voor kustbroedvogels in het Deltagebied. Door de invloed van het zoute water wordt de vegetatiesuccessie op de laaggelegen delen van de buitendijkse gronden en eilanden geremd en zijn hier nog zoutminnende vegetaties aanwezig. Verder wordt een aantal eilanden jaarlijks door Staatsbosbeheer gemaaid. Deze weinig tot laag begroeide gebieden vormen een aantrekkelijk broedhabitat voor diverse soorten kustbroedvogels zoals Kluten, plevieren, meeuwen en sterns. Om het gebied aantrekkelijker voor kustbroedvogels te maken zijn in de loop der jaren door Staatsbosbeheer vele maatregelen uitgevoerd. Op diverse plaatsen werden eilanden gecreëerd zoals op de Slikken van Bommenede, bij de Slikken van Flakkee noord, op het slik bij Dijkwater, aan de westkant van de Veermansplaat en de Hompelvoet. Verder werden in diverse gebieden schelpen aangebracht, zoals op de Slikken van Flakkee zuid, de Slikken van Bommenede en de Kleine Stampersplaat. Veel van deze maatregelen waren zeer succesvol en leidden vaak al in het jaar na uitvoering tot de vestiging van diverse soorten kustbroedvogels. Door een relatief groot aanbod aan geschikte broedgebieden kunnen de kustbroedvogels in het Grevelingenmeer jaarlijks een keuze maken, welke broedplaats(en) het meest optimaal zijn. Naast het beheer van de broedplaatsen is ook het peilbeheer van het Grevelingenmeer van groot belang. Over de uitvoering van het peilbesluit wordt constructief overleg gevoerd tussen Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat. Zo wordt het peil in het meer vanaf begin april geleidelijk verlaagd, waardoor er foerageer- en broedgebieden voor kustbroedvogels beschikbaar komen. Ook wordt met een lager waterpeil in de broedtijd de kans op overstroming van de broedplaatsen tijdens een storm aanmerkelijk kleiner. In de loop van de zomer wordt het peil weer teruggebracht naar een hoger niveau. De predatiedruk in het Grevelingenmeer door roofvogels is sinds de eeuwwisseling flink toegenomen. Door het uitgroeien van de jonge bossen vestigden buizerd, sperwer en havik zich als broedvogel en namen in aantal toe. In 2016 werden veel bruine ratten waargenomen, Mogelijk is de aanwezigheid van deze grondpredator de reden van het verdwijnen van enkele visdiefkolonies zoals bij de Grevelingendam, Slikken van Flakkee-zuid en de Kil (De Kraker 2017). Ook vóór het broedseizoen van 2016 werden door Staatsbosbeheer weer een aantal eilanden gemaaid: Markenje, Dwars in de Weg, de Kleine Stampersplaat en het eiland van de Kabbelaarsbank. Op Markenje en de Kleine Stampersplaat vindt erosie plaats, waardoor de eilanden en daarmee het oppervlakte geschikt broedgebied voor kustbroedvogels kleiner wordt. Op Markenje werden schelpen uitgestrooid op de noordhaak. In het najaar van 2014 is er door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een ontwerp-rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer uitgebracht. In dit Kustbroedvogels in het Deltagebied in

15 rapport worden voorstellen gedaan voor veranderingen in de waterhuishouding van o.a. het Grevelingenmeer. Om de zuurstofloosheid tegen te gaan wordt een ontwikkelperspectief gepresenteerd, waarbij de waterkwaliteit verbetert door het terugbrengen van gedempt getij via een doorlaat in de Brouwersdam die de Grevelingen verbindt met de Noordzee. Uitgangspunt is een getijslag van maximaal 50 cm bij een gemiddeld waterpeil van -0,20 meter NAP. Voor de Brouwersdam wordt onderzoek gedaan of de bouw van een getijdencentrale rendabel is ((Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2014). Omdat het merendeel van de kustbroedvogels op laaggelegen gebieden broedt, zal een groot deel van de broedgebieden bij invoering van het getij verdwijnen. Slechts op een enkele plaats zal hogerop de oever vervangend broedgebied kunnen ontstaan. Het gevolg zal dan ook een sterke afname van het aantal kustbroedvogels zijn. Er zullen uitgebreide compensatiemaatregelen nodig zijn om dit verlies te compenseren, zoals de aanleg van nieuwe broedeilanden, het ophogen van bestaande broedplaatsen en het op grote schaal verwijderen van bomen en struiken. Oosterschelde De Oosterschelde is één van de belangrijkste broedgebieden voor kustbroedvogels in het Deltagebied. Als gevolg van de uitvoering van de Deltawerken (stormvloedkering, compartimenteringsdammen) is het areaal aan slikken en schorren in het gebied flink afgenomen. Voor kustbroedvogels is zowel de afname van het schorrenareaal (broedgebied) als de afname van ondiep water (foerageergebied) van belang. Om het verlies aan natuur (ten dele) te compenseren werd in 1991 het Plan Tureluur gepresenteerd. Langs de Oosterschelde werden 44 grotere en kleinere gebieden geselecteerd, waar mogelijkheden bestonden voor natuurontwikkeling. Omdat de mogelijkheden voor compensatie in het buitendijkse gebied beperkt zijn, vond een groot deel van de natuurontwikkeling binnendijks plaats. Er werden twee grootschalige natuurontwikkelingsprojecten uitgevoerd, namelijk op de zuidkust van Schouwen ( ) en op de zuidkust van Tholen ( ). Diverse kustbroedvogels hebben geprofiteerd van de aanleg van deze natuurontwikkelingsgebieden en zijn na de eeuwwisseling in de Oosterschelde in aantal toegenomen (o.a. Kluut, Bontbekplevier, Kokmeeuw, Visdief en Dwergstern). Neeltje Jans en Roggenplaat Op het werkeiland Neeltje Jans werden in februari en maart enkele gebieden aantrekkelijker voor kustbroedvogels gemaakt. Bij het zanddepot werd opslag van duindoorns verwijderd, zand en schelpenranden gestort en een drijvend broedeiland (10x12 meter) geplaatst. Deze natuurmaatregelen werden uitgevoerd als natuurcompensatie voor broedgebied dat bij de bouw van Windpark Bouwdokken verloren gaat. Windpark Bouwdokken zal in de periode gebouwd worden. Het nieuwe broedeiland werd direct in gebruik genomen door 50 paar Visdieven en 5 paar Kokmeeuwen. Op Noordland werd het broedgebied van Dwergsterns onder de meest westelijke windmolen ongeschikt gemaakt door er enkele honderden grote stenen te plaatsen. In 2015 werden minstens zeven Dwergsterns geraakt door de rotorbladen. Om herhaling te voorkomen werd door E-Connection een nieuw broedgebied op enige afstand van de windmolen ingericht en werd tevens het strand bij het Topshuis over een lengte van 70 meter opgehoogd om meer broedgelegenheid voor Dwergsterns te bieden. De schelpenrug op de Neeltje Jansplaat wordt geleidelijk hoger en raakt enigszins begroeid, waardoor er de laatste jaren enkele paren Kleine Mantelmeeuwen en Zilvermeeuwen tot broeden kwamen. Schouwen- Duiveland De twee resterende eilanden in de Schelphoek hebben al enige jaren te lijden van erosie als gevolg van stormen. Op de eilanden broeden enkele tientallen grote meeuwen en is er een kleine kolonie Aalscholvers. In de Schelphoek werd een oud caisson ingericht als broedgebied voor sterns. In 2016 werden hier nog geen broedvogels vastgesteld. In het Pikgat was voor het broedseizoen één van de eilanden afgevlakt en van een laag schelpen voorzien. Op de andere eilanden werden struiken en hoge vegetatie verwijderd. Het eiland in de Cauwersinlaag werd in de winter gemaaid. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

