Visie op het natuurgebied in de Krimpenerwaard. Verkenning naar de inrichting van de natuur in de Krimpenerwaard

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Visie op het natuurgebied in de Krimpenerwaard. Verkenning naar de inrichting van de natuur in de Krimpenerwaard"

Transcriptie

1 Visie op het natuurgebied in de Krimpenerwaard Verkenning naar de inrichting van de natuur in de Krimpenerwaard 1

2

3 Visie op het natuurgebied in de Krimpenerwaard Verkenning naar de inrichting van de natuur in de Krimpenerwaard Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard December 2007 Bestuurlijke vertegenwoordigers van: Provincie Zuid-Holland Gemeente Bergambacht Gemeente Nederlek Gemeente Ouderkerk Gemeente Schoonhoven Gemeente Vlist Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Voorzitter Adviesgroep Uitvoering (adviseur uitvoering) 3

4 4

5 Voorwoord Voor u ligt de Visie voor de inrichting van het toekomstig natuurgebied in de Krimpenerwaard. Deze visie is het resultaat van een intensief en interactief traject, waarin soms tegenstrijdige uitgangspunten als tegengaan bodemdaling, gebalanceerde realisatie van natuurdoelen en het behoud van de karakteristieke kenmerken van de Krimpenerwaard zijn gecombineerd en geïntegreerd. Ik ben ervan overtuigd dat met deze visie een stap is gezet naar de ontwikkeling van een duurzaam natuurgebied, waarin flora en fauna kunnen gedijen en waarvan de mens kan genieten. Het voorliggende rapport neemt u mee in de stapsgewijze ontwikkeling van de visie die is opgesteld in opdracht van de Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard. Het totstandkomingsproces wordt toegelicht en per stap wordt de verdergaande verfijning gemotiveerd en gedocumenteerd. Uiteindelijk resulteren twee varianten: de variant Grutto en Otter en de variant Groeiend Veen. Beide varianten voldoen aan de uitgangspunten van de Strategiegroep, doch kennen een verschillend eindbeeld. De Strategiegroep heeft de voorkeur uitgesproken om de variant Grutto en Otter verder uit te werken. Deze uitwerking zal plaatsvinden in de inrichtingsmer en in het Natuurgebiedsplan voor de Krimpenerwaard. De Visie is ontwikkeld door de werkgroep natuur. In deze werkgroep zijn vertegenwoordigd de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Dienst Landelijk Gebied en het Zuid-Hollands Landschap. Bijdragen zijn geleverd door Alterra, Grontmij en Witteveen+Bos. Tevens is kennis ontsloten en benut vanuit het project Waarheen met het Veen en de Expertmeeting Fosfaat en natuurontwikkeling. Concepten van de visie zijn besproken met vertegenwoordigers van de Pactpartners 1, waarvan de reacties zijn verwerkt. Joop Evertse Voorzitter Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard 1 De Pactpartners zijn de Agrarische Jongeren Krimpenerwaard (AJK), Landen Tuinbouworganisatie- Noord (LTO), Natuur- en Recratieschap Krimpenerwaard, Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard, Stichting voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Weidehof Krimpenerwaard, Stichting Bodembeheer Krimpenerwaard (SBK), Stichting het Zuid- Hollands Landschap (ZHL). De Vereniging Duurzame Waterbeheersing en Landbouw in de Krimpenerwaard (DWLK) is geen Pactpartner, maar praat wel mee in het overleg met de Pactpartners. 5

6 Samenvatting Visie op het natuurgebied in de Krimpenerwaard 2 De Natte As wordt tegenwoordig de Groene Ruggengraat genoemd. In deze visie zal de term Natte As worden gebruikt. Inhoudelijk zit er geen verschil tussen beide termen. 3 De tegenstrijdigheid komt tot uiting in de drooglegging: enkele natuurdoeltypen vragen een grotere drooglegging dan wenselijk is voor het maximaal beperken van bodemdaling. Het dilemma is dan bodemdaling versus het bereiken van het gewenste natuurtype. 6 De kaders De centrale opgave voor het Veenweidepact is het herinrichten van de Krimpenerwaard met het oog op een duurzame toekomst en het optimaal benutten van de potenties van dit gebied. Het Pact is er op gericht het waardevolle agrarische cultuurlandschap te ontwikkelen, met de bijbehorende natuurwaarden. Voor de Krimpenerwaard betekent dit het combineren van de rijksopgaven voor de aanleg van de robuuste ecologische verbinding en de Ecologische Hoofdstructuur met het tegengaan van bodemdaling. De Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard heeft met het Slotadvies herbegrenzing natuur en landbouw Krimpenerwaard (dd. oktober 2006) een besluit genomen over de ligging van de natuurgebieden. Het college van GS heeft dit besluit overgenomen in de startnotitie voor de partiële herziening van het streekplan Zuid-Holland Oost - Krimpenerwaard. Nu is de inrichting van de natuurgebieden aan de orde. Daarin staan de vragen centraal waar binnen de begrenzing welke natuurdoelen worden gepositioneerd. Bepalende factoren daarbij zijn onder meer de bereikbare natuurkwaliteit, het voorkomen van versnippering en van bodemdaling, aantasting of versterking van het landschap, mogelijkheden voor beheer en de kosten. Alvorens de inrichting formeel juridisch vast te leggen in het bestemmingsplan, en eventueel in het integraal inrichtingsplan, is er voor gekozen om een visie over de inrichting van de natuur te ontwikkelen. De natuurdoelen dienen uiteindelijk integraal te worden vastgesteld en ingekaderd in de inrichtingsvisie, het natuurgebiedsplan Krimpenerwaard, de bestemmingsplannen en het watergebiedsplan met peilbesluiten. Deze visie over de inrichting van natuur is tot stand gekomen door nauwe samenwerking tussen de provincie Zuid-Holland, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Dienst Landelijk Gebied, het Zuid-Hollands Landschap en met bijdragen van Alterra, Grontmij en Witteveen+Bos. De conceptvisie is besproken met vertegenwoordigers van de Pactpartners. De visie is vastgesteld door de Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard, waarin bestuurlijke vertegenwoordigers van alle betrokken overheden zitting hebben. Daarnaast is de voorkeursvariant uit deze visie door de Strategiegroep als voorgenomen activiteit opgenomen in de Startnotitie voor de inrichtingsmer. De opdracht De kernopgave is het ontwikkelen van een visie op de in te richten natuurgebieden, waarbij recht wordt gedaan aan een aantal uitgangspunten. Belangrijke uitgangspunten zijn de vastgestelde begrenzing van hectare natuurgebied en de inrichting als onderdeel van de Natte As 2, wat een robuuste verbinding met een hoog ambitieniveau inhoudt. Daarnaast dient rekenschap gegeven te worden van de volgende, soms tegenstrijdige 3, hoofddoelen: a. ontwikkelen van een robuust watersysteem; b. minimaliseren van de bodemdaling in de Krimpenerwaard; c. evenwichtige natuurdoeltypen verdeling (uitgangspunt Slotadvies: 1/3 weidevogelareaal, 1/3 natte natuur en 1/3 moeras). De visie is stapsgewijs ontwikkeld, gericht op integratie van doelen en verfijning van de varianten.

7 De stappen De visie is in twee stappen tot stand gekomen. Bij elke stap zijn de uitkomsten geconvergeerd en verfijnd, gericht op optimalisatie en het ontwikkelen van varianten. In de eerste stap zijn vier denkmodellen opgesteld, elk gericht op het maximaliseren van een deelbelang. De denkmodellen zijn: weidevogels, natte as, maximaal tegengaan maaivelddaling en minimaliseren kosten infrastructuur. De denkmodellen zijn getoetst aan de effecten op de zeven thema s bodem, water, natuur en waterkwaliteit, landschap en cultuurhistorie, recreatie, infrastructuur en beheer, en ook zijn de kosten ervan geraamd. In de tweede stap zijn, op basis van de beoordeling van de denkmodellen, twee realistische varianten ontwikkeld. Ook deze varianten zijn beoordeeld op dezelfde zeven thema s en op de kosten. Daarnaast zijn de varianten beoordeeld op maatschappelijke aspecten als ontsluiting en toegankelijkheid van het gebied, de economische functie van het gebied, landschappelijke beleving, overlast van muggen en veiligheid en kans op wateroverlast. De varianten De twee resulterende varianten zijn genoemd Grutto en Otter en Groeiend Veen. Variant 1 Grutto en Otter is gericht op het realiseren van de natuurdoelen; voornamelijk voor weidevogels en de Natte As. De keuze voor een bepaalde natuurinvulling staat voorop, de drooglegging (en daarmee het in te stellen peil) is daarop afgestemd. Bodemdaling wordt tegengegaan door het beperkt opzetten van het peil, door peilbeheersing en door aanvullende maatregelen. Variant 2 Groeiend Veen is gericht op het beperken van bodemdaling. De keuze voor een bepaalde drooglegging (en daarmee het in te stellen peil) staat voorop. Het type natuur dat zich kan ontwikkelen is daar een afgeleide van. Hieronder worden de varianten nader beschreven. Naast de inrichtingsvarianten zijn drie thema s apart behandeld. Dit zijn: de fosfaatproblematiek, de ophoging van de wegen en het grondverzet. Tevens zijn de ervaringen van het project Polder Nooitgedacht meegenomen in de keuzen van de varianten. Bij het opzetten van het peil zijn er risico s voor fosfaatuitspoeling, wat de te realiseren natuur in de weg kan staan. Om een beeld te krijgen van dit probleem is de fosfaatproblematiek nader onderzocht. Het ophogen van wegen en het aanpassen van bruggen na het opzetten van het peil is een grote kostenpost. Om de hoge kosten te nuanceren is per wegdeel gekeken hoe maatwerk geboden kan worden. Voor de ontwikkeling van botanisch grasland en goed moeras moet veel geplagd of gegraven worden. Onderzocht is of de vrijkomende grond verwerkt kan worden in de Krimpenerwaard. Er is een macro-grondbalans opgesteld. Variant 1 Grutto en Otter Gezocht is naar kansrijke weidevogelgebieden, waarbij het peil optimaal wordt ingesteld voor weidevogels. De natte as ligt op de laagste delen. Uitgegaan wordt van een drooglegging van 35 cm in de zomer en 20 cm in de winter. Door de natte verbinding op de laagste delen te leggen hoeft er beduidend minder gegraven te worden. Ook wordt hiermee goed aangesloten bij de huidige hoogteligging en de morfologie van het gebied. Om botanisch grasland tot ontwikkeling te laten komen moet worden geplagd en gegraven. Dit gebeurt in delen waar potenties liggen voor dergelijke graslanden. Voor de ontwikkeling van moeras zal gegraven worden. De landscheiding, een grenslijn door de Krimpenerwaard met cultuurhistorische waarde, vervult in deze variant een recreatieve rol in de natuurbeleving en toegankelijkheid van het natuurgebied. De volgende peilen behoren bij de variant Grutto en Otter. Variant Grutto en Otter kent de volgende verhouding tussen de drie natuurtypen, weidevogelgebied (996 ha), nat grasland (853 ha) en moeras (604 ha): 41% - 35% - 25%. De oppervlakte natte graslanden voldoet aan de uitgangspunten van het Slotadvies, de oppervlakten weidevogelgraslanden en moeras wijken circa tien procent af. Deze verhouding is ontstaan door een realistische optimalisatie van de 7

