Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Vooronderzoek Bodem. Datum 20 maart 2014

Transcriptie

1 Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Vooronderzoek Bodem Datum Status definitief

2

3 Colofon Referentienummer RW / Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon Fax Uitgevoerd door Opmaak Datum Status definitief Versienummer 3.0

4

5 Inhoud 1 Inleiding 7 2 Aanpak 8 3 Resultaten Beschrijving huidige situatie onderzoekslocatie Gemiddelde kwaliteit op basis van de bodemkwaliteitskaart Verdachte locaties/uitgevoerde onderzoeken Bodemopbouw en geohydrologie Overige ondergrondaspecten 16 4 Conclusie 18 5 Referenties 19

6 Pagina 6 van 20

7 1 Inleiding Afbeelding 1.1 Globale ligging plangebied In het kader van het verbeteren van de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer is Rijkswaterstaat voornemens om de N50 tussen Ens en Emmeloord te verbeteren. Voorafgaand aan de realisatie hiervan dient een (O)TB opgesteld te worden, dat een planologisch en juridische basis biedt voor de verdere verbetering van de N50. Deze notitie beschrijft de huidige kwaliteit van de bodem ter plaatse van de geplande ingrepen voor de verbetering van de N50 Ens - Emmeloord. De huidige kwaliteit is op basis van een vooronderzoek conform de NEN 5725 [ref. 1.] in beeld gebracht. Dit vooronderzoek dient als basis voor de effectstudie bodem voor het (O)TB. De globale ligging van het plangebied is weergegeven in afbeelding 1.1. De notitie is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 wordt de gehanteerde aanpak van het vooronderzoek beschreven; in hoofdstuk 3 zijn de resultaten van het vooronderzoek opgenomen; in hoofdstuk 4 worden de conclusies van het vooronderzoek beschreven. Pagina 7 van 20

8 2 Aanpak Er is een vooronderzoek conform de NEN5725 [ref. 1.] uitgevoerd. Met het vooronderzoek wordt informatie verzameld over het voormalig, huidig en toekomstig bodemgebruik, de bodemopbouw en geohydrologie. Deze informatie wordt verkregen door een onder andere archief- en dossieronderzoek en een terreininspectie. Het vooronderzoek is gericht op het vinden van mogelijke bronnen en oorzaken van bodemverontreiniging. Er zijn drie onderzoeksstrategieën voor het vooronderzoek: beperkt, standaard en uitgebreid. Omdat het vooronderzoek is gericht op de voorgenomen reconstructiewerkzaamheden, is een vooronderzoek type standaard uitgevoerd. Het vooronderzoek heeft zicht gericht op het plangebied en de directe omgeving (tot 100 m vanaf het plangebied). De volgende bronnen zijn geraadpleegd: gemeente Noordoostpolder, inzage dossiers uit bodem-, Hinderwet- en bouwarchief, d.d. 17 april 2013, contactpersoon: de heer S. Waninge; provincie Flevoland/omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek, digitale aanlevering rapporten, d.d. 18 april 2013, contactpersoon: de heer P. Richters; Rijkswaterstaat, opvragen uitgevoerde bodemonderzoeken, geen informatie beschikbaar; Nota bodembeheer provincie Flevoland [ref. 2.] en Bodemkwaliteitskaart gemeente Noordoostpolder [ref. 3.], beschikbaar via website: geraadpleegd op 16 april 2013; BodemLoket, beschikbaar via website: geraadpleegd op 16 april 2013; locatie-inspectie d.d. 17 april Pagina 8 van 20

9 3 Resultaten Afbeelding 3.1 Impressie huidige situatie N50 Ens-Emmeloord 3.1 Beschrijving huidige situatie onderzoekslocatie De huidige N50 tussen Ens en Emmeloord (hectometer 262,7 en 279,7) is een weg met 2 x 1 rijstrook met vluchtstrook en een fysieke rijrichtingscheiding. Aan weerszijden van de weg is een strook gras en daarachter bossages aanwezig (zie afbeelding 3.1). 3.2 Gemiddelde kwaliteit op basis van de bodemkwaliteitskaart Over het algemeen voldoet de bodemkwaliteit binnen de gemeente Noordoostpolder aan de klasse landbouw/natuur en zowel de boven- als de ondergrond wordt als schoon beoordeeld [ref. 2.] en [ref. 3.]. De provinciale wegbermen vormen een uitzondering, de bovengrond is op de ontgravingskaart aangemerkt als kwaliteitsklasse industrie (paarse lijnen in afbeelding 3.2). In het beheersgebied zijn een aantal deelgebieden aangewezen waarvoor Lokale Maximale Waarden zijn vastgesteld. De bermen van openbare en provinciale wegen buiten de bebouwde kom (waaronder het plangebied valt) is één van de aangewezen deelgebieden. In deze gebieden mag grond met de kwaliteitsklasse wonen worden toegepast (zie toepassingskaart bovengrond in afbeelding 3.3). Pagina 9 van 20