16 Het Gasthuisbevang bestaat in het westelijke deel uit grote ondiepe plassen en in het oostelijke deel uit drogere delen. In het centrale deel werden twee uitzichtpunten aangelegd. Net als in 2015 was het gebied tijdens het broedseizoen van 2016 zeer droog, met grote oppervlakten kale grond. Er kwamen o.a. Kluten, Kleine Plevieren, Kokmeeuwen en enkele paren Strandplevieren tot broeden. In de Zuidhoekinlaag werd een eilandje afgevlakt en op drie plaatsen werden schelpen uitgestrooid. Het fietspad langs het schor t Stelletje wordt veelvuldig gebruikt door recreanten, waarbij ook de broedplaats van de Bontbekplevieren regelmatig wordt bezocht. Het schelpeneiland in de Klein Beijerenpolder trok in 2016 opnieuw veel broedvogels maar raakte in de loop van het broedseizoen snel flink begroeid. Zowel bij de Kluut als bij de Visdief was het broedsucces in dit gebied uitstekend en vlogen er relatief veel jongen uit. De Visdiefkolonie op de mosselhangculturen in de haven van Zijpe nam opnieuw flink toe en groeide van 52 paar in 2015 naar 83 in St.Philipsland en Tholen Op de Krammersluizen werd het plateau ten noorden van de politiepost aan de Volkerakzijde vóór het broedseizoen van 2016 geëgd. Dankzij deze maatregel blijft dit gebied een functie vervullen als broedgebied voor kustbroedvogels. In het Rammegors was in 2016 door problemen met de inlaat nog geen herstel van de getijdewerking gerealiseerd. Langs de kreken kwamen wel tientallen Kokmeeuwen en Kluten tot broeden. Het eilandje in het Stinkgat was door erosie steeds kleiner geworden en steeds minder geschikt als broedkolonie voor kustbroedvogels. In de winter 2016/2017 is het eiland hersteld en geschikt gemaakt voor kustbroedvogels. In de natuurbouw van de Noordpolder is het eiland hersteld en geschikt gemaakt voor kustbroedvogels. Deze ingreep was een groot succes en in 2016 er kwamen ruim 93 paar Visdieven en 33 paar Kluten tot broeden. Zuid- Beveland Het schor bij de Stroodorpepolder is een belangrijk broedgebied voor Bontbek- en Strandplevier maar wordt regelmatig door recreanten bezocht. Half juni werden enkele legsels van Strandplevieren overspoeld tijdens springtij. De Inlaag van de Kaarspolder is gevoelig voor overstroming na zware regenval. Voor zover bekend vond er in 2016 geen overspoeling van nesten plaats. Het aantal Kokmeeuwen groeide van 191 paar in 2015 naar 397 in De broedeilandjes in de Deesche Watergang zijn door erosie erg klein geworden. Voor het broedseizoen werd een nieuwe kreek gegraven aan de noordzijde en werden er twee grote poelen aangelegd. Door een hoge waterstand overspoelden in juni een flink aantal laaggelegen nesten van Kokmeeuw en Visdief. In de Wilhelminapolder kwamen binnendijk nog steeds enkele paren Bontbekplevieren tot broeden. In 2016 werd het gebied dat de laatste jaren speciaal voor kustbroedvogels werd beheerd, geëgaliseerd, opgehoogd en bij de aangrenzende akker getrokken. Naar verwachting zal dit gebied in 2017 niet meer geschikt voor kustbroedvogels zijn. Noord- Beveland Het waterpeil in de Wanteskuup was in 2016 te hoog voor kustbroedvogels. Het drijvend broedeiland Soeke in de Wanteskuup raakt steeds meer begroeid met struikjes en hoge kruidenvegetatie en is voor kustbroedvogels niet meer geschikt als broedlocatie. In de Oesterput werd in maart 2016 een drijvend broedeiland geplaatst van 10x12 meter. Het eiland werd al in het eerste jaar in gebruik genomen door 42 paar Visdieven. Op de eilanden in de s Gravenhoekinlaag werd in de winter de vegetatie verwijderd, een kolonie Kokmeeuwen en Visdieven kwam tot broeden. Het waterpeil in het Bokkegat was in 2016 te hoog. Er kwamen geen kustbroedvogels in dit gebied tot broeden. Zoommeer Het Zoommeer vormt één waterlichaam met de Eendracht en het Volkerakmeer. Door de voortdurende ontzilting begint nu ook de Prinsesseplaat, het laatste open Kustbroedvogels in het Deltagebied in

17 gebied, steeds meer begroeid te raken. Vanwege de successie en de daarmee gepaard gaande aanwezigheid van predatoren is het aantal kustbroedvogels in de loop der jaren sterk afgenomen en in 2016 beperkt tot enkele tientallen Zilvermeeuwen, Kluten en enkele paren Kleine Plevieren. Markiezaat Evenals in de andere zoete meren is in het Markiezaat na de afsluiting het landschap sterk veranderd door vegetatiesuccessie op de drooggevallen delen. In de laaggelegen delen zit nog steeds zout in de bodem, waardoor de vegetatie daar beperkt blijft tot zouttolerante planten. Het waterpeil wordt grotendeels bepaald door aanvoer van regenwater vanaf de Brabantse Wal. In de tweede week van mei was het waterpeil na enkele dagen met veel neerslag zeer hoog en overspoelden op de Spuitkop meerdere nesten van Zilver- en Kleine Mantelmeeuwen en Lepelaars. Veerse Meer In het Veerse Meer zijn na de afsluiting met de Veerse Dam en Zandkreekdam door het aanplanten van bos en vegetatiesuccessie nog slechts drie locaties van belang voor kustbroedvogels: Kwistenburg, de Middelplaten en de Haringvreter. Op de Middelplaten werd voor het tweede achtereenvolgende jaar veel predatie door vossen vastgesteld. Met name (volwassen) Brandganzen waren slachtoffer en in mindere mate Zilver- en Kleine Mantelmeeuwen. Het grote eiland is inmiddels geheel verlaten door kustbroedvogels. De Visdiefkolonie op de vooroever aan de westkant van de Middelplaten werd met een raster beschermd tegen vertrapping door vee. Begin juni was het raster kapot maar gelukkig werd er geen vertrapping van nesten of kuikens vastgesteld. Op Kwistenburg werd het gehele broedgebied afgezet met schrikdraad. Begin juni was het raster kapot en werd de kleine kolonie Dwergsterns en Visdieven waarschijnlijk door koeien verstoord/vertrapt Westerschelde De Westerschelde is het laatste estuarium van Zuidwest-Nederland dat nog in open verbinding staat met de zee. Vanuit het westen stroomt tijdens vloed zeewater naar binnen, vanuit het oosten voert de rivier de Schelde zoet water aan. Door de menging van deze twee watersoorten is het oostelijk deel van het Westerschelde estuarium brak. Het Westerscheldegebied is van groot belang voor kustbroedvogels. Op de Hooge Platen bij Breskens bevinden zich belangrijke kolonies van o.a. Kokmeeuw, Zwartkopmeeuw, Grote Stern, Visdief en Dwergstern. In het Sloegebied, het havengebied van Vlissingen en op het Zuidgors bij Ellewoutsdijk bevinden zich grote meeuwenkolonies. De eertijds grote (Zilver)meeuwenkolonie in het Verdronken Land van Saeftinghe is door het sluiten van de vuilnisbelt in Antwerpen en de komst van de vos nagenoeg verdwenen. In de loop der jaren vond op diverse plaatsen langs de Westerschelde natuurontwikkeling plaats. Voorbeelden zijn Coudorpe bij Ellewoutsdijk, de St Jacobspolderweg bij Baarland, de Molenpolder bij Kloosterzande, de Braakman en de Margarethapolder bij Terneuzen en het Voorland van Nummer Een bij Hoofdplaat. Hierdoor ontstonden er voor diverse soorten kustbroedvogels aantrekkelijke nieuwe broedgebieden. Door de zoutinvloed vanuit de Westerschelde én door beheersingrepen van onder andere Waterschap Zeeuwse Stromen en het Zeeuwse Landschap blijven buitendijkse broedgebieden lang geschikt voor kustbroedvogels hoewel de sterke vergrassing van de taluds van de Westerscheldedijken een knelpunt vormen. Na de eeuwwisseling ontstonden op de zeedijken door het aanbrengen van een nieuwe dijkbekleding geschikte broedgebieden voor bontbek- en strandplevieren. De laatste jaren nemen de aantallen van beide soorten daar echter sterk af. De toegenomen recreatiedruk op de dijken door het openstellen van onderhoudswegen zou daar best wel eens aan ten grondslag kunnen liggen. Zuid- Beveland In de Inlaag Coudorpe is sprake van een toenemende verruiging. De oppervlakte die begroeid is met riet, duindoorn en wilg neemt jaarlijks toe. Inmiddels is ruim een kwart van het gebied begroeid met hogere vegetatie. Desondanks kwamen in 2016 Kustbroedvogels in het Deltagebied in

