Docentenhandleiding lessenserie Spelen met snelheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Docentenhandleiding lessenserie Spelen met snelheid"

Transcriptie

1 Docentenhandleiding lessenserie Spelen met snelheid Waarom deze lessenserie? In de natuurwetenschappen is het redeneren met variabelen een belangrijk onderdeel. Op die manier kun je verbanden ontdekken en voorspellingen doen. Een hulpmiddel bij het redeneren met variabelen zijn grafieken. In deze lessenserie richten we ons op grafieken van snelheid en afstand. Bij de activiteiten speelt de computer een belangrijke rol, omdat de computer grafieken kan tekenen tijdens het meten. Grafieken worden daarmee dynamisch. Doelen van de lessen De belangrijkste doelen van deze lessen zijn: - Onderzoeken van grafieken als middel om veranderingen weer te geven. - Onderzoeken van het begrip snelheid. Voorkennis leerlingen Bij de lessen gaan we er van uit dat leerlingen al een kwalitatief begrip hebben van wat snelheid is en ook dat ze al wat ervaring met grafieken hebben. Visie op onderwijs Centraal staat onderzoekend leren. Dat houdt in dat leerlingen gestimuleerd worden om actief oplossingen te zoeken voor vrij open problemenl. Daarbij wordt nauw aangesloten bij de kennis die leerlingen al hebben. De leerkracht geeft leerlingen de ruimte om hun ideeën naar voren te brengen. Samenwerken speelt een belangrijke rol. Opbouw van de lessenserie Het betreft in totaal 4 lessen van ongeveer een uur. Les 1. Oriënteren op: wat is snelheid? Hoe kun je snelheid bepalen? Centrale opdracht is het bepalen van snelheid aan de hand van videobeelden van auto s. We kiezen ervoor om de snelheid te bepalen met vaste tijdsintervallen. Alternatief is een vaste afstand kiezen en dan vergelijken hoe lang verschillende auto s erover doen. Reden voor deze keuze is dat de op deze manier verkregen intervallen in de volgende opdracht ook gebruikt worden en leiden tot een eenvoudige snelheidsgrafiek. Les 2. Meten van snelheid, omzetten van metingen in grafiek. Centrale opdracht is het bepalen van afgelegde weg met vaste tijdsintervallen met behulp van speelgoedauto s. Vervolgens worden de aldus verkregen stroken naast elkaar in een figuur gezet. De afgelegde afstand in een periode is een maat voor de snelheid, want snelheid = afgelegde weg/ tijd. Les 3. Vanuit beschrijving veranderende snelheid vertaalslag maken met afgelegde afstand na vaste tijdsintervallen. Centrale opdracht: maken van animatie met een eenvoudige applicatie

2 Les 4. Met behulp van simulatie effect van snelheidsverandering zien in animatie en in grafiek. Centrale opdracht: spelen met simulatie van rijdende trein effect op snelheidsgrafiek onderzoeken

3 Achtergrond: afgelegde weg als maat voor de snelheid Wanneer de ene auto in 1 seconde een langere weg aflegt, dan een tweede, dan gaat de eerste auto sneller dan de tweede. Aan de weg die in een bepaalde tijdseenheid wordt afgelegd is te zien hoe hard een auto gaat. Omgekeerd kunnen de snelheden van auto s weergegeven worden door op schaal af te beelden welke afstanden de auto s in een bepaalde tijdseenheid afleggen. A. B. Figuur 1. Snelheden voorgesteld door stroken. Met behulp van een dergelijke representatie kunnen snelheden visueel worden vergeleken. Omdat de stroken de afgelegde weg in een bepaalde tijdseenheid weergeven, is de lengte van de stroken recht evenredig met de snelheid. Snelheidsverhoudingen kunnen daarom direct uit de strooklengtes worden afgelezen. Zo kunnen we uit figuur 1 aflezen dat auto A 2 keer zo snel gaat als auto B. Met deze representatie wordt een basis gelegd voor het beschrijven van snelheden met behulp van grafieken. Door de verplaatsingen in opeenvolgende (gelijke) tijdsintervallen achter elkaar te plaatsen, zie je hoe de snelheid van een object verandert. Voor een auto die optrekt kan zo n reeks van verplaatsingen er bijvoorbeeld uitzien als figuur 2. Figuur 2. Opeenvolgende verplaatsingen in gelijke tijdsintervallen. Hoe de snelheid verandert wordt beter zichtbaar als we de stroken rechtop zetten (zie figuur 3). Figuur 3. Grafiek van opeenvolgende verplaatsingen. Hiermee is de basis gelegd voor een grafiek van de snelheid tegen de tijd. Omdat het gaat om een afbeelding van opeenvolgende tijdsintervallen kan aan de hand van dit plaatje worden gepraat over hoe de snelheid in de loop van de tijd verandert. Het is echter geen echte snelheidsgrafiek, want de stroken staan voor de afgelegde weg in de voorgaande periode en

4 niet voor de snelheid op een bepaald meetmoment. Bovendien is ook de horizontale as nog niet scherp gedefinieerd. In de lessenserie laten we leerlingen eerst met deze grafiek van verplaatsingen werken Een groot voordeel daarvan is dat de grafiek voor de leerlingen een duidelijke betekenis heeft omdat ze precies weten hoe de grafiek ontstaan is. De stroken staan voor concrete stukken afgelegde weg die in bepaalde tijdsintervallen zijn afgelegd. Dat een auto op een bepaald tijdstip harder gaat kan een leerling doorzien, omdat hij/zij weet dat een langere strook staat voor een langer stuk weg. We zien deze grafiek van verplaatsingen als een functionele tussenfase tussen concrete metingen of filmpjes en een conventionele snelheidsgrafiek. Gemiddelde snelheid en momentane snelheid De stroken van de verplaatsingsgrafiek passen bij het concept gemiddelde snelheid. Wanneer we de afgelegde weg in een bepaald tijdsinterval als maat nemen kan de auto binnen dat tijdsinterval best iets van snelheid veranderd zijn, maar wat hij het ene moment te hard rijdt, valt weg tegen wat hij het andere moment te zacht rijdt. Uiteindelijk kijken we alleen naar de afgelegde afstand ten opzichte van de tijd. Vanuit het idee van een gemiddelde snelheid kunnen we verhoudingsgewijs rekenen naar andere afstanden en andere tijden. Een auto die 60 km heeft afgelegd in een uur zal, in hetzelfde tempo rijdend, het volgende uur waarschijnlijk ook ongeveer 60 km afleggen; in een half uur legt die auto ongeveer 30 km af. Dit concept van snelheid is een heel ander concept dan dat van 'momentane snelheid, de snelheid die - in het geval van auto s of andere voertuigen - op de snelheidsmeter wordt aangegeven. Momentane snelheid is de snelheid op een specifiek moment; niet de afgelegde weg in bijvoorbeeld de voorgaande minuut of het voorgaande uur. Natuurlijk berekent de snelheidsmeter in een auto die momentane snelheid ook vanuit afstand en tijd, maar de tijd wordt nu heel kort genomen, om zo goed mogelijk de snelheid van dat ene specifieke moment aan te kunnen geven. Ook de snelheid op een specifiek moment geven we aan in termen van afstand en tijd, maar de redenering is nu andersom. In plaats van de afgelegde weg te meten voorspellen we als het ware hoe ver de auto zou gaan rijden: Dat een auto op een bepaald moment 70 km/u rijdt betekent dat de auto 70 kilometer zou afleggen, als hij de snelheid van dit moment een uur lang zou aanhouden. Wat voor leerlingen verwarrend is, is dat we momentane snelheid - dus de snelheid op een bepaald moment - uitdrukken in 'kilometer per uur'. Sommige leerlingen denken bij 70 km/u heel letterlijk aan een autorit van een uur waarin je 70 kilometer aflegt. Dat leidt tot misverstanden, zoals we zagen in een brugklas waar de leerlingen gevraagd werd hoe lang een auto over 500 meter doet als hij 70 km/u rijdt. De leerlingen kwamen met opmerkingen als: Dat kun je niet weten, want hij kan net optrekken of afremmen. Voor hen betekende 'de auto rijdt 500 meter met een snelheid van 70 km/u' niet dat de auto 500 meter dezelfde snelheid aanhoudt, maar dat die auto in een uur 70 km zou rijden en binnen zo'n uur kan er van alles gebeuren. Dezelfde verwarring constateerden we bij het interviewen van leerlingen van groep 7. Hieronder een paar klein stukjes uit het interview van twee meisjes.

