Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans

Transcriptie

1 Vragen oefenexamen Dukers & Baelemans Kennisvraag: Identificeren met idin Op welke wijze identificeert een klant zich als hij online gebruik wil maken van idin? A. Door op een inlognaam met wachtwoord aan te maken, met deze combinatie kan vervolgens bij een webwinkel worden ingelogd. B. Door de inlogmethode van de eigen bank te gebruiken. Zo hoeft de klant veel minder gebruikersnamen en wachtwoorden te onthouden. C. Door een overboeking van bijvoorbeeld 1 euro uit te voeren vanaf een bestaande rekening. Op deze manier kan de ontvangende partij de naam van de rekeninghouder controleren met het identiteitsbewijs. D. Door in te loggen met het DigiD kan de klant toestemming geven om voortaan de identificatie via idin te laten verlopen, bijvoorbeeld bij aankopen in een webwinkel. Kennisvraag: Investeerderstoets Een klant wil investeren in een onderneming door middel van crowdfunding. Voordat hij de investering doet moet een investeerderstoets worden afgenomen. Wat is juist met betrekking tot de investeerderstoets? A. De toets heeft als doel de klant een verantwoorde investeringsbeslissing te kunnen laten maken. B. De toets kent een door de AFM vastgesteld format. C. Als de toets een negatieve uitslag geeft, dient de klant te worden afgewezen als investeerder. Kennisvraag: Wet uitfasering Pensioen Eigen beheer De wet uitfasering van pensioen in eigen beheer is op 1 april 2017 ingegaan. De DGA heeft drie keuzes. Welke van onderstaande alternatieven heeft de DGA? A. de fiscale waarde van de pensioenvoorziening afstempelen naar de commerciële waarde. B. de opbouw van het pensioen in eigen beheer voort te zetten, waarbij de inleg vanaf 1 april 2017 niet wordt verhoogd. C. het pensioen in eigen beheer om te zetten in een oudedagsverplichting. Dukers & Baelemans /11

2 Kennisvraag: Wet waardeoverdracht klein pensioen Pensioenuitvoerder X wil een binnenkomende waardeoverdracht van een klein pensioen tegenhouden omdat ze zich in een situatie van onderdekking bevindt. Wat is juist? A. Pensioenuitvoerder X mag een binnenkomende waardeoverdracht op basis van de Wet waardeoverdracht klein pensioen niet weigeren vanwege onderdekking. B. Pensioenuitvoerder X mag de binnenkomende waardeoverdracht weigeren omdat er sprake is van onderdekking. C. Pensioenuitvoerder X mag de binnenkomende waardeoverdracht alleen maar weigeren als zij aantoont hiermee acute financiële problemen te krijgen. Kennisvraag: Aanpassing eventtoets en kostprijsstaffel in besluit premie- en kapitaalovereenkomsten In welke situatie geldt voor premieregelingen een eventtoets? A. Als de rekenrente in de premiestaffel lager is dan, of gelijk is aan 3%. B. Als de rekenrente in de premiestaffel hoger is dan 4%. C. Als de rekenrente in de premiestaffel lager is dan, of gelijk is aan de marktrente. Kennisvraag: Doorwerkvereiste en fiscale maximering vervallen Ingrid is 67 jaar oud. Zij wil helemaal niet stoppen met werken en spreekt met haar werkgever af dat ze nog een aantal jaren doorwerkt. Ingrid heeft wel al recht op een AOW-uitkering en zij wil daarom graag de ingangsdatum van haar pensioen uitstellen. De hoogte van het pensioen is nu meer dan 100% van haar nieuwe salaris. Over 2 jaar is de hoogte van het pensioen meer dan 100% van haar salaris op AOW-leeftijd. In hoeverre mag Ingrid de ingangsdatum van haar pensioen uitstellen? A. Ze mag haar pensioen maximaal 2 jaar uitstellen. B. Ze mag haar pensioen niet uitstellen. C. Ze mag haar pensioen maximaal 5 jaar uitstellen. Dukers & Baelemans /11

3 Vaardigheidsvraag: Eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling Ezra (33) is opzoek naar een eigen woning in zijn geboorte stad Utrecht. Zijn voorkeur gaat uit naar een woning in het bruisende centrum. Helaas is dat wel de duurste plaats om een huis te kopen en is zijn budget beperkt. Ezra komt gelukkig uit een zeer vermogende familie en zijn vader, oom en opa hebben hem allemaal aangeboden een schenking te doen voor zijn eerste woning. Ezra zijn vader schenkt en zijn oom en opa schenken hem ieder om zijn woning te kopen. Hoeveel schenkbelasting is Ezra verschuldigd? Gebruik voor het beantwoorden van deze vraag onderstaande cijfers: Dukers & Baelemans /11