8 (Sub) alternatieven inrichtingsmer Variant Grutto en Otter Toekomstig minimumpeil Toekomstig maximumpeil Huidig winter- en zomerpeil Middelblok natuur Berkenwoude natuur Den Hoek natuur Nesse Kattendijk natuur Veerstalblok natuur Bilwijk natuur / / NB. De minimum- en maximumpeilen in zijn weergegeven in meters NAP (peilen zijn afgeleid van de beoogde drooglegging en de maaiveldhoogte in 2002). Het huidig peil betreft het peil van het grootste peilvak. Alternatief Grutto en Otter (voorgenomen activiteit) Alternatief Groeiend Veen weidevogelgebieden, de natte as en de gebieden met potenties voor botanisch grasland. De variant Grutto en Otter biedt goede mogelijkheden om de beoogde recreatie uit de recreatievisie af te stemmen op de natuurontwikkeling. Inrichting: Beheer in tijd: Sub-alternatief directe realisatie met peilfixatie Realisatie ineens Sub-alternatief directe realisatie waarbij het peil de maaivelddaling volgt Sub-alternatief ingroeimodel De effecten van de variant Grutto en Otter op de bodemdaling zijn eveneens onderzocht en afgezet tegen de verwachte autonome bodemdaling over een periode van 50 jaar. Deze autonome daling bedraagt bijvoorbeeld voor de polder Middelblok 70 cm (1,4 cm per jaar). Als bij variant Grutto en Otter het peil de (geringere) maaivelddaling volgt, wordt de bodemdaling in polder Middelblok over 50 jaar beperkt tot 37,2 cm. Als het peil wordt gefixeerd, dan zal de bodemdaling beperkt blijven tot 20,7 cm. Binnen deze variant worden in de inrichtingsmer drie subalternatieven onderzocht, dit zijn ingroeimodel, directe realisatie met peilfixatie en directe realisatie waarbij het peil de maaivelddaling volgt (zie het schema hiernaast). 8 Subalternatieven inrichtingsmer

9 Variant 2 Groeiend Veen Variant Groeiend Veen is gericht op het maximaal tegengaan van de maaivelddaling. Daartoe wordt een peil hoog opgezet, tot gemiddeld 15 cm onder het maaiveld. De zomer- en winterpeilen zijn gelijk. In deze variant wordt niet geplagd, en de robuuste verbindingszone wordt gerealiseerd op de laagste delen, vergelijkbaar met de variant Grutto en Otter. Uitgegaan wordt van beperkt beheer. Daardoor worden condities gecreëerd waarmee zich mogelijk een veenvegetatie kan ontwikkelen, en in theorie zelfs veenvorming kan gaan plaatsvinden. Vandaar de naam van dit alternatief: Groeiend Veen. Of dit werkelijk gebeurt is de vraag. Om het gebied open te houden is gericht beheer belangrijk. Dit beheer is, net als de inrichting van wegen en paden voor beheer en recreatie, kostbaar als gevolg van de hoge waterstanden. De variant Groeiend Veen maakt verschillende typen natuur mogelijk, maar de oorspronkelijk benoemde verhouding tussen de natuurdoelen (1/3 1/3 1/3) zal niet ontstaan. Met intensief beheer kan veel nat grasland met open water en moeras worden gecreëerd. Wel ontstaat dan een probleem met de te hoge fosfaatgehalten. Vanwege deze fosfaatproblematiek zal in het natte grasland geen botanisch soortenrijke natuur ontstaan; hooguit kunnen hier weidevogels van het natte grasland als natuurdoel gelden. In het voedselrijke water wordt geen interessante soortenrijke flora en fauna verwacht. Voor de fauna leidt de variant Groeiend Veen wel tot een soortenrijk moerasnatuur, mits er relatief grote moerassen komen. Als natuurdoeltype is een grootschalige robuuste natuur met begrazing denkbaar. Daarbij ontstaat een beslotener parkachtig landschap met moeras. Afstemming op de recreatiemogelijkheden is minder kansrijk. De volgende peilen behoren bij variant Groeiend Veen : Ook voor de variant Groeiend Veen zijn de effecten op de bodemdaling onderzocht. Het referentiepunt is de autonome bodemdaling in de polder Middelblok met 70 cm over de komende 50 jaar (1,4 cm per jaar). Als bij de variant Groeiend Veen het peil de (geringere) maaivelddaling volgt, wordt de bodemdaling in polder Middelblok over 50 jaar beperkt tot 19 cm. Als het peil wordt gefixeerd, dan zal de bodemdaling beperkt blijven tot 17,7 cm. Variant Groeiend Veen Toekomstig peil Huidig winter- en zomerpeil Middelblok natuur Berkenwoude natuur Den Hoek natuur Nesse Kattendijk natuur Veerstalblok natuur Bilwijk natuur NB. De peilen zijn in meters NAP (peilen zijn afgeleid van de beoogde drooglegging en de maaiveldhoogte in 2002). Het huidig peil betreft het peil van het grootste peilvak. Toetsing varianten Beide varianten scoren ten opzichte van het Raamplan positief voor tegengaan van maailvelddaling en voor het creëren van een robuuste waterinfrastructuur. De variant Groeiend Veen scoort voor tegengaan maaivelddaling relatief positiever dan de variant Grutto en Otter. Op alle andere aspecten scoort de variant Groeiend Veen daarentegen slechter. 9

10 Beschouwing variant Grutto en Otter Variant Grutto en Otter combineert het best de uitgangspunten minimaliseren maaivelddaling en inrichting van het natuurgebied. Bij deze variant is optimalisatie mogelijk door het peil iets minder op te zetten, waardoor het weidevogelgebied geoptimaliseerd wordt. De variant wordt op de criteria tegengaan van maaivelddaling, verbetering waterkwaliteit, op archeologische aspecten en op de instandhouding van waterscheidingen positief beoordeeld. Op het vrijkomen van fosfaten, de natuurkwaliteit, de landschappelijke aspecten, de recreatiemogelijkheden en de mogelijkheden voor agrarisch medegebruik en particulier natuurbeheer wordt de variant neutraal beoordeeld. Op de criteria instandhouding bestaande wegen en bereikbaarheid voor het beheer wordt deze variant negatief beoordeeld. Bij deze variant wordt de verhouding (1/3-1/3-1/3) het dichtst benaderd. Wanneer de verhouding gelijk verdeeld zou zijn zouden de kosten van ontgraving hoger worden. Afhankelijk van het te hanteren peilregime wordt de bodemdaling over 50 jaar 33 tot 49 cm verminderd (47 tot 70%) ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Beschouwing variant Groeiend Veen Afhankelijk van het beheer kan een redelijk open landschap worden gehandhaafd. Om toch een gebied met natuurkwaliteit te realiseren ligt een transformatie tot een robuust parkachtig gebied met vooral moeras, struweel en ruig grasland echter meer voor de hand. In de variant is de bodemdaling minimaal. De kosten van het ophogen van kunstwerken, wegen en kaden komen overeen met de kosten voor de variant Grutto en Otter. De natuurdoelstelling van evenredig verdeling over natuurtypen wordt in dit model niet gehaald. De verdeling over weidevogelgrasland, nat grasland en moeras bedraagt circa 24%, 20% en 56%. Afhankelijk van het te hanteren peilregime wordt de bodemdaling over 50 jaar 51 tot 52 cm verminderd (73%) ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Kosten en financiering De inrichtingskosten van variant Grutto en Otter zijn hoger dan die van variant Groeiend Veen. De jaarlijkse beheerskosten voor variant Grutto en Otter zijn beduidend lager dan voor variant Groeiend Veen. Indien de inrichtingskosten en de contante waarde van 50 jaar beheerskosten bij elkaar worden opgeteld is variant Grutto en Otter goedkoper dan variant Groeiend Veen. De hoogste kosten zijn de kosten voor het ophogen van wegen en het aanpassen van de bruggen. De kosten hiervan zijn voor beide varianten gelijk en bedragen maximaal 7,4 tot 15 miljoen euro. Thematische uitwerking Drie thema s worden apart besproken, vanwege hun bijzondere positie in de inrichtingsvisie en de te maken keuzes. Het betreft fosfaten, de wegen en de grondbalans. Fosfaten Het potentieel uitspoelen van fosfaten is een belangrijk risico voor het behalen van de natuurdoelen, en moet daarom voorkomen worden. Op basis van onderzoek en een expert meeting is een aantal conclusies getrokken die leidend zullen zijn bij de verder uitwerking. - De uitkomst van de expertmeeting ondersteunt de keuze voor variant Grutto en Otter. De uitvoering van variant Groeiend Veen brengt meer risico s met zich mee waar het de fosfaatproblematiek betreft. - Geadviseerd wordt om voor de ontwikkeling van natuurgebieden met een botanische doelstelling op de meest kansrijke gebieden te richten; kwaliteit boven kwantiteit. De resultaten zullen verwerkt worden in de inrichtingsmer en het integrale inrichtingsplan. 10