18 nog enkele paren kluten en tientallen paren kokmeeuwen, kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen tot broeden. De eilandjes die in de Inlaag 1887 bij Ellewoutsdijk werden opgeschoond en aangelegd werden niet door kustbroedvogels gebruikt. In het gebied broeden vooral zilvermeeuwen. Op het Zuidgors keerde, na een afwezigheid van vijf jaar, een kleine kolonie kokmeeuwen terug (93 paar).de inrichting van de Hoedekenskerkepolder werd in de winter van 2016 voltooid. In het broedseizoen van 2016 broedden in dit gebied enkele tientallen paren kluten, drie paar bontbekplevieren en 179 paar kokmeeuw. Zeeuws- Vlaanderen Ondanks de plaatsing van een beschermende palenrij aan de westzijde in 2014 zijn de westelijke duinen van de Hooge Platen sterk afgeslagen. Het oppervlak aan geschikt broedgebied voor meeuwen en sterns neemt daardoor jaarlijks verder af. Door de opslag van vegetatie en het zeer hoge waterpeil was er in de Margarethapolder slechts weinig broedhabitat overgebleven. Ten oosten van de voormalige veerhaven van Perkpolder werd 75 hectare voormalig akkerland ingericht als schor en slik. In het broedseizoen van 2015 was er nog geen open verbinding tussen dit gebied en de Westerschelde en kwamen er 24 paar Kluten en 1 paar Kleine Plevier tot broeden. De broedeilanden in de Molenpolder bij Kloosterzande zijn sterk begroeid geraakt. Desondanks deden 180 paar visdieven en 120 paar kokmeeuwen hier een broedpoging. Het Verdronken Land van Saeftinghe blijft aan belang voor kustbroedvogels inboeten. In 2016 kwamen in dit uitgestrekte gebied slechts 3 paar zilvermeeuwen en ruim 30 paar kluten tot broeden. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

19 5. Weer en overspoeling Weer Onderstaand overzicht is gebaseerd op metingen in het tijdvak april 2016 tot en met juli 2016 te Vlissingen zoals gepubliceerd in het Maandoverzicht van het weer in Nederland, uitgegeven door het KNMI in de Bilt (KNMI 2016). Doordat er, vooral in de zomermaanden, plaatselijk grote verschillen in temperatuur en neerslag kunnen optreden geeft onderstaand overzicht een globaal beeld van de weersgesteldheid. April was vrij koud en nat met iets meer zon dan normaal. De gemiddelde temperatuur van 8,7 ºC lag iets onder het gemiddelde. Één enkele dag werd er een temperatuur gemeten van nét boven de 20 ºC en daarmee is de maand april kouder dan normaal. Aan de andere kant is er in de Bilt enkel één vorstdag (-2,5 ºC op 20 april) gemeten terwijl dit er normaal gemiddeld vier zijn. De gemiddelde temperatuur van april in 2016 was 9,2 ºC. Gemiddeld was het zonniger dan normaal. In het zuidoosten lag het aantal zonuren echter lager dan het gemiddelde van 178 uren. In april viel er 62 mm meer neerslag. Dit is 50% meer dan de gemiddelde verwachtte neerslag. Mei was een erg warme zonnige maand met de verwachte hoeveelheid neerslag. Met een gemiddelde temperatuur van 14,5 ºC staat deze maand op de achtste plek van warmte meimaanden sinds Mei startte wat koeler maar al snel liep de temperatuur op, zo was het tussen 6 en 12 mei zomers warm met maximum temperaturen van 25ºC. Tijdens de nacht koelde het niet erg af met temperaturen tussen de 13 en 15 ºC. Vanaf 12 mei werd het koeler, maar na 17 mei liep de temperatuur weer op waarbij het wel wisselvallig weer bleef. De hoeveelheid zon was hoger dan gemiddeld waarbij de eerste helft van mei veel zonniger was. Er viel gemiddeld 54 mm neerslag wat net onder het gemiddelde van 60 mm is. Door de maand mei vielen er veel losse buien waardoor het regionale verschil op het gebied van neerslag erg groot was. Juni werd gekenmerkt door nat en somber weer, met warme temperaturen. Met een gemiddelde temperatuur van 16,8 ºC was deze maand iets warmer dan voorgaande jaren waarbij het gemiddelde 15,6 ºC was. Omdat een groot deel van de maand het weer bepaald werd door lagedrukgebieden, was de hoeveelheid neerslag uitzonderlijk hoog. Er viel over heel Nederland gemiddeld 200 mm. Dit was de natste maand juni sinds Vanaf de 22ste resulteerde de combinatie van warmte met neerslag ook in onweersbuien in het zuidoosten. De hoeveelheid zon lag duidelijk onder het het gemiddelde. Juli was vrij warm, droog en zonnig. De eerste helft van de maand was de temperatuur voornamelijk onder het gemiddelde van 17,9 C. Alleen op 10 juli werd het zomers warm. De tweede helft van juli werd het zomers warm met temperaturen die plaatselijk uitkwamen tussen de 30 en 35 C. Door verschillende depressies en lagedrukgebieden was er in de eerste helft van juli sprake van koele en ook onstabiele lucht waardoor er ook sprake was van onweersbuien en neerslag. Midden juli zwakte dit wat af maar nog steeds bleef het weer wisselvallig met stevige regenbuien. Door de zomerse (droge) dagen in de maand bleef juli een vrij droge maand met een neerslag gemiddelde van 52 mm in Vlissingen. Ook scheen de zon iets meer dan gemiddeld. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

20 Tabel 3. Enkele weersvariabelen in 2016, op basis van metingen in Vlissingen, en het gemiddelde over de periode (KNMI 2016). Maand Temperatuur ( C) Zonneschijn (%) Wind (m/sec.) Neerslag (mm) 2016 Norm 2016 Norm 2016 Norm 2016 Norm April 9,1 9, ,0 5, Mei 14,1 13, ,3 5, Juni 16,1 15, ,2 5, Juli 18,4 17, ,9 5, Figuur 5.1. Gemiddelde dagtemperatuur ( C ) in april juli 2016, gemeten in Vlissingen. Figuur 5.2. Hoeveelheid neerslag per etmaal (mm) in april - juli 2016, gemeten in Vlissingen. Overspoelingen Het broeden langs getijdenwateren brengt het risico van overspoeling met zich mee. Vaak vindt overspoeling van broedplaatsen plaats tijdens springvloed, of tijdens een hoogwater in combinatie met aanlandige wind, waardoor opstuwing van water plaatsvindt. Langs de oevers van meren en bij laaggelegen eilanden (Grevelingenmeer, Volkerakmeer en kleinere wateren zoals inlagen) kunnen lager gelegen broedplaatsen tijdens een storm overspoeld raken. Ook kan door Kustbroedvogels in het Deltagebied in