5 Wanneer we de momentane snelheid op een reeks opeenvolgende tijdstippen weten kunnen we een grafiek maken die lijkt op die van figuur 3, maar elk staafje geeft nu niet aan welke afstand net afgelegd is, maar welke afstand zou worden afgelegd als de auto dezelfde snelheid zou aanhouden.

6 Organisatie De activiteiten die hieronder beschreven worden kunnen afhankelijk van de situatie op de school gecombineerd worden tot lessen. Wanneer de school over een computerlokaal beschikt is het handig om de leerlingen tegelijk de computeropdrachten te laten maken, maar noodzakelijk is dat niet. In principe werken de leerlingen bij de computeropdrachten in tweetallen. Activiteiten kunnen op verschillende manieren worden gecombineerd tot één les. Als het organisatorisch mogelijk is een klassengesprek af te wisselen met zelfstandig werken aan computeropdrachten verdient dat waarschijnlijk de voorkeur. Een mogelijke opzet is: Dag 1. Klassikaal: Auto s rijden te hard Dag 2. Klassikaal: Snelheid meten Zelfstandig: Een plaatje maken van de treinreis Dag 3. Klassikaal: Bespreken tekenopdracht In tweetallen op de computer: Een animatie maken Dag 4. Klassikaal: Een maat voor snelheid In tweetallen op de computer: Webquest Treinmachinist Dag 5. Klassikaal: Afsluitend gesprek. Activiteit 1. Auto s rijden te hard Doel: Een eerste exploratie van wat snelheid is. Hoe kun je snelheid bepalen? Duur: 30 tot 45 minuten. Materiaal: - digitaal schoolbord - filmpje: 'autoberlageb' - filmpje: 'autoberlageblt2' Introductie van het probleem Duur: 5-10 minuten. Verhaal: Bij de Berlage school is pas geleden vlakbij school een kind aangereden. Gelukkig was het niet ernstig. Kinderen die het zagen gebeuren zeiden dat de auto te hard reed. Je mag daar maar 30 kilometer per uur. De leerlingen van de Berlageschool willen gaan uitzoeken of auto's bij de school te hard rijden en hoeveel ze te hard rijden. Vraag aan de klas: Hoe zouden de kinderen kunnen vaststellen of de auto's bij hun school te hard rijden?

7 Laat de suggesties beoordelen vanuit de concrete situatie: je kunt snelheid meten met een flitspaal, maar bij de school staat niet zo n flitspaal. Deelvraag: wat betekent 30 km per uur rijden? Inventariseer vooral wat de kinderen weten; in de volgende lessen kan er nog uitgebreid op worden ingegaan. Sluit de discussie af met te vertellen wat de kinderen op die school besloten te gaan doen: ze maakten een video. 2. video (alleen beelden van de auto's) 10 minuten groepswerk, 10 tot 20 minuten bespreken Video: Laat de eerste video zien aan de klas (bestandsnaam: 'autoberlageb', de opname zonder de groene lijnen). Vertel dat de eerste auto de auto van de moeder van een van de leerlingen is. Ze hebben haar gevraagd om precies 30 km te rijden. Laat de leerlingen zeggen welke auto's waarschijnlijk te hard rijden. Ze zouden ook op moeten merken dat er een auto is die eerst zachtjes rijdt en daarna heel snel. Het is niet nodig om de video in zijn geheel te laten zien. Groepspdracht: bedenk hoe je met behulp van deze video kunt uitzoeken of auto s te hard rijden. Zorg dat je straks voor het bord kunt uitleggen wat jullie aanpak is. Bespreking We verwachten dat veel groepjes met de oplossing zullen komen dat je kunt meten hoe lang een auto er over doet om van de ene kant van het scherm naar de andere kant te rijden. Als een auto daar korter over doet dan de auto van die moeder rijdt hij te snel. Die aanpak werkt echter niet goed bij auto s die eerst zachtjes rijden en dan opeens heel hard, of andersom. Een andere aanpak is dat je gaat uitzoeken hoeveel een auto rijdt in een vaste tijd, in dit geval bijvoorbeeld een seconde. De twee aanpakken verschillen in die zin dat in de eerste aanpak de afstand gelijk wordt gehouden (het hele scherm) en de tijd gemeten, terwijl in de tweede aanpak de tijd gelijk wordt gehouden (een seconde) en de afstand gemeten. Beide aanpakken zijn op zich goed, maar de tweede heeft als voordeel dat je ook kunt laten zien hoe de snelheid verandert terwijl de auto over het scherm rijdt. In het vervolg van de lessenserie draait het om de tweede aanpak, want we willen dat de leerlingen gaan begrijpen hoe je de afgelegde afstand in een vaste tijd kunt gebruiken om snelheid weer te geven. Eventueel kunt u leerlingen vragen om hun aanpak ook uit te voeren. Zorg er echter voor dat dit niet teveel tijd gaat nemen. Voor de eerste aanpak kun je de tijd uitrekenen