11 Wegen en bruggen Het verhogen van de peilen vermindert de drooglegging van de wegen (normaal 60 cm, bij uitzondering 40 cm) en heeft consequenties voor de onderdoorgang van de bruggen. Met het behouden van de noodzakelijke drooglegging voor de wegen en effecten op bruggen zijn kosten gemoeid. Er is een separaat onderzoek uitgevoerd naar deze effecten. De resultaten hiervan zijn verwerkt in deze visie. Daarnaast vormen de resultaten van dit onderzoek input voor de inrichtingsmer en het integrale inrichtingsplan. Grondbalans Bij variant Grutto en Otter komen grote hoeveelheden grond vrij door plaggen en afgraven. Voor deze grond dient een bestemming elders gevonden te worden. Uitgangspunt is dat vrijgekomen grond binnen de Krimpenerwaard benut wordt. Door maximale inzet om werk met werk te maken kan de Stichting Bodembeheer Krimpenerwaard (SBK) ca m 3 grond benutten voor afdekkingen. Kosten kunnen worden bespaard door grond zoveel mogelijk binnen de eigen percelen te benutten, en door prioriteiten te stellen tussen gebieden onderling. Voor variant Grutto en Otter is de grondbalans aardig in evenwicht, voor variant Groeiend Veen moet grond van buiten de Krimpenerwaard worden aangevoerd. In de inrichtingsmer zal de macrobalans van het grondverzet verder worden uitgewerkt voor de verschillende alternatieven. Daarnaast zal in het integraal inrichtingsplan een gedetailleerde, op uitvoering gerichte grondbalans worden opgesteld. - Binnen het alternatief Grutto en Otter zal zeer bepalend zijn op welke wijze omgegaan wordt met inrichting en beheer van het watersysteem. Op basis daarvan zijn drie subalternatieven binnen het alternatief Grutto en Otter geformuleerd: 1. Directe realisatie met peilfixatie. 2. Directe realisatie waarbij het peil de maaivelddaling volgt. 3. Ingroeimodel. Het peil wordt voor een deel direct bij de inrichting opgehoogd. De gewenste drooglegging wordt verkregen door gedurende een aantal jaren (uitgaande van 10 jaar) dit peil te handhaven, totdat het maaiveld gedaald is tot de gewenste drooglegging. Conclusies van de Strategiegroep Advies van de werkgroep overgenomen ten aanzien van: - Gezien de in het Pact vastgelegde inhoudelijke doelen, de effecten voor een duurzame inrichting op lange termijn, de kosten en het toekomstig beheer, adviseert de werkgroep om alternatief 1 Grutto en Otter als voorkeursvariant te hanteren. De werkgroep acht het verantwoord dat de natuurdoelstellingen iets verschuiven ten gunste van het weidevogelbeheer waardoor een drogere situatie ontstaat dan in alternatief 2 Groeiend Veen. 11

12 Inhoudsopgave Samenvatting 6 Visie op het natuurgebied in de Krimpenerwaard 1. Inleiding De opdracht voor de visie De vertrekpunten voor de visie De visie binnen het Veenweidepact voor de Krimpenerwaard Uitgangspunten van het Slotadvies De relatie met milieueffectenrapportage De gevolgde aanpak Samenwerking Algemeen Opstellen natuurvisie Leeswijzer De natuur in beeld Gewenste natuur Natte natuur Natte graslanden Weidevogelgrasland Robuuste verbinding Het sturen van natuur Waterkwaliteit Waterpeil Evaluatie project polder Nooitgedacht De denkmodellen beschreven Van opdracht naar denkmodellen Beschrijving denkmodellen Achtergrond Denkmodel Weidevogels Denkmodel Robuuste verbinding Denkmodel Maximaal voorkomen maaivelddaling Denkmodel Infrastructuur Toetsingscriteria Beoordelingscriteria Thema bodem Thema water Thema natuur en waterkwaliteit Thema landschap en cultuurhistorie Thema recreatie Thema infrastructuur Thema beheer De autonome ontwikkeling getoetst De denkmodellen getoetst Toetsing op de kortere termijn Toetsing op langere termijn Beschouwing en conclusies 34 12

13 6. De denkmodellen geoptimaliseerd Van denkmodellen naar varianten Optimalisering model Weidevogels Optimalisering model Robuuste verbinding Optimalisering model Maximaal voorkomen maaivelddaling Kostenramingen Conclusie De voorkeursvarianten Variant Grutto en Otter Beschrijving Realisatie natuurdoelen Effecten op bodemdaling Kostenramingen Variant Groeiend Veen Beschrijving Realisatie natuurdoelen Effecten op bodemdaling Kostenramingen De voorkeursvarianten getoetst Uitvoering en beheer Inleiding Mogelijk ingroeimodel Functie volgt peil Peil volgt functie Ingroeien Bijzondere aandachtspunten Fosfaten Wegen Grondbalans Uitvoering van de inrichtingsplannen Natuurgebiedsplan Krimpenerwaard Natuurdoelstelling is bepalend voor de inrichting Aankoopstrategie Krimpenerwaard Strategie Particulier natuurbeheer Agrarisch medegebruik Maatschappelijke aspecten Maatschappelijke aspecten Relatie met de omgeving Kosten en financiering Kosten Literatuur 57 Bijlagen van de visie staan op de website van het Veenweidepact, zie 13

14 14 4 Op basis van de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG). 1. Inleiding 1.1. De opdracht voor de visie De centrale opgave voor het Veenweidepact is de herinrichting van de Krimpenerwaard, met het oog op een duurzame toekomst voor het gebied en het optimaal benutten van de potenties van dit gebied. De Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard, waarin bestuurlijke vertegenwoordigers van alle betrokken overheden zitting hebben, heeft de opdracht gegeven om onderliggende visie op te stellen. Om deze opgave te realiseren moeten verschillende stappen worden doorlopen en diverse producten worden opgeleverd. Deze stappen en producten zijn benoemd in het Plan van Aanpak 4e fase, vastgesteld door de Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard op 21 december Er is voor gekozen om, vooruitlopend op het inrichtingsplan 4 en het natuurgebiedsplan, een visie op hoofdlijnen te ontwikkelen voor de nieuwe natuurgebieden (zie figuur 1.1). Het Slotadvies herbegrenzing natuur en landbouw Krimpenerwaard (vastgesteld oktober 2006) geeft aan waar de landbouwgebieden liggen en waar de natuurgebieden. Ook bevat het Slotadvies een kleine doorkijk naar de inrichting, maar stelt tegelijkertijd dat een visie ontwikkeld moet worden voor de inrichting van de Krimpenerwaard. Deze visie vormt een basis voor het inrichtingsplan, waaraan bovendien de aspecten recreatie, landbouw en waterbeheersing worden toegevoegd. Hierdoor ontstaat een inrichtingsplan voor de hele Krimpenerwaard. Het inrichtingsplan kan via een modulaire aanpak worden uitgevoerd, waarbij per uitvoeringsmodule financiële middelen beschikbaar worden gesteld door de verschillende partijen. Het kader voor de opdracht wordt gevormd door de herbegrenzing van natuur- en landbouwgebieden in de Krimpenerwaard, zijnde een van de essentiële acties in het Veenweidepact. In het Slotadvies adviseren de bestuurders in de Krimpenerwaard het college van Gedeputeerde Staten over de nieuwe grenzen van natuur en landbouw. Het formeel vastleggen van deze nieuwe grenzen vereist dat een groot aantal plannen wordt aangepast, waaronder het natuurgebiedsplan. Het positioneren van natuurdoelen is een wezenlijk onderdeel in het proces van de herbegrenzing en een belangrijk onderdeel in de uitwerking van de doelstellingen van het Veenweidepact. Bij de afweging van opties moet met veel aspecten rekening worden gehouden, zoals natuurkwaliteit, het voorkomen van versnippering en bodemdaling, de mate waarin het landschap wordt aangetast of versterkt, mogelijkheden voor agrarisch medebeheer en/of toepassing van particulier natuurbeheer. Het is daarom wenselijk om de vaststelling van natuurdoelen in te bedden in een integraal kader. Dit kader is de inrichtingsvisie, die de basis vormt voor het integraal inrichtingsplan van de Krimpenerwaard, het natuurgebiedsplan Krimpenerwaard, de bestemmingsplannen en het watergebiedsplan met peilbesluiten De vertrekpunten voor de visie De uitgangspunten uit het Slotadvies vormen de basis voor de visie op hoofdlijnen. Dit betekent dat de visie: - een aanbeveling moet zijn voor een variant 1, beargumenteerd vanuit criteria (inhoud, draagvlak en draagkracht) voor de korte en de lange termijn; - ingaat op de aspecten die moeten worden meegenomen in de MER voor het bestemmingsplan; - een overzicht moet geven van de beschouwde varianten met de resultaten van de toetsing (inhoud, draagvlak en draagkracht) voor de korte en de lange termijn; - een toelichting geeft op en een onderbouwing van de gehanteerde criteria en de wijze waarop deze zijn gehanteerd in de beoordeling. De visie overtuigt in zijn compleetheid, objectiviteit en afstemming met belangen.