21 overvloedige neerslag of rivierafvoer het peil dusdanig stijgen dat nesten onder water komen te staan. In 2016 werden weinig overspoelingen opgemerkt. Wel was in tal van binnendijkse gebieden verspreid over de gehele Delta het waterpeil gedurende juni door langdurige regenval bijzonder hoog. In diverse van deze gebieden was daardoor de hoeveelheid beschikbaar broedgebied beduidend kleiner (o.a. Deesche Watergang, Polder Oostmoer, Volgerland, Strypse Wetering). In de Westerschelde werden tijdens het broedseizoen geen overspoelingen vastgesteld. Vlak voor het telseizoen, eind april, overspoelde het Zuidgors tijdens springtij waardoor de lokale lepelaarkolonie haar legsels verloor. Ook rond de Oosterschelde werden in 2016 weinig overspoelingen gezien. Op 16 juni werd bij de schorren bij de Stroodorpepolder (bij Roelshoek) een zeer hoge vloedlijn opgemerkt. De nesten van strandplevieren bleken overspoeld. De hoge waterstand in juni in de Deesche Watergang zorgde ervoor dat tientallen paren visdieven hun eieren verloren. Op de Kwade Hoek in de Voordelta bleek op 3 juni dat de buitenste delen, waar kustbroedvogels meestal nestelen, recent overspoeld waren. Bij de bezoeken aan de Spuitkop, het Hogerwaardschor en Schor Kraaijenberg in het Markiezaat in mei en juni bleek dat laaggelegen delen (broedgebied voor Kluten en plevieren) deels onder water stond. Waarschijnlijk was dit het gevolg van overvloedige regenval. Het peil in het Markiezaat was al vanaf de winter zeer hoog. De laaggelegen delen van de Krammerse Slikken waren kort voor 3 juni eveneens overspoeld waardoor diverse legsels van kluten waren weggespoeld. Het waterpeil bleef vrijwel geheel juni hoog, deels door de overvloedige regenval in de tweede en derde decade van die maand. Kustbroedvogels in het Deltagebied in

22 Tabel 4. Aantal broedparen van kustbroedvogels in het Deltagebied (*=incompleet). Max Max Steltkluut Himantopus himantopus Kluut Recurvirostra avosetta * Kleine Plevier Charadrius dubius Bontbekplevier Charadrius hiaticula Strandplevier Charadrius alexandrinus Zwartkopmeeuw Larus melanocephalus Dwergmeeuw Larus minutus 1 2 Kokmeeuw Larus ridibundus Stormmeeuw Larus canus Kleine Mantelmeeuw Larus fuscus Zilvermeeuw Larus argentatus * 19676* 16281* 20551* 17417* 18274* 17541* Grote Mantelmeeuw Larus marinus Grote Stern Sterna sandvicensis Visdief Sterna hirundo Noordse Stern Sterna paradisaea Dwergstern Sterna albifrons Kustbroedvogels in het Deltagebied in

23 6. Algemene trends bij kustbroedvogels Hieronder wordt voor alle belangrijke soorten kustbroedvogels een korte schets gegeven van de ontwikkelingen van de aantallen broedparen in het Deltagebied in (Tabel 4). In onderstaande paragrafen staat voor veertien soorten het verloop van het aantal broedparen in het Deltagebied in uitgezet. Ook wordt er een beeld gegeven van de verspreiding van dezelfde veertien soorten in het Deltagebied in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

24 Kluut De kluut is gedurende de jaren tachtig en negentig toegenomen in het Deltagebied (Figuur 6.1). Na een maximum in 2003 (3110 broedpaar) is het aantal broedparen afgenomen. Een voorlopig dieptepunt van 2140 paar werd in 2015 vastgesteld. In 2016 werd weer een toename vastgesteld en werden 2515 broedparen geteld. Een toename werd vastgesteld in de Oosterschelde, Westerschelde en Voordelta, een afname in de Biesbosch, Grevelingen, Haringvliet en oost-zeeuws Vlaanderen. Het belangrijkste gebied in 2016 was de Oosterschelde met 785 paar (31% van de totale deltapopulatie). Andere belangrijke gebieden waren de Voordelta (353 paar, 14%), Biesbosch (279, 11%) en de Westerschelde (220 paar, 9%) (Figuur 6.2). Natuurontwikkelingsgebieden zijn belangrijk als broedplaats. In 2016 kwam 61% van alle kluten in het Deltagebied in natuurontwikkelingsgebieden tot broeden * * Figuur 6.1. Trend van het aantal broedparen van de Kluut in het Deltagebied in de periode Figuur 6.2. De verspreiding van de Kluut in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

25 Kleine plevier Op de lange termijn neemt de kleine plevier toe in het Deltagebied. De broedaantallen vertonen tussen jaren soms flinke schommelingen (Figuur 6.3). In 2016 werd een nieuw record van 211 paar vastgesteld. De Biesbosch is het belangrijkste gebied en het aantal broedpaar nam hier toe van 18 in 2015 naar 33 in Ook elders in het Deltagebied werd in 2016 een duidelijke toename vastgesteld zoals in de Oosterschelde (van 10 naar 24 paar), Westerschelde (van 8 naar 18 paar), de Hoekse Waard (8 naar 18) en Oost Zeeuwsvlaanderen (van 13 naar 19 paar). Een duidelijke afname was er op Voorne Putten (van 12 paar in 2015 naar 0 in 2016) en IJsselmonde (van 21 naar 15) (Figuur 6.4). Van alle kleine plevieren kwam 52% tot broeden in natuurontwikkelingsgebieden Figuur 6.3. Trend van het aantal broedparen van de kleine plevier in het Deltagebied in de periode Figuur 6.4. De verspreiding van de kleine plevier in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

26 Bontbekplevier De deltapopulatie van de bontbekplevier (max 305 in 1984) nam in het begin van de jaren negentig sterk af. Vanaf 1995 trad een stabilisatie op en schommelde het aantal broedparen tot 2010 tussen 140 en 175 paar. Na 2012 trad opnieuw een afname op naar 131 tot 133 paar in de periode Na een dieptepunt in 2015 werden in broedparen geteld (Figuur 6.5). Een duidelijke afname is te zien in het Grevelingenmeer. Van een stabiel aantal van paar in het eerste decennium van deze eeuw nam het aantal broedparen hier af tot slechts 4 in De Oosterschelde is het belangrijkste gebied met 71 paar in 2016, gevolgd door de Voordelta (42 paar, 29%) en Westerschelde (21 paar, 15%). In 2016 kwam 31% van alle bontbekplevieren in het Deltagebied in natuurontwikkelingsgebieden tot broeden. Een opvallende ontwikkeling is de recente toename op de Noordzeestranden van de Voordelta. In 2016 werd door 23 broedparen (16% van de deltapopulatie) gebroed openbare recreatiestranden (Figuur 6.6) Figuur 6.5. Trend van het aantal broedparen van de bontbekplevier in het Deltagebied in de periode Figuur 6.6. De verspreiding van de bontbekplevier in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

27 Strandplevier De broedpopulatie van strandplevier in het Deltagebied is in de afgelopen 35 jaar sterk afgenomen. In werden in het gebied nog paar vastgesteld. Het dieptepunt werd met 108 paar in 2015 bereikt. In 2016 nam de soort weer licht toe en werden 116 broedparen vastgesteld (Figuur 6.7). De belangrijkste broedgebieden waren in 2016 het Grevelingenmeer (48 paar), Oosterschelde (30 paar), Westerschelde (20 paar) en Voordelta (14 paar). In 2016 kwam 39% tot broeden in natuurontwikkelingsgebieden. De soort weet zich ook nog altijd te handhaven op recreatiestranden. In 2016 kwamen 10 paar (9% van de populatie) op het Noordzeestrand tot broeden (Figuur 6.8) Figuur 6.7. Trend van het aantal broedpaar van de strandplevier in het Deltagebied in de periode Figuur 6.8. Aantalsverloop van de strandplevier in het Deltagebied in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