10 Afbeelding 3.2 Uitsnede ontgravingskaart bovengrond Bron: Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland, Afbeelding 3.3 Uitsnede toepassingskaart bovengrond Bron: Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland, Pagina 10 van 20

11 De bodemkwaliteitskaart met betrekking tot de informatie in het plangebied kent onzekerheden en geeft de werkelijke kwaliteit van de bodem op en langs de N50 mogelijk niet correct weer. In overleg met bevoegd gezag zal voorafgaand aan de uitvoering worden bepaald wat de hergebruik- en toepassingsmogelijkheden van de bodem zijn. In plaats van de bodemkwaliteitskaart (gebiedsspecifiek beleid) kan men terug vallen op het generieke beleid volgens de landelijke kaders, waarbij het bevoegd gezag toetst aan wet- en regelgeving. De keuze voor het te volgen beleid wordt gemaakt in overleg met de gemeente (bevoegd gezag) tijdens de voorbereiding van de realisatie van het project. Tijdelijke uitname In de Nota Bodembeer provinciebrede samenwerking Flevoland is onder het hoofdstuk toepassen van grond en baggerspecie' een paragraaf opgenomen over de tijdelijke uitname van grond en baggerspecie. Voor tijdelijke uitname gelden, conform artikel 36 lid 3 van het Besluit bodemkwaliteit, afwijkende regels. Onder tijdelijke uitname wordt verstaan: het tijdelijk verplaatsen of uit de toepassing wegnemen van grond en baggerspecie is toegestaan indien deze vervolgens, zonder te zijn bewerkt, op of nabij dezelfde plaats en onder dezelfde condities opnieuw in die toepassing wordt aangebracht. In het geval van tijdelijke uitname hoeft de milieuhygiënische kwaliteit van de ontvangende (water)bodem of van de terug te plaatsen grond of baggerspecie niet te worden aangetoond. In geval van sterk verontreinigde grond is tijdelijke uitname niet zonder meer van toepassing. Hiervoor is in verband met veilig werken in verontreinigde grond vaak onderzoek nodig en mogelijk is het terugplaatsen van de sterk verontreinigde grond niet toegestaan in verband met de zorgplicht. Bij de geplande ingrepen binnen het project N50 Ens-Emmeloord wordt verwacht dat er geen sprake is van sterk verontreinigde grond. Derhalve kan het ontgraven van de huidige berm, het eventueel op locatie opslaan en vervolgens toepassen van deze grond in de nieuwe berm, onder de regels van tijdelijke uitname worden uitgevoerd. Uitzonderingsgebieden Uit de Nota Bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland en de kaarten bij het Provinciale Omgevingsplan (POP) blijkt dat de onderzoekslocatie niet ligt in de ecologische hoofdstructuur (EHS), een grondwaterbeschermingsgebied of een boringsvrije zone. De Enservaart (ten oosten van het zuidelijk deel van de onderzoekslocatie) is aangewezen als te ontwikkelen bijzondere waterkwaliteit. Daarnaast moet rekening worden gehouden met kwetsbaar ondiep grondwater ter plaatse van de onderzoekslocatie [ref. 19.] 3.3 Verdachte locaties/uitgevoerde onderzoeken Op basis van het vooronderzoek zijn ter plaatse of in de nabijheid van het plangebied een aantal verdachte deellocaties vastgesteld. Deze locaties zijn verdacht omdat er (mogelijk) bodemverontreinigende activiteiten hebben plaatsgevonden en/of omdat in het verleden met een bodemonderzoek reeds verontreiniging is aangetoond. Onderstaand volgt een overzicht van de verdachte locaties. De nummers corresponderen met de nummers op afbeelding 3.4 en 3.5 (uittreksel Bodemloket): 1. N50 Ens/Reconstructie N50; 2. Bomenweg 8, Emmeloord; 3. Bomenweg 9, Emmeloord; 4. Vliegtuigweg 22, Ens; 5. Drietorenseweg 10 (voormalig Kamp Enservaart), Ens; Pagina 11 van 20