8 via de tijden van de video-speler. Voor de tweede aanpak kun je het beeld stilzetten na elke seconde en een streep zetten op het digibord. 3. video met tijd en strepen 10 minuten Vat samen wat de leerlingen bedacht hebben en vertelt dan welke aanpak de kinderen van de Berlageschool gekozen hadden: we zetten streepjes. Video. Laat de tweede video zien, met de markeringen na elke seconde ('autoberlageblt2'). Bespreek met de leerlingen wat je kunt aflezen aan de strepen. In de bespreking moet duidelijk worden: - De afgelegde afstand in 1 seconde is een maat voor de snelheid van de auto. - Je kunt zo de snelheid van twee auto's met elkaar vergelijken: een auto die verder rijdt, rijdt harder, maar ook: een auto die twee keer zo hard rijdt, rijdt twee keer zo ver. - Je kunt ook snelheidsveranderingen zien: afremmen voor de drempel, harder gaan rijden. Extra vraag, voor leerlingen die dit na de rekenles willen uitzoeken: Als de eerste auto 30 km/uur rijdt, wat is dan de schaal van de film? Hoe kun je dat bepalen? Een oplossingsstrategie is vaststellen hoeveel cm/ seconde de auto verder in beeld is. Dit omrekenen naar km/uur: wat is de schaalfactor naar 30 km/uur, met hoeveel moet je vermenigvuldigen om aan 30 te komen? Activiteit 2. Snelheid meten Doel: oriënteren op: wat is snelheid? hoe kun je snelheid bepalen? Duur: 45 minuten Materiaal: - trein - autootjes die op batterij rijden; liefst vrij langzaam - computer met het programmaatje 'piepteller'; geluidsboxjes - papieren stroken (telrol), stiften -... Waarschijnlijk is het handig om de activiteit niet in de klas uit te voeren, maar in een wat grotere ruimte. 1. Introductie 10 minuten

9 Herinner de leerlingen aan de vorige les en laat vervolgens de trein rijden met verschillende snelheden. Vraag aan de klas: hoe zou je de snelheid van de trein kunnen meten? Uit dat gesprekje moet komen dat je dat bijvoorbeeld kunt doen door elke seconde, of om de zoveel seconden, een streepje te zetten op het punt waar de trein op dat moment is. Demonstreer het programmaatje 'piepteller'. 2. Groepswerk: streepjes op een strook papier (constante snelheid) 15 minuten. Elk groepje krijgt een telrol om stroken van te maken. Ze moeten ervoor zorgen dat hun autootje in een rechte lijn kan rijden en daar de strook naast leggen. Om de 5 seconden zetten ze een streepje op de strook. In principe rijden de autootjes met een constante snelheid. Als een groepje klaar is met hun autootje kunnen ze ruilen met een ander groepje. De groepjes met een auto die met twee snelheden kan rijden kunnen twee aparte stroken maken, of strepen zetten in verschillende kleuren. 3. Bespreking Bespreek met de klas wat je kunt aflezen uit de afstanden tussen de streepjes op de stroken. Vraag of de afstanden tussen de streepjes steeds even groot waren en wat het betekende als dat niet zo was (veranderde de snelheid van de auto of was het een meetprobleem?). Laat de snelheid van de verschillende autootjes met elkaar vergelijken. NB. Bewaar de gemaakte stroken. Ze worden nog gebruikt bij activiteit Opdracht met veranderende snelheid: maak een plaatje van de treinreis Sluit de les af met een opdracht rond veranderende snelheid. Maak drie 'stations' langs de treinbaan en laat de trein rijden. De trein start, gaat harder rijden, houdt even dezelfde snelheid en remt weer op bij het tweede station te stoppen. Daarna gaat de trein weer rijden en stopt bij het derde station. Opdracht: Wat er precies gebeurt zou je met woorden kunnen beschrijven: starten, hard rijden, remmen, stoppen. Probeer een manier te bedenken om wat er gebeurt niet in woorden, maar in een plaatje weer te geven. Het moet een soort schema worden van de treinreis. De leerlingen voeren deze opdracht zelfstandig uit voor de volgende les.

10 Activiteit 3. Bespreken tekenopdracht Materiaal: - Een selectie ingescande tekeningen van de voorgaande opdracht op het digibord Bespreken tekenopdracht Laat een aantal leerlingen hun tekening (schema, grafiek) van de startende en stoppende trein toelichten. Kies werk dat heel verschillend is. - Sommige kinderen zullen dicht bij de situaties van de voorgaande lessen gebleven zijn en streepjes op een lijn gezet hebben: hoe langer het stuk tussen twee streepjes, hoe sneller de trein rijdt. - Andere kinderen zullen misschien een meer cartoon-achtige manier hebben gekozen (streepjes achter de trein als hij hard rijdt) of snelheidsaanduidingen als '50 km/u' hebben gebruikt. - Er zullen waarschijnlijk ook kinderen zijn die de snelheid van de trein vertikaal hebben weergegeven. Dat kan op allerlei manieren, meer of minder dicht tegen een tijd-snelheids-grafiek aan. Het gaat er niet om wat de 'beste' manier van weergeven is, want elke tekening kan op zich heel duidelijk zijn. Besteed wel speciaal aandacht aan het verschil tussen horizontaal weergeven van de snelheidsverschillen en vertikaal weergeven van die verschillen. De grafieken in de Treinmachinist-computeropdrachten die de leerlingen de volgende lessen gaan maken zijn grafieken waarin als het ware de afgelegde afstand vertikaal is afgebeeld. Op de pagina hiernaast staat werk van kinderen uit een groep 7 en wat daarover in het klassengesprek aan de orde kwam. Activiteit 4. Computeropdracht: animatie maken Doel: Bij het maken van een animatie van een vallende bal moeten de leerlingen zelf kiezen waar die bal zich zal bevinden na een bepaalde tijd. Dit is min of meer het omgekeerde van activiteit 2, want daar werd gemeten waar de auto of trein zich bevond op gegeven tijdstippen. Materiaal: Op elke computer moet het programma pivotsticks geïnstalleerd zijn. Voor elk tweetal leerlingen een kopie van het werkblad. Organisatie: Laat de leerlingen bij voorkeur in tweetallen werken. Voor het geven van een toelichting is het handig om de leerlingen in een computerlokaal te laten werken als de school daarover beschikt. In principe moeten de leerlingen de opdracht echter ook geheel zelfstandig kunnen maken.