15 De visie is gebaseerd op de volgende vertrekpunten en kaders: - de begrenzing zoals weergegeven in het Slotadvies - een optimale combinatie natuurdoel en waterbeheer; - de oppervlakteverdeling natte natuur, natte graslanden en weidevogelgebieden is in principe gelijk. - de visie wordt gevormd binnen de kaders van vier denkmodellen. Deze denkmodellen maximaliseren (eenzijdig) respectievelijk de functies: Weidevogels, Robuuste verbinding, maximaal beperken maaivelddaling en behoud van infrastructuur De visie binnen het Veenweidepact voor de Krimpenerwaard In figuur 1.1 zijn de te wijzigen plannen in het kader van het Veenweidepact Krimpenerwaard weergegeven. In het schema staat eveneens aangegeven wie de wettelijk verantwoordelijke initiatiefnemer is en wie bevoegd gezag. De herbegrenzing vormt de basis voor de aanpassing van de formele plannen. Het Slotadvies herbegrenzing natuur- en landbouwgebieden Krimpenerwaard van de Strategiegroep Veenweidepact vormt de basis voor de formele procedures. Het Slotadvies geeft het resultaat weer van het proces van de herbegrenzing (nieuwe grenzen landbouw en natuur). De formele procedures zijn te splitsen in ruimtelijke procedures en procedures die gaan over de inrichting van de gebieden. Wat betreft de ruimtelijke procedures wordt het streekplan Zuid-Holland Oost - Krimpenerwaard herzien, dit inclusief een planmer die de milieuaspecten beoordeelt. Daarnaast moeten de bestemmingsplannen voor de vijf gemeenten in de Krimpenerwaard worden herzien, inclusief een inrichtingsmer. Voor de procedures op inrichtingsniveau moet er een integraal inrichtingsplan worden opgesteld op basis van de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG). Dit inrichtingsplan vormt de basis voor de WILG-modules. Daarnaast is een nieuw natuurgebiedsplan voor de Krimpenerwaard nodig, alsmede een nieuw watergebiedsplan en nieuwe peilbesluiten. Er is besloten om, alvorens de drie inrichtingsprocedures te starten, een visie op hoofdlijnen te ontwikkelen voor de natuurgebieden. Deze visie wordt als input gebruikt voor deze procedures en voor de inrichtingsmer die gekoppeld is aan de bestemmingsplannen. Herbegrenzing Ruimtelijk Inrichting Visie op hoofdlijnen voor natuurgebieden Figuur 1.1. Planfiguren Krimpenerwaard Streekplan en planmer (GS initiatiefnemer, PS bevoegd gezag) Bestemmingsplannen en MER (initiatiefnemer B & W, bevoegd gezag gemeenteraad) Integraal inrichtingsplan voor de herinrichting van de Krimpenerwaard (initiatiefnemer GS, bevoegd gezag GS, regie Strategiegroep) Natuurgebiedsplan (ruimtelijk en inrichting natuur) (inititatiefnemer GS, bevoegd gezag GS) WILG-modules WILG-modules Watergebiedsplan/peilbesluiten (initiatiefnemer D & H, bevoegd gezag VV) 15

16 5 Sinds 1 september 1994 van kracht Uitgangspunten van het Slotadvies In het Slotadvies zijn de uitgangspunten voor de herbegrenzing geformuleerd, die de basis vormen voor de voorliggende visie. Het gaat daarbij om: 1. Duurzaam water- en bodembeheer Met het oog op het realiseren van een duurzaam en robuust watersysteem krijgen de snelst zakkende en laaggelegen gebieden een hoog waterpeil. Er wordt een functie toegekend die past bij een hoge waterstand en er worden maatregelen getroffen om bodemdaling tegen te gaan. 2. Een ecologische structuur en het realiseren van de ecologische robuuste verbinding. De natuurgebieden worden zo gekozen dat uitvoering wordt gegeven aan de taakstelling vanuit het Rijk om een robuuste ecologische noord-zuid verbinding te realiseren. In de visie wordt op hoofdlijnen aangegeven waar de robuuste verbindingszone komt te liggen. Ook wordt de onderbouwing hiervoor gepresenteerd. 3. De financiële basis, kosteneffectiviteit en kostenefficiëntie De kosten moeten in alle gevallen lager zijn dan de kosten van het Raamplan. Per variant worden de kosten voor de uitvoering en het beheer berekend. De totale kosten, de kosteneffectiviteit en de kostenefficiëntie worden in beschouwing genomen. Krimpenerwaard beduidend grotere oppervlakken betreft, is er sprake van MER-plichtige activiteiten. In het kader van de streekplanherziening voor de Krimpenerwaard is reeds een planmer opgesteld. Deze omvat alle aspecten rond de begrenzing van het natuurgebied in zijn geheel, en alle afwegingsaspecten die tot de begrenzing hebben geleid. De inrichting van het natuurgebied zelf is volgens het besluit Milieueffectenrapportage 5 m er-plichtig. De MERprocedure moet worden doorlopen om de bestemmingsplannen, die van toepassing zijn op het natuurgebied, te kunnen wijzigen. Het wijzigen van de bestemmingsplannen is vereist om tot de gewenste inrichting te kunnen komen. De voorliggende visie en de planmer vormen de basis voor de MER op bestemmingsplanniveau (inrichtingsmer) en voor het integraal inrichtingsplan. De inrichtingsmer gaat in op de probleemstelling, de doelstelling, het beleid en de besluiten. De doelstelling van de herbegrenzing wordt beschreven aan de hand van de doelstellingen en de toetsingscriteria per functie. In het MER worden de maatregelen en de alternatieven beoordeeld ten opzichte van de afzonderlijke doelstellingen en de onderlinge verhoudingen tussen de doelstellingen Maatschappelijk draagvlak In de visie wordt ingegaan op bruikbaarheid van het natuurgebied, waaronder mogelijkheden voor de recreatie en voor particulier natuurbeheer De relatie met milieueffectenrapportage De MER-plicht (milieu-effectrapportage) is van toepassing op situaties waarin sprake is van een functiewijziging in natuur, landbouw en recreatie met een oppervlakte van 250 ha of meer. Een MERbeoordelingsplicht is van toepassing bij 125 ha functieverandering. Omdat de herbegrenzing en herinrichting van natuur in de De voorliggende visie beschrijft vooruitlopend op de inrichtingsmer de doelstellingen en de te hanteren beoordelingscriteria voor de inrichting De gevolgde aanpak De voorliggende visie is opgesteld in lijn met de opdracht. De belangrijkste stappen in de aanpak zijn weergegeven in figuur 1.2. Vanuit een aantal denkmodellen over de inrichting, en de beoordeling daarvan, zijn kansrijke varianten opgesteld. Vervolgens leidt de beoordeling tot een optimalisatie, en tot aanbevelingen voor twee varianten.

17 De uitwerking van de navolgende onderwerpen is daarbij leidend geweest: Het doorlopen proces om van uitgangspunten tot varianten te komen is weergegeven in onderstaande figuur. De te ontwikkelen natuurtypen zijn kort beschreven (wat is het en hoe ziet het er uit), samen met de eisen die de uiteenlopende natuurtypen stellen aan factoren als bodem, waterhuishouding, landschap en hinder. 1. De factoren waarmee sturing kan worden gegeven aan het bereiken van natuurdoelen. Een aantal fysieke factoren ligt al vast, zoals bebouwingslinten in het gebied. Tegelijkertijd zijn er stuurmogelijkheden, als het waterpeil, peilschommeling en inrichtingsmaatregelen. 2. Vanuit vier uiterste denkmodellen is toegewerkt naar een voorkeursvariant. De modellen kijken op geheel verschillende manieren naar de inrichting van de natuurgebieden. De denkmodellen Weidevogels, Robuuste verbinding en maximaal beperken maaivelddaling zijn in de opdracht meegegeven. Het denkmodel infrastructuur is later toegevoegd. robuuste verbinding voorkomen maaivelddaling weidevogels Optimalisering denkmodellen infrastructuur Toetsing en beoordeling (criteria bodem, water, natuur, landschap en cultuur, recreatie, infrastructuur en beheer, kosten) 3. Het perspectief (en belang) van waaruit naar de modellen wordt gekeken bepaalt sterk de criteria voor de beoordeling van de modellen en varianten. Voor een heldere discussie en afweging zijn de beoordelingscriteria vooraf geobjectiveerd. 4. De denkmodellen zijn beoordeeld als uitersten. Vanuit deze beoordeling is gericht gezocht naar een optimale combinatie van natuurdoel en waterbeheer, zoals opgenomen in de opdracht. Grutto en Otter Toetsing en beoordeling (criteria bodem, water, natuur, landschap en cultuur, recreatie, infrastructuur en beheer, kosten) keuze en besluitvorming Groeiend Veen 5. De denkmodellen en de voorkeursvarianten Grutto en Otter en Groeiend Veen zijn uitgewerkt en beoordeeld op voor- en nadelen, inclusief de kostenparagraaf. Hierdoor is een goede bestuurlijke afweging mogelijk. Figuur 1.2 De aanpak geschematiseerd 17