12 6. Oude Emmeloordseweg 36, Ens; 7. Enservaart (ter hoogte van de loswal Waterkant). Onder de afbeeldingen volgt per verdachte locatie een samenvatting van de beschikbare informatie. Afbeelding 3.4 Verdachte locaties op en nabij de N50 Traject Knooppunt A6 t/m Vliegtuigweg (bron: Afbeelding 3.5 Verdachte locaties op en nabij de N50 Traject: Vliegtuigweg tot Ens (bron: Ad. 1 - N50 Ens/Reconstructie N50 [ref. 4.] [ref. 5.] en [ref. 6.] In 2001 is de N50 tussen Ens en Emmeloord opgewaardeerd naar een stroomweg met één rijstrook per richting met vluchtstroken en een middenberm. Voorafgaand Pagina 12 van 20

13 aan deze opwaardering zijn tussen 1999 en 2001 diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Bij deze onderzoeken zijn in de bermen van de toenmalige N50 voornamelijk licht verhoogde gehalten aangetroffen. In het omliggend gebied is de bodem beoordeeld als schoon. Op één locatie is vastgesteld dat sprake is van sterk verhoogde gehalten aan PAK, dit is ter plaatse van de toenmalige parallelweg tussen de Bomenweg en de visplaats (bocht Enservaart). Op basis van dit verkennend en aanvullend bodemonderzoek is een saneringsplan opgesteld en goedgekeurd. In dit saneringsplan is aanbevolen om een nader onderzoek uit te voeren naar de aangetoonde PAK verontreiniging. Dit nader onderzoek is in 2001 uitgevoerd, en op basis van dit nader onderzoek wordt geconcludeerd dat de sterk verhoogde gehalten aan PAK niet opnieuw zijn aangetoond. Er is op basis van het nader onderzoek sprake van maximaal matig verhoogde gehalten aan PAK. Er is derhalve geen sprake van een geval van ernstige verontreiniging zoals bedoeld in de Wet bodembescherming. De beschikkingen (vaststellen geval van ernstige verontreiniging, niet urgente sanering en vaststellen saneringsplan) zijn vervolgens ingetrokken. Op basis van bovenstaande wordt geconcludeerd dat in de grond ter plaatse van de bermen en onder de weg voornamelijk licht verhoogde gehalten zijn gemeten, lokaal is een matig verhoogde gehalte aan PAK aanwezig. Dit komt overeen met de te verwachten achtergrondwaarde in bermen van provinciale wegen op basis van de bodemkwaliteitskaart. Bij de reconstructie in 2001 is vrijwel alle vrijkomende grond toegepast binnen het plangebied (als toekomstige berm en/of voorbelasting toekomstige weg). De kwaliteit van de huidige berm bestaat dus grotendeels uit dezelfde grond als de grond die in 2001 is onderzocht. Dit betreft grotendeels schone tot licht verontreinigde grond. Dit is dan ook de verwachte kwaliteit van de huidige berm. Ad. 2 - Bomenweg 9, Emmeloord [ref. 7.] Uit het historisch onderzoek uit 2009 blijkt dat er in het verleden verschillende boven- en ondergrondse tanks aanwezig zijn geweest. Ook is op de locatie een landbouwproductengroothandel en een opslag van smeerolie en aromatische koolwaterstoffen aanwezig (geweest). Er zijn geen bodemonderzoeken bekend. Gezien de afstand tot de locatie (circa 75 m) wordt verwacht dat de eventueel aanwezige verontreiniging op deze locatie geen invloed heeft (gehad) op de bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie. Ad. 3 - Bomenweg 8, Emmeloord Op deze locatie zijn verschillende bovengrondse brandstoftanks aanwezig (geweest) en heeft opslag van aromatische koolwaterstoffen en bestrijdingsmiddelen plaatsgevonden. Mogelijk hebben deze historische activiteiten tot bodemverontreiniging geleid. Voor zover bekend is er geen bodemonderzoek uitgevoerd op deze locatie. De afstand tussen de locatie en het plangebied bedraagt meer dan 100 m. Gezien de afstand tot het plangebied en de grondwaterstroming in noordwestelijke richting wordt verwacht dat eventuele bodemverontreiniging op deze locatie geen invloed heeft (gehad) op de bodemkwaliteit ter plaatse van de geplande ingrepen. Ad. 4 - Vliegtuigweg 22, Ens [ref. 8.] In 1996 is in het kader van de bouw van een berging een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat er twee bovengrondse tanks (1.200 en liter diesel) en 1 ondergrondse tank (1.800 liter diesel) aanwezig zijn (ge- Pagina 13 van 20