28 Zwartkopmeeuw In 2016 werden 1830 broedparen van de zwartkopmeeuw in het Deltagebied geteld, een verdubbeling ten opzichte van 2015 maar vergelijkbaar met aantallen in de periode ( paar). Door de ligging van grote kolonies net over de grens in Vlaanderen en het onvoorspelbare vestigingsgedrag van deze soort komen grote verschillen tussen jaren vaker voor (Figuur 6.9). De grootste kolonies in 2016 waren aanwezig op de Hooge Platen (515 paar), Markenje (410 paar) en de Ventjagersplaten (387 paar). Van alle zwartkopmeeuwen kwam in % van de totale deltapopulatie tot broeden in natuurontwikkelingsgebieden (Figuur 6.10) * Figuur 6.9. Trend van het aantal broedparen van de zwartkopmeeuw in het Deltagebied in de periode (*incomplete telling). Figuur De verspreiding van de zwartkopmeeuw in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

29 Kokmeeuw Het aantal broedparen van de kokmeeuw is in het Deltagebied na een grote afname in de eerste helft van de jaren negentig redelijk stabiel. Na een slecht seizoen in 2015 ( paar) herstelde het broedbestand in 2016 en werden paren geteld. Dit aantal is vergelijkbaar met de periode ( paar) (Figuur 6.11). De grootste kolonies zijn te vinden langs de Oosterschelde en in het Haringvliet. Belangrijke broedplaatsen in 2016 waren de Slijkplaat (2235 paar), Hellegatsplaten (1960 paar), Scheelhoekeilanden (1850 paar), Schakerloopolder (1295 paar), Sophiapolder (1200 paar) en de Prunjepolder (1080 paar). De kokmeeuw is een soort die veel heeft geprofiteerd van de aanleg van nieuwe natuur. In 2016 werd ruim 88% van alle broedgevallen in natuurontwikkelingsgebieden vastgesteld (Figuur 6.12) * Figuur Trend van het aantal broedparen van de kokmeeuw in het Deltagebied in de periode (*incomplete telling). Figuur De verspreiding van de kokmeeuw in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

30 Stormmeeuw Het aantalsverloop van de stormmeeuw vertoont flinke schommelingen tussen jaren (Figuur 6.13). In sommige gebieden is er op de lange termijn een afname (Grevelingenmeer), een toename (Hollandsch Diep, Krammer Volkerak) of zijn de broedaantallen stabiel (Oosterschelde). Veruit de grootste broedaantallen (ruim 760 paar) werden in het Rotterdams Havengebied geteld. Een aantal gebieden (vooral industrieterrein) zijn voor het eerst in 2015 en 2016 geteld (Benders et al. 2016). Het aantal broedparen in het Deltagebied bereikte in 2016 een nieuw record: er werden 1255 broedparen vastgesteld. Evenals in voorgaande jaren kwam in 2016 een gering aandeel (2%) van de totale deltapopulatie in natuurontwikkelingsgebieden tot broeden (Figuur 6.14) Figuur Trend van het aantal broedparen van de stormmeeuw in het Deltagebied in de periode Figuur De verspreiding van de stormmeeuw in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

31 Kleine mantelmeeuw Het aantal broedparen van de kleine mantelmeeuw in het Deltagebied is de laatste 15 jaar redelijk stabiel na een sterke toename gedurende de jaren negentig. In 2016 kwamen paar tot broeden, hetgeen duidelijk een toename is ten opzichte van 2015 (Figuur 6.15). Het zwaartepunt van de deltapopulatie ligt in het Rotterdams havengebied; 60 % van de broedende kleine mantelmeeuwen komt hier tot broeden. Andere grote kolonies zijn die in het Sloegebied/Vlissingen (4205 paar), Neeltje Jans (3630 paar), Sassenplaat/Moerdijk (3395 paar) en Ventjagersplaten (2055 paar). De kolonie in de Meeuwenduinen op Schouwen nam fors in omvang af van 2450 paar in 2015 tot 1530 in In 2016 kwam bijna 6% van alle kleine mantelmeeuwen tot broeden in natuurontwikkelingsgebieden (Figuur 6.16) ?? Figuur Trend van het aantal broedparen van de kleine mantelmeeuw in het Deltagebied in de periode Figuur De verspreiding van de kleine mantelmeeuw in 2016 Kustbroedvogels in het Deltagebied in

32 Zilvermeeuw Na een toename in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw neemt het aantal broedende zilvermeeuwen in het Deltagebied sinds de eeuwwisseling af. In 2016 werden broedparen geteld (Figuur 6.17). De grootste kolonies bevonden zich in het Rotterdams havengebied (3905 paar). Enkele kolonies op haventerreinen aldaar werden in 2015 en 2016 voor het eerst geteld (Benders et al. 2016). Andere grote kolonies bevonden zich in het Sloegebied (2450 paar), Neeltje Jans (1970 paar) en op de Spuitkop in het Markiezaat (1795 paar). Net als bij de kleine mantelmeeuw halveerde het aantal broedparen in de Meeuwenduinen op Schouwen (van 985 paar naar 470 paar). Evenals in voorgaande jaren kwam een relatief klein deel (6%) van de deltapopulatie in 2016 tot broeden in natuurontwikkelingsgebieden (Figuur 6.18) * * * * * * * * ?? Figuur Trend van het aantal broedparen van de zilvermeeuw in het Deltagebied in de periode (*incomplete telling). Figuur De verspreiding van de zilvermeeuw in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

33 Grote mantelmeeuw Na het eerste broedgeval in het Veerse Meer in 1993 is het aantal broedparen van de grote mantelmeeuw in het Deltagebied flink toegenomen (Figuur 6.19). In 2016 werden 34 nesten geteld (in ). Het belangrijkste broedgebied is het Grevelingenmeer met 24 nesten in Andere broedgevallen werden vastgesteld in de Oosterschelde (5 paar), Veerse Meer (2 paar), Volkerakmeer (2 paar) en Maasvlakte/Europoort (1 paar). Ongeveer 12 % van alle grote mantelmeeuwen kwam in natuurontwikkelingsgebieden tot broeden (Figuur 6.20) Figuur Trend van het aantal broedparen van de grote mantelmeeuw in het Deltagebied in de periode Figuur De verspreiding van de grote mantelmeeuw in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

34 Grote stern Het aantal broedparen van de grote stern in het Deltagebied is na een toename in de tweede helft van de jaren negentig redelijk stabiel. Ten opzichte van 2015 was er een afname van 6330 paar naar 5095 paar in 2016 (Figuur 6.21). Deze afname is mogelijk veroorzaakt door massale predatie van verse legsels in één belangrijke kolonie (Markenje) voordat een telling van het aantal nesten kon worden gedaan. Een deel van de getroffen broedparen heeft zich toen elders gevestigd, maar een onbekend aantal heeft waarschijnlijk een broedseizoen overgeslagen. Het aantal broedplaatsen is beperkt. In 2016 waren er drie kolonies in het Deltagebied: Hooge Platen (2470 paar), Scheelhoekeilanden (2275 paar), Markenje (350 paar). Op de Slijkplaat werd door één paar succesvol gebroedt in een kolonie zwartkopmeeuwen. In 2016 kwam 93% van alle grote sterns in het Deltagebied tot broeden in natuurontwikkelingsgebieden (Figuur 6.22) Figuur Trend van het aantal broedparen van de grote stern in het Deltagebied in de periode Figuur De verspreiding van de grote stern in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

