HISTORISCH BODEMONDERZOEK 150 KV- KABELVERBINDING GEERVLIET- MIDDELHARNIS (TRACÉ )

Transcriptie

1 HISTORISCH BODEMONDERZOEK 150 KV- KABELVERBINDING GEERVLIET- MIDDELHARNIS (TRACÉ ) JOULZ BV 15 april :B - Definitief B

2

3 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding en doel onderzoek Leeswijzer Uitgangspunten onderzoek Uitgangspunten van de opdracht Algemene uitgangspunten Onderzoeksresultaten Algemeen Bodemopbouw en geohydrologie Historisch bodembestand (HBB) (Ondergrondse) tanks Bodemonderzoek en saneringen Bodemkwaliteitskaart Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen...12 Colofon :B - Definitief ARCADIS 1

4

5 1 Inleiding 1.1 AANLEIDING EN DOEL ONDERZOEK In het gebied Goerree-Overflakkee wordt de grens van de bestaande infrastructuur bereikt voor wat betreft duurzaam opgesteld terugleververmogen. Voorzien wordt dat op korte termijn de bestaande 50 kv-netten niet meer toereikend zijn om nieuwe projecten uit te kunnen voeren. Om die reden is door Stedin een nieuwe 150 kv-kabeltracé voorzien tussen de stations Geervliet en Middelharnis. In Afbeelding 1 wordt het voorgenomen tracé weergegeven (tracéversie van 11 maart 2013). Afbeelding 1: Tracé tussen Geervliet en Middelharnis (tracéversie van ) :B - Definitief ARCADIS 3

6 Doel onderzoek In opdracht van Joulz heeft ARCADIS een historisch bodemonderzoek uitgevoerd. Doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de mogelijke bedrijfsactiviteiten en de hieraan gerelateerde risicovolle locaties die in het verleden hebben plaatsgevonden en/of nog steeds plaatsvinden. Inzicht in de milieu hygiënische bodemkwaliteit is noodzakelijk om de geplande werkzaamheden (aanleggen van een ondergrondse aansluiting van het hoogspanningsstation) mogelijk te maken. 1.2 LEESWIJZER In hoofdstuk 2 wordt inzicht gegeven in de gehanteerde uitgangspunten bij dit onderzoek. De onderzoeksresultaten worden gepresenteerd in hoofdstuk 3. Tenslotte wordt in hoofdstuk 4 de conclusie en aanbevelingen van dit onderzoek weergegeven. 4 ARCADIS :B - Definitief

7 2 Uitgangspunten onderzoek In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de gehanteerde uitgangspunten bij het onderzoek. In paragraaf 2.1 zijn de uitgangspunten opgenomen die gelden voor het historisch bodemonderzoek. In paragraaf 2.2 zijn de algemene uitgangspunten opgenomen die voor alle milieuonderzoeken gelden. 2.1 UITGANGSPUNTEN VAN DE OPDRACHT Het historisch bodemonderzoek is, gezien de omvang van het plangebied, de grote hoeveelheid kadastrale percelen en de aard van de werkzaamheden, beknopt uitgevoerd met als uitgangspunt het onderzoeksprotocol NEN5725. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in overeenstemming met de regelgeving die bekend is onder Kwalibo (=kwaliteitsborging in het bodembeheer). Voor het historisch bodemonderzoek zijn geen dossiers (hinderwet/milieudossiers en bodemonderzoeken) ingezien bij de betrokken gemeentes. Ook bouw- en sloopvergunningen zijn niet ingezien, aangezien ter plaatse van het voorkeurstracé geen bebouwing aanwezig is. 2.2 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN De volgende algemene uitgangspunten zijn gehanteerd bij het milieuonderzoek: Voor het milieuonderzoek geldt het tracé zoals geleverd op 11 maart 2013 als basis voor het onderzoek. De basis voor de effectbepaling betreft de uitvoeringswijze zoals weergegeven in de ontwerpen. Er moet voldoende ruimte beschikbaar zijn voor de beoogde strook van circa 15,7 meter (5,7 meter sleuf en twee maal 5 meter beschermingszone); Diepte kabel: 1,20 meter bij normaal gebruik; 1,80 meter bij agrarisch gebruik :B - Definitief ARCADIS 5

8 3 Onderzoeksresultaten 3.1 ALGEMEEN Het historisch onderzoek is gebaseerd op de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek). Hierbij is onder andere gekeken naar de (historische) bodembedreigende activiteiten binnen 50 meter van het leidingtracé en zijn de resultaten van in het verleden (in de omgeving) uitgevoerde bodemonderzoeken en saneringen geïnventariseerd. De resultaten van dit historisch onderzoek zijn opgenomen in voorliggend hoofdstuk. De informatie is afkomstig van/uit: Gegevens met betrekking tot de eigendomsituatie, kabels en leidingen zijn niet verzameld in het kader van dit onderzoek. 3.2 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE Voor bodemgegevens en geohydrologische informatie is gebruik gemaakt van Dinoloket. Een dwarsdoorsnede (van zuid naar noord) op basis van het hydrologisch model REGIS II is weergegeven in Afbeelding 2. 6 ARCADIS :B - Definitief