14 weest). Bij het verkennend onderzoek zijn geen tot licht verhoogde gehalten gemeten in grond en grondwater. Destijds is geconcludeerd dat de kwaliteit van de bodem geen bezwaar vormde voor de bouw van de berging. Gezien de maximaal licht verhoogde gehalten en de afstand tot de onderzoekslocatie (circa 100 m) wordt ervan uitgegaan dat activiteiten op deze locatie niet hebben geleid tot bodemverontreiniging binnen het plangebied. Ad. 5 - Drietorenseweg 10 (voormalig Kamp Enservaart), Ens [ref. 9.] Uit het historisch onderzoek uit 2005 blijkt dat het werkkamp Enservaart in de periode van 1943 tot 1951 dienst heeft gedaan voor de huisvesting van landarbeiders voor de ontginning van de Noordoostpolder. Activiteiten in en rond het kamp (opslag olieproducten, erfverharding, woon- en keukenbarakken, kolenopslag en leidingen en voorzieningen) hebben mogelijk geleid tot bodemverontreiniging met PAK, zware metalen, minerale olie en asbest. Na opheffing van het kamp is het terrein in gebruik genomen voor akkerbouw. De voormalige locatie van het werkkamp kan op basis van de historische informatie als verdacht worden aangemerkt. De exacte locatie van het werkkamp is, afgezien van de ligging van enkele littekens in het landschap in de vorm van sloten en singels (zie afbeelding 3.6), niet bekend. Op basis van het historisch onderzoek is bodemonderzoek destijds niet zinvol geacht. Gezien de afstand tot de onderzoekslocatie (circa 100 m, zie afbeelding 3.6) en het voornamelijk immobiele karakter van de verdachte stoffen, wordt verwacht dat eventueel aanwezige verontreiniging ter plaatse van het voormalige kamp geen invloed heeft (gehad) op de bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie. Afbeelding 3.6 Mogelijke ligging voormalig Kamp Enservaart (binnen rode contour) (bron: Ad. 6 - Oude Emmeloordseweg 36, Ens [ref. 10.], [ref. 11.] [ref. 12.] en [ref. 13.] Ter plaatse van de Oude Emmeloordseweg zijn in 1999 diverse bodemonderzoeken uitgevoerd. Hieruit is geconcludeerd dat lokaal sprake was van sterk verhoogde Pagina 14 van 20