4 Vaardigheidsvraag: Besluit huwelijksvermogensrecht en schenking Lars en Monique hebben op 1 januari 2019 samen een woning gekocht voor (ieder 50%). Bij de aanschaf van de woning brengt Lars een eigen vermogen in van Monique brengt geen eigen vermogen in. Daarnaast wordt een hypothecaire lening afgesloten van Doordat Monique geen eigen vermogen heeft ingebracht ontstaat een schuld van aan Lars. Op 1 maart 2019 trouwen Lars en Monique onder huwelijkse voorwaarden. In de huwelijkse voorwaarden wordt aangesloten bij de wettelijke gemeenschap van goederen. Er wordt echter opgenomen dat de onderlinge schuld van niet in de gemeenschap valt. Vormt het uitsluiten van de onderlinge schuld tot een schenking? A. Ja, door het uitsluiten van de onderlinge schuld is er sprake van een definitieve vermogensverschuiving. B. Ja, hier is sprake van verrijking van het vermogen van de begunstigde alsmede een verarming van het vermogen van de schenker. C. Nee, de onderlinge schuld is ontstaan bij de aanschaf van de woning. Dukers & Baelemans /11

5 Vaardigheidsvraag: APF en Bpf in Wft Bij deze casus hoort de bijlage APF. Deze vind je achter de laatste vaardigheidsvraag Casus Fitlife BV exploiteert een aantal fitnesscentra in de regio Apeldoorn. Daarnaast houdt Fitlife zich bezig met personal training en trainingsprogramma s voor speciale doelgroepen zoals ouderen of kinderen met obesitas. De directeur en oprichter van fitlife is Dylano Vermeer. De onderneming Bij Fitlife werken 50 mensen. De meeste medewerkers zijn fitnessinstructeurs en begeleiders. Er werken vijf mensen op de administratie op het hoofdkantoor in Apeldoorn. In Apeldoorn en omgeving heeft Fitlife 4 vestigingen. Fitlife valt niet onder een cao. Wel is er een pensioenregeling voor de medewerkers van Fitlife. De regeling betreft een middelloonregeling ondergebracht bij een verzekeraar. Het huidige contract met de verzekeraar loopt over enkele maanden af. De rekenrente in het huidige contract bedraagt 3%. Het verlengingsvoorstel gaat uit van een lagere rekenrente waardoor de premie van de regeling fors stijgt. Dylano is nogal geschrokken van de premiestijging. APF Op verzoek van Dylano heeft de pensioenadviseur een aantal alternatieven onderzocht. Een van de mogelijkheden is een algemeen pensioenfonds (APF). Het APF dat het beste aansluit bij de wensen en doelstellingen van Dylan kent drie standaardcollectiviteitskringen. Daarnaast kan een klant ook kiezen voor een eigen collectiviteitskring. In de bijlage tref je meer informatie aan. Zowel de standaardcollectiviteitskringen als een eigen collectiviteitskring kennen een onafhankelijk bestuursmodel. Overige doelstellingen Tijdens het eerste inventarisatiegesprek met de pensioenadviseur heeft Dylano nog aangegeven dat de pensioentoezegging hetzelfde moet blijven. Daarnaast is het uiteraard heel belangrijk dat de premie niet stijgt ten opzichte van de huidige situatie. Dylano vindt het wel belangrijk dat hij nog invloed heeft op het premiebeleid en de indexatiebeleid bij de pensioenuitvoerder. Fitlife kan kiezen voor een single-client of een multi-client collectiviteitskring. Welk risico loopt fitlife in een multi-client kring die ze niet loopt in een singleclient kring? A. Het risico dat de huidige pensioentoezegging niet aansluit bij de pensioentoezegging van het APF. B. Het risico dat de kosten van uitvoering van de regeling bij de multi-client kring hoger zijn. C. Het risico dat de dekkingsgraad daalt als een andere werkgever een premieachterstand heeft en failliet gaat. Dukers & Baelemans /11