9 Afbeelding 2 Dwarsdoorsnede bodemopbouw tussen Middelharnis en Geervliet op basis van het hydrologisch model REGIS II (bron: Dinoloket). De globale geohydrologische bodemopbouw is samengevat in tabel 1. Diepte Omschrijving Mv* tot 20 m-nap Holocene afzettingen (hlc) bestaande uit afwisselend veen, klei en zandlagen 20 tot 30 m-nap 1 ste Watervoerend pakket bestaande uit zandige afzettingen uit de formaties van Boxtel (bx) en Kreftenheye (kr) 30 tot 35 m-nap Slecht doorlatende laag bestaande uit kleiige afzettingen uit de formatie van Peize- Waalre (pzwa) 35 tot 65 m-nap 2 de Watervoerend pakket bestaande uit zandige afzettingen uit de formatie van Peize-Waalre (pzwa) 65 tot 75 m-nap 3 de Watervoerend pakket bestaande uit zandige afzettingen uit de formatie van Maassluis (ms) Vanaf 75 m-nap Slechts doorlatende laag bestaande uit het Maassluis complex (formatie van Maassluis-ms) Tabel 1 Globale geohydrologische bodemopbouw * Het maaiveld bevindt zich tussen circa 1 m+nap (Middelharnis) en 1 m-nap (Geervliet). Het tracé ligt niet in of nabij een grondwaterbeschermingsgebied :B - Definitief ARCADIS 7

10 3.3 HISTORISCH BODEMBESTAND (HBB) Om te bepalen of op of nabij het leidingtracé sprake is (geweest) van bodembedreigende activiteiten zijn de gegevens uit het historisch bodembestand (HBB) geraadpleegd. De gegevens zijn verkregen via de GIS module van DCMR en bodemloket. De locaties zijn weergegeven in Afbeelding 3. Afbeelding 3 HBB locaties binnen 50 meter van het leidingtracé (bron Bodemloket en DCMR). 8 ARCADIS :B - Definitief

11 Alle HBB locaties betreffen gedempte sloten. Bij DCMR en op Bodemloket zijn via de openbare websites verder geen gegevens beschikbaar met betrekking tot deze dempingen. 3.4 (ONDERGRONDSE) TANKS Bij DCMR zijn meerdere opslagtanks bekend in de omgeving van het leidingtracé. Een overzicht van de tanks is opgenomen in Tabel 2. Adres Omschrijving tank Status Molendijk 20 Bernisse liter ondergrondse tank Gesaneerd op 17 juli 1990 Dankerseweg 10 Geervliet liter bovengrondse tank Onbekend (niet ommetseld) Ramshildeweg 1 Zuidland liter bovengrondse tank Geplaatst in november 1989 Dwarsweg 3A Zuidland Ondergrondse opslagtank Geplaatst in 1976 Haasdijk 1 Abbenbroek liter bovengrondse tank Onbekend Haasdijk 2 Abbenbroek liter bovengrondse tank Onbekend Haasdijk 3a Abbenbroek liter bovengrondse tank Onbekend Haasdijk 5 Abbenbroek liter bovengrondse tank Geplaatst in september 1987 Haasdijk 7 Abbenbroek liter bovengrondse tank Geplaatst in april 1989 Ringdijk 8 Geervliet bovengrondse tank Geplaatst in 1978 Ringdijk 10 Geervliet bovengrondse tank Geplaatst in 1978 Tabel 2 Overzicht opslagtanks in omgeving leidingtracé (bron: DCMR). 3.5 BODEMONDERZOEK EN SANERINGEN Ter plaatse van het leidingtracé zijn enkele bodemonderzoeken en saneringen uitgevoerd. De locaties zijn weergegeven in Afbeelding 4 en beschreven in Tabel :B - Definitief ARCADIS 9