15 gehalten aan zware metalen en minerale olie. Deze spots zijn conform het in 1999 opgestelde saneringsplan gesaneerd. De sterk verontreinigde grond is hierbij afgevoerd en bij de eindbemonstering is aangetoond dat in de put en in de wand van de ontgravingskuil sprake is van maximaal licht verhoogde gehalten. De ontgravingsput is aangevuld met schone grond. Op de rest van het terrein (buiten de verontreinigde spots) zijn maximaal licht verhoogde gehalten gemeten. Er is door de provincie ingestemd met het saneringsresultaat. Deze locatie ligt op meer dan 150 m vanaf het onderzoeksgebied en er wordt daarom vanuit gegaan dat activiteiten op deze locatie niet hebben geleid tot verontreiniging van de bodem binnen het plangebied. Ad. 7 - Enservaart (ter hoogte van de loswal Waterkant)[ref. 14.], [ref. 15.] en [ref. 16.] Op basis van het verkennend waterbodemonderzoek uit 2006 blijkt dat de sliblaag nabij de loswal aan de Enservaart als klasse 4 wordt beoordeeld op basis van een verhoogd gehalte aan koper. De provincie Flevoland heeft een beschikking afgegeven voor vaststelling van een geval van ernstige waterbodemverontreiniging en voor ontheffing voor het opstellen van een saneringsplan voor het uit te voeren baggerwerk. Onbekend is of de baggerwerkzaamheden reeds zijn uitgevoerd en of daarmee het verontreinigde slib is verwijderd. De verontreiniging in de waterbodem beperkt zich tot de sliblaag, de vaste waterbodem is niet of nauwelijks verontreinigd. Verwacht wordt dat de kwaliteit van het slib geen invloed heeft (gehad) op de bodemkwaliteit binnen het plangebied. 3.4 Bodemopbouw en geohydrologie Bodemopbouw De bodem van de Noordoostpolder bestaat voornamelijk uit zware zeekleigronden en zavel. Plaatselijk komen veenlagen voor. De Holocene deklaag vormt de bovenste beschermende laag voor het eerste watervoerende pakket. Het eerste watervoerend pakket wordt gevormd door de Formaties van Kreftenheye, Twente en Eem. Het tweede watervoerend pakket onder de scheidende laag wordt gevormd door de formaties van Urk, Enschede en Harderwijk [ref. 17.]. Tabel 3.1 vat het bovenstaande kort samen. Tabel 3.1 Globale bodemopbouw van tot lithologie formatie (m ten opzichte van NAP) (m ten opzichte van NAP) klei Naaldwijk veen Nieuwkoop grof zand Boxtel, Kreftenheye, Urk, Appelscha, Peize leem en zandlagen Maassluis Op de projectlocatie bestaat de bodem ter plaatse van het noordelijk deel uit zware zavel en het zuidelijk deel uit lichte zavel. Geohydrologie In de Noordoostpolder komen met name de grondwatertrappen IV, VI en VII voor. De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) ligt over het algemeen tussen de 40 Pagina 15 van 20

16 en 80 cm onder maaiveld. De gemiddeld laagste grondwaterstand ligt 80 cm of meer onder maaiveld. De stijghoogtes variëren van NAP - 3 m in het noorden tot NAP - 5 m in het zuidwesten van de Noordoostpolder. De stroming in het eerste watervoerende pakket ter plaatse van de onderzoekslocatie is in noordelijke/noordwestelijke richting. Ongeveer de helft van de Noordoostpolder is een kwelgebied. Kwel komt met name voor ten westen van Emmeloord en aan de oostrand van de polder. Op de onderzoekslocatie komt geen kwel voor, ten westen van de onderzoekslocatie komt plaatselijk sterke kwel voor [ref. 17.]. 3.5 Overige ondergrondaspecten Inleiding In deze paragraaf is aandacht besteed aan enkele ondergrondaspecten die mede relevant zijn voor het Tracébesluit. In bijlage A (Watertoets), bijlage E (Landschap, Cultuurhistorie en Archeologie) en bijlage N (Conventionele Explosieven) is nader ingegaan op de relevante ondergrondaspecten en andere ondergrondaspecten, waaronder bodemdaling en aardkundige waarden. Niet gesprongen explosieven De onderzoekslocatie wordt als niet verdacht beschouwd op het voorkomen van niet gesprongen explosieven (NGE s). De weg is na de Tweede Wereldoorlog aangelegd, waardoor de kans op NGE s in de ondergrond klein is. Bovendien is dit traject van de N50 in 2001 omgebouwd naar 2 x 1 rijstrook, waarbij reeds ingrepen hebben plaatsgevonden in de bovenste meters van de bodem. Archeologie De gemeente Noordoostpolder heeft een archeologische waarden- en beleidsadvieskaart, die is opgesteld in Deze kaart bevat bekende archeologische waarden en waarnemingen en archeologische verwachtingswaarden. Onderstaande afbeelding bevat een uitsnede van de beleidsadvieskaart voor het plangebied. Het plangebied is met een zwarte gestippelde lijn aangegeven. Pagina 16 van 20

17 Afbeelding 3.7 Plangebied in beleidsadvieskaart Uit deze kaart blijkt dat er op of direct nabij het tracé geen bekende waarden of waarnemingen aanwezig zijn. Voor een nadere toelichting op de bekende en verwachte archeologische waarden wordt verwezen naar [ref. 18.]. Pagina 17 van 20