18 1.7. Samenwerking Algemeen Het project Veenweidepact Krimpenerwaard wordt aangestuurd door de Strategiegroep. De Strategiegroep bestaat uit de bestuurders van de vijf gemeenten in de Krimpenerwaard, het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, de provincie Zuid-Holland en de voorzitter van de Adviesgroep Uitvoering. Deze laatste neemt als adviseur uitvoering deel aan de Strategiegroep. De Strategiegroep heeft op belangrijke momenten overleg met de Pactpartners van het Veenweidepact. De Projectgroep Krimpenerwaard bestaat uit de ambtelijke vertegenwoordiging van de Strategiegroep. De projectgroep bereidt de vergaderingen van de Strategiegroep voor. De projectgroep heeft regelmatig overleg met de Pactpartners in het Vooroverleg Pactpartners (VOP), ter voorbereiding van de overleggen tussen Strategiegroep en Pactpartners en voor de input voor de procedures. In het VOP zijn naast de overheden de agrarische- en natuurorganisaties vertegenwoordigd Opstellen natuurvisie De visie is inhoudelijk voorbereid door de werkgroep natuur hoofdlijn natuur en natuurgebiedplan. Deze werkgroep bestaat uit deskundigen op het gebied van ecologie, water, bodem, landschap, beheer en GIS-bewerking. Binnen de werkgroep wordt samengewerkt tussen provincie, Dienst Landelijk Gebied, Zuid-Hollands Landschap en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De werkgroep levert de visie aan de Strategiegroep Krimpenerwaard, die een besluit neemt over het vervolg en over de inrichting. Naast genoemde partijen is voor de totstandkoming van de visie advies gevraag aan Grontmij en Witteveen+Bos. Tevens is kennis benut vanuit het project Waarheen met het Veen en vanuit de Expertmeeting fosfaat Leeswijzer Het voorliggende rapport volgt op hoofdlijnen de stappen die geleid hebben tot voorstellen voor de inrichting van het natuurgebied. Allereerst wordt in hoofdstuk 2, de natuur in beeld, ingegaan op de verschillende natuurtypen en op de eisen waaraan voldaan moet worden om een robuuste verbinding te creëren. Dit vormt het startpunt voor de beschrijving van de vier denkmodellen, die elk een ander uitgangspunt optimaliseren (hoofdstuk 3). Deze denkmodellen, en ook de later resulterende varianten, moeten worden getoetst aan objectieve criteria. De gehanteerde criteria zijn beschreven in hoofdstuk 4. De toetsing van de denkmodellen is beschreven in hoofdstuk 5. De resultaten van de toetsing leiden tot een optimalisatie van de denkmodellen (hoofdstuk 6) van waaruit twee voorkeursvarianten zijn ontwikkeld en getoetst (hoofdstuk 7). Tot slot wordt aandacht besteed aan de relevante maatschappelijke aspecten van de inrichting (hoofdstuk 8) en wordt een doorkijk gegeven op hoofdlijnen richting realisatie (hoofdstuk 9). Uitgebreide achtergrondinformatie over effectbeschrijvingen, onderbouwing van de beoordelingscriteria en een toelichting en onderbouwing op de kostenramingen is opgenomen in de bijlagen. In de bijlagen zijn ook kaarten opgenomen van de verschillende varianten. Deze bijlagen staan op de website van het Veenweidepact. 18

19 2. De natuur in beeld samenhangende natuurelementen (bijlage III). Deze typen natuur en de eisen die ze stellen aan de omgeving en de robuuste verbinding zijn hieronder kort gekarakteriseerd Gewenste natuur Het Slotadvies benoemt de volgende natuurdoelen: natte natuur, natte graslanden en weidevogelgebieden. Hiermee is in algemene termen het soort natuur benoemd. In tabel 2.1 worden de betreffende natuurdoeltypen genoemd. Deze typen natuur worden in het natuurgebiedsplan toegewezen aan deelgebieden en verder uitgewerkt naar doelpakketten. Daarnaast moet in het gebied een robuuste verbinding als onderdeel van de ecologische as Biesbosch-IJmeer worden gerealiseerd. De robuuste verbinding bestaat uit een kralensnoer van Tabel 2.1 Natuurdoeltypen behorend bij de natuurdoelen uit het slotadvies Natuurdoel Slotadvies Natuurdoeltype Natte natuur 3.14a Gebufferde poel 3.15 Gebufferde sloot 3.19 Kanaal en vaart 3.24 Moeras 3.25 Natte strooiselruigte 3.27 Trilveen 3.28 Veenmosrietland 3.55 Wilgenstruweel 3.62 Laagveenbos Natte graslanden 3.29 Nat schraalgrasland 3.31 Dotterbloemgrasland van veen en klei Weidevogelgebieden 3.38 Bloemrijk grasland van het zand en veengebied 3.32 Nat, matig voedselrijk weidevogelgrasland Natte natuur Natte natuur bestaat uit een mozaïek van verschillende soorten begroeiing, wat veroorzaakt wordt door verschillen in bodemgesteldheid en bodemhoogte. Natte natuur is rijk aan planten- en diersoorten: zowel insecten, amfibieën, reptielen en vogels. Van nat naar droger gaat het om open water, rietvelden ruigte (bestaande uit riet, andere planten en struiken) en moerasbos. Tabel 2.2 Eisen moerasnatuur Bodem Voor een soortenrijke vegetatie en fauna mag de bodem niet te voedselrijk zijn. Fosfaatrijke landbouwpercelen zijn als uitgangssituatie ongeschikt. Waterpeil Peilfluctuaties zijn natuurlijk: s winters hoog en s zomers lager. Hierdoor kan er een gevarieerde overgang tussen land en water ontstaan. De verschillende natuurdoeltypen kennen hun eigen drooglegging (bijlage III). Waterkwaliteit Voor een soortenrijke waternatuur is relatief voedselarm water en afwezigheid van toxische stoffen een randvoorwaarde. Ook de invloed van inlaatwater op het gebiedseigen watertype is van belang. Landschap De Krimpenerwaard is van oudsher een relatief waterrijk landschap, met sloten, vaarten en boezems als kenmerkende eenheden. Verstoring Water- en moerasnatuur is relatief gevoelig voor verstoring door recreatie. 19

20 Overjarig riet ZHL Natte graslanden Natte graslanden zijn voedselarm maar zeer rijk aan plantensoorten die in Nederland zeer zeldzaam zijn geworden. De vele plantensoorten brengen ook een rijk insectenleven, zoals vlinders, mee. Natte schraalgraslanden herbergen vaak bijzondere soorten weidevogels. Tabel 2.3 Eisen aan nat schraalland Nat schraalland Bodem Waterpeil Waterkwaliteit Landschap Verstoring Voor natte schraalgraslanden zijn natte, weinig veraarde en voedselarme veenbodems (weinig fosfaat) een vereiste. Fosfaatrijke landbouwpercelen zijn als uitgangssituatie ongeschikt. Bemeste kleihoudende veengronden en veengronden met een kleidek zijn als uitgangssituatie minder geschikt. Het winterpeil ligt net onder het maaiveldniveau (tot maximaal 15 cm eronder). Het zomerpeil ligt op 15 tot 30 cm onder maaiveld. Nat schraalgrasland vraagt om voedselarm water. Retentie van regenwater moet worden tegengegaan, omdat dit te zuur is. Nat schraalland stelt weinig eisen aan het omliggende landschap. Liefst geen bos ernaast, omdat door afvallend blad te veel voedingsstoffen worden aangevoerd. Nat schraalland is zelf weinig gevoelig voor recreatie, m.u.v. de weidevogelgebieden. Te veel betreding is slecht Weidevogelgrasland Weidevogelgrasland bestaat uit matig voedselrijke weilanden en hooilanden die een goed broedgebied zijn voor weidevogels als de grutto en de tureluur. De natuurwaarde is gekoppeld aan de grote dichtheid aan weidevogels en niet zozeer in de aanwezige plantensoorten. 20

21 Tabel 2.4 Eisen aan weidevogelgrasland Bodem Een matig voedselrijke, natte bodem zorgt er voor dat het gras niet te snel groeit. De eerste maaidatum kan daardoor uitgesteld worden. Waterpeil Het winterpeil ligt op 15 tot 30 cm onder maaiveldniveau, het liefst tot diep in het voorjaar. De grasgroei komt hierdoor laat op gang. Het zomerpeil ligt op 30 tot 40 cm onder maaiveld. Waterkwaliteit Geen speciale eisen. weidevogelnatuur Landschap Verstoring Weidevogels houden afstand van bebouwingslinten, bosjes, houtwallen en wegen. Goed weidevogelgebied ligt ten minste 100 meter daar vanaf. Weidevogels zijn in het broedseizoen erg gevoelig voor verstoring Robuuste verbinding Robuuste verbindingen zijn schakels tussen vergelijkbare natuurgebieden (ecosystemen als moeras, bos, heide). Ook kunnen ze samenhangende maar verschillende gebieden verbinden, bijvoorbeeld op overgangen van nat naar droog of van arm naar rijk. Voorbeelden hiervan zijn beekdalen op de zandgronden, en de overgangen van duin naar veen. Hun robuustheid ontlenen ze aan hun oppervlakte en maatvoering: voor de verbindingszones is tot ha gepland. weidevogelnatuur Nota Ruimte, 2004: De robuuste verbinding dient een samenhangend geheel te zijn dat is opgebouwd uit ecologische en landschappelijke elementen en dat natuurkernen met elkaar verbindt. Ten behoeve van de ecologische functie van de robuuste verbindingen verwacht het rijk dat provincies bij de begrenzing en de realisatie rekening houden met de ecologische eisen voor uitwisseling van soorten die in de te verbinden natuurgebieden voorkomen. Waar mogelijk wordt met de robuuste verbindingen aangesloten op de natuur in het buitenland, zodat een internationaal ecologisch netwerk kan ontstaan. 21