11 Opdracht: Maak een animatie van een bal die naar beneden valt Of van een auto die afremt. (extra: maak een animatie van iets anders waarvan de snelheid in het filmpje verandert) Het idee kan gedemonstreerd worden met een post-it blokje. Zie de handleiding van Pivot stickfigure animation De kernvraag is hoe je het weer moet geven als iets van snelheid verandert gedurende het filmpje. Het antwoord zit in de afgelegde afstand tussen twee frames. Bij een hoge snelheid is dat een groter stuk dan bij een lagere snelheid. Bij afronding dit principe nog een keer benadrukken. Link leggen naar eerdere lessen: daar werden stroken gemeten, hier gemaakt. Activiteit 5. Een maat voor snelheid Doel: Onderzoeken van de relatie tussen verschillende snelheidsmaten. Duur: 30 tot 45 minuten Materiaal: Knip van de stroken die bij activiteit 2 gemaakt zijn stukjes af die laten zien hoe ver de auto reed in 5 seconden. Kies een van de stroken uit en maak daar een kortere strook bij - 4/5 van de lengte - en een langere strook - 2 keer zo lang. Begin de les met het volgende probleem. Iemand gaat boodschappen doen in de supermarkt en het kost hem of haar 10 minuten om naar de supermarkt te rijden. Kan die iemand 50 km per uur rijden? Laat leerlingen uitleggen waarom dat wel of niet mogelijk is. Trek nog geen conclusies; in de rest van de les wordt ingegaan op maten voor snelheid. Voor sommige kinderen betekent 'de auto rijdt 50 km per uur' dat de auto een uur gereden moet hebben. Ze maken, met andere woorden, geen onderscheid tussen het rijden van een afstand van 50 km rijden en de snelheid '50 km per uur'. Dat laatste betekent niet dat de auto 50 km ver rijdt, maar dat de auto 50 km ver zou rijden als de auto een uur lang diezelfde snelheid aan zou houden. Laat nu de stroken zien die de gemeten afstand in 5 seconden aangeven en bespreek met de leerlingen wat je uit die stroken af kunt lezen. Bespreek waarom gekozen was voor het zetten van een streepje om de 5 seconde (Per seconde een streepje zetten zou heel snel gaan, dat lukt je niet. Eventueel ook, maar dit is een argument op een vrij hoog niveau: als je een langere periode neemt kun je

12 zorgvuldiger meten, want je kunt het nooit helemaal precies doen, maar bij een langere periode speelt zo n meetfout een kleinere rol.) Laat hierna de twee andere stroken zien en vertel dat het stroken zijn van groepjes leerlingen die niet om de 5 seconden hebben gemeten, maar om de 4 seconden (de kleine strook) en om de 10 seconden (de grote strook). Vraag hoe je nu zou kunnen uitzoeken of de autootjes van die andere leerlingen even hard reden als een autootje van de eigen klas. Een mogelijkheid is bijvoorbeeld om de strook van 10 seconden dubbel te vouwen; je krijgt dan de afstand voor 5 seconden. De strook van 4 seconden kan worden vergeleken met andere stroken door de stroken te verlengen - bijvoorbeeld tot een strook voor 20 seconden - of te verkorten tot strookjes voor 1 seconde. Gebruik de voorgaande discussie om het probleem in algemene termen te formuleren: het zou handig zijn als we de snelheid van autootjes zouden kunnen vergelijken via een afgesproken, vaste maat. Welke maat zou je daarvoor kunnen kiezen? - Je kunt kiezen voor het aantal cm in 5 seconden, voor in 4 seconden, of in 10 seconden, maar ook voor in 1 seconde. - Waarschijnlijk zijn er ook leerlingen die zeggen dat je snelheid aangeeft in zoveel km per uur. Laat de leerlingen argumenten geven waarom je volgens hen een bepaalde maat zou moeten kiezen als de standaardmaat voor snelheid. Uitkomst van de discussie zou moeten zijn dat het eigenlijk niet uitmaakt welke maat je kiest, want je kunt vanuit de ene maat altijd omrekenen naar een andere maat. Wel is het gebruikelijk dat je kiest voor 'per seconde' of 'per uur', en niet voor 'per 5 minuten' of 'per 3 uur'. Je zou dus kunnen kiezen voor: - meter per seconde - meter per minuut - km per uur Extra opdracht: U kunt een aantal leerlingen vragen om voor de volgende les op internet een aantal snelheden op te zoeken. Bijvoorbeeld hoe hard dieren lopen, of de snelheid van treinen en vliegtuigen. Laat hen vooral uitzoeken welke maten worden gebruikt om snelheden aan te geven. Activiteit 6. Webquest Treinmachinist Doel: in een animatie het verband zien tussen een rijdende trein en de grafieken die simultaan worden opgebouwd.

13 Ruimte: computerlokaal, in tweetallen achter computer Met diverse opdrachten wordt leerlingen gevraagd de weergegeven grafieken te begrijpen aan de hand van wat er in de animatie gebeurt. Ook hier worden met vaste tijdsintervallen aangegeven welke afstand daarin is afgelegd, zie ook de grafiek aan de hand van de auto van de helling in les 2. Vervolgens worden ook figuren getoond waar in de totale afgelegde afstand tot dan toe wordt weergegeven. Ook hier is een verband te leggen met de eerdere lessen, dat is namelijk de totale lengte van de strook tot dan toe bij de autootjes, zowel bij het zelf meten als in de film. Strook erbij pakken van metingen: hoe kun je afstandsgrafiek daarvan maken?

14 Bijlage werkbladen les 4 Zie Treinmachinist Palet, werkbladen Naam/namen: Spel: Hoe lang doe jij over een rondje? 1. Speel het spel van treinbaan A. Mijn beste tijd bij treinbaan A was: ( 2. Optrekken betekent: harder gaan rijden. Bij een auto doe je dat door met je voet op het gaspedaal te duwen. De treinmachinist heeft een knop die hij met zijn handen bedient (want een treinmachinist hoeft niet te sturen!). Bij treinbaan 2 zijn er twee knoppen voor optrekken. Met de ene knop gaat het rustig, met de andere trek je snel op. Er zijn ook twee knoppen voor remmen: rustig remmen en snel remmen. Opdracht: Speel het spel van treinbaan B. Mijn beste tijd bij treinbaan B was: (

15 Vragen bij treinbaan C Een eenvoudige treinbaan. Nu kun je goed experimenteren met de grafieken. ( grafiek a grafiek b 3. Maak grafiek a (ongeveer) na op de computer. 4. Maak grafiek b na op de computer. 5. Bij welke grafiek - a of b - zijn de knoppen voor snel optrekken en hard remmen gebruikt? Leg uit waar je dat aan kunt zien. 6. Heeft de trein (in deze grafieken) voor optrekken en remmen evenveel tijd nodig? Leg uit. grafiek c grafiek d 7. Maak grafiek c na op de computer. 8. Maak grafiek d na op de computer. 9. Bij welke grafiek - c of d - heeft de trein het langste stilgestaan? Leg uit waar je dat

16 aan ziet. 10. Maak grafiek e na op de computer. Schrijf op wat de trein doet bij deze grafiek. grafiek e grafiek f grafiek g 11. Maak grafiek f na op de computer. 12. Maak grafiek g na op de computer. 13. Bij welke grafiek - f of g - heeft de trein het langst gereden? Leg uit. 14. Bij welke grafiek - f of g - heeft de trein het verst gereden? Kun je dat ook zien in de grafiek? Leg uit.