35 Visdief Na een sterke toename van het aantal broedende visdieven in de periode tot maximaal 7700 paar (2007) zijn de aantallen de laatste jaren redelijk stabiel op een lager niveau. In kwamen er in het Deltagebied paar tot broeden verdeeld over 60 kolonies, in 2016 broedden er totaal 4942 paar (Figuur 6.23). De grootste kolonies bevonden zich op de Maasvlakte (531 paar), de Scheelhoekeilanden (491 paar), het Voorland Nummer Een (362 paar) en Hooge Platen (297 paar). In 2016 kwam 74% van alle visdieven tot broeden in natuurontwikkelingsgebieden (Figuur 6.24) Figuur Trend van het aantal broedparen van de visdief in het Deltagebied in de periode Figuur De verspreiding van de visdief in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

36 Noordse stern Voor de noordse stern ligt het Deltagebied aan de zuidgrens van het broedareaal. Dergelijke populaties aan de rand van het verspreidingsgebied worden vaak gekenmerkt door grote fluctuaties in aantallen. Ook de aantallen noordse sterns in de Delta vertonen regelmatig grote schommelingen tussen jaren. De trend in het Deltagebied is sinds 2003 positief. Na twee goede jaren met 95 paar in 2014 en 2015 viel het broedbestand in 2016 terug naar 69 (Figuur 6.25). In het Grevelingenmeer kwamen 49 paar tot broeden en in de Oosterschelde 20. Hoewel de fluctuerende aantallen anders doen vermoeden is de noordse stern zeer traditioneel in de keuze van het broedgebied en vinden broedgevallen vrijwel elk jaar in dezelfde gebieden plaats. In 2016 kwam slechts 29 % van alle noordse sterns in natuurontwikkelingsgebieden tot broeden (Figuur 6.26) Figuur Trend van het aantal broedparen van de noordse stern in het Deltagebied in de periode Figuur De verspreiding van de noordse stern in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

37 Dwergstern Na een lange periode met stabiele aantallen ( paar in ; met uitzondering van de lage aantallen in de eerste helft van de jaren negentig, toen een deel zich had verplaatst naar een nieuwe vestiging in het havengebied van Zeebrugge, België) namen de aantallen dwergsterns in het Deltagebied vanaf 2007 flink toe. In de periode kwamen er paar tot broeden, met een negatieve uitschieter in 2010 (350 paar) en een positieve uitschieter in 2013 (740 paar). In 2016 werden 440 broedparen vastgesteld (Figuur 6.27). Veruit de grootste kolonie in 2016 was die op de Hooge Platen (166 paar). Kleinere vestigingen waren er oa op Markenje (49 paar) en de Slikken van Flakkee (26 paar). Van de totale deltapopulatie kwam in 2016 ruim 69% van alle dwergsterns tot broeden in natuurontwikkelingsgebieden (Figuur 6.28) Figuur Trend van het aantal broedparen van de dwergstern in het Deltagebied in de periode Figuur De verspreiding van de dwergstern in Kustbroedvogels in het Deltagebied in

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2015

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2015 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2015 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Centrale Informatievoorziening BM

Nadere informatie

DPM. Kustbroedvogels in het Deltagebied in Delta Project Management

DPM. Kustbroedvogels in het Deltagebied in Delta Project Management Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2017 F. A. Arts, M.S.J. Hoekstein, S.J. Lilipaly, K.D. van Straalen M. Sluijter, P. A. Wolf Centrale Informatievoorziening DPM Delta Project Management Titel: Kustbroedvogels

Nadere informatie

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Mark Hoekstein & Sander Lilipaly Delta ProjectManagement (DPM)

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2018 Auteurs

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2018 Auteurs Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2018 Auteurs F.A. Arts, M.S.J. Hoekstein, S.J. Lilipaly, K.D. van Straalen, M. Sluijter, P.A. Wolf Datum: 25 juni 2019 Titel: Kustbroedvogels in het Deltagebied in

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2013

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2013 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Kustbroedvogels in het Deltagebied in 213 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Centrale Informatievoorziening BM

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2014

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2014 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2014 Rob C.W. Strucker Floor A. Arts Mark S.J. Hoekstein RWS Centrale Informatievoorziening

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004 met een samenvatting van 2003 Rob C.W. Strucker

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2008

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2008 M inisterie van V erkeer en W aterstaat W aterdienst Kustbroedvogels in het Deltagebied in 28 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Waterdienst BM 9.5 Dit rapport is vervaardigd in opdracht

Nadere informatie

NOORDZEEKUST VAN HET DELTAGEBIED

NOORDZEEKUST VAN HET DELTAGEBIED STRANDPLEVIER, BONTBEKPLEVIER EN DWERGSTERN AAN DE NOORDZEEKUST VAN HET DELTAGEBIED Floor Arts Delta Project Management (DPM) Rijkswaterstaat, Centrale informatievoorziening (CIV) INHOUD HOOFDROLSPELERS

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2010

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2010 M inisterie van Infrastructuur en M ilieu W aterdienst Kustbroedvogels in het Deltagebied in 21 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Waterdienst BM 11.11 Dit rapport is vervaardigd in

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2012

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2012 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2012 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Centrale Informatievoorziening BM

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2007

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2007 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Waterdienst Kustbroedvogels in het Deltagebied in 27 Rob C.W. Strucker 1) Mark S.J. Hoekstein 1) Pim A. Wolf 1)

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2011

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2011 M inisterie van Infrastructuur en M ilieu W aterdienst Kustbroedvogels in het Deltagebied in 211 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Waterdienst BM 12.22 Kustbroedvogels in het Deltagebied

Nadere informatie

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Mark Hoekstein Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2006

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2006 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2006 Rob C.W. Strucker 1 Mark S.J. Hoekstein 1 Pim A.

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2010

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2010 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat W aterdienst Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2010 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Waterdienst BM

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2002

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2002 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2002 Peter L. Meininger 1) Rob C.W. Strucker 2) Pim

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2009

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2009 M inisterie van V erkeer en W aterstaat W aterdienst Kustbroedvogels in het Deltagebied in 29 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Waterdienst BM 1.9 Dit rapport is vervaardigd in opdracht

Nadere informatie

DPM. Broedsucces van kustbroedvogels in de Grevelingen in Delta Project Management

DPM. Broedsucces van kustbroedvogels in de Grevelingen in Delta Project Management Broedsucces van kustbroedvogels in de Grevelingen in 2017 Mark Hoekstein, Sander Lilipaly, Dirk van Straalen en Pim Wolf LIFE15 IPE NL 016 DPM Delta Project Management Broedsucces van kustbroedvogels

Nadere informatie

Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015

Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015 Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015 F.A. Arts & P.A. Wolf Delta Project Management INTERMEDIAIR ECOLOGIE EN MILIEU www.deltamilieu.nl Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015 Floor Arts Pim Wolf Vlissingen,

Nadere informatie

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2018

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2018 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2018 Sander Lilipaly Pim Wolf Maarten Sluijter Floor Arts Mark Hoekstein Dirk van Straalen Postbus 315 Edisonweg 53D 4100 AH Culemborg 4382 NV Vlissingen

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2008

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2008 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat W aterdienst Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2008 Rob C.W. Strucker Mark S.J. Hoekstein Pim A. Wolf RWS Waterdienst BM 09.05

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2001

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2001 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2001 Peter L. Meininger 1) Rob C.W. Strucker 2) Rapport

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 27 juli 2015) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 27 juli 2015) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 27 juli 2015) Nummer 3062 Onderwerp Schrappen EHS gebied Splitsingsdam Nieuwe Waterweg Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting

Nadere informatie

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke

Nadere informatie

Resultaten 2014 en trends kolonievogels in Zuid-Holland zuid Districtscoördinator Sander Terlouw:

Resultaten 2014 en trends kolonievogels in Zuid-Holland zuid Districtscoördinator Sander Terlouw: Resultaten 214 en trends kolonievogels in Zuid-Holland zuid Districtscoördinator Sander Terlouw: lsb.zuidhollandzuid@sovon.nl Januari 215 Het begin van een nieuw kalenderjaar is altijd een mooi moment

Nadere informatie

7-Eilandenplan. Duurzame en korte termijn maatregelen voor het behoud van kustbroedvogels in de Zuidwestelijke Delta.