22 Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een handboek samengesteld met uitgangspunten en richtlijnen voor robuuste verbindingen, opdat die optimaal functioneren. Dit handboek is uitgangspunt geweest bij het ontwikkelen van de Robuuste (natte) verbindingszone in de Krimpenerwaard. In opdracht van de provincie is dit handboek nader uitgewerkt voor de provincie Zuid-Holland door Arcadis in samenwerking met alle natuurorganisaties. Bijlage III.3 gaat uitgebreid in op de consequenties hiervan voor de inrichting van de Krimpenerwaard. water, riet/moeras, nat schraalland en moerasbos en grasland met klein water (brief st.secr. Faber, 14 mei 2001 en Reijnen et al. 2001). Dit ambitieniveau B3 wil zeggen dat: B: Bij de robuuste verbindingen, of delen daarvan, het realiseren van de biodiversiteitsdoelen het uitgangspunt is. Het betreft verbindingen tussen grotere natuurcomplexen en over relatief grote afstanden. Binnen de robuuste verbindingen van categorie B worden drie ambitieniveaus onderscheiden (1,2,3). 22 De vorm en de afmetingen zijn voor elke robuuste verbinding anders. Al naar gelang de situatie is er behoefte aan een corridor, stapstenen of een combinatie daarvan. Anders gezegd: de verbindingen bestaan uit schakels en knopen. De grootte van individuele knopen kan oplopen tot zo n hectaren. Robuuste verbindingen hebben uitdrukkelijk als hoofdfunctie natuur. Ze zijn een voorwaarde voor het behoud van biodiversiteit, zowel op nationaal als op regionaal en lokaal niveau. Daarnaast kunnen ze ook ruimte bieden voor recreatie, waterbeheer of waterwinning, en de landschappelijke en cultuurhistorische identiteit van een gebied versterken. De natte robuuste verbinding die door Nederland moet gaan lopen van Lauwersmeer tot aan de Zeeuwse Delta wordt de Natte As genoemd. Inmiddels is de naamgeving overgegaan in Groene Ruggengraat. De uitgangspunten voor de Krimpenerwaard zijn dezelfde gebleven. Voor de verschillende trajecten van de Natte As door Nederland zijn ambitieniveau s vastgesteld. Het ambitieniveau geeft aan welke ecologische doelen de robuuste verbinding nastreeft. Het ambitieniveau van de Natte As tussen de Loosdrechtse plassen en Wijngaarden (het traject waartoe ook de Natte As door de Krimpenerwaard behoort) is vastgesteld op B3 met als ecosysteemtypen Daarbij is ambitieniveau 3 het hoogste, want effectief voor drie doelen: - Behoud van biodiversiteit op nationale schaal - Behoud van biodiversiteit op regionale schaal en - Behoud van biodiversiteit bij onvoorziene risico s. Ecosysteemverbindingen met ambitieniveau B3 zijn in principe geschikt voor alle soorten. De verbinding draagt bij aan het behoud van biodiversiteit op nationale en regionale schaal en maakt uitwisseling van minder mobiele soorten (laag dispersievermogen) mogelijk. Daarnaast kan een verbinding met ambitieniveau B3 functioneren voor soorten van één of meerdere ecosysteemtypen. Hierdoor moet het mogelijk zijn meerdere ecosysteemtypen te herbergen binnen de robuuste verbindingzone. Verdere uitleg is te vinden in bijlage III Het sturen van natuur De ontwikkeling van natuur hangt deels samen met onveranderlijke omstandigheden, maar kan deels ook worden gestuurd, bijvoorbeeld met inrichtingsmaatregelen. Om de gewenste natuurtypen te verkrijgen is daarom ten eerste van belang een goede plek te kiezen en ten tweede op die plek de juiste omstandigheden te scheppen en in stand te houden. Met name de keuze van de goede plek hangt samen met onveranderlijke of nauwelijks te veranderen factoren. Vervolgens kunnen op die plek inrichtingsmaatregelen worden getroffen. De inrichtingsmaatregelen vormen als het ware de knoppen waarmee natuurontwikkeling kan worden gestuurd.

23 In de inrichtingsvisie natuur zijn de volgende factoren relevant: - Bodemtype: de aanwezigheid van klei in of op het veen. Een bodem met klei is ongeschikt voor schraallanden. - Maaiveldhoogte: de maaiveldhoogte bepaalt de drooglegging bij een gegeven peil. - Actuele natuurwaarden: zij vormen vaak al een goed ontwikkeld leef- of groeigebied voor dier- en plantensoorten. Met name de habitatrichtlijnsoorten moeten worden behouden en eventueel in leefgebied worden gecompenseerd. Actuele natuurwaarden moeten goed worden opgenomen in het nieuwe natuurgebied. - Omgevingsfactoren: landschappelijke kenmerken als bebouwingslinten, bosjes en houtwallen, landscheidingen zijn een gegeven, dat grenzen stelt aan de ontwikkeling van natuurtypen. - Kwel en wegzijging: aanwezigheid van kwel of wegzijging bepaalt in zekere mate de grondwaterstand in de percelen. Ook kan dit lokaal invloed hebben op de ionensamenstelling in grond- en oppervlaktewater en daarmee op de soortensamenstelling. - Oppervlaktewaterpeilen: winterpeil, zomerpeil, moment en snelheid van peilverandering. - Inrichtingsmaatregelen: ongunstige uitgangssituaties voor natuurtypen kunnen met ingrepen worden verbeterd, zodat natuurdoelen sneller tot ontwikkeling komen. Voorbeelden zijn het afplaggen van een fosfaatrijke toplaag of het aanbrengen van variaties in maaiveldhoogte 6. - Beheer: Via de keuze van beheersmaatregelen kan bepaald worden of op eenzelfde stuk land bijvoorbeeld een grasland of een bos ontstaat. - Waterkwaliteit: uitspoeling van meststoffen, invloed van inlaatwater, mogelijkheden voor zuivering van water Waterkwaliteit De gewenste ecologische kwaliteit van het water in de watergangen is Stowa Klasse 3. Dit betekent dat het water minimaal biologisch gezond is, wat overeenkomt met het middelste ecologische niveau. Een deel van de geplande natuurgebieden is door de provincie aangewezen als waterparel, met als streven een betere waterkwaliteit (Stowa Klasse 4, bijna hoogste ecologische niveau). Voor de waterkwaliteit moet rekening worden gehouden met eisen en doelen vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Dit houdt in dat de waterkwaliteit niet achteruit mag gaan én dat op termijn in de zogenaamde waterlichamen ook het Goed Ecologisch Potentieel nagestreefd dient te worden. De begrenzing van waterlichamen worden bepaald door de waterhuishoudkundige structuur. Deze is nog niet exact bekend voor de nieuwe natuurgebieden, maar verwacht mag worden dat in ieder geval in een deel van de gebieden waterlichamen liggen én dat sommige gebieden geheel een waterlichaam (waterrijk gebied) zullen zijn. De nieuwe natuurgebieden hebben nu nog veelal een landbouwkundig gebruik. De ecologische kwaliteit in deze landbouwgebieden is over het algemeen matig. De redenen hiervoor zijn divers, maar hoge concentraties aan nutriënten is wel een hoofdreden. Vooral de fosfaatconcentraties zijn zeer hoog (ca. 1 mg/l, tegen referentie MTRwaarde 0,15 mg/l). De stikstofconcentraties zijn duidelijk lager (ca. 3 mg/l tegen referentie MTR-waarde 2,2 mg/l), waarbij de opneembare (anorganische) stikstof in de zomer bijna nul is. Dankzij de lage stikstofgehalten is de waterkwaliteit matig in plaats van slecht tot zeer slecht. De ecologische kwaliteit is op dit moment dus stikstof gestuurd Waterpeil De afstand tussen het maaiveld en de grondwaterdiepte (= ontwateringsdiepte) is direct van invloed op de natuur die kan voorkomen (bijlage III). Daarnaast is de ontwateringsdiepte relevant in verband met het vrijkomen van fosfaat uit de bodem. De ontwateringsdiepte is van vele factoren afhankelijk en daardoor moeilijk te sturen. Belangrijke sturende elementen zijn de afstand van sloten, begreppeling, drainage, het gewas en de drooglegging (verschil tussen maaiveld en het oppervlaktewaterpeil). Bij kleine ontwateringsdiepten kan het fosfaat, dat in de bodem is gebonden aan ijzer en organische 6 Andere soorten inrichtingsmaatregelen zijn bijvoorbeeld de aanleg van recreatieve routes en voorzieningen. 23

INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 1

INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 1 INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Initiatiefnemer en bevoegd gezag 1 1.3. Doel 1 1.4. Begrenzing plangebied 2 1.5. Procedure MER 4 2. VISIE EN BEOORDELINGSKADER 5

Nadere informatie

Gebiedsavond Bodegraven-Noord

Gebiedsavond Bodegraven-Noord Gebiedsavond Bodegraven-Noord Programma 20.00 u Welkom door Jan Leendert van den Heuvel 20.10u Presentatie over schetsontwerp voor Bodegraven-Noord 20.30u Korte pauze, vragen inventariseren 20.45u Tafelgesprekken

Nadere informatie

1 Natuur in de Krimpenerwaard

1 Natuur in de Krimpenerwaard Zelfrealisatie 1 Natuur in de Krimpenerwaard Binnen natuurgebieden zijn een grote hoeveelheid aan dier- en plantensoorten te vinden. Hoe groter ( robuuster ) de natuurgebieden zijn, hoe beter de soorten

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie

NIEUWSBRIEF. Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen. Oktober Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie NIEUWSBRIEF Nieuwe aanpak Noordrand Krimpenerwaard: Ruimte voor ondernemen Oktober 2014 Partijen in de Krimpenerwaard en de provincie Zuid-Holland gaan op een andere manier samenwerken aan de ontwikkeling

Nadere informatie

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II

Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II Welkom bij de inloopavond van Ruygeborg II Vanavond krijgt u informatie over het project Ruygeborg II. Als u vragen heeft kunt u die aan ons stellen. Daarnaast zijn wij benieuwd naar uw ideeën over Ruygeborg.