17 Je kunt in het blauwe vakje dingen veranderen. Probeer dat maar eens (één ding tegelijk veranderen). In het plaatje hierboven is gekozen voor: - fotostrook in plaats van staafjes - 2 sec in plaats van 1 sec 15. Waarom heet het een fotostrook? grafiek h Bij grafiek h stond het programma op 2 sec. 16. De trein reed zachter dan bij grafiek h. Hoe kan dat? 17. De trein is tussendoor twee keer gestopt. Hij stond echt helemaal stil. Hoe kan het dan dat er in het midden niet een wit stukje is?

18 Vragen over treinbaan D, afstandsgrafiek ( Bij treinbaan D zie je in de grafiek niet de afstand die de trein rijdt in 1 seconde, maar de totale afstand die de trein heeft gereden. De afstand wordt gemeten in kilometers. 18. Wat is de afstand... a. van Woezik naar Bries? b. van Bries naar Hanekam? c. van Hanekam naar Middeloo? d. van Middeloo naar Klaterdal? c. van Klaterdal naar Woezik? machinist Adrie machinist Bert machinist Co Vraag 19. Kijk naar de drie plaatjes hierboven. a. Er was een machinist die maar heel kort wachtte op de stations. Hoe heet hij? b. Er was een machinist die Klaterdal - het vierde station - per ongeluk voorbij reed. Hoe heet hij? c. Er was een machinist die in het begin veel te hard reed. De trein stopte automatisch, door de ATB. Hoe heet die machinist? Vraag 20. Kun je in een afstandsgrafiek ook zien of de trein hard rijdt of zacht? Leg uit. Kun je ook zien of de snelheid verandert?

Lessenserie snelheid. Dit is een voorlopige versie. De lesbeschrijvingen moeten op een aantal punten nog worden aangevuld

Lessenserie snelheid. Dit is een voorlopige versie. De lesbeschrijvingen moeten op een aantal punten nog worden aangevuld Lessenserie snelheid Frans van Galen Koeno Gravemeijer Elise Quant (ESOE, Eindhoven School of Education) Frans Van Mulken (Avans Hogeschool, Breda) Deze lessenserie is ontwikkeld binnen het project 'Science

Nadere informatie

Lessenserie Oppervlakte

Lessenserie Oppervlakte Groep 6, 7 Achtergrond Het TAL-boek Meten en meetkunde in de bovenbouw (Wolters-Noordhoff, 2006) beschrijft de grote lijn van de leergang rond meten. Deze lessenserie heeft betrekking op het meten van

Nadere informatie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

Tijdens de try-out gingen de groepjes verschillend aan het werk. Soms werd het werk verdeeld: één leerling had alle

Tijdens de try-out gingen de groepjes verschillend aan het werk. Soms werd het werk verdeeld: één leerling had alle In de try-out had de leerkracht alle enveloppen op het bord geplakt. Hij nam een blaadje en vroeg aan een leerling om na te gaan in welke van de enveloppen dit papier zou passen (zonder het papier te vouwen).

Nadere informatie

Genoeg ruimte? In de methodes

Genoeg ruimte? In de methodes Genoeg ruimte? Het berekenen van de oppervlakte van rechthoekige figuren komt in alle methoden voor. Vaak staat in de tekening aangegeven wat de te gebruiken eenheid is, bijvoorbeeld een vierkante meter.

Nadere informatie

Kinderen onderzoeken snelheid. Frans van Galen Koeno Gravemeijer Frans Van Mulken Elise Quant

Kinderen onderzoeken snelheid. Frans van Galen Koeno Gravemeijer Frans Van Mulken Elise Quant Kinderen onderzoeken snelheid Frans van Galen Koeno Gravemeijer Frans Van Mulken Elise Quant Onze snel veranderende wereld stelt andere eisen aan de kennis die leerlingen nodig hebben. Het draait om inzicht,

Nadere informatie

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren. Oriëntatie: Het doel van deze lessenserie is: bestaande foto s zoeken met een eigen verhaal erbij. Dan gaan jullie mensen deze fotoserie voorleggen en vragen welk verhaal zij erin zien. Tot slot gaan jullie

Nadere informatie

1 Uit de map: Probleemoplossen in interactie

1 Uit de map: Probleemoplossen in interactie Titel Genoeg ruimte? 1 Groep/niveau Groep 6/7 Leerstofaspecten Versterken van het begrip oppervlakte De vierkante meter als oppervlakte-eenheid Benodigdheden Per tweetal: een stuk papier of plastic van

Nadere informatie

Procenten als standaardbreuken

Procenten als standaardbreuken Procenten als standaardbreuken Groep Achtergrond De lessen zijn bedoeld om leerlingen te laten ontdekken dat het handig is om met standaardbreuken te werken als je gegevens wilt vergelijken. Wanneer leerlingen

Nadere informatie

Doel van de les: Aan het eind van de les kunnen de kinderen Wordpress gebruiken om informatie weer te geven.

Doel van de les: Aan het eind van de les kunnen de kinderen Wordpress gebruiken om informatie weer te geven. Een les Wordpress Studenten: Mentor: Stageschool: Groep: Datum: Doel van de les: Aan het eind van de les kunnen de kinderen Wordpress gebruiken om informatie weer te geven. Beginsituatie: In deze les word

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Lessenserie De hellingbaan

Lessenserie De hellingbaan - Bovenbouw - Lessenserie De hellingbaan Een lessenserie over het experimenteren met de hellingbaan en de strategie controleren van variabelen. Met dank aan leerkrachten en leerlingen van basisschool De

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen. Vrijdag februari 2015 Artikelen: Alle artikelen - 7Days week Inhoud: Leerlingen leren om kritisch te kijken naar de actuele artikelen in 7Days. Leerlingen leren standpunten en argumenten te herkennen.

Nadere informatie

LES: Groepjes maken 2

LES: Groepjes maken 2 LES: Groepjes maken 2 DOEL strategieën ontwikkelen voor het bepalen van het aantal objecten in een rechthoekig groepje (bijv. herhaald optellen per rij, verdubbelen, een keersom maken); verband leggen

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Voorspellen en tekst lezen

Voorspellen en tekst lezen Voorspellen en tekst lezen 1. Lees de uitleg. Als je gaat lezen, doe je eerst een voorspelling. Waar zou de tekst over gaan? Kijk eerst goed hoe de tekst eruitziet. Want je kunt aan de buitenkant van de

Nadere informatie

Handleiding Pivot docent Wendy Bruins www.wisemice.nl versie 1.2 december 2008

Handleiding Pivot docent Wendy Bruins www.wisemice.nl versie 1.2 december 2008 1 Handleiding Pivot Stickfigure Animator Maak je eigen animated gifjes en laat je poppetje bewegen zoals jij wilt. Je kunt je Pivot invoegen in een mailtje, je website of laten verschijnen op je desktop.