6 Vaardigheidsvraag: Wet uitfasering pensioen in eigen beheer Casus Stijn Konings is 73 jaar. Hij is DGA van Stijko Holding BV. Toen Stijn 65 jaar werd, is hij gestopt met werken. Stijko Holding BV heeft toen de werkmaatschappij Konings bakstenenfabriek verkocht. Stijn ontvangt naast zijn AOW-uitkering een pensioenuitkering van per jaar. Het pensioen is destijds in eigen beheer opgebouwd en wordt nu uitgekeerd door Stijko Holding BV. Gezinssituatie Stijn is op huwelijkse voorwaarden getrouwd met Hannie (68 jaar). Samen hebben ze drie kinderen. De kinderen zijn zelf getrouwd of wonen samen. Stijn en Hannie hebben zelfs al vier kleinkinderen. Overig vermogen Naast het bezit van de aandelen Stijko Holding BV, hebben Stijn en Hannie samen een vakantiewoning in Zeeland. Ze hebben de vakantiewoning 15 jaar geleden gekocht met hun spaargeld en een kleine lening van de Holding. Stijn en Hannie hebben verder geen spaargeld. Ze kunnen goed leven van de AOWuitkering en het pensioen van Stijn. Verder wonen Stijn en Hannie in een kleine vrijstaande woning. Ze hebben nog een aflossingsvrije hypotheek. Wensen en doelstellingen Stijn heeft met zijn accountant gesproken over de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer. Stijn wil van zijn accountant weten hij het beste kan doen. Stijn wil niet teveel gedoe en alles zo simpel mogelijk houden. Daarnaast wil hij zo weinig mogelijk belasting betalen. Welke informatie is voor de accountant het meest relevant om te kunnen bepalen of Stijn het beste zijn pensioenvoorziening kan afkopen dan wel het beste kan omzetten in een oudedagsverplichting? A. Wat de hoogte is van de pensioenvoorziening op 31 december B. Wat de hoogte is van de hypotheekrente en hoe lang deze nog aftrekbaar is. C. In hoeverre Stijn bereid is om een lang leven risico te lopen. Dukers & Baelemans /11

7 Bijlage APF Oplossingen voor werkgevers Een belangrijk kenmerk van een onafhankelijk Algemeen Pensioenfonds (APF) is de mogelijkheid om het pensioen van uw medewerkers onder te brengen in een 'multi-dient kring'. In zo'n kring sluit u als werkgever aan bij een collectief van meerdere werkgevers. Binnen deze kringen heeft u een aantal keuzes. U kiest het ambitieniveau van uw pensioenregeling Allereerst kunt u het ambitieniveau van uw pensioenregeling kiezen. Oft ewel : in hoeverre wilt u het pensioen van uw medewerkers laten meestijgen met de inflatie? Door inflatie gaat de waarde van het pensioen van uw medewerkers haast onzichtbaar in waarde achteruit. Daarom zet het APF in op een pensioenregeling waarbij het ambitieniveau van uw pensioenregeling leidend is. APF ziet het namelijk als randvoorwaarde dat u zelf kunt bepalen wat het ambitieniveau van uw pensioenregeling is. U kiest bij APF uit een van de drie multidient collectiviteitkringen: Collectiviteitkring 1: deze kring heeft een laag indexatie-ambitieniveau (30% van de Consumenten Prijs Index) Collectiviteitkring 2: deze kring heeft een gemiddeld indexatie-ambitieniveau (60% van de Consumenten Prijs Index) Collectiviteitkring 3: deze kring heeft een hoog indexatie-ambitieniveau (90% van de Consumenten Prijs Index ). Keuzemogelijkheden binnen uw pensioenregeling Naast de keuze voor het ambitieniveau van uw pensioenregeling, kunt u als werkgever nog een aantal keuzes maken. Allereerst kiest u de hoogte van het opbouwpercentage en de franchise. Daarnaast kunt u kiezen voor een nabestaandenpensioen op risico- of opbouwbasis. Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is standaard meeverzekerd. Wilt u iets extra's regelen voor uw medewerkers als ze arbeidsongeschikt raken? Dan kunt u kiezen voor een WIA excedentpensioen. Ook kunt u kiezen voor een ANW-hiaatverzekering als u iets extra's wilt regelen voor uw medewerkers als zij overlijden. Waar betaalt u voor? U betaalt de premie voor de pensioenopbouw van uw medewerkers. De hoogte van de premie is afhankelijk van uw medewerkersbestand, uw gekozen ambitieniveau en kenmerken van de pensioenregeling. Ook de rentestand heeft invloed op de hoogte van uw premie. Daarnaast betaalt u, samen met de andere aangesloten werkgevers, kosten voor de uitvoering, het vermogensbeheer, het weerstandsvermogen en overige kosten, zoals personeelskosten en andere kosten van de bedrijfsvoering van APF. Dukers & Baelemans /11