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

COPYRIGHT. l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische. 02 juli Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap

COPYRIGHT. l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische. 02 juli Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap Veldwerkplaats: l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische fauna in poldergebieden 02 juli 2009 Rudi Terlouw, Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap KRIMPENERWAARD Veenweidepolder van

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Landschapsecologische visie op natuurontwikkeling bij vernatting van de Polder Zegveld

Landschapsecologische visie op natuurontwikkeling bij vernatting van de Polder Zegveld Touch Table Workshop Waarheen met het Veen? 11 december 2007 Landschapsecologische visie op natuurontwikkeling bij vernatting van de Polder Zegveld B.P. van de Riet A. Barendregt J.T.A. Verhoeven Middels

Nadere informatie

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER Het ontwerp Sturen met water van het Veenweide Innovatiecentrum Zegveld (VIC) zet in op actief, dynamisch grondwaterbeheer

Nadere informatie

Natuurontwikkeling Wilnisse Bovenlanden

Natuurontwikkeling Wilnisse Bovenlanden Natuurontwikkeling Wilnisse Bovenlanden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 juni 2011 / rapportnummer 2532 46 1. Oordeel over het MER De provincie Utrecht wil in het kader van de natuurontwikkeling

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

Almere 2.0. studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband)

Almere 2.0. studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband) Almere 2.0 studieopdracht 3e jaar T&L (in teamverband) Voor de derdejaarsopdracht Ecologie van de opleiding TenL stond de woningopgave van Almere centraal. Almere is in korte tijd uitgegroeid tot een stad

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer

Restant taakstelling verwerving Totaal te realiseren Particulier natuurbeheer *) Te realiseren Agrarisch natuurbeheer BIJLAGE BO-1 Beleidskader omslag van minder verwerving naar meer beheer 1. Inleiding Het kabinet heeft vastgesteld dat realisatie van de nog aan te leggen nieuwe natuurgebieden in de EHS voor een groter

Nadere informatie

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen 14.52044 De peilvoorstellen en afwegingen van het ontwerp-peilbesluit voor de Zuid- en Noordeinderpolder worden hier gegeven. Dit ontwerppeilbesluit is opgesteld

Nadere informatie

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk Jan Stronks Stand van zaken huidig landschap Bos en natuur in de plus! Agrarisch cultuurlandschap sterk in de min: Natuurwaarde holt achteruit

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Toelichting GGOR Schieveen

Toelichting GGOR Schieveen Toelichting GGOR Schieveen Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden (AGOR)

Nadere informatie

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland Peilbeheer en weidevogels Aanleiding De Algemene Waterschapspartij

Nadere informatie

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Instemming Dijkgraaf en Heemraden met ontwerp peilbesluit (voor

Nadere informatie

Gebiedsvoorstel Ecologische Hoofd Structuur Krimpenerwaard

Gebiedsvoorstel Ecologische Hoofd Structuur Krimpenerwaard Gebiedsvoorstel Ecologische Hoofd Structuur Krimpenerwaard Voor meer informatie: Remko Advocaat, telefoon: 0182-356578, r.advocaat@bergambacht.nl 1 Inhoud Voorwoord...3 1. De voorgeschiedenis...4 2. Agrarisch

Nadere informatie

Bijlagen Aanvulling Plan-MER

Bijlagen Aanvulling Plan-MER Bijlagen Aanvulling Plan-MER Robuuste verbinding Sallandse Heuvelrug-Drents Plateau in Drenthe (zuidelijk deel) Definitief Grontmij Nederland bv Assen, 24 november 2008 Pagina 1 van 15 Bijlage 1 Schema's

Nadere informatie

Motivatie wijzigingsplan

Motivatie wijzigingsplan Motivatie wijzigingsplan Ten behoeve van natuurontwikkeling in het gebied Hanenplas, wordt de gemeente verzocht om de bestemming van een aantal percelen (gelegen binnen het bestemmingsplan buitengebied

Nadere informatie

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen TOPSURFLAND Hieronder wordt beschreven wat de toegevoegde waarde is van Topsurf voor de samenleving en wat de effecten zijn van het gebruik van Topsurfland voor alle belanghebbenden. 1. Waterschappen De

Nadere informatie

Partiële streekplanherziening. Zuid-Holland Oost - Krimpenerwaard

Partiële streekplanherziening. Zuid-Holland Oost - Krimpenerwaard Partiële streekplanherziening Zuid-Holland Oost - Krimpenerwaard Partiële streekplanherziening Zuid-Holland Oost - Krimpenerwaard Provinciale Staten van Zuid-Holland 23 april 2008 Partiële streekplanherziening

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten

Raadsvoorstel. Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Raadsvoorstel Vergadering: : 28 april 2008 Agendanummer : 7 Opiniërende vergadering : 14 april 2008 Portefeuillehouder : L.C.J. Lijmbach Onderwerp : uitvoeringsprogramma Groen Blauwe Diensten Aan de raad,

Nadere informatie

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen. Blad 95 van 127 Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en en. Zie ook de bijgevoegde Peilvakkenkaart op A0. Afweging en uitgangspunten peilenplan Terwolde De belangrijkste afweging bij de totstandkoming

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding en doel

Notitie. 1 Aanleiding en doel Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 05032009/ss1 5 maart 2009 231542 Betreft Stand van zaken inrichtingsplan Wetering Oost (ten behoeve van AC overleg 20 maart 2009) 1 Aanleiding en doel 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Westelijke Veenweiden

Westelijke Veenweiden Westelijke Veenweiden Nota Ruimte budget 113 miljoen euro Planoppervlak 73.000 hectare in totaal voor alle projecten Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit De Groene Ruggengraat, waar

Nadere informatie

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil

Nadere informatie

N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht

N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht Programmabureau Utrecht-West Provinciehuis Utrecht Archimedeslaan 6 T (030) 258 38 71 www.utrecht-west.com N2000 Oostelijke Vechtplassen Utrecht Postadres: Postbus 194, 3500 AD Utrecht Aan de bewoners

Nadere informatie

Reactie op ingediende zienswijze tegen het ontwerp-peilbesluit

Reactie op ingediende zienswijze tegen het ontwerp-peilbesluit NOTA VAN BEANTWOORDING Reactie op ingediende zienswijze tegen het ontwerp-peilbesluit De Wijk 17.066346 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Overzicht zienswijzen... 3 3 Beantwoording zienswijze... 4 Bijlage

Nadere informatie

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies

SPELREGELS EHS. Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies. Ministeries van LNV en VROM en de provincies SPELREGELS EHS Spelregels voor ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS Een gezamenlijke uitwerking van rijk en provincies Ministeries van LNV en VROM en de provincies 2 De Ecologische Hoofdstructuur, ook

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Datum Zie verzenddatum linksonder Aan Provinciale Staten Bijlagen 2 Onderwerp

Nadere informatie

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen Ernst Bos en Theo Vogelzang (LEI) Opgave LEI: Beoordeel peilstrategieën Groene Hart op basis van Maatschappelijke Kosten en Baten Opbouw presentatie:

Nadere informatie

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen De peilvoorstellen en afwegingen van de ontwerp-peilbesluiten voor de Polder Nieuwkoop en de Polder Nieuwkoop en Noorden worden hier gegeven. Beide ontwerp-peilbesluiten

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Bijlage 2a. Advies m.e.r.-plicht

Bijlage 2a. Advies m.e.r.-plicht Bijlage 2a Advies m.e.r.-plicht Notitie Contactpersoon Rob Evelein Datum 27 november 2012 Kenmerk N001-4793200REV-evp-V03-NL Advies m.e.r.-plicht bestemmingsplan glastuinbouwgebied Oostland-Pijnacker

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW Waarom wel het land, maar niet de sloot benutten in de veenweiden? Dat is de vraag waar het om draait in het icoon Aquatische landbouw

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 10.0116. Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042

RAADSVOORSTEL 10.0116. Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042 RAADSVOORSTEL 10.0116 Rv. nr..: 10.0116 B&W-besluit d.d.: 5-10-2010 B&W-besluit nr.: 10.1042 Naam programma +onderdeel: Bereikbaarheid Onderwerp: Besluitvorming ten aanzien van het advies Sleutel tot een

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober

Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop. 3 oktober Toetsingsadvies over het Milieueffectrapport Uitbreiding Dierenpark Amersfoort en de aanvulling daarop 3 oktober 2002 1179-104 ISBN 90-421-1030-9 Utrecht, Commissie voor de milieueffectrapportage. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018

Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was - Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2018 Pagina Natuurbeheerplan 2017 Ontwerp Natuurbeheerplan 2018 Natuurbeheerplan

Nadere informatie

Natuurontwikkeling Dannemeer, Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Natuurontwikkeling Dannemeer, Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Natuurontwikkeling Dannemeer, Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 januari 2010 / rapportnummer 2142-47 1. OORDEEL OVER HET MER Dienst Landelijk Gebied Groningen (DLG) heeft het voornemen

Nadere informatie

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 28 juni 2016 Zuider legmeerpolder en Uithoornse Polder

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 28 juni 2016 Zuider legmeerpolder en Uithoornse Polder Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel 9 september 2015 2015 28 juni 2016 Zuider legmeerpolder en Uithoornse Polder Programma Waarom een watergebiedsplan (dhr. G. Korrel) Stand

Nadere informatie

Nota beantwoording zienswijzen

Nota beantwoording zienswijzen Beantwoording van de ingediende zienswijzen op het Peilbesluit (13.24210) en het Watergebiedsplan (13.23911). Auteur W.J. Nijdam Registratienummer 13.45106 2 1. Milieufederatie Stationsstraat 38 1506 DH

Nadere informatie

Bijlage I: Deelprogramma natuur

Bijlage I: Deelprogramma natuur Bijlage I: Deelprogramma natuur Doelstelling Hoofddoelen van het deelprogramma Natuur zijn de versterking van de biodiversiteit, versterking van de Natura 2000 doelen en realisatie van het NNN (voorheen