18 4 Conclusie Op basis van het vooronderzoek is gebleken dat er in de nabijheid van het plangebied diverse verdachte locaties aanwezig zijn (geweest). Op basis van reeds uitgevoerde onderzoeken en gezien het feit dat de meeste van de locaties meer dan 50 m vanaf het plangebied liggen, wordt geconcludeerd dat de activiteiten ter plaatse van de verdachte locaties geen invloed hebben (gehad) op de kwaliteit van de bodem binnen het plangebied. Het plangebied zelf is voor de reconstructie in 2001 reeds (veelvuldig) onderzocht. Uit deze onderzoeken wordt geconcludeerd dat er voornamelijk licht tot matig verhoogde gehalten aan PAK aanwezig zijn. Dit komt overeen met de kwaliteit die op basis van de bodemkwaliteitskaart verwacht kan worden. Pagina 18 van 20

19 5 Referenties 1. Bodem - Landbodem - Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, NEN 5725, NNI, januari Nota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland, gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk, Zeewolde, d.d. 7 maart Outline Consultancy, Rapportage actualisatie bodemkwaliteitskaart gemeente Noordoostpolder, referentie: B11K0036Rapportage_definitief, d.d. 10 oktober Omegam, Nader grondonderzoek berm en parallelweg N50 Ens - Emmeloord. Project: , d.d. 27 maart Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Saneringsplan N50, Tracé Ens - Emmeloord, kenmerk: WVT 8597, d.d. oktober Provincie Flevoland. Brief met onderwerp: Intrekking beschikkingen inzake vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan, Reconstructie N50, gedeelte tussen Ens en Emmeloord, kenmerk: MB/ /B, d.d Combinatie Consulmij Milieu & MUG Ingenieursbureau, Historisch onderzoek Bomenweg 9 te Emmeloord (gemeente Noordoostpolder), Wbb-code: onbekend, projectnummer , rapportnr: HOFLD25, 6 november Dossier: Bouwvergunning, Vliegtuigweg 22, periode 1942 t/m 2004, archief gemeente NOP. Rapport: IJsselmeerbeton Funderingstechnologie BV., Milieuonderzoek betreffende een verkennend bodemonderzoek aan de Vliegtuigweg 22 te Ens, opdrachtnummer: 61124, d.d. 21 oktober Oranjewoud, Historisch onderzoek, in het kader van BIO voormalige werkkampen (FL ), voormalig kamp Enservaart te Ens (FL ), documentnr: NOP19, d.d. september Dossier: , VO, NO, pva bodemsanering en evaluatierapport sanering, Oud Emmeloorderweg 36 te Ens, 1999-, Rapport: BDG Professionals, BV., Verkennend onderzoek Oud Emmeloorderweg 36 te Ens, project: 99-M0475/007, d.d. februari Dossier: , VO, NO, pva bodemsanering en evaluatierapport sanering, Oud Emmeloorderweg 36 te Ens, 1999-, Rapport: Milieuadviesbureau Nillesen BV, Nader onderzoek Oud Emmeloorderweg 36, project: /02-NO, d.d. 30 maart Dossier: , VO, NO, pva bodemsanering en evaluatierapport sanering, Oud Emmeloorderweg 36 te Ens, 1999-, Rapport: Milieuadviesbureau Nillesen BV, Plan van aanpak bodemsanering Oud Emmeloorderweg 36, d.d. 25 mei Dossier: , VO, NO, pva bodemsanering en evaluatierapport sanering, Oud Emmeloorderweg 36 te Ens, 1999-, Rapport: Milieuadviesbureau Nillesen BV, Evaluatierapport bodemsanering Oud Emmeloorderweg 36, d.d. 17 juni Grontmij, Waterbodemonderzoek watergang Enservaart en Ensertocht te Ens, referentie: , d.d. 9 januari Grontmij, Plan van aanpak, Baggeren klasse 4 baggerspecie loswal Enservaart te Ens, referentie: , 31 juli Pagina 19 van 20

20 16. Provincie Flevoland, Brief met onderwerp: Beschikking onderhoudsbaggerwerk nabij loswal aan de Enservaart te Ens in gemeente Noordoostpolder (Wbb-code: FL ), kenmerk: , d.d. 7 oktober Witteveen+Bos, O(TB) N50 Ens - Emmeloord, WBS Water, versie concept, referentie: RW /torm/021, d.d. 6 mei Witteveen+Bos, O(TB) N50 Ens - Emmeloord, WBS Landschap, Cultuur en Archeologie, versie concept, referentie: RW /hitm/022, d.d. 8 mei Provincie Flevoland, 2006, Omgevingsplan Flevoland 2006, laatst geraadpleegd op 25 oktober Pagina 20 van 20