8 Antwoorden oefenexamen Dukers & Baelemans Kennisvraag: Identificeren met idin Het juiste antwoord is: Door de inlogmethode van de eigen bank te gebruiken. Zo hoeft de klant veel minder gebruikersnamen en wachtwoorden te onthouden. (B) idin is ontwikkeld door de banken voor consumenten. Met idin kan een klant veilig en op dezelfde manier inloggen, zich identificeren en/of zijn leeftijd bevestigen bij overheidsinstanties, verzekeringsmaatschappijen en webwinkels. Daarvoor wordt de veilige inlogmethode van de eigen bank gebruikt. Hierdoor hoeft de klant veel minder gebruikersnamen en wachtwoorden te onthouden. Toetsterm 1a.9 Kennisvraag: Investeerderstoets Het juiste antwoord is: De toets heeft als doel de klant een verantwoorde investeringsbeslissing te kunnen laten maken. (A) De toets is vormvrij. Ieder crowdfundingplatform mag daar zelf zijn eigen vorm aan geven. Echter moet de toets wel voldoen aan een aantal randvoorwaarden: 1. De vorm: De tekst van de toets moet duidelijk, correct en niet- misleidend zijn. 2. De inhoud: Van belang is dat er daadwerkelijk geïnventariseerd wordt of de geldgever over de nodige kennis en ervaring beschikt, om te begrijpen welke risico s er verbonden zijn aan het project waarin hij wil gaan investeren, crowdfunding in z n algemeenheid en de organisatie die bemiddelt tussen geldgever en geldnemer. 3. De toelichting uitslag toets: Het is de verantwoordelijkheid van de organisatie die bemiddelt om de uitslag van de test te beoordelen en te bepalen of de investering past bij de geldgever (gezien zijn of haar kennis, ervaring en vrij belegbaar vermogen). De uitslag van de investeerderstoets is niet bindend. 4. Positieve/ Negatieve uitslag: Als een investering kan plaatsvinden volgens de organisatie dan moet de uitslag objectief (dus niet als aanbeveling) worden meegedeeld aan de investeerder. Wanneer de organisatie aangeeft dat de investering niet moet plaatsvinden, dan moet de investeerder nadrukkelijk worden gewezen op de risico s die gelopen worden als er toch geïnvesteerd wordt. Toetsterm 1b.17 Dukers & Baelemans /11

9 Kennisvraag: Wet uitfasering Pensioen Eigen beheer Het juiste antwoord is: het pensioen in eigen beheer om te zetten in een oudedagsverplichting. De DGA heeft drie keuzes: de DGA mag per 1 april 2017 zonder fiscale gevolgen de commerciële waarde van de pensioenvoorziening afstempelen naar de fiscale waarde. Hij kan vervolgens besluiten om de fiscale waarde van de verplichting af te kopen, of; om te zetten naar een oudedagsverplichting (ODV); de DGA kan ook besluiten om geen actie te ondernemen. De regels van het pensioen in eigen beheer, zoals deze op 31 december 2016 van toepassing waren, blijven gelden. Toetsterm 1m.6 Kennisvraag: Wet waardeoverdracht klein pensioen Het juiste antwoord is: Pensioenuitvoerder X mag een binnenkomende waardeoverdracht op basis van de Wet waardeoverdracht klein pensioen niet weigeren vanwege onderdekking. (A) Een nieuwe pensioenuitvoerder moet verplicht meewerken aan een inkomende waardeoverdracht van een klein pensioen. Ook wanneer er sprake is van onderdekking. Deze beslissing is door de overheid genomen omdat de financiële gevolgen hiervan als klein worden gezien. Het gaat om kleine bedragen en de pensioenuitvoerder heeft niet alleen te maken met inkomende, maar ook met uitgaande waardeoverdrachten. Toetsterm 1h.4 Kennisvraag: Aanpassing eventtoets en kostprijsstaffel in besluit premie- en kapitaalovereenkomsten Het juiste antwoord is: Als de rekenrente in de premiestaffel lager is dan, of gelijk is aan 3%. (A) De eventtoets is van toepassing als de gehanteerde rekenrente 3% of lager is. Volgens de Wet op de loonbelasting sluit de opbouw in een beschikbare premieregeling aan op de opbouw in een middelloonregeling. De voorgeschreven rekenrente daarbij is 4%. Op basis van het fiscale staffelbesluit mag een premiestaffel ook gebaseerd zijn op een rekenrente van 3% of lager. In dat geval moet getoetst worden of de pensioenregeling binnen de fiscale kaders blijft. Toetsterm 1h.3 Kennisvraag: Doorwerkvereiste en fiscale maximering vervallen Het juiste antwoord is: Ze mag haar pensioen maximaal 5 jaar uitstellen. (C) Door het vervallen van de 100%-grens mag de ingangsdatum van het pensioen uitgesteld worden tot 5 jaar na de AOW-gerechtigde leeftijd, ongeacht de hoogte van de pensioenuitkering. Dukers & Baelemans /11