Nadere informatie

Tijd. 10 min. 55 minuten

Tijd. 10 min. 55 minuten Tijd GROEP 5-6 50 55 minuten 1, 23, 32, 44, 45 en 51 De leerling: weet hoe dag en nacht ontstaan weet dat de tijd niet overal op de wereld hetzelfde is weet met welke instrumenten je tijd kunt meten kent

Nadere informatie

TEKENEN MET PIVOT. Twee lessen om animatie s te maken met. het Pivot tekenprogramma

TEKENEN MET PIVOT. Twee lessen om animatie s te maken met. het Pivot tekenprogramma TEKENEN MET PIVOT Twee lessen om animatie s te maken met het Pivot tekenprogramma Animatie s met Pivot- Docent Doel De leerlingen laten kennis maken met het maken van een animatie en de gratis software

Nadere informatie

Prezi les 1: Website:

Prezi les 1: Website: Les 1 Bouw van het hart Inhoud 1. De leerkracht vertelt dat de leerlingen tijdens deze les het gaan hebben over de bouw van het hart. 2. De leerkracht laat het skelet van een mens zien en vraagt de leerlingen

Nadere informatie

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen Drents Museum Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen Les 1 Pratende dingen Samenvatting van de les Deze les is de eerste van vier lessen over beeldcultuur. Tijdens

Nadere informatie

Rollend meetwiel. Notities voor de leerkracht. Wetenschap Afstanden meten Schaalverdelingen kalibreren Wetenschappelijk onderzoek

Rollend meetwiel. Notities voor de leerkracht. Wetenschap Afstanden meten Schaalverdelingen kalibreren Wetenschappelijk onderzoek Notities voor de leerkracht Rollend meetwiel Wetenschap Afstanden meten Schaalverdelingen kalibreren Wetenschappelijk onderzoek Design en technologie Mechanismen gebruiken overbrengingsverhouding, vertragende

Nadere informatie

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8 Handleiding Gedicht In het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties zijn de rechten voor het kind opgenomen. U maakt deze rechten concreet en zichtbaar,

Nadere informatie

Werkatelier: eenvoudige animatie maken met pivot animator

Werkatelier: eenvoudige animatie maken met pivot animator Werkatelier: eenvoudige animatie maken met pivot animator Pivot stickfigure animator is een animatieprogramma om eenvoudige animaties met stokmannetjes te maken. Het voordeel van Pivot is dat je niet moet

Nadere informatie

21. Lichaamslengte, deel 2: in een grafiek

21. Lichaamslengte, deel 2: in een grafiek 21. Lichaamslengte, deel 2: in een grafiek Leeftijdsgroep Ongeveer 12-16 jaar Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 4: De leerlingen leren meten en leren omgaan met meetinstrumenten, gangbare

Nadere informatie

MENS & NATUUR. Inleiding

MENS & NATUUR. Inleiding MENS & NATUUR THEMA BEWEGINGEN EN OVERBRENGINGEN WERKBLAD SNELHEID Inleiding Emiel komt op de fiets naar school. Als hij begint te fietsen, wordt zijn snelheid steeds groter. Hij moet even op gang komen.

Nadere informatie

bijlagen groep 5 en 6

bijlagen groep 5 en 6 bijlagen groep 5 en 6 bijlage 1 een stukje achtbaan Je hebt nodig: 2 brede planken. De ene plank moet ongeveer twee keer zo lang zijn als de andere. een paar tennisballen een stuk soepel karton plakband

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje Vandaag gaan jullie een natuurkundig experiment doen in een hele andere vorm dan je gewend bent, namelijk in de vorm van een wedstrijd. Leerdoelen

Nadere informatie

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken

Nadere informatie

Werken met Paint 2014

Werken met Paint 2014 Groep: 5 Lesdoelen: - - De leerlingen begrijpen dat je niet zomaar een plaatje van internet kan plukken, dat het plagiaat is De leerlingen kunnen met behulp van Paint zelf een tekening in Paint maken.

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R HET DUIZELT VOOR JE OGEN Maar je hersenen maken er een mooie film van. Met een speciale ronddraaiende trommel met spleetjes: een zoötroop, kunnen jullie je eigen bioscoop maken. Maak allebei een aantal

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Teken een architect. Lees het volgende verhaal: Teken een architect Lees het volgende verhaal: Een architect heeft een hele dag nagedacht over een nieuwe brug die gebouwd moet worden. Via de brug moet het verkeer, ook zware vrachtwagens, over een brede

Nadere informatie

Grafieken. 10-13 jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken

Grafieken. 10-13 jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken Grafieken Rekenles over het maken van grafieken 10-13 jaar Rekenen Weerstation, data, grafieken 60 minuten Op het digitale schoolbord bekijkt de leerkracht met de klas verschillende grafieken over het

Nadere informatie

Rekenen met verhoudingen

Rekenen met verhoudingen Rekenen met verhoudingen Groep 6, 7 Achtergrond Leerlingen moeten niet alleen met de verhoudingstabel kunnen werken wanneer die al klaar staat in het rekenboek, ze moeten ook zelf een verhoudingstabel

Nadere informatie

Je eigen nieuwjaarsbrief

Je eigen nieuwjaarsbrief Je eigen nieuwjaarsbrief Doelgroep Eerste, tweede, derde graad Aard van de activiteit De leerlingen schrijven zelf een nieuwjaarsbrief voor hun ouders. Vooraf Verzamel allerhande nieuwjaarsbrieven: tekstjes

Nadere informatie

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten

(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten Titel Belgische voet Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten (Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten Benodigdheden Stroken; A3 in de lengte in vieren (smalle strook), bij voorkeur in verschillende

Nadere informatie

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed.

1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed. D S T R K C N T LS 1 Opdracht 1 Nodig: papier en lijm 1. Je krijgt van je juf of meester een plaatje. Bekijk het plaatje goed. 2. Zoek nu een klasgenoot met een ander plaatje. 3. Zoek nu samen nog vier

Nadere informatie

T O E L I C H T I N G R E K E N E N M E T V E R H O U D I N G E N

T O E L I C H T I N G R E K E N E N M E T V E R H O U D I N G E N TOELICHTING REKENEN MET VERHOUDINGEN LEERSTAP 1 LEERSTAP 2 LEERSTAP 3 Rekenvlinder_rekenen_met_verhoudingen.indd 2 08-02-13 10:54Rekenvlinder_rekenen_met_verhoudingen.indd 3 08-02-13 10:54 LEERSTAP 4 LEERSTAP

Nadere informatie

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Getallenmuurtje. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Kies twee blokjes (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Getallenmuurtje DOEL oefenen van keersommen; kennismaken met keersommen met meer dan twee getallen; leren welke keersommen bij eenzelfde uitkomst horen; bewust worden dat de volgorde van de getallen