Nadere informatie

Aanvullende notitie. Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen

Aanvullende notitie. Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen Aanvullende notitie Toetsing ecologische hoofdstructuur gasthuisweg 1, Herwijnen Opdrachtgever: M. van Baalen Uitgevoerd door: Elsken Ecologie Edam, 04-03-2015 Colofon Tekst en fotografie: Ing. D. van

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

Nieuwe natuur voor droge voeten

Nieuwe natuur voor droge voeten Nieuwe natuur voor droge voeten Informatieavond en klankbord Polder de Dijken-Bakkerom Donderdag 19 april 2018 en De Drie Polders en Lettelberterbergboezem Donderdag 26 april 2018 Programma 19 en 26 april

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes Veldwerkplaats Herstel van vochtig schraalland 14 juli 2016 Fons Mandigers Natuurmonumenten Ecologische Hoofdstructuur (Natte

Nadere informatie

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Levende Beerze Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009 Vanavond: Den Bosch De Levende Beerze structuurvisie planmer Esche Stroom en De Levende Beerze Procedure Bergeijk Waarom aan de slag? Nota Ruimte:

Nadere informatie

Herontwikkeling vliegbasis Soesterberg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Herontwikkeling vliegbasis Soesterberg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Herontwikkeling vliegbasis Soesterberg Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 maart 2010 / rapportnummer 2073-61 1. OORDEEL OVER HET MER De provincie Utrecht en de gemeenten Soest en Zeist hebben,

Nadere informatie

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering Pina Dekker Gemeente Ooststellingwerf, beleidsmedewerker en ondersteunend lid van de werkgroep Es van Tronde. Deze notitie

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting

MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting MER Regionaal Bedrijventerrein Twente Samenvatting Van zoekgebieden naar inrichting oktober 2004 Adecs Oost bv oktober 2004 MER Regionaal Bedrijventerrein

Nadere informatie

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman Een route naar een Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman Uitgangspunten Gebiedscommissie Laag Holland (MKBA in 2009) Bodemdaling

Nadere informatie

HET PACT VAN POLDERTROTS GROOT MIJDRECHT NOORD. 31 oktober 2012 te Waverveen

HET PACT VAN POLDERTROTS GROOT MIJDRECHT NOORD. 31 oktober 2012 te Waverveen HET PACT VAN POLDERTROTS GROOT MIJDRECHT NOORD HET PACT VAN POLDERTROTS GROOT MIJDRECHT NOORD 31 oktober 2012 te Waverveen Het Pact van Poldertrots Groot Mijdrecht Noord Het Pact van Poldertrots Wij beseffen

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren Zuid-Holland) (d.d. 23 september 2007) Nummer 2107

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren Zuid-Holland) (d.d. 23 september 2007) Nummer 2107 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren Zuid-Holland) (d.d. 23 september 2007) Nummer 2107 Onderwerp Genomen peilbesluit Reeuwijk in relatie tot het Streekplan Oost,

Nadere informatie

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost De laatste jaren heeft de provincie in Groot Mijdrecht Noord-Oost gronden aangekocht voor de ontwikkeling van natuur. Natuurmonumenten

Nadere informatie

GEBIEDSVISIE BODEGRAVEN - NOORD

GEBIEDSVISIE BODEGRAVEN - NOORD GEBIEDSVISIE BODEGRAVEN - NOORD rondetafelgesprek gemeenteraad 14 april 2016 Pagina 1 Landinrichting 1995/1996 Pagina 2 435 ha natuurontwikkeling: 350 ha reservaatsgebied in BR (nog eens 50 ha in de provincie

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen.

Voor Zuid-Holland zijn deze beleidsdoelen vastgelegd in de Beleidsvisie Groen. Was-Wordt tabel Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 (versie 17 jan18) Was Wordt tabel tekstuele wijzigingen Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2019 Pagina Natuurbeheerplan 2018 Ontwerp Natuurbeheerplan 2019

Nadere informatie

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen Workshop 1.4 Kennisconferentie Deltaprogramma Jan van den Akker Alterra / Wageningen UR janjh.vandenakker@wur.nl Bodemdaling Component

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Veenweiden Krimpenerwaard: wat gaat er gebeuren?

Veenweiden Krimpenerwaard: wat gaat er gebeuren? Veenweiden Krimpenerwaard: wat gaat er gebeuren? april 2018 2 1 De toekomst van de Krimpenerwaard De Krimpenerwaard is een bijzondere plek. Dat willen we graag zo houden en versterken. Gemeente en hoogheemraadschap

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS Visie op Zuid-Holland Verordening Ruimte Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS GS 21 mei 2013 ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Verzoek wijziging bestemmingsplan Verzoek wijziging bestemmingsplan Percelen Rucphen O 225 en O 433 Ruimtelijke onderbouwing kwaliteitsverbetering omgeving Rozenven Inleiding Sinds 2011 is Vereniging Natuurmonumenten eigenaar van natuurgebied

Nadere informatie

BIJLAGE 3: Toetsingskader

BIJLAGE 3: Toetsingskader BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie

Nadere informatie

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer

Centrumgebied Groene Peelvallei. Openbare informatiebijeenkomst over het planmer Centrumgebied Groene Peelvallei Openbare informatiebijeenkomst over het planmer Programma Opening en korte toelichting project Presentatie PlanMER Vragen Hoe verder? (20.15 20.25 uur) (20.25 20.55 uur)

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Informatieavond Buffer Noord 23 juni 2015

Informatieavond Buffer Noord 23 juni 2015 Informatieavond Buffer Noord 23 juni 2015 Programma vanavond - Doel - Toelichting over het proces - Onderzoeken - Randvoorwaarden - Toelichting Voorkeursalternatief - Vragen en aanvullende suggesties in

Nadere informatie

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 30 juni 2016 Noorder Legmeerpolder en Bovenkerkerpolder

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 30 juni 2016 Noorder Legmeerpolder en Bovenkerkerpolder Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel 14 september 2015 2015 30 juni 2016 Noorder Legmeerpolder en Bovenkerkerpolder Programma Waarom een watergebiedsplan (dhr. G. Korrel) Stand

Nadere informatie

INLEIDING EN LEESWIJZER

INLEIDING EN LEESWIJZER INHOUD BLZ INLEIDING EN LEESWIJZER De talenten van Oirschot...3 Wat is een structuurvisieplus?...3 Het planproces...5 Opbouw van de structuurvisieplus...7 028-252 gemeente Oirschot StructuurvisiePlus "Inleiding

Nadere informatie

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden 1. Familie Willems, Roderwolde Functies beekdal Hoger peil toename kwel rand effecten (onkruid / vliegen) Grenzen peilbesluit komen overeen met de vastgestelde

Nadere informatie

Bijlagen. Milieueffectrapport Waterberging Benedenloop Westerwoldse Aa, Kuurbos (Bos op Houwingaham), Bovenlanden en Hamdijk

Bijlagen. Milieueffectrapport Waterberging Benedenloop Westerwoldse Aa, Kuurbos (Bos op Houwingaham), Bovenlanden en Hamdijk Bijlagen Milieueffectrapport Waterberging Benedenloop Westerwoldse Aa, Kuurbos (Bos op Houwingaham), Bovenlanden en Hamdijk Grontmij Nederland bv Haren, 4 mei 2009 Bijlage 1 Literatuurlijst Alterra, Handboek

Nadere informatie

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen 2. Water Bodem & Gebruik 3. Het Groene Hart, met zijn veenweiden, Over de realisatie van

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

De burger wil best betalen voor veenweidenatuur

De burger wil best betalen voor veenweidenatuur De burger wil best betalen voor veenweidenatuur Huidige situatie: tamelijk eenvormige weinig soortenrijke polder. Foto: Lex Broere V eenweidegebieden hebben unieke natuurwaarden en zijn vanuit internationaal

Nadere informatie

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII 1 1. Inleiding Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ruim 38.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders

Nadere informatie

Watersysteemoptimalisatie Stolwijkse Boezem en Achterbroek

Watersysteemoptimalisatie Stolwijkse Boezem en Achterbroek Watersysteemoptimalisatie Stolwijkse Boezem en Achterbroek NOTA VAN BEANTWOORDING zienswijzen die naar aanleiding van de ter inzage legging van 4 september 2008 t/m 15 oktober 2008 schriftelijk en/of mondeling

Nadere informatie

Milieueffectrapport Tweede fase Zoetermeer-Zuidplas. Samenvatting

Milieueffectrapport Tweede fase Zoetermeer-Zuidplas. Samenvatting Milieueffectrapport Tweede fase Zoetermeer-Zuidplas Samenvatting 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING, DOEL EN STATUS MILIEUEFFECTRAPPORT... 3 2. PROJECTDOELSTELLINGEN EN AUTONOME ONTWIKKELING... 5 3. ACHT PROJECTALTERNATIEVEN...

Nadere informatie

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht Nota van Beantwoording Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Ruimte voor de Grecht DSPDF_1CB_31313139393036373432.doc Afdeling Ruimtelijke ontwikkeling vakgroep Ruimtelijke ordening Mei 2013 Gemeente Woerden,

Nadere informatie

Provincie Utrecht m.e.r. Natuurontwikkeling Wilnisse Bovenlanden notitie reikwijdte en detailniveau Witteveen+Bos Van Twickelostraat 2

Provincie Utrecht m.e.r. Natuurontwikkeling Wilnisse Bovenlanden notitie reikwijdte en detailniveau Witteveen+Bos Van Twickelostraat 2 Provincie Utrecht m.e.r. Natuurontwikkeling Wilnisse Bovenlanden notitie reikwijdte en detailniveau Van Twickelostraat 2 Postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl

Nadere informatie

Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen

Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen Herinrichting Aaltense Goor - Zwarte Veen PRESENTATIES Werksessie Landbouw 13 Maart 2012 Beste lezer, In dit document vindt u op navolgende pagina s de sheets van de volgende presentaties: 1. Presentatie

Nadere informatie