7-Eilandenplan. Duurzame en korte termijn maatregelen voor het behoud van kustbroedvogels in de Zuidwestelijke Delta. 7-Eilandenplan Duurzame en korte termijn maatregelen voor het behoud van kustbroedvogels in de Zuidwestelijke Delta. Delta Project Management & Het Zeeuwse Landschap Colofon Dit is een coproductie van

Nadere informatie

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2005

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2005 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2005 Rapport RIKZ/2006.006 Peter L. Meininger 1) Mark S.J. Hoekstein 2) Sander J. Lilipaly 2) Pim A. Wolf 2) 1) 2) Rijksinstituut voor Kust en Zee

Nadere informatie

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2001

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2001 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2001 Rapport RIKZ/2002.020 Peter L. Meininger 1) Mark S.J. Hoekstein 2) Sander J. Lilipaly 2) Rob C.W. Strucker 2) Pim A. Wolf 2) 1) 2) Rijksinstituut

Nadere informatie

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Tellingen 2001 en 2002 B.W.J. Oosterbaan T. Damm 2005 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Van der Goes en Groot

Nadere informatie

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004 Rapport RIKZ/2005.02 Peter L. Meininger 1) Mark S.J. Hoekstein 2) Sander J. Lilipaly 2) Pim A. Wolf 2) 1) 2) Rijksinstituut voor Kust en Zee Postbus

Nadere informatie

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2002

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2002 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2002 Rapport RIKZ/2003.011 Peter L. Meininger 1) Mark S.J. Hoekstein 2) Sander J. Lilipaly 2) Pim A. Wolf 2) 1) 2) Rijksinstituut voor Kust en Zee

Nadere informatie

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd,

Nadere informatie

Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar.

Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar. 1 Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar. Het broedseizoen is weer achter de rug en wat heeft het voor de bontbekplevier opgeleverd. Het is

Nadere informatie

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202 KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep Mededeling nr. 202 Broedvogel inventarisatie DE LAGUNE EN HET GROENE STRAND 2010 door Jaap van Oudenaarden en Peter Vermaas. 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - doel -

Nadere informatie

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

Memo. Commissie voor de m.e.r. Robbert Wolf en Chris Moes. Ter informatie. Aan. Havenbedrijf Rotterdam N.V. Datum 13 november 2017 Telefoon Fax

Memo. Commissie voor de m.e.r. Robbert Wolf en Chris Moes. Ter informatie. Aan. Havenbedrijf Rotterdam N.V. Datum 13 november 2017 Telefoon Fax Memo Aan Van Kopie aan Commissie voor de m.e.r. Robbert Wolf en Chris Moes Havenbedrijf Rotterdam N.V. Telefoon Fax E-mail Onderwerp Aanvullende informatie m.b.t. meeuwen MER Maasvlakte 2 Actie Ter informatie

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VWO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VWO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VWO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2003

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2003 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2003 Rapport RIKZ/2004.002 Peter L. Meininger 1) Mark S.J. Hoekstein 2) Sander J. Lilipaly 2) Pim A. Wolf 2) 1) 2) Rijksinstituut voor Kust en Zee

Nadere informatie

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Dijken Kijken naar dijken www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Kijken naar dijken Zonder de duinen en de dijken zou jij hier niet kunnen wonen: bijna de

Nadere informatie

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren De Zwarte Sterns hebben alweer jongen. Het is dan nu ook weer de juiste tijd om de nesten van deze stern te tellen. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met de Zwarte Stern als broedvogel in het Sovon Grote

Nadere informatie

Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017

Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017 Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017 1.Het gebouw is een veruiterlijking van een schuur, zoals je er veel in de polders aantreft (vooral in Nederland) en een luchthaven. Dit verwijzend naar de vroegere

Nadere informatie

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2000

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2000 Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2000 Werkdocument RIKZ/OS/2001.810X Peter L. M eininger1> Floor A. A rts2> Sander J, Lilipaly2) Rob C.W. Strucker2) Pim A. W o lf2) Rijksinstituut

Nadere informatie

Monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge- Heist tijdens het broedseizoen 2010

Monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge- Heist tijdens het broedseizoen 2010 Monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge- Heist tijdens het broedseizoen 21 Eric W.M. Stienen, Peter Adriaens, Wouter Courtens & Marc Van de walle 5 6 I. INLEIDING Aan de afbakening van het

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Getij Grevelingen 11 oktober Getij Grevelingen. Waarom herstel beperkt getij

Informatiebijeenkomst Getij Grevelingen 11 oktober Getij Grevelingen. Waarom herstel beperkt getij Getij Grevelingen Waarom herstel beperkt getij We willen in de Grevelingen de waterkwaliteit verbeteren door beperkt getij terug te brengen. Dat is goed nieuws voor de onderwaternatuur en geeft ook mogelijkheden

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

Blauwe Reiger. Purperreiger

Blauwe Reiger. Purperreiger Resultaten kolonievogels in Zuid-holland noord Hoe is het met de kolonievogels in Zuid-holland gegaan? Nemen de soorten toe of af? Hoe is dat het afgelopen seizoen vergaan? En hoe ontwikkelen de aantallen

Nadere informatie

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25, 1070 Brussel,

Nadere informatie

Beheerverslag Spuimonding West. Beheerperiode 1 mei december Versie 2 December 2015 Beheerteam Haringvliet Krammer Volkerak

Beheerverslag Spuimonding West. Beheerperiode 1 mei december Versie 2 December 2015 Beheerteam Haringvliet Krammer Volkerak Beheerverslag Spuimonding West Beheerperiode 1 mei 2014 31 december 2015 Versie 2 December 2015 Beheerteam Haringvliet Krammer Volkerak Inleiding Natuurmonumenten voert vanaf 1 mei 2014 het tijdelijk beheer

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

Watervogels Zeedijk St Pieterspolder

Watervogels Zeedijk St Pieterspolder Watervogels Zeedijk St Pieterspolder F.A. Arts Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH Culemborg 1 Opdrachtgever RWS Zee en Delta Middelburg. 2 Inhoud Inleiding... 4 Werkwijze... 5 Resultaten...

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en ederlandse kustwateren in november 2013 en januari 2014 Floor A. Arts RWS Centrale

Nadere informatie

Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2013 / 2014

Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2013 / 2014 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Watervogels en zeezoogdieren in de Zoute Delta 2013 / 2014 Floor A. Arts Sander Lilipaly Rob C.W. Strucker RWS Centrale Informatievoorziening

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2017 Walter Van Kerkhoven Tijdens het broedseizoen van 2017 werd onderzoek gedaan naar het voorkomen, broedgedrag

Nadere informatie

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 1995

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 1995 Kustbroedvogels in het Deltagebied in 1995 Werkdocument RIKZ/ÛS-96.807x Peter L. Meininger Cor M. Berrevoets * Rob C.W. Strucker * Rijksinstituut voor Kust en Zee Postbus 8039 4330 EA Middelburg Delta

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen, Wouter Suykerbuyk, 19 september 2009 31 augustus 2 september 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties

Nadere informatie

Tijd om aan te pakken! Het omgevingsplan in uitvoering

Tijd om aan te pakken! Het omgevingsplan in uitvoering Provincie Zeeland Tijd om aan te pakken! Het omgevingsplan in uitvoering Provincie Zeeland Voorwoord Deze zomer is het Omgevingsplan Zeeland vastgesteld en sinds 1 oktober 2006 zijn de beleidsregels uit

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2014 en januari 2015

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2014 en januari 2015 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Centrale Informatievoorziening Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2014 en januari 2015 Floor A. Arts, Sander

Nadere informatie

Monitoring Antwerps Havengebied

Monitoring Antwerps Havengebied Monitoring Antwerps Havengebied 16 november 2017 Geert Spanoghe & Ralf Gyselings Monitoring Antwerps Havengebied Door INBO sinds 2003, coördinerend met hulp van vrijwilligers Met versterkt team sinds 2009

Nadere informatie

Sophiapolder. Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden. Foto Ruden Riemens

Sophiapolder. Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden. Foto Ruden Riemens Sophiapolder Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden Foto Ruden Riemens Bijzondere natuur Onze grote rivieren hebben iets wat bijna nergens in Europa voorkomt: een zoet getijdengebied.