Nadere informatie

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling Deze schrijfles sluit aan bij het Nieuwsbegriponderwerp van deze week: Vuurwerk bij Oud en Nieuw. De schrijftaak

Nadere informatie

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4 Wat zegt die grafiek? De indeling van de ochtend is als volgt: Schoolbrede start (15 minuten) Zie hoofdstuk Schoolbrede start. Deel 1 Tellen in een plaatje (20 minuten) De kinderen

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

10 m/s = km/h 5 km = m 4 m/s = km/h. 15 m/s = km/h 81 km/h = m/s 25 m/s = km/h. 2,25 h = h min 3 m/s = km/h 6 min = s

10 m/s = km/h 5 km = m 4 m/s = km/h. 15 m/s = km/h 81 km/h = m/s 25 m/s = km/h. 2,25 h = h min 3 m/s = km/h 6 min = s Het omrekenen van gegevens 2THA 1 Reken de volgende gegevens om: 10 m/s = km/h 5 km = m 4 m/s = km/h 15 m/s = km/h 81 km/h = m/s 25 m/s = km/h 2,25 h = h min 3 m/s = km/h 6 min = s 20 m/s = km/h 1 h 25

Nadere informatie

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger Deze schrijfles is dit jaar de eerste waarin leerlingen oefenen in het genre verklaren. Het is een ervaarles,

Nadere informatie

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h Het omrekenen van gegevens 1 Reken de volgende gegevens om: 10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h 2,25 h = 2 h 15 min 3 m/s = 10,8 km/h 6

Nadere informatie

LES: Vallende sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad "Groter of kleiner" (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Vallende sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Groter of kleiner (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Vallende sommen DOEL oefenen van het snel berekenen of schatten van de uitkomst van keersommen; bewust worden dat keersommen met grotere getallen een groter getal als uitkomst hebben; bewust worden

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

LES: Vallende sommen 2

LES: Vallende sommen 2 LES: Vallende sommen 2 DOEL oefenen van het snel berekenen of schatten van de uitkomst van keersommen; bewust worden dat keersommen met grotere getallen een groter getal als uitkomst hebben; oefenen van

Nadere informatie

Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW. Groep 6, 7, 8

Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW. Groep 6, 7, 8 Lessuggesties energie Ter voorbereiding van GLOW Groep 6, 7, 8 Eindhoven, 8 september 2011 In het kort In deze lesbrief vind je een aantal uitgewerkte lessen waarvan je er één of meerdere kunt uitvoeren.

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE LESBRIEVEN LEERKRACHTENBESTAND LESBRIEF 8: LOT DE ROBOT (DEEL2) AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE Copyright De Uitvinders Uitgave 2016 Versie 1.0 LESBRIEVEN LEERKRACHTENBESTAND LESBRIEF

Nadere informatie

VWO Module B Beweging

VWO Module B Beweging VWO Module B Beweging Onderzoek van beweging. Van rijdende trein tot basejumper. Naam: VWO Module B P a g i n a 1 25 Titel: Auteur: Eigenfrequentie, VWO module B: Beweging Simon de Groot Datum: 12 december

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals

Nadere informatie

LES: Vallende sommen 3

LES: Vallende sommen 3 LES: Vallende sommen 3 DOEL snel kunnen schatten van de uitkomst van deelsommen, door het toepassen van strategieën; inzien dat deelsommen met kleine deler grotere uitkomsten hebben, en deelsommen met

Nadere informatie

LES: Groepjes maken AFBEELDING SPELLETJE

LES: Groepjes maken AFBEELDING SPELLETJE LES: Groepjes maken DOEL strategieën ontwikkelen voor het bepalen van het aantal objecten in een rechthoekig groepje (bijv. herhaald optellen per rij, verdubbelen, een keersom maken); bewust worden dat

Nadere informatie

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Les 1 Ik en mijn selfie Les 1 Ik en mijn selfie Samenvatting van de les De kinderen kijken naar een selectie portretten waaronder selfies. Ze analyseren

Nadere informatie

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Snelle sommen DOEL oefenen van het snel uitrekenen van keersommen die worden weergegeven door een aantal muntjes van gelijke waarde; bewust worden dat strategieën kunnen helpen om keersommen snel

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

LES: Post. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Postzegels (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE

LES: Post. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Postzegels (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE LES: Post DOEL bewust worden dat bij een aantal postzegels met dezelfde waarde een keersom hoort; oefenen van keersommen; bewust worden dat gerelateerde keersommen gebruikt kunnen worden bij het uitrekenen

Nadere informatie

Les 5: Hoe lang en hoog stuitert die bal?

Les 5: Hoe lang en hoog stuitert die bal? Les 5: Hoe lang en hoog stuitert die bal? Deze les bestaat uit twee lessen. Een a les en een b les. Voor beide lessen gelden dezelfde voorbereidingen. Benodigdheden Doelen Doelen met m.b.t. rekenen/wiskunde

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-09-2009 W.Tomassen Pagina 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Rekenen.... 3 Hoofdstuk 2 Grootheden... 5 Hoofdstuk 3 Eenheden.... 7 Hoofdstuk 4 Evenredig.... 10 Inleiding... 10 Uitleg...

Nadere informatie

Groep 8 Basisles: Verschil in energiebronnen

Groep 8 Basisles: Verschil in energiebronnen Leerkrachtinformatie Deze basisles kunt u op verschillende manieren organiseren: A. Klassikaal (35 minuten) U verzorgt en begeleidt de les. U gebruikt hierbij deze Leerkrachtinformatie en het Werkblad

Nadere informatie

Pinnacle video bewerking

Pinnacle video bewerking Pinnacle video bewerking Klik op dit icoontje op het bureaublad Klik daarna hier op Selecteer je gemaakte filmpje. Nu zie jouw film in verschillende scènes verschijnen. Sleep nu de scène die jij wil gebruiken

Nadere informatie

Middenbouw: Wieringerzand

Middenbouw: Wieringerzand Middenbouw: Wieringerzand Wieringerzand, ons eigen eiland Daar gaan we kamperen en er valt veel te leren. We bouwen een huis daar voelen wij ons thuis. We gaan op de fiets dat kost bijna niets. Grote Rekendag

Nadere informatie

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift -

Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift - Zin in schrijven! Workshop vrij en creatief schrijven voor jonge anderstaligen door Fros van der Maden - auteur Op Schrift - I Oefenen met observeren 1. Het woordenschilderij A Kijk 60 seconden heel goed

Nadere informatie

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie. Titel Vruchtentaart Groep / niveau Groep 5/6 Leerstofaspecten Benodigdheden Organisatie Bedoeling Voorwaardelijke vaardigheden Lesactiviteit Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie. Leerkracht:

Nadere informatie

De ANWB Lichtbrigade Fietsverlichtingsactie

De ANWB Lichtbrigade Fietsverlichtingsactie De ANWB Lichtbrigade Fietsverlichtingsactie Leerkracht instructie middelbare school Algemeen Achtergrond De ANWB is een vereniging die nauw betrokken is bij de maatschappij en zet zich in voor mobiliteit,

Nadere informatie

1. Wat zie je vanuit de lucht?

1. Wat zie je vanuit de lucht? 1. Wat zie je vanuit de lucht? Leeftijdsgroep Ongeveer 12-16 jaar Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 4: de leerlingen leren meten en wegen en leren omgaan met meetinstrumenten, gangbare

Nadere informatie

Inbouwen van de Speedohealer

Inbouwen van de Speedohealer Inbouwen van de Speedohealer Deze HOWTO is gebaseerd op de informatie die Freek op het Z3 Forum heeft geplaatst. Het BMW Z3 Forum Nederland > On Topic lounge > Vragen staat vrij > Kilometerteller kalibrereb.