10 Toetsterm 1g.4 Vaardigheidsvraag: Eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling Het juiste antwoord is: 0. Om gebruik te kunnen maken van de verhoogde vrijstelling hoeft niet per se aan een eigen kind geschonken te worden. Aan iedereen die ouder is dan 18 jaar en jonger is dan 40 jaar mag belastingvrij worden geschonken. Dit betekent dat naast de schenking van ouder naar kind elke willekeurige persoon aan een derde mag schenken. Het is mogelijk om meerdere schenkingen van belastingvrij van verschillende personen te ontvangen voor de eigen woning. Ezra kan dus voor alle drie de schenkingen gebruik maken van de vrijstelling en is géén schenkbelasting verschuldigd. Toetsterm 2a.1 Vaardigheidsvraag: Huwelijksvermogensrecht Het juiste antwoord is: Privé-vermogen voor het huwelijk verkregen, en het vermogen verkregen in het huwelijk door schenkingen en erfenissen. (C) In geval van een echtscheiding zal er na 1 januari 2018 sprake kunnen zijn van verschillende soorten vermogens. Het vermogen van partijen kan worden onderverdeeld in: privé-vermogen voor het huwelijk verkregen het vermogen verkregen in het huwelijk door schenkingen en erfenissen het resterende vermogen verkregen tijdens het huwelijk De privé-vermogen voor het huwelijk verkregen en het vermogen verkregen in het huwelijk door schenkingen en erfenissen blijven bezit van de persoon die het vermogen heeft verkregen. Het vermogen verkregen tijdens het huwelijk is het gemeenschappelijk vermogen (en zal bij een echtscheiding gedeeld worden). Toetsterm 2g.10 Dukers & Baelemans /11

11 Vaardigheidsvraag: APF en Bpf in Wft Het juiste antwoord is: Het risico dat de dekkingsgraad daalt als een andere werkgever een premieachterstand heeft en failliet gaat. (C) In een multi-client kring nemen meerdere werkgevers met hun pensioenregeling deel. Binnen deze collectiviteitskring is geen sprake van afgescheiden vermogen. Dit betekent dat risico s worden gedeeld. Als een van de werkgevers een premieachterstand heeft dan blijven de werknemers recht houden op pensioenopbouw. Dit gaat dan ten laste van het vermogen van de collectiviteitskring waardoor de dekkingsgraad kan dalen. Uit de bijlage blijkt dat de werkgever ook in een multi-client kring de mogelijkheid heeft zijn eigen pensioenregeling vorm te geven. Fitlife hoeft in dat geval niet bang te zijn dat de huidige pensioentoezegging aangepast moet worden aan de toezegging van het APF. De kosten van uitvoering zullen normaal gesproken in een single-client kring juist hoger zijn. Toetsterm 2e.1 Vaardigheidsvraag: Wet uitfasering pensioen in eigen beheer Het juiste antwoord is: Wat de hoogte is van de hypotheekrente en hoe lang is deze nog aftrekbaar is. (B) Als Stijn zijn pensioenverplichting omzet in een oudedagsverplichting behoudt hij inkomen in box 1. Deze inkomsten zijn progressief belast. Als hij nog een aftrekpost in de vorm van hypotheekrente heeft, is dat interessant. De belastingheffing over de uitkering in de oudedagsverplichting is dan wellicht tegen een laag tarief belast. Het is dus relevant om te weten wat de hoogte van de hypotheekrente is en hoe lang deze nog aftrekbaar is. Het lang leven risico is bij een oudedagsverplichting niet groter dan in de huidige situatie. Want de pensioenuitkering eindigt als het vermogen in de BV niet meer toereikend is. De uitkering uit de oudedagsvoorziening eindigt weliswaar naar verloop van tijd, maar vervolgens kan het vermogen in de BV als dividend nog worden uitgekeerd als dat nodig is. De stand van de pensioen voorziening per 31 december 2015 is niet relevant. Toetsterm 3c.1 Heeft u na het maken van dit oefenexamen nog extra ondersteuning nodig? Wij hebben voor u de volgende opleidingen om u optimaal voor te bereiden op het examen: Zelf leren met het digitaal zelfstudiepakket Wilt u direct uw examen boeken, ga dan naar Dukers & Baelemans /11