Nadere informatie

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Watersysteem Droge voeten en schoon water www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Droge voeten en schoon water Waterschappen zorgen ervoor dat jij en ik droge

Nadere informatie

PASSENDE BEOORDELING OP HOOFDLIJNEN PLANMER WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE. Provincie Zuid-Holland. Eindconcept. 7013039 1 november 2013

PASSENDE BEOORDELING OP HOOFDLIJNEN PLANMER WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE. Provincie Zuid-Holland. Eindconcept. 7013039 1 november 2013 7013039 1 november 2013 PASSENDE BEOORDELING OP HOOFDLIJNEN PLANMER WINDENERGIE GOEREE-OVERFLAKKEE Provincie Zuid-Holland Eindconcept Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550

Nadere informatie

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout Verslag excursie Subgroep Realisatie, 24 september 2009. Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout We waren deze keer met een relatief kleine groep. We werden begeleid door Jeroen

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VWO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VWO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VWO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Grevelingen

Natura 2000 gebied Grevelingen Natura 2000 gebied 115 - Grevelingen CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets 115_gebiedendocument_Grevelingen_november 2007 Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn

Nadere informatie

Inleiding. geïnventariseerd op. grootste op daken broedende kolonie meeuwen. Aanvulling hierop betreft het tellen van de grote kolonie op

Inleiding. geïnventariseerd op. grootste op daken broedende kolonie meeuwen. Aanvulling hierop betreft het tellen van de grote kolonie op 13 Aantal broedparen van meeuwen en sterns in ZuidKennemerland en de Haarlemmermeer in 1997 Fred Cottaar Inleiding Voor het elfde jaar in successie is ZuidKennemerland en de Haarlemmermeer geïnventariseerd

Nadere informatie

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel Het Schor Ouden Doel Het Schor Ouden Doel is een natuurgebied op de linkerscheldeoever tegen de scheldedijk. Aan de grens met Nederland sluit het

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

Kustbroedvogels langs de Westerschelde : een reconstructie

Kustbroedvogels langs de Westerschelde : een reconstructie Kustbroedvogels langs de Westerschelde 1900-1993: een reconstructie Bureau Waardenburg Rapport 94.41 Rapport RIKZ - 95.001 Floor A. Arts Peter L Meininger Kustbroedvogels langs de Westerschelde 1900-1993;

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 23-25 maart 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen, Paul Giesen & Wouter Suykerbuyk, 29 maart 2010 23-25 maart 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op

Nadere informatie

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 1. Status De zilvermeeuw is een vogelsoort als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, Wnb, waarvoor een provinciale vrijstelling geldt. Deze vrijstelling betreft (op basis

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT:

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2015 en januari 2016

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2015 en januari 2016 Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2015 en januari 2016 Floor A. Arts, Sander Lilipaly, Pim A. Wolf en Lotte Wijnants Delta Project Management Midwintertelling

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen & Wouter Suykerbuyk, 7 juli 2009 29 juni-3 juli 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen

Nadere informatie

Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk. rene.boeters@rws.nl

Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk. rene.boeters@rws.nl Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk rene.boeters@rws.nl Opzet presentatie > Ontstaansgeschiedenis Volkerak-Zoommeer Ro#erdam > Beheer via kunstwerken Nieuwe Maas > Wat speelt er Haringvliet Oude

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, september 2008 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 25-26 september 2008 - Wim Giesen, 2 oktober 2008 25-26 september is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen (Dortsman Noord en Krabbenkreek Zuid),

Nadere informatie

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen /,~ Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu memo Aanleg en onderhoud nestplaatsen Algemeen ("bijen hotels") voor Schorzijdebij Rijkswaterstaat Projectbureau pia Waterschap Scheldestromen

Nadere informatie

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag

Nadere informatie

Advies broedvrij houden 2012

Advies broedvrij houden 2012 Advies broedvrij houden 2012 Project: Amazonehaven Projectleider: Nummer: Oppervlakte: Versie: Tim Schmidt onbekend circa 10 ha definitief Huidige situatie projectlocatie Het projectgebied bestaat uit

Nadere informatie

Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het. broedseizoen 2006

Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het. broedseizoen 2006 Deelstudie I Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het broedseizoen 26 Eric W.M. Stienen, Wouter Courtens & Marc Van de walle 5 I. Inleiding

Nadere informatie

Hierbij een link naar een bericht in de PZC en een filmpje van een Raaf op dezelfde plek

Hierbij een link naar een bericht in de PZC en een filmpje van een Raaf op dezelfde plek Beste vogelvrienden, De meimaand, qua vogels één van de mooiste periodes van het jaar door de bonte afwisseling van broed- en trekvogels, zit er weer bijna op. De meeste zomervogels zijn weer teruggekeerd

Nadere informatie

paspoort Veerse meer

paspoort Veerse meer paspoort Veerse meer 2 Datum uitgifte: 23 januari 2013 De stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt toe naar besluiten over de Zuidwestelijke Delta waarin veiligheid, ecologie en economie zijn geborgd en elkaar

Nadere informatie

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht Vincent de Boer, Albert de Jong & Berend Voslamber Sovon-rapport 2016/19 Dit rapport is samengesteld in opdracht van Colofon SOVON

Nadere informatie

Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II

Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II 1. (o.a.) Ruben Fijn, Theo Boudewijn, Job de Jong, Camiel Heunks, Robert Jan Jonkvorst, Peter van Horssen *, Martin Poot ** 2. (o.a.) Wouter Courtens, Hilbran

Nadere informatie

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren Unieke samenwerking resulteert in een reddingsplan 1. Een noodplan voor realisatie van grote karekieten hotspots Dankzij een unieke samenwerking tussen

Nadere informatie

Strandbroedvogels Verklikker 2018

Strandbroedvogels Verklikker 2018 Strandbroedvogels Verklikker 2018 Broedsucces plevieren en bescherming broedgebied met afzetting M. Sluijter F.A. Arts Postbus 315 Edisonweg 53D 4100 AH Culemborg 4382 NV Vlissingen Telefoon: 0345 516

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2018 Walter Van Kerkhoven In het kader van de volledige broedvogelinventarisatie werd tijdens het broedseizoen

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2006 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 26

Nadere informatie

broedvogels GREVELINGEN 2014

broedvogels GREVELINGEN 2014 broedvogels GREVELINGEN 2014 Ecologisch adviesbureau Sandvicensis Broedvogels GREVELINGEN 2014 Integrale telling BMP-plot inventarisatie Kustbroedvogels veldwerk: Integrale telling: zie lijst medewerkers

Nadere informatie

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus) 1. Status De kokmeeuw was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De kokmeeuw is een

Nadere informatie

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 André van Kleunen en Gert Ottens Een paar jaar geleden hebben we in de Provinciale Nieuwsbrief van SOVON en in de Kruisbek aangekondigd

Nadere informatie

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2017 en januari 2018

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2017 en januari 2018 Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en Nederlandse kustwateren in november 2017 en januari 2018 Sander J. Lilipaly Floor A. Arts Maarten Sluijter Pim A. Wolf Postbus 315 Edisonweg 53D 4100

Nadere informatie