12 Afbeelding 4 Onderzochte locaties (bron: Bodemloket en DCMR). 10 ARCADIS :B - Definitief

13 Locatie Adres Locatiecode Onderzoek (meest recent) 1 Kruisweg 1 Middelharnis AA Verkennend onderzoek SGS EcoCare van 1 januari Van Pallandtpolder, Kruisweg/Kadeweg 1 Middelharnis (bovengrondse brandstoftank en erfverharding met slakken) 3 Capelleweg 2a Abbenbroek (demping, boven- en ondergrond tanks, glastuinbouw, opslag bestrijdingsmiddelen) 4 Polderweg, Ringdijk Biertsedijk etc. trace 380 kv AA AA AA Nader onderzoek Verhoeve Milieu van 6 oktober 2005 Monitoringsrapport Dordrecht Research van 27 maart 2003 Verkennend onderzoek Ingenieursbureau Gemeente Rotterdam van 31 juli 2008 Status Voldoende onderzocht. Onverdacht/niet verontreinigd Voldoende onderzocht. Niet ernstig. Potentieel ernstig. Vervolgonderzoek nodig. Niet ernstig, licht tot matig verontreinigd. Voldoende onderzocht. 5 Noorddijk 5 Geervliet AA Voldoende onderzocht. Onverdacht/niet verontreinigd. 6 Noorddijk 4 Geervliet AA Saneringsevaluatie Almad Eco van 15 december Noorddijk ong. (nabij 5) Geervliet Voldoende gesaneerd AA Voldoende onderzocht. Onverdacht/Niet verontreinigd Tabel 3 Overzicht onderzochte en/of gesaneerde locaties (bron: Bodemloket en DCMR). Uit historisch onderzoek van locatie 3 (ARCADIS, 2013, Historisch onderzoek locatie 1, Cappelleweg 2A te Abbenbroek met kenmerk ) blijkt dat de verontreiniging op de onderzoekslocatie gesaneerd en gemonitord is. De sloten nabij de onderzoekslocatie en de stortplaats op het naastgelegen perceel moeten wel als verdachte locaties worden beschouwd. 3.6 BODEMKWALITEITSKAART Via internet zijn bij DCMR de gegevens ingezien met betrekking tot de bovengrondse (0-0,5 m-mv) en ondergrondse (0,5-2,0 m-mv) bodemkwaliteit in de gemeente Bernisse. De bovengrond in het leidingtracé is tussen Geervliet en het Haringvliet aangeduid als licht verontreinigd. De ondergrond in dit traject is schoon. Van het gebied ten zuiden van het Haringvliet (gemeente Goeree-Overflakkee) is (digitaal) geen bodemkwaliteitskaart beschikbaar :B - Definitief ARCADIS 11

14 4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 CONCLUSIES Op basis van het historisch bodemonderzoek kan het volgende geconcludeerd worden: Op het grootste deel van het leidingtracé worden ten hoogste lichte verontreinigingen verwacht. Deze verontreinigingen vormen naar verwachting geen belemmering bij de uitvoering en voor hergebruik van de grond die vrijkomt. Het leidingtracé doorkruist verschillende slootdempingen. Het is niet bekend of de dempingen zijn uitgevoerd met gebiedseigen-grond of verontreinigd materiaal. In de buurt van het leidingtracé zijn verschillende ondergrondse- en bovengrondse opslagtanks aanwezig (geweest). Het is niet bekend of de bodem bij deze tanks verontreinigd is geraakt met brandstofcomponenten. Omdat de bovenste meters van de bodem een overwegend kleiige textuur heeft worden geen grootschalige verontreinigingen met (mobiele) brandstofcomponenten verwacht. De sloten ter plaatse van Capelleweg 2a in Abbenbroek moeten als verdacht worden beschouwd. 4.2 AANBEVELINGEN Algemene aanbevelingen We adviseren om tijdens de werkzaamheden in de grond alert te blijven op bijmengingen die kunnen wijzen op een verontreiniging. Tracé aanpassingen of aanpassingen uitvoeringswijze Ter plaatse van het leidingtracé is over het algemeen geen sprake van ernstig verontreinigde grond. Het historisch vooronderzoek geeft, eventueel de sloten rond perceel Capelleweg 2a uitgezonderd, geen aanleiding om het tracé aan te passen. We raden aan om bij de graafwerkzaamheden rekening te houden met de verschillende slootdempingen in het gebied. Vervolgonderzoek Voor het vervolg adviseren wij het volgende nader te onderzoeken: De kwaliteit van het materiaal in de gedempte sloten. Om stagnatie bij de uitvoering te beperken adviseren we om via de bij provincie Zuid Holland beschikbare informatie over slootdempingen deze dempingen op het tracé te projecteren en met een aantal proefsleuven te bepalen of de sloten zijn gedempt met verontreinigd materiaal of gebiedseigen grond. De verontreinigingssituatie ter plaatse van de sloten rond Cappeleweg 2a. Uit historisch onderzoek blijkt dat de sloten verontreinigd zijn geweest met olie. Voordat de graafwerkzaamheden van start gaan dient eerst een waterbodemonderzoek uitgevoerd te worden. 12 ARCADIS :B - Definitief

15 Colofon HISTORISCH BODEMONDERZOEK 150 KV- KABELVERBINDING GEERVLIET-MIDDELHARNIS (TRACÉ ) OPDRACHTGEVER: Joulz BV STATUS: Definitief AUTEUR: Michael Geschiere Meuwissen, Maurice GECONTROLEERD DOOR: VRIJGEGEVEN DOOR: 15 april :B ARCADIS NEDERLAND BV Polarisavenue 15 Postbus AK Hoofddorp Tel Fax Handelsregister ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins :B - Definitief ARCADIS 13