Nadere informatie

Extra opdrachten Module: bewegen

Extra opdrachten Module: bewegen Extra opdrachten Module: bewegen Opdracht 1: Zet de juiste letters van de grootheden in de driehoeken. Opdracht 2: Zet boven de pijl de juiste omrekeningsfactor. Opdracht 3: Bereken de ontbrekende gegevens

Nadere informatie

Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8

Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8 Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8 1 Inhoud Voorbereidende les Afsluitende les Aanvullend materiaal bij deze lessen staat op de website: Introductiefilmpje PowerPoint presentatie Werkbladen 2 Voorbereidende

Nadere informatie

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema s

Nadere informatie

Potloden, doppen en papier

Potloden, doppen en papier Potloden, doppen en papier Handige strategieën Vermenigvuldigen Inhoudsopgave - Inleiding op Potloden, doppen en papier p. 3 - Potloden in dozen p. 4 - Flessendoppen sparen p. 6 - Papier in pakken p. 8

Nadere informatie

Een model voor een lift

Een model voor een lift Een model voor een lift 2 de Leergang Wiskunde schooljaar 213/14 2 Inhoudsopgave Achtergrondinformatie... 4 Inleiding... 5 Model 1, oriëntatie... 7 Model 1... 9 Model 2, oriëntatie... 11 Model 2... 13

Nadere informatie

bijlagen bij groep 5 en 6

bijlagen bij groep 5 en 6 bijlagen bij groep 5 en 6 groep 5 en 6 honing, melk en eieren 75 bijlage 1 opdrachtblad bijendans Bekijk voor deze opdrachten op http://www.fi.uu.nl/toepassingen/00596/ de filmpjes over de bijendans. De

Nadere informatie

Hoe moet je een prachtige presentatie maken?

Hoe moet je een prachtige presentatie maken? Hoe moet je een prachtige presentatie maken? www.meestermichael.nl Geef de presentatie een titel. Klik dit vak aan om jouw presentatie een ondertitel te geven. Hier kun je je presentatie een titel geven

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

LES: Wie van de drie?

LES: Wie van de drie? LES: Wie van de drie? DOEL getallen herkennen uit de tafels van 2 en 5; bewust worden dat de getallen uit de tafel van 2 allemaal even zijn; bewust worden dat de getallen uit de tafel van 5 allemaal eindigen

Nadere informatie

Begin en eindig de les klassikaal. Tijdens de kern van de les vouwen de leerlingen individueel hun dieren aan de hand van het werkblad.

Begin en eindig de les klassikaal. Tijdens de kern van de les vouwen de leerlingen individueel hun dieren aan de hand van het werkblad. Vissen vouwen Lesbeschrijving voor de leerkracht groep 3-4 Voorbereiding Vouw zelf elke vis en de andere zeedieren volgens de instructie op het werkblad. Zo weet u hoe de dieren gevouwen moeten worden

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Inleiding Tijdens deze les programmeren de leerlingen hun eigen verkeerslicht. Lesdoelen. Materiaal

Inleiding Tijdens deze les programmeren de leerlingen hun eigen verkeerslicht. Lesdoelen. Materiaal Leerkrachtenhandleiding Inleiding Tijdens deze les programmeren de leerlingen hun eigen verkeerslicht. Lesdoelen De leerlingen zijn in staat om: zelf een verkeerslicht te programmeren; te herkennen wat

Nadere informatie

Documentaire. Voorbereiding op het documentaire project

Documentaire. Voorbereiding op het documentaire project Documentaire Voorbereiding op het documentaire project Inhoud 1. Wat is een documentaire? 2. Interview techniek 3. Documentaire maken in 3 stappen 3.1. Ontwerpen 3.2. Opnemen 3.3. Monteren 4. Werkdocument

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

Presenteren. Oriëntatie

Presenteren. Oriëntatie Oriëntatie Dit ga je doen Je gaat een stand (marktkraam) inrichten om te laten zien wat je gedaan hebt tijdens dit project en wat je eindresultaat is. Je probeert jullie stand zo te maken dat het aantrekkelijk

Nadere informatie

LES: Getallenmuurtje 2

LES: Getallenmuurtje 2 LES: Getallenmuurtje 2 DOEL oefenen van keersommen; oefenen van keersommen met meer dan twee getallen; leren welke keersommen bij eenzelfde uitkomst horen; gebruik maken van het inzicht dat de volgorde

Nadere informatie

Camtasia Studio 4: filmpjes bewerken en video opnemen.

Camtasia Studio 4: filmpjes bewerken en video opnemen. Camtasia Studio 4: filmpjes bewerken en video opnemen. Handleiding van Auteur: dapunt Juli 2007 handleiding: Camtasia Studio 4: filmpjes bewerken en video opnemen. Camtasia Studio 4: filmpjes bewerken

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS LESBRIEVEN LEERLINGEN WERKBLAD LESBRIEF 3: VLIEGEN Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier (deel 3) Vliegen Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Ontwerp een vliegmachine Proefvliegen: drijven op

Nadere informatie

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen Introductie Introductie Gamen, Hyven, informatie zoeken, filmpjes kijken, muziek luisteren, spullen kopen of verkopen. Internetten doen we allemaal. Soms voor de lol, soms serieus, soms thuis, soms op

Nadere informatie

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige les hebben we weer met een kaart gewerkt. Daarop stonden alle 4 de vragen die we de vorige lessen gebruikt hebben

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week november 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week november 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2 Handleiding Les 1 ze schrijfles is de tweede waarin leerlingen oefenen in het genre instrueren. Het is een instructieles: leerlingen maken kennis met de instructiestrategie KLUNS. U doet voor hoe je een

Nadere informatie

Bovenbouw: Een eigen onderzoek

Bovenbouw: Een eigen onderzoek Bovenbouw: Een eigen onderzoek Grote Rekendag 2005 www.rekenweb.nl 67 68 www.rekenweb.nl Grote Rekendag 2005 Bovenbouw Overzicht van de activiteiten activiteit 1 activiteit 2 activiteit 3 activiteit 4

Nadere informatie